DE ONTWAPENINGS CONFERENTIE IDE GRAPJAS HARLEKIJNS VAN DE HEfOW langs DONKERE PADEN Voorgeschiedenis en voorbereiding OPNIEUW NOODTOESTAND IN DE KLOMPENINDUSTRIE SSui 70219IWPn komen tot rust, kal- ÜH ttüCilMssösi meeren en worden daarbij tevens gesterkt door het gebruik van üiJRHARDT'S ZOTWTOIETTEM Harlekijn bevrijdt z'n ezel van een zwaren last De invoer van Belgische klompen speelt weer een rol NIJVERHEIDSRAAD Gered RADIO-OMROEP Naar het Engelsch door J. Scheepen» züt! Uit de twee voorafgaande artikelen in deze reeks zal het, naar wij veronderstellen, den lezer wel duidelijk zijn geworden, dat het ideaal: algeheele afschaffing van alle bewapening, vooralsnog niet voor verwezen lijking vatbaar is. Wij zullen nu trachten na te gaan, wat op de a.s. conferentie wèl bereikt zal kunnen worden; hiertoe zullen wij eerst eens de voorbereiding van de con ferentie en hetgeen er aan voorafging aan een nadere beschouwing moeten onderwer pen. Het heeft begrijpelijkerwijze na den ver- schrikkelijken wereldoorlog niet aan meer of minder ernstige pogingen ontbroken, om in de toekomst zulk een algemeene ramp voor goed onmogelijk te maken. Vooral in de eerste jaren na den oorlog waren alle staatslieden het er roerend over eens, dat zóó iets de menschheid nooit meer mocht overkomen en de goegemeente verkeerde vrij algemeen in de ietwat argelooze mee ning, dat voorloopig wel geen staatsman het wagen zou een volgenden oorlog op zijn verantwoording te nemen, welke nog ver schrikkelijker ozu zijn in zijn gevolgen dan de laatste. Uit deze vredelievende stemming is o.a. voortgekomen het Protocol van Genève, waartoe de Volkenbondsvergadering in 1924 met algemeene stemmen besloot en dat de bedoeling had eiken oorlog onmogelijk te maken door vreedzame beslechting van in ternationale conflicten voor te schrijven. Van het Protocol van Genève is tot nu toe echter in de practijk niet veel terecht gekomen, alleen al doordat het niet in wer king kon treden, daar lang niet voldoende staten het hebben geratificeerd. Het Kel- logg-pact, dat in 1928 werd geteekend, heeft evenmin practische waarde. Van meer directe beteekenis voor de ont wapeningsidee waren de vloot-conferenties, welke na den oorlog zijn gehouden, o.a. te Washington en te Londen. Laatstgenoemde bijeenkomst, welke in April 1930 werd ge houden, leidde tot overeenstemming tus- schen de Vereenigde Staten, Engeland en Japan. Nadat Frankrijk en Engeland het samen eens waren geworden, begaven Hen derson en Alexander zich persoonlijk naar Rome, waar hun bemiddeling er toe leidde, dat met bijna beangstigende snelheid een volledige overeenstemming tusschen Frank rijk en Italië werd bereikt. Niets stond nu meer het houden eener algemeene Ontwa peningsconferentie in den weg. De eigenlijke voorbereiding der Ontwape ningsconferentie dateert reeds van 1926, toen hiertoe een voorbereidende Ontwape ningscommissie werd opgericht. Ondanks de talrijke vergaderingen vlotte het werk aanvankelijk niet best, mede door de reeds in ons vorig artikel gemelde politiek van Sovjet-Rusland. In 1930 was een langdurige schorsing der beraadslagingen het gevolg van boven geschetste vloot-mcellijkheden. Eerst na 4 jaar werken kwam de com missie in haar slotzitting op 9 December 1930 met haar werk gereed. De door haar ontworpen conventie bevat 60 artikelen. De vermindering der bewapening zal be treffen zoowel het materieel als het perso neel; dit laatste door beperking van de ge middelde vredessterkte van leger, vlcot en luchtmacht. Door de methode, welke wordt gevolgd bij de berekening van dit gemid delde, zal de duur van den oefeningstijd grooten invloed uitoefenen op de bepaling der vredessterkte, vooral ook omdat de lich tingssterkte aan geenerlei beperking wordt onderworpen. Van de marine wordt het varend mate rieel beperkt. Een maximum tonnenmaat zal v/orden vastgesteld voor de vloot in hst algemeen, zoowel als voor bepaalde scheeps- types. Binnen zekere grenzen is men ech ter vrij hierin te wisselen en b.v. in plaats van de toegestane tonnenmaat, te besteden aan kruisers, hiervoor torpedojagers te bou wen. Voor de marine worden de uitgaven voor nieuw materieel beperkt. Voor tde luchtvaart geldt