DE ONTWAPENINGS
CONFERENTIE
IDE GRAPJAS HARLEKIJNS
VAN DE
HEfOW
langs
DONKERE PADEN
Voorgeschiedenis en voorbereiding
OPNIEUW NOODTOESTAND
IN DE KLOMPENINDUSTRIE
SSui 70219IWPn komen tot rust, kal-
ÜH ttüCilMssösi meeren en worden
daarbij tevens gesterkt door het gebruik
van
üiJRHARDT'S ZOTWTOIETTEM
Harlekijn bevrijdt z'n ezel van een zwaren last
De invoer van Belgische klompen
speelt weer een rol
NIJVERHEIDSRAAD
Gered
RADIO-OMROEP
Naar het Engelsch door J. Scheepen»
züt!
Uit de twee voorafgaande artikelen in
deze reeks zal het, naar wij veronderstellen,
den lezer wel duidelijk zijn geworden, dat
het ideaal: algeheele afschaffing van alle
bewapening, vooralsnog niet voor verwezen
lijking vatbaar is. Wij zullen nu trachten
na te gaan, wat op de a.s. conferentie wèl
bereikt zal kunnen worden; hiertoe zullen
wij eerst eens de voorbereiding van de con
ferentie en hetgeen er aan voorafging aan
een nadere beschouwing moeten onderwer
pen.
Het heeft begrijpelijkerwijze na den ver-
schrikkelijken wereldoorlog niet aan meer
of minder ernstige pogingen ontbroken, om
in de toekomst zulk een algemeene ramp
voor goed onmogelijk te maken. Vooral in
de eerste jaren na den oorlog waren alle
staatslieden het er roerend over eens, dat
zóó iets de menschheid nooit meer mocht
overkomen en de goegemeente verkeerde
vrij algemeen in de ietwat argelooze mee
ning, dat voorloopig wel geen staatsman
het wagen zou een volgenden oorlog op zijn
verantwoording te nemen, welke nog ver
schrikkelijker ozu zijn in zijn gevolgen dan
de laatste.
Uit deze vredelievende stemming is o.a.
voortgekomen het Protocol van Genève,
waartoe de Volkenbondsvergadering in 1924
met algemeene stemmen besloot en dat de
bedoeling had eiken oorlog onmogelijk te
maken door vreedzame beslechting van in
ternationale conflicten voor te schrijven.
Van het Protocol van Genève is tot nu
toe echter in de practijk niet veel terecht
gekomen, alleen al doordat het niet in wer
king kon treden, daar lang niet voldoende
staten het hebben geratificeerd. Het Kel-
logg-pact, dat in 1928 werd geteekend, heeft
evenmin practische waarde.
Van meer directe beteekenis voor de ont
wapeningsidee waren de vloot-conferenties,
welke na den oorlog zijn gehouden, o.a. te
Washington en te Londen. Laatstgenoemde
bijeenkomst, welke in April 1930 werd ge
houden, leidde tot overeenstemming tus-
schen de Vereenigde Staten, Engeland en
Japan. Nadat Frankrijk en Engeland het
samen eens waren geworden, begaven Hen
derson en Alexander zich persoonlijk naar
Rome, waar hun bemiddeling er toe leidde,
dat met bijna beangstigende snelheid een
volledige overeenstemming tusschen Frank
rijk en Italië werd bereikt. Niets stond nu
meer het houden eener algemeene Ontwa
peningsconferentie in den weg.
De eigenlijke voorbereiding der Ontwape
ningsconferentie dateert reeds van 1926,
toen hiertoe een voorbereidende Ontwape
ningscommissie werd opgericht. Ondanks
de talrijke vergaderingen vlotte het werk
aanvankelijk niet best, mede door de reeds
in ons vorig artikel gemelde politiek van
Sovjet-Rusland. In 1930 was een langdurige
schorsing der beraadslagingen het gevolg
van boven geschetste vloot-mcellijkheden.
Eerst na 4 jaar werken kwam de com
missie in haar slotzitting op 9 December
1930 met haar werk gereed. De door haar
ontworpen conventie bevat 60 artikelen.
De vermindering der bewapening zal be
treffen zoowel het materieel als het perso
neel; dit laatste door beperking van de ge
middelde vredessterkte van leger, vlcot en
luchtmacht. Door de methode, welke wordt
gevolgd bij de berekening van dit gemid
delde, zal de duur van den oefeningstijd
grooten invloed uitoefenen op de bepaling
der vredessterkte, vooral ook omdat de lich
tingssterkte aan geenerlei beperking wordt
onderworpen.
Van de marine wordt het varend mate
rieel beperkt. Een maximum tonnenmaat
zal v/orden vastgesteld voor de vloot in hst
algemeen, zoowel als voor bepaalde scheeps-
types. Binnen zekere grenzen is men ech
ter vrij hierin te wisselen en b.v. in plaats
van de toegestane tonnenmaat, te besteden
aan kruisers, hiervoor torpedojagers te bou
wen. Voor de marine worden de uitgaven
voor nieuw materieel beperkt.
