IDE GRAPJAS HARLEKIJN!
HET
VAN DEN
donkere mmn
RADIO MOORS
'<L/ LANGS
HEERENBAAI
GEMENGD NIEUWS
HOLLANDSCHE JONGEN
AANGEHOUDEN
Een grensincident
BOERDERIJBRAND TE OLST
MALAISE IN DE KEMPISCHE
ZINKINDUSTRIE
Een adres aan den Minister
GEMEENTELIJKE STEUN VOOR
VLASBEWERKING TE
TER NEUZEN
DE KETEL VAN DE
„STANFRIES IV" GEBORGEN
Nog geen spoor van de omgekomen
bemanning
SCHIPPER GESCHORST
LANDBOUW EN VEETEELT
DE STEUN AAN DE VLASTEELT
RECHTZAKEN
VERDUISTERING
AANVARING OP DE ELBE
De rijksregeling
Hoe Harlekijn den reus vin&
RADIO-OMROEP
Bezoek
van een Ijsbeer
Naar het Engelsch door J. Scheepens
25.
Vrijdagmiddag om 12 uur is 'n Hollandsche
Jongen op Duitsch gebied door de Duitsche
douane wegens smokkelen aangehouden. Bij
het Zoliamt Hemden verzocht men den
Jongen binnen te komen, maar deze sprong
terug en vluchtte op Nederiandsch gebied.
De Duitsche beambten stuurden hem da
delijk een hond na, die 20 meter op Hol-
landsch gebied bij den jongen bleef staan.
Daarna pakte hem een Duitsche douane
ambtenaar op Hollandsch gebied by den
kraag en trok hem met zijn fiets mee
naar het kantoor.
Verscheidene Nederlandsche werklieden,
die bezig zijn aan de verbouwingswerk
zaamheden der marechausseekazerne, had
den dit incident gezien.
Vrijdagmiddag is door den wachtmeester
der marechaussee en door den Rijksinspec
teur der belastingen te Winterswijk, een
onderzoek ingesteld, evenals door de Duit
sche betrokken autoriteiten.
De betreffende jongen is vrijgelaten.
Donderdagavond brandde te Olst in de
buurtschap Duin de kapitale boerderij af van
den heer D. M. Eenige stuks vee werden ge
red, doch 24 stuks van het beste soort zijn
in de vlammen omgekomen. Dank zij den
garagehouder A. v. Keulen, was de brand
weer spoedig ter plaatse, doch deze kon niets
meer uitrichten. De geheele boerderij ging
in de vlammen op. Het was een der grootste
boerderijen der gemeente Olst. Persoonlijke
ongelukken kwamen niet voor. Verzekering
dekt de schade.
Belangrijke inkrimping
In de zlnkpletterijen der Brabantsche
Kempen (Budel) zal de werkweek met een
dag worden Ingekort, terwijl het plan be
staat om de drie weken een week stil te
liggen.
Ondanks de woelige zee slaagde hij er in
vast te stellen, dat de ketel zich op de aan'
gegeven plaats bevond; bovendien werd
kans gezien om met het bergingsvaartuig
een zich eveneens bij den ketel bevindende
verrijdbare motorlier boven te brengen en
aan de „Zwolle" over te geven.
Daar verdere werkzaamheden niet uit te
voeren waren, keerde de „Meermin" naar
den Oever en de „Zwolle" naar Stavoren
terug, om Vrijdagmorgen, nu echter met
medewerking van den bok. dank zij het
veel betere weer, de berging te voltooien.
Successievelijk werden bovengebracht en in
de Zwolle" overgeladen de reserve-schroef,
een pakje drijfriem, de ketel en de schoor
steen met contragewichten. Deze schoorsteen
was echter op een dusdanige wijze gevuld
met klei, dat men met stootijzers en de
spuitinrichting gerulmen tijd heeft moeten
arbeiden om dezen ongewilden inhoud ver
wijderd te krijgen.
Bij een nogmaals door duiker Sperling on
dernomen onderzoek werd nog de zeer
zwaar beschadigde stoomlier gevonden en bo
vengebracht, zijnde het eenigste wat ter
plaatse nog door hem werd ontdekt. Ook
hier dus geen spoor van de jammerlijk omge
komen bemanning.
Rer.t nog te vermelden, dat de gevonden
voorwerpen werden aangetroffen ongeveer
100 a 150 Meter voor de plaats, waar net
wrak van het schip is gevonden. Door het
vinden van den ketel is wel gelogenstraft de
bewering van hen, die te kennen gaenv dat
het ongeval aan exploisie van den ketel te
wijten zou zijn.
De gemeenteraad van Graauw en Langen-
dam, in Zeeuwsch-Vlaanderen, heeft een
adres gericht aan den Minister van Binnen?
landsche Zaken en Landbouw, waarin ver
zocht wordt de financkele steunregeling
voor vlascultuur en vlasindustrie in 1932, ook
te willen doen gelden voor den oogst 1931.
