I 4 f3000.- f 750, f250.- f125.- f50. 140.- Bran mm JOANNES DOMINICUS JOSEPH AENGENENT Quadragesimo Anno V oornaamste N ieuws MAANDAG 8 FEBRUARI 1932 ■JUSTITIA-ET- PAX- BISSCHOP. VAN HAARLEM wmMMmmm DE BAROMETER De loonsverlaging in de Bloembollenstreek VERWORPEN BUREAUX NA8SAULAAN 49 ADVERTENTIEN 35 ct. p. regel PIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN VIER EN VIJFTIGSTE JAARGANG No. 17993 AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIEMAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL DOOR DE GENADE GODS EN DE GUNST VAN DEN APOSTOLISCHEN STOEL AAN DE GEESTELIJKHEID EN DE GELOOVIGEN VAN ONS BISDOM JAPAN'S OPMARSCH NAAR CHARB1N fc - --?§ J. J. WEBER ZOON Het aanbod der patroons geen basis voor onderhandelingen VOOR HET CRISIS-COMITÉ WEERBERICHT Telefoon No. 13866 (drie ljjnen) Postrekening No. 5970. ABONNEMENTEN: voor Haarlem en Agentschappen: per week 25 ct.; per kwartaal 3.25; per post, per kwartaal 3.58 bü vooruitbetaling. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT VRAAG- EN AANBOD-ADVERTEN TIES. 1—4 regels 60 ct. p. plaatsing; elke regel meer 15 ct. bij vooruitbet B(j contract belangrijke korting. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN tusschen den tekst 60 ct per regel. Alle abnnné's op dit blad ziin ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeenngen Levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen rij een ongeval met doodelijken afloop bi) verlies van een hand een voet of een oog bii verlies van een duim of wijsvinger bii een breuk van been rf arm •ii verlie* van *n anderen vinger ZALIGHEID IN DEN HEER Het zal U niet bevreemden, beminde Ge- loovigen, dat het woord, hetwelk Wij in dezen Vastenbrief tot U willen richten, een weer klank is op de Encycliek, die het vorig jaar door onzen H. Vader Pius XI bij de veertig jarige herdenking van de uitvaardiging der Encycliek Rerum Novarum is uitgegeven, na melijk de Encycliek Quadragesimo anno. Die Encycliek immers is van zooveel beteekenis in den tijd, waarin wij leven en waarin ook door ons, Katholieken, op diep ingrijpende verbe teringen in de bestaande economische ver houdingen wordt aangedrongen, dat Wij het als een heiligen plicht beschouwen U, be minde Diocesanen, nader omtrent dit merk waardige Pauselijke Document in te lichten. ■Daar is geen vraagstuk, dat in onze dagen meer de aandacht in beslag neemt dan het sociale vraagstuk. En het is Ons een vreugde, U het licht, dat ons aller Vader in Christus ever dit actueele vraagstuk heeft doen schijnen, in al zijn helderheid te mogen too- nen. Welnu, in de Encycliek kunnen Wij, wanneer men haar goed leest, onderschei den: allereerst een aanklacht, vervolgens een aansporing en tenslotte een waarschuwing. I. EEN AANKLACHT. Allereerst bevat de Encycliek een aan klacht tegen de fouten, die ons tegenwoor dig productiestelsel aankleven. En wanneer Wij die aanklacht in één woord willen sa menvatten, dan moeten Wij zeggen, dat de Paus het economisch liberalisme aanwijst als de groote schuldige, als de oorzaak van alle misstanden. Gij weet, bem. geloovigen, wat onder eco nomisch liberalisme moet worden verstaan. Het is het systeem der ongebonden vrijheid op het terrein van het sociaal-economische leven, op het terrein dus, waarop de verhou dingen tusschen werkgevers en werknemers moeten worden geregeld, het terrein, waarop handelaars en consumenten elkander ont moeten en de prijzen der waren moeten worden bepaald, het terrein, waarop de geld bezitters in verband met handel, landbouw en nijverheid hun invloed doen gelden. Het is hetzelfde als 't systeem van het individua lisme op sociaal-economisch terrein, d.w.z. het stelsel, volgens hetwelk ieder individu voor