iXEEE PADEN
VAN DEN
IDE GRAPJAS HARLEKIJN!
(PUROL
HET TERTIAIRE WEGENNET
IN NEDERLAND
Verbetering dringend noodzakelijk
Naar het Engelsch door J. Scheepens
Gesprongen
Handen
RADIO-OMROEP
u
Harlekijn sticht vrede tusschen den Koning en de Koningin
C£>
Donderdagmiddag had ln de Congreszaal
van het Jaarbeursgebouw te Utrecht een
groote landelijke bijeenkomst plaats, geor
ganiseerd door den Bond van Bedrijfsauto
houders in Nederland, en tot doel hebbend
een bespreking van en protest tegen den
slechten toestand van het Nederlandsche
tertiaire wegennet, om op deze wijze te ko
men tot een noodzakelijke wegenverbetering.
Het openingswoord werd uitgesproken door
den voorzitter van den B. B. N., den heer
A. J. ten Hope, lid van de Provinciale Sta
ten van Zuid-Holland.
Deze zelde in zijn openingswoord naast
een woord van welkom o.m. liet volgende:
Het bestuur van den B. B. N. reeds van
het begin van zijn thans ruim tienjarig be
staan een krachtig voorvechter in den
strijd om betere wegen, heeft deze vergade
ring bijeengeroepen, omdat de gang van za
ken bij de verbetering van het Nederland-
scno wegennet reeds geruimen tijd zijne
steeds ernstiger wordende bezorgdheid wekt,
een bezorgdheid, die eenerztjds is ontstaan
door ae toename van het aantal klachten,
dat geregeld ontvangen wordt over den toe
stand van een groot deel onzer wegen, an
derzijds zijn oorzaak vindt in de bestudee
ring der jaarlijks verschijnende begrootings-
stukken betreffende de ontvangsten en uit
gaven van het wegenfonds.
Tot het bijeenroepen van deze vergade
ring van vertegenwoordigers uit de meest
uiteenloopende kringen van de Nederlana-
sche maatschappij, meent de B. B. N. het
recht neen den plicht te hebben, al
lereerst omdat hij het van primair belang
voor zijn leden acht, dat het Neder landscne
wegennet in een zoo goed mogelijken staat
wordt gebracht en gehouden in een staat,
waardoor het verkeer zoo goed en zoo veilig
mogelijk kan plaats hebben. Maar daarne
vens is het wegenvraagstuk ook een econo
misch vraagstuk, bij de oplossing waarvan
het geheele volk in al zijn geledingen
het allerhoogste belang heelt.
Een ieder zal ln den tegenwoordlgen tyd
wel ervan overtuigd zijn, dat een goed we
genstelsel een bezit van onschatbare waar
de voor het gansche volk is.
Op ieder onzer rust dus de plicht voor
zooveel in zijn vermogen ligt mede te wer
ken in den strijd om betere wegen en deze
strijd kan door ons allen gezamenlijk wor
den gevoerd, hoe ook onze overtuiging op
verschillend gebied uiteenloopt.
De B. B. N. wil deze overtuiging ook ves
tigen bij de verantwoordelijke autoriteiten,
by Regeering en Volksvertegenwoordiging,
opdat deze besluiten tot de door ons noodig
geoordeelde wijzigingen tot heil van het ge
heele Nederlandsche volk.
In het verdere gedeelte van de openings
rede werd gewezen op de niet inlossing der
wenschen van de automobilisten, op de vele
schachten, die opstygen door den buitenge
meen slechten toestand van het wegennet in
ons land, hetgeen zijn oorzaak vindt in on
behoorlijk onderhoud dier wegen, terwyi op
gemerkt werd, dat op de adressen en ver
zoeken aan Ministers en Staten-Generaal
verzonden, deze betreffende, geheel afwyzend
werd beschikt.
De heer hoofdingenieur L. Bwaab hield
vervolgens voor de vele aanwezigen een inlei
ding over het wegenvraagstuk.
Aan deze inleiding ontleenen wy het vol
gende:
Het vraagstuk der tertiaire wegen cn
de financiering van de verbetering
van het Ne;ler*ancL"cbe wegennet.
Reeds geruimen tijd is gebleken, dat Je
zoogenaamde tertiaire wegen ln hoofd
zaak met water gebonden grind- of steen
slag wegen niet bestand zyn tegen het
daarop steeds meer en meer toegenomen cn
nog altijd toenemende automobielverkeer.
Zoowel, in het belang van de instandhou
ding dier wegen, als in dat van de auto
houders d.w.z. het belang van het Neder
landsche Volk is verbetering van een
groot deel dier wegen noodzakeiyk. De
slechte toestand dier wegen doet n.l. groote
schade aan het automaterieel en de lading;
de laatste gaat vaak ernstig in kwaliteit
achteruit, terwijl door groote siytage en ver
meerderde reparatiekosten de exploitatie van
de op de teriaire wegen verkeerende auto
mobielen naar schatting ten minste 10 mill,
meer kost dan wanneer de wegen wel in be
hoorlijken toestand zouden zijn.