In het adres wordt er o.m. op gewezen, dat
nog diverse partijen vlas in de Iandbouw-
schuren zijn opgestapeld, en dat het mits
dien alle aanbeveling zou verdienen, dat de
landbouwer van regeeringswege financieej
in staat wordt gesteld dit vlas af te werken,
waardoor niet alleen de landbouwer, maar
ook arbeider, vlasindustrie en middenstand
zouden zijn gebaat.
ECFTE FRIESCHE
20-50 cf. per ons^
c/Hd puntert aa. voor Sriesch Aardewerk, en. Kopawerit.
Te Terneuzen, in Zeeuwsch-Vlaanderen,
heeft de gemeenteraad besloten de vlasin
dustrie te steunen door het verleenen van
een bijslag op het loon voor zwingelen. Men
hoopt, dat hierdoor de industrie zal opleven.
Woensdagnacht 12 uur vertrok het
stoomschip „Zwolle" weer van Amsterdam
met vertegenwoordigers van assuradeurs
en experts om tegenwoordig te zijn bij de
bergingswerkzaamheden van de voor eenige
dagen gevonden voorwerp(en), waarvan
ièrmoed werd, dat dit de ketel van het
iferongelukte schip kon zijn.
Na een reis via Stavoren arriveerde het
stoomschip Donderdagmorgen op de plaats,
waar het betonningsvaartuig een «baken had
geplaatst; even later kwam ook de „Meer
min", het bergingsvaartuig, ter plaatse met
de mededeeling, dat in verband met het on
stuimige weer de bok niet kon uitvaren en
in den Oever was gebleven, doch dat de
voorloopige werkzaamheden door het ber
gingsvaartuig zouden woraen verricht.
Niet lang daarna ging Jan Sperling, een
lid der beKende familie, met zijn resp. 8 en
9 K.G. wegende schoenen en met een borst
en rugverzwaring van 35 K.G. in duikers
tenue naar den zeebodem, waar hij met
korte onderbrekingen zijn onderzoekings
werkzaamheden uitvoerde.
De Raad voor de Scheepvaart heeft uit
spraak gedaan betreffende de klacht van
den hoofdinspecteur voor de Scheepvaart
tegen den schipper van den motorlogger
„Vrede" fiCH. 66 ter Zake van het aan den
grond loopen in de buitenhaven van Sche-
veningen.
De Raad is van oordeel, dat de klacht ge
grond is. Door de Opdracht Van zijn reeder
om naar binnen te gaan, was de schipper
niet verantwoord, al zyn de motleven van
den aangeklaagde wel begrijpelijk. De om
standigheid, dat zUn schip zestig ton ver-
sche haring aan boord had, heeft hier,
zoowel voor den reeder als voor den schip
per, den doorslag gegeven. De Raad ziet
echter niet in. dat bij de onderhavige zeer
kalme gelegenheid de versche visch niet op
zee vóór de haven had kunnen worden
overgenomen.
Waar in dit geval wel eenige verzach
tende omstandigheden aanwezig zijn, meent
de Raad met een korte schorsing te kun
nen volstaan. Mitsdien straft de Raad den
aangeklaagde door hem de bevoegdheid te
ontnemen om als schipper te varen op een
schip, als bedoeld bij artikel 2 der Sche
penwet, voor den tijd van acht dagen.
De Officier van Justitie bij de Rechtbank
te Middelburg eischte Vrijdag een gevange
nisstraf van drie jaren tegen den 3 5-;a igen
bankier J. E. J., woonachtig te Vlis-ingen,
terzake van verdu ster ng van reiepissen,
groot 1.C00.ten nadeele van een persoon
uit Koudekerke.
Uitspraak 19 Februari a.s.
Zooals wij reeds eerder hebben gemeld,
bedraagt de rijkspremie ten bate der vlas
teelt 160 per H.A., terwijl hoogstens 6000
H A. over het geheele land voor dezen steun
in aanmerking komen. Het totale steunbe
drag beloopt derhalve nagenoeg een millioen
n.l. ƒ960.000.
De premie ad ƒ160 per H.A. wordt als
volgt onderverdeeld: Voor het regelen 50
per erkende H.A. vlas, Voor het verder ver
werken van het vlas 110 per H.A.
Om voor de premie in aanmerking te ko
men moet men erkend vlasteler zijn, d.w.z.
dat men moet bewijzen over dé jaren 1928,
1929 en 1930 gemiddeld per jaar een halve
H.A. vlas heeft uitgezaaid.
Tot regeling der uitvoering zijn in de pro
vincies Noord-Brabant, Zeeland, Noord- en
Zuid-Holland, Groningen en Friesland ge
westelijke vlastelers-commissies gesticht.
Onderzoek door den Raad voor de
Scheepvaart
De Raad voor Scheepvaart heeft Vrijdag
middag onder voorzitterschap van Prof Mr.
B. M. Taverne een onderzoek ingesteld naar
de oorzaak van de aanvaring welke op 20
December j.l. is geschied op de Elbe tus-
schen het s.s. „Klipfontein" van de Holland
Zuid-Afrika-Lijn en het Duitsche s.s.
„Göteborg."
De gezagvoeder van de ..Klipfontein", een
schip van ruim 5500 bruto reg. ton, ver
klaarde, als getuige gehoord, op 19 Decem
ber, te 6.56 uur n.m., van Hamburg met be
stemming Amsterdam vertrokken te zijn.
