DE SCHORSING VAN „EL DEBATE" De censuur - Madrid en Moskou DE VRIJHEIDSHELD DER NIEUWE WERELD GEORGE WASHINGTON TWEEDE BLAD VRIJDAG 12 FEBRUARI 1932 BLADZIJDE 1 ONDER DE WILDE INDIANEN 11 En waarom zouden we treuren? 1732 - 22 FEBRUARI - 1932 REMBRANDT THEATER rTYTTVVFTTTTTTTVTTYVVyyyTTVT HAARL. VOETBAL BOND Wedstrijden voor Zaterdag afgelast Van onze Rechtbank Rectificatie W 0e ijsbaan te Velsen geopend. De cultuurfüm In het Rembrandt-thea ter van a.s. Zondag morgen voert de toe schouwers naar de Berg- en Chulipi In dianen van Zuid- Amerika. De eersten kan men rekenen onder de geciviliseer de en de laatstge noemden onder de wilde Indianen, Dr. Baessler, die volgens zijn eigen getuigenis vijf maal met een expeditie naar die streken is getrokken, licht de film nader toe en vertelt met een benijdenswaardige eloquentie verschil lende bijzonderheden en eigenaardigheden van de hier genoemde Indianen. Het is dan ook niet zoo gemakkelijk in eenige woorden weer te geven, wat tijdens de voorstelling dooi den spreker zooal wordt gezegd, vooral niet wijl al het ge sprokene parallel loopt met de beelden van de film. Doch in ieder geval krijgt men een volmaakten indruk van de leefwijze en gewoonten dezer In- iianen-stammen. Bij- zonderen nadruk legt Dr. Baessler op het feit dat de wilde In dianen zooveel zuiverder en natuurlijker zijn dan de geciviliseerde, daar de laatsten in zekeren zin door het blanke ras geheel zijn bedorven. We meenen goed te doen hier een opmerking te lanceeren, die in dit ver band niet geheel en al van belang ontbloot is en wel deze, dat men iets dergelijks niet kan wijten aan de civilisatie, doch aan de slechte elementen onder de blanke rassen. Doch die zijn niet alleen voor de Indianen doch ook voor de blanken zelf een gevaar, waartegen men op zijn hoede kan en dient te zijn. Immers, ook Dr. Baessler is niet zooals zijn voorgangers of andere expeditie leiders te vuur en te zwaard door deze contreien getrokken en zoo zullen er nog wel meer werkelijk beschaafde menschen zijn, veronderstellen we. Wat de film zelf betreft, veel van wat men Eenige Berg-Indianen, die in steenen holen in de berg leven te zien krijgt, ls nieuw voor negenennegentig procent van het menschdom, daar men er tot nog toe niet in geslaagd is, vanwege de buitengewone haat, die deze Indianen tegen blanken hebben, van hen een film te ma ken. Een krachtig ingeworteld bijgeloof aan allerhande geesten en hun buitengewoon vreemde zeden maken het laud van Peru zoo goed als ontoegankelijk voor onbekende blanken. Daarom ls het zien van deze film hoogst interessant, mede, zooals gezegd, door den verklarenden „tekst" van Dr. Baesler. Alleen lijkt het ons om speciale redenen gewenscht, dat slechts strikt volwassenen er nota van nemen. Zoowel het gesproken woord als de bege leidende tekst is bovendien in t Duitsch. L. V. Chulipi-Indiancn tijdens den maaltijd {Van onzen bijzonderen Spaanschen correspondent) Madrid, 7 Febr. 1932. Het Katholieke dagblad „El Debate" blijft voorloopig geschorst. Dat heeft de heer Alcala Zamora nog eens extra bevestigd. Voor onbepaalden tijd. Over de reden daar van zoo aanstonds. Nog nooit heeft de pers in Spanje zulk een afschuweliiken toestand mee emaalct als thans. Zelfs liberale bladen geven toe, dat het onder de dictatuur van Primo de Rivera niet zóó erg was. Toen had men hier een voorafgaande keuring van de bla den. Die hebben we nu nog, maar ••nder een anderen naam, en met veel schadelijker uit werking. De opzet is heel anders. Thans kunnen de bladen alles publiceeren, maar ze weten, dat, als ze het doen, ieder oogenblik