m m te lang gewacht tweede blad IN DE BERLIJNSCHE RECHTSZAAL Opzienbarende processen De treinaanslagen bij Amsterdam HET BIER! DE OUDE SOKKEN De surséance der N.V. Nederlandsche Han dels- en Landbouwbank Uitvoer van bol-, knol- en wortelgewassen hm.tm mfpiï m /fyt c. WOENSDAG 27 JANUARI 1932 BLADZIJ Di STADSNIEUWS Beeldhouwwerk van Mevr. C. FranzenHeslenfeld Voor ruim f 17.000.000 minder dan in 1930 „Haarlem's Zanggenot" en „Euterpe" Buitengewone Algemeene Vergadering van de R. C. H. DE VERKIEZINGEN BIJ RIJNLAND De benoeming gehandhaafd "D t' Si si#* u. M^nw. i t- ATTF Tf/Tyy fUs IN MEMORIAM MEJ. G. SWEERE R. K. F. Missiewedstrijden VRAGENBUS De betiteling „oude sokken" is niet fraai, "laar we zijn van volksopvoeders als de socialisten zich voorgeven te zijn, dergelijke lieflijke benamingen gewend. Zt. maken een tategreerend deel uit van de beschaafde om gangsvormen, welke onder de bewusten in- êang hebben gevonden. Met die betiteling dan worden aangeduid huidige leiders van de S. D. A. P. .,De oude sokken, die nu de leiding uitma ken, en die niets meer met den proletari- schen klassenstrijd gemeen hebben, moeten Terdwijnen en als ze dat niet doen, dan ■Koeten we komen tot een nieuwe revolution aire socialistische partij." Aldus sprak op het werkerscongres van de volgelingen van „De Socialist," Zondag te Utrecht gehouden, de inleider die het stand- Punt van dit deel der oppositie er zijn °ok nog volgelingen van Schmidt, die pas uit het partijbestuur is weggeloopen tegen over het partijbestuur uiteenzette. De „oud? sokken" moeten weg. Albarda, liegen, Oudegeest moeten op straat gezet. Er moet nieuw bloed in het partijbestuur komen, plaats worden gemaakt voor de jongeren. Er was plaats gemaakt, vorig jaar, voor een leider van die jongeren, maar hij hield het bij die duffe, muffe beweging niet uit. En zelfs die leider gaat velen niet ver ge- Uoeg, want hij zegt „noch reformisme, nooh communisme" te willen; maar, zoo vroeg een der sprekers op het congres: wat wil hij oigenlijk dan? Hier wordt dus de tegenstelling gemaakt: reformisme aan de eene, communisme aan de andere zijde, zonder schakel, zonder mid denmoot. Wie geen reformist wil zijn, is com munist. Wie den weg niet wil gaan van het Partijbestuur, de reformisten, hoort eigenlijk hij de communisten thuis. Geen wonder dat de „oude sokken" een met zulk een geest bezielde oppositie maar liever uit de partij zien treden. Ze hooien kerkelijk in een ander kamp. We hebben te lang gewacht en dreigen nu dubbel de gevolgen te moeten dragen. Toen andere landen al lang zich met ta riefmuren omringden en den invoer aan het beperken sloegen, wachtten wij maar kalmp jes af. Wat anderen te veel hadden werd bij ons op de markt geworpen. Onze industrie, onze land- en tuinbouw, onze veec-elt, het Verdorde en sehi err pelde meen. We lieten alles maar toe, en onze eigen Producten vonden in het eigen land geen af zet. We lieten toe. En nu wij, door den nood gedwongen, ook tot contingenteering overgaan, nu wordt dat teggn ons uitgespeeld! Met duizenden touwen werd de laatste twee jaren het Deensche vleesch bij ons ingevoerd. Voordien viel het in ons land niet te beken- Pen. Maar anderen weigerden het en wij haalden het binnen. Tot nadeel van onze veeteelt. Thans gaan we dien invoer beperken. Tot het kwantum van den normalen tijd, 1927, 1928 01 1929? Neen! We zijn veel ruimer; we staan in voer toe tot een hoeveelheid, tien, twintig maal zoo groot. En toch is men in Denemarken niet te- Vree. Toch werkt en dreigt men met re- Prestaties. Omdat we maar zeventien procent toelaten Van waarmee men de laatste twee jaren ons °verstroomd heeft, onze markt heeft kapot gemaakt. Waren we twee jaar eer er bij geweest, hadden we toen het Deensche invoercontin gent van vleesch niet slechts toegelaten voor volle honderd procent, maar tot een tien maal hooger maximum, de wereld zou ver baasd hebben gestaan over onze coulantheid, °hze welwillendheid tegenover onze Noorder buren. Zijzelf zouden zich hebben uitgeput in blijken van dankbaarheid. Nu krijgen ze het twintigvoud en ze gooien °hs met steenen. Omdat we te laat zijn, te lang hebben ge- Wacht. Nader rapport van den bewindvoerder In aansluiting op hetgeen reeds gisteren P ons blad is gepubliceerd omtrent de adere behandeling van het ingesteld appèl oor het Gerechtshof te Amsterdam, kan P°g het navolgende uit het door den be windvoerder mr. A. Bruch te Haarlem mtgebraebt rapport worden medegedeeld. .