lil i
tweede blad
HEEL ENGELAND SPREEKT VAN
HERSTEL
EAMON DE VALERA
Zijn lersch republikanisme
mmj
DONDERDAG 10 MAART 1932
ONZE DELEGATIE TE GENEVE
BLADZIJ DL i
BRIEVEN UIT ENGELAND
De hoopvolste week sinds 1929. Vertrouwen en
optimisme. De verklaring van mr. Chamberlain.
Een dreigende crisis in de Coöperatieve beweging.
De Joodsche leider der Chineesche nationalisten
ZIEN, HOOREN EN LEEREN!
Minister Deckers weer thuis
3 6-JARIGE TROUWE DIENST
Hr. Ms. „PRINS VAN ORANJE"
Naar Ned.-Indië vertrokken
ARTSENIJBEREIDKUNST
Londen, 7 Maart 1932.
De afgeloopen week is de meest bemoedi
gende geweest, welke Engeland sinds 1929
Bekend heeft. Zij was ook de eerste week
Van het nieuwe economische tijdperk, dat
gebroken heeft met de traditioneele vrij-
handelsbsginselen. Dit was ongetwijU-ld
s*echts een toeval, een coïncidentie; begry-
Pelijkerwijze evenwel beschouwt het publiek
het als een goed voorteeken voor de protec
tionistische proefneming, waarvan voor de
haaste toekomst des lands zooveel kan af
hangen.
Indien de Beurs de barometer is van de
economische vooruitzichten, dan moeten de-
se, oordeelend naar het verloop der effec-
tenmarkten in de vorige week, wel heel gun
stig zijn. Het is minstens twee-en-een-half
Jaar geleden, dat de prijzen op bijna alle
deelingen zoo scherp opliepen en dat het
Vertrouwen dag in. dag uit, zoo schitterend
ccgevierde over angstvalligheid, pessimisme
eh lusteloosheid. Wij hebben soortgelijke pe
riodes, zij het op bescheidener schaal, ook in
1931 en 1930 beleefd, maar dan waren zij het
govolg van één bijzondere gebeurtenis, zooals
bijvoorbeeld president Hoover's moratorium
aanbod. Ditmaal is een week van klaterend
optimisme gevolgd op twee maanden, gedu
rende welke, endanks vele tegenslagen, de
oestand een geleidelijke verbetering onder-
jphg- Sinds de tweede helft van December
hooft de Beurs zich schrap gezet. Zij heeft
olijk gegeven van een weerstandsvermogen,
°at haar sinds de economische wereldkrach
n het najaar van 1929 ontbroken scheen te
hebben. Reeds eenige weken geleden waren
he noteeringen op de meeste afdeelingen
hooger dan in den aanvang van het jaar.
City had als het ware den pas gemar
keerd. Daarna was zij, in de tweede helft
han Februari behoedzaam maar doelbewust
•oorwaarts gerukt, en ten slotte ging zij, in
ho afgeloopen week. over tot een algemeen
offensief, dat over heel de linie schitterende
resultaten opleverde.
De bevelvoerende generaal heette Ver
bouwen; zijn adjudant Optimisme. En, om
°hs aan deze beeldspraak te houden: de mi
nister van munitie was Mr. Neville Cham
berlain.
De mededeelingen, Woensdag door dezen in
het Lagerhuis gedaan, maakten niet alleen
e Londen, maar in alle leidende centra een
'ePen indruk. Van hem vernam een jui
chend parlement, dat de beperkingen op den
Wisselhandel onmiddellijk zouden worden in
getrokken, dat het overgroote deel der Fran-
°ohe en Amerikaansche milliarden-credieten
den tijd zou worden ingelost, dat de be
grooting in evenwicht was gebracht en dat.
"terwjji het Britsche crediet over het kritieke
™nt heen is, de tijd rijp is voor een alge
mene verbetering in den wereldhandel".
Het buitenland heeft geen oogenblik ge-
kstzeld de woorden tan den Britschen mi-
hister te bevestigen. De twee toonaangevende
Cehtra, Parijs en New-York, hebben blijk
begeven van onvoorwaardelijk vertrouwen in
het Britsche crediet. en te Londen heeft men
h,eu indruk, dat zij den gedeprimeerden stèr-
'hg thans hooger schatten dan hun op
°°uden tronen zetelenden frank en dollar.
Hen half jaar geleden werd de wereld ge
rookt door een sterlingcrisis, welke zoo zij
h'et bedwongen was geworden. Europa in
een afgrond gestort zou hebben; de vorige
Week is het de voornaamste zorg der mone-
aire overheden geweest een te snelle rijzing
an het pond tegen te gaan, hetgeen haar
'echts gelukt is door den aankoop van dol
lars
en franken, waardoor het pond kunst-
Matlg omlaag gehouden werd.
