HET PONTIFICAAT VAN PIUS XI Geen pijnlijke Brandblaren Tiende verjaardag HET EI VAN COLUMBUS? GEEN STAKING TWEEDE BLAD VRIJDAG 5 FEBRUARI 1932 BLADZIJDE i De kroning van Pius XL Conflict in de havens vermeden DE LOONSVERLAGING VAN 7 PCT. AANVAARD DE WEGENVERBETERING IN NOORD-HOLLAND KUNST EN KENNIS BIJ VERKADE'S JUBILEUM Een herinnering van den jonkman LANDBOUW EN VISSCHERIJ KONINKLIJK NEDERLANDSCH LANDBOUW-COMITÉ Vergadering eerste af deeling DE WEGENVERBETERING IN NOORD-HOLLAND STADSNIEUWS VAN ONZE RECHTBANK Zilveren zakenjubileum R. K. VOLKSBOND MUZIEK GECOMBINEERD CONCERT FIN ANCIEN N. V. NOORDER-BANK TE ALKMAAR in uu mmm AKKER'a K loos te rh alsem zoo goed" ii iw iiiiiMiiia^^'M^WTrrMrrwwmrrrriTrTiTrir^^1 In „Het Vaderland" noemt de heer Zuyder- hoff, lid van de Algemeene Rekenkamer, een paar middelen op, waarmede men meent te kunnen voorkomen, dat Nederland als een der uitgemergeldste Staten uit de wereld crisis treedt. Daar de belangen van de verschillende be drijven (land- en tuinbouw en veeteelt, nij verheid, handel en scheepvaart) en van werkgevers en werknemers, niet altijd paral lel loopen of schijnen te loopen, dient, aldus de heer Zuyderhoff, gezocht te worden naar een middel, dat kans heeft door een groote meerderheid te worden beschouwd als te zijn in het algemeen belang, zoodat het in de grootst mogelijke samenwerking en eensge zindheid zal kunnen worden toegepast. Omdat die samenwerking en eensgezind heid niet te vinden zijn bij contingenteering, hooger invoertarieven en invoerverboden, bij wat naar protectie zweemt dus, en evenmin bij een verlaging der arbeidersloonen, ver werpt hij deze beide middelen als ondeug delijk. Hij zet er iets anders voor in de plaats, iets wat sterk doet herinneren aan de nood verordeningen van den Duitschen rijkskan selier, en wat hij noemt een kunstmatige, op zettelijke verlaging van den levensstandaard. Zulk een opzettelijke verlaging zou verkregen moeten worden door aan een geleidelijke a 1- g e m e e n e verlaging van de vaste inkom sten, zoowel uit arbeid (loon en traktement) als uit kapitaal (rente, huur, pacht), maat regelen te koppelen ter voorkoming, dat per sonen met wisselvallige inkomsten uit een Nederlandsche bron daardoor in een bevoor rechte positie zouden komen. De heer Zuyderhoff is een optimist. Contingenteering wijst hij af omdat er menschen zijn hoeveel nog? die er niet van willen weten; verlaging der arbeiders loonen wenscht hij niet, omdat de arbeiders zich er tegen verzetten. Maar hij wil wel loo- nen en traktementen, renten en huren en pachten en natuurlijk ook alle prijzen van de producten gaan verlagen, heel het be drijfsleven dus in een keurslijf van regle menteering steken en hij vertrouwt, dat dan ieder in de handen klappen zal! Dat zulk een reglementeering een roerende samen werking en eensgezindheid te aanschouwen zal geven. t Ware werkelijk het ei van Columbus! Maar in ernst: gelooft de heer Zuyderhoff zelf daaraan? Dat de hypotheekhouder welgemoed zijn rente van 5 op 2 percent verlagen zal; de pachter 50 percent van zijn pacht; de huis heer 50 percent van de huur en de loontrek kende eenzelfde percentage van zijn loon zal laten vallen? Dat producenten de vraag de vraag zullen laten en hun producten zullen noteeren voor den halven prijs? Dat de tus- schenhandeiaar zich tevreden stellen zal als hij meer maken kan! met de halve winst? En hoe denkt hij ten aanzien van dat alles een ook maar bij