Voor tde luchtvaart geldt dit laatste niet,
zoodat men steeds het snel verouderende
vliegmaterieel kan vervangen. Wel worden
het aantal vliegtuigen en luchtschepen en
het aantal P.K. der motoren aan banden
gelegd. De burger-luchtvaart wordt vrijge
laten; alleen moeten voortdurend het aan
tal en motorvermogen der vliegtuigen en de
uitgaven hiervoor worden gepubliceerd. Ten
slotte zullen ook de totale uitgaven voor
land- zee- en luchtmacht aan banden
worden gelegd.
De budgetaire deskundigencommissie is
eenstemmig van oordeel, dat het technisch
mogelijk is tot een bevredigend stelsel van
beperking der militaire uitgaven te komen
Zij heeft daartoe een tabel ontworpen,
welke zóó is ingericht, dat daarop in een
eenvoudigen en internationaal begrijpelij
ken vorm alle uitgaven, welke aan de be
wapening worden besteed, kunnen worden
vermeld. Teneinde zooveel mogelijk te voor
komen, dat de voorschriften voor het in
vullen der tabèl verschillend geïnterpreteerd
worden, heeft de commissie aan alle lan
den verzocht reeds thans bi) wijze van proef
tot invulling over te gaan, waardoor tevens
ter conferentie een volledig overzicht ver
kregen wordt van de militaire uitgaven der
verschillende mogendheden.
Ten einde de noodige soepelheid te be
houden, zal het maximum der militaire
uitgaven niet voor ieder jaar afzonderlijk
worden aangegeven, maar het gemiddelde
over 4 achtereenvolgende jaren, met het
voorbehoud echter, dat de uitgaven in één
jaar het gemiddelde slechts met een be
paald percentage mogen overschrijden. Dit
voorbehoud is noodzakelijk omdat het an
ders wel eens mogelijk zou zijn, dat een
staat, welke 3 Jaren achtereen zuinigheid
had betracht, plotseling in het vierde jaar
het bespaarde geld besteedde aan één be
langrijken aankoop van modern oorlogs
materiaal, waardoor zijn naburen in ge
vaar zouden kunnen worden gebracht.
De algemeene dienstplicht blijft toege
staan. De oorlogssterkte zou piet worden
beperkt. Door de Nederlandsche delegatie is
voorgesteld om de geoefende reserves wèl
te beperken door het aantal lichtingen en
de sterkte van elke lichting te bepalen,
maar haar voorstel werd verworpen. De be
perking der personeelssterkten wordt neer
gelegd in twaalf tabellen, welke eerst op
de conferentie zelve voor ieder land afzon
derlijk zullen worden ingevuld. In deze
tabellen wordt o.a. vastgesteld de duur der
eerste oefening en der herhalingsoefenin
gen, volgens het thans geldende gemiddelde.
Getracht zal echter worden dezen oefenings-
duur ook aan een algemeene beperking te
onderwerpen.
Wat het materieel betreft, van een be
perking van het bij de landmacht thans
aanwezige oorlogstuig is geen sprake (de
stemmen staakten hierover), hetgeen te be
treuren valt, omdat er heel wat materieel
is (gewezen b.v.), dat eerst na zeer langen
tijd veroudert. De aanschaffing van nieuw
materieel zal langs indlrecten weg worden
beperkt door de Jaarlijksche uitgaven aan
banden te leggen. Forten en andere verde
digingswerken zijn aan geen andere be
perking onderworpen, dan dat zij natuurlijk
ook vallen onder de toegestane uitgaven.
Absoluut verboden worden gifgassen en
bacteriologische strijdmiddelen en wellicht
ook vlammenspviiten, zware tanks en zwaar
geschut.
Tenslotte wordt bepaald, dat de ontwa
pening, welke bij de vredesverdragen aan
de overwonnen landen is opgelegd, gehand
haafd blijft. Op het naleven van de con
ventie zal door een permanente ontwape-
nings-commissie toezicht worden uitge
oefend.
Een daad van practische beteekenis met
het oog op de a.s. conferentie werd gesteld
door de Volkenbondsvergadering van 20
September jJ„ welke naar aanleiding van
een idee van den Italiaanschen Minister
Grandi, dat door Nederland en de Scandi
navische landen in een voorstel werd omge
zet, een resolutie aannam, waarbij besloten
werd gedurende een jaar, van 1 November
1931—1 November 1932 alle nieuwe plannen
voor bewapening stop te zetten, zulks om
de conferentie gelegenheid te geven in een
rustige sfeer te beraadslagen. In het ge
heel hebben 50 van de 64 uitgenoodigde
staten, waaronder alle groote mogendheden,
deze verplichting aanvaard. Deze bewape-
ningsvacantie heeft niet alleen groo
te moreele beteekenis, maar ook practische,
omdat nu de mogelijkheid is afgesneden,
dat een mogendheid op het laatste moment
zijn uitbaven opdrijft om bij het invullen
der tabellen een zoo hoog mogelijk verhou-
dingscijfer toegemeten te krijgen.
