GEMENGD NIEUWS HET VAN DEN !DE GRAPJAS HARLEKIJN! tii-UETOH LANGS DONKERE PADEN KONINKLIJKE BRANDSPUIT VERKOCHT Aangeschaft door Koning Willem III FRAUDE BIJ WONINGBOUW TE UTRECHT? Schatgraverij naar steenen LANDBOUWSCHUREN AFGEBRAND Veel vee omgekomen NOG EEN IJS-SLACHTOFFER ONZE OOST EEN ZOENOFFER Rijst met kip LUITENANT VERDWENEN Tekort aan belastinggeld DE MALAISE IN DE SUIKER Kwade tijd voor planter en arbeider WAANZINNIGE OPZIENER Schiet als een dolleman in het rond MINISTER DECKERS GEEN VLAGVERTOON ONDERZOEK NAAR ONTSLAG GEVECHT MET EEN ROOFVOGEL FINANCIEN N. V. „NATIONAAL" BOEKBESPREKING KATHOLIEKE ILLUSTRATIE RADIO-OMROEP Zijn verjaardag Harlekijn rijdt op den stier naar huis iNaar het Engelsch door J. Scheepens 34 Bij de houtverkooping van de Kon. Hout- vestery „Het Loo" is o.m. 1 verkocht eene oude brandspuit, met op de eene zijde de stters: „Koninklijke Brandspuit, Paleis Het oo" en op de andere den naam van den leverancies: I. I Fischer te Nijmegen. Omtrent deze antieke spuit het volgende: Het was in de eerste Jaren van de Re dering van Koning Willem III, dat op de eluwe herhaaldelijk branden voorkwamen, waarbij moedwil dikwijls niet was buiten gesloten. Dit ging zoover, dat bekend werd 5«maakt als een schrikbeeld voor anderen, dat, de eerste van wien bewezen werd, dat bij brand had gesticht, zijn leven zou boe ten aan de galg. Dit droevig lot trof ln '852 een ingezetene van Apeldoorn, een ze keren B. ,aan wien inderdaad die straf vol trokken werd. De koning zelf had voor de bescherming van het paleis beter brandma teriaal noodig geacht en liet deze brandspuit aankoopen, in die dagen natuurlijk een van de allernieuwste constructies. Bij voorkomen de branden in de omgeving rukte ook het paleis-personeel met de spuit uit en deze overtrof ln hare uitwerking verre die, welke te Apeldoorn dienst deden. Dit wekte na tuurlijk de jaloezie der Apeldoomsche spuit gasten en zoo gebeurde het op een keer bij een brand in de Hoofdstraat, dat deze aan hun verkropt gemoed lucht gaven door hunne Loosche collega's met hun bluschma- teriaal nat te spuiten. Toen de koning dit hoorde, verbood hij voortaan alle verdere hulp bij voorkomende branden en hiervan is nimmer afgeweken. Het laatst heeft deze spuit in het openbaar dienst gedaan bij het in vlammen opgaan van de Groote Kerk aan de Loolaan in Maart 1890. Bij den verkoop is zij niet ln sloopershanden gevallen, doch in het bezit geraakt van den heer G. F. Loois, electrische smederij Het Loo, die haar als curiositeit zal opkalefateren. Dezer dagen werd de nieuwsgierigheid van de bewoners van de Laan van Char treuse, achter het Ondiep te Utrecht, op danige wijze geprikkeld, aldus bericht de „Telegraaf", door een gemeente-werkman, die gewapend met schop en houweel een verwoeden aanval ondernam op den hardbevroren grond van het voetbalter- reintje, dat daar gelegen is, terwijl eenige meer officieel uitziende personen belang stellend stonden toe te zien. Na eenigen tijd graven steeg de verwondering ten top, toen er een vrij groot aantal gave, roode met- selsteenen te voorschijn kwam. Hoe verder men groef, des te grooter werd dit aantal. Wat was hier het geval? Omstreeks 1918 heeft de gemeente Utrecht in deze buurt harentwege een aantal woningen laten bouwen. Over dezen woningbouw deden al spoedig de raarste geruchten de ronde, en wel betreffende de wijze, waarop materia len werden ingeslagen en al of niet ver werkt. Een speciale raadscommissie nam de zaak in onderzoek en vermeldde in haar Tapport, dat wel is waar zeer royaal te werk was gegaan met het aankoopen van bouwmateriaal, maar dat van eenige frau de niets was gebleken. De geheele kwestie raakte in het ver geetboek, tot dezer dagen een adres bij den raad inkwam, waarin een oud-gemeente arbeider de kwestie oprakelde van de bij bedoelden bouw verloren gegane metsel- steenen, en zeide de plaats te kunnen aan wijzen, waar deze steenen verborgen zou den zijn. Toen men op