IDE GRAPJAS HARLEKIJN]
HsETOH
VAN DE
LANGS
DONKERE PADEN
REEKS GEHEIM
ZINNIGE BRANDEN
„ST. AUGUSTINUS EN
DE H. EUCHARISTIE"
1.50
Onrust in Zegwaart
en Bleijswijk
ROEIEN
DE OXFORD-CAMBRIDGE-
WEDSTRIJD
SPORT EN WEDSTRIJDEN
GYMNASTIEK
DE ZWITSERSCHE TURNBOND
BOKSEN
CARNERA NAAR NEDERLAND.
VAN KLAVEREN.
WIELRENNEN
ZESDAGENHAUSSE IN DE
VEREENIGDE STATEN
VOETBAL
ITALIË—ZWITSERLAND.
D. F. C—V. S. V.
SCHERMEN
DAMES FLORETWEDSTRIJD
RIJNLAND—NEDERLAND
Hoe Harlekijn van de meloenschil gebruik maakte
s
iNaar het Engelsch door J. Scheepen»
VERSCHENEN
door Pater W. v. Dijk O.E.S.A.
RADIO-OMROEP
DRINGEND VERZOEK
Klachten betreffende de bezorging van dit blad gelieve
men te richten tot de 'Directie
Begin September ontstond op de werf van
den heer A. v. Straten, Zegwaardscheweg
te Delft brand in een der hooibergen. Onge
veer drie dagen duurde het, voordat de
Zoetermeer-Zegwaardsche brandweer den
brand geheel had gebluscht. Een onderzoek,
door de politie ingesteld, leverde geen resul
taat. De oorzaak was „onbekend".
Op 8 October d.a.v., 's avonds half
negen, ontstond wederom in de ge
meente Zegwaard bij een der buren van
eerstgenoemden landbouwer, brand. Dit
is de bekende brand geweest, waar de
spuit „zoek" was.
De heer v. Reeuwijk, eigenaar der hooi
bergen, deelde aan de „Voorwaarts" mede,
dat z.i. de brand is aangestoken.
De politie echter meende, dat iemand
achteloos een s'.garet had weggeworpen. De
heer van Reeuwijk kon dit ten stelligste
ontkennen. De heer v. Reeuwijk hoorde ge
ruchten. dat men de boeren ervan verdacht,
zelf de hand te hebben in het ontstaan van
de branden.
Zoowel de heer v. Reeuwijk als de heer
van Stralen ontvingen van de verzekerings
maatschappij Montijn te Den Haag de uit-
keeringen voor brandschade.
Wie schetst de verbazing van de Zeg-
waardsche burgers en landbouwers toen vijl
weken na den brand bi) v. Reeuwijk wederom
de brandweer werd gealarmeerd bij v. Stra
len voor den eenigen nog overgebleven
korenberg, die Zondagsavonds om zes uur
een prooi der vlammen werd! De verze
kering betaalt den heer v. Stralen ook hier
voor de verzekeringssom uit, doch wilde
deze verzekering niet continueeren.
Denzelfden nacht brandde te Zegwaard
de auto-garage van den heer Kok uit. Vast
gesteld werd, dat hier een ongeluk ln het
spel was. Er was een auto, na het gebruik,
in brand geraakt.
Ongeveer tezelfdertijd verspreidde zich
de mare, dat in het naburige Berkel een
paar hooischelven in brand stonden. Later
is nog een hooiberg te Berkel verbrand bij
v. d. Burg. Deze brand was gauw gebluscht.
Veertien dagen later werd wederom een
brand ontdekt. Nu in de Katwijksche buurt,
s morgens om half zes. Boer Zegwaard zat
rustig z'n koetjes te melken, toen hij eens
klaps in vlammen keek van zijn hooiberg.
Zegwaard viel van den schrik in onmacht;
buren schoten te hulp. De brandweer uit
Pijnaeker bluschte den brand.
Op 25 Januari j.l. 's avonds om 7 uur.
klepte de brandklok van Zoetermeer weder
om. Nu omdat een brand was uitgebroken
in een hooi- en korentas van den heer
Bemardus Bruikers aan de Vlamingstraat.
Deze brand was, dank zij het actief optre
den van de brandweer, spoedig gebluscht.
Kwaadwilligheid wordt ook hier vermoed.
Dank zij den financieelen toestand van
genoemden heer Brinkers kregen de politie
en de burgemeester, de heer H. N. Middel
burg, een ruimer inzicht in het ontstaan
van de verschillende branden.
Zonderling is het, schrijft „Voorwaarts", dat
de heer Van Stralen steeds zooveel hooi
kon halen bij Brinkers als hij noodig had
voor dezen winter. Dit moest nu noodge
dwongen worden sopgezet, zoodat de heer
Van Stralen zich genoodzaakt zag 10.000
k.G. hooi aan te koopen bij de wed. Belt
ift' het naburige Stompwijk. Wie schetst
evenwel de verbazing van den heer Van
Stralen toen een dag later des nachts de
hooiberg bij de wed. Belt te Stompwijk een
prooi der vlammen werd.
