m
m
te lang gewacht
tweede blad
IN DE BERLIJNSCHE RECHTSZAAL
Opzienbarende processen
De treinaanslagen bij Amsterdam
HET BIER!
DE OUDE SOKKEN
De surséance der
N.V. Nederlandsche Han
dels- en Landbouwbank
Uitvoer van bol-, knol-
en wortelgewassen
hm.tm mfpiï
m /fyt c.
WOENSDAG 27 JANUARI 1932
BLADZIJ Di
STADSNIEUWS
Beeldhouwwerk van Mevr.
C. FranzenHeslenfeld
Voor ruim f 17.000.000 minder dan
in 1930
„Haarlem's Zanggenot" en
„Euterpe"
Buitengewone Algemeene
Vergadering van de
R. C. H.
DE VERKIEZINGEN BIJ
RIJNLAND
De benoeming gehandhaafd
"D
t'
Si
si#*
u. M^nw.
i t- ATTF Tf/Tyy
fUs
IN MEMORIAM MEJ. G. SWEERE
R. K. F.
Missiewedstrijden
VRAGENBUS
De betiteling „oude sokken" is niet fraai,
"laar we zijn van volksopvoeders als de
socialisten zich voorgeven te zijn, dergelijke
lieflijke benamingen gewend. Zt. maken een
tategreerend deel uit van de beschaafde om
gangsvormen, welke onder de bewusten in-
êang hebben gevonden.
Met die betiteling dan worden aangeduid
huidige leiders van de S. D. A. P.
.,De oude sokken, die nu de leiding uitma
ken, en die niets meer met den proletari-
schen klassenstrijd gemeen hebben, moeten
Terdwijnen en als ze dat niet doen, dan
■Koeten we komen tot een nieuwe revolution
aire socialistische partij."
Aldus sprak op het werkerscongres van de
volgelingen van „De Socialist," Zondag te
Utrecht gehouden, de inleider die het stand-
Punt van dit deel der oppositie er zijn
°ok nog volgelingen van Schmidt, die pas uit
het partijbestuur is weggeloopen tegen
over het partijbestuur uiteenzette.
De „oud? sokken" moeten weg. Albarda,
liegen, Oudegeest moeten op straat gezet.
Er moet nieuw bloed in het partijbestuur
komen, plaats worden gemaakt voor de
jongeren.
Er was plaats gemaakt, vorig jaar, voor
een leider van die jongeren, maar hij hield
het bij die duffe, muffe beweging niet uit.
En zelfs die leider gaat velen niet ver ge-
Uoeg, want hij zegt „noch reformisme, nooh
communisme" te willen; maar, zoo vroeg
een der sprekers op het congres: wat wil hij
oigenlijk dan?
Hier wordt dus de tegenstelling gemaakt:
reformisme aan de eene, communisme aan
de andere zijde, zonder schakel, zonder mid
denmoot. Wie geen reformist wil zijn, is com
munist. Wie den weg niet wil gaan van het
Partijbestuur, de reformisten, hoort eigenlijk
hij de communisten thuis.
Geen wonder dat de „oude sokken" een
met zulk een geest bezielde oppositie maar
liever uit de partij zien treden. Ze hooien
kerkelijk in een ander kamp.
We hebben te lang gewacht en dreigen nu
dubbel de gevolgen te moeten dragen.
Toen andere landen al lang zich met ta
riefmuren omringden en den invoer aan het
beperken sloegen, wachtten wij maar kalmp
jes af. Wat anderen te veel hadden werd bij
ons op de markt geworpen. Onze industrie,
onze land- en tuinbouw, onze veec-elt, het
Verdorde en sehi err pelde meen.
We lieten alles maar toe, en onze eigen
Producten vonden in het eigen land geen af
zet.
We lieten toe.
En nu wij, door den nood gedwongen, ook
tot contingenteering overgaan, nu wordt dat
teggn ons uitgespeeld!
Met duizenden touwen werd de laatste twee
jaren het Deensche vleesch bij ons ingevoerd.
Voordien viel het in ons land niet te beken-
Pen. Maar anderen weigerden het en wij
haalden het binnen. Tot nadeel van onze
veeteelt.
Thans gaan we dien invoer beperken.
Tot het kwantum van den normalen tijd,
1927, 1928 01 1929?
Neen! We zijn veel ruimer; we staan in
voer toe tot een hoeveelheid, tien, twintig
maal zoo groot.
En toch is men in Denemarken niet te-
Vree. Toch werkt en dreigt men met re-
Prestaties.
Omdat we maar zeventien procent toelaten
Van waarmee men de laatste twee jaren ons
°verstroomd heeft, onze markt heeft kapot
gemaakt.
Waren we twee jaar eer er bij geweest,
hadden we toen het Deensche invoercontin
gent van vleesch niet slechts toegelaten voor
volle honderd procent, maar tot een tien
maal hooger maximum, de wereld zou ver
baasd hebben gestaan over onze coulantheid,
°hze welwillendheid tegenover onze Noorder
buren.
