HET VAN DE BE GRAP J ASHARLEKIJN n lyETOM LANGS DONKERE PADEN OVER NEONLICHT EN NEÖNBUIZEN Lichtende lijnen langs donkere gevels Harlekijns avontuur met den Toekan DE GEHEIMZIN NIGE BEDELARES Nlfifa! Klachten over de bezorging Relieve men te richten tot de Directie. N Het beeld van de moderne stad bij avond erschilt wel veei van dat van vroeger jaren, oen was met het vallen van de duisternis stadsleven teneinde, terwijl tegenwoordig 'tost bij avond veel menschen op straat zijn to op de djwegen de trams en auto's even •«rijk zijn als overdag. Het is dan ook niet te verwonderen, dat tok des avonds de reclame niet stilstaat e'' als het donker wordt overal de licht- aovertenties beginnen te gloeien dat overal e winkelier, de zakenman, der restaurant- «zitter door middel van het licht de aan tocht van het pubhek op zijn zaak of op zijn Producten tracht te vestigen en op deze *"ize mededeelingen doet over de hoedanig- eden en bijzonderheden, die deze kenmer ken. Overal ziet men dan ook lichtbakken vto zeer verschillende grootte en vorm, maar toe met hetzelfde doel reclame te maken. Nu jaj één lichtbak in een overigens vrij tokere straat ongetwijfeld aller aandacht rekken. In een helder verlichte winkel- ^raat echter, waai bovendien vele zaken an lichtbakken gebruik maken, is de kans Stoot, dat het pubhek zonder meer eraan v°orbijloopt. Zal een reclame doeltreffend zijn, dan moet iets eigens hebben, iets persoonlijks, de aandacht trekt en vasthoudt. Een loede lichtreclame zal zich daarom moeten toderscheiden van andere, zal in het oog •toeten spnngen en daardoor het pubhek s het ware dwingen, zijn aandacht er op te vestigen. In de laatste jaren is een vorm van licht- •eclame naar voren gekomen, die ongetwijfeld *to groote toekomst heeft, juist door haar 'izondere eigenschappen, die haar stempelen een reclamemiddeJ van den eersten rang. j™ij bedoelen hier de lichtreclame, die tegen- °°rdig bekend is onder den algemeenen toam van neonlicht en die als lichtlijnen en tohtletters van opvallenden vorm en kleur tomiddeilijk de belangstelling van eiken toschouwei opwekt Neonlicht is evenals de draadleoze tele- STatie en telefonie voortgekomen uit weten schappelijk onderzoekingen en laboratorium- Proeven, waarbij aan de technische toepassing n°S met werd gedacht en zeker met werd glaskegel wordt op de glazen schijf vastgekleefd vtorzien. welk een gebruik de industrie nog eeto van de resultaten zou maken. Weer dan een halve eeuw geleden, nog tordat Edison er in was geslaagd een bruik- ba doorgang van den electrischen stroom door een buis, die met een verdund gas is gevuld, bij een bepaalden graad van verdunning het gas in de buis doet lichten. Het bleek verder, dat het verschijnsel hetzelfde bleef als men een buis nam, die in allerlei grillige vormen was gebogen (z.g. Geisslersche bui zen). Verdere onderzoekingen leerden, dat de kleur van het lichtende gas afhing van den aard van het gas. Zoo geeft b.v, verdunde kwikdamp een blauw, verdund neongas een fraai oranjerood schijnsel. Het schijnsel der lichtende gassen is van een geheel anderen aard dan het door een gewone gloeilamp uitgestraalde licht. Terwijl een gloeilamp een temperatuur Water is, die behalve licht ook veel warmte produceert, is het lichtende gas een tuminescentiestraler, die koud licht geeft. Het feit, dat het lichtverschijnsel niet afhankelijk is van den vorm van de buis, daar de hierin plaats vindende electrische ontlading blijkbaar alle krommingen