HET PONTIFICAAT
VAN PIUS XI
Geen pijnlijke Brandblaren
Tiende verjaardag
HET EI VAN
COLUMBUS?
GEEN STAKING
TWEEDE BLAD
VRIJDAG 5 FEBRUARI 1932
BLADZIJDE i
De kroning van Pius XL
Conflict in de havens
vermeden
DE LOONSVERLAGING VAN
7 PCT. AANVAARD
DE WEGENVERBETERING IN NOORD-HOLLAND
KUNST EN KENNIS
BIJ VERKADE'S JUBILEUM
Een herinnering van den jonkman
LANDBOUW EN VISSCHERIJ
KONINKLIJK NEDERLANDSCH
LANDBOUW-COMITÉ
Vergadering eerste af deeling
DE WEGENVERBETERING IN NOORD-HOLLAND
STADSNIEUWS
VAN ONZE RECHTBANK
Zilveren zakenjubileum
R. K. VOLKSBOND
MUZIEK
GECOMBINEERD CONCERT
FIN ANCIEN
N. V. NOORDER-BANK
TE ALKMAAR
in uu mmm
AKKER'a K loos te rh alsem
zoo goed"
ii iw iiiiiMiiia^^'M^WTrrMrrwwmrrrriTrTiTrir^^1
In „Het Vaderland" noemt de heer Zuyder-
hoff, lid van de Algemeene Rekenkamer, een
paar middelen op, waarmede men meent te
kunnen voorkomen, dat Nederland als een
der uitgemergeldste Staten uit de wereld
crisis treedt.
Daar de belangen van de verschillende be
drijven (land- en tuinbouw en veeteelt, nij
verheid, handel en scheepvaart) en van
werkgevers en werknemers, niet altijd paral
lel loopen of schijnen te loopen, dient, aldus
de heer Zuyderhoff, gezocht te worden naar
een middel, dat kans heeft door een groote
meerderheid te worden beschouwd als te zijn
in het algemeen belang, zoodat het in de
grootst mogelijke samenwerking en eensge
zindheid zal kunnen worden toegepast.
Omdat die samenwerking en eensgezind
heid niet te vinden zijn bij contingenteering,
hooger invoertarieven en invoerverboden, bij
wat naar protectie zweemt dus, en evenmin
bij een verlaging der arbeidersloonen, ver
werpt hij deze beide middelen als ondeug
delijk.
Hij zet er iets anders voor in de plaats,
iets wat sterk doet herinneren aan de nood
verordeningen van den Duitschen rijkskan
selier, en wat hij noemt een kunstmatige, op
zettelijke verlaging van den levensstandaard.
Zulk een opzettelijke verlaging zou verkregen
moeten worden door aan een geleidelijke a 1-
g e m e e n e verlaging van de vaste inkom
sten, zoowel uit arbeid (loon en traktement)
als uit kapitaal (rente, huur, pacht), maat
regelen te koppelen ter voorkoming, dat per
sonen met wisselvallige inkomsten uit een
Nederlandsche bron daardoor in een bevoor
rechte positie zouden komen.
De heer Zuyderhoff is een optimist.
Contingenteering wijst hij af omdat er
menschen zijn hoeveel nog? die er niet
van willen weten; verlaging der arbeiders
loonen wenscht hij niet, omdat de arbeiders
zich er tegen verzetten. Maar hij wil wel loo-
nen en traktementen, renten en huren en
pachten en natuurlijk ook alle prijzen van
de producten gaan verlagen, heel het be
drijfsleven dus in een keurslijf van regle
menteering steken en hij vertrouwt, dat dan
ieder in de handen klappen zal! Dat zulk
een reglementeering een roerende samen
werking en eensgezindheid te aanschouwen
zal geven.
t Ware werkelijk het ei van Columbus!
Maar in ernst: gelooft de heer Zuyderhoff
zelf daaraan?
Dat de hypotheekhouder welgemoed zijn
rente van 5 op 2 percent verlagen zal; de
pachter 50 percent van zijn pacht; de huis
heer 50 percent van de huur en de loontrek
kende eenzelfde percentage van zijn loon zal
laten vallen? Dat producenten de vraag de
vraag zullen laten en hun producten zullen
noteeren voor den halven prijs? Dat de tus-
schenhandeiaar zich tevreden stellen zal
als hij meer maken kan! met de halve
winst?
