HET
VAN DE
BE GRAP J ASHARLEKIJN
n
lyETOM
LANGS
DONKERE PADEN
OVER NEONLICHT EN NEÖNBUIZEN
Lichtende lijnen langs donkere gevels
Harlekijns avontuur met den Toekan
DE GEHEIMZIN
NIGE BEDELARES
Nlfifa!
Klachten over de bezorging
Relieve men te
richten tot de Directie.
N
Het beeld van de moderne stad bij avond
erschilt wel veei van dat van vroeger jaren,
oen was met het vallen van de duisternis
stadsleven teneinde, terwijl tegenwoordig
'tost bij avond veel menschen op straat zijn
to op de djwegen de trams en auto's even
•«rijk zijn als overdag.
Het is dan ook niet te verwonderen, dat
tok des avonds de reclame niet stilstaat
e'' als het donker wordt overal de licht-
aovertenties beginnen te gloeien dat overal
e winkelier, de zakenman, der restaurant-
«zitter door middel van het licht de aan
tocht van het pubhek op zijn zaak of op zijn
Producten tracht te vestigen en op deze
*"ize mededeelingen doet over de hoedanig-
eden en bijzonderheden, die deze kenmer
ken. Overal ziet men dan ook lichtbakken
vto zeer verschillende grootte en vorm, maar
toe met hetzelfde doel reclame te maken.
Nu jaj één lichtbak in een overigens vrij
tokere straat ongetwijfeld aller aandacht
rekken. In een helder verlichte winkel-
^raat echter, waai bovendien vele zaken
an lichtbakken gebruik maken, is de kans
Stoot, dat het pubhek zonder meer eraan
v°orbijloopt.
Zal een reclame doeltreffend zijn, dan moet
iets eigens hebben, iets persoonlijks,
de aandacht trekt en vasthoudt. Een
loede lichtreclame zal zich daarom moeten
toderscheiden van andere, zal in het oog
•toeten spnngen en daardoor het pubhek
s het ware dwingen, zijn aandacht er op te
vestigen.
In de laatste jaren is een vorm van licht-
•eclame naar voren gekomen, die ongetwijfeld
*to groote toekomst heeft, juist door haar
'izondere eigenschappen, die haar stempelen
een reclamemiddeJ van den eersten rang.
j™ij bedoelen hier de lichtreclame, die tegen-
°°rdig bekend is onder den algemeenen
toam van neonlicht en die als lichtlijnen en
tohtletters van opvallenden vorm en kleur
tomiddeilijk de belangstelling van eiken
toschouwei opwekt
Neonlicht is evenals de draadleoze tele-
STatie en telefonie voortgekomen uit weten
schappelijk onderzoekingen en laboratorium-
Proeven, waarbij aan de technische toepassing
n°S met werd gedacht en zeker met werd
glaskegel wordt op de glazen schijf
vastgekleefd
vtorzien. welk een gebruik de industrie nog
eeto van de resultaten zou maken.
Weer dan een halve eeuw geleden, nog
tordat Edison er in was geslaagd een bruik-
ba
doorgang van den electrischen stroom door
een buis, die met een verdund gas is gevuld,
bij een bepaalden graad van verdunning
het gas in de buis doet lichten. Het bleek
verder, dat het verschijnsel hetzelfde bleef
als men een buis nam, die in allerlei grillige
vormen was gebogen (z.g. Geisslersche bui
zen).
Verdere onderzoekingen leerden, dat de
kleur van het lichtende gas afhing van den
aard van het gas. Zoo geeft b.v, verdunde
kwikdamp een blauw, verdund neongas
een fraai oranjerood schijnsel.
Het schijnsel der lichtende gassen is van
een geheel anderen aard dan het door een
gewone gloeilamp uitgestraalde licht. Terwijl
een gloeilamp een temperatuur Water is,
die behalve licht ook veel warmte produceert,
is het lichtende gas een tuminescentiestraler,
die koud licht geeft.
Het feit, dat het lichtverschijnsel niet
afhankelijk is van den vorm van de buis,
daar de hierin plaats vindende electrische
ontlading blijkbaar alle krommingen van
de buis volgt, is de oorzaak van de vele toe
passingsmogelijkheden van het neonlicht.
