GEMENGD NIEUWS
HET
VAN DEN
!DE GRAPJAS HARLEKIJN!
tii-UETOH
LANGS
DONKERE PADEN
KONINKLIJKE BRANDSPUIT
VERKOCHT
Aangeschaft door Koning Willem III
FRAUDE BIJ WONINGBOUW
TE UTRECHT?
Schatgraverij naar steenen
LANDBOUWSCHUREN
AFGEBRAND
Veel vee omgekomen
NOG EEN IJS-SLACHTOFFER
ONZE OOST
EEN ZOENOFFER
Rijst met kip
LUITENANT VERDWENEN
Tekort aan belastinggeld
DE MALAISE IN DE SUIKER
Kwade tijd voor planter en arbeider
WAANZINNIGE OPZIENER
Schiet als een dolleman in het rond
MINISTER DECKERS
GEEN VLAGVERTOON
ONDERZOEK NAAR ONTSLAG
GEVECHT MET EEN
ROOFVOGEL
FINANCIEN
N. V. „NATIONAAL"
BOEKBESPREKING
KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
RADIO-OMROEP
Zijn verjaardag
Harlekijn rijdt op den stier naar huis
iNaar het Engelsch door J. Scheepens
34
Bij de houtverkooping van de Kon. Hout-
vestery „Het Loo" is o.m. 1 verkocht eene
oude brandspuit, met op de eene zijde de
stters: „Koninklijke Brandspuit, Paleis Het
oo" en op de andere den naam van den
leverancies: I. I Fischer te Nijmegen.
Omtrent deze antieke spuit het volgende:
Het was in de eerste Jaren van de Re
dering van Koning Willem III, dat op de
eluwe herhaaldelijk branden voorkwamen,
waarbij moedwil dikwijls niet was buiten
gesloten. Dit ging zoover, dat bekend werd
5«maakt als een schrikbeeld voor anderen,
dat, de eerste van wien bewezen werd, dat
bij brand had gesticht, zijn leven zou boe
ten aan de galg. Dit droevig lot trof ln
'852 een ingezetene van Apeldoorn, een ze
keren B. ,aan wien inderdaad die straf vol
trokken werd. De koning zelf had voor de
bescherming van het paleis beter brandma
teriaal noodig geacht en liet deze brandspuit
aankoopen, in die dagen natuurlijk een van
de allernieuwste constructies. Bij voorkomen
de branden in de omgeving rukte ook het
paleis-personeel met de spuit uit en deze
overtrof ln hare uitwerking verre die, welke
te Apeldoorn dienst deden. Dit wekte na
tuurlijk de jaloezie der Apeldoomsche spuit
gasten en zoo gebeurde het op een keer bij
een brand in de Hoofdstraat, dat deze aan
hun verkropt gemoed lucht gaven door
hunne Loosche collega's met hun bluschma-
teriaal nat te spuiten. Toen de koning dit
hoorde, verbood hij voortaan alle verdere
hulp bij voorkomende branden en hiervan is
nimmer afgeweken. Het laatst heeft deze
spuit in het openbaar dienst gedaan bij het
in vlammen opgaan van de Groote Kerk aan
de Loolaan in Maart 1890. Bij den verkoop is
zij niet ln sloopershanden gevallen, doch in
het bezit geraakt van den heer G. F. Loois,
electrische smederij Het Loo, die haar als
curiositeit zal opkalefateren.
Dezer dagen werd de nieuwsgierigheid
van de bewoners van de Laan van Char
treuse, achter het Ondiep te Utrecht, op
danige wijze geprikkeld, aldus bericht de
„Telegraaf", door een gemeente-werkman,
die gewapend met schop en houweel een
verwoeden aanval ondernam op den
hardbevroren grond van het voetbalter-
reintje, dat daar gelegen is, terwijl eenige
meer officieel uitziende personen belang
stellend stonden toe te zien. Na eenigen tijd
graven steeg de verwondering ten top, toen
er een vrij groot aantal gave, roode met-
selsteenen te voorschijn kwam. Hoe verder
men groef, des te grooter werd dit aantal.
Wat was hier het geval? Omstreeks 1918
heeft de gemeente Utrecht in deze buurt
harentwege een aantal woningen laten
bouwen. Over dezen woningbouw deden al
spoedig de raarste geruchten de ronde, en
wel betreffende de wijze, waarop materia
len werden ingeslagen en al of niet ver
werkt. Een speciale raadscommissie nam de
zaak in onderzoek en vermeldde in haar
Tapport, dat wel is waar zeer royaal te
werk was gegaan met het aankoopen van
bouwmateriaal, maar dat van eenige frau
de niets was gebleken.
De geheele kwestie raakte in het ver
geetboek, tot dezer dagen een adres bij den
raad inkwam, waarin een oud-gemeente
arbeider de kwestie oprakelde van de bij
bedoelden bouw verloren gegane metsel-
steenen, en zeide de plaats te kunnen aan
wijzen, waar deze steenen verborgen zou
den zijn. Toen men op de aangeduide plek
is gaan graven, bleken zijn mededeelingen
waarheid te hebben bevat.