schorsing voor onbepaalden tijd te wachten is. Want er zijn zekere vage artikelen in de wet, die onmiddellijk toegepast kunnen wor den, zoodra er maar iets in de pers ver schijnt, wat de regeering onaangenaam is. Dan zijn er van die voorafgaande vriende lijke waarschuwingen, goedbedoelde wenken, (o, zoo goed bedoeld!), ofwel: een rondschrij ven aan de gouverneurs van de provincies, welk schrijven deze heeren alsdan ter kennis van de respectievelijke pers brengen Het is 'n methode van voorafgaand angst- aanjagen, welke lederen dag weer verhindert dat de bladen hun meening zeggen en welke hen dwingt, om hun eigenlijke opinie te verminken. Geen wonder, dat men reeds een vergelijking heeft gemaakt tusschen wat de dictatuur in zeven jaar tegen üe pers heeft gedaan, en wat er in tien maan den van „bevrijding" en democratie is ge beurd. Op die wijze werkt de wet reeds, zonder dat ze wordt toegepast. En zooals ze. werkt, staat het niet eens in de letter van de wet. Wanneer dan bij ongeluk een of ander blad de vage voorschriften niet met de juiste woordenkeus heeft weten te omzeilen, volgt onmiddelliik en onverbid delijk de zwaarste toepassing schorsing. Dat is dan ook het geval geweest met „El Debate". Andere bladen hebben óók gepro testeerd tegen het bekend decreet inzake de opheffing der Jezuïeten-orde. Maar ze heb- .ben dat op minder rechtstreeksche wijze ge daan, minder heftig, en veel handiger: door b.v. te zeggen, dat ze niet in staat waren, kritiek uit te oefenen; dat er in zulke gevallen geen juister commentaar ge leverd kon worden, dan door te zwijgen! En zoo werd „EI Debate" het kind van de rekening. Een openlijke beoordeeling van het betreffende decreet zal men voorloopig in geen enkele Spaansche courant aantref fen; d. w. z.: een beoordeeling naar waar heid. Tot schade van het openbare leven, waarin de pers zulk een vooraanstaande plaats inneemt. Ziedaar de vrijheid van denken, die de mannen der revolutie een eersten eisch ge noemd hebben! Zouden er nog wel echte li beralen, mannen der vrijheid, onder hen zijn! De vrijheid, die zij brengen, is de vrij heid des verderfs. Het volk, de maatschap pelijke instellingen, en de individuen richten zij ten gronde. Zoo zijn de feiten. Vrijheid van gedachte om zijn gedachte te uiten bestaat niet ln deze democratische republiek. Wat we wel hebben: een groepeering van feitelijk onwet tige partijen, zooals die der monarchisten, die wèl bestaan mogen, op voorwaarde, dat ze hun beginsel niet al te vurig verdedigen! De onderdrukking van de vrije opinie in Spanje, de voortdurende voorafgaande be dreiging, die de pers in haar beschavings werk belemmert, de plotselinge schorsing voor korter of langer tijd, die haar als een zwaard boven het hoofd hangt, en met één slag het leven van een courant vernietigen kan, zonder dat d&n een waarschuwing tot haar gericht wordt werkt met duivelsche Het ls 22 Februari a.s. tweehonderd jaar geleden, dat George Washington de eerste president van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika en de grondlegger van de onafhankelijkheid van de Unie, te Bridges Creek, in Westmoreland, in het graafschap Virginia, werd geboren. Sprekende over den geboortedag van George Washington, zeide Daniël Webster, de bekende Amerikaansche staatsman, o. m. ,De naam van Washington is innig ver bonden met alles wat, voor altijd, het meest essentieele is van de welvaart, de vrijheid, de vrije instellingen, den roem van het va derland. Deze naam was een macht tot het verzamelen van een natie, in het uur van groote gevaren en tegenspoeden. Deze naam scheen, in den storm -an den