Men is erdoor in de gelegenheid lichtende
teksten en aankondigingen als het ware
te schrijven, alle mogelijke figuren te vormen
met lichtende lijnen. Verder trekt een neon
lichtreclame door zijn opvallende kleur on
middellijk de aandacht en bovendien is het
doordringingsvermogen van de uitgezonden
lichtstralen zeer groot. Zelfs bij sterk mistig
weer is een neon-lichtletter nog goed zicht
baar.
Hoe de buizen worden gemaakt
Als voorbeeld voor de vervaardiging der
neonbuizen nemen wij de fabricage ervan
in de Philips fabrieken te Eindhoven. Hier
worden de buizen geheel in eigen bedrijf
vervaardigd. Dit heeft het groote voordeel,
dat de opeenvolgende tasen der fabricage
voortdurend kunnen worden gecontroleerd
en verder dat men met meer afhankelijk is
van de hoedanigheid der van buiten betrokken
ruwe grondstoffen en half-fabrikaten. Na
tuurlijk kan hierdoor het eindproduct aan
zeer hooge eischen voldoen en het is daarom
niet te verwonderen dat „Philips.,Neon"
over de heele wereld een zeer goeden naam
heeft.
De benoodigde glazen buizen worden in de
Glasfabriek te Eindhoven gemaakt.
In de mengkamer worden de grondstoffen
voor het glas (in hoofdzaak zand. soda, pot-
asch en menie) benevens eenige andere
chemicaliën voor het zuiveren en het ont
kleuren van het glas gezeefd, afgewogen en
gemengd. Aan dit mengsel wordt nog onge
veer 30 pCt afvalglas'scherven enz toegevoegd
en het geheel dan des avonds na afloop van
den werktijd in de potten van de smeltovens
gestort en gedurende den nacht gesmolten.
Na ongeveer 12 uur is het gesmolten mengsel
helder geworden en is hiermede het smelt-
proces beëindigd.
De sroeltpotten worden in eigen bedrijf
met de hand vervaardigd. Hiervoor gebruikt
men een bijzonder soort pijpaarde, die tot
poeder wordt gemalen en met een soort vette
klei wordt vermengd. De klei wordt met de
voeten gekneed. Het kneden kan niet langs
machinalen weg geschieden, omdat een ma
chine kleine onzuiverheden in de klei niet
zoo voelen kan als een arbeider met zijn
voeten. Nadat de potten gevormd zijn, moe
ten zij worden gedroogd; dit kost veel tijd,
omdat het drogen langs den natuurlijken
weg moet geschieden en niet kunstmatig
mag worden versneld. Daardoor duurt het
droogproces 5 tot 6 maanden en dientenge.
volge moet ed steeds een groot aantal potten
in voorraad zijn om voortdurend de behoef
te te kunnen dekken. De levensduur van de
een pot zes weken in den oven, een z.g.
gesloten pot iets langer. Na het gebruik
worden de potten van het er aan vastgesmolten
glas ontdaan en daarna weer gebruikt als
ruwe grondstof voor nieuwe potten.
De vuurvaste potten worden in de smelt
ovens opgesteld, die met generatorgas, steen
kolen of ruwe olie worden gestookt. Rondom
deze ovens, waarin de glasblazers des morgens
dus het gesmolten glas klaar vinden, bevindt
zich een soort podium, waarop de arbeiders
plaats nemen.
toestand overgaan. Hierdoor gelukt het de
gassen van elkaar te scheiden.
Als de gassen zijn vrijgemaakt worden zij
naar reservoirs geleid. Het transport naar de
verschillende afdeelingen, waarin zij noodig
zijn. geschiedt door buisleidingen of onder
hoogen druk in stalen tlesschen.