de aangeduide plek is gaan graven, bleken zijn mededeelingen waarheid te hebben bevat. Bij de opgravingen waren tegenwoordig de wethouder voor Openbare Werken, de heer Smulders, en de inspecteur van het gemeen telijk bouw- en woningtoezicht, de heer De Zwart. Thans zal uitgemaakt moeten wor den of de gevonden steenen inderdaad af komstig zijn van den woningbouw in het Ondiep, waarna de raad zal moeten beslis sen of men naar aanleiding van het ge vondene dieper op de zaak moet ingaan. Dinsdagavond omstreeks 10 uur is brand uitgebroken in de groote landbouwschuur van den landbouwer A. A. K. aan de Onder straat te Lage Zwaluwe. in korten tijd stond de met veel graan gevulde schuur in lichter laaie. Zes en twintig melkkoeien kwamen in de vlammen om. Ook twee paarden en drie varkens verbrandden. De tegenover gelegen landbouwschuur van den heer J. v. d. E. werd eveneen sdoor het vuur aangetast en verwoest. Hier kon het vee worden gered. Ook de in de nabijheid staande groote vlas schuren van den heer O. B. de V., waarm 300 000 kg vlas was opgeslagen, werd een prooi der vlammen. De brandweer bestreed het vuur met twee handspuiten en drie slan gen op de waterleiding. Met groote moeite werd verdere uitbreiding van den brand voor komen. Eenige in de nabijheid gelegen woonhui zen liepen nog schade op. De brand, die tot ver in den omtrek zichtbaar was, trok groote belangstelling, zelfs uit Breda. Dé oorzaak is vermoedelijk kortsluiting. De eigenaars van de drie afgebrande landbouwschuren waren verzekerd. Te Leeuwen-Beneden is de 11-jarige Jacobs door het ijs gezakt en verdronken. MEDAN, 16 Febr. (Aneta.) Twee Inheem- sche jongeiu ivochten met elkaar. Hierna hebben hun vaders voor de Kerapaten de zaak verder behandeld. Een der vaders werd een boete van 10.opgelegd. Hij diende bij den Gouverneur-Generaal een request in om gratie te verzoeken, waarop Z.E. >ver- eenkomstig het advies van den Gouverneur van Sumatra's Oostkust, den man een zoen offer oplegde, bestaande uit rijst met kip. Dit zoenoffer is thans door den vader van den gewonden zoon in ontvangst genomen. BATAVIA, 16 Febr. Het nieuws van den Dag v. Ned.-Indië meldt, dat sedert 14 degen de luitenant der Chineezen te Moeara Aman is verdwenen, waarbij hem een tekort aan belastinggeld werd ontdekt, hetwelk reeds in 1927 is ontstaan en geleidelijk grooter werd Vrienden trachten het bedrag van het te kort bijeen te brengen, doch ƒ2500 bleven ontbreken. Een belangrijk vraagstuk is dat der ma laise in de suikercultuur, zegt de Soekaboe- mische correspondent van het „N. v. d. D. v. N.-I." De koelie, die vroeger zijn gronden in bruikleen afstond aan de suikerfabrieken, moet ze nu zelf bebouwen en kan van zijn grond niet meer zooveel halen als hij vroeger van de fabrieken zonder eenige moeite kon ontvangen. De bewerking van zijn gronden kost hem geld en de opbrengst van zijn pro ducten ls, doordat er meer aanbod komt, zeer miniem. Ook voor de suikerondernemingen is het een kwade tijd. Men mag blij zijn, als men het riet oogsten en de suiker verkoopen kan, dan heeft men niet zooveel verlies. Maar wat moeten die fabrieken zeggen, die tonnen uitgegeven hebben voor oogst 1932 en straks vernemen moeten, dat de suiker nog niet verkocht is? Administrateurs, eerste geëm ployeerden en anderen weten .eenvoudig niet wat hun boven het hoofd hangt. Men slaat de handen ineen en tracht het hoofd boven water te houden. Welgestelde families zijn hier binnen weinig jaren totaal geruïneerd en menschen met groote kapitalen zien hun inkomsten verdwijnen en plaats maken voor kapitaalverminderingen. „Suiker is de kurk waar het Indische Gouvernement op drijft", heeft een groot econoom gezegd. Maar als deze kurk door de zwaarte der lasten niet meer drijven kan. zal het Gouvernement wel andere middelen moeten zoeken om zich boven water te hou den. Wij vreezen echter, dat door de crisis in de suiker de Gouvernementsfinanciën ook een zoodanigen knauw zullen