oorlog, als een vuurbaken tot troost en geleide voor de vrienden van het vaderland. Hij vlamde op ftls een meteoor tot afweer van de vijanden. Deze naam was, in dagen van vrede, een magneet, welke tot zich trok het gansche vertrouwen van een volk, de liefde van een natie, de eerbied van geheel de wereld. Deze naam, in den loop der tijden verspreid over de geheele aarde, geuit in alle talen, zal altijd worden uitgesproken met hartelijke dankbaarheid doir een ieder, in wiens borst de naam van Washington gevoelens van menschelijk recht en menschelijke vrijheid heeft opgewekt. In de steden en de dorpen, in openbare tempels en in den familiekring, te midden van alle leeftijden en seksen worden heden met vreugdevolle stemmen, met dankbare harten, opnieuw de deugden van den vader van ons vaderland besproken. En zoo zal het ook zijn in alle tijden die komen." En vijf dagen na den dood van Washing ton zeide John Marshall, afgevaardigde van Virginia: „Hij was de eerste in den oorlog, de eerste in den vrede, de eerste in de har ten van zijn landgenooten." Met de hierboven aangehaalde woorden van Webster en Marshall is de liefde getee- kend, de vereering geschetst van het Ame rikaansche volk voor George W ishington, den aanvoerder in den onafhankelijkheids oorlog, den politieken leider, d„n eersten president van de Noord-Amerikaansche Unie. En bij het bestudeeren van zijn leven, in zijn werkzaamheid, zijn uitingen, zijn eer lijkheid en tr ouw, zijn onbaatzuchtigheid, zijn liefde voor zijn land begrijpen wij die liefde en genegenheid, die trouw aan de nagedachtenis van den man, die eens als Cincinnatus geroepen van. zijn velden om zijn volk te leiden en aan te voeren, geen hoogere begeerten kende dan het welzijn van land en volk en ln wlen, zooals Gulzot sluwheid. De vrijheid, die heet te heerschen, is als 't ware het lokmiddel, dat den vijan den der Regeering vertrouwen moet inboeze men, om hen alsdan in de val te lokken, waar zij den dood vinden. Zóó regeert ook Stalin. En werkelijk, juist dezer dagen bevatte een revolutionnair biad een oproep aan het adres van de Regeering, om met onverbiddelijke gestrengheid op te treden tegen alwie zich niet onder werpt aan de revolutionnaire beginselen, en het begrip v r ij h e i d niet al te belachelijk te maken! Alsof het nog niet genoeg was! Het blad verwijst naar den toestand van de pers in Rusland. Daar heeft men alleen de communistische pers, die van begin tot eind aan de verdediging van de Sovjets gewijd is: daar is de journalist slechts een onder deel van het raderwerk van den commumsti- schen Staat! Geen wonder, dat hier in andere bladen, dan die, welke de Regeering zijn toegedaan, verband gelegd wordt tusschen Moskou en Madrid. De z.g. „vierde gelofte", waarop de uitdrijving der Jezuïeten gegrond is (deze gelofte beteekent dan de gehoorzaamheid der Orde aan een buitenlandsche macht den H. Stoel) is slechts een erbarmelijke uit vlucht. Die gelofte slaat slechts op een deel der Jezuïeten terwijl bovendien de ge hoorzaamheid aan den Paus voor alle Ka tholieken plicht is, zoodat men op die manier alle Katholieken van Spanje op straat zou moeten zetten. Het antwoord der Katholie ken nu komt hierop neer, dat zij met min stens evenveel recht van de Regeering kun nen zeggen, dat deze zelf van een andere macht afhankelijk is! Voeg daarbij het ge weldig aantal vrijmetselaars in de Kamer minstens 180 van de 400. Nu worden heel veel dingen duidelijk. Nu wordt ê,lles duide lijk. De haat der Loge tegen het Vaticaan en de Katholieke Kerk verklaart het vrij metselaarskarakter van het decreet, waarbij de