dit laatste niet, zoodat men steeds het snel verouderende vliegmaterieel kan vervangen. Wel worden het aantal vliegtuigen en luchtschepen en het aantal P.K. der motoren aan banden gelegd. De burger-luchtvaart wordt vrijge laten; alleen moeten voortdurend het aan tal en motorvermogen der vliegtuigen en de uitgaven hiervoor worden gepubliceerd. Ten slotte zullen ook de totale uitgaven voor land- zee- en luchtmacht aan banden worden gelegd. De budgetaire deskundigencommissie is eenstemmig van oordeel, dat het technisch mogelijk is tot een bevredigend stelsel van beperking der militaire uitgaven te komen Zij heeft daartoe een tabel ontworpen, welke zóó is ingericht, dat daarop in een eenvoudigen en internationaal begrijpelij ken vorm alle uitgaven, welke aan de be wapening worden besteed, kunnen worden vermeld. Teneinde zooveel mogelijk te voor komen, dat de voorschriften voor het in vullen der tabèl verschillend geïnterpreteerd worden, heeft de commissie aan alle lan den verzocht reeds thans bi) wijze van proef tot invulling over te gaan, waardoor tevens ter conferentie een volledig overzicht ver kregen wordt van de militaire uitgaven der verschillende mogendheden. Ten einde de noodige soepelheid te be houden, zal het maximum der militaire uitgaven niet voor ieder jaar afzonderlijk worden aangegeven, maar het gemiddelde over 4 achtereenvolgende jaren, met het voorbehoud echter, dat de uitgaven in één jaar het gemiddelde slechts met een be paald percentage mogen overschrijden. Dit voorbehoud is noodzakelijk omdat het an ders wel eens mogelijk zou zijn, dat een staat, welke 3 Jaren achtereen zuinigheid had betracht, plotseling in het vierde jaar het bespaarde geld besteedde aan één be langrijken aankoop van modern oorlogs materiaal, waardoor zijn naburen in ge vaar zouden kunnen worden gebracht. De algemeene dienstplicht blijft toege staan. De oorlogssterkte zou piet worden beperkt. Door de Nederlandsche delegatie is voorgesteld om de geoefende reserves wèl te beperken door het aantal lichtingen en de sterkte van elke lichting te bepalen, maar haar voorstel werd verworpen. De be perking der personeelssterkten wordt neer gelegd in twaalf tabellen, welke eerst op de conferentie zelve voor ieder land afzon derlijk zullen worden ingevuld. In deze tabellen wordt o.a. vastgesteld de duur der eerste oefening en der herhalingsoefenin gen, volgens het thans geldende gemiddelde. Getracht zal echter worden dezen oefenings- duur ook aan een algemeene beperking te onderwerpen. Wat het materieel betreft, van een be perking van het bij de landmacht thans aanwezige oorlogstuig is geen sprake (de stemmen staakten hierover), hetgeen te be treuren valt, omdat er heel wat materieel is (gewezen b.v.), dat eerst na zeer langen tijd veroudert. De aanschaffing van nieuw materieel zal langs indlrecten weg worden beperkt door de Jaarlijksche uitgaven aan banden te leggen. Forten en andere verde digingswerken zijn aan geen andere be perking onderworpen, dan dat zij natuurlijk ook vallen onder de toegestane uitgaven. Absoluut verboden worden gifgassen en bacteriologische strijdmiddelen en wellicht ook vlammenspviiten, zware tanks en zwaar geschut. Tenslotte wordt bepaald, dat de ontwa pening, welke bij de vredesverdragen aan de overwonnen landen is opgelegd, gehand haafd blijft. Op het naleven van de con ventie zal door een permanente ontwape- nings-commissie toezicht worden uitge oefend. Een daad van practische beteekenis met het oog op de a.s. conferentie werd gesteld door de Volkenbondsvergadering van 20 September jJ„ welke naar aanleiding van een idee van den Italiaanschen Minister Grandi, dat door Nederland en de Scandi navische landen in een voorstel werd omge zet, een resolutie aannam, waarbij besloten werd gedurende een jaar, van 1 November 1931—1 November 1932 alle nieuwe plannen voor bewapening stop te zetten, zulks om de conferentie gelegenheid te geven in een rustige sfeer te beraadslagen. In het ge heel hebben 50 van de 64 uitgenoodigde staten, waaronder alle groote mogendheden, deze verplichting aanvaard. Deze bewape- ningsvacantie heeft niet alleen groo te moreele beteekenis, maar ook practische, omdat nu de