krijgen, dat zekere politici met hun eisch van inkrimping van het suikerareaal nu van de harde wer kelijkheid een les zullen ontvangen. JAPARA, 16 Febr. (Aneta.) Een Europee- schen opziener bij den Waterstaat te Band- jaran sprong in een vlaag van waanzin rond met een geladen geweer en patronengordel. Hij schoot een stroopverkooper neer en mik te vervolgens op ieder, die onder zijn bereik kwam. Hij wondde daardoor een Europeaan en den wedana, waarna de ongelukkige door den veldpolitie werd overmeesterd. Op den terugreis BATAVIA, 17 Febr. De minister van De fensie, de heer Deckers, is heden per „Mar- nix van St. Aldegonde" naar Nederland ver trokken. Een groot aantal personen deed Z.Exc. uitgeleide, doch op verzoek van ZBxc. droeg dit uitgeleide geen officieel karakter. BATAVIA, 16 Febr. Het bezoek van den Franschen kruiser „Waldeck Rousseau", vastgesteld op, 20 Febr. tot 15 Maart, is in verband met den toestand in het verre Oos ten voor onbepaalden tijd uitgesteld. Rechten van het personeel vertrapt SOERABAJA, 16 Febr. (Aneta.) De Indi sche Courant meldt, dat de arbeidsinspectie te Soerabaja opdracht ontving, om een on derzoek in te stellen naar de zaak van de ontslagen geëmployeerden van de suikerfa brieken Tjandi en Porrong, welke eigendom zijn van den heer Han-Kong-Gi. Volgens het ingesteld onderzoek is gebleken, dat op schandelijke wijze met de rechten van het personeel is omgesprongen. De juist gebleken klachten worden in een uitvoerig rapport vastgelegd. De Bandoengsche correspondent van het „N. v. d. D. v. N.-I." maakt melding van een vreemd geval, dat zich te Tjiamis (Prean- ger) heeft voorgedaan. De bediende van een onderwijzer aan de Hollandsch-Inlandsche school aldaar, werd op een morgen toen hij bezig was met een plumeau de ramen voor het huis af te stof fen onverwachts door een roofvogel aange vallen en deerlijk gewond. De vogel, een hu- lang of groote kippendief, die een der hoen ders op het erf tot prooi had uitverkozen, kreeg eensklaps, toen deze vluchtte, de „boe- loe ajam" in het oog, en denkende, dat het een andere prooi was viel hij er op aan, den niets vermoedenden bediende daarbij even eens heftig attakeerende. Het gevecht was niet van langen duur. De omwonenden toch, het kabaal hoorende, ont zetten den aangevallene, die inmiddels ech ter reeds deerlijk was gehavend aan gezicht en handen, door den hulang te dooden! De N.V. „Nationaal", Fabriek van Weeg werktuigen te Voorburg, hield haar alge- meene Jaarvergadering. De omzet was in 1931 ongeveer 40 pCt. grooter dan ln 1930. Met het oog op de onzekerheid der tijden werd besloten een groot deel van de winst bij de reserve te leggen, terwijl het dividend werd vastgesteld op 25 (v. J. 10) pCt. 66ste Jaargang no. 20 Aan den Coadjutor van den Bisschop van Roermond is in dit nummer de voorplaat ge wijd. Nadat Neré Valk ons weer geboeid heeft met „Het geheim van de Witte Kapel", 'n pakkenden Limburgschen roman, be schouwt F. J. Wahlen „De bekeering van John Henry Newman". Hans Lijn tracteert op Handen-allerhande, een snoepje, dat de Vasten niet breekt. Amanda Vroklage Wolf verhaalt ontroerend van „De zwarte wolk", W. S. geeft een schets van een door z'n ge weten gekwelde in „Oude Schuld". H. de Greeve S.J. behandelt in de vijf-minuten- preek „Heer, het is ons goed hier te zijn". „Van volksgeloof en gebruiken in Provence" vertelt M. Berghof. J. Cats Jr. geeft een lyrische ontboezeming over „Holland op de schaats." Naast de keurig verzorgde foto's: actueele, genre e.a„ naast de amusante bij dragen „Aan den vroolljken kant" en rijm kroniek, heeft Oom Frans zich weer genoeg lijk in z'n praatstoel genesteld. „Boutje's vacantie" door Otto van Laar Jeugduitgave N.V. Drukkerij De Spaamestd, Haarlem. Wie „Boutje", het eerste boek van dezen auteur, gelezen heet, zal onwillekeurig ken nis willen nemen van de kwajongensstreken, die de snaak met z'n vriendjes in de vacan tie uithaalt. HU zal smullen ln den „zich