Op 29 Januari jl. verplaatste het brand
gevaar zich naar de naburige gemeente
Bleijswijk. Daar brandden bi) den landbou
wer Vreugdenhil een tweetal bergen met hooi
en koren af.
Zondag 31 Januari j.l. ontstond brand ln
de onmiddellijke omgeving van Vreugenhil
op de werf van de boerderij van de wed. C.
Moordam. De boerenarbeider van deze boerin
kwam juist het erf op, toen
een fietser het erf verliet,
met de mededeeling, dat deze juist de bewo
ners had gewekt en meedeelde dat hij de
spuit ging halen. Tot verbazing van den
arbeider ging deze wielrijder precies de ver
keerde richting uit. Door het actief optreden
van de bewoners werd de brand met emmers
water gebluscht. Van den wielrijder is niets
meer gezien. Wie was die wielrijder? vraagt
het Rotterdamsche blad.
Maandag 1 Februari ontstond alweer een
hooibrand. Nu te Zegwaard. Een hooiberg,
gevuld met hooi en koren bij den landbou
wer J. Kneppers aan den Roggeveenscheweg
is geheel verbrand.
Woensdagavond 10 Februari was er
wederom brand, nu bij de zoons van den
landbouwer Kneppers te Bleijswijk. Hier
werden drie hooibergen, een koe en enkele
kalkoenen een prooi der vlammen.
"Dit een en ander kan men begrijpen, dat
er onder de bevolking van de dorpen Zeg
waard. Zoetermeer. Bleijswijk e.a.
groote ongerustheid
bestaat in verband met deze branden.
Sinds een veertiental dagen is een vrijwil
lig brandweercorps gevormd, dat op alle
gebeurtenissen is voorbereid.
De gemeente Bleijswijk loeft 500 uit
voor dengene. die aanwijzing verschaft om
trent de oorzaak der branden of de even-
tueele daders, terwijl te Zoetermeer Zeg
waard ƒ500 wordt uitgeloofd voor hetzelfde
doel.
ke wedstrijden te organiseeren te Philadel
phia, Newark, Boston en Detroit.
Gewoonlijk contracteert Chapman talrijke
sterke Europeesche renners, zoodat in het
komend seizoen de laatsten een rijk dollar-
gebied in de Vereenigde Staten zullen kun
nen vinden.
Dit jaar wordt voor de 84ste maal de
traditioneele roeiwedstrljd gehouden tusschen
de universiteitsploegen van Oxford en Cam
bridge op den klassieken afstand tusschen
Putney en Mortlake op Zaterdag 19 Maart
a.s. Reeds maanden zijn de voorbereidingen
voor dezen belangrijken roeiwedstrtjd aan
den gang en momenteel is men nu zóó ver,
dat de beide ploegen met de eigenlijke trai
ning aanvangen. De pleeg van de Cam-
bridge-acht is reeds definitief vastgesteld.
De volgende roeiers zullen de eer van de
„Licht Blauwen" verdedigen:
Haig Thomas; H. R. N. Rickett; T. G.
Aan het verslag van den Zwitserschen
Turnbond ontleenen wij eenige cijfers. De
Bond telt 17 buitenlandsche vereenigingen
(Zwitsersche clubs in het buitenland), 23
enderbonden met 1685 secties (19311655)
en 152.917 leden (152.850 leden in Jan. 1931).
Van de Kantonbonden telt Ziirich het
grootst aantal leden n.l. 31.300. De Zwitser
sche damestumbond telt 25.501 leden.
De grootste tumvereeniging is te Bern
met in totaal 1102 leden. Een tweede gym-
nastiekvereeniging te Bern telt 929 leden.
Naar wij nader vernemen, zijn de onder
handelingen inzake de mogelijkheid, om den
bekenden zwaargewicht bokser Primo Car-
nera te engageeren voor een exhibition in
Nederland, in 'n dergelijk stadium gekomen,
dat het thans zeker is, dat Camera begin
Maart eenige demonstraties in ons land zal
komen geven.
Manager is de heer Th. Huizenaar te Rot
terdam. Vermoedelijk zullen de demonstra
ties te Rotterdam plaats vinden.
Beb van Klaveren is thans reeds zóó ver
van zijn ziekte hersteld dat hij over een
week de training zal kunnen hervatten.
Naar men weet vindt op Zaterdag 26
Maart te Brussel de titel-wedstrqd plaats
om het Europeesche lichtgewicht-kampioen
schap tusschen Van Klaveren en Sybille.
De bekende Zesdagenorganisator in de
Vereenigde Staten, John Chapman, schijnt
groote plannen te hebben voor het winter
seizoen 19321933.
