SPORT EN SPEL
lmim at*
mmtrnmt
wm «ajfi
in
iüi
1 1
Voor Bridgers
•ei
DA MDUBRIEK
m m. //y'
,.y/mIjj
i m i
g||
SCHAAKRUBRIEK
iiöfi
m ?ai m
wm mm
m. mm,
VOORL. NED. ELFTAL-
NOR WICH 3—5
Weinig belangwekkends
EXTRA-TREIN Z.F.C.—
FEYENOORD
NEDERLANDSCH PROEF-
ELFTAL SAMENGESTELD
Voor den wedstrijd tegen
Southampton
DAMMEN
VAN DARTELEN
EINDSTRIJD OM DEN
MEESTERTITEL
OM HET KAMPIOENSCHAP
enz.
Wfr. sür
w,
ÜH iHS ^t§
Üt éL mi
eoi
1 I
Ce belangstelling voor den wedstrijd van
het voorloopig Nederlandsch elftal tegen de
derde klas profclub Norwich City, Woensdag,
middag op het Spa: taterrein gehouden, was
minder groot dan gewoonlijk. De wegblij
vers hebben overigens niet zoo heel vee; ge
mist, want de wedstrijd heeft een vrij een
zijd g karakter gedragen. De Engelschen
hadden, hoewel zij zich niet al te zeer in.
spanden, weinig moeite om nagenoeg den
geheelen wedstrijd het spel te beheerschen.
Zij waren sneller, zij combineerden beter,
hun positiespel stak ver uit boven dat der
Hollanders en vooral hun kopwerk was van
betere kwaliteit.
Het Nederlandsch elftal had eenige ver
dienstelijke momenten, maar over het alge.
meen was het spel niet van dien aard, dat
het veel geestdrift vermocht te verwekken.
Onder de lat stond de Schiedammer
Beun, die een betrekkelijk zwakken indruk
heeft gemaakt. Het eerste doelpunt gaf hij
cadeau en ook bij het laatste doelpunt ging'
hij niet geheel vrij uit.
De beide backs Weber en van Run hebben
wel bewezen hun plaats waard te zijn, maar
eerstgenoemde zakte na de rust sterk af.
Toch meenen wij aan dit duo de voorkeur
te moeten geven boven de combinatie van
Run-Lelieveld.
De Hollandsche middenlinie was bepaald
zwak. Van Suchtelen v. d. Haere van HVV
was nergens in het begin te zien. daarna
herste.de hij zich, maar de algemeene indruk
over zijn spel is niet anders dan onvoldoende
te ncemen.
Anderiessen verdedigde goed, maar in zijn
aanvallende taak schoot hij tekort.
Zelfs van Heel viel tegen, het leek wel of
hij zich spaarde voor den a.s. zwaren wed-
st. ijd tegen Z.P.C. te Amsterdam.
In de voorhoede heeft Wels goed gespeeld,
maar Mijnders en Mol waren beslist onvol
doende. Van der Broek is geen fijne speler,
öoch een doorzetter. Smit is niet tegen ge.
wallen, maar of hij voorloopig voor het Ne
derlandsch elftal in aanmerking komt, be.
twijfelen we ten zeerste.
De wedstrijd.
De Hollanders beginnen met een fraaien
aanval, opgezet door den vleugel Mijnders
en Smit, waarbij een schot van eerstgenoem
de gekeerd wordt. Even later, wanneer Weber
een combinat.e van de Engelschen gebroken
heeft, bied-t v. d. Broek aan Mol een gemak-
ge.ijke kans. doch deze schiet in het zijnet.
De voorhoede van Norwich combineert
eenige malen bijzonder fraai, doch de af
werking laat te lang op zich wachten, waar
door van Run en Weber meestal een schot
weten te verhinderen.
Als van Suchtelen mist, loopt Blakewoll
naar binnen, het harde schot "vliegt echter
rakel ngs langs. Een zeer moeilijken kopbal
van denzelfden speler houdt Beun, door zich
languit naar den hoek te laten vallen, ei
prachtig uit. Nadat de Engelschen een tijd
lang in de.meerderhe-'d zijn geweest, komt de
Hollandsche voorhoede in actie. V. d. Broek
e'n Smit krijgen eenige ballen goed aange
geven, waarbij de Eindhovenaar tot twee
maal tce hard inschiet, doch de Engelsche
keeper redt uitstekend.