Zijzelf zouden zich hebben uitgeput in
blijken van dankbaarheid.
Nu krijgen ze het twintigvoud en ze gooien
°hs met steenen.
Omdat we te laat zijn, te lang hebben ge-
Wacht.
Nader rapport van den
bewindvoerder
In aansluiting op hetgeen reeds gisteren
P ons blad is gepubliceerd omtrent de
adere behandeling van het ingesteld appèl
oor het Gerechtshof te Amsterdam, kan
P°g het navolgende uit het door den be
windvoerder mr. A. Bruch te Haarlem
mtgebraebt rapport worden medegedeeld.
.„Het voorstel, dat den bewindvoerder op
dezer bereikte vanwege een vennootschap,
J® vertegenwoordigd was door den heer
/"oppenburg, kwam o.m. hier op neer, dat
'e vennootschap de activiteiten der Bank
„°U overnemen, en daartegenover zou
®rUesteeren: a. betaling van 75.000.— in
b. 75.000.in 5% hypothecaire
„bligaties, c. betaling van de kosten van
y,eU bewindvoerder, en d. reserveering van
25.000.— in obligaties voor nog onbeken-
e claims op de Bank.
v Dit voorstel, van een nadere toelichting
Omzien, kwam den bewindvoerder on-
•memelijk voor.
jj.Imnrers het bedrag van 75000.— Kon
onmiddellijk en in contanten worden
jjf°Urneerd, doch zou „ln den loop van
32" gestort worden. Weliswaar werd dit
gedeelte van het aanbod te elfder ure nog
geamendeerd in dien zin, dat van het be
drag van 75.000.— de helft na 3 8
dagen zou kunnen worden voldaan, en de
andere helft na circa 3 maanden, doch
ook dit nader herziene bod kon in het
belang van' crediteuren geen wijziging
in het standpunt van den bewindvoerder
brengen.
Deze liet toch uitkomen, dat het voor hem
niet verantwoord kon heeten, de activa der
Bank aan derden over te geven tegen ont
vangst van een bedrag dat slechts een ge
ring percentage van de waarde der over te
geven objecten vertegenwoordigt.
Ook al zou het bedrag van 75 mille direct
in handen van den bewindvoerder worden
gestort, dan ware de gedane aanbieding
volgens den bewindvoerder nog niet accep
tabel, nu de andere 75.000.slechts zou
den kunnen worden betaald in 5% obliga
ties, waarmede bedoeld zijn obligaties ge
dekt door een 2e hypotheek. Immers, gelijk
bij informatie gebleken was. zou slechts
5% der obligaties jaarlijks aflosbaar zijn.
Op deze en andere gronden (waarbij nog
kwam, dat de 150.000. aanzienlijk liggen
beneden de voorzichtige raming van den be
windvoerder). al hetgeen uitvoerig door den
bewindvoerder werd gemotiveerd, verklaarde
de bewindvoerder zijn fiat aan de aanvaar
ding van het gewijzigde voorstel te moeten
onthouden.
Hoewel de bewindvoerder nog eens stipu
leerde, dat hij tot het einde toe zich op
het standpunt heet geplaatst, dat een aan-
waardbare afwikkeling op korten termijn
voor de crediteuren van het grootste be
lang zou zijn en daarom, zoolang de moge
lijkheid van overname der Bank tegen be
taling van een acceptabele som niet zou zijn
uitgesloten, faillissement moest worden ver
meden; de bewindvoerder moest nu wel tot
de conclusie komen, dat de kansen van
overname (vooral ook nu het Bankgebouw
is verkocht) thans op nihil moet worden
getaxeerd.
In het slot van zijn rapport gewaagde de
bewindvoerder dan ook van zijn advies, dat
voor verlenging der surséance z.i. geen ter
men meer aanwezig zijn. nu ln tegen
stelling met den toestand op 21 November
en 30 December j.l. elk vooruitzicht als
bedoeld in art. 217 P.W. als uitgesloten moet
worden beschouwd.
De rechtskundige adviseur der Bank,
alsmede haar directeur, verklaarden daarop
zich geheel met het rapport van den be
windvoerder en diens conclusies te kun
nen vereenigen, weshalve zij zich aan het
oordeel van het Hof refereerden.
Gelijk reeds gemeld, zal het Gerechtshof
nu 10 Februari arrest wijzen.
Expositie te Amsterdam.
Onze vroegere stadgenoote, mevr. C. C.
J. M. Franzen—Heslenfeld. stelt thans in
een der zalen van de Rijksacademie van
Beeldende Kunsten aan de Stadhouderskade
te Amsterdam, hare beeldhouwwerken ten
toon, welke zij vervaardigde gedurende haar
tweede stipendiumjaar. Zooals men weet,
werd het werk van mevr. Franzen bekroond
in den wedstrijd voor de Beeldhouwkunst
in 1929.