benadering billijke regeling te treffen? De heer Zuyderhoff is behalve optimist ook utopist. De theorie moge aanlokkelijk schijnen, in de practijk komt er niets van terecht. En daarom houden we het maar liever bij datgene waaraan we houvast hebben, bij wat ons land in werkelijkheid tegen de allererg ste gevolgen van de wereldcrisis behoedt, reglementeering van den invoer, geleidelijke aanpassing aan de veranderde economische omstandigheden. Hedennacht is de uitslag bekend geworden van het referendum, dat de centrale bond van Transportarbeiders onder zijn leden heeft uitgeschreven naar aanleiding van de door de werkgevers aangekondigde loonsver laging van 7 pCt. Van de 2617 in Rotterdam uitgebrachte stemmen, verklaarden zich 1436 havenarbeiders tegen en 733 vóór staking. 427 biljetten waren blanco en 21 van onwaarde. In Amsterdam spraken van de 879 havenar beiders zich 522 tegen en 291 vóór staking uit. In blanco waren 66 stemmen uitgebracht. Zooals men weet hadden de R. K. en Christelijke bonden de voorstellen der werk gevers reeds aanvaard. De nieuwe Rijksweg VelsenAmsterdam van uit een auto gezien. Een medewerker schrijft ons uit Hengelo: Zijn portret beschouwende in „De Tijd op Zondag van 31 Jan., schoot mij een ta fereeltje te binnen, waarin een der hoofdper sonen was de thans jubileerende Eduard Verkade. 't Was in den scheersalon van den heer Si mons a/d Markt te Hengelo, dat ik op een avond binnentrad. Er bevonden zich daar geen andere personen dan Verkade (maar dan zeker wel dertig jaren jonger dan thans) en de heer Knoef, of zooals hij in Hengelo heet: „de" Knoef. Knoef nu had in zijn handen een potloodteekening op karton, waarop iemand, die zijn haar liet wasschen, benevens de bediende die den klant deze be. werking deed ondergaan. Hieronder: „chan- poying h 35 cent." De Knoef nu, die als antiquair wel een beetje over kunst kon meepraten, oordeelde over de teekening in nogal gunstigen zin; maar de afgebeelde handeling keurde hij on voorwaardelijk af in de volgende plat-Twent- sche termen: „Och! och! watte flantuten toch, in miene dage wasschen iij oe het haor zölf en non kö.j zeuven stuver opdokken dan maakt 'n aander oe jachtveld schoone." Daarna trachtte hij de onderteekening te ontcijferen, waarvan hij E. Verkade las. De jonge Verkade (hij was toen nog volon tair ïn de modelmakerij bij Gebrs. Stork) maakte „de" Knoef er op opmerkzaam, dat zijn naam E. Verkade was, waarop „de" Knoef opmerkte dat hij niet Vee kade maar Verkade heette „Kiekt iis hier jongenhaer", sprak „de" Knoef, „iine van oewe vuurvaderen, misschien wa oe annekebesvare, den hef an ne kade wosnt waor ne veerboot anleêr en dat kan non 'n aoverzetveer of nen veerdienst op ne aondere stad wês hebben, dat kümp ter nich op an, maer an dii veerkade heb iij ewoent of iine van oewe vuurvaderen van daor oewen naam." Verkade geloofde het wel maar vroeg nu op zijn beurt wat dan wel de naam „Knoef" beteekende. „Ja! Kiek, daor hê-j 't non, as ie-j non maer nen Twentenaar warren dan wus ie-j dat wa. Nen knoef is nen brok, en dan nog wa nen unbehouwen brok, nen knoef brood op de bloote voest, dat hebt de jonges dii oet de schóle komt en dii grooten honger vult um. dat ze van den zoerkool 's middags nich vólle gêten hebt." Het leek mij niet onaardig dit tafereeltje aan de vergetelheid te ontrukken, nog te meer daarom, omdat èn Verkade èn „de" Knoef nog beiden leven, wat voor eerstge noemde nu niet zoo'n wonder