mogelijkheid is afgesneden, dat een mogendheid op het laatste moment zijn uitbaven opdrijft om bij het invullen der tabellen een zoo hoog mogelijk verhou- dingscijfer toegemeten te krijgen. De voorbereidende ontwapeningsconfe rentie van welker arbeid het houden der as. conferentie het resultaat is, werd ge presideerd door een Nederlander, Jhr. Lou don. Tot voorzitter van de eigenlijke con ferentie, welke op 2 Februari te Genève is bijeengekomen, werd in Mei j.l. door den Volkenbondsraad de Engelsche Minister van Buitenlandsche Zaken, Henderson, be noemd. Na den verrassenden uitslag van de Engelsche verkiezingen in October j.l. meende men, dat Henderson van het voor zitterschap zou afzien en werd reeds druk de naam van Dr. Colijn genoemd als zijn opvolger. Henderson bleef echter op zijn post, omdat hij niet in zijn kwaliteit van Minister was benoemd, maar om zijn per soonlijke eigenschappen. Legio zijn de geruchten geweest, welke telkens opdoken over een eventueel uitstel van de conferentie. Eerst was het de mis lukking der FranschItaliaansche vloot- onderhandelingen, welke hiertoe aanleiding gaf. In Juni j.l. werd gemeld, dat bij eenige regeeringen, voornamelijk Frankrijk, uitstel tot het najaar van 1932 in het voornemen lag, zulks omdat de kans van slagen grooter zou zijn, wanneer te voren de internationale schulden- en herstelkwestie geregeld was. Oom Sam liet echter duidelijk blijken, dat uitstel hem niet welgevallig was. Amerika zal natuurlijk weinig genegenheid toonen tot toegeeflijkheid jegens zijn Europeesche schuldenaars zoolang deze niet eerst blijk hebben gegeven eens ernst te maken met het bezuinigen op hun militaire uitgaven. In December j.l. verwachtte men nog een Engelsch voorstel om de conferentie eenige weken uit te stellen met het oog op de Herstel-conferentie te Lausanne, die intus- schen niet is doorgegaan. Henderson be sloot echter den datum van 2 Februari te handhaven. De begrooting der kosten van de confe rentie, welke voorloopig geraamd zijn op twee millioen gulden, is gebaseerd op den duur van een half jaar. Stimson, de leider der Amerikaansche delegatie, rekent zelfs op een duur van acht maanden. De Nederlandsche delegatie ter conferen tie is als volgt samengesteld: Leider der delegatie is Jhr. mr. F. Beelaerts van Blok land, Minister van Buitenlandsche Zaken; plaatsvervangend leider der delegatie, prof. mr. V. H. Rutgers, hoogleeraar aan de vrije universiteit te Amsterdam; gedele geerden: prof. mr. J. P. A. Francois, ad ministrateur. chef van de afd. Volkenbonds zaken aan het departement van Buiten landsche Zaken, buitengewoon hoogleeraar aan de handelshoogeschool te Rotterdam: mr. W. M. van Lanschot, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal; prof. dr. E. Moresco, oud-vicepresident van den Raad van Ned. Indië; H. G. Surie, gep. vice- admiraal, titulair; C. van Tuinen, gep. luit.-generaal; W. H. Vliegen, lid der Twee de Kamer der Staten Generaal; J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, luit.-kolonel van den generalen staf, hoofd van de af- deeling generalen staf van het departement van Defensie; D. Vreede, kapitein ter zee. Voor zoover zulks noodig zal blijken, wordt de, delegatie aangevuld 'het deskundigen vobr speciale onderwerpen, als technische raadslieden. Glazen buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drog. ■■■■■■■■■«■■■■■■■■■■■■■■■■VI Harlekijn en z'n ezel waren zeer moe. „Wat denkt u wel, dat dit zijn?" vroeg Harlekijn aan mevrouw van Pauwen heuvel; „dat z«n hoepelrokken; al de dames dragen ze." „Ik zou wel eens willen zien, hoe u zoo'n rok staat; wacht, ik zal hem aan uw kleed vastmaken." Mevrouw van Pauwenheuvel was zóo verheugd dat ze naar de laatste mode gekleed was, dat ze naar 't kasteel ging om zich in den spiegel te bekijken. Toen de arme oude ezel van den zwaren last van al die Ijzerwaren bevrijd was, balkte hij vergenoegd. Harlekijn reed op z'n rug naar huis. „Zoo gaat ie beter! lachte hij. Men schrijft ons uit de Meierij: Toen vóór een aantal jaren het veelbeteé- kenende klompenbedrijf in talrijke dorpen der Meierij tot aan den rand van den af. grond was gebracht als gevolg van den teu. gelloozen invoer van