NAAR HET LAND VAN OVERZEE
tweede blad
WAT IN TWEE MAANDEN VOOR
DE BOEREN GEDAAN WERD
DeKatholieke fractie voortdurend op de bres
WOENSDAG 13 JANUARI 1932
BLADZIJDE 1
GEEN VERTOOG TOT
CHINA EN JAPAN
Nederlandsch Antwoord
aan Amerika
Het hooèe feest van Bethlehem
WAAR „DE HERDERKENS LAGEN TE NACHTE"
ONTWATERING VAN
LIMBURG
Beperking van bewapening
Oprichting van een Waterschap?
HET BOSSCHE CARNAVAL
i>e crisis in de steenindustrie
RECHTZAKEN
EEN BRUTALE INBREKER
Bestaan er verstandige gekken?
STUDIEDAGEN VAN DEN
BELGISCHEN BOERENBOND
TENTOONSTELLING
„ST. LUCAS"
Stedelijk Museum Amsterdam
Van de Grieksch-orthodoxe basiliek kwa
men wij in een andere kerk, ik had haast
gezegd in een Europeesche: de kerk der pa
ters Franciscanen. Hier zullen de groote
plechtigheden plaats hebben in dezen heili
gen nacht. En van deze kerk komen wij
door gangen vol brokkelingen van verval in
het groote nieuwe hospitium, dat de paters
hier gebouwd hebben en waar tweehonderd
Pelgrims pl.-.ats vinden. Hier gebruiken wij
°ns middagmaal; hier zullen we ook voor
den avond samenzitten. Dan zijn er onge
veer 150 pelgrims aanwezig. Maar het getal
is geringer dan dat van andere jaren. Ook
de menigte in de stad, van de omliggende
Plaatsen gekomen, is veel geringer dan ooit
te voren. De groote wereldcrisis heeft de
vreemdelingen teruggehouden en de koude,
het onzekere weer, hield de inheemsche be
volking verre. Het is onbegrijpelijk voor ons,
die een week lang reisden, hoe niet iedereen
hier heenstroomt, die geboren werd in de
schaduw dezer bergen. Zoo wordt de mensch
zelfs ook met het allerhoogste en heiligste
vertrouwd. Want zij waardeeren het moei
lijkst bereikbare het meeste.
Om half twee begint het feest, op den
voordag vóór Kerstmis. De lucht is nu dun
geworden, de wolken schaarscher, de zon
zal het winnen. Maar er blaast een koude
wind. Nu is het groote, langwerpig-smalle
Plein met menschen gevuld. Op de platte
daken der huizen stijgen de bewoners, kleu
rig en druk, in hun bonte gewaden en het
gewapper der witte sluiers. De Engelsche po
litie heeft de „Union Jack" ontplooid, en
de pausvlag wappert van de Franciscaan-
sche terrassen. De groote lichtkandelaber,
die het midden van het plein markeert en
een toplanmp draagt in den vorm eener ster,
staat te branden tot verhooging der feeste
lijkheid. In groepen wemelt het volk, Euro
peanen en Oriëntalen door elkander. De
venters en marskramers schreeuwen om het
hardst, en de vreemden trachten naar goede
kijkplaatsen. Muziekkorpsen van geünifor
meerde jongens treden aan, een koor van
zangers stelt zich op. Daar beginnen de klok
ken te luiden.
Het gonzend geluid stijgt tot een biy ge
roezemoes. Uit het héél kleine poortje der
basiliek verschijnen rijen van bruine mon-
hiken, van priesters en seminaristen in
roket. Langs den weg dien zij gaan, zijn kin
deren geschaard, weesjes en scholieren door
nonnen geleid. De prociessie schrijdt voort,
onder het gewapper van meerdere kerk-
vanen.
Daar springt een klein dapper paardje
dit de hoofdstraat tusschen de menigte. In
het zadel zit een gebaard priester. Hij draagt
een kruis op hoogen standaard. En achter
dezen middeleeuwschen ruiter volgt de auto
van den hoogwaardigheidsbekleeder, die het
leest komt meevieren: de bejaarde patriarch
van Jerusalem. De eerbiedwaardige grijs
aard in groot kardinaalsornaat. Zijn hand
teekent het kruis over de menigte. De stoet
keert terug naar de kerk, met den hoogen
gast. Er klinkt gezang, gejuich, en de mu
ziek der jeugdcorpsen speelt, terwijl de klok
ken beieren.
En alles perst door het kleine nauwe
Poortje naar binnen. Je moet je haast in
tweeën vouwen om er binnen te dringen.
