Binnenlandsch Nieuws
STATEN-GENERAAL
EN MOBILISATIE
TOELAATBARE BELASTING
VAN EEN VLIEGTUIG
VOORSTEL-ALBARDA
Memorie van Toelichting
STOPZETTING
5AKSTEENFABRIEKEN
Werkloosheid bedreigt
5000 arbeiders
DE RAMP VAN DE
STANFRIESIV
Het lichten van het wrak
DESKUNDIGE
UITEENZETTING
Voorzichtig zijn met
conclusies uit een proef
WERKVERSCHAFFING
Ongeregeldheden te
Delfzijl
o
VOOR DE NOODLIJDENDE
KÜNSTENAARS
Tentoonstelling schilderijen van
H. M. de Koningin
NEDERLANDSCHE INDUSTRIE-
DAGEN
DE NOOD IN DE SCHOEN
INDUSTRIE
Adres aan Minister Verschuur
LEERLING-KLERK
NED. SPOORWEGEN
Examen afgeschaft
SOCIAAL LEVEN
Commissie geïnstalleerd
UIT HET FRIESCHE
SCHILDERSBEDRIJF
Loonsverlaging gedeeltelijk aanvaard
NATIONAAL CRISIS-COMITÉ
Collecteerende vroede vaderen
LUCHTVAAR 7
..De Raaf"
GEMENGD NIEUWS
VERGEEFSCHE TOCHT VAN
DE „ZWOLLE"
HANDIGE NEDERLANDSCHE
EXPORTEURS
EERVOL ONTSLAG
LEGER EN VLO O?
OVERSTE RIENKS OVERLEDË^
RIVIER-OVERGANGEN
ONDERWIJS
ANALYSTEXAMEN
NIEUWE LEGER
COMMANDANT IN INDIË
Generaal Koster genoemd
LANDBOUW EN VEETEEL?
STEUN AAN AARDAPPEL
TELERS
Uitbetaling regeeringsgelden
De Kamerleden Albarda. Vliegen, IJzer.
man, K. ter Laan en Van Zadelhoff hebben
ingediend een initiatief-wetsvoorstel tot na
dere regeling van de vrijwillige opkomst on.
der de wapenen van dienstplichtigen en re
serve-personeel.
Aan de Memorie van Toelichting is het
Volgende ontleend:
Artikel 187 der Grondwet bepaalt, dat,
wanneer in geval van oorlog, oorlogsgevaar
of andere buitengewone omstandigheden,
de dienstplichtigen, die niet in wer-
kelijken dienst zijn. geheel of ten
deele onder de wapenen worden geroe.
pen, onverwijld bij de Staten-Generaal een
wetsvoorstel moet worden ingediend aan het
onder de wapenen blijven der dienstplich
tigen zooveel noodig te bepalen.
Gedurende vele jaren is de opvatting ge.
huldigd. dat dit Grondwetsartikel niet van
toepassing moest worden geacht op mobili
saties voor binnenlandsche doeleinden. Zoo
lang men dit aannam, bevatten andere wet
ten bepalingen, die aan de Staten.Generaal
medezeggenschap toezegden, ook als men
meende, dat deze niet uit de Grondwet
voortvloeide. Als voorbeeld worden bepalin
gen in de Militiewet-Colijn van 1912, die
een samenvatting waren van artikelen der
Militiewet van 1901. Reeds in 1903 bleek
tw fel, of zulke bepalingen wel met de
Grondwet in overeenstemming geacht kon.
den worden.
De gegrondheid van dien twijfel werd nog
betwist in 1903. in de Memorie van Ant
woord betreffende een wetsontwerp om te
bepalen, dat opgeroepen dienstplichtigen on
der de wapenen zouden blijven, zoolang de
regeering zulks raadzaam zou oordeelen.
Maar later is de gegrondheid van dien twij.
fel erkend.
Zoo verklaarde minister Bosboom in 1917,
dat onder de „andere buitengewone omstan
digheden", in art. 187 der Grondwet ge
noemd, te verstaan zijn alle omstandigheden
die grond kunnen opleveren tot het buiten,
gewoon onder de wapenen roepen of hou
den dienstplichtigen. In 1916 had minister
Cort van der Linden zich reeds in gelijken
zin uitgelaten. Minister Van Dijk stelde zich
In 1921 op hetzelfde standpunt en de Kamer
sloot zich bij 's ministers opvatting aan. In
de Militiewet 1922 treft men dan ook niet
meer de oude desbetreffende bepaling der
Militiewet-1912 aan. In alle andere buiten,
gewone omstandigheden dan die van oorlog
en oorlogsgevaar, waarin aanleiding wordt
gevonden tot het buitengewoon onder de
wap.nen roepen van dienstplichtigen, moet
dus sedert 1922, evenals in geval van oor.
lof of oorlogsgevaar worden voldaan aan
het voorschrift van art. 187 der Grondwet,
d.w.z. dat onverwijld een wetsvoorstel moet
worden gedaan om het onder de wapenn
blijven der opgeroepen dienstplichtigen zoo
veel noodig te bepalen.