Het spel gaat daarna geruimen tijd gelijk
op, totdac kort voor de rust Beun blijkbaar
door de felle zon gehinderd een schot van
Murphy in eigen doel slaat. 0—1.
In de tweede helft loopen de Engelschen
hard van stapel en reeds na 5 minuten is
de stand 03. Het eerst weet Bell een voor
zet van links te benutten door zeer hard in
het uiterste hoekje te schieten en direct
daarna kogelt Blakewoll den bal na een
algcmeenen aanval hard in het net.
Nog geen minuut later belandt een mis
lukte voorzet van Mijnders bij Smit, deze
passeert naar van der Broek, die via den
keeper scoort 1—3.
Nog eenigen tijd behouden de Hollanders
het beste van het spel, maar het werk van
de voorhoede is te onproductief, het spel te
doorzichtig zoodat de Engelsche backs alle
aanvallen kunnen onderbreken.
Een overtreding even buiten het straf
schopgebied van Weber bezorgt de Engel
schen een vrijen trap, waaruit Jobbling met
een schitterend schot er 14 van maakt.
Niet lang daarna begaat Wrang een over
treding tegen Wels. Van der Broek neemt
den strafschop en de stand is 42.
Hst spelpeil zakt nu bsdenkelijk en ieder
een denkt, dat hei einde zal komen met
een 42 overwinning van de Engelschen als
vlak voor tijd Mol een voorzet van Mijnders
keurig benut 34 en een oogenblik later
Burditt reeds voor 3—5 heeft gezorgd met
een goed doelpunt.
Het einde komt dus met 5—3 voor
Norwich.
In verband met den voetbalwedstrijd
Z. F. C Feyenoord a.s. Zondag 6 Maart zal
een extratrein loopen.
Vertrek Krommenie 12.12 uur.
Wormerveer vertrek 12.18 uur.
Koog-Zaandijk 12.24 uur. Stopt te Koog-
Blcemwijk.
Zaandam vertrek 12.34 uur.
Amsterdam aankomst 12.46 uit.
Speciale retourkaarten zijn aan de be
kende sportadressen verkrijgbaar te Zaan
dam, Wormerveer Krommenie en Zaandijk.
Het Nederlandsche proefelftal, dat op
Woensdag 9 Maart a. s. des middags drie
uur op het Sparta-terrein te Rotterdam
zal uitkomen tegen de Engelsche profclub
Southampton, is als volgt samengesteld:
Doel: Van Male (Feijenoord).
Achter: Van Run (P. S. V.) en Lelieveld
(V. U. C.).
Midden: Paauwe (Feijenoord), Ande
riessen (Ajax) en Van Heel (Feijenoord).
Voor: Simons (N. A. C.), Adam (H.V.vj.
Ditmar (D. H. C.). Mol (K. F. C.) en
Van Nellen (D. H. C.)
Naar wij vernemen, zal de heer J. W. van
Dartelen te Heemstede zich op de as. jaar
vergadering van den Nederlandschen Da in
bond niet meer herkiesbaar stellen als
hoofdadministrateur van het bondsorgaan
van dezen bond. De heer van Dartelen neeft
deze functie dan ca. 12 jaar bekleed.
In den eindstrijd om den meestertitel heeft
B. Dukel te IJmuiden (clubkampioen der
„Haarlemsche Damclub") momenteel de
leiding.
De stand van dit tournooi luidt thans als
volgt:
1. B. Dukel, IJmuiden 3 12 0 4
2. Kalden, 'sGravenhage 3 2 0 1 4
3. J. J. Kwaad, Amsterdam 3 0 2 1 2
4. P. Beers, N.-Scharwoude 10 10 1
5. G. v. d. Waals,
Rotterdam 2 0 111
XV
OPLOSSING PROBLEEM No. 13.
De spel-opgave was als volgt:
H. K. R. S.
A. 8 H. 7
B. 9
9 7
4 3
2 2
Het probleem de zee-ziekte.
H.V..10,8,7,6,5,4
K.5,2
R.B.8,4
S.9,8
H.H,
K-A,H,V,7,6,3
'r.V,5
S.V,B,3
H. K. R. S.
3 10 A. A.