Het is het poortje der orthodoxen. Niets
van het bestaande wordt hier gewijzigd.
Alles blijft onveranderd. En ieder jaar buigt
<te patriarch er het hoofd onder den lagen
hoog, schrijdt hij met heel zijn stoet schuin
door de kerk, die eerst veertien dagen later
het Kerstfeest viert en deze plechtigheid
Seen blik waardig keurt. Maar in het aan-
Srenzend heiligdom, een arme kerk alisof
ze ergens in Zuid-Italië stond, met tuin
stoeltjes gemeubeld, weerklinkt het plech
tig „Te Deum".
De groote liturgische ceremonies zullen
eerst dezen nacht plaats hebben. Zij begin-
hen om half elf; zij duren tot half drie na
middernacht.
Intusschen zijn wij vrij om ons door het
stadje te bewegen. Wij gaan küken in op-
Setogenheid. Voor dezen eenen keer, dat wy
In Bethlehem mogen toeven, willen wy alles
zien en alles in ons opnemen, om voor het
heele verdere leven een beeld te kunnen
meedragen van dit oord, gezegend onder
nlle steden en vlekken der aarde. Zullen wy
nU naar „het veld der herders" gaan, dat
een uur verder ligt in de diepte, halverwege
öe vallei, naar het oosten afdalend?
Maar de wegen zyn slecht!
Het veld der Herders.
Neen, wy zullen niet naar het veld der
herders gaan. Het is vermoeiend en ver.
Maar wij gaan naar het kerkhof van oethle-
hem, en hiervandaan kunnen wy heel de
Verte overzien, met den heuvel waar de
Akker ligt, die even omhooghelt en als een
middelpunt vormt in het prachtig pano
rama.
Gezicht op Bethlehem
De bergen van Moab sluiten het vergezicht
Zy ïyken niet verder weg dan een uur.
zyn grauw-blauw; daarheen dalen de
njnen van het land, kaneelbruin en geel, en
Paarsig onder de schaduw der wolken, als
ln
een eindelooze daling van terrassen en
gappen vergiydend. Daarboven woelt het
blauw van den hemel open. Heel dit land
schap is door het teere, zacht-zilvergroene
b°ver der olijven overdonsd. Het ligt in
Iteootsche verdieping, breed en prachtig,
naar den hemel van het Oosten open.
En plotseling schreeuwen wij het uit: de
egenboog! Een stuk van de kleurige hemel-
rng daalt over wolken en bergen af op het
ann, juist over den akker der herders heen-
8ebogen En he(. is als zag ik den hemel
CIf hier met een zichtbare hand de aarde
anraken. Altyd ontroerend gezicht: want
e,Ze. booS Is een teeken van het verbond dat
Is tusschen God en het geslacht der
®nvelingen. Hy beteekent vrede.
Vrede: en met dit woord daalt de Kerst
stemming in ons hart. Hier werd, op
Ze Plaats dus, in den aanvang van het
eUwe Verbond aan de wereld opnieuw de
hA'0 verkondigd. Hier werd het aan arme
herders bericht. „Het heil der wereld is ge-
zP T11"- Nier werd het den eenvoudigen ge-
be en zi-l konden het niet vatten, noch
pifiiPfm. In Bethlehem zelf was geen
aats voor het groote Geluk: de herberg
het V°' betalende en ryke menschen: voor
arme Paar, voor Maria en Jozef, was
er geen plaats. Voor het Kindje was er
geen welkom. Er was noch bedje, noch
schutse voor Emmanuël. Slechts os en ezel
zagen verwonderd toe. En de pleegvader
stond hulpeloos naast de bezorgde Moeder,
die het Wicht in haar sluier en mantel had
gehuld, toen de herders zich opmaakten om
de stemmen des hemels te volgen.
Daar was het dus, dat de herderkens
lagen te nachte
En heel de sublieme Kerstmispoëzle bloeit
uit het landschap voor myn starende oögen
op. Daar rezen de arme veehoeders op, waar
zy gelegerd lagen bij hun brandende wacht
vuren tusschen de dommelende kudde. Wie
had hen dan ooit dit wondere toegevoegd?
„Vrede op aarde" ruischten de sferen.
„Vrede" zongen de hooge hemelen, en
wenkte de lichtende verte. „Vrede" golfde
het in klanken en stemmen van over de
bergen waar de sterren bloeiden,... Torn
zagen zy wel naar de stad omhoog, waar
heen de verkondigers wenkten en wezen.