En hoe denkt hij ten aanzien van dat alles
een ook maar bij benadering billijke regeling
te treffen?
De heer Zuyderhoff is behalve optimist
ook utopist. De theorie moge aanlokkelijk
schijnen, in de practijk komt er niets van
terecht.
En daarom houden we het maar liever bij
datgene waaraan we houvast hebben, bij wat
ons land in werkelijkheid tegen de allererg
ste gevolgen van de wereldcrisis behoedt,
reglementeering van den invoer, geleidelijke
aanpassing aan de veranderde economische
omstandigheden.
Hedennacht is de uitslag bekend geworden
van het referendum, dat de centrale bond
van Transportarbeiders onder zijn leden
heeft uitgeschreven naar aanleiding van de
door de werkgevers aangekondigde loonsver
laging van 7 pCt. Van de 2617 in Rotterdam
uitgebrachte stemmen, verklaarden zich 1436
havenarbeiders tegen en 733 vóór staking. 427
biljetten waren blanco en 21 van onwaarde.
In Amsterdam spraken van de 879 havenar
beiders zich 522 tegen en 291 vóór staking
uit. In blanco waren 66 stemmen uitgebracht.
Zooals men weet hadden de R. K. en
Christelijke bonden de voorstellen der werk
gevers reeds aanvaard.
De nieuwe Rijksweg VelsenAmsterdam van uit een auto gezien.
Een medewerker schrijft ons uit Hengelo:
Zijn portret beschouwende in „De Tijd
op Zondag van 31 Jan., schoot mij een ta
fereeltje te binnen, waarin een der hoofdper
sonen was de thans jubileerende Eduard
Verkade.
't Was in den scheersalon van den heer Si
mons a/d Markt te Hengelo, dat ik op een
avond binnentrad. Er bevonden zich daar
geen andere personen dan Verkade (maar
dan zeker wel dertig jaren jonger dan thans)
en de heer Knoef, of zooals hij in Hengelo
heet: „de" Knoef. Knoef nu had in zijn
handen een potloodteekening op karton,
waarop iemand, die zijn haar liet wasschen,
benevens de bediende die den klant deze be.
werking deed ondergaan. Hieronder: „chan-
poying h 35 cent."
De Knoef nu, die als antiquair wel een
beetje over kunst kon meepraten, oordeelde
over de teekening in nogal gunstigen zin;
maar de afgebeelde handeling keurde hij on
voorwaardelijk af in de volgende plat-Twent-
sche termen:
„Och! och! watte flantuten toch, in
miene dage wasschen iij oe het haor zölf en
non kö.j zeuven stuver opdokken dan maakt
'n aander oe jachtveld schoone."
Daarna trachtte hij de onderteekening te
ontcijferen, waarvan hij E. Verkade las.
De jonge Verkade (hij was toen nog volon
tair ïn de modelmakerij bij Gebrs. Stork)
maakte „de" Knoef er op opmerkzaam, dat
zijn naam E. Verkade was, waarop „de"
Knoef opmerkte dat hij niet Vee kade maar
Verkade heette
„Kiekt iis hier jongenhaer", sprak „de"
Knoef, „iine van oewe vuurvaderen, misschien
wa oe annekebesvare, den hef an ne kade
wosnt waor ne veerboot anleêr en dat kan
non 'n aoverzetveer of nen veerdienst op ne
aondere stad wês hebben, dat kümp ter
nich op an, maer an dii veerkade heb iij
ewoent of iine van oewe vuurvaderen van
daor oewen naam."
Verkade geloofde het wel maar vroeg nu
op zijn beurt wat dan wel de naam „Knoef"
beteekende.
„Ja! Kiek, daor hê-j 't non, as ie-j non
maer nen Twentenaar warren dan wus ie-j
dat wa.
Nen knoef is nen brok, en dan nog wa
nen unbehouwen brok, nen knoef brood op
de bloote voest, dat hebt de jonges dii oet de
schóle komt en dii grooten honger vult um.
dat ze van den zoerkool 's middags nich
vólle gêten hebt."