De voorbereidende ontwapeningsconfe
rentie van welker arbeid het houden der
as. conferentie het resultaat is, werd ge
presideerd door een Nederlander, Jhr. Lou
don. Tot voorzitter van de eigenlijke con
ferentie, welke op 2 Februari te Genève
is bijeengekomen, werd in Mei j.l. door den
Volkenbondsraad de Engelsche Minister van
Buitenlandsche Zaken, Henderson, be
noemd. Na den verrassenden uitslag van
de Engelsche verkiezingen in October j.l.
meende men, dat Henderson van het voor
zitterschap zou afzien en werd reeds druk
de naam van Dr. Colijn genoemd als zijn
opvolger. Henderson bleef echter op zijn
post, omdat hij niet in zijn kwaliteit van
Minister was benoemd, maar om zijn per
soonlijke eigenschappen.
Legio zijn de geruchten geweest, welke
telkens opdoken over een eventueel uitstel
van de conferentie. Eerst was het de mis
lukking der FranschItaliaansche vloot-
onderhandelingen, welke hiertoe aanleiding
gaf. In Juni j.l. werd gemeld, dat bij eenige
regeeringen, voornamelijk Frankrijk, uitstel
tot het najaar van 1932 in het voornemen
lag, zulks omdat de kans van slagen grooter
zou zijn, wanneer te voren de internationale
schulden- en herstelkwestie geregeld was.
Oom Sam liet echter duidelijk blijken, dat
uitstel hem niet welgevallig was. Amerika
zal natuurlijk weinig genegenheid toonen
tot toegeeflijkheid jegens zijn Europeesche
schuldenaars zoolang deze niet eerst blijk
hebben gegeven eens ernst te maken met
het bezuinigen op hun militaire uitgaven.
In December j.l. verwachtte men nog een
Engelsch voorstel om de conferentie eenige
weken uit te stellen met het oog op de
Herstel-conferentie te Lausanne, die intus-
schen niet is doorgegaan. Henderson be
sloot echter den datum van 2 Februari te
handhaven.
De begrooting der kosten van de confe
rentie, welke voorloopig geraamd zijn op
twee millioen gulden, is gebaseerd op den
duur van een half jaar. Stimson, de leider
der Amerikaansche delegatie, rekent zelfs
op een duur van acht maanden.
De Nederlandsche delegatie ter conferen
tie is als volgt samengesteld: Leider der
delegatie is Jhr. mr. F. Beelaerts van Blok
land, Minister van Buitenlandsche Zaken;
plaatsvervangend leider der delegatie, prof.
mr. V. H. Rutgers, hoogleeraar aan de
vrije universiteit te Amsterdam; gedele
geerden: prof. mr. J. P. A. Francois, ad
ministrateur. chef van de afd. Volkenbonds
zaken aan het departement van Buiten
landsche Zaken, buitengewoon hoogleeraar
aan de handelshoogeschool te Rotterdam:
mr. W. M. van Lanschot, lid van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal; prof. dr. E.
Moresco, oud-vicepresident van den Raad
van Ned. Indië; H. G. Surie, gep. vice-
admiraal, titulair; C. van Tuinen, gep.
luit.-generaal; W. H. Vliegen, lid der Twee
de Kamer der Staten Generaal; J. J. G.
baron van Voorst tot Voorst, luit.-kolonel
van den generalen staf, hoofd van de af-
deeling generalen staf van het departement
van Defensie; D. Vreede, kapitein ter zee.
Voor zoover zulks noodig zal blijken, wordt
de, delegatie aangevuld 'het deskundigen
vobr speciale onderwerpen, als technische
raadslieden.
Glazen buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drog.
■■■■■■■■■«■■■■■■■■■■■■■■■■VI
Harlekijn en z'n ezel waren zeer moe.
„Wat denkt u wel, dat dit zijn?" vroeg
Harlekijn aan mevrouw van Pauwen
heuvel; „dat z«n hoepelrokken; al de
dames dragen ze."
„Ik zou wel eens willen zien, hoe u
zoo'n rok staat; wacht, ik zal hem aan
uw kleed vastmaken."
Mevrouw van Pauwenheuvel was zóo
verheugd dat ze naar de laatste mode
gekleed was, dat ze naar 't kasteel ging
om zich in den spiegel te bekijken.
Toen de arme oude ezel van den zwaren
last van al die Ijzerwaren bevrijd was,
balkte hij vergenoegd. Harlekijn reed op
z'n rug naar huis. „Zoo gaat ie beter!
lachte hij.
Men schrijft ons uit de Meierij:
Toen vóór een aantal jaren het veelbeteé-
kenende klompenbedrijf in talrijke dorpen
der Meierij tot aan den rand van den af.
grond was gebracht als gevolg van den teu.
gelloozen invoer van Belgische klompen, is
het aan het initiatief van het Katholieke
Kamerlid Fleskens en het Anti-Revolution-
naire lid Smeenk te danken geweest, dat
hierin een gunstige wending kwam. De volks
vertegenwoordiging riep een invoerrecht op
klompen in het leven.
