NAAR HET LAND VAN OVERZEE tweede blad WAT IN TWEE MAANDEN VOOR DE BOEREN GEDAAN WERD DeKatholieke fractie voortdurend op de bres WOENSDAG 13 JANUARI 1932 BLADZIJDE 1 GEEN VERTOOG TOT CHINA EN JAPAN Nederlandsch Antwoord aan Amerika Het hooèe feest van Bethlehem WAAR „DE HERDERKENS LAGEN TE NACHTE" ONTWATERING VAN LIMBURG Beperking van bewapening Oprichting van een Waterschap? HET BOSSCHE CARNAVAL i>e crisis in de steenindustrie RECHTZAKEN EEN BRUTALE INBREKER Bestaan er verstandige gekken? STUDIEDAGEN VAN DEN BELGISCHEN BOERENBOND TENTOONSTELLING „ST. LUCAS" Stedelijk Museum Amsterdam Van de Grieksch-orthodoxe basiliek kwa men wij in een andere kerk, ik had haast gezegd in een Europeesche: de kerk der pa ters Franciscanen. Hier zullen de groote plechtigheden plaats hebben in dezen heili gen nacht. En van deze kerk komen wij door gangen vol brokkelingen van verval in het groote nieuwe hospitium, dat de paters hier gebouwd hebben en waar tweehonderd Pelgrims pl.-.ats vinden. Hier gebruiken wij °ns middagmaal; hier zullen we ook voor den avond samenzitten. Dan zijn er onge veer 150 pelgrims aanwezig. Maar het getal is geringer dan dat van andere jaren. Ook de menigte in de stad, van de omliggende Plaatsen gekomen, is veel geringer dan ooit te voren. De groote wereldcrisis heeft de vreemdelingen teruggehouden en de koude, het onzekere weer, hield de inheemsche be volking verre. Het is onbegrijpelijk voor ons, die een week lang reisden, hoe niet iedereen hier heenstroomt, die geboren werd in de schaduw dezer bergen. Zoo wordt de mensch zelfs ook met het allerhoogste en heiligste vertrouwd. Want zij waardeeren het moei lijkst bereikbare het meeste. Om half twee begint het feest, op den voordag vóór Kerstmis. De lucht is nu dun geworden, de wolken schaarscher, de zon zal het winnen. Maar er blaast een koude wind. Nu is het groote, langwerpig-smalle Plein met menschen gevuld. Op de platte daken der huizen stijgen de bewoners, kleu rig en druk, in hun bonte gewaden en het gewapper der witte sluiers. De Engelsche po litie heeft de „Union Jack" ontplooid, en de pausvlag wappert van de Franciscaan- sche terrassen. De groote lichtkandelaber, die het midden van het plein markeert en een toplanmp draagt in den vorm eener ster, staat te branden tot verhooging der feeste lijkheid. In groepen wemelt het volk, Euro peanen en Oriëntalen door elkander. De venters en marskramers schreeuwen om het hardst, en de vreemden trachten naar goede kijkplaatsen. Muziekkorpsen van geünifor meerde jongens treden aan, een koor van zangers stelt zich op. Daar beginnen de klok ken te luiden. Het gonzend geluid stijgt tot een biy ge roezemoes. Uit het héél kleine poortje der basiliek verschijnen rijen van bruine mon- hiken, van priesters en seminaristen in roket. Langs den weg dien zij gaan, zijn kin deren geschaard, weesjes en scholieren door nonnen geleid. De prociessie schrijdt voort, onder het gewapper van meerdere kerk- vanen. Daar springt een klein dapper paardje dit de hoofdstraat tusschen de menigte. In het zadel zit een gebaard priester. Hij draagt een kruis op hoogen standaard. En achter dezen middeleeuwschen ruiter volgt de auto van den hoogwaardigheidsbekleeder, die het leest komt meevieren: de bejaarde patriarch van Jerusalem. De eerbiedwaardige grijs aard in groot kardinaalsornaat. Zijn hand teekent het kruis over de menigte. De stoet keert terug naar de kerk, met den hoogen gast. Er klinkt gezang, gejuich, en de mu ziek der jeugdcorpsen speelt, terwijl de klok ken beieren. En alles perst door het kleine nauwe Poortje naar binnen. Je moet je haast in tweeën vouwen om er binnen te dringen. Het is het poortje der orthodoxen. Niets van het bestaande wordt hier gewijzigd. Alles blijft onveranderd. En ieder jaar buigt <te patriarch er het hoofd onder den lagen hoog, schrijdt hij met heel zijn stoet schuin