lil i tweede blad HEEL ENGELAND SPREEKT VAN HERSTEL EAMON DE VALERA Zijn lersch republikanisme mmj DONDERDAG 10 MAART 1932 ONZE DELEGATIE TE GENEVE BLADZIJ DL i BRIEVEN UIT ENGELAND De hoopvolste week sinds 1929. Vertrouwen en optimisme. De verklaring van mr. Chamberlain. Een dreigende crisis in de Coöperatieve beweging. De Joodsche leider der Chineesche nationalisten ZIEN, HOOREN EN LEEREN! Minister Deckers weer thuis 3 6-JARIGE TROUWE DIENST Hr. Ms. „PRINS VAN ORANJE" Naar Ned.-Indië vertrokken ARTSENIJBEREIDKUNST Londen, 7 Maart 1932. De afgeloopen week is de meest bemoedi gende geweest, welke Engeland sinds 1929 Bekend heeft. Zij was ook de eerste week Van het nieuwe economische tijdperk, dat gebroken heeft met de traditioneele vrij- handelsbsginselen. Dit was ongetwijU-ld s*echts een toeval, een coïncidentie; begry- Pelijkerwijze evenwel beschouwt het publiek het als een goed voorteeken voor de protec tionistische proefneming, waarvan voor de haaste toekomst des lands zooveel kan af hangen. Indien de Beurs de barometer is van de economische vooruitzichten, dan moeten de- se, oordeelend naar het verloop der effec- tenmarkten in de vorige week, wel heel gun stig zijn. Het is minstens twee-en-een-half Jaar geleden, dat de prijzen op bijna alle deelingen zoo scherp opliepen en dat het Vertrouwen dag in. dag uit, zoo schitterend ccgevierde over angstvalligheid, pessimisme eh lusteloosheid. Wij hebben soortgelijke pe riodes, zij het op bescheidener schaal, ook in 1931 en 1930 beleefd, maar dan waren zij het govolg van één bijzondere gebeurtenis, zooals bijvoorbeeld president Hoover's moratorium aanbod. Ditmaal is een week van klaterend optimisme gevolgd op twee maanden, gedu rende welke, endanks vele tegenslagen, de oestand een geleidelijke verbetering onder- jphg- Sinds de tweede helft van December hooft de Beurs zich schrap gezet. Zij heeft olijk gegeven van een weerstandsvermogen, °at haar sinds de economische wereldkrach n het najaar van 1929 ontbroken scheen te hebben. Reeds eenige weken geleden waren he noteeringen op de meeste afdeelingen hooger dan in den aanvang van het jaar. City had als het ware den pas gemar keerd. Daarna was zij, in de tweede helft han Februari behoedzaam maar doelbewust •oorwaarts gerukt, en ten slotte ging zij, in ho afgeloopen week. over tot een algemeen offensief, dat over heel de linie schitterende resultaten opleverde. De bevelvoerende generaal heette Ver bouwen; zijn adjudant Optimisme. En, om °hs aan deze beeldspraak te houden: de mi nister van munitie was Mr. Neville Cham berlain. De mededeelingen, Woensdag door dezen in het Lagerhuis gedaan, maakten niet alleen e Londen, maar in alle leidende centra een 'ePen indruk. Van hem vernam een jui chend parlement, dat de beperkingen op den Wisselhandel onmiddellijk zouden worden in getrokken, dat het overgroote deel der Fran- °ohe en Amerikaansche milliarden-credieten den tijd zou worden ingelost, dat de be grooting in evenwicht was gebracht en dat. "terwjji het Britsche crediet over het kritieke ™nt heen is, de tijd rijp is voor een alge mene verbetering in den wereldhandel". Het buitenland heeft geen oogenblik ge- kstzeld de woorden tan den Britschen mi- hister te bevestigen. De twee toonaangevende Cehtra, Parijs en New-York, hebben blijk begeven van onvoorwaardelijk vertrouwen in het Britsche crediet. en te Londen heeft men h,eu indruk, dat zij den gedeprimeerden stèr- 'hg thans hooger schatten dan hun op °°uden tronen zetelenden frank en dollar. Hen half jaar geleden werd de wereld ge rookt door een sterlingcrisis, welke zoo zij h'et bedwongen was geworden. Europa in een afgrond gestort zou hebben; de vorige Week is het de voornaamste zorg der mone- aire overheden geweest een te snelle rijzing an het pond tegen te gaan, hetgeen haar 'echts gelukt is door den aankoop van dol lars en franken, waardoor het pond kunst- Matlg omlaag gehouden werd. Het woord „herstel" is thans op aller Iip- Maar een herstel van Engeland, dat ?let gepaard gaat aan een algemeene her- J^ug, is ondenkbaar. De algemeene indruk s dan ook deze, dat, hoe moeilijk de toe- tand in de meeste landen ook zijn moge, dit •5ar getuige zal zijn van een algemeene ."