Bij de opgravingen waren tegenwoordig de
wethouder voor Openbare Werken, de heer
Smulders, en de inspecteur van het gemeen
telijk bouw- en woningtoezicht, de heer De
Zwart. Thans zal uitgemaakt moeten wor
den of de gevonden steenen inderdaad af
komstig zijn van den woningbouw in het
Ondiep, waarna de raad zal moeten beslis
sen of men naar aanleiding van het ge
vondene dieper op de zaak moet ingaan.
Dinsdagavond omstreeks 10 uur is brand
uitgebroken in de groote landbouwschuur
van den landbouwer A. A. K. aan de Onder
straat te Lage Zwaluwe. in korten tijd stond
de met veel graan gevulde schuur in lichter
laaie. Zes en twintig melkkoeien kwamen in
de vlammen om. Ook twee paarden en drie
varkens verbrandden. De tegenover gelegen
landbouwschuur van den heer J. v. d. E.
werd eveneen sdoor het vuur aangetast en
verwoest. Hier kon het vee worden gered.
Ook de in de nabijheid staande groote vlas
schuren van den heer O. B. de V., waarm
300 000 kg vlas was opgeslagen, werd een
prooi der vlammen. De brandweer bestreed
het vuur met twee handspuiten en drie slan
gen op de waterleiding. Met groote moeite
werd verdere uitbreiding van den brand voor
komen.
Eenige in de nabijheid gelegen woonhui
zen liepen nog schade op. De brand, die tot
ver in den omtrek zichtbaar was, trok groote
belangstelling, zelfs uit Breda. Dé oorzaak
is vermoedelijk kortsluiting. De eigenaars van
de drie afgebrande landbouwschuren waren
verzekerd.
Te Leeuwen-Beneden is de 11-jarige Jacobs
door het ijs gezakt en verdronken.
MEDAN, 16 Febr. (Aneta.) Twee Inheem-
sche jongeiu ivochten met elkaar. Hierna
hebben hun vaders voor de Kerapaten de
zaak verder behandeld. Een der vaders werd
een boete van 10.opgelegd. Hij diende
bij den Gouverneur-Generaal een request in
om gratie te verzoeken, waarop Z.E. >ver-
eenkomstig het advies van den Gouverneur
van Sumatra's Oostkust, den man een zoen
offer oplegde, bestaande uit rijst met kip.
Dit zoenoffer is thans door den vader van
den gewonden zoon in ontvangst genomen.
BATAVIA, 16 Febr. Het nieuws van den
Dag v. Ned.-Indië meldt, dat sedert 14 degen
de luitenant der Chineezen te Moeara Aman
is verdwenen, waarbij hem een tekort aan
belastinggeld werd ontdekt, hetwelk reeds in
1927 is ontstaan en geleidelijk grooter werd
Vrienden trachten het bedrag van het te
kort bijeen te brengen, doch ƒ2500 bleven
ontbreken.
Een belangrijk vraagstuk is dat der ma
laise in de suikercultuur, zegt de Soekaboe-
mische correspondent van het „N. v. d. D.
v. N.-I." De koelie, die vroeger zijn gronden
in bruikleen afstond aan de suikerfabrieken,
moet ze nu zelf bebouwen en kan van zijn
grond niet meer zooveel halen als hij vroeger
van de fabrieken zonder eenige moeite kon
ontvangen. De bewerking van zijn gronden
kost hem geld en de opbrengst van zijn pro
ducten ls, doordat er meer aanbod komt,
zeer miniem.
Ook voor de suikerondernemingen is het
een kwade tijd. Men mag blij zijn, als men
het riet oogsten en de suiker verkoopen kan,
dan heeft men niet zooveel verlies. Maar
wat moeten die fabrieken zeggen, die tonnen
uitgegeven hebben voor oogst 1932 en straks
vernemen moeten, dat de suiker nog niet
verkocht is? Administrateurs, eerste geëm
ployeerden en anderen weten .eenvoudig niet
wat hun boven het hoofd hangt. Men slaat
de handen ineen en tracht het hoofd boven
water te houden. Welgestelde families zijn
hier binnen weinig jaren totaal geruïneerd
en menschen met groote kapitalen zien hun
inkomsten verdwijnen en plaats maken voor
kapitaalverminderingen.
„Suiker is de kurk waar het Indische
Gouvernement op drijft", heeft een groot
econoom gezegd. Maar als deze kurk door de
zwaarte der lasten niet meer drijven kan.
zal het Gouvernement wel andere middelen
moeten zoeken om zich boven water te hou
den. Wij vreezen echter, dat door de crisis
in de suiker de Gouvernementsfinanciën ook
een zoodanigen knauw zullen krijgen, dat
zekere politici met hun eisch van inkrimping
van het suikerareaal nu van de harde wer
kelijkheid een les zullen ontvangen.
