Naar het Land van Overzee Et, THERMOGÈNE DE SLAAPZIEKTE IN DE BINNENLANDEN VAN AFRIKA EN HAAR BESTRIJDING Door een ooggetuige BESTUURSVERGADERING R.K. STAATSPARTIJ DE ONTBINDING DER JEZUIETEN-ORDE Hoe Spanje reageert TWEEDE BLAD DINSDAG 9 FEBRUARI 1932 BLADZIJDE 1 1 De eerste blik op de Heilige Stad WERKPROGRAM 1932 Wijziging Kiesreglement 1927 TOENEMEND VERZET BIJ DE BEVOLKING TANGANYKA- NIEUWE R.K. SCHOOL TE AERDENHOUT Rheumatiek - Jicht Griep Steken in de Zij en Hoest Een karakteristieke straat in het oude Jerusalem. (Ingezonden.) Gedurende 27 jaar werd door mij gewerkt in Midden-Afrika aan het heil der zielen tot uitbreiding van de H. Kerk. De laatst 12 jaren in Urwira, oostelijk van het Tanganyka-meer: totdat mijn confra ter op zekeren dag door microscopisch bloed onderzoek de slaapziekte bij mij constateerde. Na voorloopige behandeling in Afrika, In een dorpje van 100 inwoners op 50 K.M. afstand van Urwira waren in 1923 reeds 25 personen gestorven. Eenige jaren later was er nog slechts één gezin over. Eindelijk had men den aard der vreemde ziekte ontdekt. Het was de vreeselijke slaapziekte In 1925 kwam er een arts, vanwege het gouverne ment. De missionaris verzorgt een slaapzieke mocht ik naar Europa vertrekken, waar on der deskundige leiding van dr. Rodhain, spe cialist voor tropische ziekten te Brussel, mijn gezondheid zich weder herstelde. De vreeselijke slaapziekte, zoo ze niet bin nen de twee wéken na besmetting ontdekt wordt, sleept de aangetaste menschen en dieren binnen zeven maanden ten grave. Ze wordt verbreid door de tse-tse-vlieg: Glos sing. palpilis of Glossina morsitans. Ofschoon deze tse-tse-vlieg sedert oude tijden in de oerbosschen om Urwira waar genomen is, werd in 1921 het eerst de ziekte aldaar ontdekt. Waarom toen pas? zal men vragen. De reden is deze. In de na-oorlogsclie jaren trokken be smette soldaten en neger-dragers, die uit andere streken van Afrika kwamen, door het gebied om Urwira. De tse-tse-vliegen brach ten de bacillen der besmette personen op gezonde inboorlingen en blanken over en zoo gaat nu dat verwoestingsproces voort in de missie-statie van Urwira. In 1921 kwamen vreemde ziektegevallen voor. De lijders kregen hoofd- en buikpij nen; trillingen in handen en voeten, ten slotte werd het geheele zenuwstelsel aange- Er werd besloten <fe bevolking uit de heele streek in groepen te verzamelen. Op bij gaand kaartje zijn de kampen aangegeven. Zoo kwamen ook de Christenen en Cate chumenen in deze concentratie-kampen. Het rondreizen werd door de medici ver- bodem wegens het besmettingsgevaar der tse-tise-vliegen in de oerwouden. Toch moest de pater ook aan de lijdende slaapzieken troost te brengen en hun de H.H. Sacramenten toedienen. Dit werd toegestaan, maar dragers op den langen tocht mochten niet worden meegeno men wegens de besmetting. Eindelijk werd verkregen, dat enkele dra gers den pater zouden vergezellen om zijn begage te dragen. En zoo gewapend met een koestaart als wapen om de onheilverwek- kende vliegen te verdrijven legden wij onzen tocht van vijf of meer dagen af in de bran dende zon of door de van tse-tse-vliegen zwermende oerwouden. Dank zij de breede wegen, die aangelegd werden tusschen de kampen, kon de arts in een auto, bestuurd door een neger-chauffeur, de levensgevaar lijke streken passeeren. Watzou het een uitkomst zijn wanneer ook wij ons van een dergelijk vervoermiddel uuez St. Joseph of Urwira met 4000 