^er-opbeuring, en dat, gelijk de crisis in 531 verscherpt werd door de gebeurtenissen P Engeland, zij in 1932 tot haar einde zal Pten dank zij Engelands financieel herstel. Is deze indruk juist? Wie zou het met ckerheid durven bevestigen of ontkennen? aar vertrouwen en optimisme zijn de nood zakelijkste voorwaarden voor beterschap; al leen een volk dat deze bezit, zal de kracht en den moed hebben om te overwinnen. De Coöperatieve beweging en het Socialisme. Evenals het Vakvereenigingswezen heeft in Engeland de Coöperatieve beweging haar bloei voor een groot deel hieraan te danken gehad, dat zij zich aanvankelijk geheel bui ten de politiek hield. Coöperatie kan een socialistisch en anti-kapitalistisch karakter dragen, indien zij bewust streeft naar ver nietiging van het kapitalistische productie stelsel. Zij is dan geen doel, doch middel. Niet minder dan 6 j millioen Engelschen zijn lid van een der veertienhonderd coöperatieve vereenigingen, welke zich op bijna elk gebied van groot- en kleinhandel bewegen. Hoog stens 1 <4 millioen hunner zijn aangesloten bij de Labourparty of hebben socialistische sympathieën. De overige 5 millioen beoogen niets anders dan door middel van „coöpe ratie" of „samenwerking" hun verbruiks- artikelen zoo goedkoop mogelijk te verkrij gen, met een aandeel in de te maken winsten in verhouding tot de door hen bestede be dragen. In hoeverre hierachter een onbewust anti-kapitalisme schuilt, willen wij niet pogen te beoordeelen; zeker is het evenwel, dat die 5 millioen menschen, of als nering doenden of als employé's hun geld verdienen in ondernemingen en bedrijven, welke ten doode opgeschreven zouden zijn. indien een anti-kapitalistisch coöperatief stelsel de zege praal behaalde. Toen in 1927, na de groote mijnwerkers staking, de nieuwe wet op de Arbeidsgeschil len aangenomen werd, verloor de Labour party een groot deel van de inkomsten, wel ke zij trok van de vakvereenigingen. Ten einde zich hiervoor schadeloos te stellen, trad zij met de leiders der rijke coöperatieve be weging in onderhandeling over een bond genootschap. Eerst in 1930 werden de des betreffende voorstellen door een „meerder heid" uit de Coöperaties goedgekeurd, maai de stemming, waaromtrent wij thans geen bijzonderheden kunnen geven, geschiedde op zoodanige wijze, dat de meerderheid in wer kelijkheid slechts een kleine minderheid was. Mr. MacDonald bond de beweging aan zich door Mr. Alexander, een gewezen liberaal, die aan het hoofd stond der Coöperatieve partij, als Eersten Lord der Admiraliteit, en twee andere leden der groep als onderge schikte ministers in zijn Labour-regeering op te nemen. De Coöperaties steunden sinds 1929 de Labourparty financieel, zoowel direct als indirect. Zij bekostigden een groot deel der propaganda, ook in den vorm van dag bladen, tijdschriften en pamfletten. Hiertegen ontstond onder de niet-socialis tische meerderheid der leden geleidelijk ver zet. Bij de verkiezingen steunden de coöpera tieve organisaties de Labourparty krachtig, hetgeen een der oorzaken was van de ver pletterende nederlaag harer parlementaire groep, die van negen leden slonk tot één. Thans heeft de zwaar geteisterde Labour party meer dan ooit behoefte aan financiee- len steun en propaganda, temeer daar de geldmiddelen der vakvereenigingen in een zeer ongunstigen toestand verkeeren. In alle gemeenten en kiesdistricten werken coöpe ratieve leiders samen met de plaatselijke Labour-organisaties. De groote meerderheid der leden begint hiervan genoeg te krijgen. Slechts in 434 coöperatieve vereenigingen is de meerderheid socialistisch; zij hebben tot nu toe de 1000 andere