„Het voorstel, dat den bewindvoerder op dezer bereikte vanwege een vennootschap, J® vertegenwoordigd was door den heer /"oppenburg, kwam o.m. hier op neer, dat 'e vennootschap de activiteiten der Bank „°U overnemen, en daartegenover zou ®rUesteeren: a. betaling van 75.000.— in b. 75.000.in 5% hypothecaire „bligaties, c. betaling van de kosten van y,eU bewindvoerder, en d. reserveering van 25.000.— in obligaties voor nog onbeken- e claims op de Bank. v Dit voorstel, van een nadere toelichting Omzien, kwam den bewindvoerder on- •memelijk voor. jj.Imnrers het bedrag van 75000.— Kon onmiddellijk en in contanten worden jjf°Urneerd, doch zou „ln den loop van 32" gestort worden. Weliswaar werd dit gedeelte van het aanbod te elfder ure nog geamendeerd in dien zin, dat van het be drag van 75.000.— de helft na 3 8 dagen zou kunnen worden voldaan, en de andere helft na circa 3 maanden, doch ook dit nader herziene bod kon in het belang van' crediteuren geen wijziging in het standpunt van den bewindvoerder brengen. Deze liet toch uitkomen, dat het voor hem niet verantwoord kon heeten, de activa der Bank aan derden over te geven tegen ont vangst van een bedrag dat slechts een ge ring percentage van de waarde der over te geven objecten vertegenwoordigt. Ook al zou het bedrag van 75 mille direct in handen van den bewindvoerder worden gestort, dan ware de gedane aanbieding volgens den bewindvoerder nog niet accep tabel, nu de andere 75.000.slechts zou den kunnen worden betaald in 5% obliga ties, waarmede bedoeld zijn obligaties ge dekt door een 2e hypotheek. Immers, gelijk bij informatie gebleken was. zou slechts 5% der obligaties jaarlijks aflosbaar zijn. Op deze en andere gronden (waarbij nog kwam, dat de 150.000. aanzienlijk liggen beneden de voorzichtige raming van den be windvoerder). al hetgeen uitvoerig door den bewindvoerder werd gemotiveerd, verklaarde de bewindvoerder zijn fiat aan de aanvaar ding van het gewijzigde voorstel te moeten onthouden. Hoewel de bewindvoerder nog eens stipu leerde, dat hij tot het einde toe zich op het standpunt heet geplaatst, dat een aan- waardbare afwikkeling op korten termijn voor de crediteuren van het grootste be lang zou zijn en daarom, zoolang de moge lijkheid van overname der Bank tegen be taling van een acceptabele som niet zou zijn uitgesloten, faillissement moest worden ver meden; de bewindvoerder moest nu wel tot de conclusie komen, dat de kansen van overname (vooral ook nu het Bankgebouw is verkocht) thans op nihil moet worden getaxeerd. In het slot van zijn rapport gewaagde de bewindvoerder dan ook van zijn advies, dat voor verlenging der surséance z.i. geen ter men meer aanwezig zijn. nu ln tegen stelling met den toestand op 21 November en 30 December j.l. elk vooruitzicht als bedoeld in art. 217 P.W. als uitgesloten moet worden beschouwd. De rechtskundige adviseur der Bank, alsmede haar directeur, verklaarden daarop zich geheel met het rapport van den be windvoerder en diens conclusies te kun nen vereenigen, weshalve zij zich aan het oordeel van het Hof refereerden. Gelijk reeds gemeld, zal het Gerechtshof nu 10 Februari arrest wijzen. Expositie te Amsterdam. Onze vroegere stadgenoote, mevr. C. C. J. M. Franzen—Heslenfeld. stelt thans in een der zalen van de Rijksacademie van Beeldende Kunsten aan de Stadhouderskade te Amsterdam, hare beeldhouwwerken ten toon, welke zij vervaardigde gedurende haar tweede stipendiumjaar. Zooals men weet, werd het werk van mevr. Franzen bekroond in den wedstrijd voor de Beeldhouwkunst in 1929. Wij ontvingen een uitnoodiging van den hoogleeraar-directeur der genoemde Acade mie, om deze expositie te komen bezich