Binnenlandsch Nieuws STATEN-GENERAAL EN MOBILISATIE TOELAATBARE BELASTING VAN EEN VLIEGTUIG VOORSTEL-ALBARDA Memorie van Toelichting STOPZETTING 5AKSTEENFABRIEKEN Werkloosheid bedreigt 5000 arbeiders DE RAMP VAN DE STANFRIESIV Het lichten van het wrak DESKUNDIGE UITEENZETTING Voorzichtig zijn met conclusies uit een proef WERKVERSCHAFFING Ongeregeldheden te Delfzijl o VOOR DE NOODLIJDENDE KÜNSTENAARS Tentoonstelling schilderijen van H. M. de Koningin NEDERLANDSCHE INDUSTRIE- DAGEN DE NOOD IN DE SCHOEN INDUSTRIE Adres aan Minister Verschuur LEERLING-KLERK NED. SPOORWEGEN Examen afgeschaft SOCIAAL LEVEN Commissie geïnstalleerd UIT HET FRIESCHE SCHILDERSBEDRIJF Loonsverlaging gedeeltelijk aanvaard NATIONAAL CRISIS-COMITÉ Collecteerende vroede vaderen LUCHTVAAR 7 ..De Raaf" GEMENGD NIEUWS VERGEEFSCHE TOCHT VAN DE „ZWOLLE" HANDIGE NEDERLANDSCHE EXPORTEURS EERVOL ONTSLAG LEGER EN VLO O? OVERSTE RIENKS OVERLEDË^ RIVIER-OVERGANGEN ONDERWIJS ANALYSTEXAMEN NIEUWE LEGER COMMANDANT IN INDIË Generaal Koster genoemd LANDBOUW EN VEETEEL? STEUN AAN AARDAPPEL TELERS Uitbetaling regeeringsgelden De Kamerleden Albarda. Vliegen, IJzer. man, K. ter Laan en Van Zadelhoff hebben ingediend een initiatief-wetsvoorstel tot na dere regeling van de vrijwillige opkomst on. der de wapenen van dienstplichtigen en re serve-personeel. Aan de Memorie van Toelichting is het Volgende ontleend: Artikel 187 der Grondwet bepaalt, dat, wanneer in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden, de dienstplichtigen, die niet in wer- kelijken dienst zijn. geheel of ten deele onder de wapenen worden geroe. pen, onverwijld bij de Staten-Generaal een wetsvoorstel moet worden ingediend aan het onder de wapenen blijven der dienstplich tigen zooveel noodig te bepalen. Gedurende vele jaren is de opvatting ge. huldigd. dat dit Grondwetsartikel niet van toepassing moest worden geacht op mobili saties voor binnenlandsche doeleinden. Zoo lang men dit aannam, bevatten andere wet ten bepalingen, die aan de Staten.Generaal medezeggenschap toezegden, ook als men meende, dat deze niet uit de Grondwet voortvloeide. Als voorbeeld worden bepalin gen in de Militiewet-Colijn van 1912, die een samenvatting waren van artikelen der Militiewet van 1901. Reeds in 1903 bleek tw fel, of zulke bepalingen wel met de Grondwet in overeenstemming geacht kon. den worden. De gegrondheid van dien twijfel werd nog betwist in 1903. in de Memorie van Ant woord betreffende een wetsontwerp om te bepalen, dat opgeroepen dienstplichtigen on der de wapenen zouden blijven, zoolang de regeering zulks raadzaam zou oordeelen. Maar later is de gegrondheid van dien twij. fel erkend. Zoo verklaarde minister Bosboom in 1917, dat onder de „andere buitengewone omstan digheden", in art. 187 der Grondwet ge noemd, te verstaan zijn alle omstandigheden die grond kunnen opleveren tot het buiten, gewoon onder de wapenen roepen of hou den dienstplichtigen. In 1916 had minister Cort van der Linden zich reeds in gelijken zin uitgelaten. Minister Van Dijk stelde zich In 1921 op hetzelfde standpunt en de Kamer sloot zich bij 's ministers opvatting aan. In de Militiewet 1922 treft men dan ook niet meer de oude desbetreffende bepaling der Militiewet-1912 aan. In alle andere buiten, gewone omstandigheden dan die van oorlog en oorlogsgevaar, waarin aanleiding wordt gevonden tot het buitengewoon onder de wap.nen roepen van dienstplichtigen, moet dus sedert 1922, evenals in geval van oor. lof of oorlogsgevaar worden voldaan aan het voorschrift van art. 187 der Grondwet, d.w.z. dat onverwijld een wetsvoorstel moet worden gedaan om het onder de wapenn blijven der opgeroepen dienstplichtigen zoo veel noodig te bepalen. Zoo blijkt in den loop der jaren de mede zeggenschap der Staten_Generaal in deze materie versterkt Bijzondere Vrijwillige Landstorm. Door de oprichting van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm is een gewapende