door de kerk, die eerst veertien dagen later het Kerstfeest viert en deze plechtigheid Seen blik waardig keurt. Maar in het aan- Srenzend heiligdom, een arme kerk alisof ze ergens in Zuid-Italië stond, met tuin stoeltjes gemeubeld, weerklinkt het plech tig „Te Deum". De groote liturgische ceremonies zullen eerst dezen nacht plaats hebben. Zij begin- hen om half elf; zij duren tot half drie na middernacht. Intusschen zijn wij vrij om ons door het stadje te bewegen. Wij gaan küken in op- Setogenheid. Voor dezen eenen keer, dat wy In Bethlehem mogen toeven, willen wy alles zien en alles in ons opnemen, om voor het heele verdere leven een beeld te kunnen meedragen van dit oord, gezegend onder nlle steden en vlekken der aarde. Zullen wy nU naar „het veld der herders" gaan, dat een uur verder ligt in de diepte, halverwege öe vallei, naar het oosten afdalend? Maar de wegen zyn slecht! Het veld der Herders. Neen, wy zullen niet naar het veld der herders gaan. Het is vermoeiend en ver. Maar wij gaan naar het kerkhof van oethle- hem, en hiervandaan kunnen wy heel de Verte overzien, met den heuvel waar de Akker ligt, die even omhooghelt en als een middelpunt vormt in het prachtig pano rama. Gezicht op Bethlehem De bergen van Moab sluiten het vergezicht Zy ïyken niet verder weg dan een uur. zyn grauw-blauw; daarheen dalen de njnen van het land, kaneelbruin en geel, en Paarsig onder de schaduw der wolken, als ln een eindelooze daling van terrassen en gappen vergiydend. Daarboven woelt het blauw van den hemel open. Heel dit land schap is door het teere, zacht-zilvergroene b°ver der olijven overdonsd. Het ligt in Iteootsche verdieping, breed en prachtig, naar den hemel van het Oosten open. En plotseling schreeuwen wij het uit: de egenboog! Een stuk van de kleurige hemel- rng daalt over wolken en bergen af op het ann, juist over den akker der herders heen- 8ebogen En he(. is als zag ik den hemel CIf hier met een zichtbare hand de aarde anraken. Altyd ontroerend gezicht: want e,Ze. booS Is een teeken van het verbond dat Is tusschen God en het geslacht der ®nvelingen. Hy beteekent vrede. Vrede: en met dit woord daalt de Kerst stemming in ons hart. Hier werd, op Ze Plaats dus, in den aanvang van het eUwe Verbond aan de wereld opnieuw de hA'0 verkondigd. Hier werd het aan arme herders bericht. „Het heil der wereld is ge- zP T11"- Nier werd het den eenvoudigen ge- be en zi-l konden het niet vatten, noch pifiiPfm. In Bethlehem zelf was geen aats voor het groote Geluk: de herberg het V°' betalende en ryke menschen: voor arme Paar, voor Maria en Jozef, was er geen plaats. Voor het Kindje was er geen welkom. Er was noch bedje, noch schutse voor Emmanuël. Slechts os en ezel zagen verwonderd toe. En de pleegvader stond hulpeloos naast de bezorgde Moeder, die het Wicht in haar sluier en mantel had gehuld, toen de herders zich opmaakten om de stemmen des hemels te volgen. Daar was het dus, dat de herderkens lagen te nachte En heel de sublieme Kerstmispoëzle bloeit uit het landschap voor myn starende oögen op. Daar rezen de arme veehoeders op, waar zy gelegerd lagen bij hun brandende wacht vuren tusschen de dommelende kudde. Wie had hen dan ooit dit wondere toegevoegd? „Vrede op aarde" ruischten de sferen. „Vrede" zongen de hooge hemelen, en wenkte de lichtende verte. „Vrede" golfde het in klanken en stemmen van over de bergen waar de sterren bloeiden,... Torn zagen zy wel naar de stad omhoog, waar heen de verkondigers wenkten en wezen. Maar de stad lag daar stil en sliep. En voor het eerst dat die boodschap des vredes klonk, dat het woord waarin alle geluk schuilt voor de menschen tot de aarde werd gesproken, ja, dat de hemel zich als tot een mystieke omhelzing naar de wereld neigde en haar het wonder der liefde toe droeg met open armen, was er niemand o:n het te aanvaarden, niemand om er dank baar naar te