voelenden" Boutje bij het toelatings-examen voor het Klein-Seminarie, waar de zich tot het priesterschap geroepen voelende jongen zijn eerste opleiding zal gaan ontvangen. Ook zal hij genieten van het visch-avon- tuur en de onderaardsche-gang-vondst waar bij Boutje's vriendje Henk Donkers zoo'n „figuur" sloeg. Ook het afscheid van huis, waarbij zelfs de eenzelvige „Pruim" niet na kon laten, Boutje een vaarwel toe te roepen, ls een pakkend moment. Voor wie „Boutje" niet gelezen heeft, be staat er echter geen enkel bezwaar, dit twee de boek over zijn vacantie te beginnen, zoo los staan de gebeurtenissen, die hierin ver haald worden van die, in het eerste boek beschreven. De auteur heeft het geheel in pakkenden verhaaltrant afgeleverd, en mej. C. Damen teekende bij de hoofdmomenten een paar aardige prenten. Een brok jeugdliteratuur, waaraan lezers met echte jongensharten zich enkele uren met smaak kunnen vergasten. DONDERDAG 18 FEBRUARI. HUIZEN, 298 M. 8.00—9.15 KRO; 10.00 NCRV;' 11.00—12.00 KRO; Hierna NCRV. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonpl. 10.16 Zieken- dienst; 10.45 Gramofoonpl. 11.30 Godsdienstig halfuurtje. 12.15 KRO-orkest o.l.v. J. Gerrit sen. 2.00 Handwerkcursus. 3.00—3.30 Vrou wenhalfuurtje. 4.00 Ziekenuurtje. 5.00 Han- denarbeidcursus voor de jeugd. -5.45 Celli- concert door H. v. d. Horst Jr. en K. F. Bor- gers. Piano: J. Monissen. 6.45 Knipcursus. 7.00 Vragenhalfuurtje. 7.45 Ned. Chr. Pers bureau. 8.00 Zendingspraatje door J. Schuur- mans. 8.30 Concert Harmonie-orkest der NCRV, o.l.v. P. v. d. Hurk, m.m.v. Dubbel- kwartet der Kon. Utr. Mannenzangvereeni- ging. 9.00 Causerie over Marocco. 9.30 Vervolg concert, o.a. Geisterchor uit „Rosamunde", Schubert en Les Préludes, Liszt. 10.00 Vaz Dias. 10.45—11.30 Gramofoonplatenconcert. HILVERSUM, 1875 M. Uitsl. AVRO-ultzen- ding. 8.00 Gramofoonpl. 10.00 Morgenwijding. 10.15 Gramofoonpl. 10.30 Concert. E. Matthel (zang) en J. Callenbach (piano). 12.00 Gra mofoonpl. 12.15 AVRO-Kleinorkest o.l.v. N. Treep en gramofoonpl. 2.00 Pauze. 2.30 Gra mofoonpl. 3.00 Knipcursus. 3.45 Gramofoonpl. 4.00 Ziekenuur. 5.00 Omroeporkest o.l.v. N. Treep. 6.30 Sportpraatje door H. Hollander. 7.00 Vervolg Omroeporkest. 7.30 Engelsche les. 8.00 Gramofoonpl. 8.15 Uit den Stads schouwburg te Amsterdam: Caecllia-concert. Concertgebouw-orkest o.l.v. Pierre Monteux. Helene Cals (sopraan), o.a. Ouvert. „Wil helm Tell", Rossini en 7de Symphonie ln A. gr. t., Beethoven. 10.30 Vaz Dias. 10.45 Gra mofoonpl. 11.0012.00 Uit het Carlton Hotel: Dansmuziek door Billy Mason en zijn Band. DAVENTRY, 1554 M. 10.35 Morgenwijding. 12.20 Orgelconcert Reg. Foort. 1.20 Gramo foonpl. 1.35 Concert Sted. Ork. Birmingham oJ.v. L. Heward, o.a. Voorspel 3de acte „Meis- terslnger", Wagner. 2.05 Lezing. 2.25 Voor scholen. 3.20 Middagkerkdienst 4.25 Radio Dameskoor o.l.v. J. Lewis. 4.45 Grosvenor- orkest o.l.v. J. Meeus. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berichten. 6.50 Brahms' strijkkwartetten. 7.10 Duitsche causerie. 7.40 en 7.50 Lezing. 8.20 „Songs from the Shows". Revueiledjes o.l.v. Woodgate. Theater-orkest en Revue koor. 9.20 Berichten en lezing. 9.55 Concert. S. Logan (bariton), P. Cochrane (viool) en Ray Lev (piano), o.a. Guitarre, Moskowsky. en liederen van Brahms en Wolf. 10.50 Vas- ten-kerkdienst. 11.1512.20 Jack Payne's BBC-dansorkest. PARIJS „RADIO-PARIS", 1725 M. 8.05 en 12.50 Gramofoonpl. 9.05 dito. 9.20 Concert o.l.v. Walther Straram, o.a. 4de Branden- burgsche concert, Bach en Symphonie, Haydn. KALUNDBORG, 1153 M. 11.20—1.20 Con cert uit Hotel Palace. 2.50 Deensche liederen. 3.10—4.20 Concert uit Rest. Wivex. 7.309.35 Concert door het Omroeporkest o.l.v. Oskar Fried en m.m.v. Ivar Andresen (bas), o.a. uit „Die Zauberflöte" en Entführung aus dem Serail, Mozart, hierna Wagner-programma, o.a. uit Meistersinger, Vliegende Hollander en Rienzi. 10.1011.50 Dansmuziek o.l.v. Kal Julian. LANGENBERG, 473 M. 6.25—7.20 Concert uit Hamburg. 