Onverwijld ingrypen is geboden, omdat
er langzamerhand een noodtoestand is ont
staan; wordt n.l. niet spoedig tot verbete
ring overgegaan, dan zullen honderden cn
honderden kilometers tertiaire weg geheel
en al worden vernield; de vernieuwing daar
van zal dan veel en veel meer kosten dan
het thans in orde brengen daarvan.
De B. B. N. is tot de overtuiging gekomen,
dat de meeste der beheerders der tertiaire
wegen financieel niet voldoende krachtig
zyn om die wegen te verbeteren en meestal
ook niet over behoorUjke technische diensten
beschikken; evenmin zyn de Provinciën in
staat deze verbetering uit hun eigen fond
sen te bekostigen.
Dwingen dus deze omstandigheden het Rijk
tot steun, ook de biliykheid tegenover de
wegbeheerders eischt dit, omdat de wegen
belasting, door de houders van de auto's,
die de tertiaire wegen beryden opgebracht,
in het Rijks wegenfonds wordt gestort.
Ook ten opzichte van de autogebruikers Is
het uit billijkheidsoverwegingen plicht van
de Rijksregeering, gelden voor de verbete
ring der tertiaire wegen te verstrekken, zulks
met het oog op den zwaren druk der wegen
belasting, welker invoering goeddeels werd
gemotiveerd door het argument, dat de op
brengst dier belasting zou worden aesceed
tot verbetering van de Nederlandsche wegen
en dat de autohouders dus als compensatie
voor de zware belasting vermindering van
de exploitatiekosten van him automaterieel
zouden verkry'gen.
Tot dusver doen vele provinciale besturen
wat zy kunnen, en hoewel de B. B. N. voor
alle verbeteringspogingen erkentelijk is, vol
daan is deze bond allesbehalve, omdat het
vraagstuk alleen met Rykshulp kan worden
opgelost. De totale verbeteringskosten boven
de uitgaven, die de tegenwoordige beheer
ders aan de tertiaire wegen besteden, wor
den op 75 millioen geschat, de verbetering
zou in 20 jaar moeten geschieden.
Op geen enkele andere wyze dan door
Rtjkshulp is de verbetering te verkrygen;
de meening, dat de tegenwoordige beneer-
ders met steun van de Provinciën financieel
wel voldoende krachtig zijn om de verbete
ring tot stand te brengen, berust op zelf
bedrog.
Tot dusver Iaat de wegenbelastingwet hulp
van het Ryk niet toe, daartoe zal wyziging
van die wet in het byzonder van art. 32
daarvan noodig zyn.
De noodzaak om een dergeiyk groot be
drag van 75 millioen aan het wegenfonds
te ontleenen, is op zich zelf al aanleiding
om de door de Regeering gevolgde finan-
cieringspolitiek ten aanzien van de wegen
verbetering in Nederland in beschouwing te
nemen. Daartoe bestaat nog te meer reden,
omdat de kosten van de werken volgens het
Ryks- en de Provinciale wegenplannen be-
langryk hooger biyken te zyn dan oorspron-
keiyk werd geraamd.
Voltooiing van die werken in een eenigs-
zins redeiyken termyn is by handhaving
dier politiek niet mogeiyk zonder óf een
veel te zwaren financiëelen druk op het
Nederlandsche Volk te leggen, óf een finan-
ciéele debacle te veroorzaken.
Staking van het werk der wegenverbete
ring of vertraging in het tempo leidt tot
groote schade van het Nederlandsche volk
en moet onder alle omstandigheden worden
vermeden, omdat wegenverbetering een der
krachtigste middelen tot verhooging van de
volkswelvaart vormt.
Daarom Is het standpunt van de Regee
ring om alle wegenverbetering door het te
genwoordige geslacht te doen betalen, ab
soluut verwerpeiyk, temeer omdat meer dan
de helft der uitgaven voor wegenverbete
ring dient voor werken, waarvan de levens
duur die van het tegenwoordige geslacht
verre overtreft.
Evenals by den aanleg van de spoorwe
gen ls geschied, is het sluiten van een lee
ning met langen looptyd ten behoeve van
een deel dier werken dan ook volkomen ver
antwoord te achten; aflossing daarvan is
in verband met de stijging van de opbrengst
der wegenbelasting volkomen verzekerd.
Uit een oogpunt van werkverruiming is
handhaving van het tot dusvere gevolgde
tempo by de wegenverbetering zoo mc-
geiyk versnelling daarvan uitermate ge-
wenscht; onder de bestaande ongunstige
economische omstandigheden ligt het op
den weg der Regeering alles te doen, wat
deze werkverruiming kan bevorderen, bijv.
het zeer krachtig aanvatten van den brug
genbouw.
Ook op zich zelf is dit gewenscht met het
oog op de tegenwoordig zeer lage prijzen.
Het werk aan de tertiaire .vegen is by
uitstek een object van productieve werkver
schaffing en daarenboven over het geheele
land verspreid. Uitvoering daarvan zal dus
leiden tot verlaging van de groote bedragen
voor werkloozensteun en tevens voor dui
zenden de groote moreele nadeelen, aan
steunverleening verbonden, opheffen.
