Naar het Land van Overzee
Et,
THERMOGÈNE
DE SLAAPZIEKTE
IN DE BINNENLANDEN VAN AFRIKA
EN HAAR BESTRIJDING
Door een ooggetuige
BESTUURSVERGADERING
R.K. STAATSPARTIJ
DE ONTBINDING
DER JEZUIETEN-ORDE
Hoe Spanje reageert
TWEEDE BLAD
DINSDAG 9 FEBRUARI 1932
BLADZIJDE 1
1
De eerste blik op de Heilige Stad
WERKPROGRAM 1932
Wijziging Kiesreglement 1927
TOENEMEND VERZET BIJ DE BEVOLKING
TANGANYKA-
NIEUWE R.K. SCHOOL
TE AERDENHOUT
Rheumatiek - Jicht Griep
Steken in de Zij en Hoest
Een karakteristieke straat in het oude Jerusalem.
(Ingezonden.)
Gedurende 27 jaar werd door mij gewerkt
in Midden-Afrika aan het heil der zielen
tot uitbreiding van de H. Kerk.
De laatst 12 jaren in Urwira, oostelijk van
het Tanganyka-meer: totdat mijn confra
ter op zekeren dag door microscopisch bloed
onderzoek de slaapziekte bij mij constateerde.
Na voorloopige behandeling in Afrika,
In een dorpje van 100 inwoners op 50 K.M.
afstand van Urwira waren in 1923 reeds 25
personen gestorven. Eenige jaren later was
er nog slechts één gezin over. Eindelijk had
men den aard der vreemde ziekte ontdekt.
Het was de vreeselijke slaapziekte In 1925
kwam er een arts, vanwege het gouverne
ment.
De missionaris verzorgt een slaapzieke
mocht ik naar Europa vertrekken, waar on
der deskundige leiding van dr. Rodhain, spe
cialist voor tropische ziekten te Brussel, mijn
gezondheid zich weder herstelde.
De vreeselijke slaapziekte, zoo ze niet bin
nen de twee wéken na besmetting ontdekt
wordt, sleept de aangetaste menschen en
dieren binnen zeven maanden ten grave. Ze
wordt verbreid door de tse-tse-vlieg: Glos
sing. palpilis of Glossina morsitans.
Ofschoon deze tse-tse-vlieg sedert oude
tijden in de oerbosschen om Urwira waar
genomen is, werd in 1921 het eerst de ziekte
aldaar ontdekt.
Waarom toen pas? zal men vragen.
De reden is deze.
In de na-oorlogsclie jaren trokken be
smette soldaten en neger-dragers, die uit
andere streken van Afrika kwamen, door het
gebied om Urwira. De tse-tse-vliegen brach
ten de bacillen der besmette personen op
gezonde inboorlingen en blanken over en zoo
gaat nu dat verwoestingsproces voort in de
missie-statie van Urwira.
In 1921 kwamen vreemde ziektegevallen
voor. De lijders kregen hoofd- en buikpij
nen; trillingen in handen en voeten, ten
slotte werd het geheele zenuwstelsel aange-
Er werd besloten <fe bevolking uit de heele
streek in groepen te verzamelen. Op bij
gaand kaartje zijn de kampen aangegeven.
Zoo kwamen ook de Christenen en Cate
chumenen in deze concentratie-kampen.
Het rondreizen werd door de medici ver-
bodem wegens het besmettingsgevaar der
tse-tise-vliegen in de oerwouden.
Toch moest de pater ook aan de lijdende
slaapzieken troost te brengen en hun de H.H.
Sacramenten toedienen.
Dit werd toegestaan, maar dragers op den
langen tocht mochten niet worden meegeno
men wegens de besmetting.
Eindelijk werd verkregen, dat enkele dra
gers den pater zouden vergezellen om zijn
begage te dragen. En zoo gewapend met een
koestaart als wapen om de onheilverwek-
kende vliegen te verdrijven legden wij onzen
tocht van vijf of meer dagen af in de bran
dende zon of door de van tse-tse-vliegen
zwermende oerwouden. Dank zij de breede
wegen, die aangelegd werden tusschen de
kampen, kon de arts in een auto, bestuurd
door een neger-chauffeur, de levensgevaar
lijke streken passeeren.