JAPARA, 16 Febr. (Aneta.) Een Europee-
schen opziener bij den Waterstaat te Band-
jaran sprong in een vlaag van waanzin rond
met een geladen geweer en patronengordel.
Hij schoot een stroopverkooper neer en mik
te vervolgens op ieder, die onder zijn bereik
kwam. Hij wondde daardoor een Europeaan
en den wedana, waarna de ongelukkige door
den veldpolitie werd overmeesterd.
Op den terugreis
BATAVIA, 17 Febr. De minister van De
fensie, de heer Deckers, is heden per „Mar-
nix van St. Aldegonde" naar Nederland ver
trokken. Een groot aantal personen deed
Z.Exc. uitgeleide, doch op verzoek van ZBxc.
droeg dit uitgeleide geen officieel karakter.
BATAVIA, 16 Febr. Het bezoek van den
Franschen kruiser „Waldeck Rousseau",
vastgesteld op, 20 Febr. tot 15 Maart, is in
verband met den toestand in het verre Oos
ten voor onbepaalden tijd uitgesteld.
Rechten van het personeel vertrapt
SOERABAJA, 16 Febr. (Aneta.) De Indi
sche Courant meldt, dat de arbeidsinspectie
te Soerabaja opdracht ontving, om een on
derzoek in te stellen naar de zaak van de
ontslagen geëmployeerden van de suikerfa
brieken Tjandi en Porrong, welke eigendom
zijn van den heer Han-Kong-Gi. Volgens
het ingesteld onderzoek is gebleken, dat op
schandelijke wijze met de rechten van het
personeel is omgesprongen. De juist gebleken
klachten worden in een uitvoerig rapport
vastgelegd.
De Bandoengsche correspondent van het
„N. v. d. D. v. N.-I." maakt melding van een
vreemd geval, dat zich te Tjiamis (Prean-
ger) heeft voorgedaan.
De bediende van een onderwijzer aan de
Hollandsch-Inlandsche school aldaar, werd
op een morgen toen hij bezig was met een
plumeau de ramen voor het huis af te stof
fen onverwachts door een roofvogel aange
vallen en deerlijk gewond. De vogel, een hu-
lang of groote kippendief, die een der hoen
ders op het erf tot prooi had uitverkozen,
kreeg eensklaps, toen deze vluchtte, de „boe-
loe ajam" in het oog, en denkende, dat het
een andere prooi was viel hij er op aan, den
niets vermoedenden bediende daarbij even
eens heftig attakeerende.
Het gevecht was niet van langen duur. De
omwonenden toch, het kabaal hoorende, ont
zetten den aangevallene, die inmiddels ech
ter reeds deerlijk was gehavend aan gezicht
en handen, door den hulang te dooden!
De N.V. „Nationaal", Fabriek van Weeg
werktuigen te Voorburg, hield haar alge-
meene Jaarvergadering. De omzet was in
1931 ongeveer 40 pCt. grooter dan ln 1930.
Met het oog op de onzekerheid der tijden
werd besloten een groot deel van de winst
bij de reserve te leggen, terwijl het dividend
werd vastgesteld op 25 (v. J. 10) pCt.
66ste Jaargang no. 20
Aan den Coadjutor van den Bisschop van
Roermond is in dit nummer de voorplaat ge
wijd. Nadat Neré Valk ons weer geboeid
heeft met „Het geheim van de Witte Kapel",
'n pakkenden Limburgschen roman, be
schouwt F. J. Wahlen „De bekeering van
John Henry Newman". Hans Lijn tracteert
op Handen-allerhande, een snoepje, dat de
Vasten niet breekt. Amanda Vroklage Wolf
verhaalt ontroerend van „De zwarte wolk",
W. S. geeft een schets van een door z'n ge
weten gekwelde in „Oude Schuld". H. de
Greeve S.J. behandelt in de vijf-minuten-
preek „Heer, het is ons goed hier te zijn".
„Van volksgeloof en gebruiken in Provence"
vertelt M. Berghof. J. Cats Jr. geeft een
lyrische ontboezeming over „Holland op de
schaats." Naast de keurig verzorgde foto's:
actueele, genre e.a„ naast de amusante bij
dragen „Aan den vroolljken kant" en rijm
kroniek, heeft Oom Frans zich weer genoeg
lijk in z'n praatstoel genesteld.
„Boutje's vacantie" door Otto
van Laar
Jeugduitgave N.V. Drukkerij De Spaamestd,
Haarlem.
Wie „Boutje", het eerste boek van dezen
auteur, gelezen heet, zal onwillekeurig ken
nis willen nemen van de kwajongensstreken,
die de snaak met z'n vriendjes in de vacan
tie uithaalt. HU zal smullen ln den „zich
voelenden" Boutje bij het toelatings-examen
voor het Klein-Seminarie, waar de zich tot
het priesterschap geroepen voelende jongen
zijn eerste opleiding zal gaan ontvangen.
Ook zal hij genieten van het visch-avon-
tuur en de onderaardsche-gang-vondst waar
bij Boutje's vriendje Henk Donkers zoo'n
„figuur" sloeg.