tigen. Het Academiegebouw is van een statigen bouw en machtig rijst het op aan de Kade, waarlangs het Amsterdiamsche leven bloeiend is. In het gebouw heerscht een rustige sfeer. Na een zaal te zijn door kruist met machtige „brokken" plastiek, ongetwijfeld voorbeelden en studiewerken, betraden we het expositiezaaltje, met zijn diffuus licht, waar de matglazen beluiking nog door een zeer dunnen, linnen doek wordt gemaskeerd. De expositie was goed opgesteld, eenige prachtige Perzische tapijten gaven relief aan het overigens zoo sobere interieur. In 't geheel telden we circa tien werken, die men dus goed en aandachtig in zich op kan nemen, zonder het vermoeiende van te drukke verzamelingen. We herinneren ons nog den indruk, dien het werk van mevr. Franzen bij een vorig bezoek op ons maakte. We kenschetsten toen het karakter van dit beeldhouwwerk als dichterlijk. Ook thans kwamen we weer tot die conclusie. Op de eerste plaats boeide een werk, ge titeld: „Gerda's afscheid van het rendier," naar een sprookje van Andersen. Het tentoongestelde is het ontwerp in gips, ter halve grootte van het eigenlijke kunststuk, dat in Euvillesteen werd uitge voerd en waarvan een serie foto's te be wonderen was. Bij aandachtige, zelfs criti- sche, beschouwing kwamen we tot de con clusie, dat we hier met een heel mooi werk te doen hebben van geestige conceptie en stijlvolle uitvoering, zoodat het een teedere ontroering schenkt: Een sprookje in steen. Men ziet het rendier met zijn groote ge wei. Het buigt zijn kop op haast mensche- lijke wijze naar het kleine meisje, dat in een houding van kinderlijke genegenheid en overgave het beest een kus geeft. De compositie is zóó sierlijk en charmant, dat het werk alleen hierom reeds een aan gename voldoening schenkt. De uitvoering is niet realistisch in dien zin, dat alle détails verantwoord zijn, doch dit was bij het sty- listisch werk ook blijkbaar geenszins de be doeling. Hoofdzaak is, dat het werk schoon is en ontroering geeft, 't welk inderdaad het geval was. De conceptie is geestig, de stand en hou ding zijn prachtig, de plastiek van edelen stijl. We vinden het een gelukkigen arbeid van mevr. Franzen. Voorts zijn er diverse „portretten". Èr is een „kop" (brons) van den tooneel- speler Louis de Vries. Op zich zelf is die kop prachtig en van een sterke plastiek, we zeggen niet van een sterke expressie. De opgetrokken wenkbrauwen, de wilskrachtige mond, de denkende oogen, de partijen van haar en hals. de soepele plastiek der wan gen, 't is alles eerste klas-werk. Toch zien we mevr. Franzen 't liefst waar ze geen bepaald persoon geeft, doch in hare personificaties. Er zijn de „koppen" van een viertal kin deren. 't Zijn geen bepaalde kinderen, aop één na) want de werken zouden kunnen worden aangeduid met het jongetje, het meisje. Ze zijn van 'teedere. ook weer gees tige en blijmoedige uitvoering. Ons dunkt, dat de beeldhouwster haar succes in het teedere en lyrische (dus niet forsche of dramatische) genre zal vinden. We meenen, dat we de vorige maal dit eerlijke, gezonde werk hebben vergeleken met sommige moderne verzen. Aan deze gedichten is alle rethoriek en bombast vreemd. Zoo is ook. we consta- teeren het met vreugde, 't beeldhouwwerk van mevr. Franzen. Als zij de haar liggen de onderwerpen kiest, zooals dat van het sprookje, van kinderen enz. dan zal er sprake kunnen zijn van een oordeel, dat mag luiden: 't Is niet groot, niet geweldig, niet aangrijpend, maar 't is zoo zuiver en mooi, zoo vol van teeder geluk en ont roering en voor nóg meerdere vervolmaking vatbaar. K. de H, De springvloed van schandalen ln de rechtzalen heeft met den slechten tijd zon der twijfel een oorzakelijken samenhang. Het Sklarekproces loopt al drie maanden en het einde er van is nog lang niet in zicht; het kan tot Mei of tot Juni duren. Vergeleken bij het Sklarekproces is de mysterieuze Salaban-affaire maar een peul schil; het gaat hier om het maken en ln omloop brengen van 32.000 valsche twee markstukken, een kleinigheid in vergelijk met de bedragen, welke de Sklareks via