reiken: en die het hooren mochten, armen en eenvoudigen, waren niet in staat om het te verstaan. En de ontroerende kleuren van het ver haal vullen voor myn verbeelding het breede landschap: de koningen die van het Oosten komen, van de zyde der Doode Zee, waar ginds die prachtige bergketen blauwt; de trawanten van Herodes die aanstormen van de tegenovergestelde zyde, waar de toppen van Jerusalem blikkeren, en zich storten op de weerlooze stad, waar het geschrei weer klinkt van de radelooze moeders en de wichten die zy niet te beschermen weten; en daartusschen over den berg heen, die bruin en purperig zyn strakken boog houdt gespannen boven de oiyven in menigte, zil verig wolkend, de vlucht van het Paar op den ezel, zooals er nog overal hier man nen en vrouwen op hun lastdier stygen en trekken, her en der.... En ik sta nog droomend stil voor het wondere landschap, als de eerste ster in den zuiveren, groenblauwen hemel brandt. En ook nü verkondigt zy, als eenmaal haar zuster in dezen hemel, de groote biydschap. Dr. FELIX RUTTEN. In het H. Land is het in vele streken niet mogelijk gebruik te maken van de moderne vervoermiddelen. Nog steeds is de ezel een der veelvuldig gebruikte lastdieren. HU geeft aan het landschap een eigenaardige bekoring. Het Ministerie van Buitenlandsche Zaken te 's-Gravenhage deelt ons het volgende mede: j De Amerikaansche Secretaris van Staat heeft op 7 dezer aan Hr. Ms. Gezant te Washington den tekst overhandigd van een sedert dien in de dagbladen gepubliceerde motie, welke de Amerikaansche regeering richtte tot de regeeringen van China en Japan betreffende den toestand in Mand- sjoerije en heeft daarby aan de Nederland, sche regeering, gelijk aan de overige onder teekenaars van het in 1922 te Washington gesloten Negen Mogendheden Verdrag, in overweging gegeven een soortgeiyk vertoog tot de beide genoemde regeeringen te rich ten. De Nederlandsche regeering heeft Maandag Hr. Ms. Gezant te Washington daarop in- struetie gegeven een antwoord tot de re. geering van de Vereenigde Staten te rich ten. waarin allereerst de dank der regeering wordt uitgedrukt voor de gedane mededee- ling. I De Nederlandsche regeering verklaart het vertrouwen van de Amerikaansche regee ring te deelen in den arbeid van de onlangs door den Raad van den Volkenbond be noemde neutrale commissie, waardoor de oplossing van de moeiiykheden, welke tus schen China en Japan bestaan, zal worden vergemakkeiykt. Zoo spoedig mogeiyke tot standkoming van een vriendschappeiyk ver gelijk tusschen beide landen wordt in het antwoord verder gekenschetst als een zaak van algemeen belang voor de geheele we reld, die in dezen tyd van ernstige en lang durige crisis meer dan ooit behoefte heeft aan goede internationale betrekkingen. Het behoeft dan ook wel niet gezegd te worden, dat de beginselen, die de Vereenigde Staten ertoe brachten zich tot China en Japan te richten, de levendige belangstel ling der Nederlandsche regeering hebben. Met het oog op het feit, dat Chine en Japan hun standpunten in een antwoord aan de Vereenigde Staten reeds hebben be kend gemaakt, betwyfelt de Nederlandsche regeering echter of het dienstig kan zyn, gevolg te geven aan de Amerikaansche uit- noodiging, zich ook harerzyds tot China en Japan te wenden. Ook dient in het oog te worden gehou den, dat Nederland lid van den Volkenbond is en er rekening mede moet houden, dat de Raad van den Volkenbond, in samen werking met de Vereenigde Staten, zich er toe gezet heeft en er ongetwufeld naar zal blyven streven om onheil te voorkomen en mede te werken aan een aannemeiyke op lossing. tuut een bijeenkomst had belegd, waarvan het doel was, het houden van een demon stratie van sympathie voor de a. s. confe rentie tot beperking van de bewapening, als uiting van de openbare meening in Neder land. De belangstelling voor deze byeenkomst bleek