Belgische klompen, is het aan het initiatief van het Katholieke Kamerlid Fleskens en het Anti-Revolution- naire lid Smeenk te danken geweest, dat hierin een gunstige wending kwam. De volks vertegenwoordiging riep een invoerrecht op klompen in het leven. Eenige jaren lang hebben de gevolgen van dit invoerrecht zich zeer zeker op een gun stige wijze gedemonstreerd. De invoer van Belgische klompen vertoonde een verminde, ring en er kwam weder opleving in dezen alouden en waardevollen tak van platte, landsche nijverheid. De wakkere onderne mingsgeest der klompenmakers zeiven, die hun bedrijven aan nieuwe productievormen aanpasten, en de gezonde koopmansgeest, die o.a. tot uiting kwam in de zich opvolgen, de klompenbeurzen te St. Oedenrode, deze beide factoren te zamen deden de rest. Er was weer hoop en leven gevaren in de Meie- rijsche klompenindustrie. Onder dén invloed der economische en an dere omstandigheden is daarin echter thans weder een ongunstige wending gekomen. Eerstens werken de daling der schoenprij- zen en de ongunstige maatschappelijke toe stand fnuikend op den afzet, zoodat zich bij de klompenmakers de laatste maanden groote voorraden, bijna onverkoopbaar, hebben ge. vormd, doch behalve dat, doet zich thans weer ernstig de invoer van het Belgische fa. hrikaat gevoelen. Er is algemeen een zeer beduidende reactie in het bedrijf ingetreden. Deze heeft vooral de jongste weken zulk een scherpen vorm aangenomen en beïnvloedt dermate den verkoop van het inheemsche product, dat spoedig vanwege de georganl. seerde klompenmakers een groote vergade ring zal worden belegd met het doel om nieuwe maatregelen tegen den invoer van Belgische klompen te bespreken. Naar wij vernemen zijn o.a. in een aantal handwerkbedrijven en ook in sommige ma chinale bedrijven de opgestapelde voorraden van dien aard, dat zij gelijk staan met de productie van meerdere maanden, zoodat evenals vóór een aantal jaren opnieuw van een noodtoestand dient te worden gesproken. Crisis-maatregelen De Nijverheidsraad heeft in zijn laatste vergadering uitvoerig van gedachten ge wisseld over dé Crisisinvoerwet 1931 en over het Protocol, op 29 December 1931 te Brus sel onderteekend, betreffende de toepas sing van in- en uitvoerbeperkingen of -verboden of andere maatregelen, die de handelsbetrekkingen tusschen Nederland en België zouden kranen belemmeren. Naar aanleiding van de gehouden beraad slagingen heeft de Raad, zonder over de maatregelen zelf een oordeel uit te spre ken, onder de aandacht van den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid gebracht, dat deze regelingen bij toepassing met el kander in botsing zullen komen. Immers, hoe ook verder de werking van de crisis invoerwet moge worden beoordeeld, een eer ste; vereischte, om het daarmeebeoogd doel te i bereiken,- zal moeten zijn, dat die wet, ala zij in een bepaald geval geacht wordt noodig te zijn, onmiddellijk moet kunnen worden toeegepast. Door de met België ge maakte afspraak echter zal telkenmale, wanneer de Nederlandsche Regeering den invoer van een bepaald artikel wenscht te contingeeren, daarvan eerst aan de Belgische regeering kennis moeten worden gegeven, wat tevens inhoudt, dat laatstgenoemde Regeering het voorstel zal moeten kunnen overwegen en daarover met de Nederlandsche autoriteiten zal moéten kunnen onderhan delen. Een en ander zal veel tijd vorderen en het gevolg zal zijn, dat de snelle uit voering van de Crisisinvoerwet, welke ver- eisoht kan zijn, ten nadeele van de Neder landsche belanghebbenden zal worden te gengehouden. Nog bedenkelijker is het, dat door het onderteekenen van genoemd pro tocol een precedent is geschapen en de Ne derlandsche Regeering thans aan andere staten bezwaarlijk zal kunnen weigeren, wat zij aan België heeft toegestaan. Indien over het contingenteeren van den invoer in Nederland van bepaalde artikelen vooraf niet slechts met één. doch met een aantal staten zal moeten worden onderhan deld, wat veel meer tijd in beslag zal ne men, zal intusschen het land met groote hoeveelheden van de betreffende goederen worden overstroomd en zullen de te nemen maatregelen dus geen effect meer kranen sorteeren. Op deze en andere