zich zeiven mag morgen zonder dat de normen der zedelijkheid bij het sociaal-eco nomisch handelen regelend en heerschend hebben op te treden het stelsel derhalve, waarbil het eigenbelang tot eenig motief bij het economisch handelen wordt verheven, het stelsel dus van het egoïsme. Dat systeem wordt door Paus Pius XI zoo krachtig mo gelijk i de nieuwe Encycliek veroordeeld. Het is merkwaardig, op hoeveel plaatsen in de Encycliek dat economisch liberalisme als de oorzaak van de tegenwoordige sociale misstanden wordt aangeduid. En Wij mo gen dan ook zeggen, dat deze Zendbrief de Encycliek is vooral tegen het economisch liberalisme. Zeker, ook het socialisme wordt er in door den Paus veroordeeld en zelfs wordt het nog eens nadrukkelijk onvereenig' baar verklaard met onze katholieke levens beschouwing. Maar maken Wij ook een vei-' gelijking tusschen Kerum Novarum en Qua dragesimo anno, dan kan het niet anders dan Ons opvallen, dat de eerste Encycliek veel uitvoeriger tegen het socialisme op treedt, terwijl de jongste Encycliek veel meer de aandacht vestigt op het economisch libe ralisme. En nu zeggen Wij niet Wij stel len er prijs op dit nogmaals uitdrukkelijk te bevestigen dat alle liberale werkgevers practisch dat stelsel beleven. Maar het sys teem is er en 't heeft een verderfelijken in vloed uitgeoefend, zoodat zelfs ook katho lieke werkgevers er door werden aangetast met het droevige gevolg, dat duizenden en nogmaals duizenden katholieke arbeiders aan de Kerk den rug hebben toegekeerd en het geloof hebben verloren, in de meening, al was 't dan ook een valsche meenmg, dat aan de Kerk moest worden toegeschreven, wat velen harer kinderen ten opzichte van recht vaardigheid en naastenliefde in het econo misch leven misdreven. En misdreven wordt er veel. Allereerst beantwoordt het arbeidsloon lang niet altijd aan hetgeen doo' de recht vaardigheid, het algemeen welzijn en de naastenliefde gevorderd wordt. Want terwijl deze drie factoren te zamen een loon eischen, dat voldoende is om een arbeider en zijn gezin te onderhouden, blijft dit in vele gevallen heneden die grens. In de tweede plaats veroorzaakt de indivi dualistische geest, dat de eigendommen meer malen niet gebruikt worden, zooals dit door God wordt gewild. Want ofschoon het bezit van de goederen dezer wereld "'olgers Gods bestel particulier bezit moet zijn, moet over eenkomstig de leer der Kerk 't gebruik dier goederen zóó zijn, dat zij ook strekken ten bate van anderen. Doch de Paus zegt het onomwonden, dat in onzen tijd de goederen verre van behoorlijk zijn verdeeld, en dat zij aan de verschillende klassen van men- schen niet volgens billijkheid ten goede ko en." Ten derde, wat nog erger is, niet alleen de materieele belangen van velen worden niet voldoende verzorgd, maar ook de geestelijke belangen worden lang niet genoeg behartigd. ,Ons hart siddert," zegt de Paus, „als wij den ken aan de groote gevaren, waaraan in de hedendaagsche fabrieken de deugd der werk lieden (vooral de jongere) en de eerbaarheid van meisjeis en vrouwen wordt blootgesteld." Bovendien diezelfde geest heeft er toe ge leid, dat in onze dagen meermalen aoor een ongebreidelde zucht naar overneersching, een „onbegrensde macht" wordt uitgeoefend op het economisch leven door degenen, aan wie de eigenaars hun goederen ter bewaring en beheer toevertrouwen. Dezen gebruiken ze somtijds „geheel en al volgens eigen in zicht en oordeel," en oefenen een „despo tische economische overheersching" uit, waaronder niet minder dan de werknemers ook de werkgevers zuchten, doordat de on dernemingen van hen afhankelijk zijn. Uitte zich vroeger het egoïsme meer in den strijd van den enkeling tegen den enkeling, thans uit het zich