Watzou het een uitkomst zijn wanneer
ook wij ons van een dergelijk vervoermiddel
uuez
St. Joseph of Urwira met 4000 zielen. - Nyonga, op 100 K.M. afstand van St. Joseph,
met 4000 zielen. - Kabuye, op 150 K.M. afstand van St. Joseph, met 2000 zielen. -
Rungwa, op 200 K.M. afstand van St. Joseph, met 6000 zielen.
Nieuw-Jerusalem onder
Engelsche vlag
Toen de auto's stilhielden in een diepte
tusschen de koepelende bergen van bruine
en gele, steenige dorte, voor een dal waarin
enkele witte huisjes blokten, tusschen don
kergroene cypressen en kale vijgeboomen,
was onze verbazing groot! Want het heette:
déér is Jeruzalem, daar boven op den berg!
En werkelijk, daar hoog op den bergrand
vóór ons, achter het dal waarvan wij de
kleuren bewonderden, teekenden zich eenige
huizen af, kennelijk met roode daken: hui
zen van vandaag of gisteren: huizen van
overal.
„Jerusalem?" vroegen wij verbaasd. Was
dat Jerusalem, de stad Gods?
Ik moet u zeggen, dat de ontnuchtering
groot was. Al is de stad van Salomon, de
dochter van Sion, op het oogenblik, en sinds
eeuwen reeds, dan ook niets meer dan de
schaduw van haar verleden heerlijkheid, en
als de weduwe van haar verbleekten luister,
toch had ik gehoopt, gedacht, nog iets te
vinden dat indruk maken zou, al was het
dan alléén maar een ruïne. Doch hier sta
je dan voor een rij van zoo ergerlijk-banale
huizen, als maar mogelijk-denkbaar
Ik had een stad met muren en torens
yerwacht; voor hetgeen wij hier aanschouw
den zou zelfs geen middeleeuwsche kruis
vaarder op de knieën gezonken zijn. Heeft
mijn verbeelding mij dan zóó misleid?
Gelukkig niet. De fout lag bij den gids.
Had hij ons rustig in onze auto's laten zitten,
dat was beter geweest. Want wat wij zagen
aws de zelfkant van Jerusalem, van de nieu-
zouden kunnen bedienen om onze arme zie
ken spoediger te kunnen bereiken.
Maar niets kon ons van onze heilvolle
taak aftrekken om de zieken te troosten en
de stervenden in de verre kampen de laatste
H. H. Sacramenten toe te dienen.
Zeer betreuren wij het, dat het ons niet
steeds gelukken mocht nog op tijd in het
kamp aan te komen.
Toch wanhopen wij niet. In de maand
Maart vertrekken wij weer naar onze missie.
Wij durven vertrouwen te stellen in uw of
fervaardigheid, waardoor het ons mogelijk
zal zijn door de bestrijding der slaapziekte
Midden-Afrika voor Gods Kerk te behouden
en zijn Rijk uit te breiden.
Uw dw. dnr.,
In. J. Chr. Père G. v. MUIJEN.
der Witte Paters v. Kard. Lavigerie.
Giften worden gaarne ingewacht bij pater
G. van Muijen, Judith Leysterstraat 11,
Haarlem.
Gisterenmiddag werd door het leerkhe-
stuur van de parochie van den H. Antonius
te Aerdenhout-Bentveld, in het café-restau.
rant „Boekenrode" te Heemstede-Aerden-
hout aanbesteed: het bouwen van een
schoolgebouw op een terrein aan den Boe.
kenrodeweg-Ted'ing van Berkenhoutlaan, al
daar. Raming 59.161. Ingekomen waren 63
biljetten, waarvan 39 biljetten ongeldig. In.
geschreven werd als volgt:
A. Pot, Amersfoort, 59.984; J. Verrijten.
burg, Harlingen, 63.600; Gebr. van der
Putten, Heemstede, 56.570; Molhoff en Van
Rasch, 68.494; Aannemingsmij. v.h. P. Ro-
zenhart, Haarlem, 65.282; C. A. M. Jonck.