Eenige jaren lang hebben de gevolgen van
dit invoerrecht zich zeer zeker op een gun
stige wijze gedemonstreerd. De invoer van
Belgische klompen vertoonde een verminde,
ring en er kwam weder opleving in dezen
alouden en waardevollen tak van platte,
landsche nijverheid. De wakkere onderne
mingsgeest der klompenmakers zeiven, die
hun bedrijven aan nieuwe productievormen
aanpasten, en de gezonde koopmansgeest,
die o.a. tot uiting kwam in de zich opvolgen,
de klompenbeurzen te St. Oedenrode, deze
beide factoren te zamen deden de rest. Er
was weer hoop en leven gevaren in de Meie-
rijsche klompenindustrie.
Onder dén invloed der economische en an
dere omstandigheden is daarin echter thans
weder een ongunstige wending gekomen.
Eerstens werken de daling der schoenprij-
zen en de ongunstige maatschappelijke toe
stand fnuikend op den afzet, zoodat zich bij
de klompenmakers de laatste maanden groote
voorraden, bijna onverkoopbaar, hebben ge.
vormd, doch behalve dat, doet zich thans
weer ernstig de invoer van het Belgische fa.
hrikaat gevoelen. Er is algemeen een zeer
beduidende reactie in het bedrijf ingetreden.
Deze heeft vooral de jongste weken zulk een
scherpen vorm aangenomen en beïnvloedt
dermate den verkoop van het inheemsche
product, dat spoedig vanwege de georganl.
seerde klompenmakers een groote vergade
ring zal worden belegd met het doel om
nieuwe maatregelen tegen den invoer van
Belgische klompen te bespreken.
Naar wij vernemen zijn o.a. in een aantal
handwerkbedrijven en ook in sommige ma
chinale bedrijven de opgestapelde voorraden
van dien aard, dat zij gelijk staan met de
productie van meerdere maanden, zoodat
evenals vóór een aantal jaren opnieuw van
een noodtoestand dient te worden gesproken.
Crisis-maatregelen
De Nijverheidsraad heeft in zijn laatste
vergadering uitvoerig van gedachten ge
wisseld over dé Crisisinvoerwet 1931 en over
het Protocol, op 29 December 1931 te Brus
sel onderteekend, betreffende de toepas
sing van in- en uitvoerbeperkingen of
-verboden of andere maatregelen, die de
handelsbetrekkingen tusschen Nederland en
België zouden kranen belemmeren.
Naar aanleiding van de gehouden beraad
slagingen heeft de Raad, zonder over de
maatregelen zelf een oordeel uit te spre
ken, onder de aandacht van den Minister
van Arbeid, Handel en Nijverheid gebracht,
dat deze regelingen bij toepassing met el
kander in botsing zullen komen. Immers,
hoe ook verder de werking van de crisis
invoerwet moge worden beoordeeld, een eer
ste; vereischte, om het daarmeebeoogd doel
te i bereiken,- zal moeten zijn, dat die wet,
ala zij in een bepaald geval geacht wordt
noodig te zijn, onmiddellijk moet kunnen
worden toeegepast. Door de met België ge
maakte afspraak echter zal telkenmale,
wanneer de Nederlandsche Regeering den
invoer van een bepaald artikel wenscht te
contingeeren, daarvan eerst aan de Belgische
regeering kennis moeten worden gegeven,
wat tevens inhoudt, dat laatstgenoemde
Regeering het voorstel zal moeten kunnen
overwegen en daarover met de Nederlandsche
autoriteiten zal moéten kunnen onderhan
delen. Een en ander zal veel tijd vorderen
en het gevolg zal zijn, dat de snelle uit
voering van de Crisisinvoerwet, welke ver-
eisoht kan zijn, ten nadeele van de Neder
landsche belanghebbenden zal worden te
gengehouden. Nog bedenkelijker is het, dat
door het onderteekenen van genoemd pro
tocol een precedent is geschapen en de Ne
derlandsche Regeering thans aan andere
staten bezwaarlijk zal kunnen weigeren,
wat zij aan België heeft toegestaan.
Indien over het contingenteeren van den
invoer in Nederland van bepaalde artikelen
vooraf niet slechts met één. doch met een
aantal staten zal moeten worden onderhan
deld, wat veel meer tijd in beslag zal ne
men, zal intusschen het land met groote
hoeveelheden van de betreffende goederen
worden overstroomd en zullen de te nemen
maatregelen dus geen effect meer kranen
sorteeren. Op deze en andere gronden heeft
de Raad den Minister verzocht te bevorde
ren, dat bij eventueele toepassing van ae
Crisisinvoerwet zoo weinig mogelijk vertra
ging door het Protocol van 29 December 1931
zal worden ondervonden en dat worde voor
komen, dat gedurende het tijdvak, dat ge
noemde wet van kracht blijft, met andere
staten afspraken worden gemaakt, gelijk
aan het Protocol, dat met België is ge
sloten.
Economisch non-agressieverdrag
Op diens verzoek heeft de Raad den Mi
nister van Arbeid van advies gediend ovei
het ontwerp voor een economisch non-
HET
Karei Vermeer had met uitstekend gevolg
het artsexamen afgelégd. En nu was hij
thuisgekomen, waar men hem hartelijk ver
welkomde. Moeders gelaat straalde van blij
den trots en vader was niet minder verheugd.