De neonlichtbuizen worden gevuld met
neon onder geringen druk. De kleur van het
lichtend neongas is oranje-rood. Om een
blauwe kleur te krijgen wordt kwikdamp
in de buis gebracht. Voor de kleuren groen
I>* buistrekker aan het werk
Het trekken van de buizen
De glasblazer neemt uit den smeltpot met
behulp van een pijp een kleine hoeveelheid
glas en walst deze op een gladde metalen
plaat uit tot een z.g. „post", waardoor het
vloeibare glas den vorm van een kegel aan
neemt. Met dezen post wordt nog eenige
malen glas uit den smeltpot genomen, waar
bij afwisselend wordt uitgewalst en in de
blaaspijp wordt geblazen. Het glas heeft
nu den vorm gekregen van een holle kegel,
waaruit straks de buis zal worden getrokken.
In den tusschentijd heeft de helper van den
glasblazer aan het eind van een korte buis
uit een kleine hoeveelheid vloeibaar glas een
schijf gevormd. De hierboven geschreven
glazen kegel wordt nu voor de laatste maal
goed verhit en dan met de basis op de schijf
vastgekleefd.
De trekker en zijn helper gaan nu snel naai
de trekbaan hier verwijderen zij zich van
elkaar waardoor de post tot een lange buis
wordt uitgetrokken. De getrokken buis wordt
daarna langs machinalen weg op bepaalde
lengten gesneden en daarna in eensorteer-
machine gesorteerd.
De voor neonlichtreclame bestemde buizen
worden in de neonafdeeling door ervaren
glasblazers in den gewenschten vorm ge
bogen. Op deze wijze kunnen alle mogelijke
letters en figuren worden gemaakt
De edelgasfabriek;
Het voor de vulling der buizen benoodigde
neongas wordt verkregen in de Edelgas-
fabriek, eveneens te Eindhoven.
Het neon wordt h'er afgezonderduit de
atmosferische lucht, waarvan het een klein
bestanddeel uitmaakt. Behalve het neon
wint de Edelgasfabriek ook stikstof, zuurstof,
argon en helium, welke evenals het neon door
gefractionneerde destillatie van vloeibare
lucht worden verkregen. Verder worden nog
waterstof en tevens vloeibare zuurstof en
stikstof gemaakt.
De lucht wordt eerst gezuiverd in torens,
waarin kaliloog naar beneden stroomt, dat
het koolzuur uit de lucht verwijdert. De ge
zuiverde lucht wordt daarna samengeperst
tot een druk van 150 atmosferen, gedroogd
en nogmaals gezuiverd. Hierna vindt een
afkoeling plaats tot 103 graden Celsius en
dan vindt ontspanning plaats in een destil-
leer-apparaat, waarbij de lucht nog verder
afkoelt.
De verschillende gassen die de lucht bevat
hebben alle een verschillend kookpunt,
re electrische gloeilamp te vervaardigen. r „1
to men er reeds van op de hoogte, dat de I potten is maar zeer kort; gewoonlijk staat waardoot zij na elkander in den
„Daar Is landorie de groote Toe
kan. die uit den koninklijken dierentuin
ontvlucht is!" rieD Harlekijn, toen hij
S "to reuzen vogel in den viiver zag lig-
een.
..Ik zal eens zien. of ik. door op
m'n mandoline te spelen, hem in den
viiver kan houden, totdat liet water be
vroren is." dacht Harlekijn. ..dan kan ik
hem vangen."
Maar de oude Toekan was veel te
slim om zich te laten bedotten. Toen
het water bevroren was. vloog hij weg
met vüver en al.
..Helaas!" jammerde Harlekun; „nu zün
we onzen vijver kwiit!"
en geel moet het glas van de buizen van
bijzondere samenstelling zijn. De hiervoor
noodige chemicaliën worden in de glas
fabriek bij het mengen van de grondstoffen
toegevoegd.
Toepassing van het neonlicht
Tot nu toe is het belangrijkste toepassings
gebied van het neonlicht de lichtreclame.
Over het gebruik van de electrische ontlading
door verdunde gassen als middel van ver
lichting kan men op het oogenblik nog weinig
zeggen.
Voor lichtreclame is het neonlicht bijzonder
geschikt. In het begin van dit artikel noemden
wij reeds eenige eigenschappen van het
neonlicht de opvallende kleur, de goede
zichtbaarheid, ook bij mistig weer en verder
de mogelijkheid om de buizen in iederen
gewenschten vorm te vervaardigen.
