Buitenlandsch c^Cieuws Gemengd cdCieuws FEUILLETON Het Kasteel Roche-Neire DERDE BLAD DONDERDAG 7 JANUARI 1932 BLADZIJDE 1 FRANSCH-DUITSCHE TEGENSTELLINGEN Anjrst voor Sooken GEEL JAGERSLATIJN Territoriale problemen bij beren! CONTINGENTEERING Verklaring van Minister Rollin DE FRAUDE BIJ DEN PENSIOENRAAD Een ingewikkeld onderzoek UITSLAANDE BRAND IN EEN RADIO MAGAZIJN Een geweldige vuurzee TRAGEDIE VAN HET MISVERSTAND Min. MELLON BESCHULDIGD PRUISEN VRAAGT HET RIJK OM STEUN RUSSISCHE BARRICADEN IN CHARBIN STIMSON WIL ENERGIEK ONTWAPENEN EEN SUIKERMONOPOLIE IN LETLAND BALDADIGE OPRUIERS BINNENLANDSCH NIEUWS GEORGANISEERD OVERLEG RADIO-OMROEP Wat de borstel is voor Uw tanden daf i$22lmme4/voor lil 'verband met de schier onoverbrugbare kloof tusschen het Duitsche en het Fransohe standpunt inzake een oplossing van het her stel- en schuldenprobleem, geeft de hoofd- redacteur van het te Parijs verschijnende klad „Oeuvre", de heer Jean Piot, die inder tijd de reis van Briand en Laval naar Berlijn heeft medegemaakt, in de „Vossische Zeitung" eenige psychologische opmerkingen ten beste, Welke om hun treffende juistheid de alge meene aandacht verdienen. Helaas, zullen zij Wel niet de belangstelling trekken van de fegeeringsinstanties, welke er haar voordeel mee zouden kunnen doen, doch dit vermindert slechts haar practischen invloed niet haar in zichtelijke waarde. Na gewezen te hebben op den tragen voort gang der Fransch-Duitseho toenaderings pogingen, verklaart hij, dat do Duitschers «n de Franschen niet door haat, maar door nusverstanden van elkaar worden gescheiden. Vele Franschen zijn van meening, dat Duitschland slechts op „weerwraak" zint. In kerkelijkheid echter leeft Duitschland slechts in onzekerheid en vreeze voor wat de dag van morgen brengen zal. De Franschen zien in het Duitsche volk te veel een volk van „Feldwebel", doch in werkelijkheid zijn de Duitschers in veel hoogere mate dan men Vermoedt, romantisch en onrustig. Van den anderen kant schelden tallooze Duitschers Frankrijk voor „imperialistisch", doch het eenige wat de Franschen in waar heid verlangen is: rust. Uit bezorgdheid voor deze rust verkeeren zij in een voortdurenden angst voor een aanval. „Wij zijn", aldus schrijft Piot, „bang voor elkaar en zien de gevaren niet, die ons om ringen." Het politieke standpunt van Frankrijk in zake Duitschlands schuldbetalingen motiveert hij enkel en alleen met het argument, dat Amerika, door van Frankrijk volledige be taling zijner schulden te eischen het de Dransche regeering onmogelijk maakt van de Duitsche betalingen af te zien. Deze argu- menteering houdt geen rekening met de mo gelijkheid Amerika te dwingen of te over reden iets Van zijn vorderingen te laten val- h n. Ben mogelijkheid, welke echter door de Dransche regeering wel degelijk is overwo- "'n> getuige haar pogingen om voor de a.s. herstelConferentie met Engeland een éénheids- H°nt te vormen tegen Amerika. D°el zuiver stelt hij echter de diagnose, anneer hij zegt, dat Frankrijk en Duitsch land nog steeds aan een oorlogsindigestio Hjden. Van beide zijden wordt een enorm gewicht gehecht aan dingen, die in het ge heel niet zoo gewichtig meer zijn. „Wij Franschen," schrijft hij, „zoeken vei ligheid in bewapeningen, welke geen enkele Werkelijke garantie meer bieden. Gij, Duit schers, schijnt te geloovcn, dat de tegenwoor dige crisis óf door teruggave van den Pool- schen Corridor of het opgeven van het Voung-plan voor goed uit de wereld zal wor- den geholpen. Maar wanneer gij niets meer hetaalt, zullen wij den Amerikanen verder moeten betalen." Dat het rapport van Bazel duidelijk ver klaart, dat Duitschland niet meer betalen han, en het Youngplan in zijn huidigen vorm niet meer op do feitelijke werkelijkheid past, ■Wordt blijkbaar zelfs door dezen eerlijken hranschen psycholoog over het hoofd gezien. Hoeveel meer zullen de politiek verblinden ht Frankrijk dit dan doen! Biot besluit met het uitspreken van zijn hijna stellige overtuiging, dat in de gemeen, schappelijke ruïne en de ellende Fransehen en