gehoorzaamheid aan den H. Stoel als een staatsmisdrijf wordt uitgelegd. Communisme en vrijmetselarij, die oppermachtig zijn in Rusland en Mexico, hebben thans vrij spel in Spanje, en hun eerste doel is: een stelsel matige vervolging van de Katholieke Kerk zonder éénig middel te verafschuwen. De ontbinding der Jezuïeten-orde is slechts een onderdeel. Maar men heeft de maatschappij reeds in haar geledingen getroffen in het GEORGE WASHINGTON in zijn „Memoires" schreef, twee karakter trekken domineerden: groote toewijding aan de zaak van zijn land en eer. vastberaden on afhankelijkheid in oordeel en leiding, in dienst van zijn volk. Een zeldzaam mooie en gave persoonlijk heid, zonder eerzucht, aan zich zelf twijfe lende, zich zelf en zijn belangen vergetende om beter en volkomener zijn land to kunnen dienen, voorzichtig, stoutmoedig, eerlijk naar zijn overtuiging levende. Toen hij door het Amerikaansch congres werd benoemd tot opperbevelhebber van <ïe Amerikaansche troepen in den strijd tegen Engeland, heeft hij die functie niet begeerd. Tot zijn dood bleef hij, naar het scheen, sceptisch gestemd ten opzichte van zijn be kwaamheid voor de taa.c, waartos hij ge roepen was. Vóór hij het ambt aanvaardde, waarvoor hij geen soldij wenschte,, vroeg hij „every gentleman in the room", zich steeds te willen herinneren, dat hij zich niet be schouwde als geschikt voor zijn taak, maar dat hij haar aannam als een verplichting hem eenstemmig opgelegd. En in gelijken geest schreef hij aan zijn vrouw. Maar toen hij gerospen was het hoofd te zijn van den strijd, zag men hem overal en hij dwong de bewondering af van de veld- heeren in Europa, die, naar de getuigenis van Franklin in een brief, gericht tot Was hington, over de kaart van Noovd-Amerika stonden gebogen om de bewegingen van de legers, de veldslagen te kunnen volgen. „At present," schreef Franklin o.m. „I en joy that pleasure for you: as I frequently hear, the old generals of this martial country speak with sincere approbation and great applause of your conduct and join in giving you the character of one of the greatest captains of the age." 1) Zeer zeker, toen hij opperbevelhebber werd had hij zijn sporen reeds verdiend op het slagveld, in den zevenjarigen oorlog tusschen Frankrijk en Engeland, waarin hij streed als Amerikaansch kolonist aan de zijde van het laatste land. Maar tusschen den zevenjarigen oorlog en het moment, waarop hij aan het hoofd stond van het Amerikaansche leger, was een reeks van jaren verloopen. waarin hij weer planter was, het zwaard met den p.ocg had verwisseld. En toen hij tot president der Unie werd gekozen had hij evenmin dit ambt begeerd, maar hij nam het weer aan, omdat hij meende zijn land daardoor van dienst te kunnen zijn. Hij kende ook de moeilijkheden. Want toen hij, na zijn verkiezing, door het volk juichend werd begroet, zeide hij: „my station is new, I walk in unrotten ground." (Het ls een heel nieuwe positie voor mij). Als een of andere humorist door de radio een liedje zong op vroolijke gebeurtenissen tijdens een begrafenis, meenden we mis schien, dat deze liedjeszanger een overladen fantastisch brein bezat. Een begrafenis viert men toch niet en daar heerscht toch droefe nis, verdriet, omdat een dierbaar mensch is heengegaan Over het verdeelen van erfenis-, sen zullen we niet spreken, dit hoofdstuk is al te gevaarlijk. Maar hoe vindt u deze authentieke adver tentie in „de Volkskrant"? UITSPANNING ,,'T LINDENHOF" Uitstekende gelegenheid voor het houden van Begrafenissen. GOEDE CONSUMPTIE BILLIJKE PRIJZEN Aanbevelend, H. BLÏKMAN, TEL. 1518 