Op die gronden is het bestuur van den
B. B. N. van meening dat besloten moet
worden
a. tot wijziging van de wegenbelastingwet,
waardoor uit het Rykswegenfonds wu be
hoeve van de verbetering der tertiaire we
gen by dragen kunnen worden afgezonderd;
b. tot het sluiten van een leening met
langen looptyd, waardoor het regelmatige
en systematische afwerken van de verbete
ring van het Nederlandsche wegennet in
een redeiyken termyn verzekerd zy.
Na de inleiding van den heer ir. Swaao
was gelegenheid tot gedachtenwisseling.
De heer JAC. v. d. WOERD uit Zoelen,
heemraad van Neder-Betuwe, deelde mede,
dat hy een middel, een zeer goedkoop mid
del had gevonden, om de tertiaire wezen te
verbeteren. Spr. deelde onder groote hila
riteit mede, dat hy octrooi had aangevraagd
op zyn middel, hij had n.l. een egge met een
zware, yzeren balk daarachter, en door zoo
over de wegen te ryden, werden ze mooi
gelijk.
De burgemeester van Bameveld, mr.
WESTRIK, wees op de financieele débacle,
die de gemeenten tegemoet gaan door het
onderhoud der tertiaire wegen. De meeste
gemeenten zyn financieel niet meer capabel
deze wegen te onderhouden. Hulp van Ryks-
wege is absoluut noodzakelijk.
De heer CORT v. d. LINDEN, secretaris
van den Bond van Ned. Werkgevers, is te
leurgesteld over het middel, waarmee men
de kwaal wil oplossen. Spr. achtte het slui
ten van een leening in dezen niet goed, daar
de staat reeds zooveel moet leenen en reeds
geleend heeft. Een andere financieele rege
ling moet worden gevonden.
Dr. MOLHUIJSEN, secretaris van het Ned.
Landbouw-Comité, onderstreepte de nood-
zakeiykheid van spoedige verbetering der ter
tiaire wegen, en staafde dit met voorbeel
den.
De heer RENCKENS, lid en vertegenwoor
diger van de K. v. K. van Nijmegen, onder
schreef met feiten de inleiding. Spr. achtte
het beter niet ineens een leening van 205
millioen te sluiten, doch in gedeelten.
De heer CORDES, burgemeester van Her-
melo en Keppel, onderstreepte den opzet en
het doel der vergadering en wees eveneens
op den slechten financieelen toestand der
plattelandsgemeentekassen, die voor het
onderhoud der tertiaire wegen absoluut on
dersteuning behoeven.
De heer DE BRUIN, lid van de wegen
commissie van de K. N. A. C. en den A, N.
W. B., merkte op. dat het onderhoud der
wegen slecht is niet uit onwil, doch uit on
kunde en onmacht. De onkunde kan worden
opgeheven door voorlichting door den Pro
vincialen technlschen dienst en de wegen
commissie. Spr. achtte het noodzakeiyk, dat
eerst bij de Provinciën wordt aangeklopt,
wat betreft den financieelen steun.
De heer SMULDERS, wethouder van
Utrecht, heeft eveneens bezwaar tegen het
sluiten van een leening. hetgeen ln de motie
wordt aangegeven als de beste en afdoende
wyze van financiering. Spr. vreest, dat
tevens een leening zal worden gevraagd voor
het onderhoud speciaal voor secundaire
wegen.
De heer STALLINGA, secretaris der ge
meente Hindeloopen, besprak de afwysende
houding, die de Provincie Friesland inneemt,
waar het financieelen steun betreft aan de
gemeenten voor het onderhoud van wegen.
Spr. achtte het goed, dat de gemeenten ln
samenwerking met den B. B. N. zich wen
den tot de Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten om zoodoende hoogere lichamen
te bereiken.
Ir. GROOTE, directeur van Pub. Werken
te Hilversum, vreest er voor, dat men ner
gens een leening zal kunnen sluiten en eerst
over 20 jaren met terugbetalen zal beginnen.
De heer lr. SWAAB beantwoordde als in
leider de sprekers en verdedigde het voorstel
ln de motie, waar het aangaat het sluiten
van een leening. Wil men by den minister
met een motie komen, waarin gevraagd
wordt verbetering der tertiaire wegen, dan
moet ook de wijze van financiering worden
aangegeven. De huidige verbetering van het
wegennet rust op het geslacht van heden-
waar het de financiën betreft. De B. B. N.
dringt hier voor dit werk nu aan op de
draagkracht van het toekomstige geslacht.
De motie, die na schrappen van de pun
ten, waar het betreft het sluiten van een
leening, werd aangenomen met alg. st., luidt
als volgt;
Motie.