Laatstgenoemde eigenschap, in het bijzon
der is van groot belang. De reclamewaarde
van tegen den gevel of op het dak aange
brachte lichtende figuren fabrieks- en handels
merken, teksten, slagwoorden enz. is zeer
groot.
De voor deze neon-installaties noodige
hooge spanning wordt verkregen door middel
van een transformator op het electridteits-
net, indien dit, zooals meestal het geval is.
wisselstroom levert. In geval van een gelijk-
stroomnet moet een omvormer worden toe
gepast.
De neoninstallaties kunnen steeds op be
stelling worden geleverd, waarbij de buizen
dan volgens teekemng worden geblazen.
Teneinde echter de toepassing van een neon-
tichtreclame in ruimen kring mogelijk te
maken, hebben de Philips fabrieken het sy
steem der z.g. „standaard"-neonletters in
gevoerd. Deze standaardletters worden ver
vaardigd in twee grootten, resp. van 15 c.m.
en 25 c.m. hoogte. Zij zijn bevestigd opeen
metalen plaat, welke op eenvoudige wijze in
eeen speciale letterkast kan worden geplaatst.
Op deze wijze kan iedere willekeurige tekst
in een oogwenk worden samengesteld. Deze
standaardletters zijn in het bijzonder van
waarde voor zulke zaken welke steeds wisse
lende aankondigingen of reclameteksten noo
dig hebben en de hiervoor benoodigde neon
letters thans kunnen huren. De transformator
bevindt zich hierbij in de letterkast, waarin
ook de standaardletters worden bevestigd.
De kast met letters wordt op een daarvoor
geschikte plaats, buiten tegen den gevel
of ook in de etalage of in de verkoopruimte
opgehangen.
Soms echter ontmoet de toepassing van
de standaardletters in een kast moeilijkheden
het kan zijn dat de aanwezigheid van de kast
buiten tegen den gevel het uiterlijk van het
gebouw bederft, het kan ook zijn dat bet
aanbrengen van een kast op de daarvoor
meest gewenschte plaats bezwaren oplevert.
Om hier aan de bezwaren tegemoet te komen
hebben de Philips fabrieken nog een ander
soort standaardletters uitgebracht, de
„Standaard-reliefletters".
Deze bestaan uit een koperen reliefletter,
waarvan de kern gevormd wordt door een
neonbuis. De letters worden op een grond-
plaat vastgeschroefd en deze plaat wordt
dan aan den gevel bevestigd. De relief-
letters zijn verkrijgbaar in vrijwel alle ge
wenschte tinten, zoodat op iederen onder
grond een harmonisch geheel kan worden
verkregen. De hoogte van de standaard-
reliefletters is 42 c.m. Het gebruik van
standaard-reliefletters geeft zoowel des avonds
wanneer het neonlicht brandt, als overdag
een werkzame reclame.
Gezien de bijzondere reclame-eigenschap
pen van het neonlicht en dank zij het systeem
van de veiwisselbare standaardletters zal
de toepassing van neonlicht voor rec.ame-
doeleinden in de toekomst ongetwijfeld een
groote vlucht nemen.
Het was in 't jaar 1832. De cholera teisterde
Frankrijk. Angst en vrees bebeerschten bij
na alle gemoederen. Men vluchtte van z'n
ouders, van z'n vrienden en bloedverwanten
weg. De moed der sterksten was gebroken.
Bijna onafgebroken zag men lijken voorbij
voeren. Men telde de dooden niet meer,
de klokken werden niet meer voor hen geluid,
een doffe stilte lag over de wufte wereldstad
Parijs.
Priesters en liefdezusters waren dag en
nacht in beweging. Lange rijen van armen
doorkruisten de straten en belegerden de
gastvrije poorten der kloosters. Men zag
vele vrouwen, die zich tot nu toe in haar
huishouding hadden kunnen helpen en nu
voor de eerste maal tot bedelen haar toe
vlucht moesten nemen.