macht ontstaan, die kan worden gemobili seerd, zonder dat de regeering verplicht is, onverwijld den Staten-Generaal de mobili satie mede te deelen en voor het onder de wapenen doen blijven van die macht de goedkeuring van de Staten-Generaal te vra. gen. De Bijzondere Vrijwillige Landstorm is een, zij het ook door de regeering begun stigde, buitenwettelijke organisatie. Hij is een vereeniging van niet in wer- kelijken dienst zijnde dienstplichtigen, die zich bereid hebben verklaard, onder de wapenen te komen in verband met handhaving of herstel van de openbare orde of rust. Zij worden, als hun opkomst onder de wapenen wenschelijk wordt geacht, niet door de regeering onder de wapenen geroe pen, maar door den minister van Defensie tot den werkelijken dienst toegelaten. Op deze wijze staan bijna vijftigduizend man gereed om, wanneer aanleiding wordt ge zien met gewapende macht de openbare orde of rust. te handhaven of te herstellen, vrijwillig onder de wapenen te komen. De mobilisatie van deze macht is tot in bijzon, derheden voorbereid. Deze organisatie heeft de waarborgen van art. 187 der Grondwet ten deele denkbeeldig gemaakt* Naast het wettelijk ingestelde leger is een vrijwilligersleger gevormd, waarover de re geering, met de leiders dier organisatie, naar willekeur kan beschikken. De regeering kan voor het indienen van een wetsontwerp tot goedkeuring van de daaraan verbonden uit. gaven het tijdstip zelf bepalen. De indieners van het initiatief.wetsvoorstel achten het dringend nodozakelijk, dat aan den tegenwoordigen toestand een eind wordt gemaakt. Het gereed staan van een orga nisatie, die de regeering in staat stelt om, met voorbijgaan van art. 187 der Grondwet en dus buiten de Staten-Generaal om, voor doeleinden van binnenlandsche politiek een vrijwilligersleger op de been te doen komen, is niet bevorderlijk voor orde en rust. Angst speelt den voorstellers parten. Aan een deel van het volk moge het be. staan van die organisatie een gevoel van veiligheid geven, een ander niet gering deel kan zich door deze organisatie, die haar leden uitsluitend uit de aanhangers van be paalde politieke richtingen recruteert, be dreigd gevoelen. In de volksgroepen, welker leden niet tot den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm behooren en daaruit zelfs zorg. vuldig worden geweerd, ontstaat de opvat ting, dat het eene deel van het volk zich op een strijd met de wapenen tegen het andere deel voorbereidt. In die volksgroepen ontwaakt dientengevolge de drang om zich harerzijds eveneens op een strijd met phy- sieke middelen voor te bereiden. Tot weik een uiterst gevaarlijken toestand zulks leiden kan, is in Oostenrijk en Duitschland ge bleken. S Volgens de voorstellers moet worden her steld de toestand, waarin geen mobilisatie, van welken omvang en met welke strekking ook, kan worden ondernomen, zonder dat voldaan wordt aan art. 187 der Grondwet. Zij meenen, dit te kunnen bereiken door de artikelen 35 van de Dienstplichtwet en 5 van de wet van 6 Juni 1905 zoodanig aan te vullen, dat de bepalingen van die artike len nog slechts kunnen voldoen aan haar oorspronkelijke bestemming, nl. om aan dienstplichtigen, die om persoonlijke rede. nen onder de wapenen wenschen te komen, daartoe de gelegenheid te bieden. Zij wen schen dus niet zoover te gaan, dat elke vrij willige opkomst onder de wapenen van en. kele personen onmogelijk zou worden ge maakt. Indien bepaald wordt, dat noch in gevolge art. 35 der Dienstplichtwet noch ingevolge art. 5 van de wet van 6 Juni 1905 meer dan honderd man tegelijk onder de wapenen mogen verblijven, achten zij de ge. legenheid voor persoonlijke opkomst in wer kelijken dienst in voldoende mate verzekerd, maar tegelijk de mogelijkheid van een mas sale opkomst van vrijwilligers, buiten de Staten.Generaal om, opgeheven. Daartoe strekt hun initiatief-wetsvoorstel. De Zaterdagmiddag geopende tentoon stelling van