vereenigingen op sleeptouw kunnen nemen. Eerst te Londen, en thans ook alom in de provincie, zijn de leden hiertegen in opstand gekomen. Meetings zijn gehouden, waarop de eisch gesteld werd, dat de coöpe ratieve beweging zich afzijdig zal houden van al wat politiek is, en dat het geld niet besteed zal worden ten behoeve eener party. Een der grootste Londensche vereenigingen, met 240.000 leden, heeft in 1931 niet minder dan 6.400 uitgegeven aan Labour-propa ganda; zy wordt nog overtroffen door een andere vereeniging, die in een half jaar tyds 8.250 ten koste gelegd heeft aan haar „poli tieke sectie". Van een derde coöperatief lichaam wordt medegedeeld, dat het elk jaar De eerste foto der voltallige Nederlandsche delegatie ter Ontwapeningsconferentie. Zittend van links naar rechts: M. D. Vreede, Kapitein bij de Marine, C. van Tuinen, gepension- neerd luitenant-generaal, prof dr. J. V. A. Francois, chef der afdeeling Volkenbondszaken aan bet M'nis'erie van B-üt. Ze.ke-t, Mr. W. H. Vlieger, lid der Tiveede Fa-ner, Mr. \V van Lanschot, lid der Eerste Kamer, Z. Exc. Jhr. Beelaerts van Blokland, Minister van Buit. Zaken. Slaand van links naar rechts: prof. mr. V. H. Rutgers, van de Vrije Universiteit te AmsterdamP, Reneblin: ba^n J. J G. van Voorst tot Voorst, luit. kol. van den Gen. Staf, B. Wilmar; v .Ginkel; H. G. Surie, gepensionneerd vice-admiraal. 6 pence per lid stort In de Labour-kas. Aldus dragen honderdduizenden leden, die met de Labourparty niets hebben uit te staan, indirect tot de middelen en de propa ganda dier party bij. De provinciale vereenigingen, waar de so cialisten een kleine minderheid vormen, trek ken hiertegen te velde, bijgestaan door de Londensche leden, die zich feitelijk „besto len" achten. Een splitsing schijnt onvermij delijk, indien zij, die de beweging in socia listisch vaarwater gedreven hebben, zich kunnen handhaven. In Mei komt het „Coö peratief Congres" by'een. Men verwacht een verwoeden stryd, welks uitslag beslissend zal zyn voor de toekomst der Coöperatieve be weging in Engeland. Mr. Cohen, de leider van het Nationalistische China. In berichten uit, en artikelen over China treft men wel eens den eenigszins on-Chi- neeschen naam aan van Morris Abraham Cohen, een .geheimzinnige figuur, wier in vloed op het Nationalistische China onbere kenbaar is. Hü was het onder anderen, door wiens toedoen Dr. Sun Yat-sen. de leider der Chineesche Nationalisten, na den val zijner regeering uit China vluchten kon. Wie is deze mr. Cohen? Een Israëliet uit Manchester, waar zyn ouders nog steeds wonen. Als jongeman kwam hij in het Londensche Eastend veel met Chineezen en andere Oosterlingen in aanraking, en hij vatte voor hen sterke sym pathieën op. Ook te Liverpool en in andere havens was hy weldra een goede bekende der Chineesche zeelieden en arbeiders. Na eenigen tyd vertrok hy naar Canada, waar hü zich vestigde te Edmonton, de hoofdstad der provincie Alberta, en als kam pioen optrad voor de Chineesche immigran ten, die, evenals in de Vereenigde Staten aan tal van beperkingen onderworpen waren. Een eigenlijk politiek doel had hij niet. Ook later niet, toen hy zich naar China be gaf, waar hij spoedig de grootste en tevens geheimzinnigste macht werd achter de Na tionalistische beweging. Men hoort hem nooit spreken over Britsch of ander imperialisme. Hy laat zich uitsluitend leiden door groote voorkeur voor het Chineesche ras. zy'n ideaal en levensdoel is by te dragen tot het ontstaan van een ordeiyk, welvarend, vry en onafhankeiyk China. Maar jegens zijn geboorteland is hy loyaal, en hij hoopt er voor goed terug te keeren, als zijn „taak" in China volbracht is. Hij is thans een man van middelbaren leeftijd, maar schynt er op te rekenen een patriar chalen leeftijd te bereiken! Hy had de officieele leider van het Na tionalistische China kunnen worden, maar hy wil dit niet als Jood en Engelschman. Millioenen Chineezen