de Stadtbank uit de zakken der belastingbeta lers hebben geheveld. Doch de omstandig heden van dr. Salaban's geldmakerij zijn minstens even spannend en voor den tijd genoot minder bitter dan de breed-uitge- plozen historie eener monsterachtige cor ruptie, zooals het Sklarek-proces die ont rolt. Dr. Salaban dus men zal moeten toe geven, dat de naam klinkt als uit Duizend- en-een-Nacht. en langs dezen weg niet ee- heel zonder samenhang met een rijkdom van zilverstukken was tot voor kort een aanzienlijk man, de bekende schrijver van het veelgebruikt boek door den koopman: „Handboek van het internationale recht" en het „Europaboek der advocaten en nota rissen", dat eveneens een bruikbaar vade mecum gebleken Is. In 1923 kwam Salaban. die thans zes-en-veertig jaar is, in Berlijn wonen. Een jaar geleden ongeveer huurde hij een villa in Lichterfelde, hield een auto, een chauffeur, en gold algemeen als wel gesteld. Hij heeft een vrouw en een vol wassen dochter. In de laatste jaren doken telkens opnieuw tweemarkstukken op, die, ofschoon zij uit stekend waren nagebootst, toch een be paalde fout in de karteling hadden en dus ten slotte bij de afdeeling der Relchsbank in „Valsch geld" terecht kwamen. Het wer den er ruim dertigduizend, eer men iets naders over den valschen munter ontdekte, die slechts deze blinkende sporen achter liet. Maar op zekeren dag ontdekte een groenteman! die op de weekmarkten, zooals die in en buiten Berlijn gehouden worden, dat de valsche tweemarkstukken hem in de hand werden gestopt door een armelijk ge- kleede vrouw, die voor één Groschen soep groenten kocht, en steeds met twee mark betaalde. De politie vatte post op de week markten en na veel geduld ontdekte zij de arme vrouw weer, die hier, daar en ginds soepgroenten kocht, steeds twee mark be taalde en het wisselgeld behield. Ten slotte ging zjj weg en kwam een eind verder een man tegen, die haar heimelijk geld gaf. Na eenigen tijd ontmoetten de vrouw en de man elkaar een paar straten verder en met ver vandaar wachtte een elegante wagen, waar het armelijke paar instapte en weg Tot hiertoe klinkt alles werkelijk sprook jesachtig, nietwaar? Doch de politie deed wat zij kon om het sprookje te verklaren. Zij bezocht in burger alle markten van Berlijn, zich bijzonder interesseerend voor soepgroenten en arme vrouwen. Het armoe dige paar liet zich niet lang wachten; na dat de vrouw zeven tweemarkstukken had uitgegeven, voelde zij een zware hand op haar schouder en keek een dienaar der wet in het strenge aangezicht. Haar compag non werd eveneens ingerekend. Op het po litiebureau bleek, dat deze arme lieden de heer en mevrouw Salaban in eigen persoon waren; hun loochenen hielp niet veel, te meer daar de'heer Salaban nog 59 valsche tweemarkstukken ln zijn zak droeg. Natuurlijk zat een half uur later de po litie ln de villa van dr. Salaban, om een huiszoeking te doen. Aanvankelijk was het resultaat negatief. Het personeel wist van niets en nergens deed men een vondst, die ook maar in de verte op een requisiet voor het maken van valsch geld leek. Totdat achter een verzameling juridische werken een geheime deur werd gevonden, die tot een kleine kamer leidde, waar onder een veldbed een complete valscbe-munterswerk- plaats verscholen lagHier, in het dunne licht van een spaarlampje, werden de tweemarkstukken geboren, die mettertijd tot een aardig vermogentje voor hun ma ker waren aangegroeidPer week maakte Salaban er soms duizend en meer.... Doch nu is het noodlot over den vlijtigen valschen munter gekomen, en de „rechts geleerde" dr. Salaban zal al zijn juridische kundigheden moeten inspannen om het on heil, dat zijn andere handigheid hem be zorgd heeft, af te wenden. In een tweede geval speelt de onnoozel- heid een grootere rol dan de kwade wil. Ook hier mysterieën, zelfs van occulten aard en een goedheid, die het midden houdt tus- schen de „volmaakte onthechting" en het gekkehuis. Mevrouw Groenwald, de 72-ja rige weduwe, is er het middenpunt van. Zij is door haar vriendenkring totaal geplun derd, omdat zij het zelf