bijzonder in een concentratie van machthebbers, die op het economisch le ven een ware tyrannie uitoefenen. Vervolgens is het een zeer groote fout, Goed uitgerust trekt het Japansche leger Mandsjoerije verder binnen, nu reeds de Russische invloedsfeer bedreigend. Deze foto werd genomen door onzen correspondent. dat in onze maatschappij de lichamen ont breken, die met publiek gezag de regelingen kunnen treffen, welke op sociaal-economisch terrein noodig zijn. De burgerlijke over heid is niet in staat om hier in naar behooren te voorzien. En nu het in dividualisme de vroegere corporaties die van de overheid de bevoegheid hadden ontvangen om dit alles met autoriteit te regelen, heeft doen verdwijnen, kunnen de burgers in hun bonden en organisaties wel eenigen steun vinden, maar deze missen de autoriteit, die noodig is om de noodige kracht bij te zetten. En ten slotte, in het economisch leven ont breekt ieder leidend beginsel. Het liberalisme heeft gemeend, dat de absoluut vrije concur rentie het leidende beginsel zijn kon Maar ofschoon de vrije concurrentie, gehouden bin nen bepaalde grenzen, zonder twijfel nuttig is, kan zij geen leidend beginsel zijn, zoo als de ondervinding overvloedig heeft be wezen. De economische dictatuur kan zulks evenmin of liever nog minder, omdat zij een blinde tyrannie en een gewelddadige macht is. Hooger en edeler krachten moe ten worden opgespoord om het economisch leven te leiden. En dat zijn: de rechtvaar digheid en de naastenliefde. Zietdaar, Bem. Geloovigen, de verschrik kelijke aanklacht van den Plaatsbekleeder van Jesus Christus tegen de structuur van het economische leven onzer dagen. Wij zullen thans zien, welke de genees middelen zijn, die door den H. Vader wor- disn aangegeven. II. EEN AANSPORING. Die geneesmiddelen zijn er twee. En de Vader der Christenheid richt als het ware een smeekbede tot de geheele wereld, om toch die twee middelen tot herstel der sociale orde aan te wenden. Maar het is duidelijk, dat die aansporing in de allereerste plaats bedoeld is voor allen, die den Naam van Christus belijden, omdat zij verplicht zijn aan de wereld bet voorbeeld te geven. Welke zijn dan die middelen? De Paus zegt het zoo duidelijk: „twee dingen voor al zijn noodzakelijk, hervorming van be staande inrichtingen en verbetering der zeden". Allereerst hervorming- van bestaande in richtingen. En daarmede bedoelte de Paus, dat ons aller streven er op gericht moet zijn, om te komen tot de instelling van die openbare lichamen, die men in den iaatsten tijd aanduidt met den naam van „bedrijfs- schappen". Welken naam men ook kiest, zakelijk worden er onder verstaan instel lingen, die door de burgerlijke overheid worden bekleed met het noodige gezag om de zaken, die het economische leven betref fen, te regelen en te ordenen. Zij moeten zijn samengesteld uit afgevaardigden van de groepen, voor wie de te maken rege lingen van belang zijn. Tot nu toe heeft de Staat zelf noodgedwongen zich met die regelingen moeöen bemoeien. Maai practisch is het hem onmogelijk om af doende regelingen voor de uiteenloopende belangen te treffen, en bovendien is het-; ok on-lógisch en pen veretorinT van de cos- de orde, om datgene, wat door een klei nere ondeigescmate gemeenschap toe stand gebracht kan worden, naar een boovere gemeenschap te verwijzen. Aan de instel ling dezer lichamen moeten medewerken de reeds bestaande sociale vereen iginger., met name de vakvereenigingen. Daaraan moeten, volgens den Paus, ook medewer ken de staatslieden, wier sociale politiek daarop moet gericht zijn. Daardoor zal een belangrijke stap gezet zijn om het indivi dualisme in het economisch leven te doen ophouden. Daardoor zal tevens ook ver oordeeld