iXEEE PADEN VAN DEN IDE GRAPJAS HARLEKIJN! (PUROL HET TERTIAIRE WEGENNET IN NEDERLAND Verbetering dringend noodzakelijk Naar het Engelsch door J. Scheepens Gesprongen Handen RADIO-OMROEP u Harlekijn sticht vrede tusschen den Koning en de Koningin C£> Donderdagmiddag had ln de Congreszaal van het Jaarbeursgebouw te Utrecht een groote landelijke bijeenkomst plaats, geor ganiseerd door den Bond van Bedrijfsauto houders in Nederland, en tot doel hebbend een bespreking van en protest tegen den slechten toestand van het Nederlandsche tertiaire wegennet, om op deze wijze te ko men tot een noodzakelijke wegenverbetering. Het openingswoord werd uitgesproken door den voorzitter van den B. B. N., den heer A. J. ten Hope, lid van de Provinciale Sta ten van Zuid-Holland. Deze zelde in zijn openingswoord naast een woord van welkom o.m. liet volgende: Het bestuur van den B. B. N. reeds van het begin van zijn thans ruim tienjarig be staan een krachtig voorvechter in den strijd om betere wegen, heeft deze vergade ring bijeengeroepen, omdat de gang van za ken bij de verbetering van het Nederland- scno wegennet reeds geruimen tijd zijne steeds ernstiger wordende bezorgdheid wekt, een bezorgdheid, die eenerztjds is ontstaan door ae toename van het aantal klachten, dat geregeld ontvangen wordt over den toe stand van een groot deel onzer wegen, an derzijds zijn oorzaak vindt in de bestudee ring der jaarlijks verschijnende begrootings- stukken betreffende de ontvangsten en uit gaven van het wegenfonds. Tot het bijeenroepen van deze vergade ring van vertegenwoordigers uit de meest uiteenloopende kringen van de Nederlana- sche maatschappij, meent de B. B. N. het recht neen den plicht te hebben, al lereerst omdat hij het van primair belang voor zijn leden acht, dat het Neder landscne wegennet in een zoo goed mogelijken staat wordt gebracht en gehouden in een staat, waardoor het verkeer zoo goed en zoo veilig mogelijk kan plaats hebben. Maar daarne vens is het wegenvraagstuk ook een econo misch vraagstuk, bij de oplossing waarvan het geheele volk in al zijn geledingen het allerhoogste belang heelt. Een ieder zal ln den tegenwoordlgen tyd wel ervan overtuigd zijn, dat een goed we genstelsel een bezit van onschatbare waar de voor het gansche volk is. Op ieder onzer rust dus de plicht voor zooveel in zijn vermogen ligt mede te wer ken in den strijd om betere wegen en deze strijd kan door ons allen gezamenlijk wor den gevoerd, hoe ook onze overtuiging op verschillend gebied uiteenloopt. De B. B. N. wil deze overtuiging ook ves tigen bij de verantwoordelijke autoriteiten, by Regeering en Volksvertegenwoordiging, opdat deze besluiten tot de door ons noodig geoordeelde wijzigingen tot heil van het ge heele Nederlandsche volk. In het verdere gedeelte van de openings rede werd gewezen op de niet inlossing der wenschen van de automobilisten, op de vele schachten, die opstygen door den buitenge meen slechten toestand van het wegennet in ons land, hetgeen zijn oorzaak vindt in on behoorlijk onderhoud dier wegen, terwyi op gemerkt werd, dat op de adressen en ver zoeken aan Ministers en Staten-Generaal verzonden, deze betreffende, geheel afwyzend werd beschikt. De heer hoofdingenieur L. Bwaab hield vervolgens voor de vele aanwezigen een inlei ding over het wegenvraagstuk. Aan deze inleiding ontleenen wy het vol gende: Het vraagstuk der tertiaire wegen cn de financiering van de verbetering van het Ne;ler*ancL"cbe wegennet. Reeds geruimen tijd is gebleken, dat Je zoogenaamde tertiaire wegen ln hoofd zaak met water gebonden grind- of steen slag wegen niet bestand zyn tegen het daarop steeds meer en meer toegenomen cn nog altijd toenemende automobielverkeer. Zoowel, in het belang van de instandhou ding dier wegen, als in dat van de auto houders d.w.z. het belang van het Neder landsche Volk is verbetering van een groot deel dier wegen noodzakeiyk. De slechte toestand dier wegen doet n.l. groote schade aan het automaterieel en de lading; de laatste gaat vaak ernstig in kwaliteit achteruit, terwijl door groote siytage en ver meerderde reparatiekosten de exploitatie van de op de teriaire wegen verkeerende auto mobielen naar schatting