Hij neemt geen genoegen met de gebrui
kelijke Zesdaagsche wielerwedstrijden te
Chicago en New York, waar in eiken win
ter twee Zesdaagsche worden georganiseerd.
Het ligt n.l. in zijn bedoeling ook dergelij-
In het Stadion te Napels vond Zondag
voor 25.000 toeschouwers de voetbalwedstrijd
plaats tusschen Italië en Zwitserland. Ge
durende vrijwel den geheelen wedstrijd waren
de Italianen iets sterker. Het groote ver
schil school in de voorhoedes, daar de Zwit
sers eenige zwakke plaatsen in den aanval
hadden. Alle drie doelpunten werden gemaakt
door Fedulla, waarvan twee vóór de rust.
Scheidsrechter dr. Bauwens leidde uitstekend.
Italië wen met 3—0.
Askwith; L. Luxton; C. A. J. Barrington:
D. H. E. MacCowan; C. J. S. Sergei en J.
F. R. Best (slag). Stuurman: J. M. Ran
king.
Het Oxford-team Is nog niet definitief
samengesteld.
Naar men weet, won de Cambridge-acht
met uitzondering van 1923 na 1918 steeds den
wedstrijd.
Voor Zondag JJ. waren aanvankelijk vast
gesteld VSV—Feyenoord en DFCZFC.
Daartegen schijnen echter bezwaren geop
perd te zijn, tenminste gisteren vernam het
bestuur van VSV, dat zijn eerste elftal Zon
dag a.s. tegen D.F.C. moest spelen.
Waar het ln bovengenoemde gevallen
Feyenoord s en ZFC's laatsten wedstrijd gold,
zijn voor deze vereenigingen geen wedstrij.
den vastgesteld.
In het schermlokaal van de Vereeniging
„Eintracht" te Dortmund vond voor een
vrij groot aantal toeschouwers een dames
floretwedstrijd plaats tusschen eenige
schermsters uit het Rijnland en Nederland.
Een teleurstelling was het, dat de bekende
Duitsche schermkampioene, Helene Mayer,
door een plotselinge ongesteldheid niet kon
deelnemen. De Duitsche kleuren werden
verdeeld door mevrouw ölters uit Offen
bach; de Duitsche kampioene, mejuffrouw
Merz uit Rüdesheim; mejuffrouw Hass, uit
Dortmund.
Voor Nederland kwamen uit onze kam
pioene mejuffrouw Jo de Boer van de Am-
sterdamsche Scherm Club, voorts mevrouw
Admiraal-Meijering, eveneens van de Am-
sterdamsche Scherm Club en mevrouw Van
Geuns van de Zaal Giandomenici.
In tegenstelling met het vorig jaar, toen
de Hollandsche schermsters een overwinning
behaalden, bleken de Duitsche dames dit-
m
De slechte Reus had Harlekijn gevan
gen genomen en hem op het platte dak
van de vesting gebracht.
„Nu blijf je hier," brulde hij, „en nu
maak je m'n dochtertje aan 't lachen met
je grappen. Begrepen?"
Het dochtertje van den Reus was ge
ducht om aan te zien; Harlekijn zag, dat
ze aan een reusachtige meloenschijf zat
te knabbelen, die ze gauw naar binnen
speelde.
„De schil van die schijf moet ik heb
ben," dacht Harlekijn.
Toen de Reuzendochter de schil weg
wierp, gebruikte Harlekijn die als brug
tusschen het platte dak en een heuvel
in de nabijheid.
„Tot ziens!" lachte onze held en
maakte dat hij weg kwam.
33
Voor Peter en voor Sophia was zij een
vreemdelinge, en geen van belden had ooit
eenige moeite gedaan, om te toonen, dat zü
welkom was in de familie, t Zou misschien
een moeilijk karwei zijn, maar zij kon hierbij
rekenen op de hulp van Jim.
We zullen hier gelukkig zijn. Carina,
sprak hij, toen de auto de oprijlaan indraai
de en het huis naderde.
Daar ben ik zeker van, antwoordde ze
vol vertrouwen. Opeens schoot haar de vraag
te binnen, of hij nu aan Iris dacht, die
schoone, teere vrouw, die hem met zulk een
algeheele overgave had bemind. Misschien
dacht hij er wel aan, hoe hij haar, zestien
jaar geleden nu, terug naar huis geleidde.
Hoe is het mogelijk! Ik was toen
nauwelijks tien! dacht Carina. Die gedachte
tieed haar even opschrikken; er scheen zulk
een oceaan van jaren tusschen hen beiden
te liggen....
Ze zag zichzelf en Mary nog terug ln ge
dachten op dien leeftijd. Met witte jurken
en het lange, bruingouden haar achter
over geborsteld. Mary, bijna drie jaar jonger
dan zü zelf, maar even groot zoodat zij
steeds ongeveer even oud leken.... Ze leid
den toen met hun vader, nog in leven, een
heerlijk nomadisch bestaan in Italië.