wilde. Een jong schrijver heeft bij stukjes en beetjes 2000 mark van haar gekregen, ofschoon hij om niets gevraagd heeft. Kwam iemand bij haar met een boodschap van den geest van haar man, dan gaf zij het laatste wat zij had. Mevrouw Groenwald, een verre geest verwante van de dames Blavatzky en Be- sant, doch het tegendeel van begaafd voor den handel-in-geesteiijke-goederen, wilde een groote vereeniging stichten, een zielsge meenschap van edeldenkende menschen. Van welk genre deze zielsgemeenscnap was, kan de volgende brief illustreeren: „Minnezuster in het nieuwe Rijk! De stichting van het Nieuwe Rijk is geen men- schenwerk, want Christus leidt ons. Hijzelf zal zich aan ons openbaren in de vergade ring. Lucifer's laatste stormaanval moet vernield worden!" De briel, die zoo hoogge stemd begint, eindigt banaal met de cijfers voor plakkaten en zaalhuur, en de vriende lijke vraag, of de minnezuster hier niet in wil grijpen met milde handDe schrij ver van dezen brief staat thans voor het gerecht, tezamen met een andere vriendin van mevrouw Groenwald. De toon van de verhooren is ongeveer de volgende. „Hebt u den schilder B. G. gekend, aan geklaagde?" „Niet in leven, maar als geest." „Hoe kon u dan weten, dat die geest B. G. was?" „O, de geesten hebben zoo een sterke individualiteit, die kan men niet verwisse len. Zij bedriegt nooit." In Weimar heeft mevrouw Groenwald, op wier zak de heele vriendenkring teren kon, in ruil er voor, dat men haar au sérieux nam, voor het eerst visioenen gehad. In Konnersreuth, waarheen zij reisde en van een vriendin verlangde, dat ook deze een dag of tien vasten zou, heette zij drie we ken zonder voedsel te zijn gebleven. In de hoop.... Theresia Neumann concurrentie aan te kunnen doen. Haar vriendin, die in middels een maandelijksehe rente van haar had weten af te persen, waarschuwde haar voor de overige vrienden, daar zij liever zag, dat de vrijgevigheid enkel tot zichzelf beperkt bleef. Doch het antwoord was dan: „Jij bent niet genoeg begenadigd om de waarde dezer menschen te schatten." De vriendin erkent deze karakterhoogheid ha- rer rivalen steeds nog niet, integendeel ver telt zij aan het gerecht, dat mevrouw Har- togh beslist een bedriegster moet zijn, daar zij beweerde, den geest van B. G. in den droom gezien te hebben en van hem het be vel te hebben ontvangen, papiersnippers op te rapen. „Een zoo groote geest als B. G. houdt zich niet met papiersnippers op!" verklaart zij overtuigd. Het einde van deze rechtsverhan- deling, waarin zwakzinnigheid, occultisme en comedie een zoo groote rol spelen, is ge vangenisstraf en verlies der burgerlijke eer voor enkelen uit den „vrienden"-kring der mensch- en geestlievende oude dame. In het „Weekblad voor Bloembollencul. tuur" lezen wij de volgende opgave betref fende uitvoer van bol-, knol- en Wortelge wassen, welke opgave is samengesteld naar gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek- De uitvoer naar Noord.Amerika bedroeg ln 1930 totaal 10.579.304 K.G. voor een be. drag van ƒ10.682 215, tegen in 1931 7.625.989 K.G. voor een bedrag van ƒ4.750.401; naar de groep Engeland (Groot-Brittannië Ier- sche Vrijstaat, Noord.Ierland, Br. bez. Midd. Zee, Br, Amerika Br. O- en W-Afrika) in 1930 18.262 860 K.G. voor 18.404.976, tegen in 1931 21.853.573 K.G. voor ƒ13.487.601; naar de groep Duitschland (Duitschland, Oosten rijk, Hongarije en Tsjecho.Slowakije) in 1930 7 793.467 K.G. voor ƒ7.991.411, tegen in 1931 6.926.119 K.G. voor ƒ4.609.625; naar de groep Frankrijk (Frankrijk. Beleië, Luxem burg, Zwitserland, Italië, Spanje, Portugal, Po: t. O -Afrika. Roemenië, Bulgarije, Grie kenland. Eur. Turkije, Josgo-Slavië, Marok ko, Algiers, Tunis en Albanië (ln 1930 2.125.952 voor 2.209.103 tegen ln 1931 2.939.159 kg voor 1.902.160; naar de groep Rusland (Eur. Rusland, Polen met Dantzig, Estland, Letland, Lithauen en Me. mei) in 1930 336.970 kg voor 363.004 te gen in 1931 193.538 kg. voor 143.746; naar de groep Zweden (Zweden. Noorwegen, De nemarken, IJsland en Finland) in 1931 6.139.560 kg. voor 