verafgoden hem, maar talryk zyn ook zyn vyanden, en hü is steeds door een soort ïyfwacht omgeven. zyn ouden dag hoopt hij in Engeland te siyten, want dit land heeft evenzeer zijn lief de als China, en zijn hoop is, dat hy zal kunnen by dragen tot het vormen van hechte vriendschapsbanden tusschen het Britsche en het Hemelsche Ry'k. De Minister van Defensie, dr. L. N. Dec kers, die Woensdagochtend uit Indië in Den Haag is teruggekeerd, heeft Woensdagmid- oag een redacteur van het Nederlandsch Correspondentieburea i voor Dagbladen ont vangen en hem een onderhoud over zijn In dische reis toegestaan. „Het doel van uw reis, Excellentie, was voor uw vertrek geformuleerd als het bezoe ken van de instellingen der Marine in onzen Oost en het voeren van verschillende bespre kingen. Kunt u dit thans wellicht iets meer preciseeren?" „Het doel van mijn reis was: zien, hooren en leeren," antwoordde de Minister, „ik ging naar Indië om de Marine-instellingen te zien, en heb natuurlijk tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt onderwerpen, .velke met de Marine verban-l houden te bespreken met die heeren, met wie ik telkens schriftelijk in aanraking kom. Dit is in de eerste plaats de commandant der Zeemacht. Dank zij het feit, dat hij mij tot Medan is tegemoet ge reisd. konden onze besprekingen reeds aan boord een aanvang nemen. Ik voel dikwijls by mijn werk dat een belangrijk deel van de verantwoordelijkheid van den minister van Defensie in Indië ligt en om mij persoonlijk van de verhoudingen op de hoogte te stellen heb ik de reis gemaakt. Ik ben in Soerabaja, in de opleidingsschool te Makassar en te Balik Papan geweest en heb cok het practi- sche werk onzer marine van nabij beschouwd. En dit moet ik zeggen; Er wordt in Indië hard en met toswijding gewerkt, zoowel door officieren als door minderen. Mijn reis was goei voorbereid en dank zy deze goede voorbereiding was het mij moge lijk in drie weker zeer veel van Indië te zien, zonder dat het een oppervlakkig stukje werk is geworden. Wat ik gezien heb, heb ik goed gezien. Maar daarom heb ik ook veel van v/at de gewone toerist doet en ziet moe ten laten rusten." De kwestie van den derden kruiser „Mogen wij informeeren Excellentie, hoe het thans staat met de kwestie van den der den kruiser?" „De bewering, ook in de Hollandsche pers geuit, dat ik alleen of in hoofdzaak in ver band met deze kwestie naar Indië gegaan ben, is absoluut onwaar. Natuuriyk heb ik er over geconfereerd maar aangezien er van uit de Kamer van de Regeering vragen over deze aangelegenheid zijn gesteld, acht ik het minder correct, daarover thans reeds mede deelingen in de pers te doen. Over de nood zakelijkheid en wenschelijkheid had ik na tuurlijk al myn meening, voor dat ik naar Indië ging." Hel vraagstuk der kostenverdceling „Is er in het vraagstuk der koslenverdee- ling nog eenige wijziging gekomen?" Dit vraagstuk is natuurlijk niet beperkt tot den kruiser. In het algemeen kan men hier twee stroomingen onderscheiden. De eene zegt: Laat Ind.ë alles betalen, maar daar behoor ik niet toe. De andere richting wenscht dat Holland alles betaalt, dat wensch ik natuurlijk evenmin. Het is de moeiiykheid hier den gulden middenweg te vinden. Kort na myn optreden ben ik be gonnen met een voorontwerp inzake deze materie. Dit Is nu zoowel hier als in Indië in onderzoek en de officieele adviezen zullen wel binnen niet te langen tijd tegemoet gezien kunnen worden." „Gaarne zouden wij nog uw oordeel verne men over den algemeenen toestand van Indië?" „Daar kan ik eigenlijk moeilijk iets over zeggen. Wanneer lk zeg: Indië komt er wel weer boven op, dan wordt mij verweten, dat ik na een bezoek van 3 weken daar niets van weten kan. En als ik een meer pessi- mistischen indruk gekregen had, dan be weert men natuurlijk dat zoo'n kort verblijf geen grond kan zyn om zoc donker de toe komst in te zien. Maar uit besp.ekingen, welke ik met