van de buis volgt, is de oorzaak van de vele toe passingsmogelijkheden van het neonlicht. Men is erdoor in de gelegenheid lichtende teksten en aankondigingen als het ware te schrijven, alle mogelijke figuren te vormen met lichtende lijnen. Verder trekt een neon lichtreclame door zijn opvallende kleur on middellijk de aandacht en bovendien is het doordringingsvermogen van de uitgezonden lichtstralen zeer groot. Zelfs bij sterk mistig weer is een neon-lichtletter nog goed zicht baar. Hoe de buizen worden gemaakt Als voorbeeld voor de vervaardiging der neonbuizen nemen wij de fabricage ervan in de Philips fabrieken te Eindhoven. Hier worden de buizen geheel in eigen bedrijf vervaardigd. Dit heeft het groote voordeel, dat de opeenvolgende tasen der fabricage voortdurend kunnen worden gecontroleerd en verder dat men met meer afhankelijk is van de hoedanigheid der van buiten betrokken ruwe grondstoffen en half-fabrikaten. Na tuurlijk kan hierdoor het eindproduct aan zeer hooge eischen voldoen en het is daarom niet te verwonderen dat „Philips.,Neon" over de heele wereld een zeer goeden naam heeft. De benoodigde glazen buizen worden in de Glasfabriek te Eindhoven gemaakt. In de mengkamer worden de grondstoffen voor het glas (in hoofdzaak zand. soda, pot- asch en menie) benevens eenige andere chemicaliën voor het zuiveren en het ont kleuren van het glas gezeefd, afgewogen en gemengd. Aan dit mengsel wordt nog onge veer 30 pCt afvalglas'scherven enz toegevoegd en het geheel dan des avonds na afloop van den werktijd in de potten van de smeltovens gestort en gedurende den nacht gesmolten. Na ongeveer 12 uur is het gesmolten mengsel helder geworden en is hiermede het smelt- proces beëindigd. De sroeltpotten worden in eigen bedrijf met de hand vervaardigd. Hiervoor gebruikt men een bijzonder soort pijpaarde, die tot poeder wordt gemalen en met een soort vette klei wordt vermengd. De klei wordt met de voeten gekneed. Het kneden kan niet langs machinalen weg geschieden, omdat een ma chine kleine onzuiverheden in de klei niet zoo voelen kan als een arbeider met zijn voeten. Nadat de potten gevormd zijn, moe ten zij worden gedroogd; dit kost veel tijd, omdat het drogen langs den natuurlijken weg moet geschieden en niet kunstmatig mag worden versneld. Daardoor duurt het droogproces 5 tot 6 maanden en dientenge. volge moet ed steeds een groot aantal potten in voorraad zijn om voortdurend de behoef te te kunnen dekken. De levensduur van de een pot zes weken in den oven, een z.g. gesloten pot iets langer. Na het gebruik worden de potten van het er aan vastgesmolten glas ontdaan en daarna weer gebruikt als ruwe grondstof voor nieuwe potten. De vuurvaste potten worden in de smelt ovens opgesteld, die met generatorgas, steen kolen of ruwe olie worden gestookt. Rondom deze ovens, waarin de glasblazers des morgens dus het gesmolten glas klaar vinden, bevindt zich een soort podium, waarop de arbeiders plaats nemen. toestand overgaan. Hierdoor gelukt het de gassen van elkaar te scheiden. Als de gassen zijn vrijgemaakt worden zij naar reservoirs geleid. Het transport naar de verschillende afdeelingen, waarin zij noodig zijn. geschiedt door buisleidingen of onder hoogen druk in stalen tlesschen. De neonlichtbuizen worden gevuld met neon onder geringen druk. De kleur van het lichtend neongas is oranje-rood. Om een blauwe kleur te krijgen wordt kwikdamp in de buis gebracht. Voor de kleuren groen I>* buistrekker aan het werk Het trekken