Het leek mij niet onaardig dit tafereeltje
aan de vergetelheid te ontrukken, nog te
meer daarom, omdat èn Verkade èn „de"
Knoef nog beiden leven, wat voor eerstge
noemde nu niet zoo'n wonder is. maar voor
Knoef wel, omdat hij zeker dik in de tachtig
en toch nog verwonderlijk fit en helder van
hoofd is.
Nadat Verkade den scheersalon had verla
ten, sprak de Knoef zijne ingenomenheid
met hem uit in ongeveer de volgende
woorden:
„Dat is nen baas waor nog wa wat in zit.
Den is vóls te artistiekerig um fabrikant te
worren en ik zeer 't hem óok nich worren;
hii is ter volgens miene ménige ook vuls te
fesoenlijk vuur."
Verkade en Knoef twee origineelen
ik weet niet of zij elkaar nadien nog ooit
weer ontmoet hebben en dat doet er ook niet
toe, de baas, waar nog wel wat in zat, is
wat geworden.
Onder voorzitterschap van den heer J. L.
Nijsingh te de Wijk is op Woensdag 3 en
Donderdag 4 Februari 1932 de maandelijk-
sche vergadering der Eerste Afdeeling van
het Kon. Ned. Landbouw-Comité gehouden.
Besloten werd nader te onderzoeken of de
regeling inzake het gedeeltelijk vrijstellen
van premiebetaling, welke de zee-ongevallen-
wet kent, ook van toepassing zou kunnen
worden verklaard ten aanzien van een on
beschut en thans noodlijdend bedrijf als het
landbouwbedrijf is.
In verband met de vele klachten aan
gaande import van Deensch versch varkens-
vleesch werd besloten de Commissie van Ad
vies Crisisinvoerwet nogmaals te wijzen op
de noodzakelijkheid van den invoer van
versch varkensvleesch. alsmede die van paar-
denvleesch, alsmede die van paardenvleesch
te contingenteeren.
Besloten werd eventueel in samenwerking
met de andere Centrale Landbouw Organi
saties een adres te richten aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal, waarin eenige
opmerkingen worden gemaakt met betrek
king tot het wetsontwerp Veiligheidswet. Met
name zal er op worden gewezen, dat in het
veenderijbedrijf, dat op verschillende plaat
sen als nevenbedrijf van het landbouwbe
drijf wordt aangetroffen met dit laatste be
drijf op gelijken voet dient te worden behan
deld, in dier voege dat de Veiligheidswet niet
van toepassing wordt verklaard zoolang de
crisis heerscht.
Besloten werd als punt voor de agenda
van de vergadering van het Int. Landbouw-
Instituut te noemen:
„Het herstel van een onbelemmerde uit
wisseling van landbouwproducten."
Goedgekeurd werd het instellen voorloopig
voor één jaar ten aanzien van de uitvoering
der exportcontrole op uien eener uit drie le
den bestaande, door de Centrale Landbouw
Organisaties aan te wijzen Commissie van
Advies.
Met het besluit van de Dag. Besturen der
drie Centrale Landbouw Organisaties aan de
aangesloten organisaties in overweging te
geven om wanneer mocht blijken dat aan
loonsverlaging bij land- en tuinbouwarbei-
ders niet zal zijn te ontkomen, met om
zichtigheid te werk te gaan, kon de verga-
derinsr accoord eaan.
De groote brug over het Spaarndammerkan aal nadert haar voltooiing. Deze brug ligt
in den Rijksweg VelsenAmsterdam.
DE RELLETJES OP DE GROOTE MARKT.
Voor de Haarlemsche Rechtbank stond
gisteren terecht zekere J. A., die in verzet
was gekomen van een vroeger vonnis van
de Rechtbank, waardoor hij tot drie weken
gevangenisstraf was veroordeeld.