9 10 H.
4 6 10
6
5
2
De toestand is dat A begint, beide partijen
één manche hebben, terwijl B en D 27 op den
robber staan. Als 't eenigszins mogelijk is
moeten B en D dus spelen en eveneens moe
ten A en C trachten dit te oe letten des
noods ten koste van eenige down-slagen. Er
zal dus gewaagd geboden moeten worden.
A wil schoppen spelen, doch annonceert
dit niet dadelijk. Een hoog bod in schoppen
kan alleen slagen, indien B's spel met het
zjjne klopt. Eerst poogt hij dus te weten te
komen,, of z'n partner iets van ruiten heeft.
Hij annonceert dus 1 ruiten, hoewel hij na
tuurlijk niet van plan is die te spelen. Hii
kan in de gegeven omstandigheden dit bod
wagen, want 't is bijna zeker, dat de tegen
partij, die nog maar 3 punten noodig heeft,
om den robber te winnen, met een hooger
bod voor den dag zal komen. In één geval is
die annonce gevaarlijk, n.l. als de tegenpartij
met een sterk ruitenspel en mooie bijkaarten
hun die annonce laat. zonder te doubleeren.
Wordt hij gedoubleerd, dan gaat hij natuur
lijk onmiddellijk over in schoppen. B zegt
één harten aan. C komt nu voor de keuze te
staan óf de aangezegde harten te doublee
ren óf .n zijn partner te verstaan te geven,
dat hij de ruiten best kan hebben. Hij besluit
tot het laatste, met zooveel te meer gerust
heid, omdat hij de aangezegde harten
houdt". D biedt thans 3 klaveren. A 3 schop
pen, B past. C past. D 4 klaveren. A 4 schop
pen, B, C en D passen. Het eenige wat D
nog zou kunnen doen is 5 klaveren te bie
den, doch eensdeels vreest hij, dat een der
gelijk bod met succes gedoubleerd zou wor
den, anderdeels heeft hij gegronde hoop, dat
het 4-schoppen bod te hoog zal blijken.
ZZet spel verliep toen als volgt:
1. B.: K.5; K.8; K.B.; K.4;
2. D.: H.H; H.3: H.5: H.A;
3. C.: S.7; S.3: S.10: S.8;
4. A.: K.9: K.2: S.4: K.3;
5. C.: R.2; R.5; R.A: R.4;
6. A.: S.H; S.9; H.2; S.B;
7. A.: S_A; H.6; R.3; S.V.
A is nu zeker van 3 troefslagen en één rui
tenslag, doch zal er In werkelijkheid meer
maken, zoodat hij In alir gevallen net spel
wint. A heeft voorzichtig gespeeld. Hij had
b.v. bij den derden trek met ruiten 10 .run
nen snijden enz., doch ik heb willen aange
ven, hoe het spel werkelijk is. Men veigete
vooral niet, dat A van het spel van C en D
niets ziet.
PROBLEEM No. 14
H. K. R. S.
V. 8 9 B.
10 7
9 4
7
3
H. K. R. S.
8 A. A. A.
6 H. V. 3
4 5 10 2
3
Hier is de vraag om aan te geven, bij alleen
bekend zijn van het spel van C en A. wat A
moet annonceeren. Wat moet C bieden? b
pr en D past. Wat moet vervolgens A an
nonceeren? A biedt het eerste.
In het Hotel Flgi te Zeist werd de hoofd
wedstrijd om het kampioenschap bridge
gespeeld, uitgeschreven door den Nederl.
Bridgebond. De hoofduitslag was:
a. Damesparen: le pr. mevr. Ph. Steegh
Wiegmans en mevr. J. SteeghWolfers; 2e
pr. mevr. M. CoolMeijboom en mevr. C.
TeugbergenBrouwer: 3e pr. Mej. Bouvy en
mevr. C. KeyProper; 4e pr. mevr. J. Ho-
moetPeterson en mevrouw B. Rouffaer
v. d. Does.
b. Gemengde paren: le pr. de heer en
mevr. Schmier; 2e pr. de heer en mevr. J.