is. maar voor Knoef wel, omdat hij zeker dik in de tachtig en toch nog verwonderlijk fit en helder van hoofd is. Nadat Verkade den scheersalon had verla ten, sprak de Knoef zijne ingenomenheid met hem uit in ongeveer de volgende woorden: „Dat is nen baas waor nog wa wat in zit. Den is vóls te artistiekerig um fabrikant te worren en ik zeer 't hem óok nich worren; hii is ter volgens miene ménige ook vuls te fesoenlijk vuur." Verkade en Knoef twee origineelen ik weet niet of zij elkaar nadien nog ooit weer ontmoet hebben en dat doet er ook niet toe, de baas, waar nog wel wat in zat, is wat geworden. Onder voorzitterschap van den heer J. L. Nijsingh te de Wijk is op Woensdag 3 en Donderdag 4 Februari 1932 de maandelijk- sche vergadering der Eerste Afdeeling van het Kon. Ned. Landbouw-Comité gehouden. Besloten werd nader te onderzoeken of de regeling inzake het gedeeltelijk vrijstellen van premiebetaling, welke de zee-ongevallen- wet kent, ook van toepassing zou kunnen worden verklaard ten aanzien van een on beschut en thans noodlijdend bedrijf als het landbouwbedrijf is. In verband met de vele klachten aan gaande import van Deensch versch varkens- vleesch werd besloten de Commissie van Ad vies Crisisinvoerwet nogmaals te wijzen op de noodzakelijkheid van den invoer van versch varkensvleesch. alsmede die van paar- denvleesch, alsmede die van paardenvleesch te contingenteeren. Besloten werd eventueel in samenwerking met de andere Centrale Landbouw Organi saties een adres te richten aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, waarin eenige opmerkingen worden gemaakt met betrek king tot het wetsontwerp Veiligheidswet. Met name zal er op worden gewezen, dat in het veenderijbedrijf, dat op verschillende plaat sen als nevenbedrijf van het landbouwbe drijf wordt aangetroffen met dit laatste be drijf op gelijken voet dient te worden behan deld, in dier voege dat de Veiligheidswet niet van toepassing wordt verklaard zoolang de crisis heerscht. Besloten werd als punt voor de agenda van de vergadering van het Int. Landbouw- Instituut te noemen: „Het herstel van een onbelemmerde uit wisseling van landbouwproducten." Goedgekeurd werd het instellen voorloopig voor één jaar ten aanzien van de uitvoering der exportcontrole op uien eener uit drie le den bestaande, door de Centrale Landbouw Organisaties aan te wijzen Commissie van Advies. Met het besluit van de Dag. Besturen der drie Centrale Landbouw Organisaties aan de aangesloten organisaties in overweging te geven om wanneer mocht blijken dat aan loonsverlaging bij land- en tuinbouwarbei- ders niet zal zijn te ontkomen, met om zichtigheid te werk te gaan, kon de verga- derinsr accoord eaan. De groote brug over het Spaarndammerkan aal nadert haar voltooiing. Deze brug ligt in den Rijksweg VelsenAmsterdam. DE RELLETJES OP DE GROOTE MARKT. Voor de Haarlemsche Rechtbank stond gisteren terecht zekere J. A., die in verzet was gekomen van een vroeger vonnis van de Rechtbank, waardoor hij tot drie weken gevangenisstraf was veroordeeld. 