Wij ontvingen een uitnoodiging van den
hoogleeraar-directeur der genoemde Acade
mie, om deze expositie te komen bezich
tigen.
Het Academiegebouw is van een statigen
bouw en machtig rijst het op aan de Kade,
waarlangs het Amsterdiamsche leven
bloeiend is. In het gebouw heerscht een
rustige sfeer. Na een zaal te zijn door
kruist met machtige „brokken" plastiek,
ongetwijfeld voorbeelden en studiewerken,
betraden we het expositiezaaltje, met zijn
diffuus licht, waar de matglazen beluiking
nog door een zeer dunnen, linnen doek wordt
gemaskeerd.
De expositie was goed opgesteld, eenige
prachtige Perzische tapijten gaven relief
aan het overigens zoo sobere interieur. In
't geheel telden we circa tien werken, die
men dus goed en aandachtig in zich op
kan nemen, zonder het vermoeiende van te
drukke verzamelingen.
We herinneren ons nog den indruk, dien
het werk van mevr. Franzen bij een vorig
bezoek op ons maakte.
We kenschetsten toen het karakter van
dit beeldhouwwerk als dichterlijk. Ook thans
kwamen we weer tot die conclusie.
Op de eerste plaats boeide een werk, ge
titeld: „Gerda's afscheid van het rendier,"
naar een sprookje van Andersen.
Het tentoongestelde is het ontwerp in
gips, ter halve grootte van het eigenlijke
kunststuk, dat in Euvillesteen werd uitge
voerd en waarvan een serie foto's te be
wonderen was. Bij aandachtige, zelfs criti-
sche, beschouwing kwamen we tot de con
clusie, dat we hier met een heel mooi werk
te doen hebben van geestige conceptie en
stijlvolle uitvoering, zoodat het een teedere
ontroering schenkt: Een sprookje in steen.
Men ziet het rendier met zijn groote ge
wei. Het buigt zijn kop op haast mensche-
lijke wijze naar het kleine meisje, dat in
een houding van kinderlijke genegenheid
en overgave het beest een kus geeft.
De compositie is zóó sierlijk en charmant,
dat het werk alleen hierom reeds een aan
gename voldoening schenkt. De uitvoering is
niet realistisch in dien zin, dat alle détails
verantwoord zijn, doch dit was bij het sty-
listisch werk ook blijkbaar geenszins de be
doeling. Hoofdzaak is, dat het werk schoon
is en ontroering geeft, 't welk inderdaad
het geval was.
De conceptie is geestig, de stand en hou
ding zijn prachtig, de plastiek van edelen
stijl. We vinden het een gelukkigen arbeid
van mevr. Franzen.
Voorts zijn er diverse „portretten".
Èr is een „kop" (brons) van den tooneel-
speler Louis de Vries. Op zich zelf is die
kop prachtig en van een sterke plastiek,
we zeggen niet van een sterke expressie. De
opgetrokken wenkbrauwen, de wilskrachtige
mond, de denkende oogen, de partijen van
haar en hals. de soepele plastiek der wan
gen, 't is alles eerste klas-werk.
Toch zien we mevr. Franzen 't liefst waar
ze geen bepaald persoon geeft, doch in hare
personificaties.
Er zijn de „koppen" van een viertal kin
deren. 't Zijn geen bepaalde kinderen, aop
één na) want de werken zouden kunnen
worden aangeduid met het jongetje, het
meisje. Ze zijn van 'teedere. ook weer gees
tige en blijmoedige uitvoering.
Ons dunkt, dat de beeldhouwster haar
succes in het teedere en lyrische (dus niet
forsche of dramatische) genre zal vinden.
We meenen, dat we de vorige maal dit
eerlijke, gezonde werk hebben vergeleken
met sommige moderne verzen.
Aan deze gedichten is alle rethoriek en
bombast vreemd. Zoo is ook. we consta-
teeren het met vreugde, 't beeldhouwwerk
van mevr. Franzen. Als zij de haar liggen
de onderwerpen kiest, zooals dat van het
sprookje, van kinderen enz. dan zal er
sprake kunnen zijn van een oordeel, dat
mag luiden: 't Is niet groot, niet geweldig,
niet aangrijpend, maar 't is zoo zuiver en
mooi, zoo vol van teeder geluk en ont
roering en voor nóg meerdere vervolmaking
vatbaar. K. de H,
De springvloed van schandalen ln de
rechtzalen heeft met den slechten tijd zon
der twijfel een oorzakelijken samenhang.
Het Sklarekproces loopt al drie maanden
en het einde er van is nog lang niet in
zicht; het kan tot Mei of tot Juni duren.
Vergeleken bij het Sklarekproces is de
mysterieuze Salaban-affaire maar een peul
schil; het gaat hier om het maken en ln
omloop brengen van 32.000 valsche twee
markstukken, een kleinigheid in vergelijk
met de bedragen, welke de Sklareks via de
Stadtbank uit de zakken der belastingbeta
lers hebben geheveld. Doch de omstandig
heden van dr. Salaban's geldmakerij zijn
minstens even spannend en voor den tijd
genoot minder bitter dan de breed-uitge-
plozen historie eener monsterachtige cor
ruptie, zooals het Sklarek-proces die ont
rolt.