De vergadering, op 11 Februari 1932 te
Utrecht bijeengeroepen door het Bestuur van
den Bond van Bedrijfsautohouders in Neder
land, en o.a. bijgewoond door leden van de
Staten-Generaal, vertegenwoordigers van
verschillende publieke colleges, van allerlei
organisaties op het gebied van landbouw,
handel en nyverheid, in het kort door een
groot aantal wegbeheerders en weggebrui
kers belanghebbenden bij en belangstel
lenden in den toestand van het Nederland
sche wegenstelsel overwegende:
le. dat de toestand van het grootste ge
deelte van het tertiaire wegennet in Neder
land en het onderhoud daarvan zoodanig is.
dat een behooriyk en veilig verkeer daarover
met automobielen niet mogelijk is;
2e. dat door een groot aantal autohouders
daardoor jaarlijks belangrijke finantlëele
schade wordt geleden;
3e. dat het daarom noodig is, dat de be-
langrykste tertiaire wegen zoodanig worden
verbeterd, dat zij bestand worden tegen het
moderne mechanische verkeer;
4e. dat de groote toename van dit verkeer
waardoor de toestand dier wegen ziender-
oogen achteruitgaat het zelfs urgent
maakt, dat zoo spoedig mogelijk ingrijpende
maatregelen ter verbetering worden getrof
fen;
5e. dat de meeste beheerders der tertiaire
wegen finantiëel niet voldoende krachtig zyn
om die verbetering tot stand te brengen;
6e. dat ook de Provinciale geldmiddelen
niet toelaten de voor die verbetering benoo-
digde aanzienlyke bedragen beschikbaar te
stellen;
7e. dat, afgescheiden hiervan, het uiter
mate onbillyk zou moeten worden geacht,
den zwaren finantiëelen druk dier verbete
ring op de bedoelde beheerders of op de
Provinciën te leggen, te meer omdat de door
de gebruikers van de tertiaire wegen opge
brachte wegenbelasting geheel in de Rykskas
vloeit;
8e. dat het daarom biliyk en noodig moet
worden geoordeeld uit het Rijkswegenfonds
gelden af te zonderen, speciaal bestemd voor
bydrage tot verbetering van verschillende
tertiaire wegen;
9é. dat, ten einde de daarvoor noodige be
dragen beschikbaar te krygen, verandering
in de wyze van financieering van de verbete
ring van het Nederlandsche wegennet moet
worden gebracht;
10e. dat deze verandering toch ook noodig
moet- worden geacht, omdat de thans ge
volgde wyze van financiering óf tot het sta
ken van het, met het oog op de volkswelvaart
zoo zegenrijke, werk der wegenverbetering, óf
tot een finantiëele débacle moet voeren;
11e. dat ook de uitvoering volgens den oor-
spronkelyken opzet zoo mogeiyk zelfs in
versneld tempo van de werken volgens het
Ryks- en de Provinciale Wegenplannen, in
aanzienlyke mate tot werkverruiming voert,
een vooral in deze ongunstige tydsomstandig-
heden niet te onderschatten voordeel;
is daarom van oordeel:
dat het zeer urgent moet worden geacht,
dat maatregelen worden getroffen zoo
noodig door wyziging van de Wegenbalas-
tingwet waardoor uit het wegenfonds aan
de provinciën jaarlyks gelden worden ver
strekt met bestemming te worden aangewend
ter verbetering van een groot deel der zoo
genaamde tertiaire wegen;
besluit:
30 -r-
Er waren nog niet veel gasten. Een be
diende bracht hun hors-d'oeuvres en een
wyniyst. Carma weigerde de eerste: de ge
dachte alleen aan die piquante spijzen
valide baar. Voortdurend vroeg zij zich af:
Waarom is hij toch zoo woedend? Wat heb
ik misdaan? In tic afge'.oopen weken had
ik de vaste overtuiging gekregen, dat hij
zich nooit meer zou laten gr.an tot zulk een
aanval van jaloerschheid of woede!
De ongewone wandeling had haar een
blos" bezorgd en haar oogen glinsterden van
koortsige spanning.
Eindelijk begon Jim:
Heb je Richard Grove soms meege
deeld wanneer we hier zouden komen?
Neen. Hij logeert hier al geruimen tyd
bij mijnheer Malcolmson. met wien hy be
zig is aan een tooneelwerk.
Het antwoord was niet ln staat Jlm tot
kalmte; te bren£fcn-
Waarom heb je me nu toch in 'she-
melsnaam niet verteld dat je boek zoo spoe
dig verschynen zouIk heb er recht op die
dingen te weten 1
Maar Jim je wist toch dat. ik het ge-
schreven had daarom Juist ben lk naar
Cornwalïls gegaan!
Je moet toch de proeven verbeterd heb
ben! zei hy.
Dat heb ik.
Wanneer?
De terete week na ons huwelijk. Toen
we in Luzem waren!
En daar heb je me niets van gezegd!
sprak Jim. Waarom was je daaromtrent zoo
geheimzinnig? Ik vind het uiterst onaange
naam om van Grove byzonderheden te ver
nemen betreffende je particuliere zaken. Je
houding tegenover dien man staat me niet
aan.
Mallory sprak op yzig kouden toon, zon
der stemverneffing, in korte, gebroken
zinnen.
Het spyt me.... het spyt me zeer, Jlm,
zei Car,na. Richard was er zoo»over in zn
nopjes, dat hij zich gehaast heeft het mij
te vertellen en mc te fellciteeren. Ik had
er zelf al byna niet meer aan gedacht
het was van zoo betrekkeiyk gering belang.
Ze trachtte hem te overtuigen dat alle
minder belangrijke zaken niet meer haar
aandacht hadden.