van de buizen De glasblazer neemt uit den smeltpot met behulp van een pijp een kleine hoeveelheid glas en walst deze op een gladde metalen plaat uit tot een z.g. „post", waardoor het vloeibare glas den vorm van een kegel aan neemt. Met dezen post wordt nog eenige malen glas uit den smeltpot genomen, waar bij afwisselend wordt uitgewalst en in de blaaspijp wordt geblazen. Het glas heeft nu den vorm gekregen van een holle kegel, waaruit straks de buis zal worden getrokken. In den tusschentijd heeft de helper van den glasblazer aan het eind van een korte buis uit een kleine hoeveelheid vloeibaar glas een schijf gevormd. De hierboven geschreven glazen kegel wordt nu voor de laatste maal goed verhit en dan met de basis op de schijf vastgekleefd. De trekker en zijn helper gaan nu snel naai de trekbaan hier verwijderen zij zich van elkaar waardoor de post tot een lange buis wordt uitgetrokken. De getrokken buis wordt daarna langs machinalen weg op bepaalde lengten gesneden en daarna in eensorteer- machine gesorteerd. De voor neonlichtreclame bestemde buizen worden in de neonafdeeling door ervaren glasblazers in den gewenschten vorm ge bogen. Op deze wijze kunnen alle mogelijke letters en figuren worden gemaakt De edelgasfabriek; Het voor de vulling der buizen benoodigde neongas wordt verkregen in de Edelgas- fabriek, eveneens te Eindhoven. Het neon wordt h'er afgezonderduit de atmosferische lucht, waarvan het een klein bestanddeel uitmaakt. Behalve het neon wint de Edelgasfabriek ook stikstof, zuurstof, argon en helium, welke evenals het neon door gefractionneerde destillatie van vloeibare lucht worden verkregen. Verder worden nog waterstof en tevens vloeibare zuurstof en stikstof gemaakt. De lucht wordt eerst gezuiverd in torens, waarin kaliloog naar beneden stroomt, dat het koolzuur uit de lucht verwijdert. De ge zuiverde lucht wordt daarna samengeperst tot een druk van 150 atmosferen, gedroogd en nogmaals gezuiverd. Hierna vindt een afkoeling plaats tot 103 graden Celsius en dan vindt ontspanning plaats in een destil- leer-apparaat, waarbij de lucht nog verder afkoelt. De verschillende gassen die de lucht bevat hebben alle een verschillend kookpunt, re electrische gloeilamp te vervaardigen. r „1 to men er reeds van op de hoogte, dat de I potten is maar zeer kort; gewoonlijk staat waardoot zij na elkander in den „Daar Is landorie de groote Toe kan. die uit den koninklijken dierentuin ontvlucht is!" rieD Harlekijn, toen hij S "to reuzen vogel in den viiver zag lig- een. ..Ik zal eens zien. of ik. door op m'n mandoline te spelen, hem in den viiver kan houden, totdat liet water be vroren is." dacht Harlekijn. ..dan kan ik hem vangen." Maar de oude Toekan was veel te slim om zich te laten bedotten. Toen het water bevroren was. vloog hij weg met vüver en al. ..Helaas!" jammerde Harlekun; „nu zün we onzen vijver kwiit!" en geel moet het glas van de buizen van bijzondere samenstelling zijn. De hiervoor noodige chemicaliën worden in de glas fabriek bij het mengen van de grondstoffen toegevoegd. Toepassing van het neonlicht Tot nu toe is het belangrijkste toepassings gebied van het neonlicht de lichtreclame. Over het gebruik van de electrische ontlading door verdunde gassen als middel van ver lichting kan men op het oogenblik nog weinig zeggen. Voor lichtreclame is het neonlicht bijzonder geschikt. In het begin van dit artikel noemden wij reeds eenige eigenschappen van het neonlicht de opvallende kleur, de goede