schilderijen, teekeningen en schetsen, vervaardigd door H. M. de Konin gin, welke expositie is ingericht in de Kon. Kunstzaal Kleykamp te Den Haag en waar van de geheele opbrengst aan catalogi en entreegelden ten goede zal komen aan de noodlijdende kunstenaars, omvat een 80-tal werken en zij vult de wanden van drie in- eenloopende zalen. De voornaamste schilderijen, ten getale van 22, brengen landschappen in beeld, o a. uit Noorwegen, het Rhönedal, Oberstdorl in Beijeren en omgeving, van Het Loo, enz.; voorts zijn er een 25-tal studies in olieverf, door Koningin Wilhelmina tijdens Haar reizen in binnen- en buitenland gemaakt. De overige werken zijn krijt- of pentee- keningen, o.a. uit de Vogezen, de Noorsche fjorden, de Dolomieten, schetsjes uit Leng- berg en omgeving, stemmingsstukjes van de Veluwe, duinlandschappen, waaronder een werk, dat eigendom is van H. M. de Konin gin-Moeder en een, getiteld „Straatje in Ammerschwihr" (Elzas), dat het eigendom is van H. K. H. Prinses Juliana. Vele van de werken onzer Koningin geven de door Haar gekozen landschappen, rivier en berggezichten, bosch-interieurs in karak teristieke stemming weer, zooals maanlicht bij sneeuw of na regenval, enz., maar ook in stralenden zonneschijn. Bij een aantal teeke ningen heeft de Koninklijke schilderes met een enkel woord den titel er bij geschreven; voor het overige vindt men alle werken aan geduid in den catalogus, die voor den Uitte len prijs van 10 cent aan den ingang van het gebouw is te verkrijgen. Voorts is een speciale catalogus met een tiental repro ducties nog in bewerking, die binnenkort verkrijgbaar zal worden gesteld. De tentoonstelling is dagelijks van 105 uur ('s Zondags van 24 uur) geopend te gen een toegangsprijs van 50 cent op be paalde nader aan te geven dagen CMFW paalde nader aan te kondigen dagen 25 cent ten bate van de noodlijdende kunst schilders. De opening geschiedde zonder eenige plechtigheid of toespraak. Hare Majesteit had bereids Vrijdag, even als H. K. H. de Prinses en Z. K. H. de Prins een bezoek aan de zalen bij Kleykamp gebracht. Zaterdagmiddag waren onder de bezoekers o.a. leden van het Corps diplomatique, de heer P. Visser, chef van de afdeeling Kun sten en Wetenschappen van het Departement van Onderwijs, K. E. W., verschillende le den van de hofhouding, vele bekende kunst schilders, de voorzitter en de secretaris van het Nederl. Steuncomité voor beeldende kunstenaars, t.w. de heeren E. R. D. Schaap en Leen Verhoeven, de bestuursleden van Pulctri Studio en andere kunstgenootschap pen en voorts tal van andere belangstellen den. Tal van bezoekers gaven een belangrijk hoogeren toegangsprijs of betaalden een grooter bedrag voor den catalogus dan als minimum-prijzen waren aangegeven. De za len waren geregeld vol bezoekers. Teneinde nu te voorkomen, dat door een decentralisatie op dit gebied schade wordt toegebracht aan het goede werk, dat een maal werd begonnen, is het besluit geno men, om deze commissie in het leven te roe pen. De taak dezer commissie zal niet zijn, om het initiatief te nemen voor verdere in- dustriedagen, doch om voor te lichten en leiding te geven, indien eenige Provincie- of streekplannen voor het houden van derge lijke Industriedagen zou willen uitvoeren Op voorstel van den heer Stulemetjer werd door de commissie tot haar voorzitter benoemd de heer H. P. Gelderman en tot secretaris de heer mr. L. J. van der Valk, Wilhelminapark 1 te Breda. De heer Gelderman zegde dank voor het in hem gestelde vertrouwen en bracht na mens de commissie dank aan den heer Ch. Stulemeijer voor het genomen initiatief en voor de leiding der gehouden vergadering. Naar aanleiding van het aannemen van de contingenteeringswet door de beide Ka mers, richtte de Nederlandsch R. K. Veree niging van handelsreizigers „St. Christoffel' een schrijven aan den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, waarin den Minister verzocht werd de