Het woord „herstel" is thans op aller Iip-
Maar een herstel van Engeland, dat
?let gepaard gaat aan een algemeene her-
J^ug, is ondenkbaar. De algemeene indruk
s dan ook deze, dat, hoe moeilijk de toe-
tand in de meeste landen ook zijn moge, dit
•5ar getuige zal zijn van een algemeene
."^er-opbeuring, en dat, gelijk de crisis in
531 verscherpt werd door de gebeurtenissen
P Engeland, zij in 1932 tot haar einde zal
Pten dank zij Engelands financieel herstel.
Is deze indruk juist? Wie zou het met
ckerheid durven bevestigen of ontkennen?
aar vertrouwen en optimisme zijn de nood
zakelijkste voorwaarden voor beterschap; al
leen een volk dat deze bezit, zal de kracht
en den moed hebben om te overwinnen.
De Coöperatieve beweging en
het Socialisme.
Evenals het Vakvereenigingswezen heeft in
Engeland de Coöperatieve beweging haar
bloei voor een groot deel hieraan te danken
gehad, dat zij zich aanvankelijk geheel bui
ten de politiek hield. Coöperatie kan een
socialistisch en anti-kapitalistisch karakter
dragen, indien zij bewust streeft naar ver
nietiging van het kapitalistische productie
stelsel. Zij is dan geen doel, doch middel.
Niet minder dan 6 j millioen Engelschen zijn
lid van een der veertienhonderd coöperatieve
vereenigingen, welke zich op bijna elk gebied
van groot- en kleinhandel bewegen. Hoog
stens 1 <4 millioen hunner zijn aangesloten
bij de Labourparty of hebben socialistische
sympathieën. De overige 5 millioen beoogen
niets anders dan door middel van „coöpe
ratie" of „samenwerking" hun verbruiks-
artikelen zoo goedkoop mogelijk te verkrij
gen, met een aandeel in de te maken winsten
in verhouding tot de door hen bestede be
dragen. In hoeverre hierachter een onbewust
anti-kapitalisme schuilt, willen wij niet
pogen te beoordeelen; zeker is het evenwel,
dat die 5 millioen menschen, of als nering
doenden of als employé's hun geld verdienen
in ondernemingen en bedrijven, welke ten
doode opgeschreven zouden zijn. indien een
anti-kapitalistisch coöperatief stelsel de zege
praal behaalde.
Toen in 1927, na de groote mijnwerkers
staking, de nieuwe wet op de Arbeidsgeschil
len aangenomen werd, verloor de Labour
party een groot deel van de inkomsten, wel
ke zij trok van de vakvereenigingen. Ten
einde zich hiervoor schadeloos te stellen, trad
zij met de leiders der rijke coöperatieve be
weging in onderhandeling over een bond
genootschap. Eerst in 1930 werden de des
betreffende voorstellen door een „meerder
heid" uit de Coöperaties goedgekeurd, maai
de stemming, waaromtrent wij thans geen
bijzonderheden kunnen geven, geschiedde op
zoodanige wijze, dat de meerderheid in wer
kelijkheid slechts een kleine minderheid was.
Mr. MacDonald bond de beweging aan zich
door Mr. Alexander, een gewezen liberaal,
die aan het hoofd stond der Coöperatieve
partij, als Eersten Lord der Admiraliteit, en
twee andere leden der groep als onderge
schikte ministers in zijn Labour-regeering
op te nemen. De Coöperaties steunden sinds
1929 de Labourparty financieel, zoowel direct
als indirect. Zij bekostigden een groot deel
der propaganda, ook in den vorm van dag
bladen, tijdschriften en pamfletten.
Hiertegen ontstond onder de niet-socialis
tische meerderheid der leden geleidelijk ver
zet. Bij de verkiezingen steunden de coöpera
tieve organisaties de Labourparty krachtig,
hetgeen een der oorzaken was van de ver
pletterende nederlaag harer parlementaire
groep, die van negen leden slonk tot één.
Thans heeft de zwaar geteisterde Labour
party meer dan ooit behoefte aan financiee-
len steun en propaganda, temeer daar de
geldmiddelen der vakvereenigingen in een
zeer ongunstigen toestand verkeeren. In alle
gemeenten en kiesdistricten werken coöpe
ratieve leiders samen met de plaatselijke
Labour-organisaties.
De groote meerderheid der leden begint
hiervan genoeg te krijgen. Slechts in 434
coöperatieve vereenigingen is de meerderheid
socialistisch; zij hebben tot nu toe de 1000
andere vereenigingen op sleeptouw kunnen
nemen. Eerst te Londen, en thans ook alom
in de provincie, zijn de leden hiertegen in
opstand gekomen. Meetings zijn gehouden,
waarop de eisch gesteld werd, dat de coöpe
ratieve beweging zich afzijdig zal houden
van al wat politiek is, en dat het geld niet
besteed zal worden ten behoeve eener party.