Dr. Salaban dus men zal moeten toe
geven, dat de naam klinkt als uit Duizend-
en-een-Nacht. en langs dezen weg niet ee-
heel zonder samenhang met een rijkdom
van zilverstukken was tot voor kort een
aanzienlijk man, de bekende schrijver van
het veelgebruikt boek door den koopman:
„Handboek van het internationale recht"
en het „Europaboek der advocaten en nota
rissen", dat eveneens een bruikbaar vade
mecum gebleken Is. In 1923 kwam Salaban.
die thans zes-en-veertig jaar is, in Berlijn
wonen. Een jaar geleden ongeveer huurde
hij een villa in Lichterfelde, hield een auto,
een chauffeur, en gold algemeen als wel
gesteld. Hij heeft een vrouw en een vol
wassen dochter.
In de laatste jaren doken telkens opnieuw
tweemarkstukken op, die, ofschoon zij uit
stekend waren nagebootst, toch een be
paalde fout in de karteling hadden en dus
ten slotte bij de afdeeling der Relchsbank
in „Valsch geld" terecht kwamen. Het wer
den er ruim dertigduizend, eer men iets
naders over den valschen munter ontdekte,
die slechts deze blinkende sporen achter
liet. Maar op zekeren dag ontdekte een
groenteman! die op de weekmarkten, zooals
die in en buiten Berlijn gehouden worden,
dat de valsche tweemarkstukken hem in de
hand werden gestopt door een armelijk ge-
kleede vrouw, die voor één Groschen soep
groenten kocht, en steeds met twee mark
betaalde. De politie vatte post op de week
markten en na veel geduld ontdekte zij de
arme vrouw weer, die hier, daar en ginds
soepgroenten kocht, steeds twee mark be
taalde en het wisselgeld behield. Ten slotte
ging zjj weg en kwam een eind verder een
man tegen, die haar heimelijk geld gaf. Na
eenigen tijd ontmoetten de vrouw en de
man elkaar een paar straten verder en met
ver vandaar wachtte een elegante wagen,
waar het armelijke paar instapte en weg
Tot hiertoe klinkt alles werkelijk sprook
jesachtig, nietwaar? Doch de politie deed
wat zij kon om het sprookje te verklaren.
Zij bezocht in burger alle markten van
Berlijn, zich bijzonder interesseerend voor
soepgroenten en arme vrouwen. Het armoe
dige paar liet zich niet lang wachten; na
dat de vrouw zeven tweemarkstukken had
uitgegeven, voelde zij een zware hand op
haar schouder en keek een dienaar der wet
in het strenge aangezicht. Haar compag
non werd eveneens ingerekend. Op het po
litiebureau bleek, dat deze arme lieden de
heer en mevrouw Salaban in eigen persoon
waren; hun loochenen hielp niet veel, te
meer daar de'heer Salaban nog 59 valsche
tweemarkstukken ln zijn zak droeg.
Natuurlijk zat een half uur later de po
litie ln de villa van dr. Salaban, om een
huiszoeking te doen. Aanvankelijk was het
resultaat negatief. Het personeel wist van
niets en nergens deed men een vondst, die
ook maar in de verte op een requisiet voor
het maken van valsch geld leek. Totdat
achter een verzameling juridische werken
een geheime deur werd gevonden, die tot
een kleine kamer leidde, waar onder een
veldbed een complete valscbe-munterswerk-
plaats verscholen lagHier, in het dunne
licht van een spaarlampje, werden de
tweemarkstukken geboren, die mettertijd
tot een aardig vermogentje voor hun ma
ker waren aangegroeidPer week maakte
Salaban er soms duizend en meer....
Doch nu is het noodlot over den vlijtigen
valschen munter gekomen, en de „rechts
geleerde" dr. Salaban zal al zijn juridische
kundigheden moeten inspannen om het on
heil, dat zijn andere handigheid hem be
zorgd heeft, af te wenden.
In een tweede geval speelt de onnoozel-
heid een grootere rol dan de kwade wil. Ook
hier mysterieën, zelfs van occulten aard en
een goedheid, die het midden houdt tus-
schen de „volmaakte onthechting" en het
gekkehuis. Mevrouw Groenwald, de 72-ja
rige weduwe, is er het middenpunt van. Zij
is door haar vriendenkring totaal geplun
derd, omdat zij het zelf wilde. Een jong
schrijver heeft bij stukjes en beetjes 2000
mark van haar gekregen, ofschoon hij om
niets gevraagd heeft. Kwam iemand bij
haar met een boodschap van den geest van
haar man, dan gaf zij het laatste wat zij
had. Mevrouw Groenwald, een verre geest
verwante van de dames Blavatzky en Be-
sant, doch het tegendeel van begaafd voor
den handel-in-geesteiijke-goederen, wilde
een groote vereeniging stichten, een zielsge
meenschap van edeldenkende menschen.
