I.EEKEPREEKEN
BRIAND AFGETREDEN
f3000.-
f 750.-
f 250.-
f 125.-
f50.-
f40.-
OM Z'N GEZONDHEID
Een Groot Politicus trekt zich terug
KLETS IN CHARBIN
„Wapenleveranties aan generaal Ma"
Banzai Hirohito t
ZATERDAG 9 JANUARI 1932
ALS MACDONALD
EEN BRIEF SCHRIJFT
BUREAUXNA8SAULAAN49
ADVERTENTIEN 35 ct. p. regel
dit nummer bestaat uit drie bladen
VIER EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17968
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL
Diplomatieke securiteit
LIEVER GEVANGEN DAN VRIJ?
ITALIAANSCHE CONSUL TE
PARIJS GEWOND
VOORNAAMSTE NIEUWS
DE BAROMETER
^.DERiytó
J. J. WEBER ZOON
Audiëntie
Telefoon No. 13866 (drie itfnea)
Postrekening No. 5970.
ABONNEMENTENvoor Haarlem en
Agentschappen: per week 25 ct.; per
kwartaal 3.25; per post, per kwartaal
3.58 by vooruitbetaling.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN
TIES. 11 regels 60 ct p. plaatsing;
elke regel meer 15 ct, bü vooruitbet
Bi) contract belangrijke korting.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
tusschen den tekst 60 ct per regeL
Alle abonné's op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden
tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeerineen
Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door
verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen
bij een ongeval met
doodelijken afloop
bij verlies van een hand
een voet of een ooc
bij verlies van een
duiro of wiisvinget
bij een breuk van
been of arm
ii verlies van 'n
anderen vinger
4-21.
LANGS ANDEREN WEG
Met het octaaf van Driekoningen sluit
over eenige dagen wederom de Kerst
tijd. Herhaaldelijk klinkt ons in deze
Januaridagen het in zijn ongerepte
schoonheid altijd Weer ontroerende ver
haal van Matthaeus tegen: van de drie
wijzen, die, geleid door een wonderbare
ster, naar Bethlehem kwamen, bij den
Koning van Juda naar den jong geboren
Koning der Joden zoekend en die dan
eindelijk een kind vinden in een stal.
Daar vallen hun de schellen van de
oogen en in een pas geboren wicht van
arme ouders erkennen zij een goddelijk
wezen: „en nederknielend aanbaden zij
Hem." In den slaap vermaant dezelfde
geest, die hun een ster als gids aan het
firmament gaf, om niet naar Jeruzalem
terug" te keeren en de Evangelist besluit
zijn verhaal met de bekende woorden:
on langs een anderen weg keerden zij
haar hun land terug.
Reeds de eerste kerkvaders zagen in
dien laatsten zin meer dan een eenvou
dige vermelding van het feit, dat de
Wijzen de Straten van Jeruzalem op
hun terugtocht vermeden: „langs ande
ren weg naar hun land terug" had, naar
St. Augustinus het in een Driekoningen-
preek verklaarde, ook een breedere,
symbolische beteekenis.
Als zoekers naar de waarheid waren
de drie magiërs uit hun land wegge
trokken. In duisternis hadden zij tot
dan toe geleefd. Zij vonden het licht en
betraden van dien dag af nieuwe paden,
begonnen een nieuw leven.
Wat heeft dat eeuwenoude verhaal
Van de Driekoningen veel aan onzen
tijd, aan ons geslacht te zeggen! Nu
alles rondom ons wankelt en de wereld
een chaos gelijk is, ontmoet men op 't
duistere levenspad duizenden zoekers
baar licht, naar uitkomst, naar redding.