Onder deze bedelaressen bevond zich een
vrouw, die een'versleten hoed droeg, waar
van een oude sluier afhing. Ze droeg ver
schoten, gelapte handschoenen en een om
slagdoek die betere dagen had gekend, maar
thans vol vlekken zat. Deze altijd zwijgende
vrouw nam aan wat men haar gaf, doch
verlangde nooit iets. Zij maakte bijna altijd
deel uit van de bedelende groep, ging aan
alle deuren, nam iedere gift, maar ook iedere
weigering zwijgend aan.
De zusters noch de andere behoeftigen
konden het geheim harer armoede door
gronden. Haar woning kende men niet.
Men wist niet uit welke wijk ze kwam,
doch haar gereserveerd, zedig, bijna deftig
optreden deed haar noodzakelijk in 't oog
vallen. Men fluisterde dat ze weduwe was,
dat ze tot den deftigen stand behoorde, maar
arm geworden was.
Onder de zusters, die met de verzorging
der armen waren belast, had ééne vooral
de weduwe opgemerkt. Zuster Angelica's
blikken hadden den dichten sluier doorboord,
die het aangezicht der „weduwe" verborg;
ze had gezien dat deze nog iong was.
De zuster had haar aangesproken, doch
slechts weinige, onbeduidende antwoorden
bekomen en daar zij geloofde, deze beschei
denheid te moeten eerbiedigen, had zij
verderen aandrang nagelaten. Ze verloor
de weduwe echter niet uit het oog en als
ze haar niet onder haar armen ontdekte,
werd ze ongerust en zocht ze vlijtig. Allengs-
kens had zuster Angelica haar hart geheel
aan deze arme onbekende gehecht. Het was
haar voorgekomen, alsof de vrouw op zekeren
dag haar liefdevollen blik op vriendelijke
teedere wijze had beantwoord en alsof er
sedert tusschen haar beiden een bijzondere
vriendschapsband bestond.
Iederen morgen werd er tusschen de
zuster en de „weduwe" om zoo te zeggen
een gesprek met de oogen gevoerd, en wan
neer de religieuze aan de bedelares hare gift
uitreikte, ging de aalmoes van een teederen,
bijna liefderijken blik vergezeld.
In dien tijd woonde er in de „rue de
Lille" in een prettig hótel een jonge vrouw,
die eerst kortelings was gehuwd. We zullen
haar gravin Marie noemen, want Maria
was inderdaad haar doopnaam. De schrik
die in Parijs heerschte, scheen haar in 't
geheel niet getroffen te hebben. Ze ver
dubbelde haar bezoeken, zond onophoudelijk
uitnoodigingen rond en ontving bijna dage
lijks de Parijsche beau monde in haar paleis.
Schoon was zij niet, maar d'r geest en lief
talligheid, haar uitgebreide kennis, boeiden
en verrukten iedereen.
Ze wendde allerlei middelen van beleefd
heid en overreding aan, om dezen talrijken
vriendenkring om zich heen te verzamelen.
Het was een triomf voor haar, zoo vaak het
haar gelukte iemand te verhinderen uit Parijs
te gaan. Gastmalen, speeltochten, concerten,
letterkundige soireés, wisselden bestendig
met elkaar af. Haar echtgenoot keurde on
voorwaardelijk haar plannen goed.
Bij dit druk en luidruchtig leven vergat de
jeugdige gravin de armen niet. Zij had een
vertrouwd persoon met het uitdeelen van
rijke aalmoezen belast, maar wilde onder geen
voorwendsel zelf bedelaressen ontvangen,
noch iemand, wie dan ook, die hulp kwam
vragen. Zij wilde den armen rijkelijk geven,
maar ze zelf niet ontvangen. Dit alles richtte
zij naar eigen goeddunken in. De vertrouwde
persoon ontving een door haar eigenhandig
geschreven lijst. Hier was hout, daar brood
noodig. Sommigen bezorgde zij een ge
neesheer niet zelden voegde ze bij het
noodzakelijke nog speelgoed, prentjes en
bonbons. Vaak ging zij ook zelf, wanneer de
lichamelijke aalmoes alleen niet toereikend
was, maar ook de ziel toespraak, troost en
opwekking noodig had.