Het schip stuurde goed, te half 10 's avonds
begon de eb door te staan; behalve nu en
dan een flauwe Noordelijke koelte was er
geen wind. Onder loodsaanwijzing werd de
Elbe afgevaren, van ruim tien uur af kwam
er tegenspoed in den vorm van mist, waar
door getuige genoodzaakt was, het schip
enkele malen achtereen voor anker te doen
gaan.
Te 12 uur 35 's nachts werd het anker
weer opgehaald en stoomde de „Klipfon
tein" tot omstreeks één uur volle kracht
vooruit. Daarna werden, bij langzaam wer
kende machine, tot 1.09 uur verscheidene
ten anker liggende schepen gepasseerd.
Toen vooruit een mistbank werd waargeno
men, liet getuige te 1.10 uur de machine
stoppen. Op vrü korten afstand vooruit
werden drie ten anker liggende schepen
gezien, bovendien zijn ook van andere ten
anker liggende schepen mistseinen gehoord.
Van de „Klipfontein" af werden dadelijk
drie korte stooten gegeven en volle kracht
achteruit geslagen, hetgeen volle zes minu
ten werd doorgezet. Ook het sein is vel
schillende malen herhaald, waarbij het
werd afgewisseld met het Elbe-gevaarsig-
naai. De vierde stuurman, die op het ach
terschip stond, zwaaide daar voortdurend
met een electrischen reflector. Door het
achteruitslaan draaide het achterschip nor
maal naar bakboord. Aan stuurboord, ach
terlijker dan dwars, werd een oploopend
vaartuig gezien, rood licht, welk vaartuig
plotseling naar bakboord ging draaien,
blijkbaar met de bedoeling achter de „Klip-
KAA4
Toen Harlekijn besloten had den Reus
te vangen, trok hij er met z'n vischgerei
op uit. Aan den waterkant gekomen, zag
hij den Reus, die sliep.
Harlekijn voorzag z'n vangsnoer goed
van lokaas en wond het daarna om den
hals van den slapenden reus. Na een
kwartiertje riep hij den reus wakker.
De visschen waren zóó hongerig, dat ze
bij tientallen in het aas beten, en, toen
de reus langzaam door het water naar den
oever liep, was hij zóó zwaar door de
visschen die aan z'n lijf hingen, dat de
Koninklijke lijfwacht hem zonder moeite
gevangen nam.
fontein" om te gaan. Te 1.17 uur werd op
de „Klipfontein" één korte stoot gegeven
het roer werd hard stuurboord gelegd en
de machine op volle kracht vooruit gezet.
Ben minuut later werd de „Klipfontein
door dit schip, dat het Duitsche s.s. „Gö
teborg" bleek te zijn. aan het achterschip
aangevaren; de „Göteborg" schoot door en
voer daarna het Engelsche s.s. „Glenlea"
aan. De „Klipfontein" en de „Göteborg"
werden ernstig beschadigd, eerstgenoemd
schip is tot den ochtend blijven liggen en
toen naar Hamburg teruggekeerd om te
répareeren. Van de „Göteborg" zijn geen
seinen gehoord.
Volgens de ter zitting aanwezige verkla
ring van den kapitein van het Duitsche
schip, heeft deze er den loods opmerkzaam
op gemaakt, dat de „Klipfontein" eerst,
toen de onderlinge afstand nog maar 5
Meter was vooruit ging slaan. De „Göte
borg" meet 902 bruto reg. ton.
De Hoofdinspecteur voor de Scheepvaart,
vice-admiraal b.d. C. Fock, merkte op dat
vast is komen te staan, dat op de „Klip-
fontein" de voorgeschreven seinen gegeven
en andere voorzorgen getroffen zijn om
averij te voorkomen; op het aan boord van
dit schip gevoerd beleid kan dan ook geen
Aanmerking worden gemaakt.
Wel is gebleken, dat de „Göteborg" veel
te groote vaart heeft gehad; naast de plot
seling opkomende mistbank is het feit, dat
beide schepen groote averij hebben gekre
gen, aan de groote snelheid van het Duit
sche schip te wijten.
De Raad zal later uitspraak doen.
ZONDAG 7 FEBRUARI 1932.
HUIZEN, 298 M. 8.30 KRO. 9.30 NCRV.
12.15 KRO. 5.00 NCRV. 7.45 KRO. 8.30 Mor
genwijding. 9.30 Gewijde muziek. 9.50 Kerk
dienst vanuit de Vrije Evang. Kerk te Bus-
sum. Solozang K. Hoekendijk. 12.15 KRO-
sextet. 1.40 Godsdienstonderricht. 2.10 Lite
rair halfuurtje. 2.304.00 A Capella Koor
,3el Canto" o.l.v. A. Vranken en Gramo
foonpl. 4.005.00 Ziekenlof uit Bloemendaal.