zijn de betreurenswaardige klas senstrijd. Want die instellingen steunen op het princiep der solidariteit, het prin ciep der harmonische samenwerking van de betrokken partijen. Toch zal men het in het leven roepen van deze bedrijfsraden de orde in de maatschappij niet hersteld en de sociale vrede niet verzekerd zijn. Op het Invoeren van die instituten alleen mogen wij onze verwachtingen niet te hoog bouwen. De Paus zegt het op meerdere plaatsen van de Encycliek uitdrukkelijk: vóór alles is noo dig een hernieuwde beleving van de zeden wet. „Alle pogingen om de maatschappij te hervormen," zoo zegt hij o. a„ „zullen vruchteloos zijn en geen geneesmiddel zal baten, tenzij de menschen weer openlijk en oprecht terugkeeren tot de leer van het Evangelie." En daarom verklaart hij ver der, „dat die zoo gewenschte herbouw der maatschappij moet voorafgegaan worden door een vernieuwing van den christelijken geest." En dan noemt de Paus in het bijzonder de christelijke beginselen der rechtvaardig heid en der naastenliefde, die de leidende beginselen moeten zijn in economische ver houdingen tusschen de burgers en de maat schappelijke klassen. Worden die twee be ginselen beleefd, zooals het moet, dan zal bereikt worden het doel, waarnaar reeds Leo XIII streefde en waarop door Pius XI nog eens de bijzondere nadruk wordt ge legd, n.l. dat de arbeidersstand zal worden opgeheven, en dat in de toekomst „de voort gebrachte goederen-overvloed in ruimere mate ook ten deel valle aan hen, die den arbeid praesteeren", m.a.w. dat ook „de arbeider door spaarzaamheid zijn bezit hoo ger kunne opvoeren, opdat door een ver standig beheer de lasten van het gezin met meer gemak en minder zorgen door hem gedragen kunnen worden", en opdat hij „ook de rustige zekerheid kan hebben, dat na zijn dood voor zijn achtergebleven betrek kingen eenigszins is gezorgd". En dan wijst hij er vervolgens op, dat aan de liefde een nog voornamere plaats moet worden toegekend dan aan de recht vaardigheid. Letterlijk zegt hij: „Bij dit alles neemt de liefde de voornaamste plaats in". Hfj wil geenszins, dat deze in de plaats treedt van de rechtvaardigheid. Maar hij noemt hen „onbezonnen hervormers", die louter en alleen van de rechtvaardigheid de oplossing van het sociale vraagstuk ver wachten. Evenzeer als Wij kunnen zeggen, dat deze Encycliek de veroordeeling bevat van 't economisch liberalisme, hetwelk het egoïsme ten troon verhief, zoo mogen Wij ook zeggen, dat deze Encycliek is de Encycliek van de naastenliefde. Want „de rechtvaardigheid al leen zal nooit in staat zijn de menschen te vereenigen in een hartelijke eensgezind, heid." Zulks kan alleen de naastenliefde, waardoor men elkanders belangen leert be grijpen en waardeeren, waardoor zoowel het egoïsme als de klassenstrijd wordt uitge bannen, en waardoor van zelf een harmoni sche samenwerking tusschen de verschillende klassen tot stand komt. Op de harmonische samenwerking tusschen de klassen wordt Zaterdagmiddag heeft de inwijding plaats gehad van de woningen voor groote gezinnen, welke op initiatief van den Haarlemschen R.K. Bond voor Groote Gezinnen gebouwd zijn door de R.K. Coöp. Bouwvereeniging „St. Jozef" G.A. te Haarlem, op een terrein aan de Jan Gijzenvaart in Haarlem-Noord. Bovenstaande foto is genomen tijdens de inwijdingsplechtigheid, door den zeereerw. heer pastoor W. Descing verricht. door den Paus heel in het bijzonder de nadruk gelegd. Die samenwerking kan alleen tot stand komen, wanneer er heerscht een geest van ware solidariteit, en die solidari teit is onmogelijk zonder oprechte naasten, liefde. Alles wat daarmede in strijd is, staat iu den weg aan het zoo noodzakelijke her stel der maatschappelijke orde. Op het