zielen. - Nyonga, op 100 K.M. afstand van St. Joseph, met 4000 zielen. - Kabuye, op 150 K.M. afstand van St. Joseph, met 2000 zielen. - Rungwa, op 200 K.M. afstand van St. Joseph, met 6000 zielen. Nieuw-Jerusalem onder Engelsche vlag Toen de auto's stilhielden in een diepte tusschen de koepelende bergen van bruine en gele, steenige dorte, voor een dal waarin enkele witte huisjes blokten, tusschen don kergroene cypressen en kale vijgeboomen, was onze verbazing groot! Want het heette: déér is Jeruzalem, daar boven op den berg! En werkelijk, daar hoog op den bergrand vóór ons, achter het dal waarvan wij de kleuren bewonderden, teekenden zich eenige huizen af, kennelijk met roode daken: hui zen van vandaag of gisteren: huizen van overal. „Jerusalem?" vroegen wij verbaasd. Was dat Jerusalem, de stad Gods? Ik moet u zeggen, dat de ontnuchtering groot was. Al is de stad van Salomon, de dochter van Sion, op het oogenblik, en sinds eeuwen reeds, dan ook niets meer dan de schaduw van haar verleden heerlijkheid, en als de weduwe van haar verbleekten luister, toch had ik gehoopt, gedacht, nog iets te vinden dat indruk maken zou, al was het dan alléén maar een ruïne. Doch hier sta je dan voor een rij van zoo ergerlijk-banale huizen, als maar mogelijk-denkbaar Ik had een stad met muren en torens yerwacht; voor hetgeen wij hier aanschouw den zou zelfs geen middeleeuwsche kruis vaarder op de knieën gezonken zijn. Heeft mijn verbeelding mij dan zóó misleid? Gelukkig niet. De fout lag bij den gids. Had hij ons rustig in onze auto's laten zitten, dat was beter geweest. Want wat wij zagen aws de zelfkant van Jerusalem, van de nieu- zouden kunnen bedienen om onze arme zie ken spoediger te kunnen bereiken. Maar niets kon ons van onze heilvolle taak aftrekken om de zieken te troosten en de stervenden in de verre kampen de laatste H. H. Sacramenten toe te dienen. Zeer betreuren wij het, dat het ons niet steeds gelukken mocht nog op tijd in het kamp aan te komen. Toch wanhopen wij niet. In de maand Maart vertrekken wij weer naar onze missie. Wij durven vertrouwen te stellen in uw of fervaardigheid, waardoor het ons mogelijk zal zijn door de bestrijding der slaapziekte Midden-Afrika voor Gods Kerk te behouden en zijn Rijk uit te breiden. Uw dw. dnr., In. J. Chr. Père G. v. MUIJEN. der Witte Paters v. Kard. Lavigerie. Giften worden gaarne ingewacht bij pater G. van Muijen, Judith Leysterstraat 11, Haarlem. Gisterenmiddag werd door het leerkhe- stuur van de parochie van den H. Antonius te Aerdenhout-Bentveld, in het café-restau. rant „Boekenrode" te Heemstede-Aerden- hout aanbesteed: het bouwen van een schoolgebouw op een terrein aan den Boe. kenrodeweg-Ted'ing van Berkenhoutlaan, al daar. Raming 59.161. Ingekomen waren 63 biljetten, waarvan 39 biljetten ongeldig. In. geschreven werd als volgt: A. Pot, Amersfoort, 59.984; J. Verrijten. burg, Harlingen, 63.600; Gebr. van der Putten, Heemstede, 56.570; Molhoff en Van Rasch, 68.494; Aannemingsmij. v.h. P. Ro- zenhart, Haarlem, 65.282; C. A. M. Jonck. bloedt, Heemstede, 59.995; H. van Ham burg, Spijkenisse, 63.500; W. Reinierse en Zn., Overveen, 66.419; H. J. Oppenkamp, Haarlem, 64.300; A. van Liemhoop, Sas- senheim, 64.000, Gebr. Luiing, Haarlem, mermeer, 78.073; Aannemingsmij. Jansen en Moens, Haarlem, 67.570; N. van Keulen, Aerdenhout, 61.062; Joh. van der Putten, Haarlem, 58.348; N. J. Tromp, Overveen, 61.785; Joh. de Vos, Amersfoort, 61.327; H. B. Kebbel, Nunspeet, 