6.419.823, tegen in 1931 6 093 134 kg. voor 3.988.030;' diversen (Azië, Afrika, Zuicf-Amerika en Australië) ln 1930 327.652 kg. voor 343.826, tegen in '31 338.226 kg. voor 219 540. In totaal bedroeg de uitvoer ln het jaar 1931 45.974.738 kg. tegen in 1930 45.565.765 kg, dus in 1931 408.973 kg. méér dan in 1930. De waarde van het uitgevoerde bedroeg in 1931 echter f 29.161.103 tegen in 1930 46.419.358, dus 17 258.255 minder dan in 1931 Wel duidelijk toont deze opgave de prijs, daling der gewassen aan! Beeldhouwwerk van mevr. FranzenHeslenfeld Tentoonstelling te Amsterdam. In de Rijksakademle van Beeldende Kun sten te Amsterdam wordt tot 1 Februari een tentoonstelling gehouden van werken, ver vaardigd door onze stadgenoote mevr. C. C. J. M. Franzen—Heslenfeld, gedurende haar tweede stipendiumjaar. Zooals bekend, is het werk van mevr. Franzen—Heslenfeld bekroond in den wed strijd voor de beeldhouwkunst 1929, De Liedertafel „Haarlem's Zanggenot", directeur de heer L. C. Keereweer en het Symphonie-orkest „Euterpe", directeur de heer J. A. Meno geven gezamenlijk een con cert op Donderdag 4 Februari a.s. in de gem. Concertzaal. Hieraan zullen medewerking verleenen de heer Bram Keereweer, bariton en de heeren L. de Graaff en J. Rosekrans, le violisten der H.O.V., terwijl de begeleiding in handen is van den heer L. D. Keereweer. Onder meer wordt een koorwerk uitgevoerd met orkest begeleiding. Heden (Woensdagavond) houdt de Racing Club Haarlem een buitengewone algemeene vergadering in het Blauwe Kruis alhier. Als belangrijkste punt vermeldt de agenda: Bespreking terrein-aangelegenheid. Vrij zeker zal dus hedenavond de beslis sing vallen of R. C. H. naaf Heemstede zal gaan verhuizen. De R. K. Oratoriumvereeniging Men deelt ons mede: De R.K. Oratoriumvereeniging zal haar tweede en laatste uitvoering in dit vereeni- gingsjaar geven op Vrijdag 29 April a.s. in het gem. Concertgebouw met het „Requiem" van Verdi, aan welker uitvoering wederom de eerste solisten en de H.O.V. zullen mede werken. A.s. Donderdag des avonds te acht uur zal in het gebouw „St. Bavo" aan de Smede- straat de directeur, de heer Hubert Cuypers een inleider.de bespreking houden over dit beroemde werk voor alle dames en heeren werkende leden van het koor, waarna de repetities definitief zullen beginnen. Bij gemeenschappelijke beslissing van Ged. Staten van Noord, en Zuid-Holland zijn af gewezen de door inwoners van Benthuizen en van Hazerswouöe ingediende bezwaren te. gen het besluit d.d. 1 Juli 1931 van de ver- eenigde vergadering van het Hoogheemraad schap van Rijnland tot toelating van K. van der jPorren als hoofdingeland. C ~K 0 T K' >1 Vr W 7" 2S3 De Commissaris van Politie in de 10e Oct*?/ sectie te Amsterdam, verzoekt hun. die j inlichtingen kunnen geven omtrent afzender of herkomst van den hierbij gereproduceer- >j den brief met adreszijde enveloppe, zich net tbrt* tf n in het belang van het onderzoek naar de i,., fji, f treinaanslagen der laatste dagen, zoo spoe- i1~*f ~'.?U o dig mogelijk in verbinding te stellen met 4 r 4. e h ty h t f A' het politiebureau Admiraal de Ruyterweg W;.r_ tf r 226. te Amsterdam. I f f i y ;*SEB?na t&m mzivG-j Een der eerste Graalleidsters Verleden week Donderdag is in de Maria- stichting te Haarlem overleden mej. G. Sweere, Vrouwe van Nazareth, die zich bij zondere verdiensten had verzameld ten aan zien van „De Graal". Het volgende „In Memoriam" is haar ge wijd: Als belangstellenden in onze zooveel be lovende Jonge Vrouwenbeweging De Graal, hebben wij ons herhaaldelijk afgevraagd: wie zijn toch eigenlijk de leidsters van die beweging; en daarmee bedoelden we niet alleen: wie staan daar aan het hoofd? maar ook: wie voeren dat allemaal uit? Een tipje van dat geheim gordijn is nu dezer dagen opgelicht door het overlijden van een der eerste Graalleidsters, mejuf frouw Geertruid Sweere, bij wier dood de Vrouwen van Nazareth, tot wier Congrega tie zij behoorde, een beetje meer hebben losgelaten dan zij dat gewoonlijk plegen te doen. Geertruid Sweere is toch als eerste een drietal jaren