buitengewoon groot te zyn; kort na acht uur was in de aula geen plaatsje onbe zet; op het podium hadden het Uitvoerend Comité, waarvan mevrouw A. Röell baronesse De Vos van Steenwyk en mevr. C. de ViugtFlentrop eere-presidenten zyn, alsmede afgevaardigden van de twee en twintig van de samenwerkende vrouwen- vereenigingen plaats genomen. Ofschoon uiteraard verre de minderheid vormend, woonden ook een aantal manneiyke be langstellenden de byeenkomst bij. De opening geschiedde door de presidente van het Uitvoerend Comité, mevrouw M. C. DoormanKielstra, die in een kort inlei dend woord nogmaals de aandacht vestigde op het grootsche doel, waarmede deze de monstratieve vergadering was belegd, daar by getuigend van haar erkenteiykheid voor de groote opkomst van vrouwen uit het geheele land. Spreekster deelde voorts mede, dat aan de vergadering een motie zal worden voorgelegd, welke, na goedkeu ring, zal worden gezonden naar den se cretaris-generaal van den Volkenbond. De officieele spreeksters voor de pauze waren mej. Rosa Manus, die een beschou wing hield over de samenwerking der in ternationale organisatie te Genève, jonk- vrouwe C. M. van Asch van Wijck en mevr. Jo SterckGroot, die „De Vrede in het Leven" tot onderwerp van haar rede gemaakt had. Na de pauze droeg mevrouw Henriëtte Roland Holst gedichten voor. Sympathiedemonstratie van Nederlandsche vrouwen Een twaalftal groote internationale vrou- wenvereenigingen, vertegenwoordiende ruim 45 millioen vrouwen, heeft een te Genève zetelend comité van actie gevormd, ten einde den steun eener duideiyke uit spraak van de openbare meening te ver- leenen aan de Intern. Conferentie tot Be perking van Bewapening, die in Februari van dit jaar te Genève zal worden ge houden, als de eerste, waar over beper king van bewapening zal worden gecon fereerd door alle staten. Voor Neaerland heeft zich een comité gevormd te Amsterdam, dat op initiatief van den Nationalen Vrouwenraad in Ne derland glsteravi xi in het Koloniaal Instl- Ten stadhuize van Roermond had Dins dag onder presidium van den Commissaris van de Koningin in de Provincie Limburg en in tegenwoordigheid van verschillende leden van het College van Gedeputeerde Staten, een vergadering plaats van de ver tegenwoordigers van 22 gemeenten in Mid- cien-Limburg ter bespreking van ontwate ringsplannen van diverse beken aan den linker Maasoever. Deze beken hebben een stroomgebied van 32.000 hectaren. Besproken werd de oprichting van een waterschap en na ampele besprekingen werd besloten, dat de aanwezige burgemeesters een commissie zullen vormen, welke de totstand koming van dit waterschap nader zal voor bereiden. De „Oeteldonksche Club" te Den Bosch voert weder actie, om het oude carnaval terug te krijgen. Aan den gemeenteraad werd een schryven gezonden, houdende verzoek om muziek en optochten weer toe te laten en Prins Car naval in te halen met de feesteiykheden van vroeger. Hulp der Regeering gewenscht Zooals bekend hebben de gezameniyke steenfabrieken in Nederland het besluit ge nomen om binnenkort te beginnen de ge heele industrie, althans wat de ringovens betreft, stil te leggen. Dit met het oog op de groote aanwezige voorraden, terwyi de afname relatief, minimaal is, Voor het district der Kamer van Koop handel te Arnhem beteekent dit. dat ruim een 20_tal fabrieken met ongeveer 2500 3000 vaste arbeiders buiten werk worden ge steld. De Kamer heeft het voornemen om de Regeering op deze consequentie te wyzen en haar te verzoeken om te overwegen of niet door bevordering van groote werken, waarbu dan aan het gebruik van metsel- en straatklinkers de voorkeur moet worden ge geven boven beton, bitum en dergeiyk ma. teriaal. althans kan worden bereikt, dat na de afgesproken drie maanden stilstand geen verlenging van deze gedwongen rust noodzakeiyk is. Hierby dient te worden ver meld, dat gezette