Ook het afscheid van huis, waarbij zelfs
de eenzelvige „Pruim" niet na kon laten,
Boutje een vaarwel toe te roepen, ls een
pakkend moment.
Voor wie „Boutje" niet gelezen heeft, be
staat er echter geen enkel bezwaar, dit twee
de boek over zijn vacantie te beginnen, zoo
los staan de gebeurtenissen, die hierin ver
haald worden van die, in het eerste boek
beschreven.
De auteur heeft het geheel in pakkenden
verhaaltrant afgeleverd, en mej. C. Damen
teekende bij de hoofdmomenten een paar
aardige prenten.
Een brok jeugdliteratuur, waaraan lezers
met echte jongensharten zich enkele uren
met smaak kunnen vergasten.
DONDERDAG 18 FEBRUARI.
HUIZEN, 298 M. 8.00—9.15 KRO; 10.00
NCRV;' 11.00—12.00 KRO; Hierna NCRV.
8.009.15 en 10.00 Gramofoonpl. 10.16 Zieken-
dienst; 10.45 Gramofoonpl. 11.30 Godsdienstig
halfuurtje. 12.15 KRO-orkest o.l.v. J. Gerrit
sen. 2.00 Handwerkcursus. 3.00—3.30 Vrou
wenhalfuurtje. 4.00 Ziekenuurtje. 5.00 Han-
denarbeidcursus voor de jeugd. -5.45 Celli-
concert door H. v. d. Horst Jr. en K. F. Bor-
gers. Piano: J. Monissen. 6.45 Knipcursus.
7.00 Vragenhalfuurtje. 7.45 Ned. Chr. Pers
bureau. 8.00 Zendingspraatje door J. Schuur-
mans. 8.30 Concert Harmonie-orkest der
NCRV, o.l.v. P. v. d. Hurk, m.m.v. Dubbel-
kwartet der Kon. Utr. Mannenzangvereeni-
ging. 9.00 Causerie over Marocco. 9.30 Vervolg
concert, o.a. Geisterchor uit „Rosamunde",
Schubert en Les Préludes, Liszt. 10.00 Vaz
Dias. 10.45—11.30 Gramofoonplatenconcert.
HILVERSUM, 1875 M. Uitsl. AVRO-ultzen-
ding. 8.00 Gramofoonpl. 10.00 Morgenwijding.
10.15 Gramofoonpl. 10.30 Concert. E. Matthel
(zang) en J. Callenbach (piano). 12.00 Gra
mofoonpl. 12.15 AVRO-Kleinorkest o.l.v. N.
Treep en gramofoonpl. 2.00 Pauze. 2.30 Gra
mofoonpl. 3.00 Knipcursus. 3.45 Gramofoonpl.
4.00 Ziekenuur. 5.00 Omroeporkest o.l.v. N.
Treep. 6.30 Sportpraatje door H. Hollander.
7.00 Vervolg Omroeporkest. 7.30 Engelsche
les. 8.00 Gramofoonpl. 8.15 Uit den Stads
schouwburg te Amsterdam: Caecllia-concert.
Concertgebouw-orkest o.l.v. Pierre Monteux.
Helene Cals (sopraan), o.a. Ouvert. „Wil
helm Tell", Rossini en 7de Symphonie ln A.
gr. t., Beethoven. 10.30 Vaz Dias. 10.45 Gra
mofoonpl. 11.0012.00 Uit het Carlton Hotel:
Dansmuziek door Billy Mason en zijn Band.
DAVENTRY, 1554 M. 10.35 Morgenwijding.
12.20 Orgelconcert Reg. Foort. 1.20 Gramo
foonpl. 1.35 Concert Sted. Ork. Birmingham
oJ.v. L. Heward, o.a. Voorspel 3de acte „Meis-
terslnger", Wagner. 2.05 Lezing. 2.25 Voor
scholen. 3.20 Middagkerkdienst 4.25 Radio
Dameskoor o.l.v. J. Lewis. 4.45 Grosvenor-
orkest o.l.v. J. Meeus. 5.35 Kinderuur. 6.20
Berichten. 6.50 Brahms' strijkkwartetten.
7.10 Duitsche causerie. 7.40 en 7.50 Lezing.
8.20 „Songs from the Shows". Revueiledjes
o.l.v. Woodgate. Theater-orkest en Revue
koor. 9.20 Berichten en lezing. 9.55 Concert.
S. Logan (bariton), P. Cochrane (viool) en
Ray Lev (piano), o.a. Guitarre, Moskowsky.
en liederen van Brahms en Wolf. 10.50 Vas-
ten-kerkdienst. 11.1512.20 Jack Payne's
BBC-dansorkest.
PARIJS „RADIO-PARIS", 1725 M. 8.05 en
12.50 Gramofoonpl. 9.05 dito. 9.20 Concert
o.l.v. Walther Straram, o.a. 4de Branden-
burgsche concert, Bach en Symphonie,
Haydn.
KALUNDBORG, 1153 M. 11.20—1.20 Con
cert uit Hotel Palace. 2.50 Deensche liederen.