11.20—12.10 Populair concert uit Breslau. 12.251.50 Werag-orkest o. 1. v. Kühn. Dansen en marschen. 1.50 Gramo foonpl. 4.205.20 Concert. Mittman (viool), Knecht (viola), Feldin (cello). Werag-strijk- kwartet. 7.20 „Don Carlos", dramatisch ge dicht van Schiller, muziek van Hans Ebert. Regie: Hardt. 10.2011.20 Concert uit Hotel Zur Post. BRUSSEL, 508 en 338 M. 508 M.: 12.35— 2.05 Gramofoonplaten. 5.20 Concert o. 1. v. Meulemans. 6.50 Gramofoonplaten. 8.20 Om roeporkest o.l.v. Kumps, o.a. Ouverture Ver- kaufte Braut, Smetana, en Fant. Traviata, Verdl. 338 M.: 12.35—2.05 Gramofoonpl. 6.50 Gramofoonpl. 8.20 „Het spel van de 7 Zot ten", naar Hans Sachs van Lindemans. 8.55 Gramofoonpl. Ouvert. Land des Lachelns. Léhar. 9.50 Léhar-concert, Gramofoonplaten. ROME, 441 M. 7.20 Gramofoonpl. 8.20 Symphonieconcert o.l.v. O. de Fabritius, o.a. Ouverture Oberon, Weber, en Schotsche symphonie, Mendelssohn. ZEESEN, 1635 M. 7.20 Zie Langenberg. 9.50 Laatste uur van de Berlijnsche Zesdaagsche, hierna berichten en tot 11.50 dansmuziek door Gerhard Hofmann en zijn Orkest. „Neen Clara, maak nu maar geen drukte met mijn verjaardag, lk hecht er volstrekt niet aan en heb het heusch liever niet. Er komt immers toch niemand om te feücitee- ren en tusschen ons beidjes is 't even goed, of we er een feestje van maken of niet. Bovendien, de kinderen weten er nog niet van, en we kunnen het geld in dezen duren tfjd wel beter besteden." In dezen toonaard had de jonge man al een paar keeren gesproken, en z'n vrouwtje was er toch wel wat verdrietig onder, dat hl) verklaarde zoo heelemaal niets om een huiselijk feestje te geven. Maar toen hij er voor de derde maal over begon, kwam er een nadenkende trek, en toen een guitige glim lach op Clara's lief gelaat. Zou ze haar heer en meester eens een lesje geven? Och, het kon eigenlijk in het geheel geen kwaad, en hij zou achteraf wel moeten bekennen, dat het ongelijk aan zijn kant was. Ze besloot dus het idee, dat haar zoo opeens voor den geest gekomen was, uit te voeren om man lief van z'n ietwat zwartgallige verjaardags- en feestjesbeschouwingen te genezen. Het was de vooravond van den SOsten November. De vorige keeren had Johan het telkens wel een beetje kunnen merken, dat er ver rassingen op til waren. Het was echter waar, dat Clara het vorige Jaar niet bijzonder ge lukkig geweest was met haar keus en bovendien meer geld had uitgegeven dan eigenlijk wel lijden kon. Dat Johan de eer ste had moeten wezen om dit te verontschul digen, begreep hl) toen niet.... tot zijn schande. Enfin, dit jaar was de vooravond van den 20sten November een avond, wanhopig pre cies als alle andere. En de jonge man merk te dat heel goed, al zei hij er niets van. Den volgenden morgen feliciteerde Clara hem met een hartelijken kus, maar daar bleef het dan ook vrijwel bij. ,,'k Heb een paar nieuwe zwarte dassen voor je gekocht en een half dozijn zakdoe ken," zei ze ietwat gemaakt onverschillig en ze reikte hem twee eenvoudige pakjes over. „Zooals je ziet, net wat Je altijd gebruikt. Je moest ze toch hebben, en we hadden afgesproken voor Je verjaardag geen extra- onkosten te maken." Dat viel den jongen man toch wel wat al te koud op 't lijf, maar 't was waar, hij kon er moeilijk wat tegen Inbrengen. In zijn ontstemming verliet hij haastiger dan an ders z'n woning, zonder te bemerken, hoe gemaakt Clara's manier van doen was en hoe hardnekkig ze de schuifdeuren van de voorkamer, die anders al by het ontbyt opengingen, gesloten hield. Het was de Jonge vrouw niet gemakkeiyk gevallen, haar man zóó te laten gaan met z'n biykbaar groote teleurstelling, maar ze hield zich flink. Ook 's middags aan de koffie was het Juist als andere dagen. Zelfs het extra-koekje ontbrak. Met een gezicht van „hoe heb lk het nu met Je?" had Johan z'n vrouw een paar maal aangekeken, maar ze slaagde er zóó goed ln om heel gewoon te doen, dat hy ln het minst geen vermoeden kreeg van haar