contingenteering op de eerste plaats toe te passen op de noodlij dende schoenindustrie. De directie der Ned. Spoorwegen heeft den Personeelraad medegedeeld, dat het examen voor leerling-klerk wordt afgeschaft daar zij over voldoende krachten kan be schikken, voorzien van diploma's, die vrij stelling geven van dit examen. Alleen personeel, dat op 31 December 1931 een aanstelling had, zal in de gelegenheid gesteld worden alsnog dit examen af te leggen. Zaterdag werd te Den Haag door den heer Ch. Stulemeijer, voorzitter van het Algemeen Comité voor de organisatie der Brabantsche Industriedagen, geïnstalleerd de Commissie voor Nederlandsche Industriedagen. In deze commissie hebben zitting de hee ren H. P. Gelderman, voorzitter van het Verbond van Nederlandsche Werkgevers; Mr. M. P. L. Steenberghe, voorzitter van de Algemeene R.K. Werkgeversvereniging; F. L. van der Bom, voorzitter der Christe lijke Werkgeversvereeniging; Mr. C. H. Guépin, voorzitter van de Neder landsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel; Ir. J. van Dusseldorp, voorzitter van de Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat"; Mr. L. J. van der Valk, secretaris van het Algemeen Comité voor de organisatie der Brabantsche Industriedagen. Rede Ch. Stulemeijer De heer Ch. Stulemeijer opende deze vergadering met er op te wijzen, dat het doel van de commissie is, om adviseerend en eventueel ook leidend op te treden, wanneer in de toekomst nog andere industriedagen in Nederlandsche industrieele centra zullen worden gehouden. De Limburgsche Industriedagen begon nen in 1930 op een geheel nieuwe wijze de aandacht te vragen voor een belangrijk deel der Nederlandsche Industrie. Door de Brabantsche Industriedagen van September 1931 werd dit werk, zij het ook op breedere basis, voortgezet en werd niet alleen in ons land, doch ook ver buiten onze grenzen de aandacht gevraagd voor een pro vincie, welker industrie nog niet die bekend heid geniet, welke zij op grond van haar ontwikkeling en voortvarendheid verdient. Het met deze Industriedagen behaalde succes geeft aanleiding om te veronderstel len, dat wellicht ook andere provincies of industrieele centra plannen tot navolging dezer industriedagen zullen maken. Zooals bekend is er eenigen tijd geleden getracht om door maatregelen, genomen door het zoogenaamde Extra-Rood-Contract, de productie van de Nederlandsche baksten, industrie, die zich in de laatste jaren zoo danig ontwikkeld had. dat er een te veel aan harde en een tekort aan zachte soor ten was ontstaan, in zoodanige banen te leiden, dat er een meer normale toestand verkregen zou worden. Deze maatregelen waren er op gericht, om de productie van harde metselsteenen te beperken, althans zooveel mogelijk, door het extra fabriceeren van groote kwantums binnenmuursteenen, die nog in groote hoeveelheden uit het bui. tenland worden ingevoerd. Desondanks zijn de voorraden harde metselsteenen ten ge volge van de diep in het bouwbedrijf ingrij pende crisis, zoodanig toegenomen, dat de geheele baksteenindustrie in ons land bin. nenkort, zoowel technisch als economisch zou vastloopen. Daarom heeft de geheele Neder landsche baksteenindustrie onlangs besloten met uitzondering van Limburg en enkele op zichzelf staande fabrieken, om dit jaar de ovens drie maanden te sluiten, waarbij te vens werd bepaald, dat de stopzetting half Januari zou beginnen. Over het geheele land zullen hierdoor ongeveer 5000 personen wor. den getroffen. „De Telegraaf" heeft eens geïnformeerd hoe de toestand meer in het bijzonder in de provincie Groningen is. waar ongeveer 35 fabrieken tot stopzetting zullen overgaan. Het blad vernam, dat de toestand in de pro vincie Groningen op het oogenblik zooda. nig is, dat ongeveer 60 pet. van de jaar productie op de tasvelden aanwezig is, het. geen zoo schadelijk en déprimeerend werkt, dat slechts krachtige maatregelen hierin ver betering kunnen brengen. Daarom is