bloedt, Heemstede, 59.995; H. van Ham
burg, Spijkenisse, 63.500; W. Reinierse en
Zn., Overveen, 66.419; H. J. Oppenkamp,
Haarlem, 64.300; A. van Liemhoop, Sas-
senheim, 64.000, Gebr. Luiing, Haarlem,
mermeer, 78.073; Aannemingsmij. Jansen
en Moens, Haarlem, 67.570; N. van Keulen,
Aerdenhout, 61.062; Joh. van der Putten,
Haarlem, 58.348; N. J. Tromp, Overveen,
61.785; Joh. de Vos, Amersfoort, 61.327;
H. B. Kebbel, Nunspeet, 67.400; C. A. Wil.
lemse, Vreeswijk, 69.979; Wal en Cloppen-
burg, Leiden, 57.777; J. Kwaital, Rotter
dam, 66.980; L. van der Hoek en Zn.,
62.100J. Kes, IJmuiö'en, 55.980; J. C.
Blankum, Bussum, 67.777.
we stad nog wel. Voor wie van Jaffa, van
de zee komt, is de eerste blik op de Heilige
Stad, en de eerste indruk dan ook, ont
stellend ontnuchterend. Maar dit is dan
immers ook Sion niet. Het is de oude, his
torische stad niet. Het is nog veel minder
de Heilige Stad der eeuwige herinneringen.
Het is louter moderne rommelkraam en lor-
renboel, waarin zich duizenden Joden ge
vestigd hebben. En deze vestiging is van
een wraakroepende leelijkheid. Het is een
armelijke buurt van een schreeuwende
vodderigheid. Zij heeft zelfs niets gemeen
met het schilderachtig Oosten. Zij is een
stadswijk van de zooveelste orde, overgeplant
uit een goor Galicië of een grauw Rusland,
uit elkaar gebrokkeld tusschen de steenen
van Judea en rijkelijk overpulverd met het
stof der woestijn. Geen bouworde, geen boom,
voor geen greintje karakter. Een trooste-
looze wijk, vol ellendige negotie en vieze
armoe, moeizaam bij elkaar geklodderd om
den zwart-geasphalteerden weg. En hier
wordt een Europeesch rommelbestaan geleefd
waaraan alle Morgenlandsche kleurigheid
vreemd is. Hier zijn alle opschriften in het
Hebreeuwsch.
Gaandeweg wordt het beter. Andere stra
ten loopen uit den hoofdweg naar links en
rechts. De gebouwen worden dan grooter en
'de aanleg regelmatiger. De slijkerige auto
bussen, die het vodderig volk vervoeren
zoowel Joden, als zoodanig kenbaar aan hun
lange jassen en zwartgerande hoeden, met
de lange haarkrullen langs de ooren als
Arabieren, in vuile lappen en todden gewik
keld maken het alles nog een beetje er
ger. Het wordt eerst beter, als er kerels
komen, die op hun ezeltjes rijden, of drijvers
die kameelen begeleiden. Dan kan je een
Op Zaterdag 6 Februari j.l. 11 uur v.m.
hield het partijbestuur der R. K. Staats
partij een vergadering in het Parkhotel
te Amsterdam.
Afwezig was de heer mr. Bomans (Haar
lem). Voor den heer Van Voorst tot Voorst
(Gelderland) was aanwezig diens plaats
vervanger de heer Th. Schaars. De overige
bestuursleden waren aanwezig.
Mededeelingen
Na opening door den voorzitter, mr.
Goseling, en na de behandeling van inge
komen stukken, deed de voorzitter eenige
mededeelingen namens het D. B.
Als ondervoorzitter is door het D. B.
aangewezen de heer mr. J. Houben (Til
burg), en ais penningmeester de heer mr.
E. baron van Voorst tot Voorst (Gelder
land).
Als redacteur van het partij-maandschrift,
dat deze maand zal verschijnen, werd aan
gewezen de Partijsecretaris, terwijl de
algemeene richtlijnen voor de redactie
werden vastgesteld.
Het Centraal Adviesbureau voor Ge
meentepolitiek is reeds in volle werking ge
treden en mag zich in groote belangstel
ling verheugen.