bedoeling. Zich beklagen? Dat nooit. Elgeniyk had hy z'n verdiende loon en Cla ra zou niet aan hem merken, dat hy er toch elgeniyk wèl om gaf of zyn verjaardag feesteiyk gevierd werd. Op het kantoor was hy dien middag ln een alleronmogelykste stemming, en als z'n collega's geweten hadden, dat zulks van z'n verjaardag kwam, zouden ze zich niet wei nig vrooiyk over hem gemaakt hebben. In z'n booze bul ging hy, wat hy anders nooit deed, vóór den eten nog even naar het kof fiehuis waar hy een enkele maal met een paar vrienden een party biljart speelde, en zoo was het vry laat toen hy thuis kwam. Na een korten groet wierp hy zich ln z'n leunstoel en verborg z'n gezicht achter een krant, toch zoo nu en dan eens tersluiks kükend of Clara nu werkeiyk by het mid dageten ook net zou doen, of hy ln t geheel niet jarig was. Ja hoor, daar had Je het. Aardappelen met een klein schaaltje groenten en een gewoon stukje rundvleesch.... Was het niet om uit je vel te springen! Maar ze zou niets aan hem merken, dat stond vast. Met een stalen gezicht ging hy aan tafel zitten en hy wou al beginnen te bidden.,., toen vrouwlief opeens in een schaterlach uit barstte. „Wat hebben we nu?" vroegen Johan's verbaasde oogen. „Och man, wie van ons zou het best co- medle kunnen spelen?" vroeg Clara, nog steeds schuddend van t lachen. „Comediespelen? Wat bedoel Je?" klonk het verbaasd. „Ja zeker, comediespelen, JU met je goed te willen houden en lk.... met net te doen öf lk je verjaardag zoo maar gewoontjes wil laten voorbijgaan.... Zeg man, dat kon je toch ook wel beter begrypen, ls 't niet?" En opstaande, liep ze naar de suite-deuren, schoof ze met een ruk open en.... daar stond nóg een gedekte tafel, die slechts met de aardappelen en de andere gerechten uit de achterkamer gecompleteerd behoefde te worden om een echte feestdisch te zyn. Wat stonden die rozen daar mooi midden tus schen het fraaie porceleln, en hoe uitlok kend fonkelde de wyn in de mooie karaf... En.... Johan overzag het al heel gauw.... allemaal juist z'n lievelingsgerechten. Zoo smakeiyk en gezellig had hy nog nooit gedineerd. De plotselinge overgang van onverschillige gedruktheid tot de prettigste stemming van de wereld, deed daar onge- twyfeld het zyne toe. Na den maaltyd een heeriyke kop koffie met room en toen.... daar kwamen de twee dreumesen aandren telen, ieder met een pakje ln de hand. De vierjarige Jo bracht een heel mooien hor logeketting, waar de jubilaris allang een zwak op had gehad en Bertha hield een fraaien tabakspot ln de hand. „Wel manInformeerde Clara een oogenblik later met een veelbeteekenenden blik. „Kom hier vrouw", sprak Johan harteiyk, „geef me nu maar gauw een kus en zeg maar dat Je niet boos bent op je ontevreden mopperaar van een man...." Maar Johan was nog niet aan 't eind van z'n verrassingen. Toen ze een oogenblikje gebabbeld hadden, werd er gebeld en een oogenblik later kwamen twee van z'n kan toorkennissen binnen, met wie hy t meest op had. „Ja," zei de oudste van hen, „we hadden gehoord, dat je vandaag jarig was en dat meenden we maar niet zoo stilletjes te mogen laten voorby gaan." „Maar van wie heb Je dan „Niet zoo nieuwsgierig, vriend," klonk het lachend; „Je wilt ook graag alles weten..." Maar toen een half uurtje later ook de Kapelaan der parochie nog even kwam aan- loopen, begreep de Jonge man alles. Trou wens, de priester maakte er geen geheim van, dat Clara hem uitgenoodigd had, een uurtje te komen praten. En toen, aan het einde van dien meer dan gezelligen avond, allen weg waren en de Jonge echtgenooten nog een oogenblikje na-' praatten, toen bekende Johan dat hy -nog nooit zoo'n gezelligen verjaardag gehad had. Het was prachtig weer en Hariekyn maakte een wandeling door de velden met juffrouw Hermentrude, toen eensklaps de groote stier aan kwam rennen. „Vrees niet," zei Hariekyn; „ik zal hem wel terug duwen." Maar het bleek, dat Hariekyn meer beloofd had dan hy kon volbrengen. Daarom sprong