particulieren, ook uit de in dustrie, heb gevoerd, heb ik sterk gevoeld, dat de economische omstandigheden zeer moeilijk zijn. Men heeft zich zeer veel moeite gegeven mij ervan te doordringen voor zoover ik dit nog niet wist dat het in Indië verschrikkelijk slecht is. Maar daar naast stonden weer anderen, die ook vol vertrouwen waren, dat er binnen zekeren tyd verbetering zal komen. In 't algemeen be. waart men wel zijn optimisme." „Is u het tropische klimaat nogal mee gevallen? Wy hoorden, dat u zelfs den moed had in een zwart costuum aan land te gaan." „Natuurlijk had ik het warm, vooral toen ik in het zwart was Daar heeft men wel eens grapjes over gemaakt maar het was een kwestie van beleefdheid jegens Indië en jegens den gouverneur-generaal Dat kleine offer van een zwart pak en hoogen hoed heb ik gaarne aan de wellevendheid gebracht. In het algemeen zoo eindigde minister Deckers het onderstaand is het een mooi bezoek geweest. De ambtenaren en de be volking en in het bijzonder de leidende per sonen hebben het gewaardeerd. Ook bekende personen uit de nationalistische beweging hebben mij er hun ingenomenheid mede be tuigd. Juist in dezen tijd, nu het geen couleur de rose is, heeft men dit blijk van medeleven der Nederlandsche Regeering op hoogen prijs gesteld." OP EEN KRUISPUNT A N WB TOERISTENBOND VOpR NÊDEkLfcttD nieo 15 DE KORTSTE WEG XjEVAAOLUfV Op weg naar school moet Jan een kruis punt oversteken en dan most hij terdege opletten, want op zoo n kruispunt komt het verkeer van vier kanten. De pijl op het rechter plaatje wijst, hoe het moet. We hebben reeds geleerd, dat by het over steken van een straat de kortste wg de veiligste ls. Maar bij esn kruispunt is dat niet het geval. Hier is de kortste weg gevaarlijk, dat toont het linkerplaatje, waar Plet schuin oversteekt en gevaar loopt van twee kanten. Jan doet het beter, die gaat eerst de eene straat ever, nadat hij goed heeft uitgekeken of de weg vry was en daarna gaat hij naar het t ottoir aan den overkant van de tweede straat. Zijn weg is nu wel wat langer, maar het is beter twee straten over te steken op de goede manier, dan éénmaal naar den over kant te gaan op de verkeerde wijze. Op het linkerplaatje gaat Piet van het eene trcttoir naar het andere schuin over het kruispunt, en dat is verkeerd, want kijk maar hoe hem gevaar dreigt eerst van den auto en dan van het rijtuig, dat van den anderen kant nadert. Schuin oversteken is altijd verkeerd, omdat je dan nist zco goed naar links en rechts kunt uitkijken. Opgepast dus op esn kruispunt. Volg het voorbeeld van Jan. het is de veiligste ma nier, en toch heusch zoo moeilijk niet. Zaterdag 12 dezer wordt den gouden me daille voor 35-jarigen trouwen dienst uit gereikt aan den adjudant-onderofficier C. A. Rientsma van het regiment Jagers, werk zaam bij het Vry'willig Landstormcorps mo- tordienst. De heer Rientsma was jarenlang voorzitter van de afd. Den Haag der ver eeniging van onderofficieren „Ons Belang" en nam steeds een werkzaam aandeel in het naar voren brengen van de belangen van de onderofficieren by hun chefs. De uitreiking van de medaille heeft plaats om 11 uur op het korpsbureau, Koninginne gracht 19, Den Haag. Hr. Ms. mijnenlegger .Prins van Oranje* waarvan het vertrek op Dinsdag bepaald, wegens de ongunstige weersgeste.aheia was uitgesteld, ls Woensdagochtend 9 uur met bestemming naar Nederlandsch-Indië van Nieuwediep vertrokken. De eerste haven die zal worden aangeloopen, is Tunis. Verschenen is het vocrloopig verslag over het wetsontwerp houdende regelen betref fende de uitoefening van de artsenybereid- kunst. Het nieuwe winkelhuls van de firma Wisbrnn en Liffman op den hoek van Anegang en Groote Houtstraat trekt zeer sterk de aandacht van ie Haarlemmers om de verfraaiing, welke op dit punt het stadsbeeld daardoor heeft ondergaan. Was in Washington. Acht jaar geleden ■•Mistress Garrett?" vroeg ik. ••Tot uw dienst, sir," zei de dame. Ik was naar dit mooi-gelegen hoekhuis in H-street, in een der betere buitenwijken Vah de Amerikaansche hoofdstad gekomen H-street was dezelfde straat, waarin ook pijlen president Wilson woonde en gestor en is cm er vrygezellenkamers te zoe- 'n Vriendelijk huis, zoo van buiten gezien; maar drie verdiepingen hoog; opge rold^ uit roserooden Amerikaanschen aksteen, in typisch oud-Amerikaanschen stÜl. 