5.00 Gewijde muziek. 5.20 Kerkdienst uit de
Geref. Kerk te Meppel. Hierna: Zang NCRV-
Dameskoor o.l.v. L. Lauenroth. 7.45 Godsd.
causerie. 8.10 Sportuitslagen. 8.15 KRO-or-
kest o.l.v. J. Gerritsen. 0.a. Caprice italien,
Tschaikowsky, en Voorspel 3de acte Lohen
grin, Wagner. 9.15 Berichten van het Na
tionaal Crisis Comité. Ca. 9.30 Vaz Dias.
10.40—11.00 Eniloog.
HILVERSUM, 1875 M. 8.15 Gymnastiekles
8.30 Esperanto-les. 8.55 Voetbalnieuws. 960
Concert. Joh. Blazer (cello) en Joh. Jong
(piano). 12.00 Dubbelmannenkwartet „Bel
Canto", o.l.v. W. Lehman de Lehnsveld en
Gramofoonpl. 1.00 Filmpraatje L. J. Jordaan.
160 AVRO-Kleinorkest o.l.v. Treep. 2.00
Boekenhalfuurtje door Dr. J. Fransen. 260
AVRO-Kleinorkest. 3.30 Piano-recital, G.
Hengeveld. 4.00 Opvoering van fragm. uit
„Othello" van Shakespeare. Vert. Dr. Bur-
gersdijk. 4.45 Gramofoonpl. Vaz Dias. 6.00
Concert VARA-orkest o.l.v. H. de Groot. 7.15
Vervolg concert VARA-orkest. 8.00 Vaz Dias.
8.15 Causerie door Dr. J. E. Baron de Vos
van Steen wijk (Nat. Crisis Comité). 8.30 Ko-
vacs Lajos en zijn orkest. Bob Scholte
(zang). 9.30 Liedjes door Clinge Doorenbos.
9.50 Omroeporkest o.l.v. N. Treep, m.m.v. The
Imperials. O.a. Kamevalbilder, wals, Strauss.
10.45 Gramofoonpl. 11.00 Vervolg concert.
0.a. Parade of Jack and Jill, Joyce. 11.30—
12.00 Gramofoonpl.
DAVENTRY, 1554 M. 10.50-11.05 Tijdsein,
Berichten. 3.20 BBC-Theater-orkest o.l.v. L.
Woodgate. 4.05 Kinder-Kerkdienst. 4.35 Ka
mermuziek Lener-kwartet. 5.50 Wireless sin
gers o.l.v. Stanford Robinson. 660 Lezing.
8.20 Kerkdienst. 9.05 Liefdadigheidsoproep.
9.10 Berichten. 9.25 Albert Sandler en het
Park Lane Hotel-orkest. M.m.v. S. Sideli
(bariton). O.a. Ouv. Egmont, Beethoven. 14de
Hong. Rhapsodie, Liszt, en Potp. „Fleder-
maus", Strauss. 10.50 Epiloog.
PARIJS „RADIO-PARIS", 1725 M. 8.05,
11.20, 11.50 Gramofoonpl. 12.50 Orgelmuziek.
1.205.20 Gramofoonpl. 5.20 Concert. Pary-
sche Symphonie-orkest. 7.20, 8.20 en 8.50
Gramofoonpl. 9.20 Uit het Michel-Theater
„Les cadets", tooneelspel van Duvernois.
KALUNDBORG, 1153 M. 11.20—12 20 O.
Fessels-orkest. 1.20—1.50 Gramofoonpl. 2.45—
4.20 Radio-orkest o.l.v. Reesen, m.m.v. solis
ten. 7.20—10.10 Kamevals-ultzendlng m.m.v.
orkest en solisten. 0.a. Kamevalsbllder, wals,
Strauss. 10.10 Moderne Dansmuziek.
LANGENBERG, 473 M. 6.20—7.45 Ham
burger Havenconcert. 1060—12.20 „Musikali-
sches Durcheinander". Liefdadigheidsuitzen
ding. 12.201.20 Concert o.l.v. Wolf. 6.20
Vroolijk halfuurtje. 7.20 Tanz der Völker.
m.m.v. orkest en koor o.l.v. Künneke. 9.25
Berichten en hierna tot 11.20 Dansmuziek
uit Berlijn.
BRUSSEL, 508 en 338 M. 508 M.: 12.35—
2.05 Gramofoonpl. 5.20 Concert oJ.v. Meuie-
mans. 6.20 Gramofoonpl. 8.20 Opera's „Ca-
valleria rusticana". Mascagni, en „Paljas"
Leoncavallo (Van de Kon. Fransche Opera
te Antwerpen). 338 M.: 12.35—2.05 Gramo
foonpl. 5.20 Concert o.l.v. André. 6.20 Gramo
foonpl. 8.20 Omroeporkest o.l.v. Kumps. Bel
gische composities.
ROME, 441 M. 7.20 Gramofoonpl. 8.20 Con
cert o.l.v. Santarelli. O.a. Uit Lohengrin,
Wagner.
ZEESEN, 1635 M. 760 „Tanz der Völker",
Iversen zit aan zijn middagmaal, een
groote heerlijke biefstuk van het muskus-
dier, terwijl ik de koude waterdruppels met
een bezem wegveeg. Het helpt een beetje:
wij kunnen nu tenminste rondloopen zonder
verraderlijke overvallen behoeven te vreezen
en het duurt niet lang of ik heb voldoende
brandhout bij elkaar en begin kisten kapot
te hakken, want warm willen we het heb
ben; dat hebben we voor de kwellingen van
de vorst der laatste dagen wel verdiend.