gronden heeft de Raad den Minister verzocht te bevorde ren, dat bij eventueele toepassing van ae Crisisinvoerwet zoo weinig mogelijk vertra ging door het Protocol van 29 December 1931 zal worden ondervonden en dat worde voor komen, dat gedurende het tijdvak, dat ge noemde wet van kracht blijft, met andere staten afspraken worden gemaakt, gelijk aan het Protocol, dat met België is ge sloten. Economisch non-agressieverdrag Op diens verzoek heeft de Raad den Mi nister van Arbeid van advies gediend ovei het ontwerp voor een economisch non- HET Karei Vermeer had met uitstekend gevolg het artsexamen afgelégd. En nu was hij thuisgekomen, waar men hem hartelijk ver welkomde. Moeders gelaat straalde van blij den trots en vader was niet minder verheugd. Vader was ook dokter. Karei bracht heel genoeglijke dagen door in de ouderlijke woning, maar doorsnuffelde intusschen ijverig de advertentiekolommen op zoek naar een praktijk. Ook dat zoeken werd al gauw met een goeden uitslag be kroond; aanstaande schoonpapa zat er warmpjes in en zoo kwam al spoedig het vertrek naar de nieuwe woonplaats voor dok ter Vermeer en zijn lieftallige Jonge vrouw. Een paar uur vóór het afscheid nam papa den jongen arts apart in zijn studeerkamer. „Jongen," zei hij, „alvorens Je je verant woordelijke taak op je schouders neemt, moet ik je een paar vertrouwelijke mededeelingen doen, die je wellicht in je beroep van nut kunnen zijn. Ik heb mij daar althans wel bij bevonden. Zie je jongen, je zult vele patiënten krijgen,, wien eigenlijk niets mankeert en wier kwa len ingebeeld zijn. Er zijn voorts tal van ge vallen, dat je niet direct een diagnose krat stellen. Zooiets zul je natuurlijk nimmer er kennen. Een dokter móet het weten; een goede dokter ziet, naar het publiek meent, met één oogopslag, wat er aan hapert. Er zit in de uitoefening van ons beroep meer mysti cisme dan men denkt en vooral het sugges tieve element is van groote beteekenis. Ver trouwen in den arts is het eerst noodige; in negentig van de honderd gevallen brengt dèt genezing, althans verlichting. De meeste menschen verlangen voorts eenig medicijn. Welnu, dat medicijn moet onschadelijk zijn. Mijn jongen, ik heb hier 20 recepten. Geen daarvan kan het geringste kwaad. Krijg ik nu een twijfelachtig geval of een ingebeelden patient, dan doe ik die recepten in mijn hoed en trek er op goed geluk eentje uit. Ik heb daarmee uitstekende resultaten ge had; de meeste patiënten werden beter of dachten het, wat op hetzelfde aankomt. Hier heb je de recepten. Misschien kun je ze ge bruiken. En nu: vaarwel, beste jongen. Het ga J'. goed." De Jonge arts had zich al gauw een goeden naam als geneesheer verworven; ln twijfel achtige gevallen hield hij zich aan den raad van zijn vader en hij bevond er zich wel bij. Toen werd de vader ernstig ziek. Een ge zwel in de luchtpijp. Specialisten werden ge raadpleegd en de beste chirurgen. Zij gaven geen hoop. Operatief ingrijpen werd niet mogelijk geacht. Bedroefd stonder. de jonge dokter en zijn moeder aan het bed van den ouden arts. Men besloot nog eens, een heel beroemden specialist te raadplegen. Deze kwam, onder zocht den patient en schudde het hoofd. Hij declareerde, zooals men dat van een be roemdheid kon verwachten en zou vertrek ken. Tevoren had hij nog een onderhoud met Karei. „Ik mag het u niet verheelen," zei hij, „en natuurlijk hebt u zelf ook wel ingezien, dat de toestand heel gevaarlijk, ja vrijwel hope loos is; er is een verzwering in de luchtpijp; operatief ingrijpen is niet mogelijk en ieder oogenblik dreigt de verstikkingsdood. Maar toevallig heb ik van uw roem gehoord, mijn heer Vermeer, als bijzonder gelukkig prac ticus en misschien weet u nog een middel te vinden." Karei keek peinzend voor zich. Toen zei hij: „Laat mij even alleen; ik moet naden ken." De specialist begaf zich weer naar de zie kenkamer en deelde daar mede, dat de knap pe jonge arts nog op een middel peinsde. On danks zijn benauwdheid glimlachte de vader. Karei had intusschen zijn 20 recepten in den hoed gedaan; hij roerde die goed door een en trok er eentje uit. Toen snelde hij de kamer van den zieke binnen en riep: „Warme pappen op den buik." De specialist