67.400; C. A. Wil. lemse, Vreeswijk, 69.979; Wal en Cloppen- burg, Leiden, 57.777; J. Kwaital, Rotter dam, 66.980; L. van der Hoek en Zn., 62.100J. Kes, IJmuiö'en, 55.980; J. C. Blankum, Bussum, 67.777. we stad nog wel. Voor wie van Jaffa, van de zee komt, is de eerste blik op de Heilige Stad, en de eerste indruk dan ook, ont stellend ontnuchterend. Maar dit is dan immers ook Sion niet. Het is de oude, his torische stad niet. Het is nog veel minder de Heilige Stad der eeuwige herinneringen. Het is louter moderne rommelkraam en lor- renboel, waarin zich duizenden Joden ge vestigd hebben. En deze vestiging is van een wraakroepende leelijkheid. Het is een armelijke buurt van een schreeuwende vodderigheid. Zij heeft zelfs niets gemeen met het schilderachtig Oosten. Zij is een stadswijk van de zooveelste orde, overgeplant uit een goor Galicië of een grauw Rusland, uit elkaar gebrokkeld tusschen de steenen van Judea en rijkelijk overpulverd met het stof der woestijn. Geen bouworde, geen boom, voor geen greintje karakter. Een trooste- looze wijk, vol ellendige negotie en vieze armoe, moeizaam bij elkaar geklodderd om den zwart-geasphalteerden weg. En hier wordt een Europeesch rommelbestaan geleefd waaraan alle Morgenlandsche kleurigheid vreemd is. Hier zijn alle opschriften in het Hebreeuwsch. Gaandeweg wordt het beter. Andere stra ten loopen uit den hoofdweg naar links en rechts. De gebouwen worden dan grooter en 'de aanleg regelmatiger. De slijkerige auto bussen, die het vodderig volk vervoeren zoowel Joden, als zoodanig kenbaar aan hun lange jassen en zwartgerande hoeden, met de lange haarkrullen langs de ooren als Arabieren, in vuile lappen en todden gewik keld maken het alles nog een beetje er ger. Het wordt eerst beter, als er kerels komen, die op hun ezeltjes rijden, of drijvers die kameelen begeleiden. Dan kan je een Op Zaterdag 6 Februari j.l. 11 uur v.m. hield het partijbestuur der R. K. Staats partij een vergadering in het Parkhotel te Amsterdam. Afwezig was de heer mr. Bomans (Haar lem). Voor den heer Van Voorst tot Voorst (Gelderland) was aanwezig diens plaats vervanger de heer Th. Schaars. De overige bestuursleden waren aanwezig. Mededeelingen Na opening door den voorzitter, mr. Goseling, en na de behandeling van inge komen stukken, deed de voorzitter eenige mededeelingen namens het D. B. Als ondervoorzitter is door het D. B. aangewezen de heer mr. J. Houben (Til burg), en ais penningmeester de heer mr. E. baron van Voorst tot Voorst (Gelder land). Als redacteur van het partij-maandschrift, dat deze maand zal verschijnen, werd aan gewezen de Partijsecretaris, terwijl de algemeene richtlijnen voor de redactie werden vastgesteld. Het Centraal Adviesbureau voor Ge meentepolitiek is reeds in volle werking ge treden en mag zich in groote belangstel ling verheugen. Als gedelegeerd lid van het Partijbestuur in het Bestuur der Federatie van Bonden en Centrales van R. K. gemeenteraadsleden in Nederland, werd aangewezen de heer Van Voorst tot Voorst, lid van het D. B. Goedgekèurd werd een reglementswijzi ging van de R. K. Rijkskieskringorganisa- tie Leiden. Het schriftelijk verslag door den Partij secretaris, uitgebracht over de vergadering dd. 9 Januari 1932 van het Comité Exé- cutif van het Internationaal Secretariaat van Katholieke partijen, werd, na monde linge toelichting voor kennisgeving aange nomen. Jongerenorganisatie. Op verzoek van het D. B. werd een