3.10—4.20 Concert uit Rest. Wivex. 7.309.35
Concert door het Omroeporkest o.l.v. Oskar
Fried en m.m.v. Ivar Andresen (bas), o.a. uit
„Die Zauberflöte" en Entführung aus dem
Serail, Mozart, hierna Wagner-programma,
o.a. uit Meistersinger, Vliegende Hollander
en Rienzi. 10.1011.50 Dansmuziek o.l.v. Kal
Julian.
LANGENBERG, 473 M. 6.25—7.20 Concert
uit Hamburg. 11.20—12.10 Populair concert
uit Breslau. 12.251.50 Werag-orkest o. 1. v.
Kühn. Dansen en marschen. 1.50 Gramo
foonpl. 4.205.20 Concert. Mittman (viool),
Knecht (viola), Feldin (cello). Werag-strijk-
kwartet. 7.20 „Don Carlos", dramatisch ge
dicht van Schiller, muziek van Hans Ebert.
Regie: Hardt. 10.2011.20 Concert uit Hotel
Zur Post.
BRUSSEL, 508 en 338 M. 508 M.: 12.35—
2.05 Gramofoonplaten. 5.20 Concert o. 1. v.
Meulemans. 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Om
roeporkest o.l.v. Kumps, o.a. Ouverture Ver-
kaufte Braut, Smetana, en Fant. Traviata,
Verdl. 338 M.: 12.35—2.05 Gramofoonpl. 6.50
Gramofoonpl. 8.20 „Het spel van de 7 Zot
ten", naar Hans Sachs van Lindemans. 8.55
Gramofoonpl. Ouvert. Land des Lachelns.
Léhar. 9.50 Léhar-concert, Gramofoonplaten.
ROME, 441 M. 7.20 Gramofoonpl. 8.20
Symphonieconcert o.l.v. O. de Fabritius, o.a.
Ouverture Oberon, Weber, en Schotsche
symphonie, Mendelssohn.
ZEESEN, 1635 M. 7.20 Zie Langenberg. 9.50
Laatste uur van de Berlijnsche Zesdaagsche,
hierna berichten en tot 11.50 dansmuziek
door Gerhard Hofmann en zijn Orkest.
„Neen Clara, maak nu maar geen drukte
met mijn verjaardag, lk hecht er volstrekt
niet aan en heb het heusch liever niet. Er
komt immers toch niemand om te feücitee-
ren en tusschen ons beidjes is 't even goed,
of we er een feestje van maken of niet.
Bovendien, de kinderen weten er nog niet
van, en we kunnen het geld in dezen duren
tfjd wel beter besteden."
In dezen toonaard had de jonge man al
een paar keeren gesproken, en z'n vrouwtje
was er toch wel wat verdrietig onder, dat
hl) verklaarde zoo heelemaal niets om een
huiselijk feestje te geven. Maar toen hij er
voor de derde maal over begon, kwam er een
nadenkende trek, en toen een guitige glim
lach op Clara's lief gelaat. Zou ze haar heer
en meester eens een lesje geven? Och, het
kon eigenlijk in het geheel geen kwaad, en
hij zou achteraf wel moeten bekennen, dat
het ongelijk aan zijn kant was. Ze besloot
dus het idee, dat haar zoo opeens voor den
geest gekomen was, uit te voeren om man
lief van z'n ietwat zwartgallige verjaardags-
en feestjesbeschouwingen te genezen.
Het was de vooravond van den SOsten
November.
De vorige keeren had Johan het telkens
wel een beetje kunnen merken, dat er ver
rassingen op til waren. Het was echter waar,
dat Clara het vorige Jaar niet bijzonder ge
lukkig geweest was met haar keus en
bovendien meer geld had uitgegeven dan
eigenlijk wel lijden kon. Dat Johan de eer
ste had moeten wezen om dit te verontschul
digen, begreep hl) toen niet.... tot zijn
schande.
Enfin, dit jaar was de vooravond van den
20sten November een avond, wanhopig pre
cies als alle andere. En de jonge man merk
te dat heel goed, al zei hij er niets van.
Den volgenden morgen feliciteerde Clara
hem met een hartelijken kus, maar daar
bleef het dan ook vrijwel bij.
,,'k Heb een paar nieuwe zwarte dassen
voor je gekocht en een half dozijn zakdoe
ken," zei ze ietwat gemaakt onverschillig en
ze reikte hem twee eenvoudige pakjes over.
„Zooals je ziet, net wat Je altijd gebruikt.
Je moest ze toch hebben, en we hadden
afgesproken voor Je verjaardag geen extra-
onkosten te maken."
Dat viel den jongen man toch wel wat al
te koud op 't lijf, maar 't was waar, hij
kon er moeilijk wat tegen Inbrengen. In zijn
ontstemming verliet hij haastiger dan an
ders z'n woning, zonder te bemerken, hoe
gemaakt Clara's manier van doen was en
hoe hardnekkig ze de schuifdeuren van de
voorkamer, die anders al by het ontbyt
opengingen, gesloten hield.