Wij schreven het bij het begin van den
advent, dat deze Kersttijd even donker
en dreigend beloofde te worden als die
van zeventien jaar geleden, toen de ker-
fcöh overvol waren en zeer velen weer
baden, die het in jaren niet hadden ge
daan: den eersten Kerstnacht in den
Wereldoorlog. Maar de schijnwelvaart
van den wereldkrijg lokte de groote
massa weer van het licht der ster van
Bethlehem af. De oude paden van ver
maak en wellust, van ongebreideld le
vensgenot, waren te dierbaar om in den
steek te laten en feller dan voorheen
was de algemeene jacht naar geld, naar
uiterlijk vertoon, naar wuft plezier. Tot
de voosheid van heel dit spel in een al-
geheele inzinking van het bedrijfsleven
wreedelijk aan het licht kwam; tot geen
ontkenning van de valsche levensleer
meer mogelijk was.
Nu ligt de wereld geslagen in een ban
van armoede; nu is er het uur der be
proeving. De groote vraag is thans: zal
de meerderheid gelouterd uit dit lijden
naar voren komen, of zullen de sata
nische krachten, welke overal rondspo
ken, de godloozen, de onrust- en on
tevredenheidzaaiers de overhand krij
gen? Ondanks alles is er dit groote ge
wonnen, dat de roes van weelde en over
daad voorbij is. Het ontwaken is voor
velen heel erg geweest. Bij het felle licht
van feest- en danszalen leek de wereld
een paradijs, zoolang het geld ruim
vloeide en het bezit veilig was. Maar nu
de feestklanken zijn verstomd en alles
rondom ons wankelt, nu vragen velen
zich angstig af: waar zullen wij steun
vinden, wanneer alles ons ontvalt? Spre
kend kwam dit gevoel van verlatenheid
en dit verlangen naar een onvergan
kelijk ideaal uit op den Kerstmorgen, nu
veertien dagen geleden, toen de lezers
van de Nieuwe Rotterdamsche Courant
een hoofdartikel onder de oogen kregen,
zooals er in dat liberale blad en in geen
van zijn soortgenooten ooit was versche
nen.
O, onze liberale bladen schrijven veel
over economie, over wereldproblemen,
zelfs wel over ethisch" - nheden.
Maar God en godsdienst zijn woorden,
die alleen in de kerk en de huiskamer
thuis hooren. Godsdienst is privaat
zaak; daar drijft men geen zaken mee,
noch politiek; die valt buiten het on
derwijs, buiten de wetenschap: 't is
alleen een zaak voor den privé-mensch.
Wie er aan doen wil late men met rust;
wie geen God of godsdienst noodig heeft,
late men evenzeer in vrede. Men prate
daarover niet in het openbaar.
Dit was en is sinds onheuglijken tijd
het algemeen geldende standpunt hier
te lande als overal elders ter wereld. En
wie er anders over dacht heette een
clericaal.
En daar komt een gepatenteerd libe
raal blad als de Nieuwe Rotterdamsche
Crt. op eersten Kerstdag 1931 met een
artikel, dat haar trouwe lezers de oogen
wijd van verbazing doet openspalken
De redactie vroeg de aandacht van al
haar lezers zonder uitzondering, voor
het oude verhaal van de geboorte van
het goddelijk Kind, van de herders, „de
eerst geroepenen tot het Heil, terwijl
wij gewoon zijn zoo gansch anderen op
het gestoelte der eer te zien zitten.
Daarin (in het Evangelieverhaal) knielt
de Wijsheid voor een goddelijk kind, ter
wijl onze wijsheid niet verder gaat dan
wetenschap en techniek. Daarin ten
slotte schijnt „de Heerlijkheid des Hee-
ren" en, och arme, wat moeten wij,
sceptici en agnostici van de twintigste
eeuw, daarbij nu denken?!"
De redactie van het groote liberale
orgaan heeft het bij die vraag niet ge
laten, maar er ook een antwoord op ge
geven, dat zijn lezers ontstellend van
duidelijkheid moet hebben geschenen.