30 December was voor het raadhuis op de Groote Markt een volksoploop ontstaan, waardoor een hoofdagent van politie vond, dat het rijverkeer belemmerd werd. Daarom had hij de menschen gesommeerd door te loopen. A. was echter blijven staan, waarna de hoofdagent hem zijn naam gevraagd had, dien A had geweigerd op te geven. Toen men hem mee wilde nemen naar het bureau, bad hij zieh krachtig verzet, zoo krachtig zelfs, dat de agent op den grond was ge vallen. Met assistentie van meerdere agen ten had men hem ten slotte opgebracht. Verdachte verklaarde gisteren voor de Rechtbank, dat hij een proclamatie had staan lezen, en het verkeer in het geheel niet in den weg had gestaan. Bovendien had de agent hem eerst vastgegrepen en toen pas zijn naam gevraagd, „Als ze mn arm omdraaien, mag ik toch wel probeeren m'n lichaam weer in zijn model te brengen", zeide hij. De hoofdagent werd als getuige gehoord. Hij werd na het afleggen van pertinente verklaringen zoo zenuwachtig, dat hij de zaal moest verlaten. De Officier van Justitie vroeg bevestiging van het vonnis waarvan verdachte in ver zet was gekomen. De verdediger van verdachte kwam na het houden van een uitvoerig betoog tot de conclusie, dat vrijspraak zou moeten vol gen, subsidiair ontslag van rechtsvervolging. 13 Februari doet de Rechtbank uitspraak. Fa. THEOD. G. v. DUSSELDORP. Het wil in den tegenwoordigen tijd, on zeker door den invloed van allerlei kwade omstandigheden, heel wat zeggen als men in zaken of bedrijf zoo kan handelen, dat de uitkomsten een voortbestaan rechtvaardigen en loonend doen zijn. Een goede commercieele kijk op zaken al leen kan dat niet bewerkstelligen; ook an dere middelen, en niet in het minst voor spoed en een goede reputatie, zijn daarbij van noode en dan moeten toch nog de juiste gelegenheden benut worden om staande te kunnen blijven in den grooten strijd voor de zakenlieden, die der concurrentie. Een zilveren zakenjubileum verdient dan ook zeker vermelding, vooral waar het hier betreft een zeer goed befaamde zaak in onze stad, n.l. die van de firma Theod. G. van Dusseldorp. De thans reeds overleden heer Van Dus seldorp, 'chtte in 1907 in het perceel Bartel- jorisstraat 5, zijn maatzaak in heeren- en dameskleeding op en door schranderen koop mansgeest en uitstekende vakkennis wist hij haar al spoedig een goeden naam te ver schaffen, wat tot gevolg had, dat na een zestal jaren daarbij de cliënteele dusdanig was toegenomen, dat een verbouwing en moderniseering noodzakelijk waren. De reputatie verbeterde met de jaren en was niet alleen in Haarlem en naaste omge ving bekend, neen tot in de hoofdsteden van Noord- en Zuidholland, in Rotterdam, Alk maar en veel andere plaatsen in Noordhol land drongen de zoo gunstige eigenschappen dezer zaak door en opdrachten uit al deze plaatsen getuigen ook thans nog van den uit stekenden naam, welken de firma Van Dus seldorp heeft. Tien jaren na de eerste verbouwing was wederom uitbreiding van werk- en verkoop ruimte noodig en toen vergrootte de eigenaar zijn zaak met een winkel aan de Smede- straat, aan de achterzijde van de reeds be staande zaak gelegen. Lang heeft de eigenaar om den goeden gang van zaken ook na deze groote veran dering niet mogen beleven, want twee jaar later kwam hij te overlijden. Den knak, dien de zaak als gevolg daarvan onvermijdelijk moest krijgen, kwam zü ge lukkig spoedig te boven, mede dank zij het feit, dat ook het personeel door jarenlange verbintenis hart voor de zaak had gekregen. En nog steeds geeft dit zich met toewijding. Vermeld zij hier dat de coupeur reeds 23 jaar in dienst van de firma Van Dusseldorp is. Ter gelegenheid van het jubileum wordt Zaterdagmiddag receptie gehouden, zooals in ons nummer van gisteren per advertentie be kend gemaakt is, en zullen de cliënten van eenige bijzondere attenties der firma kunnen genieten. Ook na dit