Zoo blijkt in den loop der jaren de mede
zeggenschap der Staten_Generaal in deze
materie versterkt
Bijzondere Vrijwillige Landstorm.
Door de oprichting van den Bijzonderen
Vrijwilligen Landstorm is een gewapende
macht ontstaan, die kan worden gemobili
seerd, zonder dat de regeering verplicht is,
onverwijld den Staten-Generaal de mobili
satie mede te deelen en voor het onder de
wapenen doen blijven van die macht de
goedkeuring van de Staten-Generaal te vra.
gen.
De Bijzondere Vrijwillige Landstorm is
een, zij het ook door de regeering begun
stigde, buitenwettelijke organisatie. Hij
is een vereeniging van niet in wer-
kelijken dienst zijnde dienstplichtigen,
die zich bereid hebben verklaard,
onder de wapenen te komen in verband met
handhaving of herstel van de openbare orde
of rust. Zij worden, als hun opkomst onder
de wapenen wenschelijk wordt geacht, niet
door de regeering onder de wapenen geroe
pen, maar door den minister van Defensie
tot den werkelijken dienst toegelaten. Op
deze wijze staan bijna vijftigduizend man
gereed om, wanneer aanleiding wordt ge
zien met gewapende macht de openbare
orde of rust. te handhaven of te herstellen,
vrijwillig onder de wapenen te komen. De
mobilisatie van deze macht is tot in bijzon,
derheden voorbereid. Deze organisatie heeft
de waarborgen van art. 187 der Grondwet
ten deele denkbeeldig gemaakt*
Naast het wettelijk ingestelde leger is een
vrijwilligersleger gevormd, waarover de re
geering, met de leiders dier organisatie, naar
willekeur kan beschikken. De regeering kan
voor het indienen van een wetsontwerp tot
goedkeuring van de daaraan verbonden uit.
gaven het tijdstip zelf bepalen.
De indieners van het initiatief.wetsvoorstel
achten het dringend nodozakelijk, dat aan
den tegenwoordigen toestand een eind wordt
gemaakt. Het gereed staan van een orga
nisatie, die de regeering in staat stelt om,
met voorbijgaan van art. 187 der Grondwet
en dus buiten de Staten-Generaal om, voor
doeleinden van binnenlandsche politiek een
vrijwilligersleger op de been te doen komen,
is niet bevorderlijk voor orde en rust.
Angst speelt den voorstellers parten.
Aan een deel van het volk moge het be.
staan van die organisatie een gevoel van
veiligheid geven, een ander niet gering deel
kan zich door deze organisatie, die haar
leden uitsluitend uit de aanhangers van be
paalde politieke richtingen recruteert, be
dreigd gevoelen. In de volksgroepen, welker
leden niet tot den Bijzonderen Vrijwilligen
Landstorm behooren en daaruit zelfs zorg.
vuldig worden geweerd, ontstaat de opvat
ting, dat het eene deel van het volk zich
op een strijd met de wapenen tegen het
andere deel voorbereidt. In die volksgroepen
ontwaakt dientengevolge de drang om zich
harerzijds eveneens op een strijd met phy-
sieke middelen voor te bereiden. Tot weik
een uiterst gevaarlijken toestand zulks leiden
kan, is in Oostenrijk en Duitschland ge
bleken. S
Volgens de voorstellers moet worden her
steld de toestand, waarin geen mobilisatie,
van welken omvang en met welke strekking
ook, kan worden ondernomen, zonder dat
voldaan wordt aan art. 187 der Grondwet.
Zij meenen, dit te kunnen bereiken door
de artikelen 35 van de Dienstplichtwet en
5 van de wet van 6 Juni 1905 zoodanig aan
te vullen, dat de bepalingen van die artike
len nog slechts kunnen voldoen aan haar
oorspronkelijke bestemming, nl. om aan
dienstplichtigen, die om persoonlijke rede.
nen onder de wapenen wenschen te komen,
daartoe de gelegenheid te bieden. Zij wen
schen dus niet zoover te gaan, dat elke vrij
willige opkomst onder de wapenen van en.
kele personen onmogelijk zou worden ge
maakt. Indien bepaald wordt, dat noch in
gevolge art. 35 der Dienstplichtwet noch
ingevolge art. 5 van de wet van 6 Juni 1905
meer dan honderd man tegelijk onder de
wapenen mogen verblijven, achten zij de ge.
legenheid voor persoonlijke opkomst in wer
kelijken dienst in voldoende mate verzekerd,
maar tegelijk de mogelijkheid van een mas
sale opkomst van vrijwilligers, buiten de
Staten.Generaal om, opgeheven.