Maar Jim scheen Oost-Indisch doof te
zyn. Hy scheen aan te nemen, dat Carina
voor zichzelf had bewaard wat zii wist om
alleen haar bekende redenen
Het lykt me wel zeer onwaarschijnlijk,
dat je tante het je niet geschreven heeft!
Ze schrijft immers nooit zoo dikwyis.
antwoordde Carina.
Heb je geld voor dat boek ontvangen?
vroeg hy weer.
Nog niet, maar tegen het eind der
maand zal men het mij wel sturen.
Hoe groot zal dat bedrag zyn?
Twee honderd pond ongeveer, was het
antwoord.
Hy was sprakeloos verbaasd. Twee hon
derd pond een ruim inkomen voor elke
vrouw, die zooals Carina, op Ltnfold zou
heerschen. En Carina had het immers niet
noodig. Bij gelegenheid van hun huwelijk
had hy een klein kapitaal voor haar vastge
zet, met de toezegging haar elke drie maan
den de rente te zullen uitkeeren. Het overige
beheerde hij liever zelf. Peter ontving slechts
een betrekkelijk gering zakgeld. Wanneer hij
meer noodig had, moest hij er maar om vra
gen en caiuQonen waarom ny met het hem
toegekende niet was rondgekomen. Jim had
er in den beginne niet veel ooien naar ge
had, aan Carina een eigen kapitaal te
schenken, maar lady Murray, daartoe aan
gespoord door haar notaris, die 'n voorzich
tig man was, had r. by hem zoolang op aan
gedrongen, dat hij niet meer weigeren kon.
Waar speelt die roman, vroeg hy nog
In Italië. Carina was niet meer zenuw
achtig: ze was van haar eerste ontsteltenis
bekomen en haar toon was even yrlg koel
als de zijne.
Ik hoop, Carina, dat dit de laatste zal
deze motie ter kennis te brengen van Hun
ne Excellenties de Ministers van Binnen-
londsche Zaken en Landbouw, van Finan-
tiën. van Waterstaat en van Arbeid, Handel
en Nijverheid;
afschrift daarvan te doen toekomen aan
de beide Kamers der Staten-Generaal, aan
de Colleges van Gedeputeerde Staten der
verschillende Provincies en aan de Pers;
en gaat over tot de orde van den dag.
De bijeenkomst, die zich kenmerkte door
een talryk bezoek, werd o.m. bijgewoond door
de volgende genoodigdenden heer A. H.
Smulders, wethouder van Utrecht, de burge
meesters van talrijke gemeenten, onder wie
die van Nieuwerkerk a. d. IJssel, Kamerik,
Krimpen a. d. IJssel. Bunnik, Hooge en Lage
Zwaluwe, Giessen-Nieuwkerk, Koudekerk.
Leimuiden, Druten, Ternooy, Lekkerkerk.
Westzaan. Noordwijk, Bameveld, Hermelo
en Keppel, Wijmbritseradcel, Vreeswyk, Zei-
hem. Ilpendam, Huizen, Winsum. Reeuwijk
en Winkel. Verder waren o.m. aanwezig Mr.
G. G. Pekelharing, chef der afdeeüng Openb.
Werken van Utrecht, Ir. L. N. Holsboer, di
recteur van Gemeentewerken van Utrecht.
Ir. A. Bakker, hoofdingenieur van den Ryks-
waterstaat te Utrecht, voorzitter en secreta
ris van het Ned. Anti-Tollen-Comité, Mr. de
Wilde en Mr. Hemsing, vele wethouders van
gemeenten, vertegenwoordigers van Polder
besturen, Waterschappen. Kamers van Koop
handel, en vereenigingen en organen, ge
ïnteresseerd en belanghebbend bij verbete
ring van het wegennet in ons land, terwyi
vele adhaesiebetuigingen van openbare licha
men en vereenigingen waren ingekomen.
Zaterdag 13 Februari
HUIZE 1, 298 M. Uitsl, KRO-Ultzendinq.
8.00—9.15 Gramofoonpl. 10.00KRO-Trio.
11.30 Gorlsd Halfuurtje. 12.151.45 KRO-
Sextet o.l.v. P. Lustenhouwer. 2.00 Gramo
foonpl. 2.30 Kinderuur. 4.00 Gramofoonpl.
5.15 Esperanto-nieuws. 5.30 Gramofoonpl
6.20 Journ. Weekoverzicht. 6.40 Esperanto-
les. 7.10 Gramofoonpl. 7.15 Sportpraatje.
7.45 Tsjechisch Programma. Causerie door
Ir. J. C. de Vt1e3 en Concert KRO-orkest
o.l.v. J. Gerrttse<| M.m.v. Stefi Geyer
(viool) en FY. Boshart (piano). O.a. Ouvert.