stillegging, d.w.z. dus in den tüd der zomercampangne, op dezelfde fabrieken werkloosheid zou betee- kenen, meer dan zeker 5000 man. In den naeht va.i 26—27 November j.L te ongeveer half vyf ontmoette te 's-Gra venhage de rechercheur van politie D. op den Scheveningschenweg een man, die hem verdacht voorkwam. Hij sprak dezen aan met de vraag van waar hy kwam en welk het doel van zyn nachteiyke wandeling was. De man gaf een brutaal antwoord en dreigde zelfs den agent en diens hond te gen den grond te zullen slaan, als hy ge arresteerd zou worden. De politieman liet zich evenwel niet in- timideeren en arresteerde den man, die op het politiebureau werd gefouilleerd. Daar bleek men te doen te hebben met den 36-jarigen koopman, Jan van D„ iemand die reeds wegens diefstal gevangenisstraf heeft ondergaan. By diens fouilleering werden gevonden een paar handschoenen, een br;ekijzer, een schroevendraaier, een boor, een aantal sleu tels en een looper. Nadat de man in bewa ring was gesteld, ging de politie op onder zoek uit en al spoedig bleek haar dat een poging tot inbraak was gepleegd in het per ceel Nassauplein 13, waarin een pension is gevestigd. De inbreker was over een muur aan de zyde aan het Alexanderveld ge klommen en door het openschuiven van een raam binnen gekomen. In een der kamers bleek een dames-bureau geforceerd te zyn, doch alles wees er op dat de inbreker in zyn werk was gestoord. Er werd dan ook niets vermist. Thans stond van D. wegens poging tot diefstal terecht. Hy ontkende iets met dezen inbraak uitstaande te hebben. Als getuigen werden o.a. gehoord de re chercheur die verdachte aanhield en de politie-deskundige, de heer Waltman. Eerst genoemde gaf eenige verklaringen omtrent de gedragingen van verdachte m den be- wusten nacht. De deskundige, de heer W. toonde aan de hand van foto's aar. dat het op van D. bevonden bandenijzer paste in de moeten van het schrijfbureau. De leden van de rechtbank werden in de gelegenheid gesteld een en ander nader te bezien. Naar aanlei ding van deze verklaring werd de deskundige door verdachte langdurig ondervraagd. Verdachte zeide zelf deskundige te zyn en wilde weten wat getuige er van wist. De president moest een maal ingi-ypen om verdachte tot de orde te roepen. Het O. M. waargenomen door Mr. P. R. Blok, vroeg alvorens requisitoir te nemen een onderzoek te doen instellen naar de geest vermogens van verdachte. Deze verzette zich daartegen, omdat naar hy zeide dan zou blijken, dat er dan ook. „verstandige gekken" waren. De Rechtbank begaf zich daarop in raad kamer en besliste, dat het noodzakeiyk was een onderzoek naar de geestvermogens van verdachte te doen instellen en gelastte terug- wijzing dezer zaak naar den Recl.ter-Com missaris. Nu en dan dringen uit agrarische krin gen klanken tot ons door, die in ons bureau de echo brengen van ontevredenheid, welke daar heerscht. Een schryven, dat we onlangs uit Castri- cum ontvingen en waarin een onzer abonne's in zyn wel zeer geringe waarueering voor het Regeeringsbeleid en zyn misnoegen over het weinige, dat onze katholieke kamerleden voor den land- en tuinbouw en de veeteelt zouden doen, zóóver gaat, dat hy ten tol zyner bewondering betaalt, neen, niet aan de sociaal-democraten, doch aan.den plat telander Braat, is ons aanleiding, om eens even sober en in 't kort te releveeren, hoezeer de boerenstand in de laatste maanden het voorwerp van de voortdurende zorg der Re geering is geweest en hoe dikwyis de katho lieke Kamerleden in het eerste trimester van dit zittingsjaar bij de diverse Ministers zyne belangen hebben bepleit. Allereerst dan de fractie, wy hebben de „Handelingen" nageplozen en geconstateerd, dat in de periode van 20 October tot Kerst mis niet minder dan vijf en dertig maal door katholieke Kamerleden gepleit werd voor maatregelen ten behoeve van de boeren. De Kamer hield negen en dertig