't Kon er maar hoogstens 'n kwart eeuw gestaan hebben. Door 't klein, nogal ^verzorgd voortuintje heen komt men aan ,n houten trap, die met 'n zestal treeplan ken voert naar de ouderwetsehe „stoep". 's nog weer zco'n herinnering aan de ar'-te „koloniale" (houten) huizen der °Uandsche pioniers in Nieuw-Nederland, u. New-York genoemd. Dit type vindt men Hjv/el ove.al door de Oostelijke staten, in Mo, Pennsylvanië, als in New-Engeland; tot in Virginië werden ze gecopieerd. reed en rommelig was de veranda, er ohüen 'n paar vervelooze schommelstoe- en er hingen slordig afgezakte jalou- 0 ,-n. En él te letterlijk valt men er dan .°'j „met de deur in huis". Namelijk °-r achter de geopende voordeur 'n zwaar v°orhang, stof-en-hittsvrij, opzij te schui- efl- Men is dan meteen: binnen. Hier stond ik nu direct in 'n hoog en jrurn vertrek, de hall. Van achteren ziet en ongemaskeerd de houten trap naar de .^diepingen. De hall is fraai met teakhout t etimrnerdbij het breede raam lokt ver ouwelijk 'n gecapitonneerde vensterbank, 't vertrek bieek later ook voor eetzaal te «lenen. v ^-Umaal binnen de voordeur, komt men, -hts, achter weer zco'n afhangend, glin- ,eiend en glas-tjingelend voorhang van geurige kristallcralsn Amerika ls immers het „land of the open door" in den rul- ?ch. wat ordeloozen, overladen en erg- Ierschen salon. „Hier hield president De Valera cercle," zegt de Iersche, fier. Ik kyk verbaasd, maar geïnteresseerd rond. Op de hooge piano staat 'n prachtig halflengte-portret, met signatuur, van „Eamon de Valera", 'n prullerige kunst- bloemenhulde er by. In het midden van den breedsten wand, op de eereplaats, hangt een mooi gesnedèn Keltisch crucifix. Er staan verder 'n oude sofa en "n paar vry nieuwe crapauds; natuurlijk óók weer 'n schommelstoel, waar de gewone, doorsnee Amerikaansche burger nu eenmaal niet buiten schynt te kunnen Mark Twain's opmerking! En dan, op een wrak speelta feltje in een hoek, 'n merkwaardig smerig aquarium; met daarin, wat de mistress des huizes hield voor „diepwaterfauna"! Ten slotte, last not least, op 'n soort pseudo- schoorsteenmar.tzl, zooals de conservatieve burgersmaak dat nog altijd eiszht zelfs bovenden radiator der stoomverwar- ming, déér pronkt zoowaar 'n navelsta rend, gitzwart Boeddhabeeld; met midden op 't voorhoofd, tusschen de twee amandel- vorniige oogen. de nieuwe esoterische sym boliek van den blinkenden knobbel, het „innerlijk oog'. Dit banaal Amerikaansch mode-idool dat er nu Billikcn volkomen heeft verdrongen door de huisvrouw zoo maar zonder blikken of blozen In „president De Valera's receptie-salon" ge plaatst, was hier voor mij als 'n eerste psychologische revelatie. Waarop wel meer dere zouden volgen De groote salon, met de hooge en breede straatramen, was toch wel prettig licht. Ze bleek voor mrs. Garrett en „haar John" ook nog 'n historische en vooral sentimen- teele waarde te hebben. Want dóór was 't, dat by diverse, graag-herinnerde gele genheden de vrouw des huizes de „social functions", de honneurs, zoo graag waar nam. Wanneer dan héél die wijd-vertakte Iersch-republikeinsche beweging In Ame- rika's hoofdstad en de omgeving Was hington immers is een uitgestrekt diploma tiek en parlementiir centrum rond „pre sident De Valera" in dit gastvrij huis, bij haar, samenkwam.... DE VALERA We belandden op de eerste verdieping. „Kyk, hier deze hoekkamer boven den sa lon," legde de praatgrage en merkwaardig manhaftige Iersche uit, „dat was president De Vale: a's slaapkamer. Die kunt u