M. A. TheissingThele; 3e pr. de heer en
mevr. A. J. E. Bumavan Tienhoven; 4e
pr. mevr. Roquê en de heer Oosterman.
c. Heerenparen: le pr. dr. B. Bolsius en
C A. Versteeege: 2e pr. G. Borel en Jhr.
mr. dr. J. B. A v. d. Bosch; 3e pr. C. G.
Gijsen en J. Polak; 4e pr. mr. J. C. R. van
Bemmel Suyck en mr. S. van Houten.
Deze hoofdwedstrijd zal worden gevolgd
door eenige na-wedstrijden waaraan de
uit dezen hoofdwedstrijd verkregen beste
paren zullen deelnemen, waarna de uit
deze na-wedstrijden verkregen beste paren
den kampioenstitel zullen verkrijgen voor
het hondsjaar 1932.
Alles betreffende deze rubriek te adres-
seeren aan den damredacteur van dit olad
NOG EENS PARTIJ NO. 1.
(Vervolg.)
In den stand:
Zwart: 6. 11-14 18, 19. 23, 24. 26,
Wit: 27, 28, 30, 32, 33, 35, 37—39, 45,
speelde Fabre <Wit) 45. 28—22? en verloor
(Zie de partij in de rubriek van 30 Januari.)
In de rubriek van 6 Februari heb ik
aangetoond dat Wit remise nad kunnen
maken door 45—40 te spelen ais 45sten zet.
In variant a van die remise-studie kwamen
we toen. via 45. 45—40, 11 17; 46. 40—34,
6-11; 47. 30-25, 11-16; 48. 34-30 17-21;
49. 39-34, 12-17: 50. 34—29, 23;34; 51. 30.39.
tot den volgenden stand:
Wf/'
Deze stelling behoort tot de zoogenaamde
Klassieke standen. Die standen, die in de
moderne dampartü een zeer belangrijke rol
vervullen, zyn eigenaardig genoeg, nog met
gecatalogiseerd en nog maar nee) weinig
geanalyseerd. Hoewel ik met dit veel plaats
eischende werk natuurlijk geen aanvang san
maken in deze rubriek lijkt bet me tocb wei
interessant de KiassieKe standen, die in ae
rubriek voorkomen, te releveeren eri eenigs
zins uit te werken.
In den diagramstand is Zwart aan zet.
Deze Kan op twee manieren remise maken
(a en b):
118-23
2. 27 22 23-29!
Na 221—27 is de re
mise nog lang niet zeker.
3. 22 U 16 7
4. 35-30 24 35
5. 33 24 19 30
6. 25 34 remise.
1.
17-22
2.
28 17
21 12
3.
32-28!
12-17!
Niet 3.
18—23?
4. 25-20!
4.
28-22
17 28
5.
33 22
19 23
6.
22-17
14—19!
Met een ingewikkeld eindspel dat niet te
winnen is. Wit kan n.J. niet 7. 39—33 spelen,
wegens Z. 16—21 en 18--22!
In den diagramstand, met een witte schijf
op 36 en een zwarte op 15, is Zwart in alle
varianten verloren:
1
2. 27-22!
3. 22 11
4. 36—31!
5. 31—27
18-23 'a b)
23-29 (c)
16 7
7-11
11-16
6. 27—22! enz. wint., want 6
13—18 mag niet wegens 7. 22 13. 8. 28—23,
29 18: 9. 37—31, 26 28: 10. 33 21 enz.
«C» 221-27; 3. 32:12, 23:34; 4.
12—7! enz. wint. Bijv.; 424—29;
5. 33:24. 19:30; 6. 35:24. 34—40; 7. 7-1
40—45 (indien 740—44; 8. 22-18
13:22; 9. 37-31, 26:37; 10. 24—19! enz.),
8. 22--17! wint.
(b) 117-22; 2. 28:17, 21:12; 3.
32- 28!, 12-17; 4. 28—22. 17:28; 5. 33 22
19 -23; 6. 22-17. 14—19; 7. 27-22, 18:27;
8. 17-12! enz. wint.
(a) 115-20; 2. 28-22!, 17:28;
3. 32 :12, 21 :34; 4. 12—7!. gevolgd door
7—2 met gewonnen eindspel. Indien 4
24-29; 5. 33 15, 34—39; 6. 7—2!, 39—44;
7. 35—30! enz. wint.
OPLOSSING PROBLEEM NO. 4.