Duitschers zich met elkaar zullen verbroede ren. Als dan maar de nood niet zóó hoog is gestegen, dat die verbroedering niet meer *oor het leven, maar slechts voor het zalig afsterven beteekenis heeft. M. WASHINGTON, 6 Jan. (Reuter). Voor mijn eigen verantwoording beschuldig ik minister Mellon van groote misdaden en vergrijpen, verklaarde de democraat Pat man, toen hij op het bureau van het Huis van Representanten een resolutie in dezen zin deponeerde. Patman beschuldigt Mellon, het statuut van 1789 te hebben geschonden, hetwelk den Minister van Financiën verbiedt te handelen. Patman beweert, dat Mellon waarden bezit, welke hem stemrecht geven in 300 ondernemingen met een actief van 3 mil liard dollar. De resolutie is naar de gerechtelijke com missie gezonden, welke haar zonder twijfl een stille begrafenis zal geworden. BERLIJN, 6 Jan. (V. D.) De kwestie van dekking van het deficit op de Pruisi. sche begrooting, hetwelk 167 millioen mark bedraagt, is Woensdag onderwerp geweest van een bespreking van den Pruisischen minister van Financiën, dr. Kliepper, met Rijkskanselier, dr. Brüning. Aangezien het deficit niet zal kunnen worden gedekt door verdere besparingen _n verhooging der inkomsten in de afzonder lijke administratieve branches, is het noodig nieuwe bronnen van inkomsten aan te boren. Naar verluidt is tijdens het onderhoud met den Rijkskanselier een zoutbelasting overwogen, die door het Rijk zou kunnen worden geheven en waarvan de opbrengst zou kunnen worden verdeeld over de ver. schillende landen. Een dergelijke belasting is, zooals bekend, vroeser reeds geheven. Overigens zou door medewerking van het rijk aan Pruisen middelen ter beschik king kunnen worden gesteld op grond van aanspraken op schadevergoeding, die Prul. sen op het Rijk heeft aangezien indertijd de spoorwegen zonder schadeloosstelling zijn onteigend. Het Rük had toen slechts de verplichting op zich genomen de schul den ten bedrage van 12 milliard te betalen. Omtrent het resultaat van het onder houd wordt te bevoegder plaatse het stil zwijgen bewaard. Om een kindje CHARBIN, 6 Jan (Eigen telegram). Een klein incident veroorzaakte in Charbin groote opwinding en beroering'. Een Wit- Russisch kindje, dat uit een etalage een koekje had weggenomen, werd door de Chi- neesche politie naar het bureau gebracht. De ouders van het kind en een groot aantal Wit-Russen gingen mede naar h-t bureau. Eenige oogenblikken later wierpen Sov jet-Russen en Wit-Russen barricaden op, die door de Chineesche politie werden be stormd. Waarschijnlijk op een wensch van Japan- sche zijde verontschuldigde zich de chef der Chineesche politie Tschangtschintscho we gens dit incident. Niettegenstaande dat hebben de Russen aan alle buitenlandsche agentschappen be zwaar uitgebracht over de slechte behande ling, die zij sedert 1917 van Chineesche zij de ondervinden, en het instellen van een internationale onderzoekingscommissie ge- eischt. WASHINGTON, 6 Jan. (Reuter). Voor de parlementscommissie voor Buitenlandsche Zaken hield Stlmson een rede, waarin hij wees op de noodzakelijkheid van energieke maatregelen in het oorspronkelijke ontwape ningsplan, aangegeven in het Verdrag van Versailles, ten slotte te verwezenlijken. Wanneer Amerika geen vertegenwoordigers naar de ontwapeningsconferentie zou zenden, zouden vrede en evenwicht op de wereld een bijna onberekenbaren val maken. Het feit, dat de geallieerden de Duitsche ontwapening niet hebben nagevolgd, heeft een toestand van ongelijkheid in Europa geschapen, welke een gisting heeft doen ontstaan. De deelneming van Amerika aan de ontwapeningsconferentie zal in geenen deele kunnen leiden tot een toetreden tot den Volkenbond. RIGA, 6 Januari. (V D.) In Letland is een staatsmonopolie voor suiker ingevoerd. Het Ministerie van Financiën zal een speciale aideeling voor dit monopolie oprichten. In het geval, dai de ninnenlandsche industrie de consumptie niet dekken kan, zal het Ministerie van Financiën suiker in het bui tenland kocpen. (Van onzen bijzonderen correspondent) Russische