korte schriftelijke uiteenzetting ge geven over den stand der werkzaamheden der Commissie voor het vraagstuk der Jongeren-organisatie. Het overleg met de afgevaardigden der verschillende Jeugdor ganisaties is beëindigd. Naar aanleiding daarvan wil de Commissie zich nader be raden alvorens haar rapport uit te brengen. Het P. B. nam met belangstelling kennis van de werkzaamheden der Commissie en vertrouwt spoedig tot een beslissing te kunnen komen. Met voldoening werd ge constateerd, dat in verschillende kringen voor dit vraagstuk groote belangstelling besaat. Pastoor Overmeer deelde mede, dat men in Friesland voorloopig reeds begon nen is, geheel in den geest van den opzet der Commissie, en dat deze actie zeer veel medewerking ondervindt. Deze mededeeling gaf den Voorzitter aan- zucht van verlichting ontsnappen, en zeg je bij je zelf: aldus tóch het Oriënt!.... Neen, langs dezen weg moest men Jeru salem niet binnenkomen. Van het noorden of van het oosten zou men het moeten zien bij den éérsten blik, waar de stad zich ont rolt op haar rotsig voetstuk met den onge schonden vestingmuur, met haar koepels en minaretten, met haar torens en kerken, wer kelijk nog zoo'n beetje als plaatjes uit oude missalen een vesting verbeelden, en zooals de stad, fantastisch gebouwd, aan den hori zon van onze prille verbeelding stond. Maar wat weten wij in ons rustig land van Jerusalems uitbreiding in de laatste tiental len van jaren? Vooral né den oorlog is de stad zoo geweldig uitgebouwd, dat ze ver dubbeld heeten mag. Menschen, die hier niet langer dan veertig jaar wonen, herinneren zich dat er voor het jaar 1890 nog haast geen huis buiten den stadsmuur stond. Van wegen was toen geen sprake. Jerusalem lag binnen zijn wallen opgesloten. Daar buiten was het 's nachts niet eens veilig, 's Avonds gingen de poorten dicht. De Iersche Canon Hanauer, die in een aardig boekje „Walks" heeft meegedeeld wat hij van Jerusalem v/eet, vertelt daarin o.a.: „Toen ik omtrent 1867 deelnam aan de opgravingen van Sir Charles Warren, zag ik mij genoodzaakt om mij 's morgens met een touw neer te laten langs den stadsmuur, om bijtijds op mijn post te zijn. Bij geen enkel der poorten werd er handel gedreven als nu. Een Turksch sol daat, met Minié-geweer en bajonet, stond er op post; en in de muurnissen, waar nu aller lei eetwaar verkocht wordt, stonden geweren in rotten." Er werd een bres in den muur geslagen voor de komst van keizer Wilhelm in 1898. Maar de geweldige uitbreiding der stad heeft plaats onder het Engelsch bewind, dat op den oorlog volgde. En om met één blik te overzien wat dit beteekent, moet men naar de oude stad opgaan langs den weg, die daarheen voert van'het station. Hier niet de ellendige rommel der Joden buurt, dien de reiziger ziet wanneer hij per auto van Jaffa komt. Hier is integendeel duidelijk, dat er een nieuw Jerusalem groeit met den wil, om een prachtige, moderne stad te worden. Door de wildernis heen, door de rotsen en de schrale steenvelden met hun leiding Friesland te danken voor de activiteit welke in dien Kieskring wordt ontwikkeld, en het gouden jubilé van den Frieschen Bond te herdenken. Werkprogram Vastgesteld werd het werkprogram voor 1932. a). Politieke Bijeenkomst Amersfoort; op 2 en 3 April 1932. Als onderwerp werd geko zen: „Wat beteekent het parlementair stelsel nu en in de toekomst voor het welzijn van het Nederlahdsche volk?" De inleiders voor dit onderwerp zullen zoo dra