Daartoe strekt hun initiatief-wetsvoorstel.
De Zaterdagmiddag geopende tentoon
stelling van schilderijen, teekeningen en
schetsen, vervaardigd door H. M. de Konin
gin, welke expositie is ingericht in de Kon.
Kunstzaal Kleykamp te Den Haag en waar
van de geheele opbrengst aan catalogi en
entreegelden ten goede zal komen aan de
noodlijdende kunstenaars, omvat een 80-tal
werken en zij vult de wanden van drie in-
eenloopende zalen.
De voornaamste schilderijen, ten getale
van 22, brengen landschappen in beeld, o a.
uit Noorwegen, het Rhönedal, Oberstdorl in
Beijeren en omgeving, van Het Loo, enz.;
voorts zijn er een 25-tal studies in olieverf,
door Koningin Wilhelmina tijdens Haar
reizen in binnen- en buitenland gemaakt.
De overige werken zijn krijt- of pentee-
keningen, o.a. uit de Vogezen, de Noorsche
fjorden, de Dolomieten, schetsjes uit Leng-
berg en omgeving, stemmingsstukjes van de
Veluwe, duinlandschappen, waaronder een
werk, dat eigendom is van H. M. de Konin
gin-Moeder en een, getiteld „Straatje in
Ammerschwihr" (Elzas), dat het eigendom
is van H. K. H. Prinses Juliana.
Vele van de werken onzer Koningin geven
de door Haar gekozen landschappen, rivier
en berggezichten, bosch-interieurs in karak
teristieke stemming weer, zooals maanlicht
bij sneeuw of na regenval, enz., maar ook in
stralenden zonneschijn. Bij een aantal teeke
ningen heeft de Koninklijke schilderes met
een enkel woord den titel er bij geschreven;
voor het overige vindt men alle werken aan
geduid in den catalogus, die voor den Uitte
len prijs van 10 cent aan den ingang van
het gebouw is te verkrijgen. Voorts is een
speciale catalogus met een tiental repro
ducties nog in bewerking, die binnenkort
verkrijgbaar zal worden gesteld.
De tentoonstelling is dagelijks van 105
uur ('s Zondags van 24 uur) geopend te
gen een toegangsprijs van 50 cent op be
paalde nader aan te geven dagen CMFW
paalde nader aan te kondigen dagen 25
cent ten bate van de noodlijdende kunst
schilders.
De opening geschiedde zonder eenige
plechtigheid of toespraak.
Hare Majesteit had bereids Vrijdag, even
als H. K. H. de Prinses en Z. K. H. de
Prins een bezoek aan de zalen bij Kleykamp
gebracht.
Zaterdagmiddag waren onder de bezoekers
o.a. leden van het Corps diplomatique, de
heer P. Visser, chef van de afdeeling Kun
sten en Wetenschappen van het Departement
van Onderwijs, K. E. W., verschillende le
den van de hofhouding, vele bekende kunst
schilders, de voorzitter en de secretaris van
het Nederl. Steuncomité voor beeldende
kunstenaars, t.w. de heeren E. R. D. Schaap
en Leen Verhoeven, de bestuursleden van
Pulctri Studio en andere kunstgenootschap
pen en voorts tal van andere belangstellen
den.
Tal van bezoekers gaven een belangrijk
hoogeren toegangsprijs of betaalden een
grooter bedrag voor den catalogus dan als
minimum-prijzen waren aangegeven. De za
len waren geregeld vol bezoekers.
Teneinde nu te voorkomen, dat door een
decentralisatie op dit gebied schade wordt
toegebracht aan het goede werk, dat een
maal werd begonnen, is het besluit geno
men, om deze commissie in het leven te roe
pen.
De taak dezer commissie zal niet zijn, om
het initiatief te nemen voor verdere in-
dustriedagen, doch om voor te lichten en
leiding te geven, indien eenige Provincie- of
streekplannen voor het houden van derge
lijke Industriedagen zou willen uitvoeren
Op voorstel van den heer Stulemetjer
werd door de commissie tot haar voorzitter
benoemd de heer H. P. Gelderman en tot
secretaris de heer mr. L. J. van der Valk,
Wilhelminapark 1 te Breda.
De heer Gelderman zegde dank voor het
in hem gestelde vertrouwen en bracht na
mens de commissie dank aan den heer Ch.
Stulemeijer voor het genomen initiatief en
voor de leiding der gehouden vergadering.