in deze provincie, na de maatregelen genomen in de andere streken van ons land, tevens nog be. sloten dat iedere fabriek 25 pet. van haar producten van gevormmde ongebakken steen niet mag afbranden vóór 1 Mei a.s. Dit heeft tot gevolg gehad, dat nu reeds verschillende fabrieken in Groningen stilliggen en dat andere spoedig zullen volgen. Het geheele bedrijf zal 1 Februari rusten met uitzonde ring van de aflevering, welke uit de groote voorraden normaal doorgaat. Stil komen te liggen of zijn reeds stop. gezet 35 fabrieken. Aan elk dezer fabrieken vinden normaal in de periode van 1 Februari tot het begin der campagne d.i. ongeveer 15 April gemid deld 12 tot 15 personen werk. zoodat in deze provincie gedurende die maanden ongeveer vier vijfhonderd menschen werkloos zullen worden. Bovendien zal ook in de a.s. cam. pagne de werkgelegenheid minder dan ge woonlijk zijn, daar er 25 pet. steenen min. der gevormd zullen worden in verband met het feit dat 25 pet der vorige jaarproductie ongebrand is gebleven. Naar wij vernemen, hebben de schilders gezellen in Friesland, georganiseerd in de Christelijke en R. K. Vakarbeidersbonden, de patroonsvoorstellen, welke neerkomen op een loonsverlaging van 2 cent per uur voor de groote plaatsen en vier cent per uur voor het platteland, aanvaard. De moderne schildersgezellenbond heeft de patroonsvoorstellen niet aangenomen, niettegenstaande bekend si, dat de patroons hun standpunt niet zullen wijzigen en nog maals een conferentie met de patroonsorga nisatie aangevraagd. Deze is toegestaan, doch het bestuur van laatstgenoemde organisatie heeft den Modernen Schildersgezellenbond medegedeeld, dat vanaf Maandag 18 Januari a.s. de loonen naar het lagere tarief zullen worden uitbetaald. Burgemeester en Wethouders en de ge meenteraadsleden van Naarden zullen Woensdag aa. bij de in hun gemeente te houden collecte voor het Crisis-comité per soonlijk den geheelen dag mede collecteeren. DE POSTVLUCHTEN „De Reiger" Bij de K. L. M. is bericht ingekomen, dat de „Reiger" Zaterdag om 6.39 uur uit Cairo is vertrokken en te 9.25 uur te Mersamatruh is aangekomen. Het vliegtuig ging wegens de weersom standigheden niet verder. „De Duif" De „Duif" is te 6.30 uur uit Rangoon ver trokken en te 9.35 te Bangkok aangekomen Het toestel vertrok te 10.25 uit Bangkok en is te 15.10 te Alorstar geland. Om 15.40 vertrok het uit Alorstar en landde te 17.10 te Medan. „De Uil" De „Uil" is Zaterdag om 5.50 uit Medan vertrokken en na tusschenlandingen te Alor star en Bangkok om 17.52 te Rangoon ge. land. Bij de KL.M. is bericht ingekomen, dat de „Raaf" gisteren om 7.52 uur uit Rome is vertrokken en om 15.25 uur te Athene is geland. Zaterdagmorgen te ruim negen uur is de salonboot „Zwolle" vryn de firma Verschure en Co. te Amsterdam voor de tweede maal in deze week uit de hoofdstad vertrokken met bestemming naar de plek op de Zuider. zee, waar de vorige week de „Stanfries IV" van de Scheepvaart Mij. HollandFriesland is vergaan, bij welke ramp de vier opvaren den om het leven zijn gekomen. Nauwkeu. rig gezegd bevindt deze plek zich, zooals be kend, juist op het midden van de lijn, die men op de kaart trekken kan van de Oost. punt van Wieringen naar Hindeloopen. Aan boord bevonden zich enkele vertegenwoordi-. gers van de assuradeursfirma, bij welke de „Stanfries" was verzekerd. Voorts de heer C. A. G. van der Boom, inspecteur voor de Scheepvaart te Amsterdam, de heer A. van der Zee van de firma Verschure. de heer De Langen Wendels, expert voor de assura. deuren, alsmede enkele journalisten. Men hoopte thans op de plaats van de ramp het materiaal aan te treffen van de firma Van der Tak te Rotterdam, welke met het ber gingswerk is belast. Evenals Dinsdag j.L is deze hoop niet in vervulling gegaan, waardoor niet in de laat ste plaats voor de vertegenwoordigers der pers een aantal improductieve uren is voor bij gegaanVochtig weer en clecht zicht waren