Maar de stad lag daar stil en sliep. En voor
het eerst dat die boodschap des vredes
klonk, dat het woord waarin alle geluk
schuilt voor de menschen tot de aarde werd
gesproken, ja, dat de hemel zich als tot
een mystieke omhelzing naar de wereld
neigde en haar het wonder der liefde toe
droeg met open armen, was er niemand o:n
het te aanvaarden, niemand om er dank
baar naar te reiken: en die het hooren
mochten, armen en eenvoudigen, waren
niet in staat om het te verstaan.
En de ontroerende kleuren van het ver
haal vullen voor myn verbeelding het breede
landschap: de koningen die van het Oosten
komen, van de zyde der Doode Zee, waar
ginds die prachtige bergketen blauwt; de
trawanten van Herodes die aanstormen van
de tegenovergestelde zyde, waar de toppen
van Jerusalem blikkeren, en zich storten op
de weerlooze stad, waar het geschrei weer
klinkt van de radelooze moeders en de
wichten die zy niet te beschermen weten;
en daartusschen over den berg heen, die
bruin en purperig zyn strakken boog houdt
gespannen boven de oiyven in menigte, zil
verig wolkend, de vlucht van het Paar op
den ezel, zooals er nog overal hier man
nen en vrouwen op hun lastdier stygen en
trekken, her en der....
En ik sta nog droomend stil voor het
wondere landschap, als de eerste ster in den
zuiveren, groenblauwen hemel brandt. En
ook nü verkondigt zy, als eenmaal haar
zuster in dezen hemel, de groote biydschap.
Dr. FELIX RUTTEN.
In het H. Land is het in vele streken niet mogelijk gebruik te maken van de moderne
vervoermiddelen. Nog steeds is de ezel een der veelvuldig gebruikte lastdieren. HU
geeft aan het landschap een eigenaardige bekoring.
Het Ministerie van Buitenlandsche Zaken
te 's-Gravenhage deelt ons het volgende
mede: j
De Amerikaansche Secretaris van Staat
heeft op 7 dezer aan Hr. Ms. Gezant te
Washington den tekst overhandigd van een
sedert dien in de dagbladen gepubliceerde
motie, welke de Amerikaansche regeering
richtte tot de regeeringen van China en
Japan betreffende den toestand in Mand-
sjoerije en heeft daarby aan de Nederland,
sche regeering, gelijk aan de overige onder
teekenaars van het in 1922 te Washington
gesloten Negen Mogendheden Verdrag, in
overweging gegeven een soortgeiyk vertoog
tot de beide genoemde regeeringen te rich
ten.
De Nederlandsche regeering heeft Maandag
Hr. Ms. Gezant te Washington daarop in-
struetie gegeven een antwoord tot de re.
geering van de Vereenigde Staten te rich
ten. waarin allereerst de dank der regeering
wordt uitgedrukt voor de gedane mededee-
ling. I
De Nederlandsche regeering verklaart het
vertrouwen van de Amerikaansche regee
ring te deelen in den arbeid van de onlangs
door den Raad van den Volkenbond be
noemde neutrale commissie, waardoor de
oplossing van de moeiiykheden, welke tus
schen China en Japan bestaan, zal worden
vergemakkeiykt. Zoo spoedig mogeiyke tot
standkoming van een vriendschappeiyk ver
gelijk tusschen beide landen wordt in het
antwoord verder gekenschetst als een zaak
van algemeen belang voor de geheele we
reld, die in dezen tyd van ernstige en lang
durige crisis meer dan ooit behoefte heeft
aan goede internationale betrekkingen.
Het behoeft dan ook wel niet gezegd te
worden, dat de beginselen, die de Vereenigde
Staten ertoe brachten zich tot China en
Japan te richten, de levendige belangstel
ling der Nederlandsche regeering hebben.
Met het oog op het feit, dat Chine en
Japan hun standpunten in een antwoord
aan de Vereenigde Staten reeds hebben be
kend gemaakt, betwyfelt de Nederlandsche
regeering echter of het dienstig kan zyn,
gevolg te geven aan de Amerikaansche uit-
noodiging, zich ook harerzyds tot China en
Japan te wenden.
Ook dient in het oog te worden gehou
den, dat Nederland lid van den Volkenbond
is en er rekening mede moet houden, dat
de Raad van den Volkenbond, in samen
werking met de Vereenigde Staten, zich er
toe gezet heeft en er ongetwufeld naar zal
blyven streven om onheil te voorkomen en
mede te werken aan een aannemeiyke op
lossing.
tuut een bijeenkomst had belegd, waarvan
het doel was, het houden van een demon
stratie van sympathie voor de a. s. confe
rentie tot beperking van de bewapening, als
uiting van de openbare meening in Neder
land.