jubileum zal de zaak haar goede reputatie behouden en wanneer zij over eenige jaren onder leiding van den zoon van den overleden eigenaar, den heer G. van Dusseldorp, zal staan, zal deze opvolger haar gunstige bekendheid zeker nog versterken en verbreiden. Maandag 8 Februari geeft de tooneelver- eeniging B. A. V. O. van den Ned. R.K. Volksbond, afdeeling Haarlem-Noord en omstreken, een voordrachtavond onder lei ding van den heer Maas Jr. en met be- langelooze medewerking der harmonie St. Cecilia, onder leiding van den directeur, den heer A. S. Noom. Genoemde harmonie zal ten gehoore brengen het concert, ge geven op Zondag 31 Januari. Deze avond is georganiseerd ten bate van de werkloozen van den R.K. Volksbond, af deeling Schoten en omstreken. Haarl. Symphonie-Orkest „Euterpe". Liedertafel „Haarlem's Zanggenot". Het was zeer veel, dat we gisterenavond op het gecombineerde concert van beide bo vengenoemde vereenigingen te hooren kre gen, en van zeer uiteenloopenden aard, en indien we alle prestaties aan de gebruikelijke critiek moesten onderwerpen, zouden we een verslag krijgen van 'n paar kolom. En dat willen we den lezer besparen. Want er was van het goede en ook van het minder goede wel wat te veel. We zeiden reeds dat het van zeer uiteenloopenden aard was: we kunnen er bijvoegen dat het gebodene ook van kwaliteit nogal verschilde. We be korten dus. Om te beginnen met het orkest: de heer Meng durft met de krachten waarover hij de beschikking heeft, nogal wat aan, en we vroegen ons zelfs 'n enkele maal af, of het spreekwoord van het hooi en de bekende vork ook hier niet van toepassing kon zijn. Laten we erkennen, dat allen hun beste been tje voor hebben gezet, en dat behoudens in den Feestmarsch van Joachim Raff, de stem ming over het algemeen zuiver bleef. Wel bezondigden beurt om beurt maar toch wel 't meest de koper- en houtblazers zich de instrumentengroepen aan 'n onrhythmisch jagen of achterblijven, doch in Rigoletto's Balletscène uit het le bedrijf van Verdi's zoo mooie werk, waren toch zeer te apprecieeren gedeelten. De te sterk verlangzaamde ge deelten waren oorzaak van 'n paar rhythmi- sche déraillementen. We weten niet. of aan een aantal dezer zoo verdienstelijke dilettanten, de raad niet zou passen, toch eens nu en dan te gaan luisteren naar een goede muziekuitvoering, al waren het maar de Zondagmiddagconcer ten onzer Haarlemsche Orkestvereeniging! Daar valt op verschillend gebied voor hen heel wat te leeren: ihythmiek, dynamiek en zuivere toongeving noemen we als de voor naamste hoedanigheden, welke ieder voor zich heeft aan te kweeken en steeds te per- fectionneeren, niet alleen om 'n goed orkest lid te zijn, maar ook voor zijn persoonlijke vreugde en voldoening. Vervolgens het koorwerk van „Zanglust". We mogen den heer Keereweer zoo graag z'n zangers aan zien voeren, met die van voor jaren dateerende routine en gezonde, muzikale opvatting. Er is goed en stevig ge zongen: uitgevoerd werden de Nomen van Gevaert en Allerzielendag van Verhey, bene vens met begeleiding van het orkest Landerkennung van Grieg. In het eerste zoo wel als in het tweede vonden we enkele dyna mische schakeeringen wat te sterk, een enkele inzet was nog iets te onafgewerkt, maar mooie momenten van massalen man nenkoorzang, van nobel klinkende forti's en van beheerschte piano's, waren in beide werken aanwezig; evenredig van klank was alles: het mooist van den avond was wel voor ons het