Als gedelegeerd lid van het Partijbestuur
in het Bestuur der Federatie van Bonden
en Centrales van R. K. gemeenteraadsleden
in Nederland, werd aangewezen de heer
Van Voorst tot Voorst, lid van het D. B.
Goedgekèurd werd een reglementswijzi
ging van de R. K. Rijkskieskringorganisa-
tie Leiden.
Het schriftelijk verslag door den Partij
secretaris, uitgebracht over de vergadering
dd. 9 Januari 1932 van het Comité Exé-
cutif van het Internationaal Secretariaat
van Katholieke partijen, werd, na monde
linge toelichting voor kennisgeving aange
nomen.
Jongerenorganisatie.
Op verzoek van het D. B. werd
een korte schriftelijke uiteenzetting ge
geven over den stand der werkzaamheden
der Commissie voor het vraagstuk der
Jongeren-organisatie. Het overleg met de
afgevaardigden der verschillende Jeugdor
ganisaties is beëindigd. Naar aanleiding
daarvan wil de Commissie zich nader be
raden alvorens haar rapport uit te brengen.
Het P. B. nam met belangstelling kennis
van de werkzaamheden der Commissie en
vertrouwt spoedig tot een beslissing te
kunnen komen. Met voldoening werd ge
constateerd, dat in verschillende kringen
voor dit vraagstuk groote belangstelling
besaat. Pastoor Overmeer deelde mede, dat
men in Friesland voorloopig reeds begon
nen is, geheel in den geest van den opzet
der Commissie, en dat deze actie zeer
veel medewerking ondervindt.
Deze mededeeling gaf den Voorzitter aan-
zucht van verlichting ontsnappen, en zeg je
bij je zelf: aldus tóch het Oriënt!....
Neen, langs dezen weg moest men Jeru
salem niet binnenkomen. Van het noorden
of van het oosten zou men het moeten zien
bij den éérsten blik, waar de stad zich ont
rolt op haar rotsig voetstuk met den onge
schonden vestingmuur, met haar koepels en
minaretten, met haar torens en kerken, wer
kelijk nog zoo'n beetje als plaatjes uit oude
missalen een vesting verbeelden, en zooals
de stad, fantastisch gebouwd, aan den hori
zon van onze prille verbeelding stond.
Maar wat weten wij in ons rustig land van
Jerusalems uitbreiding in de laatste tiental
len van jaren? Vooral né den oorlog is de
stad zoo geweldig uitgebouwd, dat ze ver
dubbeld heeten mag. Menschen, die hier niet
langer dan veertig jaar wonen, herinneren
zich dat er voor het jaar 1890 nog haast
geen huis buiten den stadsmuur stond. Van
wegen was toen geen sprake. Jerusalem lag
binnen zijn wallen opgesloten. Daar buiten
was het 's nachts niet eens veilig, 's Avonds
gingen de poorten dicht. De Iersche Canon
Hanauer, die in een aardig boekje „Walks"
heeft meegedeeld wat hij van Jerusalem
v/eet, vertelt daarin o.a.: „Toen ik omtrent
1867 deelnam aan de opgravingen van Sir
Charles Warren, zag ik mij genoodzaakt om
mij 's morgens met een touw neer te laten
langs den stadsmuur, om bijtijds op mijn
post te zijn. Bij geen enkel der poorten werd
er handel gedreven als nu. Een Turksch sol
daat, met Minié-geweer en bajonet, stond er
op post; en in de muurnissen, waar nu aller
lei eetwaar verkocht wordt, stonden geweren
in rotten."
Er werd een bres in den muur geslagen
voor de komst van keizer Wilhelm in 1898.
Maar de geweldige uitbreiding der stad heeft
plaats onder het Engelsch bewind, dat op
den oorlog volgde. En om met één blik te
overzien wat dit beteekent, moet men naar
de oude stad opgaan langs den weg, die
daarheen voert van'het station.
Hier niet de ellendige rommel der Joden
buurt, dien de reiziger ziet wanneer hij per
auto van Jaffa komt. Hier is integendeel
duidelijk, dat er een nieuw Jerusalem groeit
met den wil, om een prachtige, moderne stad
te worden. Door de wildernis heen, door de
rotsen en de schrale steenvelden met hun
leiding Friesland te danken voor de activiteit
welke in dien Kieskring wordt ontwikkeld, en
het gouden jubilé van den Frieschen Bond te
herdenken.