De belangstelling voor deze byeenkomst
bleek buitengewoon groot te zyn; kort na
acht uur was in de aula geen plaatsje onbe
zet; op het podium hadden het Uitvoerend
Comité, waarvan mevrouw A. Röell
baronesse De Vos van Steenwyk en mevr.
C. de ViugtFlentrop eere-presidenten zyn,
alsmede afgevaardigden van de twee en
twintig van de samenwerkende vrouwen-
vereenigingen plaats genomen. Ofschoon
uiteraard verre de minderheid vormend,
woonden ook een aantal manneiyke be
langstellenden de byeenkomst bij.
De opening geschiedde door de presidente
van het Uitvoerend Comité, mevrouw M. C.
DoormanKielstra, die in een kort inlei
dend woord nogmaals de aandacht vestigde
op het grootsche doel, waarmede deze de
monstratieve vergadering was belegd, daar
by getuigend van haar erkenteiykheid voor
de groote opkomst van vrouwen uit het
geheele land. Spreekster deelde voorts
mede, dat aan de vergadering een motie
zal worden voorgelegd, welke, na goedkeu
ring, zal worden gezonden naar den se
cretaris-generaal van den Volkenbond.
De officieele spreeksters voor de pauze
waren mej. Rosa Manus, die een beschou
wing hield over de samenwerking der in
ternationale organisatie te Genève, jonk-
vrouwe C. M. van Asch van Wijck en
mevr. Jo SterckGroot, die „De Vrede in
het Leven" tot onderwerp van haar rede
gemaakt had.
Na de pauze droeg mevrouw Henriëtte
Roland Holst gedichten voor.
Sympathiedemonstratie van Nederlandsche
vrouwen
Een twaalftal groote internationale vrou-
wenvereenigingen, vertegenwoordiende ruim
45 millioen vrouwen, heeft een te Genève
zetelend comité van actie gevormd,
ten einde den steun eener duideiyke uit
spraak van de openbare meening te ver-
leenen aan de Intern. Conferentie tot Be
perking van Bewapening, die in Februari
van dit jaar te Genève zal worden ge
houden, als de eerste, waar over beper
king van bewapening zal worden gecon
fereerd door alle staten.
Voor Neaerland heeft zich een comité
gevormd te Amsterdam, dat op initiatief
van den Nationalen Vrouwenraad in Ne
derland glsteravi xi in het Koloniaal Instl-
Ten stadhuize van Roermond had Dins
dag onder presidium van den Commissaris
van de Koningin in de Provincie Limburg
en in tegenwoordigheid van verschillende
leden van het College van Gedeputeerde
Staten, een vergadering plaats van de ver
tegenwoordigers van 22 gemeenten in Mid-
cien-Limburg ter bespreking van ontwate
ringsplannen van diverse beken aan den
linker Maasoever. Deze beken hebben een
stroomgebied van 32.000 hectaren.
Besproken werd de oprichting van een
waterschap en na ampele besprekingen werd
besloten, dat de aanwezige burgemeesters een
commissie zullen vormen, welke de totstand
koming van dit waterschap nader zal voor
bereiden.
De „Oeteldonksche Club" te Den Bosch
voert weder actie, om het oude carnaval
terug te krijgen.
Aan den gemeenteraad werd een schryven
gezonden, houdende verzoek om muziek en
optochten weer toe te laten en Prins Car
naval in te halen met de feesteiykheden
van vroeger.
Hulp der Regeering gewenscht
Zooals bekend hebben de gezameniyke
steenfabrieken in Nederland het besluit ge
nomen om binnenkort te beginnen de ge
heele industrie, althans wat de ringovens
betreft, stil te leggen. Dit met het oog op
de groote aanwezige voorraden, terwyi de
afname relatief, minimaal is,
Voor het district der Kamer van Koop
handel te Arnhem beteekent dit. dat ruim
een 20_tal fabrieken met ongeveer 2500
3000 vaste arbeiders buiten werk worden ge
steld.
De Kamer heeft het voornemen om de
Regeering op deze consequentie te wyzen
en haar te verzoeken om te overwegen of
niet door bevordering van groote werken,
waarbu dan aan het gebruik van metsel- en
straatklinkers de voorkeur moet worden ge
geven boven beton, bitum en dergeiyk ma.
teriaal. althans kan worden bereikt, dat
na de afgesproken drie maanden stilstand
geen verlenging van deze gedwongen rust
noodzakeiyk is. Hierby dient te worden ver
meld, dat gezette stillegging, d.w.z.
dus in den tüd der zomercampangne, op
dezelfde fabrieken werkloosheid zou betee-
kenen, meer dan zeker 5000 man.