Vader was ook dokter.
Karei bracht heel genoeglijke dagen door
in de ouderlijke woning, maar doorsnuffelde
intusschen ijverig de advertentiekolommen
op zoek naar een praktijk. Ook dat zoeken
werd al gauw met een goeden uitslag be
kroond; aanstaande schoonpapa zat er
warmpjes in en zoo kwam al spoedig het
vertrek naar de nieuwe woonplaats voor dok
ter Vermeer en zijn lieftallige Jonge vrouw.
Een paar uur vóór het afscheid nam papa
den jongen arts apart in zijn studeerkamer.
„Jongen," zei hij, „alvorens Je je verant
woordelijke taak op je schouders neemt, moet
ik je een paar vertrouwelijke mededeelingen
doen, die je wellicht in je beroep van nut
kunnen zijn. Ik heb mij daar althans wel
bij bevonden.
Zie je jongen, je zult vele patiënten krijgen,,
wien eigenlijk niets mankeert en wier kwa
len ingebeeld zijn. Er zijn voorts tal van ge
vallen, dat je niet direct een diagnose krat
stellen. Zooiets zul je natuurlijk nimmer er
kennen. Een dokter móet het weten; een
goede dokter ziet, naar het publiek meent,
met één oogopslag, wat er aan hapert. Er zit
in de uitoefening van ons beroep meer mysti
cisme dan men denkt en vooral het sugges
tieve element is van groote beteekenis. Ver
trouwen in den arts is het eerst noodige; in
negentig van de honderd gevallen brengt dèt
genezing, althans verlichting. De meeste
menschen verlangen voorts eenig medicijn.
Welnu, dat medicijn moet onschadelijk zijn.
Mijn jongen, ik heb hier 20 recepten. Geen
daarvan kan het geringste kwaad. Krijg ik
nu een twijfelachtig geval of een ingebeelden
patient, dan doe ik die recepten in mijn hoed
en trek er op goed geluk eentje uit.
Ik heb daarmee uitstekende resultaten ge
had; de meeste patiënten werden beter of
dachten het, wat op hetzelfde aankomt. Hier
heb je de recepten. Misschien kun je ze ge
bruiken. En nu: vaarwel, beste jongen. Het
ga J'. goed."
De Jonge arts had zich al gauw een goeden
naam als geneesheer verworven; ln twijfel
achtige gevallen hield hij zich aan den raad
van zijn vader en hij bevond er zich wel bij.
Toen werd de vader ernstig ziek. Een ge
zwel in de luchtpijp. Specialisten werden ge
raadpleegd en de beste chirurgen. Zij gaven
geen hoop. Operatief ingrijpen werd niet
mogelijk geacht. Bedroefd stonder. de jonge
dokter en zijn moeder aan het bed van den
ouden arts.
Men besloot nog eens, een heel beroemden
specialist te raadplegen. Deze kwam, onder
zocht den patient en schudde het hoofd. Hij
declareerde, zooals men dat van een be
roemdheid kon verwachten en zou vertrek
ken. Tevoren had hij nog een onderhoud met
Karei.
„Ik mag het u niet verheelen," zei hij, „en
natuurlijk hebt u zelf ook wel ingezien, dat
de toestand heel gevaarlijk, ja vrijwel hope
loos is; er is een verzwering in de luchtpijp;
operatief ingrijpen is niet mogelijk en ieder
oogenblik dreigt de verstikkingsdood. Maar
toevallig heb ik van uw roem gehoord, mijn
heer Vermeer, als bijzonder gelukkig prac
ticus en misschien weet u nog een middel
te vinden."
Karei keek peinzend voor zich. Toen zei
hij: „Laat mij even alleen; ik moet naden
ken."
De specialist begaf zich weer naar de zie
kenkamer en deelde daar mede, dat de knap
pe jonge arts nog op een middel peinsde. On
danks zijn benauwdheid glimlachte de vader.
Karei had intusschen zijn 20 recepten in
den hoed gedaan; hij roerde die goed door
een en trok er eentje uit. Toen snelde hij de
kamer van den zieke binnen en riep:
„Warme pappen op den buik."
De specialist keek heel verbaasd; de patient
begon ineens bulderend te lachen.
Plotseling golfde een stroom van etter en
bloed uit zijn mond.
Het gezwel was doorgebroken. De patient
was gered....
agressieverdrag, dat door de Sovjet-Regee
ring bij den Volkenbond is ingediend. Op
verschillende gronden heeft de Raad ge
meend de Nederlandsche Regeering te moe
ten ontraden, zulk een verdrag aan te gaan.