De vossen hebben zich weer in hun schuil
hoeken onder het huis gewaagd en met den
kop op zij, kijken zij met fonkelende oogen
naar de nieuw aangekomenen, telkens, wan
neer de deur opengaat.
Zij zien er zóó mooi uit, dat wij het niet
over ons kunnen verkrijgen om op hen te
schieten; zij doen ons immers ook absoluut
geen kwaad. Integendeel, het is heel aange
naam hun heftig geblaf te hooren, zoodra ik
met houthakken ophoud. Want het maakt
lawaai hout te hakken in-een huis, dat op
steenen palen rust; het overstemt zelfs alles.
Maar neen, niet alles, want door het la
waai heen hooren wij een geweldig krabben
tegen den muur van het hout. Het klinkt
geheimzinnig, maar ik ben ijverig bezig met
houthakken en daarom Iaat Iversen zijn pan
staan om iets naders omtrent de oorzaak
van dit lawaai te vernemen.
„Wat is er dan?" vraag ik tusschen de
bijlslagen. Het antwoord luidt: „De duivei
hale me, die valt aan!" Wie achter de „die"
zijn kan, daar krijg ik geen uitleg van tot
ik een halve seconde later naast Iversen
sta en een beer zie, geen 20 meter van huis.
Het is onze logeergast, die gekrenkt door
het lawaai naast zijn woning, plan had, een
nieuw rustiger logies te zoeken. Als wij
echter de deur open doen. blijft hij staan en
keert zich verbaasd om. De beer bezint zich
slechts een gedeelte van een seconde tot de
situatie hem duidelijk wordt. „Aha! hier
heb ik immers mijn avondeten, juist gereed
om mee te beginnen!" En het volgende
oogenblik maakt hij aanstalten om tot den
aanval over te gaan.
Veel zie ik niet, maar terwijl ik terugloop
in huis, heb ik in den geest een beeld voor
me, als een foto van een grooten vreemden
klomp, die met fonkelende oogen, schitte
rende tanden, het lichaam op den grond en
de beenen van zich gestrekt, als een reus
achtige krijtwitte kat snel en geluidloos
nader kruipt.
De deur is dichtgeslagen, een grendel er
voorgeschoven en voor verdere zekerheid
tegen den onwelkomen gast leunt Iversen
met den rug tegen de deur, want dit avon
tuur is geheel onverwacht over ons gekomen
en het ziet er maar slecht uit. Iversen heeft
slechts één schot in zijn geweer; ik geen
enkel in het mijne, beide geweren zijn waar
schijnlijk bevroren en het is niet zeker, dat
wij ze vlug kunnen ontdooien.
De beer zal zijn Avondeten echter zoo duur
mogelijk moeten koopen! Een bijl is een
goed wapen als het tot een handgemeen
komt; ik grijp ze dus in het voorbijgaan,
klauter op den hoop kisten en haal mijn ge
weer naar beneden.
Dacht het wel bevroren! Ik kan het
wel open krijgen; maar sluiten kan ik het
niet meer, want de patroon gaat er maar
voor de helft in en terwijl Iversen met den
rug tegen de deur steunt en de beer er bul
ten tegenaan stampt, hamer ik met de bijl
op de patroon los. Erin moet ze, maar ik
heb er niet veel moed op, want in al mijn
haast weet ik, dat het meer geluk dan
wijsheid is, wanneer het geweer afgaat en
de patroon niet explodeert.
Gelukkig valt onzen gast iets anders in
en een halve minuut hebben we rust. Nu
naar de kachel en de geweren gewarmd.
Maar zij ontdooien niet voor de beer er
weer is. Met de vraag: „Is het geweer in
orde?" springt Iversen opnieuw naar de
deur. Neen, het geweer is niet in orde. Thans
is de beer het lange wachten echter moe;
hij is immers hongerig en daar de deur
zich by den eersten stoot niet opent, stoot
hy er met zyn heele kracht tegen.
Dat helpt! Iversen wordt ver het buis in-
gesllngerd, tot de kachel, en ons heele mid
dageten, waarop wy ons zoo verheugd had
den, wordt op den grond gesmeten. De gren
del bezwykt, met een dof gekraak springt
de deur open. In een minimum van tyd is
Iversen naast me, met het geweer in de
hand, dat hy niet heeft laten vallen.
Wy geven geen kik en zien elkaar slechts
aan, want In de deur staat de beer, met
beide klauwen op den drempel, den bek wyd
open, van verbazing over het zonderlinge
hol, waarin hy terecht gekomen is. Het
speeksel loopt hem uit den muil en nooit
heb ik zoo'n verbazing in de oogen van een
dier gezien.
wy hebben ons zoo ver mogelijk van den
beer geplaatst. Iversen met opgeheven ge
weer, gereed om te schieten, ik met half on
bruikbaar geweer in de linkerhand en de
bfll, gereed om toe te slaan, in de rechter
hand. Luid en scherp klinkt het geklikklak
als Iversen den haan van zyn geweer spant.