Ik zou willen, dat Peter het erg gezel
lig had en gelukkig was tijdens deze vacan-
tie, sprak ze, zich haar eigen gelukkige, on
bezorgde jeugd herinnerend.
Ja. Maar hij moet leeren, zich aan de
verandering aan te passen, antwoordde Mal-
lory.
Ik zal alles doen wat ik kan, om het
hem gemakkelijk te maken, zei Carina. Na
tuurlijk, ik zal dit niet onmiddellijk berei
ken. Het zal moeilijk zijn met een stief
moeder, die slechts tien jaar ouder is dan
hij zelf.
Elf.... verbeterde Mallory, want hij is
nog geen vijftien....
Maar toch was ze dichter by Peter's leef
tijd dan by den zynen. En dezen namiddag,
met dien fynen, rosen blos op haar wangen,
leek ze zelfs nog geen vqf-en-twintag jaar
oud.
Ze hielden voor het huis stil en nu zag
zy, dat de groote deur aan den ingang open
stond en een breede lichtstroom over het
kiezel goot. Eenige dienaren, waaronder ook
Saunders, de oude eerste huisknecht, die
reeds bij Jim's vader had gediend, zich be
vond, wachtten in eerbiedige, byna onder
danige houding den meester en de nieuwe
meesteres op. Mallory glimlachte vriendeiyk,
toen hy Carina bij de hand zijn huis binnen
leidde. Ook Carina glimlachte, zenuwachtig
echter. Ze kwamen in de hall en zy had een
gevoel, alsof het oude huis wyd zijn armen
opende, om haar te ontvangen. De groote
deur werd weer gesloten. In het volgend
oogenblik was zy met Jim alleen in de bi
bliotheek.
Hij omhelsde haar, zonder een woord te
spreken. Hij scheen zichzelf niet te vertrou
wen, hy kon het niet gelooven, dat het waar
heid was, zoo wonderiyk was het, haar daar
te zien. Hy verlangde zoo hartstochteiyk, dat
zij gelukkig zyn zou. Tevreden met alles, wat
hij haar kon bieden. Dat zy het verleden
met al zun droefheid en beproevingen zou
kunnen vergeten al die dingen, welke hij
zoo baatte voor haar.... Hy dacht er niet
aan, dat dit nog de inzichten waren van
een oudere generatie, waartoe hy zelf wel
behoorde, maar Carina niet. In zyn tyd had
den de vrouwen niet geleefd voor haar be
roep, tenzij het vrouwen waren uit den wer
kenden stand; maar zy hadden geleefd in
gecultiveerde ledigheid, ais zy rUk waren, of
waren kalm en gelaten gestorven, als ze tot
de armeren behoorden. Enkele vooruitstre
vende, onafhankeiyke geesten, die zich van
den ouden sleur hadden vrygemaakt, waren
door alle weidenkenden veroordeeld om haar
revolutionnaire neigingen. Hy was zich niet
EN BIJ HET EUCHARISTISCH BU
REAU, BEGIJNHOF 32 TE AMSTER
DAM VERKRIJGBAAR:
vooruitbet. 1.70
Prijs: Geeartonneerd,
haald
Franco per post.
uitsluitend bij
maal sterker te zyn. De beste strijd werd
geleverd in de party tusschen mevrouw öl
ters en mejuffrouw de Boer, welke party
door de Hollandsche schermster met vijf
tegen twee treffers werd verloren.
Een demonstratie-partij trokken mejuffr.
Merz en Jo de Boer waarby de Hollandsche
kampioene met 10 tegen 3 treffers gemak
kelijk won.
De wedstrijd RynlandNederland werd
gewonnen door het Rijnland met 6 gewon
nen partijen en drie verloren partijen.
Woensdag 17 Februari.
HUIZEN. 298 M. Uitsl. NCRV-uitzending.
8.00 Schriftlezing. 8.15—9.30 Gramofoonpl.
10.00 Zang NCRV-dameskoor. 10.30
Ziekendienst. 11.00 Harmoniumspel M. F.
Jurjaanz. Mej. A. Geest (sopraan). 12.15—
2.00 Concert. Mevr. J. v. Heloma-v. Kieuwen-
hoven (sopraan), H. Hermann (viool1, K. F.
Borgers (cello) en mej. L. Lauenroth (piano
en harmonium). 2.30 Chr. Lectuur. 3.00
5.00 Concert door het „Delftseh Trio"
(viool, cello, piano). 5.00 Kinderuur.
6.00 Voor de landbouwers. 7.00 Causerie
over „Leger des Heils-Internationalisme".
7.45 Ned. Chr. Persbureau. 8.00 Concert
Rozenburgsch Vrouwenkoor o. 1. v. W. J. v.
Santwijk Jr. Piano mej. A. de Lange.