Uitbreiding preferentleele rechten
Ook heeft de Raad den Minister van
Arbeid, Handel en Nijverheid medegedeeld,
het betreurd te hebben, dat de Nederland
sche vertegenwoordiger in de Subcommissie
der Studiecommissie voor de Europeesche
Unie, aan welke subcommissie de bsstudee-
ring van de uitbreiding van een stelsel van
preferentleele rechten tot andere landbouw
producten dan granen was opgedragen,
geen aanleiding heeft gevonden, om het.
standpunt der Nederlandsche Regeering
duidelijk uitëen te zetten of althans een
verklaring af te leggen. Te meer aanleiding
had er bestaan, om de in de Subcommissie
door enkele staten gedane voorstellen te
bestrijden, omdat het den Raad bekend is,
dat althans verschillende der producten,
waarvoor preferentieele rechten werden ge
vraagd, van minder goede kwaliteit zijn èn
dus mag worden aangenomen, dat Juist
daarin de oorzaak voor het vragen van pre
ferenties is gelegen.
Samenstelling van den raad
In de plaats van den heer Prof. Ir. D.
Dresden, die in verband met voorschriften
van de Nederlandsche Maatschappij voor
Nijverheid en Handel als lid van den Nij
verheidsraad is afgetreden, is als zoodanig
aangewezen de heer Ir. A. H. Ingen Housz,
Directeur van de N. V. Koninklijke Neder
landsche Hoogovens en Staalfabrieken te
IJmuiden.
VRIJDAG 5 FEBRUARI 1932.
HUIZEN, 298 M. Algemeen Programma,
verzorgd door de NCRV. 8.Q0 Schriftlezing.
8.159.00 Gramofoonpl. 10.30 Ziékendienst.
.11.00 Gramofoonpl. 12.15 Concert. H. Her
mann (viool), T. G. v. d. Haar (viool), H. v.
d. Horst Jr. (cello), Mevr. R. A. v. d. Horst-
Bleekrode (piano). 2.00 Gramofoonpl. 3.00
Concert. G. de Knegt—Ter Haar (zang), H.
J. Berghout (cello), R. Beute (plano). 6.00
Concert G. E. den Boer (accordéon). 6.00
Knutselpraatje. 6.30 Radio-praatje. 7.00
Tuinbouwpraatje. .7.45 Gramofoonpl. 8.00
Concert d. HOV o.l.v. M. Adam. O.a. Sym-
phonie 39 in Es gr. t., Mozart. 9.00 Causerie:
Werkloosheid en Jeugd. 9.30 Vervolg concert.
0.a. OuverL „Fledermaus", Strauss. Na af
loop Vaz Dias en tot 11A0 Gramofoonpl.
HILVERSUM, 1875 M. 6.45—7.00 en 7.30—
7.45 Gymnastiek. 8.00 Gramofoonpl. 10.30
VARA-septet o-l.v. Is. Eyl en Gramofoonpl.
12.00—2.00 Omroeporkest o.l.v. N. Treep en
Gramofoonpl. 2.00 Causerie over Henry Ford
(voor de scholen). 2.304.00 Concert door
het Winkels Trio. 4.00 Piano-recital Joh.
Jong. 5.00 Concert VARA-orkest o.l.v. H. de
Groot. 7.15 Vervolg concert. 10.05 Vaz Dias.
10.45—12.00 Gramofoonplaten.
DAVENTRV, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 12.20 Gramofoonpl. 1.00 Orgel
concert. W. S. Vale. 1.50 Gramofoonpl. 2.45
Voor de scholen. 4.05 Concert voor scholen.
4AO Moschetto's orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20
Berichten. 6-50 Orgelconcert O. H. Feasgood.
7.10,7,25 en 7A0 Lezingen. 8.20 Populair con--
cert. Maggie Teyte (sopraan) en Lafitte
(piano). O.a. Fantasiestticke, op. 12, Schu
mann (piano). 9.20 Berichten en Lezing. 9.55
Radio-Militair orkest o.l.v. Ch. Leggett m.m.
v. E. Griffin (sopraan) en Kingsley Lark
(bariton). O.a. uit .Figaro", Mozart en „Der
Liebestrank", Donizetti. 11.20—12.20 Savoy
Hotel Orpheans.
PARIJS „RADIO-PARIS", 1725 M. 8.05 en
12.50 Gramofoonpl. 8.20 Concert. Symphonie
Cevenole, V. D'Indy. 9.05 Vervolg concert
oJ.v. Eugène Bigot. O.a. Petrouchka, Stra-
winsky.
KALUNDBORG, 1153 M. 11.20—12.35 Con
cert uit hotel „Angleterre". 2.204.20 Radio-
blaasorkest o.l.v. Andersen. 7AO9.30 „Het
Levende Lijk" van Tolstoï. 9.4510.30 Dan
sen en Dansliederen uit de 14de t.e.m. 18de
eeuw. Freiburger Kammertrio.
LANGENBERG, 473 M. 6-25—1.20 Orkest-
concert. 11.20 Gramofoonpl. 12.25—1.50 We-
rag-orkest o.l.v. Kühn. 4.20—5.20 Concert o.
1. v. Eysoldt. 8.20 „Die Gebrtlder Kuchel-
kom", naar Colantuoni van P. Seifert en F.
Zimmermann. Hierna: Berichten en vervol
gens tot 11.20 Avondconcert o.l.v. Eysoldt.
ROME, 441 M. 7.20 Gramofoonp.l 8.20 „La
Mascotte", operette in 3 acten van Audran.