Werkprogram
Vastgesteld werd het werkprogram voor
1932.
a). Politieke Bijeenkomst Amersfoort; op
2 en 3 April 1932. Als onderwerp werd geko
zen: „Wat beteekent het parlementair stelsel
nu en in de toekomst voor het welzijn van
het Nederlahdsche volk?"
De inleiders voor dit onderwerp zullen zoo
dra mogelijk worden bekend gemaakt,
b.) De voorjaars-Partijraadsvergadering zal
worden gehouden in Nijmegen, in de tweede
helft van Mei. Een d'er agenda-punten zal
zijn de behandeling van de wijzigingsvoor
stellen van het Kiesreglement.
Na het reglementair voorgeschreven over
leg met den voorzitter van den Partijraad zal
datum en definitieve agenda worden gepu
bliceerd.
c.) In de najaars-Partijraadsvergadering
komt het program-1933 aan de orde. In den
loop van den zomer zal het P. B. het ont
werp daarvan vaststellen. Het D. 3. heeft be
reids de eerste stappen gezet ter uitvoering
van de voorbereidende procedure volgens art.
15 lid 8 Partijreglement.
d.) In October 1932 zal de procedure in het
Kiesreglement voorgeschreven voor de can-
didaatstelling 1933 een aanvang nemen.
Protest aan de Spaansche regeering
Op voorstel van het. D. B. werd besloten
aan de Spaansche regeering een protest
telegram te zenden van den volgenden in
houd:
„Het Bestuur der R.K. Staatspartij in Ne
derland, staatkundige organisatie waarbij
„367.000 Katholieken zijn aangesloten, pro
testeert tegen de maatregelen door de Spaan-
„sche Regeering genomen tegen de Spaan
sche geloofgenooten, de religieusen en in
„het bijzonder tegen de Jezuïeten.
GOSELING, Voorzitter,
TEULINGS, Secretaris."
Na gehouden rondvraag werd de vergade
ring om ruim 1 uur geschorst.
Kiesreglement 1927
Om 2 uur werd de vergadering heropend,
en werd aan de orde gesteld de behandeling
van het voorstel tot wijziging van het Kies
reglement 1927 op verzoek van het P. B. ont
werpen door de Commissie tot toetsing van
het Kiesreglement 1927 aan de daarmede in
de practijk opgedane ervaringen. Van deze
Commissie waren mede ter vergadering aan
wezig de heeren Kuiper, Suring en Kevenaar.
Na uitvoerige bespreking werd het voorstel
der Commissie, behoudens enkele kleine wij
zigingen, door het P. B. overgenomen. Het zal
als voorstel van het P. B. aan den Partijraad
worden voorgedragen. Zoó spoedig mogelijk
wordt het ontwerp gepubliceerd. De Kies-
kringbesturen zullen worden uitgenoodigd het
ontwerp in de plaatselijke Kiesvereenigingen
te doen behandelen, en op grondslag dezer
behandeling tijdig amendementen in te die
nen.
De vergadering werd om 5 uur gesloten.
olijvenboomen, slingeren er zich nu breede,
prachtige „avenues", omplant met cypressen,
met Johannesbrood en met peperboomen. En
daarlangs liggen, met stukken en brokken,
al groote nieuwe huizen en inrichtingen, her
en der: want alles is nog volop in aanleg.
Hier ligt het schitterende „Koning David
Hotel", voor millionnairs en vorsten, en het
Palace Hotel, dat minder is, maar toch nog
zeer voornaam. Hier bouwt het Ameri-
kaansch missiegenootschap „Young Mens
christian Society" een verbazingwekkend
paleis. Kardinaal Ferrari plaifete er zijn In
stituut, de pauselijke Bijbelstudie haar palaz-
zo, het Sionisme zijn administratiegebouw,
en verschillende consuls en kloosterorden
hun verblijven. Dit wordt een monumenten-
stad. Daarachter strekken zich nieuwe villa
buurten uit, tegen de omrandingen der
bruine en bruinroode heuvels. En heel deze
nieuwe stad snoert zich in een halven kring
om de oude heen, gedeeltelijk door een vallei
daarvan gescheiden, zoodat Sions oude weer-
muur met zijn bastions, en de tinnen en
(Van onzen bijzonderen Spaanschen
correspondent)
Madrid, 1 Febr. 1932.