ten minste 10 mill, meer kost dan wanneer de wegen wel in be hoorlijken toestand zouden zijn. Onverwijld ingrypen is geboden, omdat er langzamerhand een noodtoestand is ont staan; wordt n.l. niet spoedig tot verbete ring overgegaan, dan zullen honderden cn honderden kilometers tertiaire weg geheel en al worden vernield; de vernieuwing daar van zal dan veel en veel meer kosten dan het thans in orde brengen daarvan. De B. B. N. is tot de overtuiging gekomen, dat de meeste der beheerders der tertiaire wegen financieel niet voldoende krachtig zyn om die wegen te verbeteren en meestal ook niet over behoorUjke technische diensten beschikken; evenmin zyn de Provinciën in staat deze verbetering uit hun eigen fond sen te bekostigen. Dwingen dus deze omstandigheden het Rijk tot steun, ook de biliykheid tegenover de wegbeheerders eischt dit, omdat de wegen belasting, door de houders van de auto's, die de tertiaire wegen beryden opgebracht, in het Rijks wegenfonds wordt gestort. Ook ten opzichte van de autogebruikers Is het uit billijkheidsoverwegingen plicht van de Rijksregeering, gelden voor de verbete ring der tertiaire wegen te verstrekken, zulks met het oog op den zwaren druk der wegen belasting, welker invoering goeddeels werd gemotiveerd door het argument, dat de op brengst dier belasting zou worden aesceed tot verbetering van de Nederlandsche wegen en dat de autohouders dus als compensatie voor de zware belasting vermindering van de exploitatiekosten van him automaterieel zouden verkry'gen. Tot dusver doen vele provinciale besturen wat zy kunnen, en hoewel de B. B. N. voor alle verbeteringspogingen erkentelijk is, vol daan is deze bond allesbehalve, omdat het vraagstuk alleen met Rykshulp kan worden opgelost. De totale verbeteringskosten boven de uitgaven, die de tegenwoordige beheer ders aan de tertiaire wegen besteden, wor den op 75 millioen geschat, de verbetering zou in 20 jaar moeten geschieden. Op geen enkele andere wyze dan door Rtjkshulp is de verbetering te verkrygen; de meening, dat de tegenwoordige beneer- ders met steun van de Provinciën financieel wel voldoende krachtig zijn om de verbete ring tot stand te brengen, berust op zelf bedrog. Tot dusver Iaat de wegenbelastingwet hulp van het Ryk niet toe, daartoe zal wyziging van die wet in het byzonder van art. 32 daarvan noodig zyn. De noodzaak om een dergeiyk groot be drag van 75 millioen aan het wegenfonds te ontleenen, is op zich zelf al aanleiding om de door de Regeering gevolgde finan- cieringspolitiek ten aanzien van de wegen verbetering in Nederland in beschouwing te nemen. Daartoe bestaat nog te meer reden, omdat de kosten van de werken volgens het Ryks- en de Provinciale wegenplannen be- langryk hooger biyken te zyn dan oorspron- keiyk werd geraamd. Voltooiing van die werken in een eenigs- zins redeiyken termyn is by handhaving dier politiek niet mogeiyk zonder óf een veel te zwaren financiëelen druk op het Nederlandsche Volk te leggen, óf een finan- ciéele debacle te veroorzaken. Staking van het werk der wegenverbete ring of vertraging in het tempo leidt tot groote schade van het Nederlandsche volk en moet onder alle omstandigheden worden vermeden, omdat wegenverbetering een der krachtigste middelen tot verhooging van de volkswelvaart vormt. Daarom Is het standpunt van de Regee ring om alle wegenverbetering door het te genwoordige geslacht te doen betalen, ab soluut verwerpeiyk, temeer omdat meer dan de helft der uitgaven voor wegenverbete ring dient voor werken, waarvan de levens duur die van het tegenwoordige geslacht verre overtreft. Evenals by den aanleg van de spoorwe gen ls geschied, is het sluiten van een lee ning met langen looptyd ten behoeve van een deel dier werken dan ook volkomen ver antwoord te achten; aflossing daarvan is in verband met de stijging van de opbrengst der wegenbelasting volkomen verzekerd. Uit een oogpunt van werkverruiming is handhaving van het tot dusvere gevolgde tempo by de wegenverbetering zoo mc- geiyk versnelling daarvan uitermate ge- wenscht; onder de bestaande ongunstige economische omstandigheden ligt het op den weg der Regeering alles te doen, wat deze werkverruiming kan bevorderen, bijv. het