„Verkaufte Braut", Smetana, en Slavlzche
Dansen, Dvorak. 8.4511.00 Concert KRO-
orkest o.l.v. J. Gerritsen. M.m.v. Stefi Geyer
(Viool) cn Fr. Boshart (piano). O.a. Con
cert C-dur (voor viool, cembalo en strijk
orkest), Haydn. ca. 9.30 Vaz Dias. 11.OQ
12.00 Grainoioorrol.
HILVERSUM 1875 M. G.45—7.00 en 7.30—
T.45 Gymnastiekles. 8.00 Gramofoonpl. 9.30
VARA-septet o.l.v. Is. Eyl. 10.15 Concert
VARA-sepiet en Gramofoonpl. 12.00 -
2.00 Amsterd. Solistenkwintet o.l.v. L. Ce-
hen en Gramofoonpl. 2.45 VARA-septet
o.l.v. Is. Eyl. 4.00 Vervolg concert. 5.00 Be
oefening der Huismuziek. 6.00 Volksliederen
door „De Wielewaal" o.l.v. P. Tlggers 7..15
Zaterdag Avondprogramma. VARA-orkesc
oJ.v. H. de Groot. Thecla Bruckwilder
(zang), Joh. Jong 'piano) en „The Hollan-
dia Three' (accordeon). O.a. Méditation do
Thais, Massenet, en Humoresque, Dvorak.
10.00 Vaz Dias en Voetbalnieuws. 10.15 Ver
volg Programma: O.a. Potp. „The Der er t
song", Ramberg. 10.45 Gramofoonpl. 11.00--
12.00 Roemeensch 'orkest Tana.se Codolban
m.m.v. W. Andrée (tenor). Uit Rest. „De
Kroon". Amsterdam. On. Wiener Blut, wals,
Strauss.
DAVENTRY, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing 1.20—2.20 Commodore Grand
orkest. 3 05 Rugbyweastryd Ierland—Enge
land. 4.50 Frank Walker Octet. 5.05 Orgel
concert Reginald Foort. 5.35 Kinderuur. 6.20
Berichten. 6.50 Winifred Bury (liedjes aan
de piano). 7.10 en 7.25 Causerie. 7.50 Gramo
foonpl. 3.20 „ln the highlands, in the coun
try places'1 Schotrche uitzending. 9.20 Be
richten en lezing. 10.00 Piano-humor door
Tom Clare e.a. 10.30 Vaudeville. 11.2012.20
Ambrose en zijn orkest.
PARIJS „RADIO-PARIS", 1725 M. 8.05
Op patrouille
WW
zy waren nog Jong, heel Jong, de vier
soldaten, die op patrouille waren. Den ge-
heelen dag waren zy reeds op verkenning
uit geweest; de voortdurende spanning nun-
ner zenuwen door het onophoudeiyk luisteren
naar verdachte geluiden en niet "t minst
de beweging in rit open lucht, hadden hen
hongerig en dorstig gemaakt. De geheele
voorraad, dien zy hddden meegenomen, was
reeds lang verorberd.
En nog steeds was er geen mensch, geen
huis te bekennen. Urenlang reden zy door
eindelooze bosschen
De jongste van hen, een blonde knaap
van nog geen twintig jaar, iriSt een knap,
regelmatig gezicht, beet de tanden op el
kander. Hem kwelde de honger wel het
meest. Verlangend keek hy naar een troep
kraaien, die juist voorbyvlogen.
Waarom zou hy niet een der vogels on
der schot nemen? Beter iets, dan niets
maar er mocht immers niet geschoten wor
den! Het minste geluid zou hun aanwezig
heid onmiddellyk verraden ze waren im
mers op verkenning uit!
Mistroostig liet hy het hoofd op de borst
zinken.
Zwygend reden zy verder. Eensklaps
hielden zy hun paarden in. Ginds, waar net
bosch yier werd, zagen zy daar geen daken
tusschen de boomen?
HoeraHoera
Eindelijk huizen menschen eten en
drinken!
Vlug gaven zy hun paarden de sporen en
galoppeerden ln gestrekten draf voorwaarts.
Hoe dichter zy het dorp naderden, hoe snel
ler zy reden.
Doch nergens was een rookpluim, hoe
gering ook, te bekennen. Zou het voor de
bewoners nog geen etenstijd zijn? Nu Ja, iets
zouden de hongerige soldaten toch zeker
nog wel vinden! of zouden de menschen
zyn gevlucht?
Nu hadden ze de eerste huizen bereikt. Hol
klonken de paardenhoeven op de steenen.
Nergens een open deur geen hond blaf
te geen geluid werd gehoord. Het dorp
leek geheel verlaten.
Op het marktplein stond een fontein. Uit
de monden van verscheidene beelden spoot
het heldere water in het groote bassin. De
vier jongemannen sprongen van hun paarden
en mensch en dier laafde zich aan de ver-
frisschende bron. Zy drenken en dronken
tot hun dorst gelescht was.
Toen gingen zy verder het dorp in. De
jongste soldaat bleef even staan by de deur
van een herberg, waarop eenig beeldhouw
werk zijn aandacht trok. Plotseling werd
zyn jongensgezicht doodsbleek en onafge
broken hield hy den blik gevestigd op een
papier, dat tegen den muur naast de deur
geplakt was. zyn pupillen werden groot
van afschuw en angst; de letters begonnen
voor zyn oogen te dansen. Met moeite kon
hy een geluid geven.
„Kame-raden!"