keek heel verbaasd; de patient begon ineens bulderend te lachen. Plotseling golfde een stroom van etter en bloed uit zijn mond. Het gezwel was doorgebroken. De patient was gered.... agressieverdrag, dat door de Sovjet-Regee ring bij den Volkenbond is ingediend. Op verschillende gronden heeft de Raad ge meend de Nederlandsche Regeering te moe ten ontraden, zulk een verdrag aan te gaan. Uitbreiding preferentleele rechten Ook heeft de Raad den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid medegedeeld, het betreurd te hebben, dat de Nederland sche vertegenwoordiger in de Subcommissie der Studiecommissie voor de Europeesche Unie, aan welke subcommissie de bsstudee- ring van de uitbreiding van een stelsel van preferentleele rechten tot andere landbouw producten dan granen was opgedragen, geen aanleiding heeft gevonden, om het. standpunt der Nederlandsche Regeering duidelijk uitëen te zetten of althans een verklaring af te leggen. Te meer aanleiding had er bestaan, om de in de Subcommissie door enkele staten gedane voorstellen te bestrijden, omdat het den Raad bekend is, dat althans verschillende der producten, waarvoor preferentieele rechten werden ge vraagd, van minder goede kwaliteit zijn èn dus mag worden aangenomen, dat Juist daarin de oorzaak voor het vragen van pre ferenties is gelegen. Samenstelling van den raad In de plaats van den heer Prof. Ir. D. Dresden, die in verband met voorschriften van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel als lid van den Nij verheidsraad is afgetreden, is als zoodanig aangewezen de heer Ir. A. H. Ingen Housz, Directeur van de N. V. Koninklijke Neder landsche Hoogovens en Staalfabrieken te IJmuiden. VRIJDAG 5 FEBRUARI 1932. HUIZEN, 298 M. Algemeen Programma, verzorgd door de NCRV. 8.Q0 Schriftlezing. 8.159.00 Gramofoonpl. 10.30 Ziékendienst. .11.00 Gramofoonpl. 12.15 Concert. H. Her mann (viool), T. G. v. d. Haar (viool), H. v. d. Horst Jr. (cello), Mevr. R. A. v. d. Horst- Bleekrode (piano). 2.00 Gramofoonpl. 3.00 Concert. G. de Knegt—Ter Haar (zang), H. J. Berghout (cello), R. Beute (plano). 6.00 Concert G. E. den Boer (accordéon). 6.00 Knutselpraatje. 6.30 Radio-praatje. 7.00 Tuinbouwpraatje. .7.45 Gramofoonpl. 8.00 Concert d. HOV o.l.v. M. Adam. O.a. Sym- phonie 39 in Es gr. t., Mozart. 9.00 Causerie: Werkloosheid en Jeugd. 9.30 Vervolg concert. 0.a. OuverL „Fledermaus", Strauss. Na af loop Vaz Dias en tot 11A0 Gramofoonpl. HILVERSUM, 1875 M. 6.45—7.00 en 7.30— 7.45 Gymnastiek. 8.00 Gramofoonpl. 10.30 VARA-septet o-l.v. Is. Eyl en Gramofoonpl. 12.00—2.00 Omroeporkest o.l.v. N. Treep en Gramofoonpl. 2.00 Causerie over Henry Ford (voor de scholen). 2.304.00 Concert door het Winkels Trio. 4.00 Piano-recital Joh. Jong. 5.00 Concert VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. 7.15 Vervolg concert. 10.05 Vaz Dias. 10.45—12.00 Gramofoonplaten. DAVENTRV, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 12.20 Gramofoonpl. 1.00 Orgel concert. W. S. Vale. 1.50 Gramofoonpl. 2.45 Voor de scholen. 4.05 Concert voor scholen. 4AO Moschetto's orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6-50 Orgelconcert O. H. Feasgood. 7.10,7,25 en 7A0 Lezingen. 8.20 Populair con-- cert. Maggie Teyte (sopraan) en Lafitte (piano). O.a. Fantasiestticke, op. 12, Schu mann (piano). 9.20 Berichten en Lezing. 9.55 Radio-Militair orkest o.l.v. Ch. Leggett m.m. v. E. Griffin (sopraan) en Kingsley Lark (bariton). O.a. uit .Figaro", Mozart en „Der Liebestrank", Donizetti. 11.20—12.20 Savoy Hotel Orpheans. PARIJS „RADIO-PARIS", 1725 M. 8.05 en 12.50 Gramofoonpl. 8.20 Concert. Symphonie Cevenole, V. D'Indy. 9.05 Vervolg concert oJ.v. Eugène Bigot. O.a. Petrouchka, Stra- winsky. KALUNDBORG, 1153 M. 11.20—12.35 Con cert uit hotel „Angleterre". 2.204.20 Radio- blaasorkest o.l.v. Andersen. 7AO9.30 „Het Levende Lijk" van Tolstoï. 9.4510.30 Dan sen en Dansliederen uit de 14de t.e.m. 18de eeuw. Freiburger Kammertrio. LANGENBERG, 473 M. 6-25—1.20 Orkest- concert. 11.20 Gramofoonpl. 12.25—1.50 We- rag-orkest o.l.v. Kühn. 4.20—5.20 Concert o. 1. v. Eysoldt. 