zichtbaarheid, ook bij mistig weer en verder de mogelijkheid om de buizen in iederen gewenschten vorm te vervaardigen. Laatstgenoemde eigenschap, in het bijzon der is van groot belang. De reclamewaarde van tegen den gevel of op het dak aange brachte lichtende figuren fabrieks- en handels merken, teksten, slagwoorden enz. is zeer groot. De voor deze neon-installaties noodige hooge spanning wordt verkregen door middel van een transformator op het electridteits- net, indien dit, zooals meestal het geval is. wisselstroom levert. In geval van een gelijk- stroomnet moet een omvormer worden toe gepast. De neoninstallaties kunnen steeds op be stelling worden geleverd, waarbij de buizen dan volgens teekemng worden geblazen. Teneinde echter de toepassing van een neon- tichtreclame in ruimen kring mogelijk te maken, hebben de Philips fabrieken het sy steem der z.g. „standaard"-neonletters in gevoerd. Deze standaardletters worden ver vaardigd in twee grootten, resp. van 15 c.m. en 25 c.m. hoogte. Zij zijn bevestigd opeen metalen plaat, welke op eenvoudige wijze in eeen speciale letterkast kan worden geplaatst. Op deze wijze kan iedere willekeurige tekst in een oogwenk worden samengesteld. Deze standaardletters zijn in het bijzonder van waarde voor zulke zaken welke steeds wisse lende aankondigingen of reclameteksten noo dig hebben en de hiervoor benoodigde neon letters thans kunnen huren. De transformator bevindt zich hierbij in de letterkast, waarin ook de standaardletters worden bevestigd. De kast met letters wordt op een daarvoor geschikte plaats, buiten tegen den gevel of ook in de etalage of in de verkoopruimte opgehangen. Soms echter ontmoet de toepassing van de standaardletters in een kast moeilijkheden het kan zijn dat de aanwezigheid van de kast buiten tegen den gevel het uiterlijk van het gebouw bederft, het kan ook zijn dat bet aanbrengen van een kast op de daarvoor meest gewenschte plaats bezwaren oplevert. Om hier aan de bezwaren tegemoet te komen hebben de Philips fabrieken nog een ander soort standaardletters uitgebracht, de „Standaard-reliefletters". Deze bestaan uit een koperen reliefletter, waarvan de kern gevormd wordt door een neonbuis. De letters worden op een grond- plaat vastgeschroefd en deze plaat wordt dan aan den gevel bevestigd. De relief- letters zijn verkrijgbaar in vrijwel alle ge wenschte tinten, zoodat op iederen onder grond een harmonisch geheel kan worden verkregen. De hoogte van de standaard- reliefletters is 42 c.m. Het gebruik van standaard-reliefletters geeft zoowel des avonds wanneer het neonlicht brandt, als overdag een werkzame reclame. Gezien de bijzondere reclame-eigenschap pen van het neonlicht en dank zij het systeem van de veiwisselbare standaardletters zal de toepassing van neonlicht voor rec.ame- doeleinden in de toekomst ongetwijfeld een groote vlucht nemen. Het was in 't jaar 1832. De cholera teisterde Frankrijk. Angst en vrees bebeerschten bij na alle gemoederen. Men vluchtte van z'n ouders, van z'n vrienden en bloedverwanten weg. De moed der sterksten was gebroken. Bijna onafgebroken zag men lijken voorbij voeren. Men telde de dooden niet meer, de klokken werden niet meer voor hen geluid, een doffe stilte lag over de wufte wereldstad Parijs. Priesters en liefdezusters waren dag en nacht in beweging. Lange rijen van armen doorkruisten de straten en belegerden de gastvrije poorten der kloosters. Men zag vele vrouwen, die zich tot nu toe in haar huishouding hadden