zeer krachtig aanvatten van den brug genbouw. Ook op zich zelf is dit gewenscht met het oog op de tegenwoordig zeer lage prijzen. Het werk aan de tertiaire .vegen is by uitstek een object van productieve werkver schaffing en daarenboven over het geheele land verspreid. Uitvoering daarvan zal dus leiden tot verlaging van de groote bedragen voor werkloozensteun en tevens voor dui zenden de groote moreele nadeelen, aan steunverleening verbonden, opheffen. Op die gronden is het bestuur van den B. B. N. van meening dat besloten moet worden a. tot wijziging van de wegenbelastingwet, waardoor uit het Rykswegenfonds wu be hoeve van de verbetering der tertiaire we gen by dragen kunnen worden afgezonderd; b. tot het sluiten van een leening met langen looptyd, waardoor het regelmatige en systematische afwerken van de verbete ring van het Nederlandsche wegennet in een redeiyken termyn verzekerd zy. Na de inleiding van den heer ir. Swaao was gelegenheid tot gedachtenwisseling. De heer JAC. v. d. WOERD uit Zoelen, heemraad van Neder-Betuwe, deelde mede, dat hy een middel, een zeer goedkoop mid del had gevonden, om de tertiaire wezen te verbeteren. Spr. deelde onder groote hila riteit mede, dat hy octrooi had aangevraagd op zyn middel, hij had n.l. een egge met een zware, yzeren balk daarachter, en door zoo over de wegen te ryden, werden ze mooi gelijk. De burgemeester van Bameveld, mr. WESTRIK, wees op de financieele débacle, die de gemeenten tegemoet gaan door het onderhoud der tertiaire wegen. De meeste gemeenten zyn financieel niet meer capabel deze wegen te onderhouden. Hulp van Ryks- wege is absoluut noodzakelijk. De heer CORT v. d. LINDEN, secretaris van den Bond van Ned. Werkgevers, is te leurgesteld over het middel, waarmee men de kwaal wil oplossen. Spr. achtte het slui ten van een leening in dezen niet goed, daar de staat reeds zooveel moet leenen en reeds geleend heeft. Een andere financieele rege ling moet worden gevonden. Dr. MOLHUIJSEN, secretaris van het Ned. Landbouw-Comité, onderstreepte de nood- zakeiykheid van spoedige verbetering der ter tiaire wegen, en staafde dit met voorbeel den. De heer RENCKENS, lid en vertegenwoor diger van de K. v. K. van Nijmegen, onder schreef met feiten de inleiding. Spr. achtte het beter niet ineens een leening van 205 millioen te sluiten, doch in gedeelten. De heer CORDES, burgemeester van Her- melo en Keppel, onderstreepte den opzet en het doel der vergadering en wees eveneens op den slechten financieelen toestand der plattelandsgemeentekassen, die voor het onderhoud der tertiaire wegen absoluut on dersteuning behoeven. De heer DE BRUIN, lid van de wegen commissie van de K. N. A. C. en den A, N. W. B., merkte op. dat het onderhoud der wegen slecht is niet uit onwil, doch uit on kunde en onmacht. De onkunde kan worden opgeheven door voorlichting door den Pro vincialen technlschen dienst en de wegen commissie. Spr. achtte het noodzakeiyk, dat eerst bij de Provinciën wordt aangeklopt, wat betreft den financieelen steun. De heer SMULDERS, wethouder van Utrecht, heeft eveneens bezwaar tegen het sluiten van een leening. hetgeen ln de motie wordt aangegeven als de beste en afdoende wyze van financiering. Spr. vreest, dat tevens een leening zal worden gevraagd voor het onderhoud speciaal voor secundaire wegen. De heer STALLINGA, secretaris der ge meente Hindeloopen, besprak de afwysende houding, die de Provincie Friesland inneemt, waar het financieelen steun betreft aan de gemeenten voor het onderhoud van wegen. Spr. achtte het goed, dat de gemeenten ln samenwerking met den B. B. N. zich wen den tot de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten om zoodoende hoogere lichamen te bereiken. Ir. GROOTE, directeur van Pub. Werken te Hilversum, vreest er voor, dat men ner gens een leening zal kunnen sluiten en eerst over 20 jaren met terugbetalen zal beginnen. De heer lr. SWAAB beantwoordde als in leider de sprekers en verdedigde het voorstel ln de motie, waar het aangaat het sluiten van een leening. Wil men by den minister met een motie komen, waarin gevraagd wordt verbetering der tertiaire wegen, dan moet ook de wijze van financiering worden