vrienden noodigden mij met Kerstmis uit om met hen op jacht te gaan. In de provincie Kirin moeten beren, tij gers en wilde zwijnen zijn en in Mongoüë kudden en roedels van wolven en antilopen. Toen ik bleef aarzelen, trachtten zij door allerlei jachtgeschiedenissen mijn belang stelling op te wekken. „In Mongolië", zoo vertelden mijn vrien den, „wordt in den winter met groote hon den jacht gemaakt op de wolven. Op kleine krachtige ponies rijden de jagers de einde- looze vlakte in en zoo gauw het wild in zicht komt, laten zij de hondenkoppels los. Twee honden probeeren dan een wolf van de overige dieren af te scheiden. Gelukt dit, dan nemen zij hem tusschen hen in, zetten hun tanden vast in zijn ooren en slepen hem zoo naar de jagers, die niet hun knuppels zijn schedel verpletteren. De beide honden hebben zich echter zoodanig vastgebeten, dat zij kramp krijgen in de kauwspieren en hun tanden niet meer van elkaar kunnen krijgen. De jagers moeten dan met een stuk hout hun tanden openbreken en dan kan de jacht worden voortgezet." „Een anders geschiedenis! Zooals bij de menschen dikwijls pleegt te gebeuren, moet het ook bij de dieren voorkomen, dat zij aanspraak maken op dezelfde plaats Wan neer een beer onder een boom een goed nest heeft uitgekozen, dan merkt hij zijn plekje door een stuk boomschors weg te vreten. Wanneer er nu een tijger hier zijns weegs gaat en lust krijgt om het nest van den beer te annexeeren, dan krabt hij met zijn klauwen diepe sneden boven het merk- teeken, dat de beer achterliet; zoodra de beer terugkeert, probeert hij weer iets hoo- ger een stuk schors weg te bijten. Ingeval de klauwen van den tijger niet zóó ver reiken, dat hij nog eens zijn stempel kan aanbren gen, beschouwt hij zich als overwonnen en gaat zijns weegs. Komt hij wel boven het teeken van den beer uit, dan ontbrandt in het derde jaar een felle kamp tusschen beide dieren en de zwakste wordt door de sterkere verslonden." „Op deze manier worden in het Mandsjoe- rijsche dierenrijk de vraagstukken over het bezit van grond en bodem opgelost." Indien het niet waar is, de vondst is goed WALTER BOSSHARD. Copyright „De Tijd", „De Amstelbode", „De N. Haarl. Crt." en Opera Mundi Press. PARIJS, 6 Jan. (Havas), eTr gelegenheid van de installatie van een nieuwe Kamer van Koophandel te Parijs, verdedigde de mi nister vn Financiën, Rollin, de door de re geering genomen maatregelen tot bescher ming van de nationale economie tegen de gevolgen der crisis. Zeker zoo gaf Rollin toe Frankrijk is betrekeklijk minder aangetast: nochtans is het land wegens de algemeenheid der de. pressie wreed beproefd. Het protectievraagstuk is buitengewoon moeilijk. Men moest zijn toevlucht nemen tot een stelsel van contingenten waarbij geen der invoerende landen werd bevoor deeld. De eontringenten waren zoo ruim mo gelijk berekend, om den normalen handel niet in de war te sturen. Overigens streeft de regeering naar in voering van in der minne geregelde con. tingenten, zooals voor de porceleinindustrie met Tsjecho-Slowakije en die. welke bestu deerd worden door de Fransch-Duitsche econmische commissie. De genomen mataregelen hebben ons in staat gesteld, onze handelsbalans in verge lijking met Juni met 63 procent te verbete ren. Behalve de protectienolitiek heeft Frank rijk in een jaar tijds 16 overeenkomsten of aanvullende overeenkomsten gesloten met buitenlandsche staten, opgesteld in den geest van het Fransche memorandum, dat in de jongste Volkenbondsvergadering is uiteen gezet. Tenslotte spoorde deminister industrieelen en handelsdrijvenden aan, er naar te streven, dat de levensstandaard in Frankrijk wordt verlaagd. Arbeidsconflict bijgelegd. SARAGOSSA, 6 Jan. (Havas). Het con flict tusschen werkgevers en werknemers op de suiker-fabrieken in het district kan als geëindigd worden beschouwd. Nieuwe maatregelen aangekondigd Minister Rollin verklaarde verder, dat de tot dusver getroffen protectiemaatregelen slechts een gering deel uitmaken van de maatregelen, welke de regeering op het oogenblik overweegt. Ook