Nu, beer, denk ik bid nu maar je laatste
onze vader en sta vast, want nu komt het
er op aan. Alvorens echter de gedachte ten
einde gebracht is, weerklinkt een geraas,
alsof de wereld vergaat
Myn oogen laten den beer niet los. Ik zie
de breede, witte borst sidderen, als het schot
losbrandt.... dan komt een bloeddruppel.,
en nog een.... Nog staat de beer op den
drempel, als versteend van verbazing....
dan geeft hy de belegering oploopt een
paar schreden.... valt over de sleden en
stort ter aardelevenlooszonder nog
een geluid te geven. De strijd is ten einde,
de overwinning aan ons! De ongevraagde
gast had een hoogen prys voor zyn brutali
teit betaald, maar den heelen avond zitten
wy onze geweren te poetsen, want zoo Iets
zal ons geen tweede maal overkomen!
radio-potpourri mjn.v. orkest, koor en so
listen, o.l.v. Eduard Künneke. 9.20 Berichten
en hierna tot 11.50 Dansmuziek door Egon
Kaiser en zyn orkest.
MAANDAG 8 FEBRUARI
HUIZEN, 298 M. Uitsl. NCRV-Uitzending.
8.00 Schriftlezing. 8.15—9.00 Gramofoonpl,
10.30 Ziekendlenst. 11.00 Christeiyke lectuur,
116012.30 Gramofoonpl. 1260 Orgelconcert
Jan Zwart. 1.45 Gramofoonpl. 2.00 Voor
scholen. 265 Causerie over Kamerplanten.
3.15—3.45 Knipcursus. 4.00 Ziekenuurtje. 5.00
Concert. Mej. E. de Haas (zang), M. Spoor
(fluit), H. del Valle (piano). 6.15 Voor Jon
geren. 6.45 Causerie door J. Schipper. 7.00
Engelsche les. 7.45 Ned. Chr. Persbureau.
8.00 Concert door de H. O. V. o. 1. v. F.
Schuurman. O.a. 7de Symphonle C-dur,
Schubert. 9.00 Causerie over de Verzeke
ringswetten. 9.30 Vervolg concert. Oa. Wil
helm Tell, Rossini, ca. 10.00 Vaz Dias. 10.30
1160 Gramofoonpl.
HILVERSUM, 1875 M. 6.45—7.00 en 760
—7.45 Gymnastiekles. 8.00 Gramofoonpi.
1060 Amsterd. Solistenkwintet o. 1. v. Is.
Eyl en Gramofoonpl. 3.00 Fluit-recitaJ J.
Feitkamp. P. Tiggers (vleugel). 3.30 VARA-
septet o. 1. v. Is. Eyl. 5.30 Vervolg concert
7.00 Muzikale voordracht door P. Tiggers
(met gramofoonpl.). 8.15 Contert door het
Beriynsch Philh. orkest o. 1. v. Dr. W. Furt-
w&ngler. (Vanuit het Geb. Kunsten en We
tenschappen, Den Haag). 0.a. 6de Sympho
nle C-moll, op. 67, Beethoven. 10.30 Concert.
Roemeensch orkest Tanase Codolban m. m
v. W. Andrée (tenor). Vanuit Rest. De
Kroon, Amsterdam. 11.00 Vaz Dias. 11.15—
12.00 Gramofoonpl.
DAVENTRY, 1554 M. 10.35 Morgenwy-
ding. 12.20 Betty Bolton (piano) en Elsie
Owen Strykkwartet. 1.05 Commodore Grand
Orkest o. 1. v. Muscant. 2.05 Kookles. 265
Gramofoonpl. 2.45 Voor de scholen. 4.05 Con
cert. R. Sharpe (cello) en R. Phillips (piano).
4.35 Moschetto's orkest. 565 Kinderuur. 6.20
Berichten. 6.50 Reginald Paul speelt Haydn's
pianomuziek. 7.10 Boekbespreking. 7.50 Le
zing. 860 „Irish Bulbuis", hoorspel van Gor-
Koningstr. 27 TeL 14609, Haarlem
don McConnell. 960965 Berichten. Hierna
lezing. 10.00 BBC-orkest o. 1. v. G. Toye.
Isabel Gray (plano). 0.a. Fragm. uit Hansel
und Gretel, Humperdinck, en Jeux dTSau,
Ravel. 11601260 Sydney Kyte en zyn
Band.
.PARIJS „RADIO PARIS", 1725 M. 8.05,
12.50 en 8.20 Gramofoonpl. 860 Radio-Thea
ter. .Bajazet" van Racine en ,JL' amour mé-
decin". Molière.
KALUNDBORG, 1153 M. 11.20—160
Strykconcert uit Hotel Angleterre. 2.504.50
L. Prells orkest. 760—10.20 Concert Radio-
Harmonie-orkest o. 1. v. Launy GröndanL
O.a. Gold und Silber, wals, Léhar, Marsch
uit „Die verkaufte Braut", Smetane, „Sim
ple Avue", Thomé.