Een der grootste Londensche vereenigingen,
met 240.000 leden, heeft in 1931 niet minder
dan 6.400 uitgegeven aan Labour-propa
ganda; zy wordt nog overtroffen door een
andere vereeniging, die in een half jaar tyds
8.250 ten koste gelegd heeft aan haar „poli
tieke sectie". Van een derde coöperatief
lichaam wordt medegedeeld, dat het elk jaar
De eerste foto der voltallige Nederlandsche delegatie ter Ontwapeningsconferentie. Zittend
van links naar rechts: M. D. Vreede, Kapitein bij de Marine, C. van Tuinen, gepension-
neerd luitenant-generaal, prof dr. J. V. A. Francois, chef der afdeeling Volkenbondszaken
aan bet M'nis'erie van B-üt. Ze.ke-t, Mr. W. H. Vlieger, lid der Tiveede Fa-ner, Mr. \V van
Lanschot, lid der Eerste Kamer, Z. Exc. Jhr. Beelaerts van Blokland, Minister van Buit.
Zaken. Slaand van links naar rechts: prof. mr. V. H. Rutgers, van de Vrije Universiteit te
AmsterdamP, Reneblin: ba^n J. J G. van Voorst tot Voorst, luit. kol. van den Gen.
Staf, B. Wilmar; v .Ginkel; H. G. Surie, gepensionneerd vice-admiraal.
6 pence per lid stort In de Labour-kas.
Aldus dragen honderdduizenden leden, die
met de Labourparty niets hebben uit te
staan, indirect tot de middelen en de propa
ganda dier party bij.
De provinciale vereenigingen, waar de so
cialisten een kleine minderheid vormen, trek
ken hiertegen te velde, bijgestaan door de
Londensche leden, die zich feitelijk „besto
len" achten. Een splitsing schijnt onvermij
delijk, indien zij, die de beweging in socia
listisch vaarwater gedreven hebben, zich
kunnen handhaven. In Mei komt het „Coö
peratief Congres" by'een. Men verwacht een
verwoeden stryd, welks uitslag beslissend zal
zyn voor de toekomst der Coöperatieve be
weging in Engeland.
Mr. Cohen, de leider van het
Nationalistische China.
In berichten uit, en artikelen over China
treft men wel eens den eenigszins on-Chi-
neeschen naam aan van Morris Abraham
Cohen, een .geheimzinnige figuur, wier in
vloed op het Nationalistische China onbere
kenbaar is. Hü was het onder anderen, door
wiens toedoen Dr. Sun Yat-sen. de leider der
Chineesche Nationalisten, na den val zijner
regeering uit China vluchten kon.
Wie is deze mr. Cohen?
Een Israëliet uit Manchester, waar zyn
ouders nog steeds wonen. Als jongeman
kwam hij in het Londensche Eastend veel
met Chineezen en andere Oosterlingen in
aanraking, en hij vatte voor hen sterke sym
pathieën op. Ook te Liverpool en in andere
havens was hy weldra een goede bekende
der Chineesche zeelieden en arbeiders.
Na eenigen tyd vertrok hy naar Canada,
waar hü zich vestigde te Edmonton, de
hoofdstad der provincie Alberta, en als kam
pioen optrad voor de Chineesche immigran
ten, die, evenals in de Vereenigde Staten
aan tal van beperkingen onderworpen waren.
Een eigenlijk politiek doel had hij niet.
Ook later niet, toen hy zich naar China be
gaf, waar hij spoedig de grootste en tevens
geheimzinnigste macht werd achter de Na
tionalistische beweging. Men hoort hem nooit
spreken over Britsch of ander imperialisme.
Hy laat zich uitsluitend leiden door groote
voorkeur voor het Chineesche ras. zy'n
ideaal en levensdoel is by te dragen tot het
ontstaan van een ordeiyk, welvarend, vry en
onafhankeiyk China.
Maar jegens zijn geboorteland is hy loyaal,
en hij hoopt er voor goed terug te keeren,
als zijn „taak" in China volbracht is. Hij is
thans een man van middelbaren leeftijd,
maar schynt er op te rekenen een patriar
chalen leeftijd te bereiken!
Hy had de officieele leider van het Na
tionalistische China kunnen worden, maar
hy wil dit niet als Jood en Engelschman.