9.00 Causerie door K. O. Finkensieper. 9.30
—10.45 Concert door kwintet o. 1. v. P. v. d.
Hurk. O. a. Ouverture „Zampa", Herold en
Fant. „De Barbier van Sevilla", Rossini.
10.00 Vaz Dias. 10.4511.30 Gramofoon-
platen.
HILVERSUM. 1875 M. 6.45—7.00 en 7.30—
7.45 Gymnastiekles. 8.00 Gramofoonpl.
10.15 Concert Amsterd. Solistenkwintet o. 1.
v. L. Cohen. 12.001.45 Concert VARA-
orkest o. 1. v. H. Wiggelaar en gramofoonpl.
3.00 Pianorecital C. J. Lemaire. 4.15
Concert VARA-septet o. 1. v. Is. Eyl. 5.30
Vervolg concert. 6.30 R. V. U. prof. dr. H.
J. Jordan; Het dier in zijn milieu. 8.00
Concert Gem. Koor der Arb.-Zangver. „De
Dageraad" te Leeuwarden, m. m. v. de Frie-
sche Orlcestvereen. M. m. v. solisten (zang,
viool, alt-viool, 2de viool, cello, piano). Lei
ding; Willem Zonderland. Belgisch pro
gramma, o. a. Myn Moederspraak, Benoit,
en Kwintet van C. Franck. 9.80 Gramo
foonpl. 9.45 Vervolg concert. 11.00 Vaz
Dias. 11.1512.00 Gramofoonpl.
DAVENTRY. 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 12.20 Orgelconcert Quentin
MacLean. 1.05 Gramofoonpl. 1.502.35
Concert. M. Holmes (sopraan), Edg. Drake
(viool), en E. Knight (begeleiding). 2.45
Voor scholen. 3.50 Stedelük Orkest Bour
nemouth o. 1. v. Sir Dan Godfrey. M. m. v.
A. Melzak (viool). O. a. Symphonie e-moll,
Rachmaninoff. 5.05 Orgelconcert Reg.
New. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten.
6.50 Brahm's strykkwartetten. 7.10 en 7.50
Lezing. 8.35 BBC-Symphonie-orkest o. 1.
v. Sir Henry Wood. M. m. v. Maggie Teyte
(sopraan), Gaspar Oassado (cello) en Marcel
Dupré (orgel). O. a. Ouvert. „Tooverfluit",
Mozart, Scheherazade, Ravel, en „Don Qui-
chotte", Strausz. 10.45 Berichten. 11.05
12.20 Dansmuziek door Roy Fox en zijn
Band.
PARIJS „RADIO-PARIS". 1725 M. 8.05 en
12.50 Gramofoonpl. 9.05 dito. O. a. Sin-
fonia van J. C. Bach (Concertgebouw-orkest
o. 1. v. Mengelberg). 9.20 Radiotooneel
„Mademoiselle" van Deval.
KALUNDBORG. 1153 M. 12.05—1.20 Con
cert uit Rest. Wivex. 2.204.20 L. Freils-
orkest. 7.20 Familien Hansen, klucht.
7.35 Lange-Miiller-concert o. L v. Reesen,
m. m. v. solisten. O. a. uit „Renaissance".
9.3510.15 Kamermuziek. O. a. Kwintet Es-
dur, Mozart. 10.1511.50 Dansmuziek o. 1.
v. Jens Warny.
LANGENBERG. 473 M. 6.25—7.20 Concert
uit Hamburg. 11.20—12.10 Lichte muziek
o. 1. v. Kühn. Strausz-programma. 1.50
Gramofoonpl. 4.20—5.20 Concert uit Mtihl-
acker o. L v. Merten. 7.50 „Exotisches
Durcheinander", gevarieerd muzikaal pro
gramma. Hierna berichten en tot 11.20 con-
BRUSSEL. 508 en 338 M. 508 M.: 12.35—
2.05 Gramofoonpl. 5.20 Viool- en piano
sonates. 5.50 Gramofoonpl. 6.50 dito.
8.20 Gramofoonpl. O. a. Ouverture Pique
Dame, Suppé en Fant. „Butterfly", Puccini.
8.35 „Li P'tite Maerale", éénacter van
Boxus. Muziek van Rogister. 9.05 Gramo
foonpl. 9.20 Concert in de Memlinc-zaal
te Antwerpen. 338 M.: 12.352.05 Gramo
foonpl. 5.20 Dansmuziek uit Hotel Atlan
ta, Brussel. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Con
cert o. 1. v. Meulemans. O. a. Ie Symphonie,
Beethoven. 9120 Vervolg concert.
ROME. 441 M. 7.20 Gramofoonpl. 8.20 Uit
zending van een opera.
ZEESEN. 1635 M. 6.50 Dansmuziek door
Felix Lehmann's orkest. L. Bernauer (zang)
en Karl Schnog (conférence). 8.30 Muz.
hoorspel. Hierna tot 11.20 populair concert.