Waarom vragen wij schreef het Rot
terdamsche blad vandaag aandacht
voor de stille, grootsche kracht en den
diepen en waren zin er van? Omdat wij,
moderne menschen, het zoo kwijt zijn
geraakt: omdat wij zoo weinig werkelijk
meer er van kunnen navoelen; omdat
wij ondanks al ons kennen en kunnen
ondanks al onze hygiëne en onderwijs
en geleerdheid en democratie en wel
stand en uiterlijke beschaving en steden
bouw iets kostelijks gaan missen, waar
door ons leven verkild en verschrompeld
wordt en waardoor wij bij al onzen rijk
dom misschien armer zijn geworden dan
deze arme herders ooit waren. Dan is
dat, omdat het in de huidige wereld
donkerder is, onzen gloeilampen ten
spijt, dan het in dien stillen, heiligen
nacht was bij het nederige schijnsel van
die ééne ster. En het hoofdartikel in
het liberale blad vervolgt dan met een
requisitoir tegen de huidige beschaving
en de resultaten van het menschelijk
denken en kunnen, een requisitoir,
waarbij niets van ons geweldig tech
nisch vermogen, niets van onze weten
schap, niets van onze staatkunde, van
de knapheid onzer economisten en
financiers overeind blijft. Al die men-
schelijke overwinningen baten niets,
zegt de schrijver terecht, omdat de sa
menleving is ontsnapt aan den greep
eener onzienlijke wereld en een troep
individuen begint te gelijken, rond
zwalkend op een ijsschots, roofdieren,
die voortdurend loeren om elkaar te
verslinden. En toch schuilt in die schijn
baar zoo zinneloos draaiende wereld een
geestelijk leven, een heilige Wil, die het
al bezielt, samenhoudt en stuurt naar
Zijn doel en die zich in den Christus als
onpeilbare Liefde doet erkennen.
En wamjeer de lezer, die zulke klan
ken in zijn lijfblad niet gewoon is, dan
vraagt: wij dachten, dat alleen econo
mische vraagstukken van machtsver
schuiving en machtsstrijd, van rationa
liseering en distributie en geen mooie
Zondagspreeken de grimmige problemen
van dezen tijd konden oplossen, dan
krijgt hij ten antwoord: „Haast zouden
wij geneigd zijn te zeggen: Was het maar
zoo! Was de wereld maar zoo eenvoudig
en ging het bij deze dingen maar niet om
ontzaglijke realiteiten. Want wij zouden
hun, die zoo antwoorden, juist willen
vragen: Is het misschien niet juist door
dat ge U blind hebt gestaard op de we
reld der stoffelijke dingen en betrek
kingen, dat deze zoo spaak is geloo-
pen?Hoe zou het met de wereld in
orde kunnen komen, zoolang het met den
mensch niet in orde is? Wordt deze
samenleving niet gevoerd door de daden
van de menschen en is er één men-
schelijke daad waarachter niet, bewust
of onbewust, een geestelijk motief steekt?
Zou het dus onverschillig zijn, of ge
dien mensch eenvoudig alleen voorhoudt
wat voor oogen is, hem uitsluitend af
richt op een stoffelijk bestaan dan wel
wijst op zijn verheven afkomst en be
stemming?"
Wij schamperen niet, wanneer wij
zeggen, dat zulke,taal wel heel eigen
aardig aandoet- in een groot libe
raal beursblad. Integendeel, wij zien
daarin een der vele teekenen van dezen
geweldigen tijd, wijzend op een kente
ring ten goede. Dit voorbeeld staat niet
alleen: integendeel! Bijna dagelijks kan.
wie scherp toeziet en luistert, aanwij
zingen vinden, dat er naast veel ver
dorvens in deze wereld, ook heel veel
is dat hoop geeft. En wat vooral opvalt
is het groote aantal ernstige zoekers
naar de waarheid, tastende handen, die
grijpen naar een houvast. De katho
lieke kerken, die openstaan om aan niet-
katholieken de waarheden des gelools
te doen hooren. stroomen vol. Boeken
en brochures, bladen en blaadjes, die
iets vertellen van God en eeuwigheid
worden gretig gegrepen en gelezen. Er
is een groot deel der menschheid dat
terug wil langs een ande
ren weg, omdat het tot nog toe be
treden pad te gevaarlijk en te onveilig
is gebleken.