Van welk genre deze zielsgemeenscnap was,
kan de volgende brief illustreeren:
„Minnezuster in het nieuwe Rijk! De
stichting van het Nieuwe Rijk is geen men-
schenwerk, want Christus leidt ons. Hijzelf
zal zich aan ons openbaren in de vergade
ring. Lucifer's laatste stormaanval moet
vernield worden!" De briel, die zoo hoogge
stemd begint, eindigt banaal met de cijfers
voor plakkaten en zaalhuur, en de vriende
lijke vraag, of de minnezuster hier niet in
wil grijpen met milde handDe schrij
ver van dezen brief staat thans voor het
gerecht, tezamen met een andere vriendin
van mevrouw Groenwald. De toon van de
verhooren is ongeveer de volgende.
„Hebt u den schilder B. G. gekend, aan
geklaagde?"
„Niet in leven, maar als geest."
„Hoe kon u dan weten, dat die geest B.
G. was?"
„O, de geesten hebben zoo een sterke
individualiteit, die kan men niet verwisse
len. Zij bedriegt nooit."
In Weimar heeft mevrouw Groenwald, op
wier zak de heele vriendenkring teren kon,
in ruil er voor, dat men haar au sérieux
nam, voor het eerst visioenen gehad. In
Konnersreuth, waarheen zij reisde en van
een vriendin verlangde, dat ook deze een
dag of tien vasten zou, heette zij drie we
ken zonder voedsel te zijn gebleven. In de
hoop.... Theresia Neumann concurrentie
aan te kunnen doen. Haar vriendin, die in
middels een maandelijksehe rente van haar
had weten af te persen, waarschuwde haar
voor de overige vrienden, daar zij liever
zag, dat de vrijgevigheid enkel tot zichzelf
beperkt bleef. Doch het antwoord was dan:
„Jij bent niet genoeg begenadigd om de
waarde dezer menschen te schatten." De
vriendin erkent deze karakterhoogheid ha-
rer rivalen steeds nog niet, integendeel ver
telt zij aan het gerecht, dat mevrouw Har-
togh beslist een bedriegster moet zijn, daar
zij beweerde, den geest van B. G. in den
droom gezien te hebben en van hem het be
vel te hebben ontvangen, papiersnippers op
te rapen.
„Een zoo groote geest als B. G. houdt zich
niet met papiersnippers op!" verklaart zij
overtuigd. Het einde van deze rechtsverhan-
deling, waarin zwakzinnigheid, occultisme
en comedie een zoo groote rol spelen, is ge
vangenisstraf en verlies der burgerlijke eer
voor enkelen uit den „vrienden"-kring der
mensch- en geestlievende oude dame.
In het „Weekblad voor Bloembollencul.
tuur" lezen wij de volgende opgave betref
fende uitvoer van bol-, knol- en Wortelge
wassen, welke opgave is samengesteld naar
gegevens van het Centraal Bureau voor de
Statistiek-
De uitvoer naar Noord.Amerika bedroeg
ln 1930 totaal 10.579.304 K.G. voor een be.
drag van ƒ10.682 215, tegen in 1931 7.625.989
K.G. voor een bedrag van ƒ4.750.401; naar
de groep Engeland (Groot-Brittannië Ier-
sche Vrijstaat, Noord.Ierland, Br. bez. Midd.
Zee, Br, Amerika Br. O- en W-Afrika)
in 1930 18.262 860 K.G. voor 18.404.976, tegen
in 1931 21.853.573 K.G. voor ƒ13.487.601; naar
de groep Duitschland (Duitschland, Oosten
rijk, Hongarije en Tsjecho.Slowakije) in 1930
7 793.467 K.G. voor ƒ7.991.411, tegen in 1931
6.926.119 K.G. voor ƒ4.609.625; naar de
groep Frankrijk (Frankrijk. Beleië, Luxem
burg, Zwitserland, Italië, Spanje, Portugal,
Po: t. O -Afrika. Roemenië, Bulgarije, Grie
kenland. Eur. Turkije, Josgo-Slavië, Marok
ko, Algiers, Tunis en Albanië (ln
1930 2.125.952 voor 2.209.103 tegen
ln 1931 2.939.159 kg voor 1.902.160; naar
de groep Rusland (Eur. Rusland, Polen met
Dantzig, Estland, Letland, Lithauen en Me.
mei) in 1930 336.970 kg voor 363.004 te
gen in 1931 193.538 kg. voor 143.746; naar
de groep Zweden (Zweden. Noorwegen, De
nemarken, IJsland en Finland) in 1931
6.139.560 kg. voor 6.419.823, tegen in 1931
6 093 134 kg. voor 3.988.030;' diversen (Azië,
Afrika, Zuicf-Amerika en Australië) ln 1930
327.652 kg. voor 343.826, tegen in '31 338.226
kg. voor 219 540.