hy op den rug van het beest. De stier stoof nu op juffrouw Her mentrude los, en Juist toen ze op t punt stond van schrik flauw te vallen, ving Hariekyn haar behendig op. Ze hielden zich in evenwicht op den S rug van het woedende dier, dat heen en weer rende, totdat het uitgeput was. Toen S bond Hariekyn een touw om z'n nek en reed zoo naar t kasteel, waar ze be houden aankwamen. Jim raakte even haar arm aan en leidde haar naar de sofa, by het vuur, waar zy zich neerzette op de zachte kussens. Peter was hen in de kamer gevolgd, de handen in den zak, op z'n gezicht een onverschillige uit drukking. Maar toen hy dat gebaar van zyn vader zag, trotsch, als dat van een bezit ter, en van een teederheid tevens, waartoe hij hem niet in staat geacht had, was het alsof een scherpe pyn hem plotseling door het hard sneed. Een koude rilling overviel hem, ondanks de bijna overdadige hitte en den heeriyken bloemengeur in de kamer. Hy zag Carina aan. Wat was ze schoon, rehuld in hear met bont gevoerden man ie!.... Zulk een kostbare pels.... Zy had liem 'n weinig losgemaakt, en hy kon nu zien, hoe een ry blanke paarlen haar hals sierde. Haar gelaat onder den kleinen, don keren reishoed was klein en bleek, maar van een wonderiyke fynheid van lyn. En aie donkere oogen onder de fraaie booghjn der wenkbrauwende plooien om haar mond als zy glimlachte.... die heeriyk warme stemdat glanzende, zachte haar Geen wonder, dat zyn vader haar had lief gekregen. Ze zag nu veel schooner dan den vorigen zomerGelukkiger ookja, en jonger. Jong genoeg byna, om de dochter te zqn van den man, die haar met byna aan biddende vereering gadesloeg. „Ze wandelt in schoonheid als de nachtDeze woor den uit een gedicht schoten Peter te bin nen. In haar oogen was iets als de schoon heid der sterren, en over haar gelaatskleur iets van de zilveren bleekheid der maan... Peteri Je slaapt en droomt, jongen! Waar z«n je manieren? Mallory's stem, hard, bevelend, sneed de stilte als met een mes. Hier geef m'n vrouw een versnapering 'n warm gebakje of een koekje, Carina? 'n Gebakje, alsjeblieft, sprak mevrouw Mallory, 'n weinig geschrokken door de on verwachte verandering in de stem van haar echtgenoot. Peter bracht haar de schaal met gebakjes en bood ze haar aan. Hy sprak geen woord Toen hij den schotel weer op de tafel neer zette, zei z'n vader weer: Laten de menschen niet den indruk krijgen, dat je een jong, onopgevoed mensch zyt. Jim, je moet op Peter vandaag niet grommen, zei Carina. En zy glimlachte, maar de jongen wilde haar niet aankyken en ontweek haar blik. zyn uitdrukking was nu als versteend, door de harde bejegening van zijn vader. Het was van geen nut, zoo peinsde hy, dat zy trachtte verbetering te brengen in den toestand, dien zy zelf was komen bedreven. Ze moest niet hier zyn, om tegen hem te glimlachen en hen beiden voor den mal te houden, met die eigenaardige zachtheid, die de hare was Welnu, dan moet hü zorgen, dat hy het niet verdient, klonk het een weinig zach ter van Jim's lippen. Maar hij zag zyn zoon scherp aan, terwyi hü sprak. Hy hoopte maar, dat hy zich niet volkomen onverzoen- iyk zou betoonen. Hy wist, dat in zulk een geval alleen harde maatregelen in staat zouden zyn, die onwillige houding te ver anderen. Het was jammer, dat Sophia, zyn zuster, den jongen niet een paar dagen nad kunnen hebben, zyn tegenwoordigheid thuis gaf aan hun thuiskomst iets gedwongens, iets onhuiselyks. Na de thee verwyderde zich de jongeman ongemerkt uit de kamer. Hy deed een win terjas aan en begaf zich naar buiten, in het donker van den avond, want maan noch sterren verspreidden eenig schynsel. Een koude wind was van den zeekant opgestoken en blies onophoudelijk als een eentonige mu ziek in de toppen der pynboomen. In den strengen wind liep hy eenige malen de lange laan op en neer. vervuld met die verschrik- keiyke pijniging en die vreeseiyke weerbar stigheid van de jeugd. Hy haatte Linfold, haatte de vrouw van zyn