(Picarda.)
Zwart: 2, 3. 8, 9. 12, 13, 14, 16, 19. 20,
21 23.
Wit: 27, 28, 32, 33, 35. 37. 38, 39, 42, 48,
49. 50.
Wit forceert als volgt de winst van min
stens een schijf:
1. 35—30! 20—24
Zij„Mannie, wat onze kleine schermutseling
van gisteren betreft, achteraf bezien heb je
tcch gelijk".
Op iederen anderen zet volgt W. 3024
enz. met schijfwinst.
2. 49—44
3. 44—40
4. 33-29!
5. 29 7
24 :35
35 44
44 31
2 11
6. 37 6 enz. wint.
Een fraaie verdieping van het bekende
motief
Zwart: 12. 14. 16, 18, 19, 21. 23, 24.
Wit: 27, 28. 30 32. 33. 37. 39, 42.
Wit wint door 33—29! enz.
De stand kan in de partij voorkomen, zoo
dat deze studie een aanwinst geacht kan
worden voor de theorie van hel middenspel
OPLOSSING PROBLEEM NO. 5.
(P. Broyer.)
De stand was:
Zwart: 5, 7, 9. 10, 13, 14, 17, 19, 20, 21,
22 26.
Wit: 28, 29, 30, 34, 36, 40, 42, 43, 44,
48, 50.
Wit Zwart
1. 29-23! 22 33
2. 42—37 19 28
3. 34—29! 33:35
4. 37-31 26:37
5. 48- 42 37 39
6. 44 2 35 44
7. 2 16! gewonnen.
Een goed probleem, al kan het niet tot
Broyer's beste werk gerekend worden.
Marcel Bonnard, in Holland bekend door
de tournooien te Rotterdam en te Amster
dam. neeft een tournee gemaakt door Zuid-
Frankruk en Noord-Afrika. Ie Marseille
nam nii deel aan een vierkamp, waarin nu
eerste werd met tien punten (4 gew. 2 rem.)
vooi Ricou 8, L. Rayés 4 en Revertégat 2
punten.
In zijn tweede partij tegen Ricou kwam de
volgende stand voor;
M. Bonnard
Zwart
Wit
D. Ricon
Het spel verliep als volgt:
Wit Zwart
1. 36-31 9-14
En niet 1. 21—26? wegens 2. 15—
10! enz. wint.
2. 31-26
3. 26:17
4. 33—28
5. 46—41
6. 28—22?
2—7!
12:21
8—12
7-11!
Gespeeld om de sterke formatie 11—17;
3—9 enz. te voorkomen. Na den tekstzet is
Wit echter verloren.
6.
7. 22:13
3—9
9:18
Zwart dreigt nu 4—10! 12—17! enz. en
daar is geen kruid tegen gewassen.
8. 41-36
Indien 8. 15 -10, 14:5! 9. 41—36, 21—26;
10. 38—33, 23—29! enz. wint.
8.
4—10!
9.
15:4
12-17
10.
4:22
17 37
11.
36—31
37:26
12.
39 33
21:32
13.
38:27
11-17
14.
43-38
14—20
Wit geeft op. Want indien; 15. 30—25
(anders speelt Zwart 20—25) 15. 17
—21! enz.
Een interessant partijgedeelte.
Stand in cijfers:
Zwart 3, 7. 9, 12—16. 18, 19, 22. 23.
Wit: 25. 26. 29, 33. 34, 37-39. 41, 43, 48. 49.
Deze stand is uit een door Springer te
Menton gegeven simultaanseance.
De wereldkampioen, met Wit. won door de
volgende schitterende combinatie;
Wit
1. 26-21!
2. 29 24
3. 34—29
4. 38-32
5. 43—38
6. 3710
7. 25:1!
Zwart
16:27
19:30
23:34
27:29
34:32
15:4
gewonnen
Inderdaad, een buitengewone winst. Maar
dat het ..Niets nieuws onder de zon", jok
op bet damspel van toepassing is. biykt uit
onderstaand probleem, dat „Le Rappel" in
1905 publiceerde:
Auteur: J. Miège
mm 2885 8!®
ym a
Stand in cijfers:
Zwart 2/4. 6/9. 12, 13. 18, 19, 22, 23, 27.