óók van mij hurenDaar, in dien erker, stond zijn klein schrijfbureau, waaraan hij meestal zyn werk deed. O, tot laat in den nacht, soms, werkte hijZijn jonge secretaris, dien hy uit New-York had mee gebracht, had óók al zyn kamers hier aan huis. De president kon hem immers ten allen tijde ncodig hebben! Want door den dag was hij meestal zóó bezet met bezoe ken afleggen en ontvangen, met stapels kranten-uitknipsels door te lezen, dat er van correspondentie niets kwam, weet u." Er stond een geweldig ruim, zwart-gelakt ijzeren ledikant. De verguld-koperen stylen met geel-blinkende knoppen en smakeloos lofwerk, verraadden al direct de ouder- wetsch Amerikaansche afkomst, 'n Hoog tafeitje'stond naast het hoofdeinde. „Hier heeft de president maandenlang geslapen, o, nooit meer dan hoogstens zes uren per dag! Op dat tafeltje lag al- tyd zijn geladen brawning, naast zyn te lefoontoestel. Ja, dat rinkelde soms wel erg onbarmhartig, op de meest onmogelijke uren. Menschen uit Chicago, dan weer uit Frisco (San Francisco) of zelfs uit Canada moesten hem meestal dringend spreken; dat is 's nachts goedkooper. Spreekbeurten moesten overal georganiseerd, allerlei rege lingen plotseling getroffen of ongedaan ge maakt worden, op verren afstand. Dat ging dan altyd in 't Gaelic (Keltisch). Toeval lige luistervinken hadden er zoodoende niet veel aan.... Ja, 't was wél storend! Maar och, we hadden 't graag voor hem over, John en ik! Hij heeft dan ook Thank God! hier, in dit eigenste huis, héél wat duizenden en tienduizenden dollars voor zyn patriotten-zending by elkaar ge kregen, our dear President!" „Tienduizenden?" vroeg ik ongeloovig. Ze knipte in verstandhouding met haar oog. I „Indien u eens wist, wat lk weet! Dan zoudt u er versteld van staan, hoe hoogst belangryk die Amerikaansche strydfondsen zijn geweest tegen de Britsche overheer- sching in Ierland, welke fondsen president De Valera hier eigenlyk byeen gekregen i heeft. Dat weten er maar héél enkelen, zou ik denken...." Wanneer deze vrouw haar „onze presi dent" zoo welbahagelijk uitsprak, deed ze dat zooals 'n typisch Ierseh-Amerikaansche zulks doet; met zoo'n zichtbaar felle, byna fanatieke ovei tuiging, als ik zelfs nog niet in Ierland, alléén maar in de anti-Britsche milieux der Iersche (en geheime) republi- keinsche genootschappen in de Ver Staten heb gevonden, 't Was duidelijk, dat er óók al 'n soort persoonlijke cultus was opge sprongen voor dezen uitzonderlyken De Va lera. „President De Valera" was toch zoo'n groote kracht voor „pooi old Ireland", volgens haar. En dan hij was „zoo'n lieve man, met zulke hoffelijke manieren zoo minzaam voor iedereen. En toch ook weer zoo hoogst eenvoudig, hoewel hy toch zoo razend veel wist"En ondanks de groote macht, die hü door onze Iersche organisaties over héél de wereld bezit, maakte hy niks geen drukte; je hoort 'm niet eens in huis! 'n Hoogstaand, nobel Patriot!" meende zy. Nu, ik huurde haar kamers. Zoodoende, onder deze héél bijzondere omstandigheden, kwam ik in den zomer van 1924 „en pension" wonen in dit fei- telyk hoofdkwartier van Amerikaansch— lersch republikanirme. Van „den Presi dent", van de alles-beheerschende wils kracht, die er van hem uitging, heb ik daardoor héél wat meer te hooren en te zien gekregen, dan menig buitenlandsch correspondent, met de schitterendste aan bevelingen zelfs gewapend, zou mogen verhopen; al kreeg hy ook al eens 'n kansje op 'n interview. En totdat ik naar Europa terug moest, heb ik in Mrs. Gar rett's huis en in die wel wat vreemde gees tessfeer doorgebracht Eamon De Valera, die dit jaar 50 jaar zal worden hü werd te New York op 14 October 1882 geboren ls de zoon van een Spaanschen vader en een Iersche moeder. Zijn vader was een hoogst merk waardig dichter-diplomaat, zooals er, van af Chateaubriand tot en met Paul Clau- del, al vele naar de Ver. Staten van Amerika zijn gekomen. Zün moeders lieveling was Eamon, die