geleden in Amsterdam als gewoon atelier-meisje in een groot confec- tie-atelier in dienst gegaan en bleek, toen door een ongelukkig toeval haar incognito werd opgeheven, ineens een Vrouw van Na zareth, die met de tegenwoordige Graalpre- sidente het oudste Amsterdamsche Graal- huis op het Cornelis Troostplein bestuurde. Zij was een vriendin van Marie Koenen, en schreef met hulp van deze begaafde schrijf ster het eerste Graalspel, dat in den winter van 19291930 te Amsterdam in den Hol- landschen Schouwburg werd opgevoerd, en waar de opvoeding der Graalmèisjes ineens bleek op veel hooger niveau te staan, dan wij het van onze zijde gewoon waren. Kort daarop naar Rotterdam verplaatst, werd zij daar de stichtster van het heele spaarsysteem, dat sindsdien in de Graal, onder den naam van Wijze Miertjes, een steeds grootere vlucht heeft genomen. Zij was het ook, die het eerst de voorbe reidende lessen tot de Gr aalinwijding op schrift bracht. En dit alles deed ze met de veilige en toch zoo zachte zekerheid, die al haar werk kenmerkte. In haar omgang met de kinderen had zij een betooverenden invloed op vele jonge meisjesharten, die voor andere leidsters heelemaal niet zoo toegankelijk bleken. En hierbij muntte zij bijzonder uit door een verbzagir.wekkende belezenheid en pa rate kennis op allerlei gebied, die zij bij al haar lessen, ernstige avonden en causerieën met tact en goeden smaak wist te pas te brengen en waardoor haar voordracht iets bijzonder actueels en boeiends verkreeg. In de Zilveren Trompet schreef zij de schetsen over de meest op den voorgrond tredende Graalmodeilen uit het Oude Tes tament: Debborah, Esther, Ifis en Judith, die alom de aandacht trokken. En zij zou zeker nog heel wat meer ge schreven hebben, als zich toen niet reeds de kiemen vertoond hadden van de kwaal, die haar zoo vroeg ten grave zou sleepen, De dokters schreven een rustkuur voor, maar rusten kon zij niet en heel wat kin deren wisten den weg te vinden naar haar ziekbed. Ternauwernood hersteld, zorgde zij toen voor den druk van het Koninklijke Faasch- kruis; eerst een interne editie mèt accen ten en declamatie-teekens en daarna de gepubliceerde editie zonder al die symboli sche teekens, wat juist een karwei was voor haar hoofd en hand. En toen het tijdschrift Dux kort daarna een afzonderlijk Graalnummer uitgaf, was zij het, die daar de hoofdzorg voor op zich nam, de noodige foto's liet maken en alles ten slotte een waardigen vorm gaf. Het vorig jaar eindelijk werd zij naar Limburg gezonden, waar zij in het Vaiken- burgsche Openluchttheater met geheel on geoefende krachten het waagstuk klaar speelde, het middeleeuwsche mysterie-spel Eïckeiïyck op een heel nieuwe wijze op te voeren, door elke rol door een karakte ristieke groep van medespeelsters als spreekkoor te laten vervullen, en zoo voor het eerst de groepen-dramatiek toepaste, gelijk het kort tevoren in Amsterdam aan Calderons stuk: Het leven is een droom, beproefd was. Wat zij hier bereikte, wees zonder twijfel niet slechts op een buitengewoon paedago- gische*, maar zeker ook op een niet alle- daagschen artistieken aanleg. Helaas, het bleek na de uitvoering heel spoedig, dat zij haar krachten had over schat. Zij werd bedlegerig en is niet meer opgestaan. In de ziekenhuizen van Den Haag en Haarlem oefende zij tijdens haar ziekte nog een aantrekkeli.iken invloed uit op allen, die haar naderkwamen, maar het lichaam was tegen die felle zielekrachten niet meer op- ge'wasschen. Toen het einde scheen te na deren, kwamen van Ncord en Zuid allerlei oude vrienden en vriendinnen haar bezoe ken; tegen haar zin, want zij dacht nog niet heen te gaan, zij voelde haar taak niet af en wilde nog blijven leven om ze te vol tooien. Wat er in haar godvruchtig hart Is omgegaan, toen eindelijk het al lang ge vreesde bericht kwam, dat zij de laatste vreesde bericht kwam, dat zij de Sacramen ten der Stervenden moest ontvangen, weet God alleen. Nog drie dagen daarna heeft zjj telkens het oog op haar kruisje gericht met haar volle bewustzijn geleefd, zonder te kunnen