aan- kweekenvan dien geest van naastenliefde, solidariteit en harmonische samenwerking, moet dus ons streven vóór alles gericht zijn De Paus eindigt dan ook met een krach tige aansporing tot alle Christenen, om aan het herstel der maatschappelijke orde door volledige beleving der christelijke zedenwet mede te werken, en op die wijze een ver heven ?.po§tolaat uit te oefenen. III. EEN WAARSCHUWING. Wij komen nu, Bem. Geloovigen, aan het derde punt, waarop Wij U wilden wijzen. De Encycliek bevat namelijk ook een ernstige waarschuwing, om namelijk bij onze critiek op de bestaande toestanden ons te wachten voor overdrijving. Al is de aanklacht gewei, dig, al is ae aansporing om te herstellen krachtig, een waarschuwing om niet te over drijven acht de Paus toch op haar plaats. Zoo wijst Hij op het goede, dat binnen het raam der bestaande orde in de laatste tien tallen van jaren, vooral na het verschijnen van „Rerum Novarum", is tot stand geko men, op de "ele verbeteringen, die de ar beidende klasse reeds verkregen heeft. Zoo verheugt Hij zich er over, dat de toestand, waarin de arbeiders verkeerden bij de ver. schijning van genoemde Encycliek van Leo XIII, „in onzen tijd niet meer in gelijken omvang bestaat", en dat de arbeiders van onze dagen „zich ruimere en zekerder be staansvoorwaarden hebben weten te verschaf fen." Zoo spreekt hij zelfs van „heerlijke vruchten", die door het zaad, hetwelk in Rerum Novarum" werd uitgestrooid, tot heil der menschheid zijn voortgebracht. En daarom mogen wij ons tegenwoordig productiestelsel volgens Pius XI niet verwer pen als een stelsel, dat in zich zelf te ver- oordeelen zou zijn. Pius XI verklaart, dat ook Leo XIII zulks niet deed, en hij beaamt diens meening ten volle door te zeggen: „en inderdaad, uit zich zelf is het ook niet ver keerd." Daarom moeten wij ons wachten om evenals de socialisten en communisten de kapitalistische productiewijze als zoodanig te bestrijden en te eischen, dat dit stelsel als zoodanig moet verdwijnen. Alleen de ver wording van het stelsel moeten wij met alle krachten tegengaan en die verwording is volgens den Paus dan aanwezig, wanneer het kapitaal alleen zijn eigen belangen op het oog heeft en geen rekening houdt met de menschelijke waardigheid van den arbeider. De Paus leert ons dus, dat wij de zonder twijfel groote fouten, die het stelsel nog aankleven bij al de verbeteringen, die reeds verkregen zijn, moeten bestrijden, maar niet het stelsel in zich. Met deze beteekenis van onzen strijd moeten onze uitdrukkingen in overeenstemming zijn. Anders stichten wij onberekenbaar groote verwarring zoowel bij werknemers als bij werkgevers, terwijl wij tevens groote schade doen aan het streven naar de harmonische samenwerking tusschen deze twee maatschappelijke klassen, die toch volgens den Paus vóór alles noodzakelijk is. Een tweede fout, waarvoor wij ons moeten wachten, en die verband houdt met de zoo juist genoemde, is te meenen, dat het arbeids contract op het toonstelsel in zich onrecht vaardig is en dus eveneens moet verdwijnen en plaats maken voor een ander stelsel. De Paus aarzelt niet om deze meening te be. stempelen als „een dwaasheid", en als „een schandelijk onrecht", aan Leo XIII aange daan, die het toonstelsel -.Is zoodanig onom wonden aanvaardde in „Rerum Novarum Wat wij volgens den Paus wel mogen doen en wat Hij zelfs gewenscht acht is. dat wij er naar streven om het looncontract „voor zoover dit mogelijk is. aan te vullen door andere instellingen, die den arbeiders ten goede komen. Wu denker, hier aan het maat schapscontract. aan het stelsel van aandeel in de winst en aan het arbeidersactiona- riaat, d.w.z. het stelsel, waarbij de arbeiders aandeelhouders worden