aangegeven. De huidige verbetering van het wegennet rust op het geslacht van heden- waar het de financiën betreft. De B. B. N. dringt hier voor dit werk nu aan op de draagkracht van het toekomstige geslacht. De motie, die na schrappen van de pun ten, waar het betreft het sluiten van een leening, werd aangenomen met alg. st., luidt als volgt; Motie. De vergadering, op 11 Februari 1932 te Utrecht bijeengeroepen door het Bestuur van den Bond van Bedrijfsautohouders in Neder land, en o.a. bijgewoond door leden van de Staten-Generaal, vertegenwoordigers van verschillende publieke colleges, van allerlei organisaties op het gebied van landbouw, handel en nyverheid, in het kort door een groot aantal wegbeheerders en weggebrui kers belanghebbenden bij en belangstel lenden in den toestand van het Nederland sche wegenstelsel overwegende: le. dat de toestand van het grootste ge deelte van het tertiaire wegennet in Neder land en het onderhoud daarvan zoodanig is. dat een behooriyk en veilig verkeer daarover met automobielen niet mogelijk is; 2e. dat door een groot aantal autohouders daardoor jaarlijks belangrijke finantlëele schade wordt geleden; 3e. dat het daarom noodig is, dat de be- langrykste tertiaire wegen zoodanig worden verbeterd, dat zij bestand worden tegen het moderne mechanische verkeer; 4e. dat de groote toename van dit verkeer waardoor de toestand dier wegen ziender- oogen achteruitgaat het zelfs urgent maakt, dat zoo spoedig mogelijk ingrijpende maatregelen ter verbetering worden getrof fen; 5e. dat de meeste beheerders der tertiaire wegen finantiëel niet voldoende krachtig zyn om die verbetering tot stand te brengen; 6e. dat ook de Provinciale geldmiddelen niet toelaten de voor die verbetering benoo- digde aanzienlyke bedragen beschikbaar te stellen; 7e. dat, afgescheiden hiervan, het uiter mate onbillyk zou moeten worden geacht, den zwaren finantiëelen druk dier verbete ring op de bedoelde beheerders of op de Provinciën te leggen, te meer omdat de door de gebruikers van de tertiaire wegen opge brachte wegenbelasting geheel in de Rykskas vloeit; 8e. dat het daarom biliyk en noodig moet worden geoordeeld uit het Rijkswegenfonds gelden af te zonderen, speciaal bestemd voor bydrage tot verbetering van verschillende tertiaire wegen; 9é. dat, ten einde de daarvoor noodige be dragen beschikbaar te krygen, verandering in de wyze van financieering van de verbete ring van het Nederlandsche wegennet moet worden gebracht; 10e. dat deze verandering toch ook noodig moet- worden geacht, omdat de thans ge volgde wyze van financiering óf tot het sta ken van het, met het oog op de volkswelvaart zoo zegenrijke, werk der wegenverbetering, óf tot een finantiëele débacle moet voeren; 11e. dat ook de uitvoering volgens den oor- spronkelyken opzet zoo mogeiyk zelfs in versneld tempo van de werken volgens het Ryks- en de Provinciale Wegenplannen, in aanzienlyke mate tot werkverruiming voert, een vooral in deze ongunstige tydsomstandig- heden niet te onderschatten voordeel; is daarom van oordeel: dat het zeer urgent moet worden geacht, dat maatregelen worden getroffen zoo noodig door wyziging van de Wegenbalas- tingwet waardoor uit het wegenfonds aan de provinciën jaarlyks gelden worden ver strekt met bestemming te worden aangewend ter verbetering van een groot deel der zoo genaamde tertiaire wegen; besluit: 30 -r- Er waren nog niet veel gasten. Een be diende bracht hun hors-d'oeuvres en een wyniyst. Carma weigerde de eerste: de ge dachte alleen aan die piquante spijzen valide baar. Voortdurend vroeg zij zich af: Waarom is hij toch zoo woedend? Wat heb ik misdaan? In tic afge'.oopen weken had ik de vaste overtuiging gekregen, dat hij zich nooit meer zou laten gr.an tot zulk een aanval van jaloerschheid of woede! De ongewone wandeling had haar een blos" bezorgd en haar oogen glinsterden van koortsige spanning. Eindelijk begon Jim: Heb je Richard Grove soms meege deeld wanneer we hier zouden komen? Neen. Hij logeert hier al geruimen tyd bij mijnheer Malcolmson. met wien hy be zig is aan een tooneelwerk. Het antwoord was niet ln staat Jlm tot kalmte; te bren£fcn- Waarom heb je me nu toch in 'she- melsnaam niet