Millioenen Chineezen verafgoden hem,
maar talryk zyn ook zyn vyanden, en hü is
steeds door een soort ïyfwacht omgeven.
zyn ouden dag hoopt hij in Engeland te
siyten, want dit land heeft evenzeer zijn lief
de als China, en zijn hoop is, dat hy zal
kunnen by dragen tot het vormen van hechte
vriendschapsbanden tusschen het Britsche
en het Hemelsche Ry'k.
De Minister van Defensie, dr. L. N. Dec
kers, die Woensdagochtend uit Indië in Den
Haag is teruggekeerd, heeft Woensdagmid-
oag een redacteur van het Nederlandsch
Correspondentieburea i voor Dagbladen ont
vangen en hem een onderhoud over zijn In
dische reis toegestaan.
„Het doel van uw reis, Excellentie, was
voor uw vertrek geformuleerd als het bezoe
ken van de instellingen der Marine in onzen
Oost en het voeren van verschillende bespre
kingen. Kunt u dit thans wellicht iets meer
preciseeren?"
„Het doel van mijn reis was: zien, hooren
en leeren," antwoordde de Minister, „ik ging
naar Indië om de Marine-instellingen te zien,
en heb natuurlijk tevens van de gelegenheid
gebruik gemaakt onderwerpen, .velke met de
Marine verban-l houden te bespreken met
die heeren, met wie ik telkens schriftelijk
in aanraking kom. Dit is in de eerste plaats
de commandant der Zeemacht. Dank zij het
feit, dat hij mij tot Medan is tegemoet ge
reisd. konden onze besprekingen reeds aan
boord een aanvang nemen. Ik voel dikwijls by
mijn werk dat een belangrijk deel van de
verantwoordelijkheid van den minister van
Defensie in Indië ligt en om mij persoonlijk
van de verhoudingen op de hoogte te stellen
heb ik de reis gemaakt. Ik ben in Soerabaja,
in de opleidingsschool te Makassar en te
Balik Papan geweest en heb cok het practi-
sche werk onzer marine van nabij beschouwd.
En dit moet ik zeggen; Er wordt in Indië
hard en met toswijding gewerkt, zoowel door
officieren als door minderen.
Mijn reis was goei voorbereid en dank zy
deze goede voorbereiding was het mij moge
lijk in drie weker zeer veel van Indië te
zien, zonder dat het een oppervlakkig stukje
werk is geworden. Wat ik gezien heb, heb ik
goed gezien. Maar daarom heb ik ook veel
van v/at de gewone toerist doet en ziet moe
ten laten rusten."
De kwestie van den derden kruiser
„Mogen wij informeeren Excellentie, hoe
het thans staat met de kwestie van den der
den kruiser?"
„De bewering, ook in de Hollandsche pers
geuit, dat ik alleen of in hoofdzaak in ver
band met deze kwestie naar Indië gegaan
ben, is absoluut onwaar. Natuuriyk heb ik er
over geconfereerd maar aangezien er van
uit de Kamer van de Regeering vragen over
deze aangelegenheid zijn gesteld, acht ik het
minder correct, daarover thans reeds mede
deelingen in de pers te doen. Over de nood
zakelijkheid en wenschelijkheid had ik na
tuurlijk al myn meening, voor dat ik naar
Indië ging."
Hel vraagstuk der kostenverdceling
„Is er in het vraagstuk der koslenverdee-
ling nog eenige wijziging gekomen?"
Dit vraagstuk is natuurlijk niet beperkt tot
den kruiser. In het algemeen kan men hier
twee stroomingen onderscheiden. De eene
zegt: Laat Ind.ë alles betalen, maar daar
behoor ik niet toe. De andere richting
wenscht dat Holland alles betaalt, dat
wensch ik natuurlijk evenmin. Het is de
moeiiykheid hier den gulden middenweg te
vinden. Kort na myn optreden ben ik be
gonnen met een voorontwerp inzake deze
materie. Dit Is nu zoowel hier als in Indië in
onderzoek en de officieele adviezen zullen wel
binnen niet te langen tijd tegemoet gezien
kunnen worden."
„Gaarne zouden wij nog uw oordeel verne
men over den algemeenen toestand van
Indië?"
„Daar kan ik eigenlijk moeilijk iets over
zeggen. Wanneer lk zeg: Indië komt er wel
weer boven op, dan wordt mij verweten, dat
ik na een bezoek van 3 weken daar niets
van weten kan. En als ik een meer pessi-
mistischen indruk gekregen had, dan be
weert men natuurlijk dat zoo'n kort verblijf
geen grond kan zyn om zoc donker de toe
komst in te zien. Maar uit besp.ekingen,
welke ik met particulieren, ook uit de in
dustrie, heb gevoerd, heb ik sterk gevoeld,
dat de economische omstandigheden zeer
moeilijk zijn. Men heeft zich zeer veel moeite
gegeven mij ervan te doordringen voor
zoover ik dit nog niet wist dat het in
Indië verschrikkelijk slecht is. Maar daar
naast stonden weer anderen, die ook vol
vertrouwen waren, dat er binnen zekeren tyd
verbetering zal komen. In 't algemeen be.
waart men wel zijn optimisme."