van haar ook zijn liefde voor Ierland en de uiteindelijke bevryding al met de moedermelk tot zich nam. Zy Immers stamde uit het aloude graafschap Cork, uit Charleville. Daarheen werd dan ook de jongen gezonden, om er zyn opvoeding te krygen aan het Blackroek College, dat onder beheer van de paters Jezuïeten staat, indien ik me met vergis. Zijn hoogere stu- dieën deed hij aan de staatsuniversiteit nu practischde katholieke van Dublin. En daarna raken we De Valera's spoor voor 'n paar jaren kwijt. Maar dan opeens zien we hem, den pri vaat-docent en privé-secretaris in Dublin, de aandacht der openbare meening ten volle voor zich vragen vanwege zyn opzien barende uitlatingen. Deze kenmerken hem nu als een vurig aanhanger van de nieuw- opgerichte organisatie der Iersche VrU- willigers, onder de auspiciën van John MacNeill, een befaamden Keltischen geleer de en professor. Alvorens daarop hier ver der dooy te gaan, dienen we echter eerst met' 'n enkel woord aan de Iersche Home Rule-beweging en aan de anti-katholieke Ulstervrywilligers te herinneren. 'n Halve eeuw van actieve Home Rule- beweging, zoowel In Ierland, (mét Ulster) als door de Iersche Parlementsleden te Westmin ster gevoerd tenslotte, op den vooravond van den grooten oorlog, het sedert Gladstone langverwacht wetsontwerp voor zelfregee- ring gebracht, waarvan de liberale Pre mier, H. H. Asquith. de vader was. Dat wetsontwerp was In Januari 1913 met 367 tegen 267 stemmen door het „liberale" Lagerhuis aangenomen. Maar een reaction- nair Unionist Heerenhuls verwierp het Want Ierland immers zou daardoor héél Ierland, met Inbegrip van Ulster, wel te verstaan een volkomen vrüe zelf- regeering krijgen! Hetgeen de Unionisten, aangevoerd door Sir Erward Carson (later Lord), met man en macht ten koste van alles wilden voorkomen. Het wetsontwerp werd echter opnieuw ingediend en na drie successieve „lezingen" weer door een doel bewust Lagerhuis aangenomen. Automa tisch immers zou het nu, ingevolge de Parliament-Act van 1911 inhoudende, dat het Heerenhuis slechts tweemaal recht- van-veto op een door het Laserhuls aan vaard wetsontwerp kon doen gelden zón der het Heerenhuis van Kracht worden. Maar de machtige Orange-loges van Ulster, heimelijk en openlijk gesteund door Sir Edward Carson's Union'sten in belde landen, alsmede door alle Presbyteria an- cche elementen In het Vereenigd Konink rijk, zouden er voor waken, dat Ulster, met zyn historische Protestantsche kolo nisatie toch nog een bolwerk tegen „de katholieke overheersching'' ir. eisen land zou blyven!Sir Edward Carson riep dus de jongelingschap var. Ulster te Wapen, in corpsen van „ten oorlog uitgeruste en afgerichte" Ulster Vrijwilligers! Die, nota bene, openlijk te Londen lieten weter,, dat ze onmiddelyk een afzonderlijke regeering voor Ulster in Belfast zouden instellen, zou de Home Rule-wet bekrachtigd worden! De wet werd niettemin in Mei 1914 door het Lagerhuis nog eens voor de laatste maal aangenomen, waarop de „die-hard" Lords van de drie Uistergraafschappen dan maar een afzonderlijk stuk „Engelsch ge bied" wilden maken. Ondanks 's konings persoonlijke tusschenkomst kwam het daaromtrent niet tot eenig compromis En alléén het uitbreken van den grooten oor log, op 4 Augustus 1914, schortte den drei genden toestand voorloopig op daar de re- geering reeds in September 1914 de belofte gaf, een wetsontwerp ter regeling van de positie van Ulster te zullen indienen, zoo dra de oorlog voorbü was. De Iersche vrijwilligers, waarbij Eamon De Valera zich in 1913 had aangesloten, waren dan ook slechts het antwoord der katholieke jongelingschap van Ierland op de tergende uitdaging van Carson's Ulster Volunteers. Hebben we dat eenmaal be grepen, dar. zullen we De Valera in zijn verdere ontwikkeling tot republikelnsch leider gemakkelijker volgen. Daarover dan 't volgenden keer. F. J. W.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5