mogelijk worden bekend gemaakt, b.) De voorjaars-Partijraadsvergadering zal worden gehouden in Nijmegen, in de tweede helft van Mei. Een d'er agenda-punten zal zijn de behandeling van de wijzigingsvoor stellen van het Kiesreglement. Na het reglementair voorgeschreven over leg met den voorzitter van den Partijraad zal datum en definitieve agenda worden gepu bliceerd. c.) In de najaars-Partijraadsvergadering komt het program-1933 aan de orde. In den loop van den zomer zal het P. B. het ont werp daarvan vaststellen. Het D. 3. heeft be reids de eerste stappen gezet ter uitvoering van de voorbereidende procedure volgens art. 15 lid 8 Partijreglement. d.) In October 1932 zal de procedure in het Kiesreglement voorgeschreven voor de can- didaatstelling 1933 een aanvang nemen. Protest aan de Spaansche regeering Op voorstel van het. D. B. werd besloten aan de Spaansche regeering een protest telegram te zenden van den volgenden in houd: „Het Bestuur der R.K. Staatspartij in Ne derland, staatkundige organisatie waarbij „367.000 Katholieken zijn aangesloten, pro testeert tegen de maatregelen door de Spaan- „sche Regeering genomen tegen de Spaan sche geloofgenooten, de religieusen en in „het bijzonder tegen de Jezuïeten. GOSELING, Voorzitter, TEULINGS, Secretaris." Na gehouden rondvraag werd de vergade ring om ruim 1 uur geschorst. Kiesreglement 1927 Om 2 uur werd de vergadering heropend, en werd aan de orde gesteld de behandeling van het voorstel tot wijziging van het Kies reglement 1927 op verzoek van het P. B. ont werpen door de Commissie tot toetsing van het Kiesreglement 1927 aan de daarmede in de practijk opgedane ervaringen. Van deze Commissie waren mede ter vergadering aan wezig de heeren Kuiper, Suring en Kevenaar. Na uitvoerige bespreking werd het voorstel der Commissie, behoudens enkele kleine wij zigingen, door het P. B. overgenomen. Het zal als voorstel van het P. B. aan den Partijraad worden voorgedragen. Zoó spoedig mogelijk wordt het ontwerp gepubliceerd. De Kies- kringbesturen zullen worden uitgenoodigd het ontwerp in de plaatselijke Kiesvereenigingen te doen behandelen, en op grondslag dezer behandeling tijdig amendementen in te die nen. De vergadering werd om 5 uur gesloten. olijvenboomen, slingeren er zich nu breede, prachtige „avenues", omplant met cypressen, met Johannesbrood en met peperboomen. En daarlangs liggen, met stukken en brokken, al groote nieuwe huizen en inrichtingen, her en der: want alles is nog volop in aanleg. Hier ligt het schitterende „Koning David Hotel", voor millionnairs en vorsten, en het Palace Hotel, dat minder is, maar toch nog zeer voornaam. Hier bouwt het Ameri- kaansch missiegenootschap „Young Mens christian Society" een verbazingwekkend paleis. Kardinaal Ferrari plaifete er zijn In stituut, de pauselijke Bijbelstudie haar palaz- zo, het Sionisme zijn administratiegebouw, en verschillende consuls en kloosterorden hun verblijven. Dit wordt een monumenten- stad. Daarachter strekken zich nieuwe villa buurten uit, tegen de omrandingen der bruine en bruinroode heuvels. En heel deze nieuwe stad snoert zich in een halven kring om de oude heen, gedeeltelijk door een vallei daarvan gescheiden, zoodat Sions oude weer- muur met zijn bastions, en de tinnen en (Van onzen bijzonderen Spaanschen correspondent) Madrid, 1 Febr. 1932. Wat het meest opvalt, zoodra men Spanje in deze dagen binnenkomt, is de volmaakte rust, die hier heerscht. Men zou zoo