ENSCHEDE. Commentaar is vrijwel overbodig. „En waarom zouden we treuren?" Je moet toch met je gasten ergens naar toe, als je nu eenmaal volgens de wet „be graven" moet. En dan kan men bij de uitspanning ,,'t Lin denhof" lekker eten en drinken voor een koopje! onderwijs, in de liefdadigheid, in het parti culiere leven en in het godsdienstige. Alfonso als leider der vereenigde monarchisten? MADRID, 8 Februari 1932. In welingelich te kringen wordt hier verklaard, dat het in het begin van deze maand tot een verzoe ning is gekomen tusschen de beide monar chistische groepen de aanhangers van den gewezen koning Alfonso XIII en die van Don Alfonso Carlos, de z.g. Carlisten. Ex- koning Alfonso is thans erkend als leider der beide groepen, die voortaan één groep zullen vormen. Op zijn beurt heeft Alfonso XIII schriftelijk verklaard, dat hij, mocht hij een maal wederom tot het koningschap geroepen worden, de bijzondere voorrechten der voor malige Carlistische partij zal erkennen. Twee maal wer J hij president en weer was, in 1796, zijn herkiezing zeker, maar hij wei gerde. Hij was toen 64 jaar en verlangend naar de landelijke rust, na jaren van strijd en werkzaamheid. In zijn beroemd „farewell address" richtte hij zich tot 'het Amerikaansche volk vol hartelijke en welgemeende raadgevingen van een „old and affectionate friencl," zooals hij schreef. Wie over George Washington schrijft, moet, noodwendig, ook de geschiedenis van de Amerikaansche Unie, in de periodes van haar strijd, haar wording en haar ontwikke ling memoreeren. Washington teekenen als mensch, staats man en soldaat eischt als achtergrond het Amerika der 18c eeuw, toen. het nog kolo niaal bezit van Engeland was. de Noord- Amerikanen onderdanen van den Britschen koning waren en onderworpen aan de En- gelsche wetgeving, zonder meer zeggens macht dan over lokale aangelegenheden. Van Washington's jeugd is ons weinig of niets bekend. Wij bezitten geen gegevens, welke erop wijzen, dat de jonge George een ander leven leidde dan andere knapen van zijn leeftijd, dan de zoons van andere fami lies in gelijke omstandigheden. Landbouw, vischvangst, jacht en een klein beetje leeren maakten zijn bestaan uit Zijn opvoeding was nog al gebrekkig. Hij was de oudste zoon van Augustine Washington en Mary Ball, de tweede vrouw van Augustine, die eerst met Jane Butler gehuwd was geweest. In 1747 verliet George de school en krijgen we wat meer van zijn leven te weten. Nauwelijks is hij zestien jaar, of hij wordt opzichter over de bezittingen van lord Far- fax en blijft drie iaar in die betrekking. Hij gaat met zijn stiefbroer Lawrence, uit het eerste huwelijk van zijn vader, ln 1751 naar West-Indië, waar hij de kinderpokken krijgt. Teruggekeerd ziet hij de dreigende tee kenen van den oorlog tusschen Engeland en Frankrijk. De Franschen waren met de Engelschen den wedstrijd om koloniaal berit begonnen. In het begin der 18e eeuw was de oorlog tus schen Frankrijk en Engeland geëindigd met den vrede van Utrecht (1712), waarbij de Engelschen nieuwe koloniale winsten hadden te boeken. Na den vrede van Aken (1748) btgon de strijd opnieuw tusschen beiue landen en wel in Noord-Amerika. Tusschen de Engelsche en Fransche ne derzettingen waren grensgeschillen ontstaan en George Washington, pas een en twintig laar, krügt van den Engelschen gouverneur Rob-rt Diniddie. de opdracht, om als „agent" de Franschen te waarschuwen tegen ver dere grensovertredingen. Hij kweet zich. in den winter, ondanks vele gevaren en ontbe ringen zóó van zijn opdracht, dat hij bü zijn terugkeer in Virginia, benoemd werd tot luitenant-kolonel van