de ongunstige factoren van dezen tocht, welke niettemin, dank zij de bekwame navigatoren, die aan boord waren, vlot ver liep. De plaats, waar het wrak van de „Stan fries" ligt, werd te ongeveer 3 uur 40 bereikt; zij wordt gemarkeerd door een wrakboei met een groen schitterlicht en, op een afstand, welke gelijk is aan de lengte van het ge zonken schip, door een tweede, niet verlichte boei, die op den bovenkant een houten kruis draagt, een rouwteeken op een zeemansgraf. Helaas viel van de bergingsvaartuigen der firma van der Tak niets te bekennen, wes halve de schipper van de „Zwolle" order kreeg, koers te zetten naar Stavoren, welk plaatsje te onge /eer half vier bereikt werd. Enkele uren later, het weer was inmiddels nog slechter geworden, terwijl een stevige wind opstak, doken aan den ingang der ha ven de snel naderbij komende lichten op van drie vaartuigen welke, naar spoedig bleek, de bergingsvaartuigen „Phyllis Hudson" en „Meermin", alsmede een bok waren van de firma Van der Tak. Dadelijk nadat de vaartuigen gemeerd lagen, ging de heer Van der Boom op in formatie uit, waarbij hij vernam, dat Za terdag niet met den bergingsarbeid, waar van, naar bekend, de bekende duiker Sper ling de uitvoerder is, was voortgegaan. Bij gunstig weer zouden Zondag of anders Maan dag nog vier kabels onder het wrak worden aangebracht, waarmede in elk geval een dag gemoeid zou zijn. Zooals bekend, is reeds op twee meter van den kop van het wrak, onder het voorschip, een kabel bevestigd, waarvan de uiteinden aan twee op het water drijvende tonnen zijn vastgemaakt. Met het eigenlijke lichten van de „Stanfries", waarvoor een tweede bok van Verschure uit Amsterdam gerequireerd zal worden, zal vermoedelijk niet vóór Dinsdag worden begonnen. De Fransche contingenteeringswet ontdoken De „Daily Telegraph" vertelt het vol gende: Er wordt wel eens gezegd, dat het gemak kelijk is een paard en kar door de mazen van de meeste officieele regelingen te stu ren. En thans zijn Nederlandsche bloemen- exporteurs er in geslaagd, dit gezegde weer eens waar te maken. Het officieele quotum van den invoer van afgesneden bloemen bedraagt n.l. 3526 Kg. voor elke tien dagen. Eiken dag wordt ech ter veel meer dan dit tiendaagsche contin gent op de Parijsche markt aangevoerd. De autoriteiten kunnen er niets tegen doen. Want de bovengenoemde maatregel heeft al leen betrekking op afgesneden bloemen. De Nederlandsche kweekers zenden daarom hun tulpen en bolbloemen met de bollen en de wortels er nog aangehecht en de bloemen worden eerst afgesneden als de zending op de Parijsche markt is gekomen. Naar aanleiding van de beschouwingen, welke in de pers gewijd zijn aan het vraag stuk der belasting van vliegtuigen, mede in verband met de ramp aan de „Ooievaar" te Bangkok overkomen, heeft een onzer mede werkers zich om inlichtingen gewend tot den Directeur van den Luchtvaartdienst, ressor- teerende onder het Departement van Wa terstaat. Uit die inlichtingen blijkt dat de voor schriften, welke voor de hoogste toegelaten belasting gegeven worden, in hoofdzaak verband houden met de sterkte van het vliegtuig. Voor ons land gelden ter zake de bepalingen, vervat in de Regeling Toezicht Luchtvaart, voortvloeiende uit onze Lucht vaartwet. Het maximum gewicht van het toestel hangt verder nauw samen, met den aan- en uitloop van het vliegtuig en met het stijg- vermogen. Bij de beoordeeling van het vlieg tuig voor dat het een bewijs van luchtwaar digheid ontvangt, moet voldaan worden aan de volgende eischen. Het toestel moet onder normale atmosfe rische omstandigheden en bij normalen toe stand van het terrein met volle belasting geen grooter aanloop hebben dan 300 M.; het moet na het verlaten van den grond in rechte lijn doorvliegend, tenminste 20 M. gestegen zijn, wanneer het zich bevindt op een afstand van 600 M. van de plaats, waar de aanloop is aangevangen en moet daarna blijven stijgen, een en ander