In totaal bedroeg de uitvoer ln het jaar
1931 45.974.738 kg. tegen in 1930 45.565.765
kg, dus in 1931 408.973 kg. méér dan in 1930.
De waarde van het uitgevoerde bedroeg in
1931 echter f 29.161.103 tegen in 1930
46.419.358, dus 17 258.255 minder dan
in 1931
Wel duidelijk toont deze opgave de prijs,
daling der gewassen aan!
Beeldhouwwerk van mevr.
FranzenHeslenfeld
Tentoonstelling te Amsterdam.
In de Rijksakademle van Beeldende Kun
sten te Amsterdam wordt tot 1 Februari een
tentoonstelling gehouden van werken, ver
vaardigd door onze stadgenoote mevr. C.
C. J. M. Franzen—Heslenfeld, gedurende
haar tweede stipendiumjaar.
Zooals bekend, is het werk van mevr.
Franzen—Heslenfeld bekroond in den wed
strijd voor de beeldhouwkunst 1929,
De Liedertafel „Haarlem's Zanggenot",
directeur de heer L. C. Keereweer en het
Symphonie-orkest „Euterpe", directeur de
heer J. A. Meno geven gezamenlijk een con
cert op Donderdag 4 Februari a.s. in de
gem. Concertzaal.
Hieraan zullen medewerking verleenen de
heer Bram Keereweer, bariton en de heeren
L. de Graaff en J. Rosekrans, le violisten
der H.O.V., terwijl de begeleiding in handen
is van den heer L. D. Keereweer. Onder meer
wordt een koorwerk uitgevoerd met orkest
begeleiding.
Heden (Woensdagavond) houdt de Racing
Club Haarlem een buitengewone algemeene
vergadering in het Blauwe Kruis alhier.
Als belangrijkste punt vermeldt de
agenda: Bespreking terrein-aangelegenheid.
Vrij zeker zal dus hedenavond de beslis
sing vallen of R. C. H. naaf Heemstede zal
gaan verhuizen.
De R. K. Oratoriumvereeniging
Men deelt ons mede:
De R.K. Oratoriumvereeniging zal haar
tweede en laatste uitvoering in dit vereeni-
gingsjaar geven op Vrijdag 29 April a.s. in
het gem. Concertgebouw met het „Requiem"
van Verdi, aan welker uitvoering wederom
de eerste solisten en de H.O.V. zullen mede
werken.
A.s. Donderdag des avonds te acht uur zal
in het gebouw „St. Bavo" aan de Smede-
straat de directeur, de heer Hubert Cuypers
een inleider.de bespreking houden over dit
beroemde werk voor alle dames en heeren
werkende leden van het koor, waarna de
repetities definitief zullen beginnen.
Bij gemeenschappelijke beslissing van Ged.
Staten van Noord, en Zuid-Holland zijn af
gewezen de door inwoners van Benthuizen
en van Hazerswouöe ingediende bezwaren te.
gen het besluit d.d. 1 Juli 1931 van de ver-
eenigde vergadering van het Hoogheemraad
schap van Rijnland tot toelating van K. van
der jPorren als hoofdingeland.
C ~K 0 T K' >1
Vr
W 7"
2S3 De Commissaris van Politie in de 10e
Oct*?/ sectie te Amsterdam, verzoekt hun. die
j inlichtingen kunnen geven omtrent afzender
of herkomst van den hierbij gereproduceer-
>j den brief met adreszijde enveloppe, zich
net tbrt* tf n in het belang van het onderzoek naar de
i,., fji, f treinaanslagen der laatste dagen, zoo spoe-
i1~*f ~'.?U o dig mogelijk in verbinding te stellen met
4 r 4. e h ty h t f A' het politiebureau Admiraal de Ruyterweg
W;.r_ tf r 226. te Amsterdam.
I f f i y
;*SEB?na
t&m
mzivG-j
Een der eerste Graalleidsters
Verleden week Donderdag is in de Maria-
stichting te Haarlem overleden mej. G.
Sweere, Vrouwe van Nazareth, die zich bij
zondere verdiensten had verzameld ten aan
zien van „De Graal".
Het volgende „In Memoriam" is haar ge
wijd:
Als belangstellenden in onze zooveel be
lovende Jonge Vrouwenbeweging De Graal,
hebben wij ons herhaaldelijk afgevraagd:
wie zijn toch eigenlijk de leidsters van die
beweging; en daarmee bedoelden we niet
alleen: wie staan daar aan het hoofd?
maar ook: wie voeren dat allemaal uit?
Een tipje van dat geheim gordijn is nu
dezer dagen opgelicht door het overlijden
van een der eerste Graalleidsters, mejuf
frouw Geertruid Sweere, bij wier dood de
Vrouwen van Nazareth, tot wier Congrega
tie zij behoorde, een beetje meer hebben
losgelaten dan zij dat gewoonlijk plegen te
doen.