Wat het meest opvalt, zoodra men
Spanje in deze dagen binnenkomt, is de
volmaakte rust, die hier heerscht. Men zou
zoo meenen: wanneer eventjes vierduizend
menschen op straat gezet worden, die bo
vendien niet het onbeduidendste deel der
Spaansche bevolking vertegenwoordigen,
dan moet men daar toch iets van merken.
Niets is minder het geval. Ik moet beken
nen, dat ik op de Parijsche stations, en
verder in Frankrijk, méér medegevoel heb
aangetroffen als een troepje vluchtelingen
uit Spanje voorbijkwam, de onbekende toe
komst tegemoet dan in het land van
deze verschoppelingen zelf.
Dit gebrek aan uiterlijke belangstelling
zegt evenwel maar heel weinig. De Span
jaard is geen mensch van uiterlijkheden.
Wat er in hem leeft, komt maar zeider
aan den dag. En hij beschikt over een
ontzaglijk geduld. Hij is bijna fatalistisch
in zijn geduld. Er moet heel wat gebeuren,
vóór zijn verheven rust verstoord wordt.
Merkwaardig in dit opzicht is ook, dat men
in bladen van allerlei richting geen
woord van waardeering vindt voor de moei
lijkheden, waarin nu duizenden kloosterlin
gen geraakt zijn en straks nog zullen
geraken, want het blijft niet bij één orde
terwijl diezelfde bladën heele artikelen
wijden aan het vertrek van miss Spanje
naar Parijs, en Let interview, dat zij met
deze jongedame gehad hebben! Dat slikt
de Spanjaard allemaal.
Maar er gebeurt iets. Nóg is de meerder
heid der Spanjaarden in een geweldig diepen
dommel; nóg laat men zich in Kamer, ge
meenteraad en pers allerlei plagerijen aan
leunen van „verlichte" zijde; nóg neemt men
er oogenschijnlijk genoegen mee, als deze of
gene priester een flinke boete krijgt voor één
enkel woord", dat hij teveel gezegd heeft.
Maar er komt verzet in de massa. Nog maar
héél weinig. Hier in Madrid bedroevend wei
nig. De groote stoot zal uit het noorden ko
men, uit de echt-Katholieke Baskische pro
vincies. Déér is de godsdienst nog altijd als
't ware vergroeid met de volksziel. Ook déér
zal de actie heel langzaam inzetten. Maar het
begin is er. Allereerst in de kléine plaatsen,
zooals Cuenca, Navahermosa, Navalucillos.
Honderden ouders hebben verzet aangetee-
kend bij de hoofden der scholen, bij de plaat
selijke overheid, en zelfs telegrafisch bij den
minister van Onderwijs, tegen het verwijde
ren van de kruisbeelden uit de openbare
scholen. En toen hun protest niet hielp, heb
ben zij met geweld de kruisbeelden ter plaatse
teruggebracht; het kwam tot onverkwikke-
kelijke tooneelen en kloppartijen, en tenslotte
moesten de ouders wijken voor het recht van
den sterkste. Maar het gevolg was, dat zij
hun kinderen eenvoudig van school namen.
Het is wel niet te veel gezegd, dat men mag
verwachten, dat de hierbedoelde beweging zal
overslaan op de nabijgelegen steden.