zesde couplet van Verhey's Al lerzielendag. In deze compositie, overigens wel 'n beetje uit de oude doos, evenals in Landerkenning van Grieg, vervulde een der muzikale zonen van den heer Keereweer de bariton-partij. Hij deed dit zeer verdienste lijk, hier zoowel als in het vijftal soli dat hij zong, valt op te merken, dat zijn geluid nog niet of weinig draagt, dat hij resonans mist, en de stem in alle liggingen nog niet is geëgaliseerd. Enkele momenten van goed gedragen en klankvolle mezzo's doen ech ter het beste van deze nog jonge stem ver wachten. Noemen we ten slotte Leendert de Graaff, die met zijn collega Jan Rosekrans uit het H.O.V.-orkest, ons vergastte op enkele viool- en een pianonummer. De violist had in de beide werkjes vóór de pauze, waarvan blijk baar een eigen compositie was, nogal met zenuwen te kampen; dat was jammer vooral voor de toonzuiverheid, want in het werkje van Lili Boulanger gaf hij wel dege lijk blijk een violist te zijn met temperament niet alleen, maar ook met 'n goede en ge voelige stokvoering. Alle medewerkenden aan dezen druk be zetten avond hadden uitbundig-succes en de aanwezigen genoten blijkbaar zonder reserve van het gebodene. Wat voor de organisato ren van dezen avond ook een groote voldoe ning moet zijn geweest. J. S. Het groote feit is, dat het staat in het teeken eener eindelijk herstelde uiterlijk waarneembare souvereiniteit van dengene die, krachtens zijn verheven opperherdeliji? ambt de „vader van vorsten en koningen de plaatsbekleder van onzen Zaligmaker Jezus Christus is", zooals het Pontificale Romanum zegt. En tot wien dus, na een menschenieeftijd van onrecht, wederom de jubelkreet kan opklinkep: „Leve de Paus- Koning!" De wereld zag daarginds in het Vaticaan op de basis eener voor de duidelijk herleefde plaatselijke souvereini teit, de geestelijke heerschappij van hei Pausschap onbelemmerd uitgaan over ge heel de wereld, over meer dan driehonderd millioen katholieken, van welke zich de overgroote meerderheid gaarne en trouw to de onderhoorigheid aan die geestelijke sou vereiniteit bekent en met wijlen dr. Schaep- man het woord spreekt: „ik geloof in den Paus als in God," een belijdenis die, we verre van een blasphemie in te houden, slechts de logische ontwikkeling van he! ■wereldgebeuren in de zedelijke orde weer geeft en duidt op de groote schakels van de gouden keten in de meest verhevene begrip pen en feiten, die zich op dit ondermaan- sche aan den menschelijken geest opdrin gen: God, Openbaring, vervulling der profe tieën in Christus, verlossing, stichting eener zichtbare Kerk op de steenrots Petrus, die voortleeft in zijne opvolgers. Hier is de wereldlijke souvereiniteit, het koningschap, slechts het middel tot vrijere en volmaaktere uitoefening van het hoogste geestelijke leeraars-herders- en bestuurdersambt. Van daar dat Pius XI, wiens pontificaat voor de latere eeuwen nu reeds met het zegelmerk der onsterfelijkheid geslagen mag heeten, de beteekenis der pauselijke souvereiniteit hoog heeft uitgeheven boven alle vergankelijke bergen van aardsche glorie en alle tijdelijke dalen van menschelijke vernedering, welke de geschiedenis der Kerk, dus: van 't Paus schap in den loop der eeuwen gekend heeft, toen hij aan ds bij den H. Stoel vertegen woordigde gezanten der verschillende regee ringen verklaarde „op afdoende wijze" te hebben willen toonen, „dat de Plaatsbeklee- der van Jezus Christus niet wordt gedreven door begeerten