30 December was voor het raadhuis op
de Groote Markt een volksoploop ontstaan,
waardoor een hoofdagent van politie vond,
dat het rijverkeer belemmerd werd. Daarom
had hij de menschen gesommeerd door te
loopen. A. was echter blijven staan, waarna
de hoofdagent hem zijn naam gevraagd had,
dien A had geweigerd op te geven. Toen men
hem mee wilde nemen naar het bureau,
bad hij zieh krachtig verzet, zoo krachtig
zelfs, dat de agent op den grond was ge
vallen. Met assistentie van meerdere agen
ten had men hem ten slotte opgebracht.
Verdachte verklaarde gisteren voor de
Rechtbank, dat hij een proclamatie had
staan lezen, en het verkeer in het geheel
niet in den weg had gestaan. Bovendien had
de agent hem eerst vastgegrepen en toen
pas zijn naam gevraagd, „Als ze mn arm
omdraaien, mag ik toch wel probeeren m'n
lichaam weer in zijn model te brengen",
zeide hij.
De hoofdagent werd als getuige gehoord.
Hij werd na het afleggen van pertinente
verklaringen zoo zenuwachtig, dat hij de
zaal moest verlaten.
De Officier van Justitie vroeg bevestiging
van het vonnis waarvan verdachte in ver
zet was gekomen.
De verdediger van verdachte kwam na
het houden van een uitvoerig betoog tot de
conclusie, dat vrijspraak zou moeten vol
gen, subsidiair ontslag van rechtsvervolging.
13 Februari doet de Rechtbank uitspraak.
Fa. THEOD. G. v. DUSSELDORP.
Het wil in den tegenwoordigen tijd, on
zeker door den invloed van allerlei kwade
omstandigheden, heel wat zeggen als men in
zaken of bedrijf zoo kan handelen, dat de
uitkomsten een voortbestaan rechtvaardigen
en loonend doen zijn.
Een goede commercieele kijk op zaken al
leen kan dat niet bewerkstelligen; ook an
dere middelen, en niet in het minst voor
spoed en een goede reputatie, zijn daarbij
van noode en dan moeten toch nog de juiste
gelegenheden benut worden om staande te
kunnen blijven in den grooten strijd voor de
zakenlieden, die der concurrentie.
Een zilveren zakenjubileum verdient dan
ook zeker vermelding, vooral waar het hier
betreft een zeer goed befaamde zaak in onze
stad, n.l. die van de firma Theod. G. van
Dusseldorp.
De thans reeds overleden heer Van Dus
seldorp, 'chtte in 1907 in het perceel Bartel-
jorisstraat 5, zijn maatzaak in heeren- en
dameskleeding op en door schranderen koop
mansgeest en uitstekende vakkennis wist hij
haar al spoedig een goeden naam te ver
schaffen, wat tot gevolg had, dat na een
zestal jaren daarbij de cliënteele dusdanig
was toegenomen, dat een verbouwing en
moderniseering noodzakelijk waren.
De reputatie verbeterde met de jaren en
was niet alleen in Haarlem en naaste omge
ving bekend, neen tot in de hoofdsteden van
Noord- en Zuidholland, in Rotterdam, Alk
maar en veel andere plaatsen in Noordhol
land drongen de zoo gunstige eigenschappen
dezer zaak door en opdrachten uit al deze
plaatsen getuigen ook thans nog van den uit
stekenden naam, welken de firma Van Dus
seldorp heeft.
Tien jaren na de eerste verbouwing was
wederom uitbreiding van werk- en verkoop
ruimte noodig en toen vergrootte de eigenaar
zijn zaak met een winkel aan de Smede-
straat, aan de achterzijde van de reeds be
staande zaak gelegen.
Lang heeft de eigenaar om den goeden
gang van zaken ook na deze groote veran
dering niet mogen beleven, want twee jaar
later kwam hij te overlijden.
Den knak, dien de zaak als gevolg daarvan
onvermijdelijk moest krijgen, kwam zü ge
lukkig spoedig te boven, mede dank zij het
feit, dat ook het personeel door jarenlange
verbintenis hart voor de zaak had gekregen.
En nog steeds geeft dit zich met toewijding.
Vermeld zij hier dat de coupeur reeds 23 jaar
in dienst van de firma Van Dusseldorp is.