Geertruid Sweere is toch als eerste een
drietal jaren geleden in Amsterdam als
gewoon atelier-meisje in een groot confec-
tie-atelier in dienst gegaan en bleek, toen
door een ongelukkig toeval haar incognito
werd opgeheven, ineens een Vrouw van Na
zareth, die met de tegenwoordige Graalpre-
sidente het oudste Amsterdamsche Graal-
huis op het Cornelis Troostplein bestuurde.
Zij was een vriendin van Marie Koenen, en
schreef met hulp van deze begaafde schrijf
ster het eerste Graalspel, dat in den winter
van 19291930 te Amsterdam in den Hol-
landschen Schouwburg werd opgevoerd, en
waar de opvoeding der Graalmèisjes ineens
bleek op veel hooger niveau te staan, dan
wij het van onze zijde gewoon waren.
Kort daarop naar Rotterdam verplaatst,
werd zij daar de stichtster van het heele
spaarsysteem, dat sindsdien in de Graal,
onder den naam van Wijze Miertjes, een
steeds grootere vlucht heeft genomen.
Zij was het ook, die het eerst de voorbe
reidende lessen tot de Gr aalinwijding op
schrift bracht.
En dit alles deed ze met de veilige en
toch zoo zachte zekerheid, die al haar werk
kenmerkte.
In haar omgang met de kinderen had
zij een betooverenden invloed op vele jonge
meisjesharten, die voor andere leidsters
heelemaal niet zoo toegankelijk bleken.
En hierbij muntte zij bijzonder uit door
een verbzagir.wekkende belezenheid en pa
rate kennis op allerlei gebied, die zij bij al
haar lessen, ernstige avonden en causerieën
met tact en goeden smaak wist te pas te
brengen en waardoor haar voordracht iets
bijzonder actueels en boeiends verkreeg.
In de Zilveren Trompet schreef zij de
schetsen over de meest op den voorgrond
tredende Graalmodeilen uit het Oude Tes
tament: Debborah, Esther, Ifis en Judith,
die alom de aandacht trokken.
En zij zou zeker nog heel wat meer ge
schreven hebben, als zich toen niet reeds
de kiemen vertoond hadden van de kwaal,
die haar zoo vroeg ten grave zou sleepen,
De dokters schreven een rustkuur voor,
maar rusten kon zij niet en heel wat kin
deren wisten den weg te vinden naar haar
ziekbed.
Ternauwernood hersteld, zorgde zij toen
voor den druk van het Koninklijke Faasch-
kruis; eerst een interne editie mèt accen
ten en declamatie-teekens en daarna de
gepubliceerde editie zonder al die symboli
sche teekens, wat juist een karwei was voor
haar hoofd en hand.
En toen het tijdschrift Dux kort daarna
een afzonderlijk Graalnummer uitgaf, was
zij het, die daar de hoofdzorg voor op zich
nam, de noodige foto's liet maken en alles
ten slotte een waardigen vorm gaf.
Het vorig jaar eindelijk werd zij naar
Limburg gezonden, waar zij in het Vaiken-
burgsche Openluchttheater met geheel on
geoefende krachten het waagstuk klaar
speelde, het middeleeuwsche mysterie-spel
Eïckeiïyck op een heel nieuwe wijze op te
voeren, door elke rol door een karakte
ristieke groep van medespeelsters als
spreekkoor te laten vervullen, en zoo voor
het eerst de groepen-dramatiek toepaste,
gelijk het kort tevoren in Amsterdam aan
Calderons stuk: Het leven is een droom,
beproefd was.
Wat zij hier bereikte, wees zonder twijfel
niet slechts op een buitengewoon paedago-
gische*, maar zeker ook op een niet alle-
daagschen artistieken aanleg.
Helaas, het bleek na de uitvoering heel
spoedig, dat zij haar krachten had over
schat. Zij werd bedlegerig en is niet meer
opgestaan.
In de ziekenhuizen van Den Haag en
Haarlem oefende zij tijdens haar ziekte nog
een aantrekkeli.iken invloed uit op allen, die
haar naderkwamen, maar het lichaam was
tegen die felle zielekrachten niet meer op-
ge'wasschen. Toen het einde scheen te na
deren, kwamen van Ncord en Zuid allerlei
oude vrienden en vriendinnen haar bezoe
ken; tegen haar zin, want zij dacht nog
niet heen te gaan, zij voelde haar taak niet
af en wilde nog blijven leven om ze te vol
tooien. Wat er in haar godvruchtig hart Is
omgegaan, toen eindelijk het al lang ge
vreesde bericht kwam, dat zij de laatste
vreesde bericht kwam, dat zij de Sacramen
ten der Stervenden moest ontvangen, weet
God alleen.
Nog drie dagen daarna heeft zjj telkens
het oog op haar kruisje gericht met haar
volle bewustzijn geleefd, zonder te kunnen
spreken.