„Is u het tropische klimaat nogal mee
gevallen? Wy hoorden, dat u zelfs den
moed had in een zwart costuum aan land
te gaan."
„Natuurlijk had ik het warm, vooral toen
ik in het zwart was Daar heeft men wel
eens grapjes over gemaakt maar het was
een kwestie van beleefdheid jegens Indië en
jegens den gouverneur-generaal Dat kleine
offer van een zwart pak en hoogen hoed heb
ik gaarne aan de wellevendheid gebracht.
In het algemeen zoo eindigde minister
Deckers het onderstaand is het een mooi
bezoek geweest. De ambtenaren en de be
volking en in het bijzonder de leidende per
sonen hebben het gewaardeerd. Ook bekende
personen uit de nationalistische beweging
hebben mij er hun ingenomenheid mede be
tuigd.
Juist in dezen tijd, nu het geen couleur de
rose is, heeft men dit blijk van medeleven
der Nederlandsche Regeering op hoogen prijs
gesteld."
OP EEN KRUISPUNT
A N WB TOERISTENBOND VOpR NÊDEkLfcttD
nieo 15 DE KORTSTE WEG XjEVAAOLUfV
Op weg naar school moet Jan een kruis
punt oversteken en dan most hij terdege
opletten, want op zoo n kruispunt komt het
verkeer van vier kanten. De pijl op het
rechter plaatje wijst, hoe het moet. We
hebben reeds geleerd, dat by het over
steken van een straat de kortste wg de
veiligste ls. Maar bij esn kruispunt is
dat niet het geval. Hier is de kortste weg
gevaarlijk, dat toont het linkerplaatje,
waar Plet schuin oversteekt en gevaar
loopt van twee kanten. Jan doet het beter,
die gaat eerst de eene straat ever, nadat
hij goed heeft uitgekeken of de weg vry
was en daarna gaat hij naar het t ottoir
aan den overkant van de tweede straat.
Zijn weg is nu wel wat langer, maar het is
beter twee straten over te steken op de
goede manier, dan éénmaal naar den over
kant te gaan op de verkeerde wijze.
Op het linkerplaatje gaat Piet van het
eene trcttoir naar het andere schuin over
het kruispunt, en dat is verkeerd, want kijk
maar hoe hem gevaar dreigt eerst van den
auto en dan van het rijtuig, dat van den
anderen kant nadert. Schuin oversteken is
altijd verkeerd, omdat je dan nist zco goed
naar links en rechts kunt uitkijken.
Opgepast dus op esn kruispunt. Volg het
voorbeeld van Jan. het is de veiligste ma
nier, en toch heusch zoo moeilijk niet.
Zaterdag 12 dezer wordt den gouden me
daille voor 35-jarigen trouwen dienst uit
gereikt aan den adjudant-onderofficier C. A.
Rientsma van het regiment Jagers, werk
zaam bij het Vry'willig Landstormcorps mo-
tordienst. De heer Rientsma was jarenlang
voorzitter van de afd. Den Haag der ver
eeniging van onderofficieren „Ons Belang"
en nam steeds een werkzaam aandeel in het
naar voren brengen van de belangen van de
onderofficieren by hun chefs.
De uitreiking van de medaille heeft plaats
om 11 uur op het korpsbureau, Koninginne
gracht 19, Den Haag.
Hr. Ms. mijnenlegger .Prins van Oranje*
waarvan het vertrek op Dinsdag bepaald,
wegens de ongunstige weersgeste.aheia was
uitgesteld, ls Woensdagochtend 9 uur met
bestemming naar Nederlandsch-Indië van
Nieuwediep vertrokken. De eerste haven die
zal worden aangeloopen, is Tunis.
Verschenen is het vocrloopig verslag over
het wetsontwerp houdende regelen betref
fende de uitoefening van de artsenybereid-
kunst.
Het nieuwe winkelhuls van de firma Wisbrnn en Liffman op den hoek van Anegang en
Groote Houtstraat trekt zeer sterk de aandacht van ie Haarlemmers om de verfraaiing,
welke op dit punt het stadsbeeld daardoor heeft ondergaan.
Was in Washington.
Acht jaar geleden
■•Mistress Garrett?" vroeg ik.
••Tot uw dienst, sir," zei de dame.