Meer dan een stamelen was het niet. Hy
werd dan ook niet gehoord.
Langzamerhand werd hy zichzelf eenigs-
zins meester en toen schreeuwde hy net uit:
.Kameraden! Kameraden!"
Verwonderd stormden de andere Irie sol
daten op hun vriend toe. Wat was er met
Paul?
Zonder een woord te zeggen wees hy hen
op het plakkaat. Een zinue.ooze angst maak
te zich nu ook van de drie anderen meester.
Zij bestegen in alleryl hun paarden en reden
weg van de plaats des onheils. Maar hoe
snel ze ook reden de angst was mét nen,
de grauwe, adembenemende angst, die bun
de keel toesnoerde en hun de ledematen
deed trillen.
Midden in hun rit moesten zy halt nou-
den; een hunner had hevige krampen en was
zóó onpasseiyk geworden, dat hy verplicht
was af te stappen. Met schuwen blik keken
de anderen naar hun kameraad. De ju-iste
hunner, die reeds examen voor omi-arts
had gedaan, trachtte met 'n glimlach die
hem echter heel slecht afging op te mer
ken:
„Kom, kerel, houd je goedZóó gauw beeft
het vergif zyn uitwerking nog niet Kunnen
doen!"
Maar zyn gezicht was in tegenspraak met
zyn eigen woorden en toen zy weer "erder
reden, zag hy hoe zyn kameraad zich
kromde en kromde onder de hevige pynen,
die hij te verduren had.
Geen woord werd verder meer tusschen
hen gewisseld.
Bloedrood was de zon in het Westen
ondergegaan; langzamerhand viel de avond
en reeds flikkerden eenige sterren aan oen
helderen hemel. Een zacht windje nusente
door de boomen.
Nog immer reed de patrouille ve-der, maar
't was, of de jonge mannen langzamerhand
weer zichzelf werden. Hoe dichter ze by
hun tentenkamp kwamen, noe meer de sngst
van hen afviel en hun Jonge zielen voelden
zich weldra geheel bevrijd van de vreeseiyke
beklemming.
Jeugd en levensmoed hadden de overwin
ning behaald!....
En het grauwe spook had jeen macht
meer over hen en vluchtte.... terug naar
het choleradorp
Gramofoonpl. 12.50 Wagnerconcert (Gramo-
foon). 5.20 Siohan-concert uit het Plgalle-
Theater. 9.05 Radió-tooneel „La banque
Nemo" van L. Verneuil (1ste acte). 10.20
Gramofoonpl. O.a. Fant. „Fllle de Madame
Angot", Lecocq.
KALUNDBORG, 1153 M. 11.20—1.20 Con
cert uit Rest. Wivex. 1.502.20 Gramofoon-
platen. 2.50--4.50 Radio-orkest o.l.v. Reesen.
7.20 Lumbye-concert o.l.v. Gröndahi. O.a.
Champagne galop. 9.35—10.20 Concert door
het Alberto Bracony-trio. Oude Fransche en
Italiaansche Muziek. 10.2011.35 Moderne
Dansmuziek o.l.v. Teddy Petersen.
LANGENbERG. 473 M. 6.25—7.20 Concert
uit Hambiug. 11.20 en 11.55 Grammofoonpl
12.25—1.50 Concert O.I.V. Wolf. 1.55-2.15
Gramofoonpl. 4.205.20 Lledereneoncert
door solisten. Grape (piano). 7.20 Vrooiyke
avond. Hierna tot 11.20 Concert o.l.v. Wolf.
11.20-7-13,20 Dansmuziek.
BRUSSEL, 508 en 338 M. 508 M.: 72 35—
2.05 Gramofoonpl. 5.20 Dansmuziek uit Ho
tel Atlanta. Brussel. 6.50 GramofoonpL
8.20 Avond gewyd aar. Molière. M.m. v. leden
van de Comédie framjaise en Orkest van
oude instrumenten uit Parys. 338 M.: 12.35
—2.05 Giamofoonpl. 5.2C Sonatenconcert.
6.05 Gramofoonpl. 8.20 „Paganini", operette
van Fr. I -c-bar. (Kon. Vlaamsche Opera te
Antwerpen).
ROME, 441 M. 720 GramofoonpL 8.20 Uit
zending van een opera.
ZEESEV. 1635 M. 720 Zie Langenberg.
Hierna Berichten en vervolgens tot 11.50
Dansmuziek In de pauze: Reportage van
de Berl'ynsche Zesdaagsche.
m
'OCL
De Koningin had woorden gehad met
den Koning. Maar tegen Kerstmis zond ze
hem als teeken van verzoening een prach-
tlgen olijftak. Maar Harlekijn was van
meening dat zyne Majesteit te boos was
om er zelfs naar te kyken
Harlekyn had het by t rechte einde.
„Weg er mee!" schreeuwde de koning.
Maar Harlekijn had z n plan. Hü begon
met een aantal roode ballen te jongleeren.