Naar aanleiding van het aannemen van
de contingenteeringswet door de beide Ka
mers, richtte de Nederlandsch R. K. Veree
niging van handelsreizigers „St. Christoffel'
een schrijven aan den Minister van Arbeid,
Handel en Nijverheid, waarin den Minister
verzocht werd de contingenteering op de
eerste plaats toe te passen op de noodlij
dende schoenindustrie.
De directie der Ned. Spoorwegen heeft
den Personeelraad medegedeeld, dat het
examen voor leerling-klerk wordt afgeschaft
daar zij over voldoende krachten kan be
schikken, voorzien van diploma's, die vrij
stelling geven van dit examen.
Alleen personeel, dat op 31 December 1931
een aanstelling had, zal in de gelegenheid
gesteld worden alsnog dit examen af te
leggen.
Zaterdag werd te Den Haag door den heer
Ch. Stulemeijer, voorzitter van het Algemeen
Comité voor de organisatie der Brabantsche
Industriedagen, geïnstalleerd de Commissie
voor Nederlandsche Industriedagen.
In deze commissie hebben zitting de hee
ren H. P. Gelderman, voorzitter van het
Verbond van Nederlandsche Werkgevers;
Mr. M. P. L. Steenberghe, voorzitter van
de Algemeene R.K. Werkgeversvereniging;
F. L. van der Bom, voorzitter der Christe
lijke Werkgeversvereeniging;
Mr. C. H. Guépin, voorzitter van de Neder
landsche Maatschappij voor Nijverheid en
Handel;
Ir. J. van Dusseldorp, voorzitter van de
Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat";
Mr. L. J. van der Valk, secretaris van het
Algemeen Comité voor de organisatie der
Brabantsche Industriedagen.
Rede Ch. Stulemeijer
De heer Ch. Stulemeijer opende deze
vergadering met er op te wijzen, dat het
doel van de commissie is, om adviseerend en
eventueel ook leidend op te treden, wanneer
in de toekomst nog andere industriedagen
in Nederlandsche industrieele centra zullen
worden gehouden.
De Limburgsche Industriedagen begon
nen in 1930 op een geheel nieuwe wijze de
aandacht te vragen voor een belangrijk deel
der Nederlandsche Industrie.
Door de Brabantsche Industriedagen van
September 1931 werd dit werk, zij het ook
op breedere basis, voortgezet en werd niet
alleen in ons land, doch ook ver buiten onze
grenzen de aandacht gevraagd voor een pro
vincie, welker industrie nog niet die bekend
heid geniet, welke zij op grond van haar
ontwikkeling en voortvarendheid verdient.
Het met deze Industriedagen behaalde
succes geeft aanleiding om te veronderstel
len, dat wellicht ook andere provincies of
industrieele centra plannen tot navolging
dezer industriedagen zullen maken.
Zooals bekend is er eenigen tijd geleden
getracht om door maatregelen, genomen
door het zoogenaamde Extra-Rood-Contract,
de productie van de Nederlandsche baksten,
industrie, die zich in de laatste jaren zoo
danig ontwikkeld had. dat er een te veel
aan harde en een tekort aan zachte soor
ten was ontstaan, in zoodanige banen te
leiden, dat er een meer normale toestand
verkregen zou worden. Deze maatregelen
waren er op gericht, om de productie van
harde metselsteenen te beperken, althans
zooveel mogelijk, door het extra fabriceeren
van groote kwantums binnenmuursteenen,
die nog in groote hoeveelheden uit het bui.
tenland worden ingevoerd. Desondanks zijn
de voorraden harde metselsteenen ten ge
volge van de diep in het bouwbedrijf ingrij
pende crisis, zoodanig toegenomen, dat de
geheele baksteenindustrie in ons land bin.
nenkort, zoowel technisch als economisch zou
vastloopen. Daarom heeft de geheele Neder
landsche baksteenindustrie onlangs besloten
met uitzondering van Limburg en enkele op
zichzelf staande fabrieken, om dit jaar de
ovens drie maanden te sluiten, waarbij te
vens werd bepaald, dat de stopzetting half
Januari zou beginnen. Over het geheele land
zullen hierdoor ongeveer 5000 personen wor.
den getroffen.
„De Telegraaf" heeft eens geïnformeerd
hoe de toestand meer in het bijzonder in
de provincie Groningen is. waar ongeveer
35 fabrieken tot stopzetting zullen overgaan.