In den naeht va.i 26—27 November j.L
te ongeveer half vyf ontmoette te 's-Gra
venhage de rechercheur van politie D. op
den Scheveningschenweg een man, die hem
verdacht voorkwam. Hij sprak dezen aan
met de vraag van waar hy kwam en welk
het doel van zyn nachteiyke wandeling
was.
De man gaf een brutaal antwoord en
dreigde zelfs den agent en diens hond te
gen den grond te zullen slaan, als hy ge
arresteerd zou worden.
De politieman liet zich evenwel niet in-
timideeren en arresteerde den man, die op
het politiebureau werd gefouilleerd.
Daar bleek men te doen te hebben met den
36-jarigen koopman, Jan van D„ iemand
die reeds wegens diefstal gevangenisstraf
heeft ondergaan.
By diens fouilleering werden gevonden
een paar handschoenen, een br;ekijzer, een
schroevendraaier, een boor, een aantal sleu
tels en een looper. Nadat de man in bewa
ring was gesteld, ging de politie op onder
zoek uit en al spoedig bleek haar dat een
poging tot inbraak was gepleegd in het per
ceel Nassauplein 13, waarin een pension
is gevestigd. De inbreker was over een muur
aan de zyde aan het Alexanderveld ge
klommen en door het openschuiven van een
raam binnen gekomen. In een der kamers
bleek een dames-bureau geforceerd te zyn,
doch alles wees er op dat de inbreker in zyn
werk was gestoord. Er werd dan ook niets
vermist.
Thans stond van D. wegens poging tot
diefstal terecht. Hy ontkende iets met dezen
inbraak uitstaande te hebben.
Als getuigen werden o.a. gehoord de re
chercheur die verdachte aanhield en de
politie-deskundige, de heer Waltman. Eerst
genoemde gaf eenige verklaringen omtrent
de gedragingen van verdachte m den be-
wusten nacht.
De deskundige, de heer W. toonde aan
de hand van foto's aar. dat het op van D.
bevonden bandenijzer paste in de moeten
van het schrijfbureau. De leden van de
rechtbank werden in de gelegenheid gesteld
een en ander nader te bezien. Naar aanlei
ding van deze verklaring werd de deskundige
door verdachte langdurig ondervraagd.
Verdachte zeide zelf deskundige te zyn en
wilde weten wat getuige er van wist.
De president moest een maal ingi-ypen om
verdachte tot de orde te roepen.
Het O. M. waargenomen door Mr. P. R.
Blok, vroeg alvorens requisitoir te nemen een
onderzoek te doen instellen naar de geest
vermogens van verdachte. Deze verzette zich
daartegen, omdat naar hy zeide dan zou
blijken, dat er dan ook. „verstandige gekken"
waren.
De Rechtbank begaf zich daarop in raad
kamer en besliste, dat het noodzakeiyk was
een onderzoek naar de geestvermogens van
verdachte te doen instellen en gelastte terug-
wijzing dezer zaak naar den Recl.ter-Com
missaris.
Nu en dan dringen uit agrarische krin
gen klanken tot ons door, die in ons bureau
de echo brengen van ontevredenheid, welke
daar heerscht.
Een schryven, dat we onlangs uit Castri-
cum ontvingen en waarin een onzer abonne's
in zyn wel zeer geringe waarueering voor het
Regeeringsbeleid en zyn misnoegen over het
weinige, dat onze katholieke kamerleden
voor den land- en tuinbouw en de veeteelt
zouden doen, zóóver gaat, dat hy ten tol
zyner bewondering betaalt, neen, niet aan de
sociaal-democraten, doch aan.den plat
telander Braat, is ons aanleiding, om eens
even sober en in 't kort te releveeren, hoezeer
de boerenstand in de laatste maanden het
voorwerp van de voortdurende zorg der Re
geering is geweest en hoe dikwyis de katho
lieke Kamerleden in het eerste trimester
van dit zittingsjaar bij de diverse Ministers
zyne belangen hebben bepleit.
Allereerst dan de fractie, wy hebben de
„Handelingen" nageplozen en geconstateerd,
dat in de periode van 20 October tot Kerst
mis niet minder dan vijf en dertig maal door
katholieke Kamerleden gepleit werd voor
maatregelen ten behoeve van de boeren.