spreken. Een paar uur voor haar dood, ging ook het bewustzijn heen, tot Zij Donderdag 1.1. ongeveer vijf uur in den namiddag haar jonge, zachte en toch zoo felle ziel aan den Schepper wedergaf. Niet zoo heel vele zielen hebben op een leeftijd van 26 jaar reeds zooveel te lezen staan ln haar levensboek. Op haar bidprentje staat een strophe uit Wat men nu in Duitschland waarneemt Is de allerbeste Schlager: Van het heerlijk Duitsche brouwsel Wordt de prijs een ietsje lager! Bier, dat voor de echte drinkers Altijd nog een stukje ziel is, Daar dit, zelfs bü Litermasze, Voor den Duitscher nie zu viel is! Alles, alles duldt Germanje, Zelfs ook als de vijand hier komt. Maar, wat hij nooit zou vergeven Is, wanneer men aan zijn bier komt! Notverordnung zal hij dragen, Werkeloosheid, in de dalles, Mits hij maar mag blijven zingen: Heil Gambrinus ueber alles! 't Schip van Staat bracht in de branding Angst aan leiders en bemanning. Maar, als olie op de golven Breekt de bierprijs thans de spanning! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden). het komende Pinksterspel, die zij, onver wacht, heel concreet in toepassing heeft ge bracht. Daar wordt toch de H. Geest afge- smeek op een groep Graalleden, die als ro zen gekleed, in het bijzonder de gave van godsvrucht willen beoefenen. Heiige Geest kom in deez vrome Gele rozen, die hier schromen Pluk ze als bloemen op üw feest Neem ze zelf in Uwe handen Als een bloelende offerande Druk ze teeder, Heiige Geest. De Heilige Geest heeft haar geplukt; en van uit den hemel zal deze eerst gestorven Vrouw van Nazareth nu de Graalleden hel pen in het bereiken van haar weidsche doel: De wereld moet bekeeren En God zal triompheeren. Een harer laatste woorden waren, dat zij in het Maria-kleed wilde begraven worden, en ln den hemel Maria, de Vrouwe van Na zareth namens allen zou gaan begroeten. Ave Pia anima, consummata in brevi, explevisti tempora multa. De loting voor de missiewedstrijden, waar van de data nog niet zijn vastgesteld, had het volgende resultaat: Haarlem speelt tegen Breda en Utrecht tegen Limburg. Den Bosch lootte vrij. Vr. Rijden er in Nederland nog auto aanhangwagens van 2/2 spoorwagen van 25 ton? 2. Mogen deze wagens over veerponten en bruggen? 3. Waar rijden deze wagens? Antw.: Ons niet bekend. Vr.: Kunt u mij het adres opgeven, waar gelegenheid bestaat voor de opleiding voor Staatsdiploma Kraamverpleging? 2. Welke leeftijd is hiervoor bepaald? 3. Hoe is het adres van het Secretariaat van het Wit-Gele Kruis in het Bisdom Haarlem. Antw.: 1. Men moet eerst 3 jaar opleiding ziekenverpleging hebben gehad en pl.m. 1 jaar kraamverpleging. Opleiding voor het Staatsdiploma Kraamverpleging kan men krijgen in de ziekenhuizen te Heerle en te Den Haag. 2. De leeftijd is hiervoor onbepaald. 3. P. H. Lommen, burgemeester van Castricum. Vr.: Treedt de verplichte winkelslui ting op 1 Maart 1932 in werking? Antw.: Voor zoover ons bekend, ja. Vr. 1: Welke opeenvolgende plaatsen doet de wekelijksche luchtdienst Amsterdam— Batavia aan? 2. Dito retour? Antw.: Amsterdam, Marseille. Rome, Mer- za Matroe, Cairo, Bagdad. Busjire, Djask, Karachi, Jodhpur, Allahabad, Calcutta, Akyab, Rangoon, Bangkok, Alor Stat, Medan, Palembang, Batavia. Bandoeng. 2. In omgekeerde volgorde. Vr.: Ik ben verhuisd. In het oude huis was een huurleiding aanwezig en er waren 7 schakelaars. In mijn nieuwe huis heb ik wel electra doch er zijn geen schakelaars en ook geen huurleiding. Ik heb aan het in cassobureau geïnformeerd of ik die schake laars mocht medenemen en er werd mij geantwoord, dat ik alles mocht meenemen, behalve de bulzen en snoeren. Ik heb de schakelaars er af laten halen en ze in de nieuwe woning er op laten zetten. Nu heeft mijn oude huisbaas orders gegeven om voor mijn rekening door de gemeente er weer 7 nieuwe schakelaars op te laten zetten. Ben ik verplicht die te betalen? Antw.: Volgens ons had u de schakelaars indien die niet uw eigendom waren. nie< mee mogen nemen, dus zult u de nleuv moeten betalen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5