Bloeiende Zaken.
Bill was juist aan het hoogtepunt van zyn
redevoering het punt, waar hij de ver
heugende boodschap uitspreekt, dat er nog
hoop is vooi de lijdende menschheid, omdat
een stervende Indiaan het recept had na
gelaten van dat onfeilbare geneesmiddel voor
iedere menschenlcwaal Wiggin's Weerga-
looze Indiaansche Olie die nu aan het
publiek werd aangeboden voor den belache-
ïyk lagen prijs van vijftig centen of een
halven dollar per fleschje.
Het individu, dat alleen het heele publiek
uitmaakte, scheen te merken, dat er aan
de gratis tijdpasseering een einde kwam,
en dat 't oogenblik daar was, om te ver
trekken. Toen hy zich omkeerde, keek hy
naar boven.
„Brand!" schreeuwde hy, wyzend naar
een pluim zwarten rook, opstygend van het
dak van een huis aan den overkant der
Hoofdstraat.
Bill sloeg een blik op den rook.
„Gauw Jim! Zoek "n brandschel!" riephy.
Ik holde naar de brandschel op den hoek.
Bill bleef staan, en propte snel de medicijn
in het zwarte valies.
Ik sloeg het ruitje in en trok de handle
omlaag. Er volgde een dreigende pauze. Het
eenzame individu, dat den rook het eerst
gezien had, was verdwenen. Verder was er,
behalve Bill, nog maar één persoon in de
Hoofdstraat, een groote kerel, die haast
scheen te hebben om ergens te komen. Het
was wél een dood stadje, zooals Bill en ik
een half uur tevoren hadden ontdekt, toen
we ons standje opzetten en probeeren gin
gen, een paar fleschjes Indiaansche Olie te
verkoopen, teneinde te kunnen soupeeren.
„Bel nog maar 'ns!" schreeuwde Bill.
Nog eens trok ik de handle neer. Toen
klonken in de verte diep boemende tonen
van een klok, gevolgd door 't gesnerp van
een fabrieksfluit. Het was klaarblijkelijk een
van die plaatsen, waar een brand beschouwd
wordt ais een vermakeiykheid voor de be
lastingbetalers. Het lawaai werd zóó groot,
dat 't byna ongeloofiyk scheen, hoe één per
soon het kon hebban veroorzaakt.
Toen ik aldus iets groots tot stand had
gebracht, snelde ik naar Bill terug, die net
klaar was met 't Inpakken van ons boeltje.
Toen ik echter opkeek naar het huis aan
den overkant, blies de wind den rook opzq,
en zag ik, dat die uit een schoorsteen kwam.
Ik stond versteld. Van weerskanten van
de Hoofdstraat kwamen er drommen men-
schen, mannen, vrouwen en kinderen, onzen
kant op. Een paar seconden tevoren waren
die geen van allen te zien geweest. Ze sche
nen uit den grond op te komen als het on
kruid in den tuin van een amateur.
De groote kerel, die zoo'n haast had ge
had om ergens te komen, was stokstyf stil
biyven staan, zyn lippen bewogen. Ik dacht
eerst dat hij bad misschien voor mij
maar opeens bulderde hij: „Zesenvyftig!
Brandschel 56! De brand moet hier in 't
centrum zyn!" Hy had loopen tellen.
Hy keek naar het kastje aan den paal
achter my. Ik trachtte van de beeld vlakte
te verdwynen, maar zonder succes.
„O, u hebt gebeld hè? Staat uw huis in
brand?" Hy deed zyn best, wat medeiyden
in zyn vraag te leggen, maar dat werd ver
stikt door biyde opwinoing. zyn oogen
glinsterden van 't vooruitzicht, eens anders
eigendom in vlammen te zien opgaan.
Toen volgde het gehuil van een sirene en
het kling-klang van een bel. In de verte
echode er een andere sirene. 'tWas klaar-
blijkeiyk een tweespuitstad.
„Waar woon je? Waar is de brand?"
vroeg de groote kerel.
„Zeg ik, dat er brand is?" snauwde ik
hem toe.
De groote kerel gluurde me aan met
teleurgestelde verbazing.
Bill stond naar boven te kijken. De veeg
rook verhief zich weer, en liet den schoor
steen zien.
„Groote Griet!" Bill stond vyftig meter
van me af, maar Ik hoorde 't hem duidelqk
roepen.
„Kom Bill, we moesten maar opschieten!"
schreeuwde ik.
„Haast je maar niet, jog", zei een stem
by mijn schouder. „Als je valsch alarm ge
maakt hebt, schiet je niet op, voordat agent
Gloster er is." Het was de groote kerel, die
sprak. „Ik heb je zien bellen", ging hy voort.
Ik zag*dat hij zichzelf stond te schminken
voor de rol van voornaamsten getuige a
charge.