LANGENBERG, 473 M. 6.25—7.20 Or
kestconcert o. L v. Wolf. 4.20—5.20 Orkest
van werklooze musici o. 1. v. Eugen BodarL
7.20 „Rosenmontags'-concert. Werag-orkest
en solisten. O.a. uit „Fledermaus", Strauss,
en „Faschingsfee", Kalman. Hierna tot 1060
Concert o. L v. Wolf. 10.20—1160 Dansmu
ziek.
BRUSSEL, 508 en 338 M. 508 M.: 1265
2.20 Gramofoonpl. 5.20 Orkestconcert o. 1. v.
Kumps. 6.50 Sonates voor viool en plano.
8.20 Concert o. 1. v. André. 0.a. Fant. Lakmé,
Delibes. 9.20 Radio-tooneel. „L'aventure de
Sans-Boussole". 338 M.: 12652.20 Gra
mofoonpl. 5.20 Concert o. L v. Kumps. O.a.
Ouverture Italianen in Algiers, Rossini 9.05
Radio-tooneel. „Liefde en vergif". 9.351060
Concert uit Brussel.
ROME, 411 M. 760 Gramofoonpl. 8.20
Concert o. 1. v. Ottorino Respighi. 10.20 Ra-
diotooneel.
ZEESEN, 1635 M. 760 Silezische Vasten
avond-uitzending. „Schlesische Fastnacht",
cantate van Kaergel. Muziek van Sczuka.
8.20 Berichten en hierna van 860—11.20
Vrooiyke avond.
Carina heeft van Grove toch veel ge
leerd, zei lady Murray, die het eerst haar
zelfbedwang had herkregen En ach, wy, die
hem zoo lang gekend hebben, vriendsiyk,
geestig en goed als hij steeds was, wy den
ken niet eens aan zyn uiterlyk of z'n vreemd
soortige kleedir.g.
Ge ziet het, we zyn niets dan helden
vereerders! sprak Carina zacht.
Ze had Mallory nog nooit kwaad gezien,
maar alles, wat zij tot heden van zyi behan
deling van Iris had vernomen, benevens het
geen hij haar zelf had meegedeeld over de
afstraffing van zijn zoon Peter, alles voeg
de zich in naar geest thans sam< n tot een
geweldige aanklacht van onbarmhartigheid
tegen hem. Ze was bang van hem geworden,
toen hy dat gezegd had op zulk een toon
en zy hoopte het niet weer te zullen bele
ven. Haar biydschap om de komst van Grove
was er door vergald. Ze wist nu dat zyn be
zoek by Jim geen genade vinden kon. Hy
was zeker Jaloersch op dezen ouden familie
vriend. Misschien ook vond hy het onaan
genaam, dat Grove haar schreden ln de
kunst had geleid. Ze begreep, dat het meer
dan ooit zaak zou zyn, haar werk op den
achtergrond te houden. Later zou Jim er
wel niet zooveel meer op tegen hebben
Jim bleef dineeren, en gaf dan zijn voor
nemen te kennen, om zich naar St. Ives te
begeven, naar een vriend. Hy was met den
auto gekomen, en St. Ives was niet zoo ver.
Hy zou van lady Murray's gastvtyheid geen
gebruik maken.
Het was voor Carina evenzeer ëen verlich
ting als een teleurstelling, dat hjj zoo spoe
dig heenging. Want toen haar eerste onaan
gename verrassing over zyn komst voorby
was, had zy zich toch verheugd gevoeld hem
weer te zien. Maar van den anderen kant
had die uitbarsting van ontevredenheid haar
ongerust gemaakt. Voor het oogenblik had
haar dit ernstig haar jawoord doen betreu
ren. Het was, alsof opeens haar toegenegen
heid voor nem er door verminderde. Mis
schien was haar eerste gevoelen toch nog
wel het ware geweest. Ze had nimmer moe
ten beloven hem te zullen huwen ze gal
niet genoeg om hem en het was haar
werkeiyk zwaar gevallen, die misprijzende,
verachtelijke woorden te vergeten, die hy
over Richard Grove gesproken had. Hy
scheen haar op dat oogenblik jaloersch en
kleingeestig.
Mallory intusschen was stil en verstrooid.
Zijn booze bui was voorbij nu, en hy gevoel
de schaamte over die uitbarsting van woede.
En hy was bang voor den indruk ervan op
Carina. Maar door de kennisname van dit
bericht van Grove's komst was zyn dag be
dorven
Het was nauweiyks negen uur in den
avond, toen hy opbelde, dat men hem z'n
auto vóór zou rijden. De maan scheen helder
en in de verte was het, of de Mont St. Michel
met zijn massieve schaduw den zilveren he
mel in twee helften scheidde. Het was eb en en dat zal Ik nooit kunnen vergeten, Jim
vanaf de poort van het villaatje zag men
duidelyk het maanlicht den steenen verbin-/
dlngsmuur beschynen, welke het eiland met
het vasteland verbindt.
Voor Carina hing er 'n gehsimzinnig waas
over dat óude klooster.
Naast elkander staande, staarden Jim en
zy over de kabbelende golfjes in de baai. Op
den weg achter hen hoorden zy het ronken
der motoren. Jim scheen niet goed van haar
ren glanzen goot, scheen ze deel uit te ma
ken van de ongrypbare schoonheid van den
Septemberavond.