Voor ons, die niet hebben te zoeken,
maar die onder het licht van de ster
geboren werden, een ernstige les in ver
antwoordelijkheid! Wanneer gij aan onze
apologeten en zielzorgers vraagt, wat
voor de niet-katholieken de grootste
hinderpaal is om de waarheid te aan
vaarden, dan zullen zij U zeggen: het
slechte voorbeeld van tienduizenden
christenen, die beweren de waarheid,
het geloof en een heilige zedenwet te
bezitten en in hun leven in niets van
moderne heidenen te onderscheiden zijn.
Daarom geldt niet voor de ongedoopten
alleen, maar voor héél de wereld, ook
de christelijke, in zooverre zij zich door
het materialisme van dezen tijd liet
meesleepen, de leus: terug langs anderen
weg!
HOMO SAPIENS.
Mac Donald, de Engelsche premier heeft
aan Laval, den Franschen minister-president
een brief geschreven. Wat er in dien brief
stond, heeft de wereldpers bekend gemaakt.
Men beweert algemeen, dat de brief een
uitnoodiging voor Laval om naar Londen te
komen, heeft ingehuden. Laval "bestrijdt
echter een dergelijke uitnoodiging te hebben
ontvangen. Over den inhoud van den brief
zwijgt hij echter, evenals Mac Donald. Maar
er is een brief geschreven.
Zulke „diplomatieke brieven" nu worden
niet zelden geschreven. Alleen is de bena
ming „brief" misleidend. Zoo'n diplomatieke
brief onderscheidt zich n.l. in velerlei op
zichten van gewone brieven.
Zoo kan men b.v. gerust aannemen, dat
Mac Donald zoo maar niet dezen of genen
collega er over gesproken zou hebben, dat
hij een brief aan Laval zou willen schrijven.
Daartoe heeft waarschijnlijk eerst een on-
officieele bijeenkomst van den ministerraad
plaats gehad. Meerdere ontwerpen werden
afgekeurd, voordat Mac Donald onder ge
tuigen zijn handteekening kon zetten.
Bovendien worden dergelijke staatsdocu
menten gewoonlijk ook nog gefotografeerd
om vervalsching te voorkomen. Dan wordt
de brief in een enveloppe gedaan, die met
het staatszegel wordt gelakt. Wordt hij dan
in de brievenbus geworpen? Neen. De pos
terijen krijgen een dergelijken brief nooit te
zien. De brief wordt overhandigd aan een
diplomatieken koerier, die voor de ontvangst
teekent en vervolgens afreist, zoo noodig per
extra-trein of extra-boot.
Hij is vergezeld van minstens één detec-
tief. Een kennisgeving is ondertusschen per
geheimschrift naar de Engelsche legatie in
Parijs gezonden. Aan het station wordt de
koerier opgewacht en naar het gezantschap
geleid, waar hij den brief persoonlijk tegen
ontvangstbewijs overgeeft aan den gezant.
Deze stelt zich dan in verbinding met de
kanselarij van den minister-president en be
paalt het uur. waarop de brief zal worden
overgegeven. De overgave van den brief
wordt onmiddellijk naar Londen getelegra
feerd.
Het onderscheid tusschen een dergelijken
brief en een nota springt onmiddellijk in het
oog. Een .brief" is geen bindend document.
Talrijke diplomaten hebben angst om zulke
brieven te schrijven, omdat zij herhaaldelijk
aanleiding gaven tot misverstanden. Men
denke b.v. aan een brief van Napoleon III
aan den toenmaligen koning van Pruisen,
die het uitgangspunt was van de „onder
handelingen te Ems" en zoodoende van den
oorlog van 18701871.