8.20 „Die Gebrtlder Kuchel- kom", naar Colantuoni van P. Seifert en F. Zimmermann. Hierna: Berichten en vervol gens tot 11.20 Avondconcert o.l.v. Eysoldt. ROME, 441 M. 7.20 Gramofoonp.l 8.20 „La Mascotte", operette in 3 acten van Audran. BRUSSEL, 508 en 338 M. 508 M.: 12.35— 2.05 Gramofoonpl. 5.20 Sonatenconcert (pia no en viool). 5.50 Gramofoonpl. 6.50 dito. 8.20 Poolsche muziek Omroeporkest oJ.v, G. Fi- telberg m.m.v. Z. Drzewiecki (piano). 338 M.: 12.35—2.05 Gramofoonpl. 5.20 Dansmuziek in Hotel Atlanta, Brussel. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Zie 508 M. ZEESEN, 1635 M. 6A0 Militaire muziek o. 1. v. Obermusikmeister Jahn. De Rijksweer- kapel van het 14de Bataljon Grenadiers. 7.20 „Worüber man in Amerika spricht" (Her uitzending van Washington). 7.35 Vervolg van de militaire muziek. 8.20 „Als Geschie- dene empfehlen sich". opera-comique van Seld. Muziek van Lafite. 9.35 Berichten en hierna tot sluiting: Concert door een orkest van werklooze musici, oi.v. Eugen Sonntag. 23 Als hij het vervelend vindt, aal hij voor z'n eigen bestwil goed doen er zoo spoedig mogelijk anders over te denken, zei hij. Ik hoop, dat je goed voor hem geweest Ja! Als je het dan werkelijk weten wilt, ik bèn aardig geweest voor hem, zacht, te zacht misschien! Daar ben ik blij om! Maar te zacht kun je nooit voor hem zijn, Jiml Ik heb een en ander nog eens rijp overwogen en ben vastbesloten Peter's toegenegenheid te ver overen. Ik ben vastbesloten Peter's toegenegen heid te veroverenJim kon maar niet begrijpen, waarom deze woorden van Carina, gesproken met al haar eigenaardige vrouwe lijke teederheid, thans zulk een geweldigen indruk op hem was zich mis schien haar kracht om te onderwerpen be wust, en zou die macht op Peter trachten uit te oefenen. En daarna?.... Al zijn vroe gere vrees omtrent Peter kwam op eenmaal met hernieuwde hevigheid terug. Wat, indien zij 'n poging waagde die macht in dienst te stellen van haar verlan gen om te bekeeren? Was hij zelf niet onder haar invloed gekomen? Had hij er zichzelf niet vergeefs tegen verzet? En Peter on danks al zijn mannelijke eigenschappen, on danks zijn sportleven aanleg, was een jon gen, die zeer vatbaar was voor indrukken. Zijn gevoelens van haat jegens Carina want dat was het thans zouden spoedig veranderen in onbesuisde toegenegenheid, de ondoordachte vereering van den jongeling. Als hij het voorbeeld van zijn vader volgde, zou hij er toe komen zich achter haar te scharen, en daarin schuilde een werkelijk gevaar van proselytisme. Z'n jongen moest eerbied hebben voor z'n stiefmoeder, grooten eerbied óók, maar daarbij moest het blijven, verder meest hij niet gaan. Hij, Jim Mal'öry. zou waken tegen al te groote intimiteit, hy zou de grenzen vaststellen, waarbuiten de relaties tusschen zijn protestantschen zoon en zijn katholieke vrouw niet zouden mogen gaan. En hij zou er voor waken met al de gestrengheid zijner orthodoxe overtuiging. Evengoed als hij al zijn macht en invloed zou aanwenden om zijn zoon te vrijwaren tegen eiken invloed van zijn vrouw op ge- 1 loofsgebied, even streng zou hij trachten zijn vrouw allen letterkundigen arbeid te verbie den. Zij beminde hem, dat geloofde hij zeker, maar het was met een bijzondere, eigenaar dige liefde. Die liefde geleek in niets op de eerbiedige vereering van zijn eerste vrouw gedurende de eerste jaren van hun huwe lijksleven. En juist daarom was Jim be vreesd dat zijn tweede vrouw altijd zou trachten, zoo'n beetje haar eigen weg te gaan, evengoed als hij van zijn kant geneigd zou zijn, zich van zijn zwakke zijde te laten zien en toegevend te zijn jegens haar. Al leen wanneer hij aan Peter dacht, kwam telkens de oude gestrengheid ln hem weer naar voren met alle kracht.... Hij zou zich niet laten gaan tot het uiter ste tegenover zijn zoon. Hij zou verstandig zijn; goed en rechtvaardig, ofischoon vast besloten elke poging tot het overgaan naar vreemde goden tegemoet te treden met de meest mogelijke gestrengheid. En dan zou Carina het voorzeker wel laten, haar invloed verder uit te breiden.... Ik ben er zoo zeker van, dat Peter van je houden zal, Carina, zoodra hij je kent. zei hij, alle onaangename gedachten aan toekomstige mogelijkheden uit zijn geest ver bannend, al moet ge niet verwachten, dat ik dan geheel en al