kunnen helpen en nu voor de eerste maal tot bedelen haar toe vlucht moesten nemen. Onder deze bedelaressen bevond zich een vrouw, die een'versleten hoed droeg, waar van een oude sluier afhing. Ze droeg ver schoten, gelapte handschoenen en een om slagdoek die betere dagen had gekend, maar thans vol vlekken zat. Deze altijd zwijgende vrouw nam aan wat men haar gaf, doch verlangde nooit iets. Zij maakte bijna altijd deel uit van de bedelende groep, ging aan alle deuren, nam iedere gift, maar ook iedere weigering zwijgend aan. De zusters noch de andere behoeftigen konden het geheim harer armoede door gronden. Haar woning kende men niet. Men wist niet uit welke wijk ze kwam, doch haar gereserveerd, zedig, bijna deftig optreden deed haar noodzakelijk in 't oog vallen. Men fluisterde dat ze weduwe was, dat ze tot den deftigen stand behoorde, maar arm geworden was. Onder de zusters, die met de verzorging der armen waren belast, had ééne vooral de weduwe opgemerkt. Zuster Angelica's blikken hadden den dichten sluier doorboord, die het aangezicht der „weduwe" verborg; ze had gezien dat deze nog iong was. De zuster had haar aangesproken, doch slechts weinige, onbeduidende antwoorden bekomen en daar zij geloofde, deze beschei denheid te moeten eerbiedigen, had zij verderen aandrang nagelaten. Ze verloor de weduwe echter niet uit het oog en als ze haar niet onder haar armen ontdekte, werd ze ongerust en zocht ze vlijtig. Allengs- kens had zuster Angelica haar hart geheel aan deze arme onbekende gehecht. Het was haar voorgekomen, alsof de vrouw op zekeren dag haar liefdevollen blik op vriendelijke teedere wijze had beantwoord en alsof er sedert tusschen haar beiden een bijzondere vriendschapsband bestond. Iederen morgen werd er tusschen de zuster en de „weduwe" om zoo te zeggen een gesprek met de oogen gevoerd, en wan neer de religieuze aan de bedelares hare gift uitreikte, ging de aalmoes van een teederen, bijna liefderijken blik vergezeld. In dien tijd woonde er in de „rue de Lille" in een prettig hótel een jonge vrouw, die eerst kortelings was gehuwd. We zullen haar gravin Marie noemen, want Maria was inderdaad haar doopnaam. De schrik die in Parijs heerschte, scheen haar in 't geheel niet getroffen te hebben. Ze ver dubbelde haar bezoeken, zond onophoudelijk uitnoodigingen rond en ontving bijna dage lijks de Parijsche beau monde in haar paleis. Schoon was zij niet, maar d'r geest en lief talligheid, haar uitgebreide kennis, boeiden en verrukten iedereen. Ze wendde allerlei middelen van beleefd heid en overreding aan, om dezen talrijken vriendenkring om zich heen te verzamelen. Het was een triomf voor haar, zoo vaak het haar gelukte iemand te verhinderen uit Parijs te gaan. Gastmalen, speeltochten, concerten, letterkundige soireés, wisselden bestendig met elkaar af. Haar echtgenoot keurde on voorwaardelijk haar plannen goed. Bij dit druk en luidruchtig leven vergat de jeugdige gravin de armen niet. Zij had een vertrouwd persoon met het uitdeelen van rijke aalmoezen belast, maar wilde onder geen voorwendsel zelf bedelaressen ontvangen, noch iemand, wie dan ook, die hulp kwam vragen. Zij wilde den armen rijkelijk geven, maar ze zelf niet ontvangen. Dit alles richtte zij naar eigen goeddunken in. De vertrouwde persoon ontving een door haar eigenhandig geschreven lijst. Hier was hout, daar brood noodig. Sommigen bezorgde zij een ge neesheer niet zelden voegde ze bij het noodzakelijke nog speelgoed, prentjes en