Vele dergelijke brieven hebben wereldge.
schiedenis gemaakt Het is met dergelijke
brieven, hoe onschuldig zij dan er mogen
uitzien, als met een steen, die men in zee
werpt: Zij trekt kringen, steeds wijdere krin
gen.
NEW YORK, 8 Jan. (V.D.) Te Fayette-
ville in West.Virginia slaagden de gevange
nen van de staatsgevangenis erin, hun bewa
kers te overmeesteren en zich den weg naar
de vrijheid te baen. Negentien gevangenen
maakten hiervan gebruik en ontvluchtten,
doch vijftig andere gevangenen bleven liever
In de gevangenis en weigerden te ontvluch
ten. Van de ontsnapten is korten tijd later
een man gearresteerd.
PARIJS, 8 Jan. (Havas) Op de Avenue
de Villars heeft iemand een revolverschot
op den Italiaanschen consul gelost, die niet
onaanzienlijk gewond werd.
De man werd onmiddellijk gearresteerd en
naar het politiebureau van het Quartier des
Invalides gebracht.
Hier bleek het de 32-jarige Italiaan,
sche student Richi te zijn. Hij was tot den
aanslag gekomen, omdat den consul hem be
let had lesuren te geven.
Om den meestertitel.
Barend Dukel te IJmulden. clubkampioen
1930—1931 der „Haarlemscne Damclub", is
door het bestuur van den Nederlandschen
Dambond toegelaten tot den wedstrijd om
den meestertitel 1932, welke binnen enkele
weken zal aanvangen.
PARIJS, 8 Jan. (Reuter). BRIAND is om
gezondheidsredenen afgetreden.
Vermoedelijk is thans de politieke loop
baan van den bijna 70-jarigen politicus ten
einde.
Het wereldtooneel verliest hiermee een zij
ner groote figurgn Want groot was Briand,
die taai heeft vastgehouden aan zijn paci
fistisch streven, waarvan het anti-oorlogs.
pact van Parijs en het Pan-Europaplan de
tastbare documenten zijn. Men moge bewe
ren, dat zijn den vrede dienend werk niet
de resultaten heeft afgeworpen, welke zijn
idealistische plannen deden verwachten, hem
móet in ieder geval de eer worden toege
kend, de vredesgedachte steeds levendig te
hebben gehouden.
Na als advocaat, welken titel hij reeds op
20.jarigen leeftijd bereikte, eenigen tijd te
Nantes werkzaam te zijn geweest, kwam
Briand aan de socialistische pers, om in 1902
in de Kamer zün intrede te doen.
In 1906 minister van Onderwijs geworden,
in welke hoedanigheid hem ook de aange
legenheden van den eeredienst werden toe
vertrouwd, bracht hij de scheidingswet tus
schen Kerk en Staat, hetwelk zijn werk was,
ten uitvoer. Hieruit vloeide de beruchte lee-
kenwetten voort, om welk feit de katholieken
zijn politiek verleden we lsteeds met ge.
mengde gevoelens zullen blijven herinneren.
Later nam hij echter de meer tegemoetko
mende houding aan.
In 1909 vormde Briand zijn eerste mi.
nisterie, warin hij zelf de portefeuille van
Binnenlandsche Zaken nam. In 1913 werd
hij opnieuw premier, doch slechts voor 2
maanden.
Tijdens den oorlog
In de rampzalige Augustusmaand van
1914 was Briand minister van justitie en
vice-president in het ministerie der Natio
nale Verdediging.
In den tijd van 29 October 1915 tot 17
Maart 1917 was hij nog tweemaal minister,
president.
In 1916 stelde hij met Lloyd George de
„Parijsche Verklaring" samen, waarin eco
nomische solidariteit werd overeengekomen,
totdat ale oorlogsschade zou vergoed zijn.
Tegen de meening van Clemenceau in,
dreef Briand de expeditie naar Saloniki
door. Dat deze ten slotte succes had, deed
zijn aanzien natuurlijk stijgen.