Opeens nam hy haar by den arm en trok
haar naar zich toe. Ze bemerkte, hoe sterk
hy was.
Je doet me pyn, Jim! sprak zy, terwyl
ze zich kalm uit z'n greep bevrydde.
Het spyt me.... En het spyt me ook,
dat ik me vandaag zoo krankzinnig heb
aangesteld. Het zou maken, dat je me ging
haten. Maar ik was Jaloersch.... Jaloersch
op Grove.... Ik kan niet verdragen, dat hy
tusschen ons beiden staat 1
Hy zal daar nooit aan denken daar
behoef je niet bang voor te zyn. sprak
Carina, terwyl zy haar verontwaardiging
ternauwernood wist te verbergen. En ja-
lcfersch zyn op hem zou ik onzinnig van je
vinden. Hy was een van de vrienden van myn
vader en veel ouder dan myn vader. Voor my
en Mary is hy altyd zeer, zeer goed geweest,
In haar stem klonk nu iets ais een verwyt.
Opnieuw wist hy niets anders te zeggen
dan: Het spyt me, Carina. Want ook de
verwytende toon in haar stem had hem ge
troffen. Het was hoofdzakeiyk, omdat Je
hem zelf gevraagd had, hierheen te komen en
dat je met geen enkel woord had gezinspeeld
op een bezoek van myn kan*. Ik moest je
toch wel verrassen door 'n onverwacht be
zoek, om iets van je te zien. Ik weet dat
te kunnen scheiden, nu. Met haar witte 'het onzinnig van me zyn zou jaloersch op
japon, waarover thans de maan haar zilve- ,G^ove zyn_ maar ik geioof dat lk toch
niet ten onrechte onaangenaam getroffen
bfen.
De eenige reden, waarom ik Richard
heb uitgenoodigd ls om myn manuscript te
komen inzien. Ik meende, dat ik je dat reeds
idelyk genoeg gezegd had.
Ik wil je wel zeggen dat de gedachte,
It op dit oogenblik je hart vol is over een
boak, me een kwelling ls; je bent er zóó vol
van, dat je me slechts enkele regels weet
te schryven!
Carina zuchtte. Ze kon niet inzien dat ze
onredeiyk gehandeld had. Ze wenschte haar
contract na te komen en had eenvoudig ge
bruik gemaakt van deze laatste weken van
vryheid om haar begonnen werk af te ma
ken. De rest van haar leven zou Jim toe-
behooren. Ze was nieuwsgierig of hy zich
thans jaloersch ging toonen, veeleischend of
onredeiyk.
Ik vind dit afscheid pyniyk, Carina. Ik
voel het, je moet wel niets meer om me
geven. Maar wil Je me niet vergeven vóór
ik ga, Carina?
Hy kwam nederig op haar toe, waar zy
stond, een weinig teruggetrokken. Carina
wendde haar gelaat naar hem toe.
Natuuriyk vergeef ik Je, Jlm. Laten we
er niet meer over denken 1
Hy trok haar zacht tot zich en omhelsde
haar. Carina liet hem begaan, maar zy was
koud en byna onverschillig. Toch kon zy
het niet van zich verkrygen hem ongetroost
heen te laten gaan.
Het is omdat ik zooveel van je houd..
mompelde hy.
Carina antwoordde niet. Ze zag hem aan
met een medelydende uitdrukking. Hy be
hoorde tot die zelf-pynigers die inderdaad
voor zich zelf steeds de grootste kwellingen
ln het leven roepen.
Indien lk geweten had dat je me zoo
dol gaarne had bezocht, zou ik je zeker tis
uitgenoodigd hebben, sprak ze tenslotte by
wyze van troost.
Dat had je toch moeten weten. Ook al
verlangde je er niet naar, my te zien, dan
had je toch moeten begrypen dat lk eiken
dag weer uitzag naar eenig bericht van je,
of 'n uitnoodiging om te komen!"
Ja, het spyt me, Jim, daar had lk ook
aan moeten denken, zei ze.
Je schynt alles nog slecht te voelen,
geloof ikl begon hy weer.
Ze hoorde hem geduldig aan, zich bewust
dat zy in haar toegenegenheid Jegens hem
was te kort geschoten. Misschien was zy wel
gewoon alles te onverschillig op te vatten.
Eenzelfde houding scheen zy van allen te
verwachten.
Goeden nacht dan, Jlm. Kom je ons
volgende week in Londen nog eens opzoe
ken voor we naar Parys gaan?
Zóó, mag ik werkeiyk? vroeg hy.
Wel natuuriykHet spyt me dat
dit vandaag is voorgevallen. We moeten er
maar niet meer aan denken!
Jim omhelsde haar nog eens en begaf zich
naar der weg, waar Inmiddels zyn auto was
voorgereden. Nog even zag hy om, onder
weg, en bemerkte tot zyn tevredenheid dat
zy hem gelukkig glimlachend nastaarde.
Wel te rusten. Carina! riep hy haar
nog vrooiyk toe.
Goeden nacht, Jlm!
<Wordt vervolgd).