aan andere industrieën zullen de voordeelen der contingerteering worden ver schaft. Vanwege den Pensioenraad wordt ons medegedeeld Door verschillende dagbladen zijn omtrent de bij den Pensioenraad gepleegde fraudes mededeelingen gedaan, die een onjuist licht op de zaak werpen en hun oorsprong vinden in het feit, dat de los staande verklaringen der verschillende getuigen bij de verslag gevers een verkeerden indruk hebben gewekt tengevolge van de omstandigheid, dat zij van de administratie bij dat college uiteraard niet op de hoogte zijn. Controle-boekhouding. Reeds in 1927, dus nadat het tegenwoordige uitbetalingssysteem der pensioenen kort had gewerkt, is het vermoeden gerezen, dat frau de mogelijk zou zijn. Door den mede met het oog daarop aan- gestelden accountant-wiskundige is in 1928 een rapport uitgebracht hetwelk dat ver moeden heeft bevestigd. Naar aanleiding van dit rapport is dc»or een ambtenaar, die over leg heeft gepleegd met een der verdachten, eene nota ingediend, waarin de mogelijkheid van fraude werd erkend, doch waarin in geen enkel opzicht eenig bepaald systeem van fraude werd aangegeven, ook niet in alge- meene trekken. Dit is uitdrukkelijk door ge tuigen verklaard. Voorzitter en Secretaris zijn geheel op de hoogte met den loop der administratie. De Pensioenraad met diens secretaris kwamen echter na grondige besprekingen van het uit betalingssysteem tot het resultaat, dat fraude slechts te weren zou zijn door de invoering van controle-boekhouding, waartoe de noodi- ge voorstellen aan de regeering zijn gedaan. Overigens is het college steeds diligent ge bleven en waar mogelijk, onder meer dcor middel van steekproeven, tegen fraude te waken. Ook het onderzoek naar de fraude is na overleg met den secretaris door den Pensioenraad nauwkeurig vastgesteld en is door den secretaris geleid. Bij dit onderzoek waren pl.m. 30 personen werkzaam, aan wie, voor de leiding in greepen, bepaalde op drachten werden verstrekt, b.v. om na te gaan of alle betaalposten (in totaal plm. 57.000) waren gedekt door deugdelijke attestaties de vita. Bleek dat sommige posten niet gedekt waren, dan kan zooals vanzelf spreekt van voorzitter en secretaris niet verlangd worden, dat zij die 57.000 posten zelf nog eens onderzochten. Vandaar, dat deze getuigen, hoewel geheel o;i de hoogte zijnde, niet onder eede konden verklaren de onregelmatigheden uit eigen waarneming te hebben geconstateerd. Hierbij komt nog, dat de bewijsstukken die ter terechtzitting vertoond werden vóór dat het onderzoek aanving, door de politie waren in beslag genomen, terwijl alleen het onder zoek over het 3e kwartaal bij den Pensioen raad zelf kon plaats hebben. De bewijsstuk ken toch over vorige kwartalen waren reeds bij de Algemeene Rekenkamer ingediend en gezien den geweldigen omvang van die massa stukken, was constateeren uit eigen waar neming ook daar onmogelijk. Het geheele onderzoek heeft plaats gehad ten dienste van de administratie bij den Pen sioenraad, niet ten dienste van het justitieel onderzoek, waarvoor de Justitie had te zorgen. Uit het bovenstaande blijkt, dat voorzitter en secretaris stellig van d negang van zaken op de hoogte waren, hetgeen niet wegneemt, dat de dagelijksche regelingen en opdrachten behoorden tot de taak van de afdeelings- en bureauchefs, gesteld over het talrijke perso neel van den Raad. Dat blanco-chèques met gedrukte handtee- keningen ter beschikking waren van het uit- betalingspersoneel dat ze moet verwerken, was onvermijdelijk. Stempeling of ondertee- kening achteraf geeft geen grooteren waar borg, omdat de onderteekenaar (voorzitter) de juistheid van 57.000 chèques per kwartaal niet persoonlijk kan controleeren Een scher pe contröle op het aantal uit te geven chè ques is alleen mogelijk door middel van de voorgenomen boekhouding. De aanwezigheid van een handteekening- stempel üi het bureau is een eisch van dienst met het oog op de vele tienduizendtal len stukken, die jaarlijks moeten worden ge stempeld en is ook elders gebruikelijk. In ver band met de fraude