Het was de Jonge vrouw niet gemakkeiyk
gevallen, haar man zóó te laten gaan met
z'n biykbaar groote teleurstelling, maar ze
hield zich flink.
Ook 's middags aan de koffie was het Juist
als andere dagen. Zelfs het extra-koekje
ontbrak. Met een gezicht van „hoe heb lk
het nu met Je?" had Johan z'n vrouw een
paar maal aangekeken, maar ze slaagde er
zóó goed ln om heel gewoon te doen, dat
hy ln het minst geen vermoeden kreeg van
haar bedoeling. Zich beklagen? Dat nooit.
Elgeniyk had hy z'n verdiende loon en Cla
ra zou niet aan hem merken, dat hy er toch
elgeniyk wèl om gaf of zyn verjaardag
feesteiyk gevierd werd.
Op het kantoor was hy dien middag ln
een alleronmogelykste stemming, en als z'n
collega's geweten hadden, dat zulks van z'n
verjaardag kwam, zouden ze zich niet wei
nig vrooiyk over hem gemaakt hebben. In
z'n booze bul ging hy, wat hy anders nooit
deed, vóór den eten nog even naar het kof
fiehuis waar hy een enkele maal met een
paar vrienden een party biljart speelde, en
zoo was het vry laat toen hy thuis kwam.
Na een korten groet wierp hy zich ln z'n
leunstoel en verborg z'n gezicht achter een
krant, toch zoo nu en dan eens tersluiks
kükend of Clara nu werkeiyk by het mid
dageten ook net zou doen, of hy ln t geheel
niet jarig was.
Ja hoor, daar had Je het. Aardappelen
met een klein schaaltje groenten en een
gewoon stukje rundvleesch.... Was het niet
om uit je vel te springen! Maar ze zou niets
aan hem merken, dat stond vast. Met een
stalen gezicht ging hy aan tafel zitten en
hy wou al beginnen te bidden.,., toen
vrouwlief opeens in een schaterlach uit
barstte.
„Wat hebben we nu?" vroegen Johan's
verbaasde oogen.
„Och man, wie van ons zou het best co-
medle kunnen spelen?" vroeg Clara, nog
steeds schuddend van t lachen.
„Comediespelen? Wat bedoel Je?" klonk
het verbaasd.
„Ja zeker, comediespelen, JU met je goed
te willen houden en lk.... met net te doen
öf lk je verjaardag zoo maar gewoontjes wil
laten voorbijgaan.... Zeg man, dat kon je
toch ook wel beter begrypen, ls 't niet?"
En opstaande, liep ze naar de suite-deuren,
schoof ze met een ruk open en.... daar
stond nóg een gedekte tafel, die slechts met
de aardappelen en de andere gerechten uit
de achterkamer gecompleteerd behoefde te
worden om een echte feestdisch te zyn. Wat
stonden die rozen daar mooi midden tus
schen het fraaie porceleln, en hoe uitlok
kend fonkelde de wyn in de mooie karaf...
En.... Johan overzag het al heel gauw....
allemaal juist z'n lievelingsgerechten.
Zoo smakeiyk en gezellig had hy nog
nooit gedineerd. De plotselinge overgang van
onverschillige gedruktheid tot de prettigste
stemming van de wereld, deed daar onge-
twyfeld het zyne toe. Na den maaltyd een
heeriyke kop koffie met room en toen....
daar kwamen de twee dreumesen aandren
telen, ieder met een pakje ln de hand. De
vierjarige Jo bracht een heel mooien hor
logeketting, waar de jubilaris allang een
zwak op had gehad en Bertha hield een
fraaien tabakspot ln de hand.
„Wel manInformeerde Clara een
oogenblik later met een veelbeteekenenden
blik.
„Kom hier vrouw", sprak Johan harteiyk,
„geef me nu maar gauw een kus en zeg
maar dat Je niet boos bent op je ontevreden
mopperaar van een man...."
Maar Johan was nog niet aan 't eind van
z'n verrassingen. Toen ze een oogenblikje
gebabbeld hadden, werd er gebeld en een
oogenblik later kwamen twee van z'n kan
toorkennissen binnen, met wie hy t meest
op had. „Ja," zei de oudste van hen, „we
hadden gehoord, dat je vandaag jarig was
en dat meenden we maar niet zoo stilletjes
te mogen laten voorby gaan."
„Maar van wie heb Je dan
„Niet zoo nieuwsgierig, vriend," klonk het
lachend; „Je wilt ook graag alles weten..."
Maar toen een half uurtje later ook de
Kapelaan der parochie nog even kwam aan-
loopen, begreep de Jonge man alles. Trou
wens, de priester maakte er geen geheim
van, dat Clara hem uitgenoodigd had, een
uurtje te komen praten.
En toen, aan het einde van dien meer dan
gezelligen avond, allen weg waren en de
Jonge echtgenooten nog een oogenblikje na-'
praatten, toen bekende Johan dat hy -nog
nooit zoo'n gezelligen verjaardag gehad had.