verteld dat je boek zoo spoe dig verschynen zouIk heb er recht op die dingen te weten 1 Maar Jim je wist toch dat. ik het ge- schreven had daarom Juist ben lk naar Cornwalïls gegaan! Je moet toch de proeven verbeterd heb ben! zei hy. Dat heb ik. Wanneer? De terete week na ons huwelijk. Toen we in Luzem waren! En daar heb je me niets van gezegd! sprak Jim. Waarom was je daaromtrent zoo geheimzinnig? Ik vind het uiterst onaange naam om van Grove byzonderheden te ver nemen betreffende je particuliere zaken. Je houding tegenover dien man staat me niet aan. Mallory sprak op yzig kouden toon, zon der stemverneffing, in korte, gebroken zinnen. Het spyt me.... het spyt me zeer, Jlm, zei Car,na. Richard was er zoo»over in zn nopjes, dat hij zich gehaast heeft het mij te vertellen en mc te fellciteeren. Ik had er zelf al byna niet meer aan gedacht het was van zoo betrekkeiyk gering belang. Ze trachtte hem te overtuigen dat alle minder belangrijke zaken niet meer haar aandacht hadden. Maar Jim scheen Oost-Indisch doof te zyn. Hy scheen aan te nemen, dat Carina voor zichzelf had bewaard wat zii wist om alleen haar bekende redenen Het lykt me wel zeer onwaarschijnlijk, dat je tante het je niet geschreven heeft! Ze schrijft immers nooit zoo dikwyis. antwoordde Carina. Heb je geld voor dat boek ontvangen? vroeg hy weer. Nog niet, maar tegen het eind der maand zal men het mij wel sturen. Hoe groot zal dat bedrag zyn? Twee honderd pond ongeveer, was het antwoord. Hy was sprakeloos verbaasd. Twee hon derd pond een ruim inkomen voor elke vrouw, die zooals Carina, op Ltnfold zou heerschen. En Carina had het immers niet noodig. Bij gelegenheid van hun huwelijk had hy een klein kapitaal voor haar vastge zet, met de toezegging haar elke drie maan den de rente te zullen uitkeeren. Het overige beheerde hij liever zelf. Peter ontving slechts een betrekkelijk gering zakgeld. Wanneer hij meer noodig had, moest hij er maar om vra gen en caiuQonen waarom ny met het hem toegekende niet was rondgekomen. Jim had er in den beginne niet veel ooien naar ge had, aan Carina een eigen kapitaal te schenken, maar lady Murray, daartoe aan gespoord door haar notaris, die 'n voorzich tig man was, had r. by hem zoolang op aan gedrongen, dat hij niet meer weigeren kon. Waar speelt die roman, vroeg hy nog In Italië. Carina was niet meer zenuw achtig: ze was van haar eerste ontsteltenis bekomen en haar toon was even yrlg koel als de zijne. Ik hoop, Carina, dat dit de laatste zal deze motie ter kennis te brengen van Hun ne Excellenties de Ministers van Binnen- londsche Zaken en Landbouw, van Finan- tiën. van Waterstaat en van Arbeid, Handel en Nijverheid; afschrift daarvan te doen toekomen aan de beide Kamers der Staten-Generaal, aan de Colleges van Gedeputeerde Staten der verschillende Provincies en aan de Pers; en gaat over tot de orde van den dag. De bijeenkomst, die zich kenmerkte door een talryk bezoek, werd o.m. bijgewoond door de volgende genoodigdenden heer A. H. Smulders, wethouder van Utrecht, de burge meesters van talrijke gemeenten, onder wie die van Nieuwerkerk a. d. IJssel, Kamerik, Krimpen a. d. IJssel. Bunnik, Hooge en Lage Zwaluwe, Giessen-Nieuwkerk, Koudekerk. Leimuiden, Druten, Ternooy, Lekkerkerk. Westzaan. Noordwijk, Bameveld, Hermelo en Keppel, Wijmbritseradcel, Vreeswyk, Zei- hem. Ilpendam, Huizen, Winsum. Reeuwijk en Winkel. Verder waren o.m. aanwezig Mr. G. G. Pekelharing, chef der afdeeüng Openb. Werken van Utrecht, Ir. L. N. Holsboer, di recteur van Gemeentewerken van Utrecht. Ir. A. Bakker, hoofdingenieur van den Ryks- waterstaat te Utrecht, voorzitter en secreta ris van het Ned. Anti-Tollen-Comité, Mr. de Wilde en Mr. Hemsing, vele wethouders van gemeenten, vertegenwoordigers van Polder besturen, Waterschappen. Kamers van Koop handel, en vereenigingen en organen, ge ïnteresseerd en belanghebbend bij verbete ring van het wegennet in ons land, terwyi vele adhaesiebetuigingen van openbare licha men en vereenigingen waren ingekomen. Zaterdag 13 Februari HUIZE 1, 298 M. Uitsl, KRO-Ultzendinq. 8.00—9.15 Gramofoonpl. 10.00KRO-Trio. 11.30 Gorlsd Halfuurtje. 12.151.45 KRO- Sextet o.l.v. P. Lustenhouwer. 2.00 Gramo foonpl. 