Een paar uur voor haar dood, ging ook
het bewustzijn heen, tot Zij Donderdag 1.1.
ongeveer vijf uur in den namiddag haar
jonge, zachte en toch zoo felle ziel aan den
Schepper wedergaf. Niet zoo heel vele zielen
hebben op een leeftijd van 26 jaar reeds
zooveel te lezen staan ln haar levensboek.
Op haar bidprentje staat een strophe uit
Wat men nu in Duitschland waarneemt
Is de allerbeste Schlager:
Van het heerlijk Duitsche brouwsel
Wordt de prijs een ietsje lager!
Bier, dat voor de echte drinkers
Altijd nog een stukje ziel is,
Daar dit, zelfs bü Litermasze,
Voor den Duitscher nie zu viel is!
Alles, alles duldt Germanje,
Zelfs ook als de vijand hier komt.
Maar, wat hij nooit zou vergeven
Is, wanneer men aan zijn bier komt!
Notverordnung zal hij dragen,
Werkeloosheid, in de dalles,
Mits hij maar mag blijven zingen:
Heil Gambrinus ueber alles!
't Schip van Staat bracht in de branding
Angst aan leiders en bemanning.
Maar, als olie op de golven
Breekt de bierprijs thans de spanning!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden).
het komende Pinksterspel, die zij, onver
wacht, heel concreet in toepassing heeft ge
bracht. Daar wordt toch de H. Geest afge-
smeek op een groep Graalleden, die als ro
zen gekleed, in het bijzonder de gave van
godsvrucht willen beoefenen.
Heiige Geest kom in deez vrome
Gele rozen, die hier schromen
Pluk ze als bloemen op üw feest
Neem ze zelf in Uwe handen
Als een bloelende offerande
Druk ze teeder, Heiige Geest.
De Heilige Geest heeft haar geplukt; en
van uit den hemel zal deze eerst gestorven
Vrouw van Nazareth nu de Graalleden hel
pen in het bereiken van haar weidsche doel:
De wereld moet bekeeren
En God zal triompheeren.
Een harer laatste woorden waren, dat zij
in het Maria-kleed wilde begraven worden,
en ln den hemel Maria, de Vrouwe van Na
zareth namens allen zou gaan begroeten.
Ave Pia anima, consummata in brevi,
explevisti tempora multa.
De loting voor de missiewedstrijden, waar
van de data nog niet zijn vastgesteld, had
het volgende resultaat:
Haarlem speelt tegen Breda en Utrecht
tegen Limburg.
Den Bosch lootte vrij.
Vr. Rijden er in Nederland nog auto
aanhangwagens van 2/2 spoorwagen van
25 ton?
2. Mogen deze wagens over veerponten en
bruggen?
3. Waar rijden deze wagens?
Antw.: Ons niet bekend.
Vr.: Kunt u mij het adres opgeven,
waar gelegenheid bestaat voor de opleiding
voor Staatsdiploma Kraamverpleging?
2. Welke leeftijd is hiervoor bepaald?
3. Hoe is het adres van het Secretariaat
van het Wit-Gele Kruis in het Bisdom
Haarlem.
Antw.: 1. Men moet eerst 3 jaar
opleiding ziekenverpleging hebben gehad en
pl.m. 1 jaar kraamverpleging. Opleiding voor
het Staatsdiploma Kraamverpleging kan men
krijgen in de ziekenhuizen te Heerle en te
Den Haag.
2. De leeftijd is hiervoor onbepaald.
3. P. H. Lommen, burgemeester van
Castricum.
Vr.: Treedt de verplichte winkelslui
ting op 1 Maart 1932 in werking?
Antw.: Voor zoover ons bekend, ja.
Vr. 1: Welke opeenvolgende plaatsen doet
de wekelijksche luchtdienst Amsterdam—
Batavia aan?
2. Dito retour?
Antw.: Amsterdam, Marseille. Rome, Mer-
za Matroe, Cairo, Bagdad. Busjire, Djask,
Karachi, Jodhpur, Allahabad, Calcutta,
Akyab, Rangoon, Bangkok, Alor Stat,
Medan, Palembang, Batavia. Bandoeng.
2. In omgekeerde volgorde.
Vr.: Ik ben verhuisd. In het oude huis
was een huurleiding aanwezig en er waren
7 schakelaars. In mijn nieuwe huis heb ik
wel electra doch er zijn geen schakelaars en
ook geen huurleiding. Ik heb aan het in
cassobureau geïnformeerd of ik die schake
laars mocht medenemen en er werd mij
geantwoord, dat ik alles mocht meenemen,
behalve de bulzen en snoeren. Ik heb de
schakelaars er af laten halen en ze in de
nieuwe woning er op laten zetten. Nu heeft
mijn oude huisbaas orders gegeven om voor
mijn rekening door de gemeente er weer 7
nieuwe schakelaars op te laten zetten. Ben
ik verplicht die te betalen?
Antw.: Volgens ons had u de schakelaars
indien die niet uw eigendom waren. nie<
mee mogen nemen, dus zult u de nleuv
moeten betalen.