Het was prachtig weer en Hariekyn
maakte een wandeling door de velden met
juffrouw Hermentrude, toen eensklaps de
groote stier aan kwam rennen.
„Vrees niet," zei Hariekyn; „ik zal hem
wel terug duwen."
Maar het bleek, dat Hariekyn meer
beloofd had dan hy kon volbrengen.
Daarom sprong hy op den rug van het
beest. De stier stoof nu op juffrouw Her
mentrude los, en Juist toen ze op t punt
stond van schrik flauw te vallen, ving
Hariekyn haar behendig op.
Ze hielden zich in evenwicht op den S
rug van het woedende dier, dat heen en
weer rende, totdat het uitgeput was. Toen S
bond Hariekyn een touw om z'n nek en
reed zoo naar t kasteel, waar ze be
houden aankwamen.
Jim raakte even haar arm aan en leidde
haar naar de sofa, by het vuur, waar zy zich
neerzette op de zachte kussens. Peter was
hen in de kamer gevolgd, de handen in den
zak, op z'n gezicht een onverschillige uit
drukking. Maar toen hy dat gebaar van zyn
vader zag, trotsch, als dat van een bezit
ter, en van een teederheid tevens, waartoe
hij hem niet in staat geacht had, was het
alsof een scherpe pyn hem plotseling door
het hard sneed. Een koude rilling overviel
hem, ondanks de bijna overdadige hitte en
den heeriyken bloemengeur in de kamer.
Hy zag Carina aan. Wat was ze schoon,
rehuld in hear met bont gevoerden man
ie!.... Zulk een kostbare pels.... Zy had
liem 'n weinig losgemaakt, en hy kon nu
zien, hoe een ry blanke paarlen haar hals
sierde. Haar gelaat onder den kleinen, don
keren reishoed was klein en bleek, maar van
een wonderiyke fynheid van lyn. En aie
donkere oogen onder de fraaie booghjn der
wenkbrauwende plooien om haar mond
als zy glimlachte.... die heeriyk warme
stemdat glanzende, zachte haar
Geen wonder, dat zyn vader haar had lief
gekregen. Ze zag nu veel schooner dan den
vorigen zomerGelukkiger ookja, en
jonger. Jong genoeg byna, om de dochter te
zqn van den man, die haar met byna aan
biddende vereering gadesloeg. „Ze wandelt
in schoonheid als de nachtDeze woor
den uit een gedicht schoten Peter te bin
nen. In haar oogen was iets als de schoon
heid der sterren, en over haar gelaatskleur
iets van de zilveren bleekheid der maan...
Peteri Je slaapt en droomt, jongen!
Waar z«n je manieren? Mallory's stem, hard,
bevelend, sneed de stilte als met een mes.
Hier geef m'n vrouw een versnapering
'n warm gebakje of een koekje, Carina?
'n Gebakje, alsjeblieft, sprak mevrouw
Mallory, 'n weinig geschrokken door de on
verwachte verandering in de stem van haar
echtgenoot.
Peter bracht haar de schaal met gebakjes
en bood ze haar aan. Hy sprak geen woord
Toen hij den schotel weer op de tafel neer
zette, zei z'n vader weer: Laten de menschen
niet den indruk krijgen, dat je een jong,
onopgevoed mensch zyt.
Jim, je moet op Peter vandaag niet
grommen, zei Carina.
En zy glimlachte, maar de jongen wilde
haar niet aankyken en ontweek haar blik.
zyn uitdrukking was nu als versteend, door
de harde bejegening van zijn vader. Het was
van geen nut, zoo peinsde hy, dat zy trachtte
verbetering te brengen in den toestand, dien
zy zelf was komen bedreven. Ze moest niet
hier zyn, om tegen hem te glimlachen en
hen beiden voor den mal te houden, met die
eigenaardige zachtheid, die de hare was
Welnu, dan moet hü zorgen, dat hy
het niet verdient, klonk het een weinig zach
ter van Jim's lippen. Maar hij zag zyn zoon
scherp aan, terwyi hü sprak. Hy hoopte
maar, dat hy zich niet volkomen onverzoen-
iyk zou betoonen. Hy wist, dat in zulk een
geval alleen harde maatregelen in staat
zouden zyn, die onwillige houding te ver
anderen. Het was jammer, dat Sophia, zyn
zuster, den jongen niet een paar dagen nad
kunnen hebben, zyn tegenwoordigheid thuis
gaf aan hun thuiskomst iets gedwongens,
iets onhuiselyks.
Na de thee verwyderde zich de jongeman
ongemerkt uit de kamer. Hy deed een win
terjas aan en begaf zich naar buiten, in
het donker van den avond, want maan noch
sterren verspreidden eenig schynsel. Een
koude wind was van den zeekant opgestoken
en blies onophoudelijk als een eentonige mu
ziek in de toppen der pynboomen. In den
strengen wind liep hy eenige malen de lange
laan op en neer. vervuld met die verschrik-
keiyke pijniging en die vreeseiyke weerbar
stigheid van de jeugd. Hy haatte Linfold,
haatte de vrouw van zyn vader, ja, haatte
byna zyn vader zelf, wiens koude onbarm
hartigheid hy zoo vreesde, als hy dacht aan
wreede herhaling van de eerste afstraffing.