in de onderneming. Maar het looncontract, als in zich onrecht vaardig veroordeelen, is niet overeenkomstig de leer van den Paus. Een derde fout, waartegen Pius XI waar schuwt, is de meening, dat de arbeid de eenige titel is, waarop men inkomen man genieten, en dat ieder inkomen of bezit, als het niet door arbeid verkregen wordt, als onrechtvaardig moet worden veroordeeld, m.a.w. de meening, dat ieder arbeidsloos in komen moet verdwijnen. De Paus noemt deze meening „gevaarlijk" en geschikt om te misleiden. Er waren er, die zich ten gun ste van die meening beriepen op de woorden van den H. Pauius in zijn brief aan de Thes- salonicensen: „Wie niet werken wil, moet ook niet eten" (2. Thess. 3, 10). De Paus noemt dit beroep „even dwaas als onge grond". Want de Apostel veroordeelde met die woorden alleen „hen, die zich van wer ken onthouden, ofschoon zij werk kunnen vinden en moeten werken; doch dat de ar beid de eenige titel is, waarop men onder houd of inkomen mag ontvangen, leert de Apostel, zoo zegt de Paus, in het geheel niet." Zietdaar, B. G., de korte inhoud van den heerlijken Zendbrief, die in de geschiedenis voortaan zal worden aangeteekend als een nieuw bewijs van de groote wijsheid en den onverschrokken moed van onzen Hei ligen Vader Pius XI. die de wonden, waar aan de wereld lijdende is. wist bloot te leggen en in haar diepte te peilen, en voor de verdwaasde wereld openlijk als aanklager durfde optreden en een krachtige aan sporing richten om van den ingeslagen weg terug te keeren, terwijl hij tevens in zijn voorzichtigheid en bezorgdheid zijne kinderen over de gansche aarde meende te moeten waarschuwen om zich te wachten voor overdreven critiek. Wat Wij van ganscher harte hopen, is: dat de ideeën van Onzen H. Vader, in Quadragesimo anno neergelegd, gemeengoed mogen worden van al de Ons onderhoorige diocesanen En daarom roepen wij al onze Priesters op om allereerst die ideeën in zich op te nemen en ze als apostelen te ver kondigen. Maar Wij doen ook een dringend beroep op de toeken in Ons Bisdom, om toch gevolg te geven aan de aansporing van den Paus om ieder voor zich met alle krach ten mede te werken aan het herstel der maatschappelijke orde door in de beoefening van de rechtvaardigheid en de naasten liefde bij al hun economisch handelen een voorbeeld te zijn voor de anderen, opdat van ons, kinderen der Katholieke Kerk, een heilzame stuwkracht moge uitgaan tot vernieuwing van de wereld in Christelijken geest. Wij gaan tegemoet een tijd van gebed en boete. Bidden wij in den H. Vastentijd meer dan anders, en maken Wij daarbij deze in tentie, dat de stem val. den Paus moge gehoord en gevolgd worden, en dat wij. Katholieken, zelf in de eerste plaats zijn theorieën in practijk mogen brengen. En wanneer wij in dezen tijd ook boete doen welke, naar wij hopen, zich niet tot de voorgeschreven vasten en onthouding zal beperken, dan moge die boete worden ver richt in den geest van onthechting aan het aardsche, opdat in ons moge groeien het besef, dat niet het opstapelen van stoffe lijke goederen ons levensdoel mag zijn, maar dat wij er naar moeten streven, dat aan een ieder een redelijk deel ervan ten goede kome, Bidden wij voor onzen H. Vader Paus Pius XI, die ons zulke heerlijke tossen gaf voor het herstel der maatschappijlke orde, en ook voor H. M. onze geëerbiedigde Konin gin, die ons in haar Kerstrede op zoo echt christelijke wijze wist op te wekken om met moed en vertrouwen de moeilijkheden van dezen tijd te dragen. En zal dit Ons herderlijk schrijven op Zondag Quinquagesima in alle kerken van Ons Bisdom en in alle kapellen, waarover een Rector is aangesteld, op de gebruike lijke wijze worden voorgelezen. Gegeven te Haarlem, den