Wit 24. 25. 33. 37'43, 45, 47-49.
De winst is hier bijna dezelfde;
1 40—34! 19:30
2. 34—29 23 34
3. 38—32 27:29
4. 43-38 34:32
5. 37:17 12:21
6. 25:1!
Ook dit mooie probleempje van Fabre is
in hetzelfde genre:
Zwart 3. 4. 7. 8. 12/14. 16, 18. 22, 23. 30.
Wit 25, 26. 33. 34. 37-39. 41. 43, 45, 48. 49.
Wit wint door 34—29! 26—21, 38—32, 43—
38! enz.
Ter oplossing:
Probleem No. 6
Auteur: Commard.
Stand in cijfers:
Zwart 4 7 10. 12. 14, 15, 17, 20. 36.
Wit 19. 23. 24, 27. 29, 32, 37, 38, 44, 48. 49.
Wit speelt en wint.
Alles betreffende deze rubriek te adres-
seeren aan den schaakredacteur van dit blad.
PARTIJ No. 3
Gespeeld in de zevende ronde van het
tournooi te Westminster.
Dr. A. Alekhine, wit.
S. Tartakower, Zwart.
(Boedapester verdediging).
Wit.
1. d2d4
2 c2c4
3. d4 e5
Zwart
Pg8— f6
e7—e5
Pf6e4
Het onderzoeken van nieuwe voortzettin
gen in de opening is natuurlijk toe te jui
chen, maar ik ben het niet met den Zwart-
speler eens, dat dit in een wp<fctr!ld moet
gebeuren en het lijkt met al bijzonder ge
vaarlijk. als zooals h'er de wereld
kampioen de tegenpartij is.
Van 3Pf6g4 staat de deugdelijk
heid vast, van den tekstzet daarentegen
weten we nog zoo goed als niets.
5. Pbld2.
Ook 4. Ddl—d4 is hier sterk. Zwart zou
dan vermoedelijk f7f5 geantwoord hebben.
4 Pe4c5
Hier kwam 4Lf8—b4 in aanmer
king. Maar vele spelers geven de voorkeur
aan den tekstzet, omdat de practük geleerd
heeft, aat na 4/f8—b4 die looper
tenslotte toch uitgeruild moer worden.
5. Pgl—f3 Pb8c6
6. g2g3
In een partij Bogoljubow-Richter speelde
eerstgenoemde 6. a2a3, met de dreiging
b2b4. maar ook dan ls de pion e5 niet te
houden. Alekhine verkiest dus zeer terecht
een gome ontwikkeling.
6Dd8e7
7. Lflg2 g7g6
Waarom nu niet gewoon Pc6 e5?
8. Pd2—bl!
Dit is geen tijdverlies. Er wordt integen
deel een fraaie manoeuvre door ingeleid,
waardoor aan het paard groote activiteit
verleend wordt.
8Pc6 e5
9. 0—0 Pe5 f3 4-
Nu krijgt Wit al heel gemakkelijk de vrije
beschikking over de b°'""<ïrijke e-liin. 9
Lf8gl is de aangewezen voortzetting voor
Zwart. Maar ook dan heeft Wit eenig voor
deel.
10. e2 f3 Lf8g7
11. Tfl—el Pc5e6
12 Pbl—c3 0—0
13. Pc3d3
Stand na 13. Pc3—d5.
13De7d8
Hier was de volgende interessante variant
mogelijk 13De7c5; 14. Lel—e3!
Dc5 c4; 15. Tal—cl, Dc4 a2; 16. Pd5 c7,
Pe6 c7; 17. Tel c7! enz. Waardoor nel
voordeel voor Wit gehandhaafd blijft. Het
spel is thans echter zoo rrmpnuv te overzien
dat Zwart meer kans heeft op herstel dan
na de In de partij gekozen voortzetting.
14. f3—f4
15. Pd5c3
16. Lel—e3
c7c6
d7d6
Intere-pant. doch moeilijk te berekenen
spel kan ontstaan na f4—f5.
16 Dd8c7
17. Tal—cl Lc8d7
18. Ddl—d2 Ta8d8
19. Tel—dl Ld7c8
20. Pc3e4 Pe6c5
Zwart heeft moeilijk spel en door dit
manoeuvreeren met het paard wordt het
er niet beter op. Het beste lijkt me nog c6
c5; gevolgd door d6—d5; d5d4; enz.