Zij verscheen bij de zieken met al de lief
talligheid van haar edele gezindheid en
liefdevol hartmet lichten tred schreed ze
door de gangen der hospitalen, waar de
slachtoffers der cholera op het ziekbed
voor de meesten hunner hun doodsbed
waren geworpen.
Tegen vier uur vonden de gasten in haar
hótel haar reeds in toilet, vol geest, lief
tallig, opgeruimd, maar ook soms in een
ernstige stemming. Haar gelaat droeg inder
daad den stempel eener geheel eigenaardige
opgeruimdheid en tevredenheid, die alleen
uit een ernstig plichtbesef kan voortkomen.
Er zijn vrouwen bij wien de blijmoedigheid
een groote deugd is. Zij nemen haar op en
bewaren haar als een ernstige levenstaak,
zoo noodzakelijk voor haar als het dagelijksch
brood. Zal deze blijmoedigheid echter een
christelijke deugd heeten, dan moet zij
even oprecht in haar wezen als zuiver in haar
bedoelingen zijn. In de nabijheid van gravin
Marie vond men moed en kracht.
Op zekeren dag werd zuster Angelica
door haar overste belast, om ter wille der
steeds aangroeiende noodlijdenden een be
roep te gaan doen op den weldadigheidszin
der rijken.
De vrijgevigheid der jonge gravin was
haar bekend, ofschoon zij haar nooit per
soonlijk gezien of gesproken had. Geen
wonder dat het gravelijk hótel in de „rue de
Lille" ook thans een der eersten was, aan
welks poort zij aanklopte. De meesteres
des huizes liet haar door den kamerbediende
een rijke aalmoes brengen en verontschul
digde zich, dat zij door bezoek verhinderd
was, deze persoonlijk te komen overhandigen.
Maar de christelijke liefde geeft moed. zij
kent geen vrees en leert de wereld trotseeren.
Zuster Angelica liet zich niet afwijzen. Zij
hoopte bij het voorname gezelschap, dat
rondom de gravin vereemgd was, ook nog
een oogst voor haar armen te verzamelen.
De zuster drong dan zoo lang bij den bedien
de aan, dat deze toegaf, en haar, in de over
tuiging een goed werk te bevorderen, bin
nen liet.
Toen de gravin deze niet verwachte be
zoekster gewaar werd, keerde zij haar gelaat
af.; de zuster was echter nog heviger ver
rast. Opeens vielen de beide vrouwen, als
door dezelfde gedachte aangedreven, in
elkanders armen. Duizend vragen, duizend
herinneringen, weerspiegelden zich in haar
wederzijdsche blikken. Zuster Angelica voor
al was geheel en al verrukking. Er was een
licht voor haar opgegaan, zóó helder, zóó
stralend, als alleen een ziel het zien kan en
verdragen, die in de hoogste daden der
christelijke naastenliefde geen vreemdelinge
is.
Met één oogopslag doorgrondde zij het
geheim van deze dame der groote wereld.
In de gravin herkende zij de weduwe, de
arme bedelares m lompen, die nooit sprak,
die iederen morgen in den kring der andere
bedelaar aan de kloosterpoort verscheen.
Deze thans zoo schitterende edelvrouw
hulde zich des morgens in 't gewaad der
armen, om daardoor toegang tot hen te heb
ben, de ellenden van nabij te kunnen bespie
den, de geheimen en slechts fluisterend
uitgesproken verlangens en behoeften der
misdeelden te achterhalen en grondig te
leeren kennen.
Deze heldhaftige vrouw, gravin Marie,
overleed op gevorderden leeftijd, in 1885.
Tijdens haar leven bewaarden zuster Ange
lica en de vertrouwden barer groote mild
dadigheid een stipt zwijgen over hare rol
als bedelares. Eerst na het zalig afsterven
der gravin meenden zij gerechtigd te zijn,
ter eere van God en tot stichting van den
evenmensch, haar zwijgen te mogen ver
breken.
aar het Engelsch door J. Scheepens
3
tv
VreF !l?e gasten, die oogenschijnlijk beiden
sjw^tolijigen waren, zaten nog In druk ge-
reM gewikkeld °ver een onderwerp, dat hen
Zij onder 't diner had bezig gehouden
elnctodden plaat* genomen heel aan het
doo'6,1!51" dubbele kamer, daar waar men
klei,- 1 °Per' venster uitzicht had op een
üfto tuin.
er b,j todoei dlc twee daar! voegde Mallory
staarJ' loen Lady Murray haar gasten aan
torst^6 met 'n paar oogen, alsof zy de
niet had begrepen.