Mijn eenige hoop was, dat agent Gloster
door de brandspuit overreden zou worden,
maar die hoop bleef ijdei. Agent Gloster,
zoo bleek het, was tevens commandant van
de brandweer. Hij arriveerde glorieus óp de
brandspuit. De straat was nu verstopt door
een woelige menigte, die stond te dringen
en te vragen, waar de brand was. Bill was
door de menigte totaal verduisterd.
Ik had graag afgezien van den roem, dat
ik dien heelen toestand op gang had ge
bracht, maar de groote kerel hield zich aan
me vast als een bloedzuiger en wenkte ge
biedend naar den brandmeester. Die baande
zich een weg naar ons toe.
„Da's de meneer, die valsch alarm ge
maakt heeft, agent", zei de groote kereL
,,'tOuwe smoesje hy had rook gezien,
en wist niet, dat die uit een schoorsteen
kwam ging hy smalend voort. „Hy wou
wegloopen, maar ik hem 'n vastgehouden."
„Dat geknoei aan ons alarmstelsel moet
maar eens uit zijn", zei de brandmeester
boos. Hij greep me by den elleboog. „Ga jij
maar eens mee", beval hy.
„Ik zal meeloopen om te getuigen", zei
de groote kerel. „Ik kan die vijf en zestig
cent getuigengeld net zoo goed meenemen",
grinnikte hij.
„Als ik beken, dat ik valsch alarm ge
maakt heb, wordt er toch geen getuigengeld
betaald, hè brigadier?" zei ik.
„Als je bekent niet."
„Goed, dan beken ik", zei ik. Ik zou me
in 't cachot minder vervelen, dacht ik, ais
ik dien knul die vyf en zestig centen had
laten misloopen.
Ik wist, dat Bill ergens in 't gedrang zat,
maar ik kon hem daar net zoo goed laten,
't Hielp me niets, of ik er hem bijsleepte. Ik
kon van het Doordenknoopje en den ge-
lukscent, dien ik in mijn zak had, nog niet
eens één boete betalen laat staan twee.
De rechtsbedeeling in die stad bleek niet
erg ingewikkeld te zyn: de brandweer-po
litieman bleek tevens officier van justitie t»
zijn en zijn schoonvader was vrederechter
het proces, mij over de knie der justitie
te leggen en te beboeten voor één dollar
plus de kosten, wat een totaal ople
verde van vier dollar veertig, was af-
geloopen, toen de portier van 't stadhuis nog
maar amper de spinnewebben had geveegd
van de deur van 't cachot, 't Had evengoed
honderd dollar plus de kosten kunnen zyn,
wat mqn vermogen om te betalen betreft.
Het eenige verscnil was, dat één dollar vyf
dagen in 't cachot beteekende, terwyi ik
voor nonderd een gast voor 't heele seizoen
was geweest.
Juist had het Gerecht my meegedeeld, dat
ik ln plaats van te betalen zou moeten
zitten, toen er niemand anders het stadhuis
kwam binnenstormen dan Bill.
„Ik moet een dag of wat achter de tralies,
Bill," fluisterde ik heesch.
„Wat? Willen ze je niet beboeten?" vroeg
Bill verontwaardigd.
„Ja zeker daar moét ik juist voor zit
ten," legde ik uit. „Ik kom er nogal goed
koop af één dollar plus kosten da's
vier veertig en je weet...*."
De rechter sloeg zqn boek dicht.
„En oogenblikje, alstublieft", kwam Bill
er tusschen. „Ik zal de boete voor m'n
kameraad betalen."
Dat was een nobel gebaar van Bill, maar
vorozoover ik wist kon hy by mqn boorden-
knoop en myn gelukscent niets leggen dan
een plaar knoopen, twee veiligheidsspelden
en nog wat rommel.
Tot mqn verbazing echter haalde hy een
hand vol gela uit zqn zak, telde vier veer
tig uit, en ik was een vrq man.
„Waar haal je in 's hemelsnaam die dui
ten vandaan, Bill?" vroeg ik, zoodra we
buiten waren.
„Ik heb zesentwintig fleschjes Indiaan
sche Olie verkocht," antwoordde Bill kalm.
„Zesentwintig fleschjes verkocht?" her
haalde ik.
„Ja zekerI" grynsde Bill. „Toen jy aan die
brandschel getrokken had haalde je de heele
stad naai me toe, en ik hoefde niets te
doen dan mijn spies afsteken. Geef mij
zoo n troep menschen en ik speel er mee
als een omroeper met een microfoon. Ik heb
maar één teleurstelling gehad," ging Bill
voort. „Weet je nog wel, die groote kérel,
die je heeft laten arresteeren?"
Ik knikte.
„Nou, ie heeft twee fleschjes olie ge
kocht,' zei Bill.
„Heeft ie niet betaald?" vroeg lk ver
ontwaardigd.
„Natuurlijk heeft ie betaald," zei Bill.