Ik was naar dit mooi-gelegen hoekhuis in
H-street, in een der betere buitenwijken
Vah de Amerikaansche hoofdstad gekomen
H-street was dezelfde straat, waarin ook
pijlen president Wilson woonde en gestor
en is cm er vrygezellenkamers te zoe-
'n Vriendelijk huis, zoo van buiten
gezien; maar drie verdiepingen hoog; opge
rold^ uit roserooden Amerikaanschen
aksteen, in typisch oud-Amerikaanschen
stÜl. 't Kon er maar hoogstens 'n kwart
eeuw gestaan hebben. Door 't klein, nogal
^verzorgd voortuintje heen komt men aan
,n houten trap, die met 'n zestal treeplan
ken voert naar de ouderwetsehe „stoep".
's nog weer zco'n herinnering aan de
ar'-te „koloniale" (houten) huizen der
°Uandsche pioniers in Nieuw-Nederland,
u. New-York genoemd. Dit type vindt men
Hjv/el ove.al door de Oostelijke staten, in
Mo, Pennsylvanië, als in New-Engeland;
tot in Virginië werden ze gecopieerd.
reed en rommelig was de veranda, er
ohüen 'n paar vervelooze schommelstoe-
en er hingen slordig afgezakte jalou-
0 ,-n. En él te letterlijk valt men er dan
.°'j „met de deur in huis". Namelijk
°-r achter de geopende voordeur 'n zwaar
v°orhang, stof-en-hittsvrij, opzij te schui-
efl- Men is dan meteen: binnen.
Hier stond ik nu direct in 'n hoog en
jrurn vertrek, de hall. Van achteren ziet
en ongemaskeerd de houten trap naar de
.^diepingen. De hall is fraai met teakhout
t etimrnerdbij het breede raam lokt ver
ouwelijk 'n gecapitonneerde vensterbank,
't vertrek bieek later ook voor eetzaal te
«lenen.
v ^-Umaal binnen de voordeur, komt men,
-hts, achter weer zco'n afhangend, glin-
,eiend en glas-tjingelend voorhang van
geurige kristallcralsn Amerika ls immers
het
„land of the open door" in den rul-
?ch. wat ordeloozen, overladen en erg-
Ierschen salon.
„Hier hield president De Valera cercle,"
zegt de Iersche, fier.
Ik kyk verbaasd, maar geïnteresseerd
rond. Op de hooge piano staat 'n prachtig
halflengte-portret, met signatuur, van
„Eamon de Valera", 'n prullerige kunst-
bloemenhulde er by. In het midden van
den breedsten wand, op de eereplaats,
hangt een mooi gesnedèn Keltisch crucifix.
Er staan verder 'n oude sofa en "n paar
vry nieuwe crapauds; natuurlijk óók weer
'n schommelstoel, waar de gewone, doorsnee
Amerikaansche burger nu eenmaal niet
buiten schynt te kunnen Mark Twain's
opmerking! En dan, op een wrak speelta
feltje in een hoek, 'n merkwaardig smerig
aquarium; met daarin, wat de mistress des
huizes hield voor „diepwaterfauna"! Ten
slotte, last not least, op 'n soort pseudo-
schoorsteenmar.tzl, zooals de conservatieve
burgersmaak dat nog altijd eiszht zelfs
bovenden radiator der stoomverwar-
ming, déér pronkt zoowaar 'n navelsta
rend, gitzwart Boeddhabeeld; met midden
op 't voorhoofd, tusschen de twee amandel-
vorniige oogen. de nieuwe esoterische sym
boliek van den blinkenden knobbel, het
„innerlijk oog'. Dit banaal Amerikaansch
mode-idool dat er nu Billikcn volkomen
heeft verdrongen door de huisvrouw
zoo maar zonder blikken of blozen In
„president De Valera's receptie-salon" ge
plaatst, was hier voor mij als 'n eerste
psychologische revelatie. Waarop wel meer
dere zouden volgen
De groote salon, met de hooge en breede
straatramen, was toch wel prettig licht. Ze
bleek voor mrs. Garrett en „haar John"
ook nog 'n historische en vooral sentimen-
teele waarde te hebben. Want dóór was
't, dat by diverse, graag-herinnerde gele
genheden de vrouw des huizes de „social
functions", de honneurs, zoo graag waar
nam. Wanneer dan héél die wijd-vertakte
Iersch-republikeinsche beweging In Ame-
rika's hoofdstad en de omgeving Was
hington immers is een uitgestrekt diploma
tiek en parlementiir centrum rond „pre
sident De Valera" in dit gastvrij huis, bij
haar, samenkwam....
DE VALERA
We belandden op de eerste verdieping.