Ter gelegenheid van het jubileum wordt
Zaterdagmiddag receptie gehouden, zooals in
ons nummer van gisteren per advertentie be
kend gemaakt is, en zullen de cliënten van
eenige bijzondere attenties der firma kunnen
genieten.
Ook na dit jubileum zal de zaak haar
goede reputatie behouden en wanneer zij
over eenige jaren onder leiding van den zoon
van den overleden eigenaar, den heer G. van
Dusseldorp, zal staan, zal deze opvolger haar
gunstige bekendheid zeker nog versterken en
verbreiden.
Maandag 8 Februari geeft de tooneelver-
eeniging B. A. V. O. van den Ned. R.K.
Volksbond, afdeeling Haarlem-Noord en
omstreken, een voordrachtavond onder lei
ding van den heer Maas Jr. en met be-
langelooze medewerking der harmonie St.
Cecilia, onder leiding van den directeur,
den heer A. S. Noom. Genoemde harmonie
zal ten gehoore brengen het concert, ge
geven op Zondag 31 Januari.
Deze avond is georganiseerd ten bate van
de werkloozen van den R.K. Volksbond, af
deeling Schoten en omstreken.
Haarl. Symphonie-Orkest „Euterpe".
Liedertafel „Haarlem's Zanggenot".
Het was zeer veel, dat we gisterenavond
op het gecombineerde concert van beide bo
vengenoemde vereenigingen te hooren kre
gen, en van zeer uiteenloopenden aard, en
indien we alle prestaties aan de gebruikelijke
critiek moesten onderwerpen, zouden we een
verslag krijgen van 'n paar kolom. En dat
willen we den lezer besparen. Want er was
van het goede en ook van het minder
goede wel wat te veel. We zeiden reeds
dat het van zeer uiteenloopenden aard was:
we kunnen er bijvoegen dat het gebodene
ook van kwaliteit nogal verschilde. We be
korten dus.
Om te beginnen met het orkest: de heer
Meng durft met de krachten waarover hij
de beschikking heeft, nogal wat aan, en we
vroegen ons zelfs 'n enkele maal af, of het
spreekwoord van het hooi en de bekende
vork ook hier niet van toepassing kon zijn.
Laten we erkennen, dat allen hun beste been
tje voor hebben gezet, en dat behoudens in
den Feestmarsch van Joachim Raff, de stem
ming over het algemeen zuiver bleef. Wel
bezondigden beurt om beurt maar toch
wel 't meest de koper- en houtblazers zich
de instrumentengroepen aan 'n onrhythmisch
jagen of achterblijven, doch in Rigoletto's
Balletscène uit het le bedrijf van Verdi's zoo
mooie werk, waren toch zeer te apprecieeren
gedeelten. De te sterk verlangzaamde ge
deelten waren oorzaak van 'n paar rhythmi-
sche déraillementen.
We weten niet. of aan een aantal dezer
zoo verdienstelijke dilettanten, de raad niet
zou passen, toch eens nu en dan te gaan
luisteren naar een goede muziekuitvoering,
al waren het maar de Zondagmiddagconcer
ten onzer Haarlemsche Orkestvereeniging!
Daar valt op verschillend gebied voor hen
heel wat te leeren: ihythmiek, dynamiek en
zuivere toongeving noemen we als de voor
naamste hoedanigheden, welke ieder voor
zich heeft aan te kweeken en steeds te per-
fectionneeren, niet alleen om 'n goed orkest
lid te zijn, maar ook voor zijn persoonlijke
vreugde en voldoening.
Vervolgens het koorwerk van „Zanglust".