Schriiv' u bedoelt Richard Grove, den
Urie naasi mijn kleine nicht Caro-
of Carina zooals wy haar altyd
carina Ramsden.
^liory zag andermaal naar het in
drukwekkende, gryze hoofd, dat zich scherp
afteekende tegen den grijzen achtergrond
van den tuin, waar, als onwillig, de scheme
ring langzaam begon te vallen.
Er was Iets monumentaals in Grove, zoo
dacht Mallory; iets, waarvan deze zich on-
getwyfed bewust was, wyi hy zoo zonder
ling gekleed ging; een eigenschap welke men
meestal waarneemt by buitengewoon ryke of
buitengewoon gevierde mannen.
Toch gevoelde Mallory er zich niet door
aangetrokken, want- zijn oppervlakkige cri-
tiek veroordeelde onmiddeliyk zoowel den
zoigelooze als den zonderling. En hy vond
het vervelend, voornameiyk om het aardige
jonge meisje zelf, hem eveneens volko
men vreemd die onverschillig scheen voor
de gebreken van haar tafelbuur, met wien
zy zich nog steeds vol levendigen ernst
onderhield.
Ik vraag mezelf af, waarom die schry
vers zich altyd zoc opzichtig kleeden, ging
Mallory voort.
De jongeren doen het niet, zei Lady
Murray. Maar Richard Grove behoort nog
tot de oi'de school en denkt niet aan zyn
kleeding. Hy zou verbazend verwonderd op
zien, als iemand hem kwam vertellen dat
hy ouderwetsch gekleed was. Maar wan
neer Iemand als Grove zoo tets doet, komt
het er ook niet zoo op aan". Over het vrien
delijke gelaat van Lady Murray verspreidde
zich een glimlach.
Richard Grove scheen volkomen onschul
dig een prikkelenden indruk op Jlm Mallory
te hebben gemaakt, en zy vroeg zich af,
waarom.
Zij was een flinke vrouw van byne zestig
jaren, tien jaren ouder dan haar eenige
broeder Alfred Ramsden, die stierf toen zyn
beide dochters dertien en zes jaar oud wa
ren. Haar grijze haren werden langzaamaan
wit, en zij had donkere, geheimzinnige
oogen, ofschoon zy slechts byziende was.
Haar rechte gestalte, haar schoon gevorm
de handen en voeten, maakten een nog
jeugdigen Indruk.
En uw kleine nicht, weet zy dat
hy een klassiek schryver is? vroeg Mallory,
en in zyn stem klonk lichte spot.
Zeker u moet weten, zy schryft zelf
ook. Ik zal u haar geschiedenis eens 'n an
deren keer vertellendroevigt Is
een wonderiyke persooniykheid. Ik moet u
aan haar voorstellen, Jim.
Ja, doe dat, sprak hy. Ik wil kennis
met haar maken. Ik geloof dat het een
aardig meisje is. Haar gelaat herinnert
aan die vrouwen, die men soms ziet afge
beeld op een of ander oud Florentynscli
schilderstuk. Een page geen meisje.
Lady Murray was eenigszlns verwonderd.
Deze woorden had zy van Jim Mallory niet
verwacht, en zij bewezen haar dat zyn be
langstelling voor Carina was gewekt, zy
stond op en hij volgde haar levendig door
de kamer. Grove en mejuffrouw Ramsden
stonden onmiddeliyk op, en terwyi de voor
stelling plaats had, trok Richard zich in *n
anderen hoek der kamer terug, en bleef daar
alleen staan, droomerig starend naar de
kleine scène vóór hem.
Carina, liefste. Mynheer Mallory, zei
Lady Murray.