het Virginia-regiment onder kolonel Joshua Fry. Wij ontvingen van den H. V. B. bericht, dat de wedstrijden der Zaterdagmiddag- competitie, waaronder begrepen die voor de adspiranten, in verband met de onbespeel baarheid der terreinen zijn afgelast. Bij aanhoudende vorst zal de H. V. B. ook Zondag niet laten spelen. Lezing voor werkloozen Gistermiddag werden de werkloozen in het ontspanningslokaal in Gebouw „St. Bavo" verrast door een lezing over de H. Liduina, door den weleerw. heer H. P. J. Figelet. Spr. besprak het leven van deze Nederlandsche Heilige en spoorde allen aan een voorbeeld aan haar te nemen en hun kruis blijmoedig te dragen. De heer De Bie dankte den eerw. spr. en verzocht hem in zijn gebeden de cri sis te herdenken, zoodat deze spoedig opgehe ven zal zijn. De Haarlemsche Rechtbank deed gisteren de volgende uitspraken: D. B., betonwerker, wonende te Gronin gen, thans gedetineerd in het H. v. Bew. te Utrecht. „Diefstal", een jaar gev.straf o.v. H. B. v. 't L., koopman, wonende te Zaandam. „Meineed", acht maanden gev. straf o.v. J. H. C. v. G., koetsier, gedomicilieerd te Amsterdam, thans gedetineerd. „Diefstal", tien maanden gevstraf waarvan 5 maan den voorw. met een proeftijd van drie jaar en bijz. voorwaarde en aftrek prev.hecht. J. de M„ los werkman, zonder vaste woonplaats, .diefstal in vereeniging", acht maanden gevangenisstraf o.v. W. B., chauffeur, wonende te Krommenie. „Veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld" 50 boete subs. 25 dagen hechtenis o.v. In het op 9 Februari 1932 door deze Recht bank uitgesproken faillissement van de N.V. Handel Maatschappij „Alvana", kantoor- houdende te Heemstede, zijn als curatoren vermeld: mr, dr. W. P. Vis, advocaat en procureur te Haarlem en G. H. Prinsen Geerligs te Haarlem. Men gelieve hiervoor te lezen: mr. dr. W. P. Vis, advocaat en procureur te Haar. lem en mr. P. J. Prinsen Geerligs, directeur Hypothecaire Beleggingsbank te Haarlem, Jansweg 52. De zevenjarige oorlog was begonnen tus schen beide landen, een strijd in Amerika tusschen het Romaansche en het Angelsak sische ras. Engeland won het pleit en Frank rijk moest bij den Parijschen vrede van 1763 Canada en het geheele gebied tusschen de meren en tusschen Alleghanis en Missisippi afstaan. De beteekenis van desen strijd voor de Amerikaansche Unie kan niet. hoog genoeg worden geschat. De koloniën hadden nu een rijk' achterland Ze waren bevrijd van de dreigende nabuurschap van de Franschen. Slechts nog Spanje, dat reeds lang geen groote mogendheid meer was, deelde met Engeland de macht over Amerika. De koloniën hadden nu geen bescherming van het moederland meer noodig Er dreig den geen gevaren meer van den kant der buren. Washington had in den oorlog meegedaan. Hij en vele duizenden Amerikanen hadden in de rijen van het Britsche leger gevoch ten. Officieren en manschappen waren ge vormd door den strijd, in het open veld, in de oerwouden en in de versterkte plaatsen. En daarbij kwam nog, dat de burgers der verschillende koloniën elkaar hadden ont moet in het leger, hun wederzijdsche be langen besproken. Zij hadden voor Ameri kaansche belangen gevochten. Zij begonnen rich Amerikanen te voelen. En als één volk. De zevenjarige oorlog heeft den sterken band. tusschen de Amerikanen en Groot- Brittannië losgeknoopt. En den. Amerikanen te gelijk 't bewustzijn gegeven, dat zij de kracht hadden op eigen beenen in de wereld te kunnen staan. Na den vrede trouwde George Washing ton met Martha Dandridge, de weduwe van Daniël Parke Curtis. Door zijn huwelijk werd hij een van de rijkste menschen in de En- gfelsche