De Kamer hield negen en dertig vergade
ringen, waaronder natuurlijk verschillende,
die om het onderwerp, dat aan de orde
was, geen mogeiykheid boden, om landbouw-
aangelegenheden te bespreken, zoodat in de
vergaderingen, waarin die kans wèl bestond,
zy van katholieken kant waariyk is uitge
buit. Elf leden van de fractie vormden dit
„groene front" en by veertien verschillende
ontwerpen kwam dit front in het geweer.
Over gebrek aan belangstelling van katho
lieke zyde te klagen mist dus allen redeiy-
ken grond en nog minder past het, het voor
te stellen zooals de Castricumsche klager
deed als zoude de katholieke fractie „een
zoodje schoolmeesters en advocaten, (zijn),
die niet anders doen als onze rechtten mis
kennen en verkrachten te zamen met de so
ciaal-democraten."
Wat kwam nu in de achter ons liggende
wetgevende periode tot stand? We bepalen
ons dus uitsluitend tot maatregelen, na het
zomerreces van de Kamers genomen, en
laten dus vroegere als b.v. de de boeren
zegenrijke tarwewet achterwege.
Welnu dan:
By de fiscale verhooging van ons tarief
aanvaardde de Kamer een amendement van
clen voorzitter der Landbouwcrisiscommissie-
Loyink, dat het invoerrecht op runderen,
rundvleesch en paarden nog sterker ver
hoogde en een nieuw recht op aardappelen
schiep.
De grondige reorganisatie van den econo-
mischen voorlichtingsdienst onder leiding
van een zeer bekwaam deskundige aan het
Departement waar ook Landbouw wordt
ondergebracht, zal aan de landbouwbelangen
ten goede komen.
De uitvoerwet verdeelt zoo bilhjk mogeiyk
de nadeelige gevolgen, die de buitenlandsche
contingenteering voor onzen uitvoer heeft,
over de verschillende exporteurs. De com
missies, die den uitvoer naar Frankrijk van
zuivel- en melkproducten, snybloemen,
vleesch- en vleeschwaren, eieren en pluim
vee te regelen hebben, zyn reeds ingesteld.
De nieuwe steunregeling voor de suiker
bietenteelt ten belooue van 14 millioen, is
thans zoodanig, dat zy ook de instemming
verwierf van de niet gemaakkeiyke experts
in de Kamer.
Hetzelfde geldt van den steun, die wordt
verstrekt ten bedrage van 2yt millioen aan
de veenkoloniale boeren, die de aardappe
len telen voor de ardappelmeelindustrie.
Verder werd de grove tuinbouw in West-
Friesland en de bloembollenteelt in de om
geving van Breezand met een renteloos
voorschot van f 750.000 geholpen.
Tenslotte werden nog andere zaken be
reikt. De Regeering heeft de werkloozenkas-
sen in het landbouwbedrijf op aandrang van
prof. Aalberse in de gelegenheid gesteld,
den uitkeeringsduur met zes v/eken te ver
lengen. En ook het Verdrag van Oslo. waar
aan de Staten-Generaal haar zegel hecht
ten, is voor den landbouw niet van belang
ontbloot. Deelde Minister Beelaerts niet
reeds in den Senaat mede, dat van diverse
maatregelen, die de Oslo-stasen tegen ons
overwogen en deze zullen heusch wel
grootendeeis agrarischs producten gegolden
hebben! is afgezien, omdat de „geest van
Oslo" tot lankmoediger houding tegenover
ons inspireerde?
We gelooven na ueze opsomming van
maatregelen, in twee maanden thds tot
stand gekomen, te mogen zeggen, dat de
Regeering, mede onder herhaalden aan
drang der katholieke fractie, gedaan heeft,
wat zy kon. zy is waakzaam, omdat zy vol
komen beseft de waarde, die de boeren
stand voor het land heeft. Het oude Fran-
sche spreekwoord „Pauvre paysan, pauvre
roi; pauvre rol, pauvre rayaume" arme
boer, arme koning; arme koning, arm land
heeft zy in het vaandel van haar crisis-
beleid geschreven. Maar en hiertoe komt
men in landelijke kringen wel eens èl te
gauw men vergete niet, dat zy ook an
dere belangen te behartigen heeft.
Met millioenen springen tengevolge van
den nood in welhaast alle takken van volks
bestaan hare uitgaven omhoog. En dezelfde
oorzaak doet hare inkomsten in hetzelfde
tempo zakken Men zie slechts telkens den
Middenstand en bewondere den moed en het
vertrouwen, waarmede zy met tientallen
millioenen in den nood te hulp komt.