Carina? Een lieve naam. die voor haar
goed gekozen scheen. Het had Mallory even
verschrikt op doen zien te hooren dat zy
schreef; hy was zelf ouderwetsch genoeg om
bevooroordeeld te zyn tegenover vrouwen die
„iets deden," behalve wanneer daarvoor 'n
nationale reden was, zooals byvoorbeeld ty-
dens den oorlog.
Lady Murray vertelt my, dat u schryft,
zei Mallory, terwyi hy plaats nam in den
zooeven door Richard Grove verlaten stoel.
Mallory was een man van veertig jaren,
groot, krachtig gebouwd, met donkere oogen
en zwart haar, dat reeds grysde aan de sla
pen. Zijn gelaat had de kleur van iemand
die gewoon is veel bulten te verbiyven. zyn
bezigheden wisselden dan ook af met de
sportieve vermaken van het seizoen. Hy ging
op jacht, speelde golf en lawn-tennis, en
was van alle deze sporten een volbloed
liefhebber.
Dat Is zoo, antwoordde Carina. Ten
minste, ik heb enkele boeken geschreven en
hoop spoedig weer te beginnen. Maar myn
heer Grove wil dat ik wat rust zal nemen.
Niet te lang, begrypt u, maar voor eenigen
tyd.
Een vreemd, onbegrijpelijk gevoel van Ja-
loerschheld kwelde hem. Welk recht, had
deze ongewone, slordige man, om dit be-
minneiyke meisje, dat naast hem zat, te
bevelen, en dat nog wel met zulk een in
timiteit?
Welk soort boeken schryft ge? vorschte
hy, zyn knie omvattend en haar aanziende
met zyn scherpzinnige, mooie oogen.
Romans, was het lakonieke antwoord.
Ik heb nog zeer weinig romans gele
zen, merkte Mallory op.
zy glimlachte, en die glimlach scheen
haar heele gelaat te verlichten, dat tot dan
zoo ernstig en zoo bleek was geweest.
Dat zegt nu byna iedereen, ziet u.
Maar de menschen moeten ze toch lezen,
want hoe zouden wy schryvers, anders kun
nen bestaan?
Hy voelde den spot in haar glimlach.
Misschien lezen vrouwen meer dan
mannen.
Geen vrouw zal dat ooit willen erken
nen; zei miss Ramsden. Maar voor uw eigen
bestwil hoop ik toch, dat u enkele romans
van Richard Grove gelezen hebt.
Neen, ik geloof niet, dat lk vóór heden
avond ooit zyn naam heb gehoord. Maar
zyn die zoo bewonderenswaardig?
Inderdaad. Hy heeft zyn groot succes
ten volle verdiend meer kan ik niet zeg
gen. Haar vreemde oogen gloeiden; zy wierp
een blik op Richard Grove, die daar nog
steeds in een hoek zat, onbeweegiyk stil, in
gedachten verzonken.
Het is een vriend van u? waagde hU te
zeggen.
Ja, en een vriend van mUn vader.
Mallory zweeg. Hy had geen ondervinding
van letterkundigen of kunstenaars, en de
algemeene opinie, welke hy er over nafl
was, dat het een gevaariyk experiment
stoppen of hen op "n paard te zetten. En het
stoppen of op een paard te zetten. En bet
verwonderde hem eenigszlns, dat mejuf
frouw Ramsden, een nicht van Lady Mur
ray, voor haar omgeving iemand van be tee
kenis, behoorde tot het groote leger van
schryvers. Hy verbleef weinig ln Londen,
en woonde te Linfold zyn landgoed in
Sussex minstens elf maanden in het jaar.
zyn jaariyksch bezoek aan Londen viel on-
veranderiyk samen met de groote cricket-
wedstryden.
Zyn eenige zoon studeerde thans te Eton,
en dit feit gaf eenige uitbreiding aan den
duur van zyn jaariyksch uitstapje. Peter
Mallory was nu veertien, een aardige, spars-
lievende jongen. Mallory's vrouw was over
leden, en deze jongen was zyn eenig kind.
waarop hy buitengewoon trotsch was. En
opeens kwam by hem de vreemde wenach
op, dat Miss Ramsden eens kennis zou ma
ken met zyn zoon Peter.
fWordt vervólgd.?