bij een wind sterkte van niet grooter dan 2% M. per sec. Verder moet het vliegtuig bepaalde vlieg- eigenschappen bezitten bij totale en gedeel telijke belasting en bij verschillende belas tingtoestanden. Uit de beschikbare gegevens kan men het het zg. .plafond" berekenen, dat is 't hoog ste punt, dat een vliegtuig bij een bepaalde belasting en bij normalen atmosferischen toestand kan bereiken. Dit berekende plafond is het theoretische plafond. Daarnaast kent men het practisch plafond, dat lager ligt dan het theoreti sche. Het toegelaten gewicht" Als gezegd, betreffen deze eischen n°£{ male en gemiddelde toestanden. Dit o 1 J ook ten duidelijkste uit een mededee opgenomen in het bewijs van luchtwaar is heid, hetwelk ingevolge de wettelijke vo schriften door den Luchtvaartdienst v elk vliegtuig wordt uitgereikt en dat W vliegtuig aanwezig moet zijn. Deze m deeling, die- betrekking heeft op de. in bewijs vermelde, gegevens betreffende toegelaten gewicht, luidt als volgt: „N.B. Het maximum toelaatbaar g®w- icht wordt berekend ten aanzien van een vlies tuig, dat zich voortbeweegt in droge lucftti uwioi vAttiu vuur lucvytugii in "i'-'o l. onder een druk van 760 m.M. kwikhoog* bij een temperatuur van 15 gr. C. Dit S wicht mag in geen geval overschreden wo den. De bekwaamheid van den vll®?er Met van het normale en gemiddelde af wijkende toestanden, d w.z. hoogere tefflP® ratuur, lagere barometerstand ook als g volg van het zich bevinden op Sr0° hoogte, minder tegenwind, ongunstige t stand van het terrein, moet echter in practijk steeds worden rekening gehoud en daarbij komt het zeer aan op de kenn het inzicht, de ervaring en de bekendn van den vlieger. Zoo zal een vliegtuig. een gemakkelijk te begrijpen voorbeeld nemen, van een luchtvaartterrein, 6el^e op een hoogte, die, ook gerekend naar afwijking van den normalen atmospn® schen toestand, zijn plafond overtreft, 111 van den grond kunnen komen. e0 Zoo zal ook een vliegtuig bij een slecht. drassig terrein een langeren aanloop noo®» hebben dan op een normaal terrein. In de aangegeven hoogste belasting Is niet anders te zien dan een normalen Sr°n.Ji slag, welke den vlieger wordt, opge=e^_n maar waarbij hij ten allen tijde te bedenk^ heeft, en waarvoor hem dan ook bij K.L.M. zeer zeker de noodige instruct worden verstrekt, dat bijzondere en P'aa] e(j lijke omstandigheden van grooten lnV aQ kunnen zijn en hem dus kunnen nopen, v dien grondslag af te wijken. Uit het voorgenoemde blijkt, dat men 2®® zichtig dient te zijn met het maken va gevolgtrekkingen uit een bepaalde PT°' onder zekere omstandigheden met een paald vliegtuig gehouden, daar dezen proef met een ander, dan wel met een 8 wijzigd, vliegtuig onder andere omstanmS heden tot geheel andere sesultaten zoude leiden. In tegenstelling met andere gemeenten, waar het deze week in verband met de sta king bij de Werkverschaffingen tot ongere geldheden kwam, is het te Delfzijl steeds rustig geweest. Vrijdagavond echter was door de gezamenlijke stakers uit Appinge- dam en Delfzijl een groote vergadering be legd in hotel Centrum te Delfzijl, waar he vig werd geprotesteerd tegen den maatregel van den Minister, n.l. hervatting van den arbeid op Maandag a.s. na aflegging van een schriftelijke accoord-verklaring met de bestaande voorwaarden. Na afloop der bijeenkomst te ongeveer 10 uur verzamelde men zich met vrouwen en kinderen in colonne met de kennelijke bedoe ling voor de woning van Rijksinspecteur Buiskool te demonstreeren. Nadat de politie enkele malen had gesommeerd uiteen te gaan, welk bevel werd genegeerd, werd doo~ de marechaussee met de blanke sabel een charge uitgevoerd, waarbij flinke klappen vielen. Het slot was, dat ongeveer 100 stakers den weg naar Appingedam werden opgedre ven, vanwaar zij zich later luid zingend huiswaarts begaven. De overigen verspreidden zich in de stad, doch tot ongeregeldheden kwam het niet meer, dank zij het optre&en