Dat ook de katholieke pers den platte
landsafgevaardigde Braat niet al te zeer au
sérieux neemt, och, het is zoo begrypeiyk.
Wanneer een Kamerlid in strijd met wat
zyn grondwetteiyke plicht is, zich ten doel
van één volksgroep in casu: een bepaal-
van één volksgroep incasu: een bepaalde
de groep boeren tort et travers voor te
staan, vervalt hy onvermydelijk in absurdi
teiten, die hem zelfs in eigen kring geen
goed doen. Of is het onzen Castricumschen
briefschrijver ontgaan, dat by de laatste
verkiezingen voor de Provinciale Staten
Braats Plattelandersbond zéér gevoelige
klappen heeft opgeloopen? Ook deze profeet
biykt niet langer geëerd in eigen land.
R.
Onze correspondent in België schrijft ons:
In de laatste dagen van December hebben
de jaariyksche studiedagen van den Belgi
schen Boerenbond te Leuven plaats gehad.
Vooraf ging een reeks vergaderingen, die
speciaal belegd waren voor de Boeren.Jeugd.
Op een dezer vergaderingen sprak de Eerw.
heer Engelen over „Opleiding tot Katho
lieke Fierheid". Spr. betoogde, dat katholieke
fierheid niet tot uiting komt in woorden,
maar wel in de daad. Zy is de logische,
consequente, radicale uitleving van het kath.
ideaal, de harmonische overeenkomst van
elke levensdaad met onze katholieke over
tuiging. Het leven van den mensch moet
zich héél en al ontplooien in den glans
van de kath. fierheid. Daartoe op te leiden
is de taak der kath. jeugdorganisaties. Spr.
gaf de middelen aan, welke zy hierby dient
aan te wenden. Over „ontspanning"
werd gehandeld door den heer M. F. Berch-
mans, terwyi de Z.Eerw. heer Kanunnik
Janssen, professor aan de Leuvensche Alma
Mater, het thema „Voorbereiding tot het hu
welijk" voor de jonge boeren ontwikkelde.
De openingszitting der Studiedagen werd
door circa vüftienhonderd belangstellenden
bygewoond. Benevens de afgevaardigde van
den Minister van Landbouw, waren onder
de „hooggeplaatste" personaliteiten aanwe.
zig: Staatsminister Poullet. de senatoren
Oarnoy en Rutten, de Kamerleden van den
Eynde en de Kerckhove d'Exaerde.
Verschillende sprekers hebben in den loop
der studiedagen, welke in 't teeken stonden
van de heerschende crisis, gehandeld over:
„Wat er in de huidige omstandigheden te
doen is in zake uitbating van onze diverse
diersoorten, voomameiyk met het oog op de
mededinging van vreemde landen." Zoo
sprak senator Mullée over Paardenfokkerij
de heer Filloux, staats-veeteeltconsulent had
het over Varkensproductie; de heer Conix
over Hoender- en elerproductie: Prof. Fra-
teur onderzocht den toestand op het ge.
bied van melk- en boter-opbrengst. waarby
hy gelegenheid kreeg, te wyzen op wat in
Noord-Nederland en Denemarken wordt ge.
daan tot het voortbrengen van melkkoeien
gewaarborgde productie en het uitschakelen
van weekerdieren. De waarde van de voort
gebrachte melk en boter hangt af: I. van
de techniek der productie; 2. van den ver
koopprijs dezer waren. Onze binnenlandsche
markt, aldus Prof. Frateur. kan de voort-
brachte melk en boter verbruiken. Maar de
sluiting van de Duitsche, Fransche en En.
gelsche markten heeft voor gevolg, dat boter
uit Denemarken en Holland in overvloedige
kwantiteit ten onzent wordt afgeleverd, zoo
dat de invoer het dubbele bedraagt van
vóór den oorlog (12.000.000 tegen 6.000.000
Kg.) Er wordt thans meer boter en minder
margarine door de volksmassa verbruikt.
Maar de gemiddelde prijs der boter daalt
van 24.85 fr. in 1930 tot 20 fr. in 1931. Dit
is het gevolg van de hooge tolrechten; die
zijn, per 100 kg. boter, 250 fr. in Frankrijk,
425 fr. in Duitschland, 827 in Zwitserland,
1.029 in Spanje. 1.105 in de Vereenigde Staten
van Amerika, en 20 fr. in België. De toestand
is zeer moeiiyk, besloot spr. De redding ligt
in de eerste plaats by ons. wy moeten
onze techniek zóó verbeteren, dat ze boven
alle kritiek staat. En intusschen moeten de
openbare machines gepasten steun verleenen,
déir waar het noodig is.