Isten Pebr. 1932. De Crisis-collecte in de hoofdstad heeft 50.800 opgebracht. De Dnitsche regeering verzoekt bijeenroe ping van den Volkenbondsraad in verband met een staatsgreep in MemeL De strijd om de forten van Woesoeng. Ernstige mijnramp in België. Drie dooden geborgen. Vele mijnwerkers ingesloten. Vijfde aanval op de Woesong-forten. Groote verliezen voor de Japanners. Oude vrouw te Hemmen (Bet) dood in haar woning gevonden. Waarschijnlijk misdaad in het spel. Moordaanslag te Maastricht. De Nederlanders te Sjanghai. Hun toestand niet zorgwekkend. Vijf-en-twintigjarig bestaan der Vereenlging van R.K. Herstellingsoorden voor longlijders en zwakke kinderen. Albert Carré overleden. Barometerstand 9 uur v.m.: 770. Stilstand. OPTICIENS FABRIKANTEN Groote Houtstraat 166 Haarlem Licht op De lantaarns moeten morgen worden opgestoken om 5.30. t J. D. J. AENGENENT. Bisschop van Haarlem, Op last van Z. Hoogw. Excellentie, TH. W. PICHOT, Secretaris. Naar wij vernemeen, is door de organisa ties van werklieden in het bloembollenbe- drijf aan de organisaties der werkgevers bericht, dat het patroonsvoorstel om het loon tot 18.— per week te verlagen, voor haar geen basis voor onderhandelingen kan uitmaken. De organisaties zijn bereid over een loonsverlaging te spreken, maar dan dieruan de patroons, aldus hebben de werk nemers medegedeeld, hun basis van 18. te verleggen. Collecte te Amsterdam De in de hoofdstad gehouden collecte, welke georganiseerd was door het Amster- damsch Crisis Comité 1931, heeft in totaal opgebracht een bedrag van 50.800.waar uit wel blijkt, dat deze collecte een groot succes is geweest. Verwachting: Matige Noord-Weste- Hjke tot Noord-Oostelijken wind, zwaar bewolkt tot betrokken, aan vankelijk regen, later sneeuw, tem peratuur om het vriespunt tot lichte vorst. Hoogste barometerstand 773.5 te Vestmanör. Laagste barometerstand 753.7 te Skagen. De Eerste Kamer heeft de Pachtwet ver worpen. Teleurstellend, zeker. Ze bevatte voor den pachter verschillende zeer gelukkige en billijke bepalingen. Ze gaf hem het recht cp een redelijke vergoeding van door hem aangebrachte verbeteringen: recht op vermindering van de pacht bü zeer abnormale omstandigheden; recht op we. der.inhuren, op continuatie van de pacht voor een bepaalden tijd. Op dat al zal hij wettelijk thans geen aanspraak kunnen maken. Verdrietig, om zooveel verspilden arbeid; en zooveel vernietigde verwachtingen. Maar het heeft geen zin na te kaarten om wat had kunnen zijn en wat, helaas, niet is. Het eenige wat nog te doen valt en waar. op we met klem zouden wilton aandringen, is, de Pachtwet weer op de helling te zetten. Ze dient ten spoedigste weer aan de Kamer te worden voorgelegd. In gewijzigden vorm natuurlijk. In het ver worpen ontwerp zullen veranderingen moe ten worden aangebracht, zoodat het ern stigste bezwaar, met name het bezwaar dat de stem van vele leden der Eerste Kamer in afwijzenden zin bepaalde, komt te vervallen. Het recht op weder-inhuur, dat velen als een onduldbare beperking van het eigen domsrecht beschouwden, zal dus uit het ont werp moeten worden gelicht: mogelijk kan dit worden vervangen door een schadever goedingsstelsel, dat niet zoozeer den wrevel der tegenstemmende Senatoren zou verwek, ken. Hoofdzaak is, dht van het goede in de thans verworpen Pachtwet gered worde wat er te redden valt. En het hoeft niet nogmaals een lijdens geschiedenis van jaren te worden. Het mag zelfs niet. Met doortastendheid kan, waar het voorbereidende werk ai gedaan is, stellig nog dit jaar een. nieuwe Pachtwet, zij het dan in minder gelukkigen vorm dan we had den gewenscht, in het Staatsblad komen te staan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 1