vergade ringen, waaronder natuurlijk verschillende, die om het onderwerp, dat aan de orde was, geen mogeiykheid boden, om landbouw- aangelegenheden te bespreken, zoodat in de vergaderingen, waarin die kans wèl bestond, zy van katholieken kant waariyk is uitge buit. Elf leden van de fractie vormden dit „groene front" en by veertien verschillende ontwerpen kwam dit front in het geweer. Over gebrek aan belangstelling van katho lieke zyde te klagen mist dus allen redeiy- ken grond en nog minder past het, het voor te stellen zooals de Castricumsche klager deed als zoude de katholieke fractie „een zoodje schoolmeesters en advocaten, (zijn), die niet anders doen als onze rechtten mis kennen en verkrachten te zamen met de so ciaal-democraten." Wat kwam nu in de achter ons liggende wetgevende periode tot stand? We bepalen ons dus uitsluitend tot maatregelen, na het zomerreces van de Kamers genomen, en laten dus vroegere als b.v. de de boeren zegenrijke tarwewet achterwege. Welnu dan: By de fiscale verhooging van ons tarief aanvaardde de Kamer een amendement van clen voorzitter der Landbouwcrisiscommissie- Loyink, dat het invoerrecht op runderen, rundvleesch en paarden nog sterker ver hoogde en een nieuw recht op aardappelen schiep. De grondige reorganisatie van den econo- mischen voorlichtingsdienst onder leiding van een zeer bekwaam deskundige aan het Departement waar ook Landbouw wordt ondergebracht, zal aan de landbouwbelangen ten goede komen. De uitvoerwet verdeelt zoo bilhjk mogeiyk de nadeelige gevolgen, die de buitenlandsche contingenteering voor onzen uitvoer heeft, over de verschillende exporteurs. De com missies, die den uitvoer naar Frankrijk van zuivel- en melkproducten, snybloemen, vleesch- en vleeschwaren, eieren en pluim vee te regelen hebben, zyn reeds ingesteld. De nieuwe steunregeling voor de suiker bietenteelt ten belooue van 14 millioen, is thans zoodanig, dat zy ook de instemming verwierf van de niet gemaakkeiyke experts in de Kamer. Hetzelfde geldt van den steun, die wordt verstrekt ten bedrage van 2yt millioen aan de veenkoloniale boeren, die de aardappe len telen voor de ardappelmeelindustrie. Verder werd de grove tuinbouw in West- Friesland en de bloembollenteelt in de om geving van Breezand met een renteloos voorschot van f 750.000 geholpen. Tenslotte werden nog andere zaken be reikt. De Regeering heeft de werkloozenkas- sen in het landbouwbedrijf op aandrang van prof. Aalberse in de gelegenheid gesteld, den uitkeeringsduur met zes v/eken te ver lengen. En ook het Verdrag van Oslo. waar aan de Staten-Generaal haar zegel hecht ten, is voor den landbouw niet van belang ontbloot. Deelde Minister Beelaerts niet reeds in den Senaat mede, dat van diverse maatregelen, die de Oslo-stasen tegen ons overwogen en deze zullen heusch wel grootendeeis agrarischs producten gegolden hebben! is afgezien, omdat de „geest van Oslo" tot lankmoediger houding tegenover ons inspireerde? We gelooven na ueze opsomming van maatregelen, in twee maanden thds tot stand gekomen, te mogen zeggen, dat de Regeering, mede onder herhaalden aan drang der katholieke fractie, gedaan heeft, wat zy kon. zy is waakzaam, omdat zy vol komen beseft de waarde, die de boeren stand voor het land heeft. Het oude Fran- sche spreekwoord „Pauvre paysan, pauvre roi; pauvre rol, pauvre rayaume" arme boer, arme koning; arme koning, arm land heeft zy in het vaandel van haar crisis- beleid geschreven. Maar en hiertoe komt men in landelijke kringen wel eens èl te gauw men vergete niet, dat zy ook an dere belangen te behartigen heeft. Met millioenen springen tengevolge van den nood in welhaast alle takken van volks bestaan hare uitgaven omhoog. En dezelfde oorzaak doet hare inkomsten in hetzelfde tempo zakken Men zie slechts telkens den Middenstand en bewondere den moed en het vertrouwen, waarmede zy met tientallen