In de eerste na-oorlogsche jaren trad
5riand weinig op den voorgrond, tot hij in
Januari 1921 onder moeilijke omstandighe
den een „ministerie der natonale unie"
vormde.
Tijdens de conferentie te Cannes In het
jaar daarop, werd hij door Poincaré ten
val gebracht.
,In 1925 kwam Briand weer ten tooneele
als minister van Buitenlandsche Zaken in
het kabinet .Painlevé. Deze portefeuille is
hij sindsdien, zonder onderbrekingen van
belang, blijven beheeren.
Locarno.
In October 1925 slaagde hy erin het be.
kende Verdrag van Locarno met Duitschland
te sluiten Nog voor de onderteekening van
dit „Veiligheidspact" op 1 December te Lon
den, was Briand voor de achtste maal pre
mier geworden. In het concentratie-kabinet.
Poincaré kon Briand zijn Locamo-politiek
voortzetten
Na toetreden van Duitschland tot den Vol
kenbond had hij in September '26 te Thoiry
het bekende onderhoud met Stresemann.
Enkele maanden later ontvingen beide
staatslieden den Nobelprijs voor den Vrede
Ofschoon Poincaré in '29 aanvankelijk de
leiding der buitenlandsche politiek overnam,
zijn het Youngplan en de ratificatie van de
Mellon.Berenger-overeenkomst toch waar
schijnlijk voor een belangrijk deel het werk
van Briand.
In Juli 1929 kwam Briand opnieuw voor
den dag' met zijn oude plan: het stichten
van de vereenigde staten van Europa.
Den Haag.
Op de Haagsche conferentie in Augustus
'29 werd Briand het initiatief volkomen ont.
nomen door Snowden en Henderson. Door
zijn handigheid wist hij den slechten indruk
echter te verwateren en het YounDlan in
een nieuwen vorm voor te stellen als een
voor Frankrijk gunstig resultaat.
Aan de Haagsche conferentie in Novem
ber '29 nam Briand weer „met succes" deel
zoodat Tardieu kon zeggen, dat Frankrijk in
getallen noch in princiepen had toegegeven
In Januar) daarop verscheen Briand te
Londen op de Vlootconferentie.
Na de ratificatie van het Youngplan door
alle betrokkenen, zond Briand in Mei '30
aan 26 Europeesche staten zijn Pan-Europa
vragenlijst rond.
Ziehier in het kort het leven van den
even schrancberen als soepelen staatsman.
Laval opvolger?
PARIJS, 8 Jan. (V.D.). Briand heeft den
minister-president, naar thans bevestigd
wordt, kennis gegeven van zijn voornemen
af te treden.
De eerste gedachte tot. dezen stap gaf de
dood van den minister van Oorlog Magi-
not. Reeds Donderdagmorgen had Briand
zich telefonisch in verbinding gesteld met
Laval en hem verklaard, dat hy thans het
oogenblik voor zijn aftreden gekomen acht'
te. Hij is ziek en derhalve moeten voor
zorgsmaatregelen worden getroffen voor een
in ieder opzicht voor haar taak berekende
vertegenwoordiging van Frankrijk op de a.s.
conferenties.
Voorts wordt er op gewezen, dat Briand
niet wegens zijn ziekte, doch veeleer wegens
zijn besluit af te treden, niet heeft deelge
nomen aan den laatsten ministerraad.
Wat de opvolging betreft, kan niets be
paalds worden medegedeeld.
Verwacht wordt, dat Laval zelf de porte
feuille voor Buitenlandsche Zaken zal over
nemen en aftreden zal als minister van
Binnenlandsche Zaken.