bonbons. Vaak ging zij ook zelf, wanneer de lichamelijke aalmoes alleen niet toereikend was, maar ook de ziel toespraak, troost en opwekking noodig had. Zij verscheen bij de zieken met al de lief talligheid van haar edele gezindheid en liefdevol hartmet lichten tred schreed ze door de gangen der hospitalen, waar de slachtoffers der cholera op het ziekbed voor de meesten hunner hun doodsbed waren geworpen. Tegen vier uur vonden de gasten in haar hótel haar reeds in toilet, vol geest, lief tallig, opgeruimd, maar ook soms in een ernstige stemming. Haar gelaat droeg inder daad den stempel eener geheel eigenaardige opgeruimdheid en tevredenheid, die alleen uit een ernstig plichtbesef kan voortkomen. Er zijn vrouwen bij wien de blijmoedigheid een groote deugd is. Zij nemen haar op en bewaren haar als een ernstige levenstaak, zoo noodzakelijk voor haar als het dagelijksch brood. Zal deze blijmoedigheid echter een christelijke deugd heeten, dan moet zij even oprecht in haar wezen als zuiver in haar bedoelingen zijn. In de nabijheid van gravin Marie vond men moed en kracht. Op zekeren dag werd zuster Angelica door haar overste belast, om ter wille der steeds aangroeiende noodlijdenden een be roep te gaan doen op den weldadigheidszin der rijken. De vrijgevigheid der jonge gravin was haar bekend, ofschoon zij haar nooit per soonlijk gezien of gesproken had. Geen wonder dat het gravelijk hótel in de „rue de Lille" ook thans een der eersten was, aan welks poort zij aanklopte. De meesteres des huizes liet haar door den kamerbediende een rijke aalmoes brengen en verontschul digde zich, dat zij door bezoek verhinderd was, deze persoonlijk te komen overhandigen. Maar de christelijke liefde geeft moed. zij kent geen vrees en leert de wereld trotseeren. Zuster Angelica liet zich niet afwijzen. Zij hoopte bij het voorname gezelschap, dat rondom de gravin vereemgd was, ook nog een oogst voor haar armen te verzamelen. De zuster drong dan zoo lang bij den bedien de aan, dat deze toegaf, en haar, in de over tuiging een goed werk te bevorderen, bin nen liet. Toen de gravin deze niet verwachte be zoekster gewaar werd, keerde zij haar gelaat af.; de zuster was echter nog heviger ver rast. Opeens vielen de beide vrouwen, als door dezelfde gedachte aangedreven, in elkanders armen. Duizend vragen, duizend herinneringen, weerspiegelden zich in haar wederzijdsche blikken. Zuster Angelica voor al was geheel en al verrukking. Er was een licht voor haar opgegaan, zóó helder, zóó stralend, als alleen een ziel het zien kan en verdragen, die in de hoogste daden der christelijke naastenliefde geen vreemdelinge is. Met één oogopslag doorgrondde zij het geheim van deze dame der groote wereld. In de gravin herkende zij de weduwe, de arme bedelares m lompen, die nooit sprak, die iederen morgen in den kring der andere bedelaar aan de kloosterpoort verscheen. Deze thans zoo schitterende edelvrouw hulde zich des morgens in 't gewaad der armen, om daardoor toegang tot hen te heb ben, de ellenden van nabij te kunnen bespie den, de geheimen en slechts fluisterend uitgesproken verlangens en behoeften der misdeelden te achterhalen en grondig te leeren kennen. Deze heldhaftige vrouw, gravin Marie, overleed op gevorderden leeftijd, in 1885. Tijdens haar leven bewaarden zuster Ange lica en de vertrouwden barer groote mild dadigheid een stipt zwijgen over hare rol als bedelares. Eerst na het zalig afsterven der gravin meenden zij gerechtigd te zijn, ter