Het blad vernam, dat de toestand in de pro
vincie Groningen op het oogenblik zooda.
nig is, dat ongeveer 60 pet. van de jaar
productie op de tasvelden aanwezig is, het.
geen zoo schadelijk en déprimeerend werkt,
dat slechts krachtige maatregelen hierin ver
betering kunnen brengen. Daarom is in deze
provincie, na de maatregelen genomen in de
andere streken van ons land, tevens nog be.
sloten dat iedere fabriek 25 pet. van haar
producten van gevormmde ongebakken steen
niet mag afbranden vóór 1 Mei a.s. Dit heeft
tot gevolg gehad, dat nu reeds verschillende
fabrieken in Groningen stilliggen en dat
andere spoedig zullen volgen. Het geheele
bedrijf zal 1 Februari rusten met uitzonde
ring van de aflevering, welke uit de groote
voorraden normaal doorgaat.
Stil komen te liggen of zijn reeds stop.
gezet 35 fabrieken.
Aan elk dezer fabrieken vinden normaal
in de periode van 1 Februari tot het begin
der campagne d.i. ongeveer 15 April gemid
deld 12 tot 15 personen werk. zoodat in deze
provincie gedurende die maanden ongeveer
vier vijfhonderd menschen werkloos zullen
worden. Bovendien zal ook in de a.s. cam.
pagne de werkgelegenheid minder dan ge
woonlijk zijn, daar er 25 pet. steenen min.
der gevormd zullen worden in verband met
het feit dat 25 pet der vorige jaarproductie
ongebrand is gebleven.
Naar wij vernemen, hebben de schilders
gezellen in Friesland, georganiseerd in de
Christelijke en R. K. Vakarbeidersbonden,
de patroonsvoorstellen, welke neerkomen op
een loonsverlaging van 2 cent per uur voor
de groote plaatsen en vier cent per uur voor
het platteland, aanvaard.
De moderne schildersgezellenbond heeft
de patroonsvoorstellen niet aangenomen,
niettegenstaande bekend si, dat de patroons
hun standpunt niet zullen wijzigen en nog
maals een conferentie met de patroonsorga
nisatie aangevraagd. Deze is toegestaan, doch
het bestuur van laatstgenoemde organisatie
heeft den Modernen Schildersgezellenbond
medegedeeld, dat vanaf Maandag 18 Januari
a.s. de loonen naar het lagere tarief zullen
worden uitbetaald.
Burgemeester en Wethouders en de ge
meenteraadsleden van Naarden zullen
Woensdag aa. bij de in hun gemeente te
houden collecte voor het Crisis-comité per
soonlijk den geheelen dag mede collecteeren.
DE POSTVLUCHTEN
„De Reiger"
Bij de K. L. M. is bericht ingekomen, dat
de „Reiger" Zaterdag om 6.39 uur uit Cairo
is vertrokken en te 9.25 uur te Mersamatruh
is aangekomen.
Het vliegtuig ging wegens de weersom
standigheden niet verder.
„De Duif"
De „Duif" is te 6.30 uur uit Rangoon ver
trokken en te 9.35 te Bangkok aangekomen
Het toestel vertrok te 10.25 uit Bangkok en
is te 15.10 te Alorstar geland.
Om 15.40 vertrok het uit Alorstar en
landde te 17.10 te Medan.
„De Uil"
De „Uil" is Zaterdag om 5.50 uit Medan
vertrokken en na tusschenlandingen te Alor
star en Bangkok om 17.52 te Rangoon ge.
land.
Bij de KL.M. is bericht ingekomen, dat
de „Raaf" gisteren om 7.52 uur uit Rome
is vertrokken en om 15.25 uur te Athene
is geland.
Zaterdagmorgen te ruim negen uur is de
salonboot „Zwolle" vryn de firma Verschure
en Co. te Amsterdam voor de tweede maal
in deze week uit de hoofdstad vertrokken
met bestemming naar de plek op de Zuider.
zee, waar de vorige week de „Stanfries IV"
van de Scheepvaart Mij. HollandFriesland
is vergaan, bij welke ramp de vier opvaren
den om het leven zijn gekomen. Nauwkeu.
rig gezegd bevindt deze plek zich, zooals be
kend, juist op het midden van de lijn, die
men op de kaart trekken kan van de Oost.
punt van Wieringen naar Hindeloopen. Aan
boord bevonden zich enkele vertegenwoordi-.
gers van de assuradeursfirma, bij welke de
„Stanfries" was verzekerd. Voorts de heer
C. A. G. van der Boom, inspecteur voor de
Scheepvaart te Amsterdam, de heer A. van
der Zee van de firma Verschure. de heer
De Langen Wendels, expert voor de assura.
deuren, alsmede enkele journalisten. Men
hoopte thans op de plaats van de ramp het
materiaal aan te treffen van de firma Van
der Tak te Rotterdam, welke met het ber
gingswerk is belast.