2.30 Kinderuur. 4.00 Gramofoonpl. 5.15 Esperanto-nieuws. 5.30 Gramofoonpl 6.20 Journ. Weekoverzicht. 6.40 Esperanto- les. 7.10 Gramofoonpl. 7.15 Sportpraatje. 7.45 Tsjechisch Programma. Causerie door Ir. J. C. de Vt1e3 en Concert KRO-orkest o.l.v. J. Gerrttse<| M.m.v. Stefi Geyer (viool) en FY. Boshart (piano). O.a. Ouvert. „Verkaufte Braut", Smetana, en Slavlzche Dansen, Dvorak. 8.4511.00 Concert KRO- orkest o.l.v. J. Gerritsen. M.m.v. Stefi Geyer (Viool) cn Fr. Boshart (piano). O.a. Con cert C-dur (voor viool, cembalo en strijk orkest), Haydn. ca. 9.30 Vaz Dias. 11.OQ 12.00 Grainoioorrol. HILVERSUM 1875 M. G.45—7.00 en 7.30— T.45 Gymnastiekles. 8.00 Gramofoonpl. 9.30 VARA-septet o.l.v. Is. Eyl. 10.15 Concert VARA-sepiet en Gramofoonpl. 12.00 - 2.00 Amsterd. Solistenkwintet o.l.v. L. Ce- hen en Gramofoonpl. 2.45 VARA-septet o.l.v. Is. Eyl. 4.00 Vervolg concert. 5.00 Be oefening der Huismuziek. 6.00 Volksliederen door „De Wielewaal" o.l.v. P. Tlggers 7..15 Zaterdag Avondprogramma. VARA-orkesc oJ.v. H. de Groot. Thecla Bruckwilder (zang), Joh. Jong 'piano) en „The Hollan- dia Three' (accordeon). O.a. Méditation do Thais, Massenet, en Humoresque, Dvorak. 10.00 Vaz Dias en Voetbalnieuws. 10.15 Ver volg Programma: O.a. Potp. „The Der er t song", Ramberg. 10.45 Gramofoonpl. 11.00-- 12.00 Roemeensch 'orkest Tana.se Codolban m.m.v. W. Andrée (tenor). Uit Rest. „De Kroon". Amsterdam. On. Wiener Blut, wals, Strauss. DAVENTRY, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing 1.20—2.20 Commodore Grand orkest. 3 05 Rugbyweastryd Ierland—Enge land. 4.50 Frank Walker Octet. 5.05 Orgel concert Reginald Foort. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Winifred Bury (liedjes aan de piano). 7.10 en 7.25 Causerie. 7.50 Gramo foonpl. 3.20 „ln the highlands, in the coun try places'1 Schotrche uitzending. 9.20 Be richten en lezing. 10.00 Piano-humor door Tom Clare e.a. 10.30 Vaudeville. 11.2012.20 Ambrose en zijn orkest. PARIJS „RADIO-PARIS", 1725 M. 8.05 Op patrouille WW zy waren nog Jong, heel Jong, de vier soldaten, die op patrouille waren. Den ge- heelen dag waren zy reeds op verkenning uit geweest; de voortdurende spanning nun- ner zenuwen door het onophoudeiyk luisteren naar verdachte geluiden en niet "t minst de beweging in rit open lucht, hadden hen hongerig en dorstig gemaakt. De geheele voorraad, dien zy hddden meegenomen, was reeds lang verorberd. En nog steeds was er geen mensch, geen huis te bekennen. Urenlang reden zy door eindelooze bosschen De jongste van hen, een blonde knaap van nog geen twintig jaar, iriSt een knap, regelmatig gezicht, beet de tanden op el kander. Hem kwelde de honger wel het meest. Verlangend keek hy naar een troep kraaien, die juist voorbyvlogen. Waarom zou hy niet een der vogels on der schot nemen? Beter iets, dan niets maar er mocht immers niet geschoten wor den! Het minste geluid zou hun aanwezig heid onmiddellyk verraden ze waren im mers op verkenning uit! Mistroostig liet hy het hoofd op de borst zinken. Zwygend reden zy verder. Eensklaps hielden zy hun paarden in. Ginds, waar net bosch yier werd, zagen zy daar geen daken tusschen de boomen? HoeraHoera Eindelijk huizen menschen eten en drinken! Vlug gaven zy hun paarden de sporen en galoppeerden ln gestrekten draf voorwaarts. Hoe dichter zy het dorp naderden, hoe snel ler zy reden. Doch nergens was een rookpluim, hoe gering ook, te bekennen. Zou het voor de bewoners nog geen etenstijd zijn? Nu Ja, iets zouden de hongerige soldaten toch zeker nog wel vinden! of zouden de menschen zyn gevlucht? Nu hadden ze de eerste huizen bereikt. Hol klonken de paardenhoeven op de steenen. Nergens een open deur geen hond blaf te geen geluid werd gehoord. Het dorp leek geheel verlaten. Op het marktplein stond een fontein. Uit de monden van verscheidene beelden spoot het heldere water in het groote bassin. De vier jongemannen sprongen van hun paarden en mensch en dier laafde zich aan de ver- frisschende bron. Zy drenken en dronken tot hun dorst gelescht was. Toen gingen zy verder het dorp in. De jongste soldaat bleef even staan by de deur van een herberg, waarop eenig beeldhouw werk zijn aandacht trok. Plotseling