heeft dit feit geen be teekenis, omdat een pensioenacte als legiti matiebewijs niet vereischt wordt. Twee der verdachten hebben ook zonder dit stuk uitbe taling van valsche chèques weten te ver krijgen. KEULEN, 7 Jan. (W.B.) Op het traject Cleve—Hasselt, bleek vanmorgen, dat 5 spoorwegtelefcon- en telegraaflnen, alsmede 19 postlijnen doorgesneden waren. Op de plaats der misdaad werden briefjes gevon den, waarop tot algemeene staking werd aangespoord. In het perceel Conradkade 11 te 's-Gra- venhage, waarin het radiomagazijn van den heer J. H. Mair is gevestigd, heeft Woens dagochtend half elf een felle uitslaande brand gewoed, waardoor een groot deel van het huis een prooi der vlammen is gewor den. De heer M. had zich in den loop van den ochtend wegens ziekenbezoek verwij derd en het toezicht tijdelijk aan zijn broer toevertrouwd, die dit wel meer voor hem had waargenomen. Toen tegen half elf de melkboer belde, struikelde de broeder van den heer M. over de brandende petroleumkachel in den win kel; de kachel viel om en in een oogwenk verspreidden de vloeiende petroleumvlam men zich door het geheele vertrek, waar zij verder volop voedsel vonden in den voor raad radioka ;jes en andere magazijn-arti kelen. De ruiten aan de voorzijde sprongen als gevolg van de hitte en aangewakkerd door den sterken wind, die recht tegen het huis op woei, grepen de vlammen zoo snel om zich heen, dat ook de achtervertrekken, de trap en een deel van de bovenverdieping in lichte laaie werden gezet. Inmiddels had de toezichthoudende heer M. bij buren de brandweer gealarmeerd, die in den kortst mogelijken tijd met een motorspuit van het bureau Archimedesstraat op slechts enkele honderden meters afstand van de plaats des onheils gelegen aanwezig was, welke spuit spoedig gevolgd werd door de motorspuit van net hoofdbureau aan de Laan Copes. Beide spuiten werkten met te zamen 5 groote stralen, zoowel dcor het brandende perceel als langs de naastliggen de perceelen. De commandant van de brandweerafdeeling, de heer De Ridder, leidde het blusschingswerk, dat veel energie eischte in verband met den feilen wind en de brandbaarheid van den inventaris. Ook de hoofdcommissaris van politie, de heer Van 't Sant en commissaris Kramer, waren daarbij tegenwoordig. De uitgerukte ladderwagen behoefde geen dienst te doen. Na enkele minuten reeds begon door de hoeveelheden water die op de vuurzee ge worpen werden, deze laatste in kracht zoo danig te verminderen, dat het gevaar voor de belendende perceelen als geweken kon worden beschouwd. Tegen elf uur was van het vuur niets meer te zien. De winkelinventaris en het geheele be nedengedeelte, zoomede de trap en de gang met twee vertrekken op de eerste etage, werden door het vuur vernield. Poes gered. De hitte was zoodanig geweest, dat bijv. en alumininiummeter van het Electrisch be drijf welk aluminimum eerst bij ongeveer 600 gr. Celcius smelt, geheel was versmolten. De brandweermannen zagen nog kans een poes met drie jongen van ongeveer drie maanden te redden, zij het ook dat de jonge poesjes het wel wat benauwd bleken te heb ben gehad; het moederdier was naar een slaapkamer gevlucht en had daar onder een ledikant zijn lot afgewacht, waar het ei zender letsel is afgekomen. De schade aan den verbranden inventaris en aan het perceel Is aanzienlijk, doch wordt door verzekering gedekt. Wielrijders aangereden. Terwijl een auto van een der brandweer- autoriteiten zich van het hoofdbureau aan de Laan Copes vla de Laan van Meerder- voort derwaarts begaf, werden op den hoek van de Anna Paulownastraat vier wielrij ders door dezen auto aangereden. De rijwie len werden gedeeltelijk vernield; de berij ders kwamen er gelukkig zonder letsel af. Voor Departements-ambtenaren Een legerorder die dezer dagen verschij nen zal, vermeldt de volgende samenstel ling, te rekenen van 1 Januari 1932, van de Bijzondere Commissie voor georganiseerd overleg voor de ambtenaren, werkzaam bij de onder het Departement van Defensie ressorteerende diensten en instellingen. Voorzitter: A. v. Hengel, raadadviseur bi) het Dept. v. Defensie; onder-voorzitter: J. J Beyerman, referendaris bij het Departe ment van Defensie; leden: prof. ir. W. T. Cious, hoogleeraar aan de Kon. Mil. Aca demie, S. v. Ramshcrst. kapitein-luitenant ter zee, nspecteur van het Loodswezen in algemeenen dienst; mr. J. G. Enderleln, hoofdcommies bij het Staatsbedi'ijf der Ar- tilerie-inrichtingen; J. Stocker, hoofdcom mies bij de Rijkswerven; L. v. d. Voorde. Rotterdam; L. Vermeulen, 's-Gravenhage, J. Wiarda, 's-Gravenhage; D. J. Tlepen, Amsterdam; W. M. v. As, Amsterdam; P. Sewalt, 's-Gravenhage; T. Perdok Hzn., VRIJDAG 8 JANUARI 1932 HUIZEN 298 M. Algemeen programma verzorgd door de NCRV. 8.00 Schriftle zing, 8.159.45 Gramofoonplaten, 10.30 Ziekendienst, 11.00—12.00 Gramofoonplaten, 12.30—2.00 Concert J. Meijer (bariton), H. Hermann (viool), H. van der Horst (cello) en mevr. R. A. van der HorstBleekrode (piano), 2.00 Gramofoonplaten, 3.00 Concert Utr. Strijkkwartet, 4.30 Gramofoonplaten, 5.00 Orgelconcert J. F. Rootiieb, 6.00 Cau serie door H. J. Steinvoort, 6.30 Radio dokter, 7.00 Causerie A. J. Herwig, 7.45 Causerie over Duitschland, 8.00—10.00 Con cert door de H. O. V. onder leiding van M. Adam, o.a. 6de Symphonie G-dur (pau kenslag) Haydn, 9.009.30 Causerie over Diamant. Na ^ioop Vaz Dias en tot 11.30 Gramofoonplaten. HILVERSUM 1875 M. 6.45—7.00 en 7.307.45 Gymnastiekles, 8.00 Gramofoon platen, 10.30 Viool en piano door Carla Ro sen en Joh. Jong. Gramofoonplaten, 11.20 Piano-recital door Rie Deute en gramo foonplaten, 12.00—1.30 Omroeporkest on der leiding van N. Treep, 1.30 Gramofoon platen, 2.00 Mevr. W. van Hooff, Quathêrie, Van Weezei „IJsland", 2.30—4.00 Concert door het Winkels Trio, 4.00 Gramofoonpla ten, 5.00 Gramofoonplaten, 5.15 Concert VARA-orkest onder leiding van Hugo de Groot, Elize de Haas (coloratuurzangeres) en gramofoonplaten. 7.15S.00 Vervolg concert, 10.05 Vaz Dias, 11.00 Optreden van Henry Durand (conférancier). Vleugel Joh. Jong en Gramofoonplaten. DAVENTRY 1554 M. 10.35 Morgenwij ding, 11.05 Lezing, 12.20 Gramofoonplaten, 1.00 Orgelconcert door W. S. Vale, 1.50 2.50 Grainofoonplatenconcert, 4.20 Moschet- to en zijn orkest. 5.35 Kinderuur, 6.20 Be richten, 6.50 Bach's 48 preiudes en fuga's door J. Ching (piano), 7.10 en 7.25 en 7.50 Lezingen, 8.20 Militair Orkestconcert onder leiding van Walton O'Donnell. H. Bor (piano). O.a. Maroszeker Tanze, Kodaly. Eerste satz 5de symphonie, Tschaikowsky, 9.20—9.35 Berichten, 9.40 Lezing, 9.35 Vau deville-programma, 11.0512.20 Dansmu ziek door de Savoy Hotel Orpheans. PARIJS „RADIO PARIS" 1725 M. 8.05, 12.50 en 1.25 Gramofoonplaten, 8.20 Opera „De Tooverfiuit", Mozart met medewerking van Orkest en solisten onder leiding van Henri Defosse. LANGENBERG 473 M. 6.25—7.20 en 10.4012.10 Gramofoonplaten, 12.251.50 Concert onder leiding van Pensis, 4.205.20 Strijkkwartetconcert, 7.208 20 Goethe- programma, 8.20—9.20 Muziek omstreeks 1760, Kamer-orkest der Werag onder leiding van Buschkötter. Hierna tot 11.20 Avond concert. KALUNDBORG 1153 M. 11.20—1.20 Concert uit Hotel d'Angleterre. 2.204.20 Radio-orkest onder leiding van Reesen, 7.20 Les Preludes, Liszt, Radio-orkest onder lei ding van Gröndahl, 7.50 „De Wevers", hoor spel van Gerhard Hauptmann, 9.5010.20 Kamermuziek door Strijkkwartet. Strijk kwartet op. 18, nr. 4, c-moll, Beethoven. BRUSSEL 508 en 338 M, 508 M.: 12.35 tot 2.05 Gramofoonplaten. 5.20 Orkestcon cert, 6.20 en 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 10.20 Concert uit „Die Walküre", Wagner en „Butterfly", Puccini. 338 M.: 12.35—2 05 Gramofoonplaten, 5.20 Orkestconcert, 6.50 Gramofoonplaten, 8.20 Orkestconcert. O a. Fakkeldans nr. 1, Meiierbeer, 8.50 „De terechtstelling", hoor spel van Johannsen. 9.35—10.20 Vervolg concert. O.a. Liebestraume, Liszt. ROME 441 M. 8.20 Operette „La du- chessa del Bal Tabarin", in drie acten van Leon Bard. ZEESEN 1635 M. 7.20 Voorlezing uit de werken van Goethe, 8.20 Dansmuziek uit den tijd van Goethe. Kamer-orkest on der leiding van Dr. W. Buschkötter, 9.20 Berichten en hierna tot li.20 Dansmuziek door de Kapel Eysoldt onder leiding van Pensis. ';--Gavenhage; H. Steketee, 's-Gavenhage; plaatsvervangend eleden: J. M. Pool. leeraar bij de Kon. Mil. Academie; B. C. Kool, rtferendaris bij het Dept. van Defen sie; J. Gude, gep. majoor van het Ned.