afstand van hem doen zal. Ik geloof dat zijn leeftijd crltiek wordt! Mijn gevoelen is, antwoordde Carina, dat men nooit vriendelijk en liefhebbend genoeg kan zijn tegenover z'n kinderen. Ze zijn nog zoo onervaren en zoo kwetsbaar. Jawel, liefste, jawel, maar Peter Is geen irind meer. Hij is vijftien jaar en in som mige opzichten z'n leeftijd ver vooruit! De meeste eenige kinderen vinden het in den beginne vervelend een stiefmoeder te krijgen! Ja, dat weet ik. Maar je moet niet den ken, dat ik hard ben voor Peter. De meesten mijner kennissen zeggen, dat ik hem verwen Maar laten we naar bulten gaan, Carina. Het is droog en ik ben benieuwd je Inzichten te vernemen omtrent de omgeving. Het is jaren geleden, dat ik sommige plekjes be zocht. Ze begaven zich in den bloementuin, waar de groote hortensiastruiken nog vol bloesem hingen, wit, rose en blauw. Ze wandelden temidden van groene heggen, van fuchsia's en veronica's, groote palmstrulken, roode geraniums, camelia's en myrteboomen, en groote perken madeliefjes. Tusschen de boomen door glinsterde de zilveren 1 ijn van Mount's baai. Carina droeg geen hoed, en de zeewind blies haar dichten, zwarten haardos omhoog. Ze was eenvoudig gekleed in een grijs katoenen jurk, die losjes om haar smalle taille hing. Je ziet te bleek, veel te bleek I Je moest zoo hard niet werken. Het is toch bovendien absoluut niet noodig! zei Jim. Maar ik werk ook niet uitsluitend om te verdienen, al kon ik het vroeger uitste kend gebruiken. Ik werk, omdat ik van dat werk houd. Haar grijze oogen schitterden. En ik moest m'n werk toch afmaken. Als ik 'n paar dagen rust houd, ben ik weer de oude. - Ach! Ik had al zóó gedacht, dat je met me meer naar Linfold zou komen. Ik mis je zoo, Carina! Dat zou niet mogelijk zijn thans, Jim. Zie je, misschien komt Richard Grove Zater dag mijn boek doorlezen. Ik wacht bericht van hem. En daarna heb ik eenige dagen van absolute rust noodig. Toen Mary, m'n zuster, nog leefde, kon ik niet altijd rust nemen, ofschoon ik er dikwijls veel behoefte aan had. Toen was de inspanning wel eens te groot! Ze zweeg. En dan moeten we nog naar Parijs, om lnkoopen te doen. Je zou toch geen ouderwetsch gekleed vrouwtje wil len, is 't wel, Jim? Zooals je er thans uitziet, zie je er goed uit! Ik heb je nog nooit in 't grijs gezien. Dat moest je altijd dragen.... Maar half October, zou je dan gereed zijn. Carina? Neen, niet heelemaal. Zou November ook niet goed zijn, Jim? Neen, sprak hij kort, ik wil geen dag langer wachten dan October. Van heden te rekenen precies een maand Uitstekend, sprak ze. Vind Je het uit zicht op den Mont St. Michel niet verruk kelijk vandaag? Inderdaad..., Heb Je al over een kerk gedacht? Ja, de kerk der Oratorianen natuurlijk. Daar ga ik altijd heen. Jim staarde naar het blinkende water in de baal, vlak als een gepolijst schild. De zeilen der enkele visschersbooten hingen thans slap. Aan den verren einder rees grimmig, abrupt en massaal de grijze Mont St. Michel. Het Oratorium dus! Daar had je het weer! Als *n dolk opgeheven om hem te treffen. Natuurlijk zou Peter er óók bij willen zijn. Hou Je van den omtrek hier? Was Je hier altijd gelukkig? vroeg hij. O zoo gelukkig! Wanneer lk werk ben ik altijd gelukkig! klonk het antwoord. Maar weldra zal je andere soorten van geluk kennen 1 Zeker, gaf zij toe. Hij nam haar hand en hield ze in de zijne. Nooit had zij hem zóó veraf geschenen nooit zóó weinig de zijne. Ook deze aan raking bracht haar niet nader tot hem. Ze was als een elf, iets van een andere, onbe reikbare wereld, die hem had gevangen in haar netten, ondanks al zijn ondervinding en voorzichtigheid. Maar, die twijfel, subtiel wel, maar toch niet minder reëel, gepaard met die vereering voor haar, het was een hatelijke combinatie. En het was of die vrees zich ook aan haar meedeelde, want opeens sprak zij: Jim Je hebt nu genoeg tijd gehad om er ernstig over na te denken! Weet je zeker, dat Je geen vergissing begaat? Ik ge lijk zóó weinig op de vrouw die ge je ver beeld moet hebben eens te zullen huwen! Dat doe Je ook! Maar dat is het mis schien juist, waarom ik zooveel van je houd! (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 7