We mogen den heer Keereweer zoo graag
z'n zangers aan zien voeren, met die van
voor jaren dateerende routine en gezonde,
muzikale opvatting. Er is goed en stevig ge
zongen: uitgevoerd werden de Nomen van
Gevaert en Allerzielendag van Verhey, bene
vens met begeleiding van het orkest
Landerkennung van Grieg. In het eerste zoo
wel als in het tweede vonden we enkele dyna
mische schakeeringen wat te sterk, een
enkele inzet was nog iets te onafgewerkt,
maar mooie momenten van massalen man
nenkoorzang, van nobel klinkende forti's
en van beheerschte piano's, waren in beide
werken aanwezig; evenredig van klank was
alles: het mooist van den avond was wel
voor ons het zesde couplet van Verhey's Al
lerzielendag. In deze compositie, overigens
wel 'n beetje uit de oude doos, evenals in
Landerkenning van Grieg, vervulde een der
muzikale zonen van den heer Keereweer de
bariton-partij. Hij deed dit zeer verdienste
lijk, hier zoowel als in het vijftal soli dat
hij zong, valt op te merken, dat zijn geluid
nog niet of weinig draagt, dat hij resonans
mist, en de stem in alle liggingen nog niet
is geëgaliseerd. Enkele momenten van goed
gedragen en klankvolle mezzo's doen ech
ter het beste van deze nog jonge stem ver
wachten.
Noemen we ten slotte Leendert de Graaff,
die met zijn collega Jan Rosekrans uit het
H.O.V.-orkest, ons vergastte op enkele viool-
en een pianonummer. De violist had in de
beide werkjes vóór de pauze, waarvan blijk
baar een eigen compositie was, nogal met
zenuwen te kampen; dat was jammer
vooral voor de toonzuiverheid, want in het
werkje van Lili Boulanger gaf hij wel dege
lijk blijk een violist te zijn met temperament
niet alleen, maar ook met 'n goede en ge
voelige stokvoering.
Alle medewerkenden aan dezen druk be
zetten avond hadden uitbundig-succes en de
aanwezigen genoten blijkbaar zonder reserve
van het gebodene. Wat voor de organisato
ren van dezen avond ook een groote voldoe
ning moet zijn geweest.
J. S.
Het groote feit is, dat het staat in het
teeken eener eindelijk herstelde uiterlijk
waarneembare souvereiniteit van dengene
die, krachtens zijn verheven opperherdeliji?
ambt de „vader van vorsten en koningen
de plaatsbekleder van onzen Zaligmaker
Jezus Christus is", zooals het Pontificale
Romanum zegt. En tot wien dus, na een
menschenieeftijd van onrecht, wederom de
jubelkreet kan opklinkep: „Leve de Paus-
Koning!"
De wereld zag daarginds in het Vaticaan
op de basis eener voor de
duidelijk herleefde plaatselijke souvereini
teit, de geestelijke heerschappij van hei
Pausschap onbelemmerd uitgaan over ge
heel de wereld, over meer dan driehonderd
millioen katholieken, van welke zich de
overgroote meerderheid gaarne en trouw to
de onderhoorigheid aan die geestelijke sou
vereiniteit bekent en met wijlen dr. Schaep-
man het woord spreekt: „ik geloof in den
Paus als in God," een belijdenis die, we
verre van een blasphemie in te houden,
slechts de logische ontwikkeling van he!
■wereldgebeuren in de zedelijke orde weer
geeft en duidt op de groote schakels van de
gouden keten in de meest verhevene begrip
pen en feiten, die zich op dit ondermaan-
sche aan den menschelijken geest opdrin
gen: God, Openbaring, vervulling der profe
tieën in Christus, verlossing, stichting eener
zichtbare Kerk op de steenrots Petrus, die
voortleeft in zijne opvolgers. Hier is de
wereldlijke souvereiniteit, het koningschap,
slechts het middel tot vrijere en volmaaktere
uitoefening van het hoogste geestelijke
leeraars-herders- en bestuurdersambt. Van
daar dat Pius XI, wiens pontificaat voor
de latere eeuwen nu reeds met het zegelmerk
der onsterfelijkheid geslagen mag heeten, de
beteekenis der pauselijke souvereiniteit hoog
heeft uitgeheven boven alle vergankelijke
bergen van aardsche glorie en alle tijdelijke
dalen van menschelijke vernedering, welke
de geschiedenis der Kerk, dus: van 't Paus
schap in den loop der eeuwen gekend heeft,
toen hij aan ds bij den H. Stoel vertegen
woordigde gezanten der verschillende regee
ringen verklaarde „op afdoende wijze" te
hebben willen toonen, „dat de Plaatsbeklee-
der van Jezus Christus niet wordt gedreven
door begeerten naar aardsch bezit, doch
enkel door het bewustzijn van wat als on
misbaar gevraagd moest worden," daar „een
zekere territoriale souvereiniteit een voor
waarde is, algemeen bekend als noodig voor
de uitoefening van elke ware geestelijke
souvereiniteit En, sprak de H. Vader bij
die gelegenheid der ontvangst van het
diplomatieke korps na de onderteekening der
Lateranen-verdragen „Wij aarzelen zelfs
niet te verklaren, dat wij ons er over ver
heugen, dat ons gebied zoo klein is en dat
wij het kunnen beschouwen ais vergeestelijkt
door de onmetelijk verheven en waarlijk
goddelijke doeleinden, waarvoor het dienen
moet".