vader, ja, haatte byna zyn vader zelf, wiens koude onbarm hartigheid hy zoo vreesde, als hy dacht aan wreede herhaling van de eerste afstraffing. Geen licht blonk in de omgeving. De don kere, sterrenlooze winternacht drong door tot zyn ziel. Tranen ontwelden zyn ooger en hy deed geen moeite ze te bedwingen. Als een schim liep hy daar e"i gevoelde hy zich uitgedreven uit een zoo heeriyk tehuis, waar warmte, licht en vreugde vroeger zoo vol komen zyn deel waren geweest. Het scheen Peter, dat hy den weg door het park nu al sinds uren telkens weer op nieuw aflegde, en met eiken toer zyn lichaam nog in weerstandsvermogen toenam, terwyi zyn ziel daarentegen leed vreesehjk leed en uitgeput raakte door de ontzettende zelf kwelling. Hy aanbad zyn vader als t ware; Jarenlang was hy hem alles en alles ge weest, en nu kende hy nog alleen maar den harden, stuggen kant van zyn heerschers- natuur, die hy vreesde. Hy was verstooten van zijn oude plaats op Linfold! Hy was immers niet meer dan een sta-in-den-weg voor zyns vaders volkomen geluk met Ca rina. Peter zuchtte met een onbedwongen heftigheid, welke Iets kinderiyks ln zich had Hy schaamde zich voor zyn tranen en was toch niet in staat ze te bedwingen. Het begon te regenen: een koude, yzlge regen. De wind loeide nu in de boomen, want de storm was opnieuw opgestoken en won nog met ieder oogenblik ln kracht en hevigheid. In de yerte vernam men duide- lyk het donderend geraas van de opgezwiep- te zee. De regen gutste neer ln stroomen en van zyn onbedekt hoofd droop het water en mengde zich met zyn tranen. Opeens, toen hy weer het huis naderde, zag hy een zij deur zich openen, en een kleine figuur zich scherp afteekenen tegen den lichten achter grond. Men had hem dus gemist en men kwam nu naar hem zoeken, was het niet? Het moest al laat zyn.,.. byna etenstyd mis schien?.... Vooral vanavond zou zyn vader verstoord zyn, indien hy niet op tyd aan tafel verscheen. Misschien ook waren zy zenuwachtig geworden over zyn lange uit- biyven.... m Weinig beschaamd over zich zelf by die gedachte, slenterde Peter lang zaam op het huls toe, en bemerkte eerst toen, dat het Carina was, die naar hem uitzag. Ze was alleen, het hoofd onbedekt, terwyi de wind ty vlagen haar de haren voor de oogen blies, zy was gehuld ln een korten pelsmantel. Peter.... zei ze. Ze sprak op diepen, zachten toon, zoo diep en zacht, dat wat hy hoorde, hem als een echo scheen. Aarzelend kwam hy naderby. Ze kon zien, nu, hoe :i|n gelaat door het schreien scherp geteekend was, en de oogen rood omrand Nog ta.mde hy, terwyi het licht uit de zy- gang nu zyn slanke jongensfiguur geheel bescheen. Peter.... sprak Carina opnieuw. gr was lets in die stem, dat hem ofschoon nog eenigszins onwillig, tr* haar dreef. Ze trad naar buiten, hem tegemoet, geen acht slaand op regen of storm. En ze stak de hand uit en zocht de zyne. Lieve Peter! sprak ze. Ik kan de ge dachte niet verdragen, dat j. zoo ongelukkig bent, en dat het mUne komst hier is, die je ongelukkig heeft gemaakt! De jongen stond als een marmeren beeld voor haa', en keek haar met gefolterden blik aan. Dan zoudt ge hrt beter aan myn vader kunnen zeggen, als ge het niet kunt ver dragen. Dan kan hy me weer slaan! zei Peter schor. Hy zal Je nooit meer slaan, als lk het kan voorkomen, sprak ze. Dat kunt g{j niet! Het is omdat gy hier zyt, en hy alleen aan u denkt! Neen, neen, we zullen beiden ook aan jou denken, Peter! jy moogt er niet buiten biyven. Peter laten we vrienden zyn! Ge loof je me dan niet? Ik kan de gedachte niet verdragen, dat Je my als 'n vyandin zou beschouwen! Ik heb nooit vyanden gehad, PeterIn haa" stem klonk even een licl e beving, die roerde door de op rechtheid. Laten we vrienden zyn en trach ten samen gelukkig te zyn. Het ls te iaat voor my, en haar stem klonk vrooiyk, met toch een zweem van droefheid er in, te laat voor my om nu nog terug te trekken! (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 7