„Kyk, hier deze hoekkamer boven den sa
lon," legde de praatgrage en merkwaardig
manhaftige Iersche uit, „dat was president
De Vale: a's slaapkamer. Die kunt u óók
van mij hurenDaar, in dien erker,
stond zijn klein schrijfbureau, waaraan hij
meestal zyn werk deed. O, tot laat in
den nacht, soms, werkte hijZijn jonge
secretaris, dien hy uit New-York had mee
gebracht, had óók al zyn kamers hier aan
huis. De president kon hem immers ten
allen tijde ncodig hebben! Want door den
dag was hij meestal zóó bezet met bezoe
ken afleggen en ontvangen, met stapels
kranten-uitknipsels door te lezen, dat er
van correspondentie niets kwam, weet u."
Er stond een geweldig ruim, zwart-gelakt
ijzeren ledikant. De verguld-koperen stylen
met geel-blinkende knoppen en smakeloos
lofwerk, verraadden al direct de ouder-
wetsch Amerikaansche afkomst, 'n Hoog
tafeitje'stond naast het hoofdeinde.
„Hier heeft de president maandenlang
geslapen, o, nooit meer dan hoogstens
zes uren per dag! Op dat tafeltje lag al-
tyd zijn geladen brawning, naast zyn te
lefoontoestel. Ja, dat rinkelde soms wel erg
onbarmhartig, op de meest onmogelijke
uren. Menschen uit Chicago, dan weer uit
Frisco (San Francisco) of zelfs uit Canada
moesten hem meestal dringend spreken;
dat is 's nachts goedkooper. Spreekbeurten
moesten overal georganiseerd, allerlei rege
lingen plotseling getroffen of ongedaan ge
maakt worden, op verren afstand. Dat ging
dan altyd in 't Gaelic (Keltisch). Toeval
lige luistervinken hadden er zoodoende niet
veel aan.... Ja, 't was wél storend! Maar
och, we hadden 't graag voor hem over,
John en ik! Hij heeft dan ook Thank
God! hier, in dit eigenste huis, héél
wat duizenden en tienduizenden dollars
voor zyn patriotten-zending by elkaar ge
kregen, our dear President!"
„Tienduizenden?" vroeg ik ongeloovig.
Ze knipte in verstandhouding met haar
oog.
I „Indien u eens wist, wat lk weet! Dan
zoudt u er versteld van staan, hoe hoogst
belangryk die Amerikaansche strydfondsen
zijn geweest tegen de Britsche overheer-
sching in Ierland, welke fondsen president
De Valera hier eigenlyk byeen gekregen
i heeft. Dat weten er maar héél enkelen, zou
ik denken...."
Wanneer deze vrouw haar „onze presi
dent" zoo welbahagelijk uitsprak, deed ze
dat zooals 'n typisch Ierseh-Amerikaansche
zulks doet; met zoo'n zichtbaar felle, byna
fanatieke ovei tuiging, als ik zelfs nog niet
in Ierland, alléén maar in de anti-Britsche
milieux der Iersche (en geheime) republi-
keinsche genootschappen in de Ver Staten
heb gevonden, 't Was duidelijk, dat er óók
al 'n soort persoonlijke cultus was opge
sprongen voor dezen uitzonderlyken De Va
lera.
„President De Valera" was toch zoo'n
groote kracht voor „pooi old Ireland",
volgens haar. En dan hij was „zoo'n
lieve man, met zulke hoffelijke manieren
zoo minzaam voor iedereen. En toch ook
weer zoo hoogst eenvoudig, hoewel hy toch
zoo razend veel wist"En ondanks de
groote macht, die hü door onze Iersche
organisaties over héél de wereld bezit,
maakte hy niks geen drukte; je hoort 'm
niet eens in huis! 'n Hoogstaand, nobel
Patriot!" meende zy.
Nu, ik huurde haar kamers.
Zoodoende, onder deze héél bijzondere
omstandigheden, kwam ik in den zomer
van 1924 „en pension" wonen in dit fei-
telyk hoofdkwartier van Amerikaansch—
lersch republikanirme. Van „den Presi
dent", van de alles-beheerschende wils
kracht, die er van hem uitging, heb ik
daardoor héél wat meer te hooren en te
zien gekregen, dan menig buitenlandsch
correspondent, met de schitterendste aan
bevelingen zelfs gewapend, zou mogen
verhopen; al kreeg hy ook al eens 'n
kansje op 'n interview. En totdat ik naar
Europa terug moest, heb ik in Mrs. Gar
rett's huis en in die wel wat vreemde gees
tessfeer doorgebracht
Eamon De Valera, die dit jaar 50 jaar
zal worden hü werd te New York op 14
October 1882 geboren ls de zoon van
een Spaanschen vader en een Iersche
moeder. Zijn vader was een hoogst merk
waardig dichter-diplomaat, zooals er, van
af Chateaubriand tot en met Paul Clau-
del, al vele naar de Ver. Staten van
Amerika zijn gekomen.