meenen: wanneer eventjes vierduizend menschen op straat gezet worden, die bo vendien niet het onbeduidendste deel der Spaansche bevolking vertegenwoordigen, dan moet men daar toch iets van merken. Niets is minder het geval. Ik moet beken nen, dat ik op de Parijsche stations, en verder in Frankrijk, méér medegevoel heb aangetroffen als een troepje vluchtelingen uit Spanje voorbijkwam, de onbekende toe komst tegemoet dan in het land van deze verschoppelingen zelf. Dit gebrek aan uiterlijke belangstelling zegt evenwel maar heel weinig. De Span jaard is geen mensch van uiterlijkheden. Wat er in hem leeft, komt maar zeider aan den dag. En hij beschikt over een ontzaglijk geduld. Hij is bijna fatalistisch in zijn geduld. Er moet heel wat gebeuren, vóór zijn verheven rust verstoord wordt. Merkwaardig in dit opzicht is ook, dat men in bladen van allerlei richting geen woord van waardeering vindt voor de moei lijkheden, waarin nu duizenden kloosterlin gen geraakt zijn en straks nog zullen geraken, want het blijft niet bij één orde terwijl diezelfde bladën heele artikelen wijden aan het vertrek van miss Spanje naar Parijs, en Let interview, dat zij met deze jongedame gehad hebben! Dat slikt de Spanjaard allemaal. Maar er gebeurt iets. Nóg is de meerder heid der Spanjaarden in een geweldig diepen dommel; nóg laat men zich in Kamer, ge meenteraad en pers allerlei plagerijen aan leunen van „verlichte" zijde; nóg neemt men er oogenschijnlijk genoegen mee, als deze of gene priester een flinke boete krijgt voor één enkel woord", dat hij teveel gezegd heeft. Maar er komt verzet in de massa. Nog maar héél weinig. Hier in Madrid bedroevend wei nig. De groote stoot zal uit het noorden ko men, uit de echt-Katholieke Baskische pro vincies. Déér is de godsdienst nog altijd als 't ware vergroeid met de volksziel. Ook déér zal de actie heel langzaam inzetten. Maar het begin is er. Allereerst in de kléine plaatsen, zooals Cuenca, Navahermosa, Navalucillos. Honderden ouders hebben verzet aangetee- kend bij de hoofden der scholen, bij de plaat selijke overheid, en zelfs telegrafisch bij den minister van Onderwijs, tegen het verwijde ren van de kruisbeelden uit de openbare scholen. En toen hun protest niet hielp, heb ben zij met geweld de kruisbeelden ter plaatse teruggebracht; het kwam tot onverkwikke- kelijke tooneelen en kloppartijen, en tenslotte moesten de ouders wijken voor het recht van den sterkste. Maar het gevolg was, dat zij hun kinderen eenvoudig van school namen. Het is wel niet te veel gezegd, dat men mag verwachten, dat de hierbedoelde beweging zal overslaan op de nabijgelegen steden. Het is een ontegenzeglijk feit, dat de grond slagen voor een algemeene actie tegen de on derdrukking van den Katholieken godsdienst overal gelegd worden. Het regent protesten, uit alle deelen van 't land, en uit de meeste verschillende kringen. Daar is het fiere pro test van de Vereeniging van Katholieke Stu denten, uit de hoofdstad, in verband met de ontbinding van de Jezuïeten-orde. „Wij zullen niet meenen, dat wij voldoende onzen plicht gedaan hebben," zoo heet het in hun schrij ven, „wanneer wij ons louter en alleen be palen tot een huldebetuiging aan deze edele Orde. Hoewel zij stellig in deze dagen de eerste plaats in ons hart inneemt, denken wij met niet minder droefheid aan Spanje, en aan onze Universiteit. Wil kunnen er niet in berusten, dat onze roemrijke hoogeschool zal verlaagd worden tot een