Charbin staat met recht bekend als het
grootste kletsnest van het Oosten. Dage
lijks zwieren de dolste geruchten door de
straten, sluipen voorzichtig door hallen en
zalen van het Hotel Moderne en komen dan
tenslotte ook ter oore van de „oorlogscor
respondenten". Ook al ware er maar een
tiende gedeelte van die geruchten waar ge
weest, dan hadden de Japanners de stad
dusdanig met bommen geteisterd dat, zelfs
wanneer men het gebruikelijke slechte tref
fen. in aanmerking neemt, er geen dak in
Charbin meer heel zou zijn. Dan hadden
de Hungutzen, de bandieten, die ook in de
zen kouden winter volgens hun stand pro-
beeren te leven, zooveel neuzen en ooren
afgesneden, dat het direct zou moeten op
vallen In de straten, als je er nog een
mensch zou ontmoeten, die zich verheugde
in het bezit van reuk- en hoororganen te
zijn. Maar tot dusver heb ik nog geen ge
bombardeerde huizen en nog geen ontbre
kende neuzen en ooren kunnen ontdekken.
Wie met vooropgezette ideëen naar Char
bin komt, kan gemakkelijk zwaar belastend
bewijsmateriaal vinden. Men kan hier be
richten en prentenmateriaal krijgen, die het
bewijs leveren, dat Rusland's ineenstorting
slechts een kwestie is van korten tijd of dat
het werkelijk een paradijs op aarde is; dat
de Sovjet-Unie troepen concentreert aan de
Oostelijke grenzen tegen de Japanners of
dat zij bereid is geheel Siberië prijs te ge
ven zonder maar het zwaard uit de schede
te trekken. Men biedt je hier documenten
aan, die moeten bewijzen dat er geheime
overeenkomsten bestaan tusschen generaal
Ma en de Japanners of dat er tractaten
tusschen China en Amerika zijn of dat er
verdragen zijn gesloten tusschen Nanking
en Moskou. Er wordt gesproken over sen
sationeel fotomateriaal, dat bewijzen zou,
dat de Russen massa's wapenen aan gene
raal Ma hebben geleverd. En toon je dan
belangstelling daarvoor dan komt altijd
weer dezelfde fotografie te voorschijn: een
spoorwegwagon, waarop afweergeschut te
gen vliegtuigen is gemonteerd, over welker
afkomst zelfs de slimste militaire attaché
geen oordeel kan vormen.
Een Wit-Rus komt op een goeden dag
mijn kamer binnenstormen: een reusachti
ge sensatie! Vijftig dollar vooruitbetalen;
honderd wanneer het gerucht officieel is
bevestigd. Ik wijs het aanbod af. Meteen
holt de man naar een kamer naast mij,
naar een collega. Een half uurtje later weet
ik al waarom het gaat: generaal Ma zou
door de Japanners vermoord zijn. Met uit
zondering van een juist met den ochtend
trein uit Amerika aangekomen correspon
dent gelooft natuurlijk niemand er iets van.
Bedroefd en mismoedig vertelt de Wit-Rus
den volgenden dag, dat „hij voor het eerst
van zijn Jeven het offer van een zwendelaar
is geworden."
Bijna iederen avond sluipt, als het don
ker wordt, een bejaard man in de hal van
het hotel. Hij handelt in militaire plannen,
waarin volgens zijn zeggen de nieuw
ste troepenverschuivingen der Russen aan
de Mongoolsche grenzen staan genoteerd
Maar de man heeft geen geluk. Het toeval
wil, dat een mijner kennissen deze „nieuw
ste" documenten al twee jaar geleden in
Peking heeft gezien.
Correspondenten over den oorlog.
Het geklets in Charbin houdt zich niet
alleen bezig met de voorvallen, die rondom
ons gebeuren, maar ook met ons zelf, de
oorlogscorrespondenten. Wij zijn geheime
agenten, spionnen, tusschenpersonen en in-
formators van de een of andere regeering.
De journalistieke berichtgeving is maar een
dekmantel. Op een goeden dag wordt mij
een verzegelde brief gebracht. Met Duitsch
schrift staat er in: „in verband met een
hooggewichtig zakelijk belang zal Ik mijn
Briand afgetreden
Japan reageert koel op de Amerikaansche
«ïota.
Het Japansche kabinet biyft voorloopig
aan.
Onregelmatigheden bö de werkverschaffing
t Hoornsterzwaag.