Ziehier den aardschen en den bovenaard-
fichen souverein, Christus in Petrus, Petrus
in Pius! Zelfs een niet-katholiek staatsman
van wereldnaam, de eerste kanselier van het
voormalige Duitsche Keizerrijk Otto von
Bismarck, begreep de beteekenis van het
het pauselijk koningschap en dat was in
het tijdperk der vernedering en der gekne
velde vrijheid zóó goed, dat hij in zijn
bekend schrijven over de aan het Scheids
gerecht van den H. Stoel onderworpen Ca-
's Pausen dagclijksche wandeling in dc
Vaticaansche tuinen.
daden opsommen, die Z. H. Paus Pius XI
voor heel de Kerk en heel ae wereld aoen
verschijnen als een Vredesvorst, een waar
achtig Opperherder, een Vader.
Gedenken wij op dezen dag vooral den
Vader der Christenheid, die zoo smartelijk
tot in het diepst van Zijn hart wordt ge
troffen vooral in de laatste tijden
door de vervolging der Kerk en van Zijn
kinderen in Rusland, Mexico en vooral in
het aloude katholieke Spanje. Een geluk Is
het voor den H. Vader, dat de moeilijkhe
den met den dictator van Italië, Mussolini,
in zake de katholieke jeugdvereenigingen op
redelijke wijze zijn opgelost.
Een vurig gebed voor den H. Vader moge
op dezen dag ten hemel stijgen naar Hem,
Wiens plaatsbekleeder Hij hier op aarde is.
En in onze harten mogen wij jubelen en
juichen met den grooten priester-dichter
Schaepman, den zanger van den Paus:
„Wat zijt gij groot, gij Koning van den tijd!
Waar alles valt, waar volketen verzinken,
Daar blijft Uw naam in vollen luister
blinken.
Wijl gij alleen, alleen onsterflijk zijt.
Onsterfelijk in ongebogen kracht.
In lijdensmoed, maar ook in lijdensglorie;
U vlecht de tijd den lauwer der historie
En buigt voor U den scepter zijner macht."
Evviva il Papa-Re, leve de Paus-Koning!
Naar wij vernemen zal in de op 24 Februari
a.s. te houden Algemeene Vergadering van
aandeelhouders der N. V. Noorderbank te
Alkmaar worden voorgesteld over het boek
jaar 1931 een dividend uit te keeren van 5
pCt. (vorig jaar 9 pCt.).
zullen U lang eraan herinneren, dat U zich brandde. Geen
rauwe open vleeschwonden zullen het gevolg zijn van het
Idoor U niet getelde brandwondje Geen infectie zal U van
meet af aan bedreigen. Neem om al die narigheid te voor-
i komen het voor brandwonden aangewezen middel, de on
middellijk verzachtende, wondzuiverende en snel genezende
Morgen zal het tien jaar geleden zijn, dat
de toenmalige Kardinaal Achilles Ratti door
de keuze van zijn mede-Kardinalen tot op
volger van Benedictus XV op den Stoel van
Petrus werd aangewezen.
Het Pontificaat van Paus Pius XI is tot
dusver een waarachtig roemrijk geweest.
rolinen-quaestie, een geschil tusschen
Duitschland en Spanje, wijlen Leo XIII
toesprak met den naam: „Sire!", een ti
tulatuur voor koningen.
Wij kunnen onmogelijk de lange reeks