naar aardsch bezit, doch enkel door het bewustzijn van wat als on misbaar gevraagd moest worden," daar „een zekere territoriale souvereiniteit een voor waarde is, algemeen bekend als noodig voor de uitoefening van elke ware geestelijke souvereiniteit En, sprak de H. Vader bij die gelegenheid der ontvangst van het diplomatieke korps na de onderteekening der Lateranen-verdragen „Wij aarzelen zelfs niet te verklaren, dat wij ons er over ver heugen, dat ons gebied zoo klein is en dat wij het kunnen beschouwen ais vergeestelijkt door de onmetelijk verheven en waarlijk goddelijke doeleinden, waarvoor het dienen moet". Ziehier den aardschen en den bovenaard- fichen souverein, Christus in Petrus, Petrus in Pius! Zelfs een niet-katholiek staatsman van wereldnaam, de eerste kanselier van het voormalige Duitsche Keizerrijk Otto von Bismarck, begreep de beteekenis van het het pauselijk koningschap en dat was in het tijdperk der vernedering en der gekne velde vrijheid zóó goed, dat hij in zijn bekend schrijven over de aan het Scheids gerecht van den H. Stoel onderworpen Ca- 's Pausen dagclijksche wandeling in dc Vaticaansche tuinen. daden opsommen, die Z. H. Paus Pius XI voor heel de Kerk en heel ae wereld aoen verschijnen als een Vredesvorst, een waar achtig Opperherder, een Vader. Gedenken wij op dezen dag vooral den Vader der Christenheid, die zoo smartelijk tot in het diepst van Zijn hart wordt ge troffen vooral in de laatste tijden door de vervolging der Kerk en van Zijn kinderen in Rusland, Mexico en vooral in het aloude katholieke Spanje. Een geluk Is het voor den H. Vader, dat de moeilijkhe den met den dictator van Italië, Mussolini, in zake de katholieke jeugdvereenigingen op redelijke wijze zijn opgelost. Een vurig gebed voor den H. Vader moge op dezen dag ten hemel stijgen naar Hem, Wiens plaatsbekleeder Hij hier op aarde is. En in onze harten mogen wij jubelen en juichen met den grooten priester-dichter Schaepman, den zanger van den Paus: „Wat zijt gij groot, gij Koning van den tijd! Waar alles valt, waar volketen verzinken, Daar blijft Uw naam in vollen luister blinken. Wijl gij alleen, alleen onsterflijk zijt. Onsterfelijk in ongebogen kracht. In lijdensmoed, maar ook in lijdensglorie; U vlecht de tijd den lauwer der historie En buigt voor U den scepter zijner macht." Evviva il Papa-Re, leve de Paus-Koning! Naar wij vernemen zal in de op 24 Februari a.s. te houden Algemeene Vergadering van aandeelhouders der N. V. Noorderbank te Alkmaar worden voorgesteld over het boek jaar 1931 een dividend uit te keeren van 5 pCt. (vorig jaar 9 pCt.). zullen U lang eraan herinneren, dat U zich brandde. Geen rauwe open vleeschwonden zullen het gevolg zijn van het Idoor U niet getelde brandwondje Geen infectie zal U van meet af aan bedreigen. Neem om al die narigheid te voor- i komen het voor brandwonden aangewezen middel, de on middellijk verzachtende, wondzuiverende en snel genezende Morgen zal het tien jaar geleden zijn, dat de toenmalige Kardinaal Achilles Ratti door de keuze van zijn mede-Kardinalen tot op volger van Benedictus XV op den Stoel van Petrus werd aangewezen. Het Pontificaat van Paus Pius XI is tot dusver een waarachtig roemrijk geweest. rolinen-quaestie, een geschil tusschen Duitschland en Spanje, wijlen Leo XIII toesprak met den naam: „Sire!", een ti tulatuur voor koningen. Wij kunnen onmogelijk de lange reeks

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5