BRUSSEL, 508 en 338 M. 508 M.: 12.35—
2.05 Gramofoonpl. 5.20 Sonatenconcert (pia
no en viool). 5.50 Gramofoonpl. 6.50 dito. 8.20
Poolsche muziek Omroeporkest oJ.v, G. Fi-
telberg m.m.v. Z. Drzewiecki (piano). 338 M.:
12.35—2.05 Gramofoonpl. 5.20 Dansmuziek in
Hotel Atlanta, Brussel. 6.50 Gramofoonpl.
8.20 Zie 508 M.
ZEESEN, 1635 M. 6A0 Militaire muziek o.
1. v. Obermusikmeister Jahn. De Rijksweer-
kapel van het 14de Bataljon Grenadiers. 7.20
„Worüber man in Amerika spricht" (Her
uitzending van Washington). 7.35 Vervolg
van de militaire muziek. 8.20 „Als Geschie-
dene empfehlen sich". opera-comique van
Seld. Muziek van Lafite. 9.35 Berichten en
hierna tot sluiting: Concert door een orkest
van werklooze musici, oi.v. Eugen Sonntag.
23
Als hij het vervelend vindt, aal hij voor
z'n eigen bestwil goed doen er zoo spoedig
mogelijk anders over te denken, zei hij.
Ik hoop, dat je goed voor hem geweest
Ja! Als je het dan werkelijk weten wilt,
ik bèn aardig geweest voor hem, zacht, te
zacht misschien!
Daar ben ik blij om! Maar te zacht
kun je nooit voor hem zijn, Jiml Ik heb een
en ander nog eens rijp overwogen en ben
vastbesloten Peter's toegenegenheid te ver
overen.
Ik ben vastbesloten Peter's toegenegen
heid te veroverenJim kon maar niet
begrijpen, waarom deze woorden van Carina,
gesproken met al haar eigenaardige vrouwe
lijke teederheid, thans zulk een geweldigen
indruk op hem was zich mis
schien haar kracht om te onderwerpen be
wust, en zou die macht op Peter trachten
uit te oefenen. En daarna?.... Al zijn vroe
gere vrees omtrent Peter kwam op eenmaal
met hernieuwde hevigheid terug.
Wat, indien zij 'n poging waagde die
macht in dienst te stellen van haar verlan
gen om te bekeeren? Was hij zelf niet onder
haar invloed gekomen? Had hij er zichzelf
niet vergeefs tegen verzet? En Peter on
danks al zijn mannelijke eigenschappen, on
danks zijn sportleven aanleg, was een jon
gen, die zeer vatbaar was voor indrukken.
Zijn gevoelens van haat jegens Carina
want dat was het thans zouden spoedig
veranderen in onbesuisde toegenegenheid, de
ondoordachte vereering van den jongeling.
Als hij het voorbeeld van zijn vader volgde,
zou hij er toe komen zich achter haar te
scharen, en daarin schuilde een werkelijk
gevaar van proselytisme. Z'n jongen moest
eerbied hebben voor z'n stiefmoeder, grooten
eerbied óók, maar daarbij moest het blijven,
verder meest hij niet gaan. Hij, Jim Mal'öry.
zou waken tegen al te groote intimiteit, hy
zou de grenzen vaststellen, waarbuiten de
relaties tusschen zijn protestantschen zoon
en zijn katholieke vrouw niet zouden mogen
gaan. En hij zou er voor waken met al de
gestrengheid zijner orthodoxe overtuiging.
Evengoed als hij al zijn macht en invloed
zou aanwenden om zijn zoon te vrijwaren
tegen eiken invloed van zijn vrouw op ge-
1 loofsgebied, even streng zou hij trachten zijn
vrouw allen letterkundigen arbeid te verbie
den. Zij beminde hem, dat geloofde hij zeker,
maar het was met een bijzondere, eigenaar
dige liefde. Die liefde geleek in niets op de
eerbiedige vereering van zijn eerste vrouw
gedurende de eerste jaren van hun huwe
lijksleven. En juist daarom was Jim be
vreesd dat zijn tweede vrouw altijd zou
trachten, zoo'n beetje haar eigen weg te
gaan, evengoed als hij van zijn kant geneigd
zou zijn, zich van zijn zwakke zijde te laten
zien en toegevend te zijn jegens haar. Al
leen wanneer hij aan Peter dacht, kwam
telkens de oude gestrengheid ln hem weer
naar voren met alle kracht....
Hij zou zich niet laten gaan tot het uiter
ste tegenover zijn zoon. Hij zou verstandig
zijn; goed en rechtvaardig, ofischoon vast
besloten elke poging tot het overgaan naar
vreemde goden tegemoet te treden met de
meest mogelijke gestrengheid. En dan zou
Carina het voorzeker wel laten, haar invloed
verder uit te breiden....
Ik ben er zoo zeker van, dat Peter van
je houden zal, Carina, zoodra hij je kent.
zei hij, alle onaangename gedachten aan
toekomstige mogelijkheden uit zijn geest ver
bannend, al moet ge niet verwachten, dat ik
dan geheel en al afstand van hem doen zal.
Ik geloof dat zijn leeftijd crltiek wordt!