Complot tot moord ontdekt op een onderne
ming by Djember.
Barometerstand 9 uur vjn.: 7.61 vooruit.
OPTICIENS FABRIKANTEN
Groote Houtstraat 166 Haarlem
LICHT OP. Del antaams moeten morgen
worden opgestoken om: 4.31 en overmorgen
om 4.32.
Als ik ooit Japansch ga leeren,
Maar Ik weet dat nog niet zoo,
Breng ik in Japansche verzen
Hulde aan den Mikado
En ik zeg met lak en zyde,
Lotus en gedroogde visch
Banzai! banzai Hirohito!
Die Japansche keizer is.
En ik breng hem de methode
Is wel niet inheemsch by ons
Een Japansche serenade
Met gekleurde lampions!
Bomaanslag.... het doet je denken
Aan dien lang verleden tyd,
Toen het zonlicht bijna schuil ging
By der vorsten majesteit.
Bomaanslagen worden zeldzaam,
En dit ligt ook in de lijn,
Daar er op de wereldglobe
Nog maar weinig keizers zyn.
Maar, al ls het vak van keizer
Ook het hoogste, dat Ik ken,
Ik ben toch, gezien die bommen,
Biy, dat ik geen keizer ben!
MARTIN BERDEN.
(Nadruk verboden).
opwachting by u maken om twee uur van
middag". Dat klonk echt geheimzinnig. En
toen Ik 's middags tegenover een reeds be
jaarden man met een door de zon ver
brand gezicht zat, hoopte ik nu eindelijk
eens iets interessants te vernemen. Myn
bezoeker begon te vertellen: „Het gaat om
een sensationeele uitvinding op het gebied
van oorlogstechniek, om een rakettenge-
schut, dat tienmaal verder schiet dan de
tot dusver bestaande en welker inslag
kracht vijf maal grooter en sterker ls". Met
vele technische uitdrukkingen beschrijft hy
met radde tong de voordeelen der uitvin
ding. Plotseling onderbreekt hy zyn ver
klaringen met de vraag: „U interesseert u
toch daarvoor, nietwaar...." „Niet erg",
antwoord ik. „Maar voor uw firma kan
die wonderbare uitvinding tcb.h van het
grootste gewicht zijn!! „Hoe bedoelt u
dat", vraag ik. „Nu, uw fabriek kon er
toch proeven mee nemen." „Ik geloof dat
u zich in het nummer van de kamer hebt
vergist." De militaire attaché woont een
eindje verderop links in den gang".
O neen! Ik weet heel goed wie u bent.
Tegenover mij behoeft u uw opdracht niet
geheim te houden. Ik weet, dat u wapens
aan generaal Ma wilt verkoopen. U nebt
In uw koffer zelfs modellen van tanks."
Hü kijkt mij triomfeerend aan. Ik weet wer-
keiyk niet of ik met een gek te doen heb.
Ik vraag hem: „Wie heeft u die fantasti
sche geschiedenis vertelt?Hij lacht
een beetje uit de hoogte: „De bron mag ik
niet noemen, maar zooveel mag ik wel ver
raden: u hebt onvoorzichtig geweest. Men
heeft gehoord, dat u kort geleden over een
tankmodel hebt gesproken, dat u bij u
hadt."
Nu weet ik plotseling hoe de zaak in el
kaar zit. Ik maak mijn koffer op enen haal
er de nieuwste ontwikkelingstank voor Lei-
cafilms uit. Ik toon mijn bezoeker het ding.
Deze beziet eerst de zwarte doos en kijkt
mij dan aan. Beleedigd antwoordt hij: „Als
u mij voor den gek wilt houden, dan bied
ik mijn uitvinding aan aan den militairen
attaché!" En weg was hy, de deur luid ach
ter' zich dicht slaande.
WALTER BOSSHARD.
Z. H Exc. de Bisschop van Haarlem zal
an. Maandag geen audiëntie verleenen.