Op de tentoonstelling, die aan de studie
dagen verbonden was. had de Boerenbond
beproefd, aanschouwelijk te maken, wat door
de organisatie met haar centrale diensten
tot verbetering der vee.uitbating ondernomen
wordt. Eiken avond werd door een van de
inrichters der tentoonstelling een wandel
voordracht gehouden, waarin het geëxposeer
de werd toegelicht.
Op de slotvergadering voerde Prof. De
Vleeschauwer het woord over: „Wat de ver.
eeniging doen kan tot leniging van de cri
sis". Betreffende de crisis voor de landbou
wers werd door spr. niet veel méér gezegd,
dan dat deze crisis in hevigheid die van
18801895 overtreft! Wat verder werd me.
degedeeld over de noodzakeiykheid van be
drijfsorganisatie, bleef beperkt tot het kader
van de Boerenbond-vereeniging.
De slotzitting werd bijgewoond door Prof.
Mr. van Dievoet, minister van landbouw. In
zyn verwelkoming richtte Mgr. Luitgarens
tot den minister de vraag dat de Regeering
zou ingrypen in deze moeiiyke omstandig,
heid, ten bate van den landbouw, en dat zoo
vlug mogeiyk. De minister antwoordde, dat
de Regeering haar plicht zou vervullen „met
voorzichtighid en vastberadenheid": van de
landbouwers verlangde hij. dat rij hem hun
vertrouwen zouden schenken, wat betrof het
oogenblik, waarop de noodige maatregelen
moeten getroffen worden.
Met deze fraaie belofte en dit even fraai
verzoek, gingen de Boeren naar huis, het
nieuwe jaar tegemoet.
De groote tentoonstelling van „St. Lucas"
in het Stedeiyk Museum te Amsterdam,
onderscheidt zich van de vorige door een
grooter aantal bescheiden immortellenkrans-
jes, waarmee de nog levende leden de na
gedachtenis van de onlangs overledene ple
gen te eeren. Het zwaarste verlies, dat St.
Lucas de laatste maanden heeft getroffen,
is voorzeker de dood van den gladden, vaar
digen, burgeriyk conventioneelen portret
schilder Krabbé. Krabbé heeft in het ver-
eenigingsleven een belangrijker plaats inge
nomen dan in de kunst. Hy was een actief
Lucas.lid en „Lucas" heeft uit dankbaarheid
een heelen wand op deze tentoonstelling in
geruimd voor zijn werk. Artistiek van meer
beteekenis was het verlies, dat Lucas leed,
door het heengaan van Mej. Chr. van der
Willigen, de onvervaarde bloemenschilderes,
die haar vitale kleurenvreugde spontaan uit
leefde tot vlak voor haar overlijden. Men
vindt hier enkele aquarellen, geschilderd in
den van haar sinds Jaren bekenden vlotten
en vroolijken rant.
Het heeft geen zin verder in détails op
het werk in te gaan van de oude getrou
wen, die zich zelf gelük bleven en de sta.
biele kern of midlenmoot vormen op ie
dere expositie dezer vereeniging. Wij meenen
daarom te mogen volstaan met enkele vluch
tige aanteekeningen.
R. Bonnet laat h!er een forsche teekening
zien van een Zuidelijk Italiaansch type, een
decoratieven kop, smal en scherp van struc.
tuur en van een natuurlijke noblesse. Graadt
van Roggen bewyst, dat hy een knap etser
is, met zijn romantisch „Venetië bij mane-
schyn". Bijzonder prettige aquarellen pen
seelde G. Huijsser, die in Algiers is geweest
Beter dan de wel studieuze, maar dikwyis
toch wat leege groote teekeningen van Roe
land Koning bevallen ons zyn houtsneden als
„Na den vischafslag". Bart Peizel. verrast
ons met een paar frissche reisindrukken uit
Frarkriik, sappig en fleurig van voordracht,
bekorend door hun directheid en zuiverheid.
Tenslotte verdient de gevoel'ge. fyne por.
tretschets van Mej. D. de G. door Mevr.
WestendorpOsieck nog byzondere vermel
ding.
Het beel^>,""wwerk van J. Maris is zwak
van vorm en tracht achter uiteriyk vertoon
het gebrek aan innerhlkee concentratie te
maskeeren. Op 't Land forceert zich zelve
niet en brengt d'enteneevo1ge wel eens een
aardig beeldje voor den dag zooals b.v. zyn
uit teakhout gesneden „Gier".
H. V. M.