Het is een ontegenzeglijk feit, dat de grond
slagen voor een algemeene actie tegen de on
derdrukking van den Katholieken godsdienst
overal gelegd worden. Het regent protesten,
uit alle deelen van 't land, en uit de meeste
verschillende kringen. Daar is het fiere pro
test van de Vereeniging van Katholieke Stu
denten, uit de hoofdstad, in verband met de
ontbinding van de Jezuïeten-orde. „Wij zullen
niet meenen, dat wij voldoende onzen plicht
gedaan hebben," zoo heet het in hun schrij
ven, „wanneer wij ons louter en alleen be
palen tot een huldebetuiging aan deze edele
Orde. Hoewel zij stellig in deze dagen de
eerste plaats in ons hart inneemt, denken wij
met niet minder droefheid aan Spanje, en
aan onze Universiteit. Wil kunnen er niet in
berusten, dat onze roemrijke hoogeschool zal
verlaagd worden tot een heel gewoon gebouw,
waar men na een aantal geregeld gevolgde
lessen een titel kan behalen. Wij wenschen
de ziel van onze Universiteit te behouden;
wat daartegen ingaat, beschouwen wij als een
verminking van onze vaderlandsche bescha
ving. Het Spanje van nu, onze Universiteit,
die zoo ontzaglijk veel te danken heeft aan
de wetenschappelijke medewerking der Jezuïe
ten, kunnen zich niet onvoorwaardelijk De-
schermd achten door personen, die ons dit
rijke erfdeel willen ontnemen. Wij kunnen
niet dulden, dat voor het aangezicht van de
Vereenigde Staten, van Japan, en van zoo
koepels van kerken en moskeeën daarboven,
duidelijk staat afgeteekend tegen het blauw
van den hemel.
Verkeersagenten regelen het verkeer in
deze nieuwe stad, vooral waar de drukkere
winkelstraten in hun klimmen en dalen dat
noodzakelijk maken. Overal wordt hier nog
voortdurend gehamerd en gebouwd. Ergens
midden in die nieuwe woeling ligt nog een
oud Mohammedaansch kerkhof op zijn ver
dwijnen te wachten. Met zijn cactusgewas
sen en zijn eucalyptusboomen doet het aan
als een park. Om parken is deze nieuwe
stad anders niet bekommerd. Het is de
eenige weelde, die zij zich niet kan veroor-
looven, daar 's zomers alles onder de zen
gende hitte verdort; en het water is hier te
kostbaar op den steenigen bodem, om het
noodeloos te verspillen. Maar cypressen langs
de straat is al een rijke sier!
Maar ook hier, in deze nieuwe wijken,
filmt het Oriënt zijn beelden voor onze
oogen: kavalieren op hun Arabische paar
den, kinderen op ezels en hoogbeladen ka-
De belangrijke gebeurtenissen,
welke na den val van de monar
chie zich in Spanje blijven afspe
len en welke in het decreet tot
ontbinding der Jezuïetenorde op
zoo droeve wijze een culminatie
punt hebben bereiktnoopten ons
een eigen correspondent naar het
Pyreneesch schiereiland te zen
den, om van de ontwikkeling dier
gebeurtenissen onze lezers geregeld
op de hoogte te houden.
vele andere landen, waar Jezuïeten aan
Hoogescholen werken, voor het aangezicht
van de geheele wereld, Spanje thans de
ouderwetsche vertooning van een belachelij-
ken Jezuïetenhaat ten beste geeft. Wij kun-,
nen ons ook niet tevreden stellen met een
krachtig protest.
Wij behouden ons voor, om op het ge
schikte oogenblik, op overeenkomstige wijze,
uiting te geven aan deze gevoelens, en leg
gen de gelofte af, dat wij met al onze
krachten er toe zullen bijdragen, om een
nationaal geweten te vormen, dat de be
gane ergernis zal herstellen."
Eveneens uit Madrid het protest
van den Diocesanen Bond van Katholieke
jeugdvereenigingen. Voorts van de katho
lieke Vrouwenverenigingen van Tudela, Za-
mora en Granada van de Sterrenwacht
en het laboratorium van Barcelona, welke
beide instellingen namens bijna allen, die er
aan verbonden zijn, verklaren, dat zij de
Jezuïeten niet missen kunnen.
De ingenieurs van Santander betreuren,
dat het mogelijk geweest is, een decreet,
als dat der ontbinding van de Jezuïeten
orde, te pubiiceeren, en op die wijze een
klein leger van intellectueele en moreele
krachten aan de maatschappij te onttrek,
ken. In Valladolid werd de gouverneur op
één avond vijfhonderdmaal opgebeld, door
personen uit de meest verschillende krin
gen, die allemaal vroegen, waar het nu
heen moest met detallooze armen in de
stad, die dagelijks warm eten kwamen ha
len bij de paters van het College; en hoe
de regeering zich een oplossing dacht inza
ke 450 kinderen, die midden in het leerjaar
hun studie moeten onderbreken.