eere van God en tot stichting van den evenmensch, haar zwijgen te mogen ver breken. aar het Engelsch door J. Scheepens 3 tv VreF !l?e gasten, die oogenschijnlijk beiden sjw^tolijigen waren, zaten nog In druk ge- reM gewikkeld °ver een onderwerp, dat hen Zij onder 't diner had bezig gehouden elnctodden plaat* genomen heel aan het doo'6,1!51" dubbele kamer, daar waar men klei,- 1 °Per' venster uitzicht had op een üfto tuin. er b,j todoei dlc twee daar! voegde Mallory staarJ' loen Lady Murray haar gasten aan torst^6 met 'n paar oogen, alsof zy de niet had begrepen. Schriiv' u bedoelt Richard Grove, den Urie naasi mijn kleine nicht Caro- of Carina zooals wy haar altyd carina Ramsden. ^liory zag andermaal naar het in drukwekkende, gryze hoofd, dat zich scherp afteekende tegen den grijzen achtergrond van den tuin, waar, als onwillig, de scheme ring langzaam begon te vallen. Er was Iets monumentaals in Grove, zoo dacht Mallory; iets, waarvan deze zich on- getwyfed bewust was, wyi hy zoo zonder ling gekleed ging; een eigenschap welke men meestal waarneemt by buitengewoon ryke of buitengewoon gevierde mannen. Toch gevoelde Mallory er zich niet door aangetrokken, want- zijn oppervlakkige cri- tiek veroordeelde onmiddeliyk zoowel den zoigelooze als den zonderling. En hy vond het vervelend, voornameiyk om het aardige jonge meisje zelf, hem eveneens volko men vreemd die onverschillig scheen voor de gebreken van haar tafelbuur, met wien zy zich nog steeds vol levendigen ernst onderhield. Ik vraag mezelf af, waarom die schry vers zich altyd zoc opzichtig kleeden, ging Mallory voort. De jongeren doen het niet, zei Lady Murray. Maar Richard Grove behoort nog tot de oi'de school en denkt niet aan zyn kleeding. Hy zou verbazend verwonderd op zien, als iemand hem kwam vertellen dat hy ouderwetsch gekleed was. Maar wan neer Iemand als Grove zoo tets doet, komt het er ook niet zoo op aan". Over het vrien delijke gelaat van Lady Murray verspreidde zich een glimlach. Richard Grove scheen volkomen onschul dig een prikkelenden indruk op Jlm Mallory te hebben gemaakt, en zy vroeg zich af, waarom. Zij was een flinke vrouw van byne zestig jaren, tien jaren ouder dan haar eenige broeder Alfred Ramsden, die stierf toen zyn beide dochters dertien en zes jaar oud wa ren. Haar grijze haren werden langzaamaan wit, en zij had donkere, geheimzinnige oogen, ofschoon zy slechts byziende was. Haar rechte gestalte, haar schoon gevorm de handen en voeten, maakten een nog jeugdigen Indruk. En uw kleine nicht, weet zy dat hy een klassiek schryver is? vroeg Mallory, en in zyn stem klonk lichte spot. Zeker u moet weten, zy schryft zelf ook. Ik zal u haar geschiedenis eens 'n an deren keer vertellendroevigt Is een wonderiyke persooniykheid. Ik moet u aan haar voorstellen, Jim. Ja, doe dat, sprak hy. Ik wil kennis met haar maken. Ik geloof dat het een aardig meisje is. Haar gelaat herinnert aan die vrouwen, die men soms ziet afge beeld op een of ander oud Florentynscli schilderstuk. Een page geen meisje. Lady Murray was eenigszlns verwonderd. Deze woorden had zy van Jim Mallory niet verwacht, en zij bewezen haar dat zyn be langstelling voor Carina was gewekt, zy stond op en hij volgde haar levendig door de kamer. Grove en mejuffrouw Ramsden stonden onmiddeliyk op, en terwyi de voor stelling plaats had, trok Richard zich in *n anderen hoek der kamer terug, en bleef daar alleen staan, droomerig starend naar de kleine scène vóór hem. Carina, liefste. Mynheer