Mijn gevoelen is, antwoordde Carina, dat
men nooit vriendelijk en liefhebbend genoeg
kan zijn tegenover z'n kinderen. Ze zijn nog
zoo onervaren en zoo kwetsbaar.
Jawel, liefste, jawel, maar Peter Is geen
irind meer. Hij is vijftien jaar en in som
mige opzichten z'n leeftijd ver vooruit!
De meeste eenige kinderen vinden het
in den beginne vervelend een stiefmoeder te
krijgen!
Ja, dat weet ik. Maar je moet niet den
ken, dat ik hard ben voor Peter. De meesten
mijner kennissen zeggen, dat ik hem verwen
Maar laten we naar bulten gaan, Carina.
Het is droog en ik ben benieuwd je Inzichten
te vernemen omtrent de omgeving. Het is
jaren geleden, dat ik sommige plekjes be
zocht.
Ze begaven zich in den bloementuin, waar
de groote hortensiastruiken nog vol bloesem
hingen, wit, rose en blauw. Ze wandelden
temidden van groene heggen, van fuchsia's
en veronica's, groote palmstrulken, roode
geraniums, camelia's en myrteboomen, en
groote perken madeliefjes.
Tusschen de boomen door glinsterde de
zilveren 1 ijn van Mount's baai. Carina droeg
geen hoed, en de zeewind blies haar dichten,
zwarten haardos omhoog. Ze was eenvoudig
gekleed in een grijs katoenen jurk, die losjes
om haar smalle taille hing.
Je ziet te bleek, veel te bleek I Je moest
zoo hard niet werken. Het is toch bovendien
absoluut niet noodig! zei Jim.
Maar ik werk ook niet uitsluitend om
te verdienen, al kon ik het vroeger uitste
kend gebruiken. Ik werk, omdat ik van dat
werk houd. Haar grijze oogen schitterden.
En ik moest m'n werk toch afmaken. Als
ik 'n paar dagen rust houd, ben ik weer de
oude. -
Ach! Ik had al zóó gedacht, dat je met
me meer naar Linfold zou komen. Ik mis
je zoo, Carina!
Dat zou niet mogelijk zijn thans, Jim.
Zie je, misschien komt Richard Grove Zater
dag mijn boek doorlezen. Ik wacht bericht
van hem. En daarna heb ik eenige dagen
van absolute rust noodig. Toen Mary, m'n
zuster, nog leefde, kon ik niet altijd rust
nemen, ofschoon ik er dikwijls veel behoefte
aan had. Toen was de inspanning wel eens
te groot! Ze zweeg. En dan moeten we nog
naar Parijs, om lnkoopen te doen. Je zou
toch geen ouderwetsch gekleed vrouwtje wil
len, is 't wel, Jim?
Zooals je er thans uitziet, zie je er goed
uit! Ik heb je nog nooit in 't grijs gezien.
Dat moest je altijd dragen.... Maar half
October, zou je dan gereed zijn. Carina?
Neen, niet heelemaal. Zou November
ook niet goed zijn, Jim?
Neen, sprak hij kort, ik wil geen dag
langer wachten dan October. Van heden te
rekenen precies een maand
Uitstekend, sprak ze. Vind Je het uit
zicht op den Mont St. Michel niet verruk
kelijk vandaag?
Inderdaad..., Heb Je al over een kerk
gedacht?
Ja, de kerk der Oratorianen natuurlijk.
Daar ga ik altijd heen.
Jim staarde naar het blinkende water in
de baal, vlak als een gepolijst schild. De
zeilen der enkele visschersbooten hingen
thans slap. Aan den verren einder rees
grimmig, abrupt en massaal de grijze Mont
St. Michel.
Het Oratorium dus! Daar had je het weer!
Als *n dolk opgeheven om hem te treffen.
Natuurlijk zou Peter er óók bij willen zijn.
Hou Je van den omtrek hier? Was Je
hier altijd gelukkig? vroeg hij.
O zoo gelukkig! Wanneer lk werk ben
ik altijd gelukkig! klonk het antwoord.
Maar weldra zal je andere soorten
van geluk kennen 1
Zeker, gaf zij toe.
Hij nam haar hand en hield ze in de zijne.
Nooit had zij hem zóó veraf geschenen
nooit zóó weinig de zijne. Ook deze aan
raking bracht haar niet nader tot hem. Ze
was als een elf, iets van een andere, onbe
reikbare wereld, die hem had gevangen in
haar netten, ondanks al zijn ondervinding
en voorzichtigheid.
Maar, die twijfel, subtiel wel, maar toch
niet minder reëel, gepaard met die vereering
voor haar, het was een hatelijke combinatie.
En het was of die vrees zich ook aan haar
meedeelde, want opeens sprak zij:
Jim Je hebt nu genoeg tijd gehad
om er ernstig over na te denken! Weet je
zeker, dat Je geen vergissing begaat? Ik ge
lijk zóó weinig op de vrouw die ge je ver
beeld moet hebben eens te zullen huwen!
Dat doe Je ook! Maar dat is het mis
schien juist, waarom ik zooveel van je houd!
(Wordt vervolgd).