Evenals Dinsdag j.L is deze hoop niet in
vervulling gegaan, waardoor niet in de laat
ste plaats voor de vertegenwoordigers der
pers een aantal improductieve uren is voor
bij gegaanVochtig weer en clecht zicht
waren de ongunstige factoren van dezen
tocht, welke niettemin, dank zij de bekwame
navigatoren, die aan boord waren, vlot ver
liep.
De plaats, waar het wrak van de „Stan
fries" ligt, werd te ongeveer 3 uur 40 bereikt;
zij wordt gemarkeerd door een wrakboei met
een groen schitterlicht en, op een afstand,
welke gelijk is aan de lengte van het ge
zonken schip, door een tweede, niet verlichte
boei, die op den bovenkant een houten kruis
draagt, een rouwteeken op een zeemansgraf.
Helaas viel van de bergingsvaartuigen der
firma van der Tak niets te bekennen, wes
halve de schipper van de „Zwolle" order
kreeg, koers te zetten naar Stavoren, welk
plaatsje te onge /eer half vier bereikt werd.
Enkele uren later, het weer was inmiddels
nog slechter geworden, terwijl een stevige
wind opstak, doken aan den ingang der ha
ven de snel naderbij komende lichten op van
drie vaartuigen welke, naar spoedig bleek,
de bergingsvaartuigen „Phyllis Hudson" en
„Meermin", alsmede een bok waren van de
firma Van der Tak.
Dadelijk nadat de vaartuigen gemeerd
lagen, ging de heer Van der Boom op in
formatie uit, waarbij hij vernam, dat Za
terdag niet met den bergingsarbeid, waar
van, naar bekend, de bekende duiker Sper
ling de uitvoerder is, was voortgegaan. Bij
gunstig weer zouden Zondag of anders Maan
dag nog vier kabels onder het wrak worden
aangebracht, waarmede in elk geval een dag
gemoeid zou zijn. Zooals bekend, is reeds op
twee meter van den kop van het wrak, onder
het voorschip, een kabel bevestigd, waarvan
de uiteinden aan twee op het water drijvende
tonnen zijn vastgemaakt. Met het eigenlijke
lichten van de „Stanfries", waarvoor een
tweede bok van Verschure uit Amsterdam
gerequireerd zal worden, zal vermoedelijk
niet vóór Dinsdag worden begonnen.
De Fransche contingenteeringswet
ontdoken
De „Daily Telegraph" vertelt het vol
gende:
Er wordt wel eens gezegd, dat het gemak
kelijk is een paard en kar door de mazen
van de meeste officieele regelingen te stu
ren. En thans zijn Nederlandsche bloemen-
exporteurs er in geslaagd, dit gezegde weer
eens waar te maken.
Het officieele quotum van den invoer van
afgesneden bloemen bedraagt n.l. 3526 Kg.
voor elke tien dagen. Eiken dag wordt ech
ter veel meer dan dit tiendaagsche contin
gent op de Parijsche markt aangevoerd. De
autoriteiten kunnen er niets tegen doen.
Want de bovengenoemde maatregel heeft al
leen betrekking op afgesneden bloemen. De
Nederlandsche kweekers zenden daarom hun
tulpen en bolbloemen met de bollen en de
wortels er nog aangehecht en de bloemen
worden eerst afgesneden als de zending op
de Parijsche markt is gekomen.
Naar aanleiding van de beschouwingen,
welke in de pers gewijd zijn aan het vraag
stuk der belasting van vliegtuigen, mede in
verband met de ramp aan de „Ooievaar" te
Bangkok overkomen, heeft een onzer mede
werkers zich om inlichtingen gewend tot den
Directeur van den Luchtvaartdienst, ressor-
teerende onder het Departement van Wa
terstaat.
Uit die inlichtingen blijkt dat de voor
schriften, welke voor de hoogste toegelaten
belasting gegeven worden, in hoofdzaak
verband houden met de sterkte van het
vliegtuig. Voor ons land gelden ter zake de
bepalingen, vervat in de Regeling Toezicht
Luchtvaart, voortvloeiende uit onze Lucht
vaartwet.
Het maximum gewicht van het toestel
hangt verder nauw samen, met den aan-
en uitloop van het vliegtuig en met het stijg-
vermogen. Bij de beoordeeling van het vlieg
tuig voor dat het een bewijs van luchtwaar
digheid ontvangt, moet voldaan worden aan
de volgende eischen.
Het toestel moet onder normale atmosfe
rische omstandigheden en bij normalen toe
stand van het terrein met volle belasting
geen grooter aanloop hebben dan 300 M.;
het moet na het verlaten van den grond
in rechte lijn doorvliegend, tenminste 20 M.
gestegen zijn, wanneer het zich bevindt op
een afstand van 600 M. van de plaats, waar
de aanloop is aangevangen en moet daarna
blijven stijgen, een en ander bij een wind
sterkte van niet grooter dan 2% M. per sec.