heel gewoon gebouw, waar men na een aantal geregeld gevolgde lessen een titel kan behalen. Wij wenschen de ziel van onze Universiteit te behouden; wat daartegen ingaat, beschouwen wij als een verminking van onze vaderlandsche bescha ving. Het Spanje van nu, onze Universiteit, die zoo ontzaglijk veel te danken heeft aan de wetenschappelijke medewerking der Jezuïe ten, kunnen zich niet onvoorwaardelijk De- schermd achten door personen, die ons dit rijke erfdeel willen ontnemen. Wij kunnen niet dulden, dat voor het aangezicht van de Vereenigde Staten, van Japan, en van zoo koepels van kerken en moskeeën daarboven, duidelijk staat afgeteekend tegen het blauw van den hemel. Verkeersagenten regelen het verkeer in deze nieuwe stad, vooral waar de drukkere winkelstraten in hun klimmen en dalen dat noodzakelijk maken. Overal wordt hier nog voortdurend gehamerd en gebouwd. Ergens midden in die nieuwe woeling ligt nog een oud Mohammedaansch kerkhof op zijn ver dwijnen te wachten. Met zijn cactusgewas sen en zijn eucalyptusboomen doet het aan als een park. Om parken is deze nieuwe stad anders niet bekommerd. Het is de eenige weelde, die zij zich niet kan veroor- looven, daar 's zomers alles onder de zen gende hitte verdort; en het water is hier te kostbaar op den steenigen bodem, om het noodeloos te verspillen. Maar cypressen langs de straat is al een rijke sier! Maar ook hier, in deze nieuwe wijken, filmt het Oriënt zijn beelden voor onze oogen: kavalieren op hun Arabische paar den, kinderen op ezels en hoogbeladen ka- De belangrijke gebeurtenissen, welke na den val van de monar chie zich in Spanje blijven afspe len en welke in het decreet tot ontbinding der Jezuïetenorde op zoo droeve wijze een culminatie punt hebben bereiktnoopten ons een eigen correspondent naar het Pyreneesch schiereiland te zen den, om van de ontwikkeling dier gebeurtenissen onze lezers geregeld op de hoogte te houden. vele andere landen, waar Jezuïeten aan Hoogescholen werken, voor het aangezicht van de geheele wereld, Spanje thans de ouderwetsche vertooning van een belachelij- ken Jezuïetenhaat ten beste geeft. Wij kun-, nen ons ook niet tevreden stellen met een krachtig protest. Wij behouden ons voor, om op het ge schikte oogenblik, op overeenkomstige wijze, uiting te geven aan deze gevoelens, en leg gen de gelofte af, dat wij met al onze krachten er toe zullen bijdragen, om een nationaal geweten te vormen, dat de be gane ergernis zal herstellen." Eveneens uit Madrid het protest van den Diocesanen Bond van Katholieke jeugdvereenigingen. Voorts van de katho lieke Vrouwenverenigingen van Tudela, Za- mora en Granada van de Sterrenwacht en het laboratorium van Barcelona, welke beide instellingen namens bijna allen, die er aan verbonden zijn, verklaren, dat zij de Jezuïeten niet missen kunnen. De ingenieurs van Santander betreuren, dat het mogelijk geweest is, een decreet, als dat der ontbinding van de Jezuïeten orde, te pubiiceeren, en op die wijze een klein leger van intellectueele en moreele krachten aan de maatschappij te onttrek, ken. In Valladolid werd de gouverneur op één avond vijfhonderdmaal opgebeld, door personen uit de meest verschillende krin gen, die allemaal vroegen, waar het nu heen moest met detallooze armen in de stad, die dagelijks warm eten kwamen ha len bij de paters van het College; en hoe de regeering zich een oplossing dacht inza ke 450 kinderen, die midden in het leerjaar hun studie