Zün moeders lieveling was Eamon, die
van haar ook zijn liefde voor Ierland en
de uiteindelijke bevryding al met de
moedermelk tot zich nam. Zy Immers
stamde uit het aloude graafschap Cork, uit
Charleville. Daarheen werd dan ook de
jongen gezonden, om er zyn opvoeding te
krygen aan het Blackroek College, dat
onder beheer van de paters Jezuïeten staat,
indien ik me met vergis. Zijn hoogere stu-
dieën deed hij aan de staatsuniversiteit
nu practischde katholieke van Dublin. En
daarna raken we De Valera's spoor voor
'n paar jaren kwijt.
Maar dan opeens zien we hem, den pri
vaat-docent en privé-secretaris in Dublin,
de aandacht der openbare meening ten
volle voor zich vragen vanwege zyn opzien
barende uitlatingen. Deze kenmerken hem
nu als een vurig aanhanger van de nieuw-
opgerichte organisatie der Iersche VrU-
willigers, onder de auspiciën van John
MacNeill, een befaamden Keltischen geleer
de en professor. Alvorens daarop hier ver
der dooy te gaan, dienen we echter eerst
met' 'n enkel woord aan de Iersche Home
Rule-beweging en aan de anti-katholieke
Ulstervrywilligers te herinneren.
'n Halve eeuw van actieve Home Rule-
beweging, zoowel In Ierland, (mét Ulster) als
door de Iersche Parlementsleden te Westmin
ster gevoerd tenslotte, op den vooravond
van den grooten oorlog, het sedert Gladstone
langverwacht wetsontwerp voor zelfregee-
ring gebracht, waarvan de liberale Pre
mier, H. H. Asquith. de vader was. Dat
wetsontwerp was In Januari 1913 met 367
tegen 267 stemmen door het „liberale"
Lagerhuis aangenomen. Maar een reaction-
nair Unionist Heerenhuls verwierp het
Want Ierland immers zou daardoor
héél Ierland, met Inbegrip van Ulster,
wel te verstaan een volkomen vrüe zelf-
regeering krijgen! Hetgeen de Unionisten,
aangevoerd door Sir Erward Carson (later
Lord), met man en macht ten koste van
alles wilden voorkomen. Het wetsontwerp
werd echter opnieuw ingediend en na drie
successieve „lezingen" weer door een doel
bewust Lagerhuis aangenomen. Automa
tisch immers zou het nu, ingevolge de
Parliament-Act van 1911 inhoudende,
dat het Heerenhuis slechts tweemaal recht-
van-veto op een door het Laserhuls aan
vaard wetsontwerp kon doen gelden zón
der het Heerenhuis van Kracht worden.
Maar de machtige Orange-loges van
Ulster, heimelijk en openlijk gesteund door
Sir Edward Carson's Union'sten in belde
landen, alsmede door alle Presbyteria an-
cche elementen In het Vereenigd Konink
rijk, zouden er voor waken, dat Ulster,
met zyn historische Protestantsche kolo
nisatie toch nog een bolwerk tegen „de
katholieke overheersching'' ir. eisen land
zou blyven!Sir Edward Carson riep
dus de jongelingschap var. Ulster te Wapen,
in corpsen van „ten oorlog uitgeruste en
afgerichte" Ulster Vrijwilligers! Die, nota
bene, openlijk te Londen lieten weter,, dat
ze onmiddelyk een afzonderlijke regeering
voor Ulster in Belfast zouden instellen, zou
de Home Rule-wet bekrachtigd worden!
De wet werd niettemin in Mei 1914 door
het Lagerhuis nog eens voor de laatste
maal aangenomen, waarop de „die-hard"
Lords van de drie Uistergraafschappen dan
maar een afzonderlijk stuk „Engelsch ge
bied" wilden maken. Ondanks 's konings
persoonlijke tusschenkomst kwam het
daaromtrent niet tot eenig compromis En
alléén het uitbreken van den grooten oor
log, op 4 Augustus 1914, schortte den drei
genden toestand voorloopig op daar de re-
geering reeds in September 1914 de belofte
gaf, een wetsontwerp ter regeling van de
positie van Ulster te zullen indienen, zoo
dra de oorlog voorbü was.
De Iersche vrijwilligers, waarbij Eamon
De Valera zich in 1913 had aangesloten,
waren dan ook slechts het antwoord der
katholieke jongelingschap van Ierland op
de tergende uitdaging van Carson's Ulster
Volunteers. Hebben we dat eenmaal be
grepen, dar. zullen we De Valera in zijn
verdere ontwikkeling tot republikelnsch
leider gemakkelijker volgen.
Daarover dan 't volgenden keer.
F. J. W.