Verder moet het vliegtuig bepaalde vlieg-
eigenschappen bezitten bij totale en gedeel
telijke belasting en bij verschillende belas
tingtoestanden.
Uit de beschikbare gegevens kan men het
het zg. .plafond" berekenen, dat is 't hoog
ste punt, dat een vliegtuig bij een bepaalde
belasting en bij normalen atmosferischen
toestand kan bereiken.
Dit berekende plafond is het theoretische
plafond. Daarnaast kent men het practisch
plafond, dat lager ligt dan het theoreti
sche.
Het toegelaten gewicht"
Als gezegd, betreffen deze eischen n°£{
male en gemiddelde toestanden. Dit o 1 J
ook ten duidelijkste uit een mededee
opgenomen in het bewijs van luchtwaar is
heid, hetwelk ingevolge de wettelijke vo
schriften door den Luchtvaartdienst v
elk vliegtuig wordt uitgereikt en dat W
vliegtuig aanwezig moet zijn. Deze m
deeling, die- betrekking heeft op de. in
bewijs vermelde, gegevens betreffende
toegelaten gewicht, luidt als volgt:
„N.B. Het maximum toelaatbaar g®w-
icht
wordt berekend ten aanzien van een vlies
tuig, dat zich voortbeweegt in droge
lucftti
uwioi vAttiu vuur lucvytugii in "i'-'o l.
onder een druk van 760 m.M. kwikhoog*
bij een temperatuur van 15 gr. C. Dit S
wicht mag in geen geval overschreden wo
den.
De bekwaamheid van den vll®?er
Met van het normale en gemiddelde af
wijkende toestanden, d w.z. hoogere tefflP®
ratuur, lagere barometerstand ook als g
volg van het zich bevinden op Sr0°
hoogte, minder tegenwind, ongunstige t
stand van het terrein, moet echter in
practijk steeds worden rekening gehoud
en daarbij komt het zeer aan op de kenn
het inzicht, de ervaring en de bekendn
van den vlieger. Zoo zal een vliegtuig.
een gemakkelijk te begrijpen voorbeeld
nemen, van een luchtvaartterrein, 6el^e
op een hoogte, die, ook gerekend naar
afwijking van den normalen atmospn®
schen toestand, zijn plafond overtreft, 111
van den grond kunnen komen. e0
Zoo zal ook een vliegtuig bij een slecht.
drassig terrein een langeren aanloop noo®»
hebben dan op een normaal terrein.
In de aangegeven hoogste belasting Is
niet anders te zien dan een normalen Sr°n.Ji
slag, welke den vlieger wordt, opge=e^_n
maar waarbij hij ten allen tijde te bedenk^
heeft, en waarvoor hem dan ook bij
K.L.M. zeer zeker de noodige instruct
worden verstrekt, dat bijzondere en P'aa] e(j
lijke omstandigheden van grooten lnV aQ
kunnen zijn en hem dus kunnen nopen, v
dien grondslag af te wijken.
Uit het voorgenoemde blijkt, dat men 2®®
zichtig dient te zijn met het maken va
gevolgtrekkingen uit een bepaalde PT°'
onder zekere omstandigheden met een
paald vliegtuig gehouden, daar dezen
proef met een ander, dan wel met een 8
wijzigd, vliegtuig onder andere omstanmS
heden tot geheel andere sesultaten zoude
leiden.
In tegenstelling met andere gemeenten,
waar het deze week in verband met de sta
king bij de Werkverschaffingen tot ongere
geldheden kwam, is het te Delfzijl steeds
rustig geweest. Vrijdagavond echter was
door de gezamenlijke stakers uit Appinge-
dam en Delfzijl een groote vergadering be
legd in hotel Centrum te Delfzijl, waar he
vig werd geprotesteerd tegen den maatregel
van den Minister, n.l. hervatting van den
arbeid op Maandag a.s. na aflegging van
een schriftelijke accoord-verklaring met de
bestaande voorwaarden.
Na afloop der bijeenkomst te ongeveer 10
uur verzamelde men zich met vrouwen en
kinderen in colonne met de kennelijke bedoe
ling voor de woning van Rijksinspecteur
Buiskool te demonstreeren. Nadat de politie
enkele malen had gesommeerd uiteen te
gaan, welk bevel werd genegeerd, werd doo~
de marechaussee met de blanke sabel
een charge uitgevoerd, waarbij flinke klappen
vielen. Het slot was, dat ongeveer 100 stakers
den weg naar Appingedam werden opgedre
ven, vanwaar zij zich later luid zingend
huiswaarts begaven. De overigen verspreidden
zich in de stad, doch tot ongeregeldheden
kwam het niet meer, dank zij het optre&en
van de politie. Tegen 11 uur was de rust te
ruggekeerd.