Ze vlogen de lucht ln en
Vielen op de takjes, waar ze bleven lig
gen. Nu is het mistletoe," lachte Hanekyn
en hy liet Z. M. het opschrift: „Vrede en
Vriendschap" zien. Aan zooveel liefde kon
de Koning niet weerstaan en hy vergal de
Koningin van harte.
zyn' Hij sprak bijna gebiedend. Je behoeft
geen geld te verdienen.
't Gaat er niet alleen om, geld te ver
dienen, Jim, spr ast ze. Toen ik voor Mary
zorgen moest, was 't noodig. Maar er is iets
in myn binnenste dat my er toe dringt.
Wanneer ik schryf geef 11- iets van mezelf!
Dat ls nonsens! En je zult er in ieder
geval geen tyd meer voor hebben. Er valt
op Linfold wel wat anders te doenEcht
roe ja al werk.... Ik hoop, dat ik het je vol
doende duidelijk heb gemaakt, Carina?
Zijn toon tot bevel prikkelde haar tot op
stand.
Maar dht is mijn werk myn leven
zei ze. En haar oogen schoten vlammen.
Laten we daar niet over redetwisten,
Carina. Je hebt thans een ander leven ge
kozen, met heel verschillende plichten.
Men bracht het dessert. Carina proefde
haar wijn: die had een scherpen, wrangen
smaak. Jim schilde een peer; tusschen bei
den heerschte doodsche stilte.
Hy had in haar een geheel nieuwe emotie
wakker geroepen, van welker bestaan zy zich
nimmer bewust was geweest. Droefheid ge
mengd met afkeer om zyn houding vervulde
haar: zy was zich zyn boosheid bewust, en
gevoelde dat hy haar werk haatte evengoed
als hy het haar godsdienst deed. Als zy met
hem de kathedralen bezocht, was hy nooit
op z'n gemak geweest, en zij begreep dat het
was omdat ze hem al te sterk herinnerden
aan de zwakheid zyner eigen omgeving. Toch
hadden tot heden haar godsdienst en haar
werk onaf schelde! iik van haar leven ge
schenen niet alleen, doch van haar karakter
en baar geheele 'wezen. Wat was zy zonder
die twee? Hoe kon hy haar beminnen en
de twee dingen haten welke haar gevormd
hadden? Hy kon houden van haar gelaat,
haar uiteriyk, haar stem, haar gebaar; die
konden zijn zinnen bekoren, zijn liefde wek
ken, maar de geest, de ziel, dat waren voor
heni onbekende gebieden. Hy vond het on
aangenaam dit begreep zy nu maar al te
wel, dat zij in aanraking kwam met din
gen', die buiten zyn eigen leven stonden.
De geheele episode had haar ten volle be
wust gemaakt, dat er een schynbaar niet te
hersteilen ramp had plaats gevonden. Ze
hadden nooit moeten trouwenEn juist
dit onherroepelijke stemde haar onbehaag
ïykZe zou door het leven moeten gaan,
toegevend aan zyn wentchen, en toch im
mer worden herinnerd aan die eeuwige
scheiding tusschen hen. En aan zyn harden
ontembaien blik in zijn oogen begreep zy,
dat het hem bittere ernst was, haar zyn
wil op ie dringen in deze zaak. Ze zou te
gehoorzamen hebben: niet meer schryven.
Maar toch was er aityd nog één pujit, waar
op zfj wist dat zyn wil geen invloed zou heb
ben En daarom kwam ..et naar raadzamer
voor in overige kleine zaken maar toe te
geven, ze moest 'n offer brengen; immers
hy had ook offers moeten brengen.
Maliory stond op.
Dus dat is afgesproken, nietwaar Ca
rina? Dat we er nooit meer over behoeven
te spreken? Het heeft ons wel heel dicht by
onzen eersten hulseiyken twist gebracht.
sinds we getrouwd zyn. Hy raakte even
haar hand.
Carina beantwoordde zyn sympathlebe-
wys niet. Zy droeg het hoofd hoog opge
heven, toen zij het groote restaurant met de
vergulde muren en schitterende verlichting
verliet. Hoe was het mogelijk, dat hy, die
haar naar zyn zeggen, beminde en begreep,
zulk een minachting koesterde voor haar
mooiste gaven, haar schryverstalent? Afge
sproken? De eerste huiselijke twist? Deze
woorden schenen voor haar geen beteekenis
te hebben. De donkere schaduw was reeds
over haar levenspad geworpen; had Grove
het haar niet voorspeld? Maar haar bewe
gingloos bleek gezicht liet niets naar buiten
doorschUnen van den geweldigen stryd wel
ken zy in haar gemoed had te voeren.
Zy had het gevoej dat zy Jims gevangene
was.
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Toen zij op hun zitkamer- aankwamen,
bemerkte Carina op haar tafel 'n stapel
kranten en andere drukwerken, zoo juLt uit
Engeland gekomen. Ook 'n postpakket
naar alle waarschnyiykheid 'n boek met
het handschrift van lady Murray. Ze be
greep, dat het ren exemplaar van haar eer
ste bock was. Het had niet op ongelegener
tydstlp kunnen komen. Een wild verlangen
om het voor Jim te verbergen kwam in haar
op. Maar met een van zyn onverwachte in
gevingen zag hy haar aan en sprak:
(Wordt vervolgd),