werd zyn jongensgezicht doodsbleek en onafge broken hield hy den blik gevestigd op een papier, dat tegen den muur naast de deur geplakt was. zyn pupillen werden groot van afschuw en angst; de letters begonnen voor zyn oogen te dansen. Met moeite kon hy een geluid geven. „Kame-raden!" Meer dan een stamelen was het niet. Hy werd dan ook niet gehoord. Langzamerhand werd hy zichzelf eenigs- zins meester en toen schreeuwde hy net uit: .Kameraden! Kameraden!" Verwonderd stormden de andere Irie sol daten op hun vriend toe. Wat was er met Paul? Zonder een woord te zeggen wees hy hen op het plakkaat. Een zinue.ooze angst maak te zich nu ook van de drie anderen meester. Zij bestegen in alleryl hun paarden en reden weg van de plaats des onheils. Maar hoe snel ze ook reden de angst was mét nen, de grauwe, adembenemende angst, die bun de keel toesnoerde en hun de ledematen deed trillen. Midden in hun rit moesten zy halt nou- den; een hunner had hevige krampen en was zóó onpasseiyk geworden, dat hy verplicht was af te stappen. Met schuwen blik keken de anderen naar hun kameraad. De ju-iste hunner, die reeds examen voor omi-arts had gedaan, trachtte met 'n glimlach die hem echter heel slecht afging op te mer ken: „Kom, kerel, houd je goedZóó gauw beeft het vergif zyn uitwerking nog niet Kunnen doen!" Maar zyn gezicht was in tegenspraak met zyn eigen woorden en toen zy weer "erder reden, zag hy hoe zyn kameraad zich kromde en kromde onder de hevige pynen, die hij te verduren had. Geen woord werd verder meer tusschen hen gewisseld. Bloedrood was de zon in het Westen ondergegaan; langzamerhand viel de avond en reeds flikkerden eenige sterren aan oen helderen hemel. Een zacht windje nusente door de boomen. Nog immer reed de patrouille ve-der, maar 't was, of de jonge mannen langzamerhand weer zichzelf werden. Hoe dichter ze by hun tentenkamp kwamen, noe meer de sngst van hen afviel en hun Jonge zielen voelden zich weldra geheel bevrijd van de vreeseiyke beklemming. Jeugd en levensmoed hadden de overwin ning behaald!.... En het grauwe spook had jeen macht meer over hen en vluchtte.... terug naar het choleradorp Gramofoonpl. 12.50 Wagnerconcert (Gramo- foon). 5.20 Siohan-concert uit het Plgalle- Theater. 9.05 Radió-tooneel „La banque Nemo" van L. Verneuil (1ste acte). 10.20 Gramofoonpl. O.a. Fant. „Fllle de Madame Angot", Lecocq. KALUNDBORG, 1153 M. 11.20—1.20 Con cert uit Rest. Wivex. 1.502.20 Gramofoon- platen. 2.50--4.50 Radio-orkest o.l.v. Reesen. 7.20 Lumbye-concert o.l.v. Gröndahi. O.a. Champagne galop. 9.35—10.20 Concert door het Alberto Bracony-trio. Oude Fransche en Italiaansche Muziek. 10.2011.35 Moderne Dansmuziek o.l.v. Teddy Petersen. LANGENbERG. 473 M. 6.25—7.20 Concert uit Hambiug. 11.20 en 11.55 Grammofoonpl 12.25—1.50 Concert O.I.V. Wolf. 1.55-2.15 Gramofoonpl. 4.205.20 Lledereneoncert door solisten. Grape (piano). 7.20 Vrooiyke avond. Hierna tot 11.20 Concert o.l.v. Wolf. 11.20-7-13,20 Dansmuziek. BRUSSEL, 508 en 338 M. 508 M.: 72 35— 2.05 Gramofoonpl. 5.20 Dansmuziek uit Ho tel Atlanta. Brussel. 6.50 GramofoonpL 8.20 Avond gewyd aar. Molière. M.m. v. leden van de Comédie framjaise en Orkest van oude instrumenten uit Parys. 338 M.: 12.35 —2.05 Giamofoonpl. 5.2C Sonatenconcert. 6.05 Gramofoonpl. 8.20 „Paganini", operette van Fr. I -c-bar. (Kon. Vlaamsche Opera te Antwerpen). ROME, 441 M. 720 GramofoonpL 8.20 Uit zending van een opera. ZEESEV. 1635 M. 720 Zie Langenberg. Hierna Berichten en vervolgens tot 11.50 Dansmuziek In de pauze: Reportage van de Berl'ynsche Zesdaagsche. m 'OCL De Koningin had woorden gehad met den Koning. Maar tegen Kerstmis zond ze hem als teeken van verzoening een prach- tlgen olijftak. Maar Harlekijn was van meening dat zyne Majesteit te boos was om er zelfs naar te kyken Harlekyn had het by t rechte einde. „Weg er mee!" schreeuwde de koning. Maar Harlekijn had z n plan. Hü begon met een aantal roode ballen te jongleeren. Ze vlogen de lucht ln en Vielen op de takjes, waar ze bleven lig gen. Nu is het mistletoe," lachte Hanekyn en hy liet Z. M. het opschrift: „Vrede en Vriendschap" zien. Aan zooveel liefde kon de Koning niet weerstaan en hy vergal de Koningin van harte. zyn' Hij sprak bijna gebiedend. Je behoeft geen geld te verdienen. 