koloniën. Hij was in staat zijn bezit tingen te vergrooten. Vele jaren bleef hij rustig op zijn plantage te Mount Vernon, wélke hij var. zijn stief broeder Lawrence had geërfd. Hij behoorde tot de trouwste leden van den kerkeraad der Episcopale kerk eri was reeds tal van malen, evenals vele vooraanstaande plan ters, gekozen in het huis van afgevaar digden van Virginia. Maar de zaken, die daar werden behandeld, waren van weinig beteekenis, betroffen slechts locale aangele genheden. Na vele jaren als een patriarch te hebben geleefd, al had hij nog lang niet den pa triarchalen leeftijd bereikt, kwam de opstand der Amerikaansche koloniën tegen Engeland. De uitbreiding der Engelsche koloniale be zittingen, doo- den vrede van Parijs, was slechts verkregen door een geweldige inspan ning en door een aanzienlijke stijging van den schuldenlast. Dit laatste had tot gevolg, dat de EngePche regeering op de gedachte kwam. in de Noord-Amerikaansche Koloniën nieuwe belastingen te heffen. Deze nieuwe belastingen waren de directe oorzaak van het uitbreken der vijandelijk heden tusschen de koloniën en het moeder land, waren de lont in het open kruitvat der opstandigheid. De brand, die zoo lang had gesmeuld, laaide op. We hebben hier te doen met den alouden strijd om zelfstandigheid, om economische en politieke onafhankelijkheid. Reeds lang had den de Amerikaansche koloniën den econo- mischen druk van Engeland gevoeld. Toen kwam de beruchte stempelbelastlng, welke 22 Maart 1765 door den Engelschen koning werd bekrachtigd. De stempelbelasting, die het gebruik van gestempeld papier voor rechtszaken van al lerlei aard voorschreef en een stempel eischte op ieder boek, op iedere krant, op iedere speelkaart was economisch van weinig be teekenis en kon niet als drukkend worden beschouwd. Maar de Amerikanen kwamen er tegen in verzet, omdat zij in de wet een schending zagen van hun oude goede rechten. Zij waren van meening, dat het Britsche parlement niet de bevoegdheid had hun be lastingen op te leggen. „No taxation without representation", was de leuze. „Geen belas ting zonder vertegenwoordiging." 29 Mei 1765 stelde in het Virginische huis van afgevaardigden Patrick Henny zijn fa meuze resolutie tegen de stempelwet op. Washington viel hem bij. In November van hetzelfde jaar zou de wet in werking treden, maar in October kwam men bijeen te New York, in het zgn. stem- pelwetcongres, om te protesteeren tegen de nieuwe lasten. Want bij deze nieuwe belas ting was het niet gebleven. Ze was door meer dere gevolgd en ging gepaard met allerlei bepalingen, waardoor de Amerikaansche han del werd bemoeilijkt. De toestand werd al meer en meer gespan nen, doch eerst 5 September 1774 werd te Philadelphia opnieuw een congres gehouden, waarin Washington als vertegenwoordiger van Virginia optrad. Van dien datum begint de nationale carrière van Washington, welke eerst met zijn dood zou eindigen. Nog was er geen oorlog, nog poogden de afgevaardigden van alle koloniën Georgia was afwezig de geschillen langs vreedza- men weg op te lossen. Engeland weigerde, beschouwde Massachusetts, van wien 't voor stel tot het bijeenroepen van het congres was uitgegaan, als een rebel. 19 April 1775, toen de Engelsche generaal Gage bij het dorp Lexington poogde de wa- penvoorraden van de opstandige Noordame rikanen te nemen, viel het eerste schot in den Amerikaanschen onafhankelijkheidsoorlog. En nu treedt Washington op den voor grond. Reeds lang wist hij, zoo schreef hij in zijn brieven, dat de oorlog moest komen. Hij had zich geen illusies gemaakt, dat men buiten den strijd zou kunnen blijven. Hij verwachtte den oorlog. We zullen Washington niet volgen in zijn strijd tegen Engeland. We weten het: Enge land moest zijn Amerikaansche koloniën op geven. 