-Ind. leger, werkzaam bij het Staatsbedrijf der Artillerie-inrichtingen; A. G. Paardekooper, hoofdcommies bij het Dept. van Defensie; J. v. Zwijndregt, Den Helder; J. de Haas, Zaandam; P. C. Geersen, Antwerpen; J. Bolle, Amstredam; J. H. C. M. v. Buitenen. Voorburg; H. A. Vulink, Amsterdam; L. v. Loo, Den Helder; R. Zwolsman, 's-Gra venhage. Onderscheidenlijk treden op als secre taris en adjunct-secretaris J. H. de Bruyn en H. R. Boelsma, commiezen bij het Dept. van defensie. 25, 45 en 65 ets. Uw keet (Naar het Fransch) door MARIE MARECHAL 48. Zoo is derhalve alles beslist, dacht zij. Hoe gauwer, des te beter! Weliswaar had ik verwacht dat üuillaume langer met het besluit geaarzeld zou hebben, om Se- raphine de Lansac als zijne eclitgenoote naar Roche-noire te brengen. Arm, gefolterd hart. Doch Antoinette luisterde niet lang naar zijn klagen maar gat* terstond weer gehoor aan het gezond verstand. Heb ik hem dan niet zelf gezegd, dat hij niet meer aan mij denken moest? Wat bleef hem dan anders over dan mij te ver geten? En heb ik niet zelf heni gesmeekt, de wenschen zijns vaders steeds als heilig te beschouwen? Haar hart kwam echter opnieuw in ver zet tegen alle betoogmiddelen aan de rede ontleend, zoo bracht zij den gel'.eelen nacht door in een vinnigen strijd tusschen liefde gezond verstand. Eindelijk behield dit laatste de overhand ondersteund door den godsdienstzin en de kracht, welke liet ech te. ware christendom verleent. Toen den volgenden dag de reiziger tegen het uur van het diner verscheen, was An toinette in staat hem met onbewolkt voor hoofd en haar gewoon minzaam glimlach je, welkom te heeten En hoe is het op de reis gegaan? vroeg zij met bedaarde stem Zeer goed. gaf Ou illa urne argeloos ten antwoord, aangezien hij immers niet wist, dat Antoinette ingewijd was in de plannen zijns vaders. Hij is gelukkig, dacht Antoinette droe vig, en bemind haar alreeds! Des te beter dan heb ik alleen een offer te brengen. De baron was dien morgen naar Brest gereden en nog niet teruggekeerd, eerst laat in den avond kwam hij weder op het kasteel aan Alien vergezelden hem, om hem gedurende liet souper gezelschap te houden. Eerst de belangrijkste aangelegenheid, zeide hij opnieuw, terwijl hij zijn zoon aan keek, die hein juist wijn inschonk. Ik heb een eetlust alsof ik pas 20 jaren telde. Ondanks dit gezegde, gebruikte hij slechts weinig, hij dronk maar matig en wierp zijn servet onopgevouweu Lebihan toe, wat bij zijn uiterste nauwgezetheid en zucht voor orde iets buitengewoons was. Na het haastige souper van den heer des huizes begaven allen zich naar het salon. De ramen stonden wijd open. De avondwind drong den zoetachtigen geur der kamper foelie en rozen uit het park naar binnen. Welnu, Guillaume, hoe staat het er mee m'h jongen, en wat dunkt je van Lansac? Antoinette maakte aanstalten zich te ver wijderen. Blijf toch m'n kind! riep de baron vlug, je neef heeft zeker geen geheimen voor jou, niet waar? Zoo bleef dan tiet arme meisje niets an ders over, dan weer naar hare plaats te rug te keeren. Lansac, is een mooi eigendom, beste vader, antwoordde de jonge man, met een ernstig gelaat. U heeft er mij niet te veel van verteld. Zeker, zeker, dat spreekt van zelf. Maar ik bedoel het aardige goudvinkje aan wie dit paradijs behoort, de bekoorlijke Se- rapbine! Hoe bevalt ze je? Zij is zooals u zegt, inderdaad een vinkje een licht jeugdig bevallig vogeltje, en ik geloof, dat zij moeilijk te vangen is. Heb je dat dan niet beproefd? Het zou een leugen zijn, wanneer ik u zulks zou willen doen gelooven, vader! Derhalve was mijn keus, naar het schijnt geen gelukkige, nam monsieur De Guitry andermaal het woord en wel met zulk een opgeruimd gelaat, dat allen er zich over verwonderden. En nu was