Mallory, zei Lady Murray. Carina? Een lieve naam. die voor haar goed gekozen scheen. Het had Mallory even verschrikt op doen zien te hooren dat zy schreef; hy was zelf ouderwetsch genoeg om bevooroordeeld te zyn tegenover vrouwen die „iets deden," behalve wanneer daarvoor 'n nationale reden was, zooals byvoorbeeld ty- dens den oorlog. Lady Murray vertelt my, dat u schryft, zei Mallory, terwyi hy plaats nam in den zooeven door Richard Grove verlaten stoel. Mallory was een man van veertig jaren, groot, krachtig gebouwd, met donkere oogen en zwart haar, dat reeds grysde aan de sla pen. Zijn gelaat had de kleur van iemand die gewoon is veel bulten te verbiyven. zyn bezigheden wisselden dan ook af met de sportieve vermaken van het seizoen. Hy ging op jacht, speelde golf en lawn-tennis, en was van alle deze sporten een volbloed liefhebber. Dat Is zoo, antwoordde Carina. Ten minste, ik heb enkele boeken geschreven en hoop spoedig weer te beginnen. Maar myn heer Grove wil dat ik wat rust zal nemen. Niet te lang, begrypt u, maar voor eenigen tyd. Een vreemd, onbegrijpelijk gevoel van Ja- loerschheld kwelde hem. Welk recht, had deze ongewone, slordige man, om dit be- minneiyke meisje, dat naast hem zat, te bevelen, en dat nog wel met zulk een in timiteit? Welk soort boeken schryft ge? vorschte hy, zyn knie omvattend en haar aanziende met zyn scherpzinnige, mooie oogen. Romans, was het lakonieke antwoord. Ik heb nog zeer weinig romans gele zen, merkte Mallory op. zy glimlachte, en die glimlach scheen haar heele gelaat te verlichten, dat tot dan zoo ernstig en zoo bleek was geweest. Dat zegt nu byna iedereen, ziet u. Maar de menschen moeten ze toch lezen, want hoe zouden wy schryvers, anders kun nen bestaan? Hy voelde den spot in haar glimlach. Misschien lezen vrouwen meer dan mannen. Geen vrouw zal dat ooit willen erken nen; zei miss Ramsden. Maar voor uw eigen bestwil hoop ik toch, dat u enkele romans van Richard Grove gelezen hebt. Neen, ik geloof niet, dat lk vóór heden avond ooit zyn naam heb gehoord. Maar zyn die zoo bewonderenswaardig? Inderdaad. Hy heeft zyn groot succes ten volle verdiend meer kan ik niet zeg gen. Haar vreemde oogen gloeiden; zy wierp een blik op Richard Grove, die daar nog steeds in een hoek zat, onbeweegiyk stil, in gedachten verzonken. Het is een vriend van u? waagde hU te zeggen. Ja, en een vriend van mUn vader. Mallory zweeg. Hy had geen ondervinding van letterkundigen of kunstenaars, en de algemeene opinie, welke hy er over nafl was, dat het een gevaariyk experiment stoppen of hen op "n paard te zetten. En het stoppen of op een paard te zetten. En bet verwonderde hem eenigszlns, dat mejuf frouw Ramsden, een nicht van Lady Mur ray, voor haar omgeving iemand van be tee kenis, behoorde tot het groote leger van schryvers. Hy verbleef weinig ln Londen, en woonde te Linfold zyn landgoed in Sussex minstens elf maanden in het jaar. zyn jaariyksch bezoek aan Londen viel on- veranderiyk samen met de groote cricket- wedstryden. Zyn eenige zoon studeerde thans te Eton, en dit feit gaf eenige uitbreiding aan den duur van zyn jaariyksch uitstapje. Peter Mallory was nu veertien, een aardige, spars- lievende jongen. Mallory's vrouw was over leden, en deze jongen was zyn eenig kind. waarop hy buitengewoon trotsch was. En opeens kwam by hem de vreemde wenach op, dat Miss Ramsden eens kennis zou ma ken met zyn zoon Peter. fWordt vervólgd.?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 7