Geen licht blonk in de omgeving. De don
kere, sterrenlooze winternacht drong door
tot zyn ziel. Tranen ontwelden zyn ooger
en hy deed geen moeite ze te bedwingen. Als
een schim liep hy daar e"i gevoelde hy zich
uitgedreven uit een zoo heeriyk tehuis, waar
warmte, licht en vreugde vroeger zoo vol
komen zyn deel waren geweest.
Het scheen Peter, dat hy den weg door
het park nu al sinds uren telkens weer op
nieuw aflegde, en met eiken toer zyn lichaam
nog in weerstandsvermogen toenam, terwyi
zyn ziel daarentegen leed vreesehjk leed
en uitgeput raakte door de ontzettende zelf
kwelling. Hy aanbad zyn vader als t ware;
Jarenlang was hy hem alles en alles ge
weest, en nu kende hy nog alleen maar den
harden, stuggen kant van zyn heerschers-
natuur, die hy vreesde. Hy was verstooten
van zijn oude plaats op Linfold! Hy was
immers niet meer dan een sta-in-den-weg
voor zyns vaders volkomen geluk met Ca
rina. Peter zuchtte met een onbedwongen
heftigheid, welke Iets kinderiyks ln zich had
Hy schaamde zich voor zyn tranen en was
toch niet in staat ze te bedwingen.
Het begon te regenen: een koude, yzlge
regen. De wind loeide nu in de boomen,
want de storm was opnieuw opgestoken en
won nog met ieder oogenblik ln kracht en
hevigheid. In de yerte vernam men duide-
lyk het donderend geraas van de opgezwiep-
te zee. De regen gutste neer ln stroomen en
van zyn onbedekt hoofd droop het water en
mengde zich met zyn tranen. Opeens, toen
hy weer het huis naderde, zag hy een zij
deur zich openen, en een kleine figuur zich
scherp afteekenen tegen den lichten achter
grond.
Men had hem dus gemist en men kwam
nu naar hem zoeken, was het niet? Het
moest al laat zyn.,.. byna etenstyd mis
schien?.... Vooral vanavond zou zyn vader
verstoord zyn, indien hy niet op tyd aan
tafel verscheen. Misschien ook waren zy
zenuwachtig geworden over zyn lange uit-
biyven.... m Weinig beschaamd over zich
zelf by die gedachte, slenterde Peter lang
zaam op het huls toe, en bemerkte eerst
toen, dat het Carina was, die naar hem
uitzag. Ze was alleen, het hoofd onbedekt,
terwyi de wind ty vlagen haar de haren
voor de oogen blies, zy was gehuld ln een
korten pelsmantel.
Peter.... zei ze.
Ze sprak op diepen, zachten toon, zoo
diep en zacht, dat wat hy hoorde, hem als
een echo scheen.
Aarzelend kwam hy naderby. Ze kon zien,
nu, hoe :i|n gelaat door het schreien scherp
geteekend was, en de oogen rood omrand
Nog ta.mde hy, terwyi het licht uit de zy-
gang nu zyn slanke jongensfiguur geheel
bescheen.
Peter.... sprak Carina opnieuw.
gr was lets in die stem, dat hem ofschoon
nog eenigszins onwillig, tr* haar dreef. Ze
trad naar buiten, hem tegemoet, geen acht
slaand op regen of storm. En ze stak de
hand uit en zocht de zyne.
Lieve Peter! sprak ze. Ik kan de ge
dachte niet verdragen, dat j. zoo ongelukkig
bent, en dat het mUne komst hier is, die je
ongelukkig heeft gemaakt!
De jongen stond als een marmeren beeld
voor haa', en keek haar met gefolterden
blik aan.
Dan zoudt ge hrt beter aan myn vader
kunnen zeggen, als ge het niet kunt ver
dragen. Dan kan hy me weer slaan! zei
Peter schor.
Hy zal Je nooit meer slaan, als lk het
kan voorkomen, sprak ze.
Dat kunt g{j niet! Het is omdat gy
hier zyt, en hy alleen aan u denkt!
Neen, neen, we zullen beiden ook aan
jou denken, Peter! jy moogt er niet buiten
biyven. Peter laten we vrienden zyn! Ge
loof je me dan niet? Ik kan de gedachte
niet verdragen, dat Je my als 'n vyandin
zou beschouwen! Ik heb nooit vyanden
gehad, PeterIn haa" stem klonk even
een licl e beving, die roerde door de op
rechtheid. Laten we vrienden zyn en trach
ten samen gelukkig te zyn. Het ls te iaat
voor my, en haar stem klonk vrooiyk, met
toch een zweem van droefheid er in, te laat
voor my om nu nog terug te trekken!
(Wordt vervolgd).