ik in mijn voortvarendheid vandaag in Brest, om daar de verlovingsring te halen! Terwijl hij deze woorden sprak, haalde hij uit zijn zak een klein, blauw-fluweelen étui, waarin een kostbaar solitair flonkerde, die op eenvoudigen gouden ritig gemonteerd was. De ring van je moeder, Guillaume, zei- de hij zacht en aangedaan. Men zal hem wel aan de waardigste geven moeten! En hij nam Antoinette's hand en stak baar den fonkelenden ring aan den vinger. Vader! kreet Guillaume, en voor hij nog naar Antoinette keek, wierp hij zich in de armen zijns vaders, die ditmaal wijd voor hem openstonden. Maar zij? stamelde hij, nadat zijn eer ste opgewondenheid bedaard was, maar zij? Heeft u haar dan gevraagd of zij mijn vrouw wil worden, vader? Antoinette heeft mijn vader waarheid gesproken? Een diepe blos, welke in hare zooeven nog bleeke wangen opsteeg, een beven van de hand, waaraan de verlovingsring glin sterde, gaf hem antwoord op zijn vraag. De proef was lang mijn zoon. begon de vrijheer, die sedert eenige oogenblikken vergeefsche pogingen deed, om zijne aan doening meester te worden, opnieuw, mis schien nog langer voor mij, dan voor jou. Guillaume, omdat ik maar al te zeer vrees de, dat je halverwege zou bezwijken. Wel is waar twijfelde ik niet meer aan de op réchtheid van je berouw, maar ik was bang voor de ontvankelijkheid van je natuur, die mét even groot hartstochtelijk streven zich ten goede keerde, .gelijk voorheen naar het kwade, en daarom, als een te sterk gespan nen veer eensklaps zou kunnen weigeren. Ik heb een gewaagd spel gespeeld, Guil laume, in deze eindelooze twee jaren. Het gold jouw geluk, het mijne en dat van dit dierbare kind, hetgeen ik evenzeer bemin als jou. Ik moest het spel wagen om mij te vergewissen, dat je dit kleinood van op offering en teederheid ook waardig zijt! He den mijn zoon, leg ik het met vertrouwen in je handen en dank God voor de barm hartigheid, welke Hij ons bewezen heeft, ik zegen ie ook voor de vreugde, welke je mijn vaderhart verschaft, ik dmag zeer ze ker ook een deel der schuld aan ai hetgeen eens scheidend tusschen ons trad en ik schroom geenszins mijn ongelijk te ^ken nen. ik was niet toegevend noch geduldig genoeg. Een liefderijk woord zou ie wellicht spoediger tot mij gebracht hebben, dan al mijn vroegere gestrengheid. Doch ofschoon ik mij eenmaal heb vergist, een tweeden keer zal zulks niet meer het geval zijn. ik hoopte, dat verre van de verlokkingen der groote stad, die je eens zoo noodlottig ge worden zijn de aangeboren rechtschapen heid en eerlijkheid van je karakter weer bo ven zouden komen, en je zelfs de herinne ring aan die jaren van dwaasheid en af dwaling verre van je werpen zoudt. Onze goede pastoor bemoedigde mij steeds, wan neer ik betreffende den uitslag der proef mij ongerust maakte. In de eenzaamheid spreekt God tot 's menschen hart, her haalde hij telkens. Wees onbezorgd, Guil laume zal de goddelijke stem vernemen! Monsieur De Guitry keerde zich naar zij ne vrouw. Thans zag zij weer eens op dat strenge gelaat, dat zeldzame glimlachje, hetwelk hem een eigenaardige aantrekke lijkheid verleende: het was als een voorbij zwevende zonnestraal, gereed, elk oogen blik weer te verdwijnen. De glimlach had hem eens het hart van het jonge meisje doen winnen. Kindlief, zeide hij tot haar. je hebt me veel te vergeven, jij, wier zach te, opgeruimd beminnelijkheid tegen mijn knorrigste buien bestand bleek. Maar ik was ongelukkig, Germaine, en zeer on rechtvaardig liet ik jou de zwaarte ge voelen van mijn verdriet, waaronder ik vaak dreigde te bezwijken. Henri, fluisterde het kleine vrouwtje, terwijl zij op hare teenen ging staan, om liet oor van haren echtgenoot te bereiken, Henri, ik heb nooit opgehouden, je te be- bemiimen. Heer mijn God! bad een uur na deze gebeurtenissen de vrome tante in de dank baarheid van haar hart. Uwe barmhartig heid is zonder grenzen. Na den storm stuurt Gij windstilte en Gij verandert tranen en zuchten in vreugde, vrede en geluk! EINDE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9