23 December 1783 was de oorlog geëindigd en Washington keerde naar zijn plantage te rug, die veel had geleden in den tusschen- tijd. „In dien tijd", zoo schreef een van zijn biografen, „begon de groote vereering van liet Ariierikaansche volk voor Washington. Hi, had een positie in het Amerikaansche pu blieke leven en in het Amerikaansche poli tieke systeem ingenomen als nooit een man voor en na hem. Overal de geweldige veree ring voor den man, die de onafhankelijkheid van zijn land had verzekerd tegen een over- machtigen vijand." Hij keerde, na zijn tweede presidentschap, naar Mount Vernon terug. Niet lang zou hij van de welverdiende rust kunnen genieten. Op den 12den December 1799 verliet hij, als gewoonlijk, ondanks het slechte weder zijn huis. Hij keerde terug, na gedurende vele uren tn den sneeuw en den régen te zijn geweest. Toen voor het diner werd ge scheld, bleef hij, om zijn familie niet te laten wachten, in de natte kleeren. Den vol genden morgen was hij heesch. Den nacht daarop kreeg hij koorts en kon moeilijk adem halen. Hij wilde dien nacht niet dat zijn echtgenoote een dienstmeid riep. Hij wachtte den dag af. In den morgen kon hij bijna niet meer spreken. Een aderlating gaf hem geen verlichting. Dr. Craik, zijn oude metgezel in de veldtochten in Ohio (tegen de Franschen) en in den onafhankelijkheidsoorlog, kwam met andere geneesheeren. De middelen, wel ke men hem gaf, bleven zonder uitwerking. De zieke liet zijn vrouw roepen en zij brach* hem twee testamenten, waarvan zij er een voor zijn oogen verbrandde. Het was vijf uur in den avond. Hij wachtte het einde, dat hij voorzag, rustig af. Om tien uur poogde hü te spreken en zeide tot zijn secretaris Lear, aan wien wij de beschrijving van Washing ton's laatste oogenblikken hebben te danken: ,Jk zal heengaan. Laat mij op behoorlijke wijze begraven, maar niet eerder dan drie dagen na mijn dood." Toen Lear, niet in staat te spreken, een teeken gaf, dat hij alles zou doen, keek Washington hem aan en zeide: „Begrijp je me?'' Toen Lear bevesti gend antwoordde, zeide de stervende: „Dat s goed." Dat waren zijn laatste woorden. Ongeveer tien minuten vóór zijn dood was zijn ademhaling moeilijk, ofschoon volkomen rustig. Hij trok zijn hand uit de mijne, zoo schrijft Lear verder en voelde zijn pols. Ik zag zijn gelaat veranderen. Ik zei dit tegen dr. Craik. die bij den haard stond. De hand van den generaal viel langs het bed. Ik nam ze in de mijne en drukte haar tegen mijn hart. Craik bedekte met zijn handen de oogen van den stervende. Washington sliep rustig in. Terwijl wij bleven staan, door smart be vangen, zeide mevrouw Washington, die bij den haard was gezeten: „Is hij heengegaan?" Ik kon niets zeggen en gaf haar, met da hand, een teeken, dat haar echtgenoot was overleden. „Het is goed," zeide ze met zachte stem: Alles is nu gedaan. Ik zal hem spoe dig volgen." Washington, op den 14den December ge storven, werd den 18den begraven. Hij had geen kinderen. Het Amerikaansche volk in dien tijd zeide, dat Washington slechts de vader van zijn volk kon zijn. J. SCHAAP. 1) Ik verheug me over uw succes: want herhaaldelilk hoor ik de oude generaals van tilt krijgshaftig land (hier is Frankrijk be doeld) met echte instemming, met een groote bewondering over uw optreden spreken en allen kennen u eenstemmig de beteekenis toe van een der grootste veldheeren dezer eeuw.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5