„Maar i.: vroeg, waar hij de olie voor noo
dig had. Om z'n auto op te poetsen,
zei-d-ie.
„Waarom was je dan teleurgesteld?" vroeg
ik benieuwd.
„Ik hoopte al zoo, dat die branieschopper
rheumatiek had," zei Bill.
bewust, dat juist de stryd om het bestaan
en om de vrqheid aan Carina die karakter
vastheid en die vastberaden onverschrokken
heid hadden gegeven, welke haar zoo aan-
trekkelqk maakten. Ze was geen kind meer,
had het leven meegemaakt, zooals het was,
en was niet bang voor de werkelijkheid.
Toch ken hy nooit gelooven, dat zij haar
werk had liefgehad, pleizier had kunnen
vinden in de bewonderende beschouwing dei-
kunstenares van eigen werk.
Mallory belde.
Breng ons thee, zei hy.
Toen de bediende wegging, keek Ca
rina onwillekeurig in de richting van
de deur. Daarachter in de gang, ln de scha
duw der hall, bemerkte zy een besluiteloos
heen en weer drentelende jongensfiguur.
Kyk, daar is Peter! riep zy verheugd
uit.
Peter, wat doe je daar? Kom bin
nen....
Peter trad aarzelend binnen.
Vader, ik ben eergisteren reeds aange
komen. Tante Sophie is ziek in Londen en
kon me dus niet hebben
Peter, sprak Mallory, hier is myn
vrouw.
De jongen reikte de hand. Hy begroette
Carina, maai' terwyi hq het deed, werd de
uitdrukking op zyn jeugdig gelaat vreemd
soortig hard. Hy had geen glimlach te mis
sen.
Hq was grooter dan zij, zwaar gebouwd,
met dezelfde breede schouders en het sterke
ulteriyk van zijn vader.
Hy dacht: Wat ter wereld kan haar toch
bewogen hebben, m'n vader te huwen? Ze
ziet er twintig jaar jonger uit! Het kan na
tuurlijk alleen om zijn geld zqn! Vader moet
blind zqn, om dat niet te zien!
Carina nam de toegestoken hand.
Ach, hoe aardig, dat je al thuis bent,
Peter! en haar stem was zeer zacht. Zacht
ook was de blik. waarmee ze hem aanzag.
Hij was haar dierbaar, omdat hy Jim's zoon
was. Maar Peter scheen gesloten voor stem
en blik beide. Hij verhardde zyn hart jegens
haar. Waarom had ze hier durven komen
om de zaken te bederven!....
Er ontstond een akelige, geforceerde stilte.
Ten laatste zei Peter:
Ik had gezegd, dat men de thee maar
in de hulskamer gereed zetten moest. Had
u ze liever hier gehad, vader? En zyn oogen
richtten zich eenigszins beschaamd van zyn
vader op Carina, en toen naar buiten.
Neen dan kunnen we daar ook wel
thee drinkensprak Mallory.
Kom Carina, je zult het wel koud
hebben. Hy nam haar arm in den zijnen en
geleidde haar aldus door de hall ln de huis
kamer, waar drie groote, hooge vensters uit
zicht verleenden op het park en de zee, heel
in de wazige verte.
Er stonden bloemen in eiken hoek der
kamer en in de groote serre was het één
kleurige, geurige menigte flora's kinderen. In
den haard brandde een heerhjk vuur, en of
schoon de kamer zeer groot was, heerschte
er een gezellige warmte, want in het ge-
heele huis was centrale verwarming aange
legd, een inrichting, aangebracht toen Iris
nog leefde, die het altijd vreeselqk koud had.
Hoe heerlqk is 't hier! zei Carina. Een
gevoel van warmte, van welzqn en comfort
scheen haar geheel te doorstroomen. Te vo
ren had zij nooit in zulk een luxueuze om
geving geleefd. Ze was eenigszins vermoeid
en opgewonden na de kleine reis, door haar
thuiskomst al3 jonge bruid, en de warmte
kalmeerde haar. Weer dacht ze er aan, hoe
zq gevreesd had voor den terugkeer naar
Linfold: dat een van die eigenaardige, in
nerlijke conflicten tusschen verleden en
heden bqvoorbeeld, haar zouden overvallen.
Maar ze wist nu, dat ze dit leven met be
slistheid had gewild en gekozen. Ze behoorde
aan Jim en aan Linfold, en er kwam een
vreemdsoortig gevoel van trots over haar,
nu. Het verleden scheen te verglqden, niet
meer de macht te hebben, haar langer in
zijn macht te houden. Het heden was
vreemd: het land had nog een verwijderd,
onwerkelqk aanzien, maar door de vertrou-
welqkheid van den omgang kon hierin wei
verandering komen. Dit eerste uur te Lin
fold doorgebracht, scheen haar de bevrijding
te brengen van het oude leven van werken
en streven naar succes.
(Wordt vervolgd).