't Gaat er niet alleen om, geld te ver dienen, Jim, spr ast ze. Toen ik voor Mary zorgen moest, was 't noodig. Maar er is iets in myn binnenste dat my er toe dringt. Wanneer ik schryf geef 11- iets van mezelf! Dat ls nonsens! En je zult er in ieder geval geen tyd meer voor hebben. Er valt op Linfold wel wat anders te doenEcht roe ja al werk.... Ik hoop, dat ik het je vol doende duidelijk heb gemaakt, Carina? Zijn toon tot bevel prikkelde haar tot op stand. Maar dht is mijn werk myn leven zei ze. En haar oogen schoten vlammen. Laten we daar niet over redetwisten, Carina. Je hebt thans een ander leven ge kozen, met heel verschillende plichten. Men bracht het dessert. Carina proefde haar wijn: die had een scherpen, wrangen smaak. Jim schilde een peer; tusschen bei den heerschte doodsche stilte. Hy had in haar een geheel nieuwe emotie wakker geroepen, van welker bestaan zy zich nimmer bewust was geweest. Droefheid ge mengd met afkeer om zyn houding vervulde haar: zy was zich zyn boosheid bewust, en gevoelde dat hy haar werk haatte evengoed als hy het haar godsdienst deed. Als zy met hem de kathedralen bezocht, was hy nooit op z'n gemak geweest, en zij begreep dat het was omdat ze hem al te sterk herinnerden aan de zwakheid zyner eigen omgeving. Toch hadden tot heden haar godsdienst en haar werk onaf schelde! iik van haar leven ge schenen niet alleen, doch van haar karakter en baar geheele 'wezen. Wat was zy zonder die twee? Hoe kon hy haar beminnen en de twee dingen haten welke haar gevormd hadden? Hy kon houden van haar gelaat, haar uiteriyk, haar stem, haar gebaar; die konden zijn zinnen bekoren, zijn liefde wek ken, maar de geest, de ziel, dat waren voor heni onbekende gebieden. Hy vond het on aangenaam dit begreep zy nu maar al te wel, dat zij in aanraking kwam met din gen', die buiten zyn eigen leven stonden. De geheele episode had haar ten volle be wust gemaakt, dat er een schynbaar niet te hersteilen ramp had plaats gevonden. Ze hadden nooit moeten trouwenEn juist dit onherroepelijke stemde haar onbehaag ïykZe zou door het leven moeten gaan, toegevend aan zyn wentchen, en toch im mer worden herinnerd aan die eeuwige scheiding tusschen hen. En aan zyn harden ontembaien blik in zijn oogen begreep zy, dat het hem bittere ernst was, haar zyn wil op ie dringen in deze zaak. Ze zou te gehoorzamen hebben: niet meer schryven. Maar toch was er aityd nog één pujit, waar op zfj wist dat zyn wil geen invloed zou heb ben En daarom kwam ..et naar raadzamer voor in overige kleine zaken maar toe te geven, ze moest 'n offer brengen; immers hy had ook offers moeten brengen. Maliory stond op. Dus dat is afgesproken, nietwaar Ca rina? Dat we er nooit meer over behoeven te spreken? Het heeft ons wel heel dicht by onzen eersten hulseiyken twist gebracht. sinds we getrouwd zyn. Hy raakte even haar hand. Carina beantwoordde zyn sympathlebe- wys niet. Zy droeg het hoofd hoog opge heven, toen zij het groote restaurant met de vergulde muren en schitterende verlichting verliet. Hoe was het mogelijk, dat hy, die haar naar zyn zeggen, beminde en begreep, zulk een minachting koesterde voor haar mooiste gaven, haar schryverstalent? Afge sproken? De eerste huiselijke twist? Deze woorden schenen voor haar geen beteekenis te hebben. De donkere schaduw was reeds over haar levenspad geworpen; had Grove het haar niet voorspeld? Maar haar bewe gingloos bleek gezicht liet niets naar buiten doorschUnen van den geweldigen stryd wel ken zy in haar gemoed had te voeren. Zy had het gevoej dat zy Jims gevangene was. VEERTIENDE HOOFDSTUK. Toen zij op hun zitkamer- aankwamen, bemerkte Carina op haar tafel 'n stapel kranten en andere drukwerken, zoo juLt uit Engeland gekomen. Ook 'n postpakket naar alle waarschnyiykheid 'n boek met het handschrift van lady Murray. Ze be greep, dat het ren exemplaar van haar eer ste bock was. Het had niet op ongelegener tydstlp kunnen komen. Een wild verlangen om het voor Jim te verbergen kwam in haar op. Maar met een van zyn onverwachte in gevingen zag hy haar aan en sprak: (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 11