moeten onderbreken. Een arbeiderscommissie uit Ferrol dringt er bij de regeering op aan, dat zij alsnog op haar besluit terugkomt: als de arbei ders overdag in de fabrieken en elders werken, worden hun kinderen liefderijk opgenomen bij de Jezuïeten, die him vol ledig en kosteloos onderricht geven! De stroom van protesten is zóó groot, dat zelfs de regeeringsbladen dien niet meer kunnen verzwijgen. De regeering zal de han den vol hebben. Terwijl de uiterste elemen ten van de bevolking door staking en op loopjes voor de noodige afwisseling zorgen, zoodat voortdurend troepen en gendarmes moeten ingrijpen, heeft de regeering door haar ongegronde en hatelijke maatregelen tegen de Jezuïeten in het bijzonder, en te gen den godsdienst in het algemeen, zich niet bij voorbaat verzekerd van de loyale medewerking van de betere elementen. In dat licht beschouwd, kan de onbewo genheid der Spanjaarden, waarvan ik bij het begin van dit schrijven sprak, nog wat meer beteekenen, dan onverschilligheid en verheven rust. Men wacht het juiste oogen blik af. Zoo moet men ook opvatten, wat een blad van de rechterzijde schrijft: „Wat kunnen we er aan doen, nu een en ander een voldongen feit is?" vraagt het blad, met Spaansche berusting. En het ant woordt: „In een manifest wordt ons ver teld, dat het verraad zou zijn, nu te zwij gen; wel nu, aan ons zal het niet liggen". Een verborgen waarschuwing. Een vel dezer watten bestrijdt met succes Doozea rmn 45 ct. en 75 ct.bij Apoth. en Drop nog, op de laatste overgebleven landerijen, de fellah's met tulband of sluier, den primi tieven ploeg drijven uit den tijd van den Bijbel, met een voorspan van os of kameel, in de schaduw der wit-blinkende nieuwe ge bouwen van dit moderne Jerusalem. Vervolgt men zijn weg van het station af, evenwijdig met den stadsmuur, van het zui den naar het noorden toe, dan vindt men hier overigens allerlei kloosters en hospita len, instituten en scholen, en heel naar het noorden toe, bij de „Academie" der Domi- nikanen, het groote administratiegebouw, dat de Engelschen er oprichtten; en daar achter het grondwerk voor het groote Stads museum, dat Rockefeller aan Jerusalem ten geschenke gaf, en waarvan de bouw alleen twee millioen moet bedragen. Maar binnen zijn muren ligt het oude Jerusalem, met zijn bazars en zijn olielamp jes, met zijn oude heiligdommen, onaantast baar voor zooveel het kan, bewaard en ge spaard als een eerwaardige ruïne. Van Da vid's tijd af, toen Salomon zijn tempel hoogerop bouwde dan Ophel, en de hoogte van Sion ommuurde, heeft Jerusalem zich altijd naar het noorden toe uitgebreid, altijd verder weg van den Olijfberg en het dal van Josaphat. Naar het noorden, altijd verder van de oude muren verwijderd, gaan de moderne aspiraties der stedebouwers; naar de andere zijde toe, naar den kant van zonsopgang, wenden de pelgrims en peinzers hun schre den, waar de schraagmuren van den tempel rijzen boven de diepte der Cedronbeek en de vallei der graven van Joden en Moslims. Daar schuilen de gewijde en dierbare her inneringen; daar bezint zich de stilte op het verleden van roem en smart, en draagt de wind nog een verre weergalm van de poëzie der heilige Boeken. En iederen avond om- luistert de zon in haar ondergang daar da kruin van den heuvel, die in den lijdens nacht des Meesters bittere klachten hoorde, maar daarna de glorie zag Zijner hemel vaart. DR. FELIX RUTTEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5