Een arbeiderscommissie uit Ferrol dringt
er bij de regeering op aan, dat zij alsnog
op haar besluit terugkomt: als de arbei
ders overdag in de fabrieken en elders
werken, worden hun kinderen liefderijk
opgenomen bij de Jezuïeten, die him vol
ledig en kosteloos onderricht geven!
De stroom van protesten is zóó groot, dat
zelfs de regeeringsbladen dien niet meer
kunnen verzwijgen. De regeering zal de han
den vol hebben. Terwijl de uiterste elemen
ten van de bevolking door staking en op
loopjes voor de noodige afwisseling zorgen,
zoodat voortdurend troepen en gendarmes
moeten ingrijpen, heeft de regeering door
haar ongegronde en hatelijke maatregelen
tegen de Jezuïeten in het bijzonder, en te
gen den godsdienst in het algemeen, zich
niet bij voorbaat verzekerd van de loyale
medewerking van de betere elementen.
In dat licht beschouwd, kan de onbewo
genheid der Spanjaarden, waarvan ik bij
het begin van dit schrijven sprak, nog wat
meer beteekenen, dan onverschilligheid en
verheven rust. Men wacht het juiste oogen
blik af. Zoo moet men ook opvatten, wat
een blad van de rechterzijde schrijft: „Wat
kunnen we er aan doen, nu een en ander
een voldongen feit is?" vraagt het blad,
met Spaansche berusting. En het ant
woordt: „In een manifest wordt ons ver
teld, dat het verraad zou zijn, nu te zwij
gen; wel nu, aan ons zal het niet liggen".
Een verborgen waarschuwing.
Een vel dezer watten
bestrijdt met succes
Doozea rmn 45 ct. en 75 ct.bij Apoth. en Drop
nog, op de laatste overgebleven landerijen,
de fellah's met tulband of sluier, den primi
tieven ploeg drijven uit den tijd van den
Bijbel, met een voorspan van os of kameel,
in de schaduw der wit-blinkende nieuwe ge
bouwen van dit moderne Jerusalem.
Vervolgt men zijn weg van het station af,
evenwijdig met den stadsmuur, van het zui
den naar het noorden toe, dan vindt men
hier overigens allerlei kloosters en hospita
len, instituten en scholen, en heel naar het
noorden toe, bij de „Academie" der Domi-
nikanen, het groote administratiegebouw,
dat de Engelschen er oprichtten; en daar
achter het grondwerk voor het groote Stads
museum, dat Rockefeller aan Jerusalem ten
geschenke gaf, en waarvan de bouw alleen
twee millioen moet bedragen.
Maar binnen zijn muren ligt het oude
Jerusalem, met zijn bazars en zijn olielamp
jes, met zijn oude heiligdommen, onaantast
baar voor zooveel het kan, bewaard en ge
spaard als een eerwaardige ruïne. Van Da
vid's tijd af, toen Salomon zijn tempel
hoogerop bouwde dan Ophel, en de hoogte
van Sion ommuurde, heeft Jerusalem zich
altijd naar het noorden toe uitgebreid, altijd
verder weg van den Olijfberg en het dal
van Josaphat.
Naar het noorden, altijd verder van de
oude muren verwijderd, gaan de moderne
aspiraties der stedebouwers; naar de andere
zijde toe, naar den kant van zonsopgang,
wenden de pelgrims en peinzers hun schre
den, waar de schraagmuren van den tempel
rijzen boven de diepte der Cedronbeek en
de vallei der graven van Joden en Moslims.
Daar schuilen de gewijde en dierbare her
inneringen; daar bezint zich de stilte op het
verleden van roem en smart, en draagt de
wind nog een verre weergalm van de poëzie
der heilige Boeken. En iederen avond om-
luistert de zon in haar ondergang daar da
kruin van den heuvel, die in den lijdens
nacht des Meesters bittere klachten hoorde,
maar daarna de glorie zag Zijner hemel
vaart.
DR. FELIX RUTTEN.