millioenen in den nood te hulp komt. Dat ook de katholieke pers den platte landsafgevaardigde Braat niet al te zeer au sérieux neemt, och, het is zoo begrypeiyk. Wanneer een Kamerlid in strijd met wat zyn grondwetteiyke plicht is, zich ten doel van één volksgroep in casu: een bepaal- van één volksgroep incasu: een bepaalde de groep boeren tort et travers voor te staan, vervalt hy onvermydelijk in absurdi teiten, die hem zelfs in eigen kring geen goed doen. Of is het onzen Castricumschen briefschrijver ontgaan, dat by de laatste verkiezingen voor de Provinciale Staten Braats Plattelandersbond zéér gevoelige klappen heeft opgeloopen? Ook deze profeet biykt niet langer geëerd in eigen land. R. Onze correspondent in België schrijft ons: In de laatste dagen van December hebben de jaariyksche studiedagen van den Belgi schen Boerenbond te Leuven plaats gehad. Vooraf ging een reeks vergaderingen, die speciaal belegd waren voor de Boeren.Jeugd. Op een dezer vergaderingen sprak de Eerw. heer Engelen over „Opleiding tot Katho lieke Fierheid". Spr. betoogde, dat katholieke fierheid niet tot uiting komt in woorden, maar wel in de daad. Zy is de logische, consequente, radicale uitleving van het kath. ideaal, de harmonische overeenkomst van elke levensdaad met onze katholieke over tuiging. Het leven van den mensch moet zich héél en al ontplooien in den glans van de kath. fierheid. Daartoe op te leiden is de taak der kath. jeugdorganisaties. Spr. gaf de middelen aan, welke zy hierby dient aan te wenden. Over „ontspanning" werd gehandeld door den heer M. F. Berch- mans, terwyi de Z.Eerw. heer Kanunnik Janssen, professor aan de Leuvensche Alma Mater, het thema „Voorbereiding tot het hu welijk" voor de jonge boeren ontwikkelde. De openingszitting der Studiedagen werd door circa vüftienhonderd belangstellenden bygewoond. Benevens de afgevaardigde van den Minister van Landbouw, waren onder de „hooggeplaatste" personaliteiten aanwe. zig: Staatsminister Poullet. de senatoren Oarnoy en Rutten, de Kamerleden van den Eynde en de Kerckhove d'Exaerde. Verschillende sprekers hebben in den loop der studiedagen, welke in 't teeken stonden van de heerschende crisis, gehandeld over: „Wat er in de huidige omstandigheden te doen is in zake uitbating van onze diverse diersoorten, voomameiyk met het oog op de mededinging van vreemde landen." Zoo sprak senator Mullée over Paardenfokkerij de heer Filloux, staats-veeteeltconsulent had het over Varkensproductie; de heer Conix over Hoender- en elerproductie: Prof. Fra- teur onderzocht den toestand op het ge. bied van melk- en boter-opbrengst. waarby hy gelegenheid kreeg, te wyzen op wat in Noord-Nederland en Denemarken wordt ge. daan tot het voortbrengen van melkkoeien gewaarborgde productie en het uitschakelen van weekerdieren. De waarde van de voort gebrachte melk en boter hangt af: I. van de techniek der productie; 2. van den ver koopprijs dezer waren. Onze binnenlandsche markt, aldus Prof. Frateur. kan de voort- brachte melk en boter verbruiken. Maar de sluiting van de Duitsche, Fransche en En. gelsche markten heeft voor gevolg, dat boter uit Denemarken en Holland in overvloedige kwantiteit ten onzent wordt afgeleverd, zoo dat de invoer het dubbele bedraagt van vóór den oorlog (12.000.000 tegen 6.000.000 Kg.) Er wordt thans meer boter en minder margarine door de volksmassa verbruikt. Maar de gemiddelde prijs der boter daalt van 24.85 fr. in 1930 tot 20 fr. in 1931. Dit is het gevolg van de hooge tolrechten; die zijn, per 100 kg. boter, 250 fr. in Frankrijk, 425 fr. in Duitschland, 827 in Zwitserland, 1.029 in Spanje. 