Het volgende ziet er verleidelijk uit, doch
leidt toch ook tot belangrijk nadeel20.
f7—f6; 21. Pe4 d6, Lg7 b2; 22.
Dd2 02, Td8 d6; 23. Tdl d6, Dc7 d6;
24. Le3 a7! enz.
21 Pe4 dPc5—a4
2.. c4c5Pa5:b2
23. Tdlel b7—b5
Deze zet is uit positieoogpunt zeer goed
te verklaren. Maar Wit gaat nu winnen
door een buitengewoon fraaie combinatie.
Stand na 23b7—b5
24. c5 e.p.H Dc7 d6
Indien 26a7 :b6; 27. Tel :c6! enz.
25 Dd2 d6 Td8 d6
26. b6 a7 Lc8—b7
27. Le3—c5! Td6—d8
28. Lc5 f8 Kg8 f8
29. Lg2 c6 Lb7 c6
30. Tel c6 Td8—a8
Indien 30Lg7d4; 31. Tc6d6! enz.
31. Tc6—b6! Ta8:a7
32. Tb6b8 en mat.
OPLOSSING PROBLEEM No. 3.
(N. de Térestchenko).
De stand was:
Wit: Kdl. Dc8, Te4, Td8, pionnen g2, g3.
Zwart: Kd3, Ph5, Lb6, pionnen c4, d4, f5.
Mat in drie zetten:
1. Dc8a8! Lb6 d8
2. Te4e7! enz.
1. Lb6a5
2. Te4o3 enz.
1f5—f4
2. Te4 d4 enz.
1f5 e4
2. Da8a2! enz.
1c4—e3
2. Da8a6 enz.
OPLOSSING PROBLEEM No. 4.
(N. de Térestchenko).
De stand was:
Wit: Ka4. Dg6, Tg2, Tb8.
Zwart: Ke3, Pal, pionnen e4, f4, a5, e6.
Mat in drie zetten:
1. Dg6--g7! Ke3—f3
2. Tb8—h8! enz.
1Ke3d3
2. Tb8d8 enz.
1e6e5
2. Dg7d7! enz.
1f4—f3
2. Dg7—c3 enz.
OPLOSSING PROBLEEM No. 5.
(S. Boros).
De stand was:
Wit: Kgl. Dh7, Pe4, Pe7, Lf6, Le8, pion
nen f2, b3, h3, h6.
Zwart' Ke6, Pe3, Fd8, pionnen g2, f3, b4,
f4, h4, f7.
Mat in twee zetten:
1. Pe7—g6! enz.
OPLOSSING PROBLEEM No. 6.
(K. Nielsen).
De stand was:
Wit. Kb3, Tc4, Td6, Pd2, Pb4, Ld7, Lb8,
pion b2
Zwart: Ke5, Da7. Tel, Th3, Pgl. Pc3, La5,
Lg8. pionnen d3, c5, h2, h5, b7, f7.
Mat in twee zetten:
1. Tc4h4! enz.
OPLOSSING PROBLEEM No. 7.
(A. Kohlrausch).
De stand was:
Wit: Ke5 Del, Pa6, Lg7, pionnen c2, e2,
d3. e4, d5, e6.
Zwart: Kc3, Ph3, Pc8, Lg8, pionnen gfl, h7.
Mat in twee zetten:
1. Ke5—f6! enz.
Ter oplossing:
PROBLEEM No. 13.
Auteur: P. Mussuri.
Stand in cijfers:
Wit: Kfl, Dh8, Th4, Td7, Pg4, Pd5, La5,
pionnen d3, b4.
Zwart: Kd4, Tg7, Th7, Pe5, Pc6, La6,
pionnen c3, h6, c7, e7.
Mat in twee zetten
PROBLEEM No. 14.
Auteur: W. Rybakoff.
(„Chakmati E Chake „64").
Stand in cijfers:
Wit: Kg8. De4, Tg7, Te8, Pa6, Pd6, Lh3,
Lb8, pionnen e5, f7.
Zwart: Kd7, De6, Tf5, Th6, La3, pionnen
b3, c6, h7.
Mat in twee zetten