van de politie. Tegen 11 uur was de rust te ruggekeerd. Staking te Hoogezand opgeheven Na in vergadering bijeen geweest te zijn, hebben de stakers bij de werkverschaffingen, afkomstig uit Hoogezand en omgeving, bijna allen op de lijst geteekend voor hervatten van den arbeid op Maandag a.s., zoodat voor Hoogezand en omgeving de staking vrijwel is afgeloopen. De Groningers blijven staken De Groningsche stakers hebben Zaterdag morgen vergaderd en zijn besloten om Maandag het werk niet te hervatten, daar een aantal van hen uitgesloten blijft. Driekwart van de stakers weer aan het werk Volgens mededeeling van den Rijksinspec teur van de werkverschaffing, burgemees ter Buiskool van Delfzijl, zijn er in de ge heele provincie Groningen reeds zooveel handteekeningen op de lijsten voor herplaat sing bij de werkverschaffing geplaatst, dat zeker kan worden aangenomen, dat minstens 75 pet. van de stakers Maandag weer aan het werk zal gaan. Het is overal in de pro vincie rustig. Aan den commies bij den post-, telegraaf' en telefoondienst H. A. Hoehveld is met gang van 1 Maart 1932 op zijn verzoek vol ontslag verleend. Dezer dagen is te Lausanne, ruim 70 Jaa oud, overleden de heer S. J. Rienks, geP® sionneerd, luitenant-kolonel van de taire administratie van het Nederlandse*1 leger. ■eve®1 De overledene heeft gedurende ongeV- veertig jaren in verschillende rangen de Ned. landmacht gediend. Hij genoot z1-1*' opleiding te Kampen en was als officier va° administratie werkzaam o.m. te Niim®^ Wierden, Den Helder en Amsterdam \e laatstgemelde stad was hij gedurende d eerste mobilisatiejaren belast met de in d' dagen zeer omvangrijke functie van adm1 nistrateur der zevende infanterie-brig»0®' In 1917 werd hij bevorderd tot control®11, van de inwendige administrate der corPs€I' als zoodanig hij een jaar later werd g®Ped' sionneerd. Ook na zijn pensionn® ring bleef hij echter nog in het dienst werkzaam, daar hij belast we'd de leiding der administratie in het destiJ® te Harderwijk gevestigd kamp van geïnt®1 neerde Belgische militairen. Uit Tiel wordt bericht: De overtocht geschiedt per stoomboot en pont voor alle verkeer. Voor eventueele drukte ligt nog een reserve boot en pont ge reed. Alle overige verbindingen zijn normaal. Het analystexamen eerstp gedeelte, dat gehouden wordt, vanwege de Ned. OL.mi- sche Vereeniging, zal worden afgenomen op Woensdag 17 Februari (schriftelijk) en einde Maart of begin April (mondeling en mani pulaties). Aanmeldingen kunnen tot uiterlijk 30 Ja nuari as. geschieden bij dr. J. van der Lee Willem Buytenwechstraat 171c, te Rotter dam (W.). Het „Soer. Hdl." meldt dat gen.-majoor C. Koster bestemd is om het volgend jad den legercommandant, luit.-generaal H- Cramer op te volgen, indien de eerste tij^e^ zyn verblijf in Europa physiek is hersfc^ Het Tweede Kamerlid, de heer Braat, h®eft aan den Minister van Binnenlandsche ken en Landbouw de volgende vragen ïe' steld: Is het den Minister bekend: 1. dat de boeren, fabriel«aardappelteleIj in het N.O. des lands, zeer verlang®11 wachten op de uitbetaling van de hun t0 gezegde regeeringsgelden; n 2. dat zij ook verlangend zijn te w®1® of de Minister aan hun wenschen wil vo* doen om inplaats van 70 pet. van den 0°»' 1930 als maatstaf van uitkeering te nenleet 50 pet. van dien oogst met natuurlijk Cg daarbij gedachte prijsverschil, het bek®11 70 x 30 of 50 x 42 cent; s{ 3. dat de grondslag 50 pet. van den 1930 van de regeering niet meerdere kosi van, en voor de boeren beteekent, daLl. die een minder goede opbrengst per c\- kregen. wat vaak voorkwam door finn-n jt eele onmacht om voldoende kunstmest te strooien, en daardoor de 70 pet. 11 konden halen, geen schade zullen lijden» Is de Minister bereid te bevorderen: 1. een spoedige publicatie van den grondslag voor de uitkeering, nl. 50 of pet.; 2. dat die uitkeering zeer spoedig zal hebben?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 8