Staking te Hoogezand opgeheven
Na in vergadering bijeen geweest te zijn,
hebben de stakers bij de werkverschaffingen,
afkomstig uit Hoogezand en omgeving, bijna
allen op de lijst geteekend voor hervatten
van den arbeid op Maandag a.s., zoodat voor
Hoogezand en omgeving de staking vrijwel
is afgeloopen.
De Groningers blijven staken
De Groningsche stakers hebben Zaterdag
morgen vergaderd en zijn besloten om
Maandag het werk niet te hervatten, daar
een aantal van hen uitgesloten blijft.
Driekwart van de stakers weer
aan het werk
Volgens mededeeling van den Rijksinspec
teur van de werkverschaffing, burgemees
ter Buiskool van Delfzijl, zijn er in de ge
heele provincie Groningen reeds zooveel
handteekeningen op de lijsten voor herplaat
sing bij de werkverschaffing geplaatst, dat
zeker kan worden aangenomen, dat minstens
75 pet. van de stakers Maandag weer aan
het werk zal gaan. Het is overal in de pro
vincie rustig.
Aan den commies bij den post-,
telegraaf'
en telefoondienst H. A. Hoehveld is met
gang van 1 Maart 1932 op zijn verzoek
vol ontslag verleend.
Dezer dagen is te Lausanne, ruim 70 Jaa
oud, overleden de heer S. J. Rienks, geP®
sionneerd, luitenant-kolonel van de
taire administratie van het Nederlandse*1
leger.
■eve®1
De overledene heeft gedurende ongeV-
veertig jaren in verschillende rangen
de Ned. landmacht gediend. Hij genoot z1-1*'
opleiding te Kampen en was als officier va°
administratie werkzaam o.m. te Niim®^
Wierden, Den Helder en Amsterdam \e
laatstgemelde stad was hij gedurende d
eerste mobilisatiejaren belast met de in d'
dagen zeer omvangrijke functie van adm1
nistrateur der zevende infanterie-brig»0®'
In 1917 werd hij bevorderd tot control®11,
van de inwendige administrate der corPs€I'
als zoodanig hij een jaar later werd g®Ped'
sionneerd. Ook na zijn pensionn®
ring bleef hij echter nog in het
dienst werkzaam, daar hij belast we'd
de leiding der administratie in het destiJ®
te Harderwijk gevestigd kamp van geïnt®1
neerde Belgische militairen.
Uit Tiel wordt bericht:
De overtocht geschiedt per stoomboot en
pont voor alle verkeer. Voor eventueele
drukte ligt nog een reserve boot en pont ge
reed.
Alle overige verbindingen zijn normaal.
Het analystexamen eerstp gedeelte, dat
gehouden wordt, vanwege de Ned. OL.mi-
sche Vereeniging, zal worden afgenomen op
Woensdag 17 Februari (schriftelijk) en einde
Maart of begin April (mondeling en mani
pulaties).
Aanmeldingen kunnen tot uiterlijk 30 Ja
nuari as. geschieden bij dr. J. van der Lee
Willem Buytenwechstraat 171c, te Rotter
dam (W.).
Het „Soer. Hdl." meldt dat gen.-majoor
C. Koster bestemd is om het volgend jad
den legercommandant, luit.-generaal H-
Cramer op te volgen, indien de eerste tij^e^
zyn verblijf in Europa physiek is hersfc^
Het Tweede Kamerlid, de heer Braat, h®eft
aan den Minister van Binnenlandsche
ken en Landbouw de volgende vragen ïe'
steld:
Is het den Minister bekend:
1. dat de boeren, fabriel«aardappelteleIj
in het N.O. des lands, zeer verlang®11
wachten op de uitbetaling van de hun t0
gezegde regeeringsgelden; n
2. dat zij ook verlangend zijn te w®1®
of de Minister aan hun wenschen wil vo*
doen om inplaats van 70 pet. van den 0°»'
1930 als maatstaf van uitkeering te nenleet
50 pet. van dien oogst met natuurlijk Cg
daarbij gedachte prijsverschil, het bek®11
70 x 30 of 50 x 42 cent; s{
3. dat de grondslag 50 pet. van den
1930 van de regeering niet meerdere kosi
van, en voor de boeren beteekent, daLl.
die een minder goede opbrengst per c\-
kregen. wat vaak voorkwam door finn-n jt
eele onmacht om voldoende kunstmest
te strooien, en daardoor de 70 pet. 11
konden halen, geen schade zullen lijden»
Is de Minister bereid te bevorderen:
1. een spoedige publicatie van den
grondslag voor de uitkeering, nl. 50 of
pet.;
2. dat die uitkeering zeer spoedig
zal hebben?