1.105 in de Vereenigde Staten van Amerika, en 20 fr. in België. De toestand is zeer moeiiyk, besloot spr. De redding ligt in de eerste plaats by ons. wy moeten onze techniek zóó verbeteren, dat ze boven alle kritiek staat. En intusschen moeten de openbare machines gepasten steun verleenen, déir waar het noodig is. Op de tentoonstelling, die aan de studie dagen verbonden was. had de Boerenbond beproefd, aanschouwelijk te maken, wat door de organisatie met haar centrale diensten tot verbetering der vee.uitbating ondernomen wordt. Eiken avond werd door een van de inrichters der tentoonstelling een wandel voordracht gehouden, waarin het geëxposeer de werd toegelicht. Op de slotvergadering voerde Prof. De Vleeschauwer het woord over: „Wat de ver. eeniging doen kan tot leniging van de cri sis". Betreffende de crisis voor de landbou wers werd door spr. niet veel méér gezegd, dan dat deze crisis in hevigheid die van 18801895 overtreft! Wat verder werd me. degedeeld over de noodzakeiykheid van be drijfsorganisatie, bleef beperkt tot het kader van de Boerenbond-vereeniging. De slotzitting werd bijgewoond door Prof. Mr. van Dievoet, minister van landbouw. In zyn verwelkoming richtte Mgr. Luitgarens tot den minister de vraag dat de Regeering zou ingrypen in deze moeiiyke omstandig, heid, ten bate van den landbouw, en dat zoo vlug mogeiyk. De minister antwoordde, dat de Regeering haar plicht zou vervullen „met voorzichtighid en vastberadenheid": van de landbouwers verlangde hij. dat rij hem hun vertrouwen zouden schenken, wat betrof het oogenblik, waarop de noodige maatregelen moeten getroffen worden. Met deze fraaie belofte en dit even fraai verzoek, gingen de Boeren naar huis, het nieuwe jaar tegemoet. De groote tentoonstelling van „St. Lucas" in het Stedeiyk Museum te Amsterdam, onderscheidt zich van de vorige door een grooter aantal bescheiden immortellenkrans- jes, waarmee de nog levende leden de na gedachtenis van de onlangs overledene ple gen te eeren. Het zwaarste verlies, dat St. Lucas de laatste maanden heeft getroffen, is voorzeker de dood van den gladden, vaar digen, burgeriyk conventioneelen portret schilder Krabbé. Krabbé heeft in het ver- eenigingsleven een belangrijker plaats inge nomen dan in de kunst. Hy was een actief Lucas.lid en „Lucas" heeft uit dankbaarheid een heelen wand op deze tentoonstelling in geruimd voor zijn werk. Artistiek van meer beteekenis was het verlies, dat Lucas leed, door het heengaan van Mej. Chr. van der Willigen, de onvervaarde bloemenschilderes, die haar vitale kleurenvreugde spontaan uit leefde tot vlak voor haar overlijden. Men vindt hier enkele aquarellen, geschilderd in den van haar sinds Jaren bekenden vlotten en vroolijken rant. Het heeft geen zin verder in détails op het werk in te gaan van de oude getrou wen, die zich zelf gelük bleven en de sta. biele kern of midlenmoot vormen op ie dere expositie dezer vereeniging. Wij meenen daarom te mogen volstaan met enkele vluch tige aanteekeningen. R. Bonnet laat h!er een forsche teekening zien van een Zuidelijk Italiaansch type, een decoratieven kop, smal en scherp van struc. tuur en van een natuurlijke noblesse. Graadt van Roggen bewyst, dat hy een knap etser is, met zijn romantisch „Venetië bij mane- schyn". Bijzonder prettige aquarellen pen seelde G. Huijsser, die in Algiers is geweest Beter dan de wel studieuze, maar dikwyis toch wat leege groote teekeningen van Roe land Koning bevallen ons zyn houtsneden als „Na den vischafslag". Bart Peizel. verrast ons met een paar frissche reisindrukken uit Frarkriik, sappig en fleurig van voordracht, bekorend door hun directheid en zuiverheid. Tenslotte verdient de gevoel'ge. fyne por. tretschets van Mej. D. de G. door Mevr. WestendorpOsieck nog byzondere vermel ding. Het beel^>,""wwerk van J. Maris is zwak van vorm en tracht achter uiteriyk vertoon het gebrek aan innerhlkee concentratie te maskeeren. Op 't Land forceert zich zelve niet en brengt d'enteneevo1ge wel eens een aardig beeldje voor den dag zooals b.v. zyn uit teakhout gesneden „Gier". H. V. M.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5