het derde jaarbeursgebouw
LANGS
DONKERE PADEN
HET DRAMA OP
AMELAND
10 jaar gevangenisstraf
geëischt
RADIO-OMFOEP
bleven op de verdiepingen, waar zy waren
en zij hebben zich verdiepingsgewyze uit
gebreid. Het jaarbeursgebouw heeft door
de grootere ruimte, waarover het de be
schikking kreeg, thans gelegenheid gehad
eenige oude toezeggingen en beloften einde
lijk gestand te doen. Tot die toezeggingen
behoorde in de eerste plaats de opheffing
van de rantsioneerir.g der expositieruimte
in de groep Meubelen en Aanverwante
vakken. In deze groep waren verschillende
deelnemers, die al jaren lang over grootere
uitstalruimten de beschikking hadden wil
len hebben, doch om te voorkomen, dat
het aantal afgewezenen in deze groep te
groot zou worden, had het jaarbeursbestuur
voor deelnemers met grootere expositie
oppervlakte een zekere rantsoeneering in
gevoerd. By de ingebruikneming van het
derde gebouw werd deze eindelijk opgehe
ven en niettegenstaande de ongunst der
tijdsomstandigheden, hebben op een
enkele uitzondering na alle deelnemers
in deze groep, die vroeger daartoe den
wensch te kennen hedden gegeven, dezen
wensch gehandhaafd en kon het jaarbeurs-
bestuur thans aan dezen wensch ook ge
volg geven. 43 pet. meer ruimte is nu door
deze groep ingenomen.
Ook is, na drie jaarbeurzen niet vertegen,
woordigd te zyn geweest, nu de afdeeling
Handelsmuseum van het Koninklijk Koloni.
aal Instituut te Amsterdam weer vertegen
woordigd en wel in een nieuwe omgeving
(het einde van het derde gebouw).
Een belangrijke biyk van buitenlandsche
belangstelling is de Fransche Sectie op de
tweede verdieping van het nieuwe gebouw,
vlak boven de afdeeling Koloniën. Deze
sectie bestaat uit een collectieve inzending
van diverse Fransche fabrikaten en produc
ten, georganiseerd onder leiding van het
Comité permanent des foires a l'Etranger,
waarby zich verschillende voorlichtingsdien.
sten aansluiten.
Voor de eerste maal neemt Egypte aan
onze beurs deel met katoen, terwijl ook Zuid-
Siavië ter beurze vertegenwoordigd is. Het
Reichsverband der deutschen Industrie heeft
op deze voorjaarsbeurs wederom een Aus-
kunftstelle.
Buitengewoon belangryk is ditmaal de
groep Bouwmaterialen en Wegenbouw.
Zooals men zal weten, wordt heden de
Jaarbeurs door de Koninkiyke familie be
zocht, bij welke gelegenheid H. M. de Ko
ningin tevens het derde Jaarbeursgebouw of
ficieel zal openen.
dezelfde gedachten onder woorden. Piet had
moeite om een hatelijke opmerking voor
zicb te houden.
Na veel geharrewar, waarbij Piet zijn
handen openhaalde en zijn laatste beetje
energie verspilde gelukte het hem den iets te
kleinen buitenband weer om het wiel te kry-
gen. „Ik moet me eventjes een beetje op-
frisschen hoor Marie", zei hij tot zijn vrouw.
„Ontzettend warm is de zon; het is bijna
niet uit te houden."
Dan, na een kwartiertje, vertrok het echt
paar Perk. Tóch was Piet's goede bui be
dorven, door al die strubbelingen, die den
tocht waren voorafgegaan Hij gaf dan ook
op de enthousiaste uitroepen en vragen van
zyn vrouw slechts heel korte antwoorden.
„Toe Piet, bederf ons genoegen nu niet om
zoo'n kleinigheid". „Ja, jy hebt gemakkelijk
praten; 't is was nogal een lekker klusje. En
dan in zoo'n hitte
Het w&s ook werkeiyk buitengewoon warm
en het werd nog steeds erger. Intusschen
waren Plet en zyn vrouw den buitenkant
van de stad genaderd en lieten zij de laat
ste huizen achter zich.
„Welken kant zullen We uitgaan Marie?"
„Nou zeg jy het maar Piet; ik laat het
heelemaal aan jou over."
„Hier links dan maar."
„Waar komen we zoo?"
„Ik weet het heusch niet."
„Enfin, dat doet er eigenlijk ook weinig
toe. Wat heeriyk is het hier hè. Je voelt je
gewoon een ander mensch worden.''
Dan bleef het 'n tijdje stil, want, al wil
den zij het voor elkaar niet bekennen, een
onverdeeld genoegen was het toch niet,
steeds maar verder op dien onbeschadigden
weg te fietsen. En hoe later het werd, hoe
hooger de zon rees En het werd maar
steeds warmer en warmer Groote wolken
stof werden opgejaagd door de voortjakke
rende auto's en motorfietsen en Marie en
Piet voelden zich hoe langer hoe meer uit
geput en afgemat geraken.
„Zullen we dien weg links of rechts ne
men?" „Links maar, zou ik zeggen"
Dan werd het discours weer gestaakt, tot
na langen tijd van moeizaam trappen héél
in de verte een toren in zicht kwamen.
„Waar zouden we komen Piet?"
,,Ik heb er geen flauw idéé van. Maar dat
is juist het aardige en origineele van onzen
tocht, dat je heelemaal niet weet waar je
bent."
„Ja, het heeft iets natuurlijks."
Ze kikkerden warempel weer heelemaal
op, by het denken aan en gissen naar de
onbekende dingen, die zouden komen.
„We moéten in elk geval vandaar daar
maar blijven vind je ook niet Marie? Het
is voor vandaag mooi geweest. Ik denk, dat
we Zeker wel 'n zestig K.M. gereden hebben.
En dat in één dagWe zouden gauw
heel Nederland door zijn, als we zoo door
gingen!"
„Hè ja Piet, we gaan allereerst 'n hotel
zoeken en ons heeriyk wat opfnsschen.
Daar heb ik nu werkelijk behoefte aan. Dan
kunnen we mooi vanavond de stad gaan be-
kyken."
„Maar zie je dat zeg? Die toren lijkt pre
cies op dien van onze kerk in Rotterdam.
Een frappante geiykenis! Welke stad kan
dat toch zyn? Ik begrijp er niets van!"
„En zie je Piet? Precies zoo de huizen bU
ons, Nu wordt het hoe langer onbegrijpelij
kerMaar ha, daar staat een wegwijzer.
Gauw eens even kyken. Wat is dat?" Op den
Wegwyzer stond.Rotterdam 0.7 K.M.''
Het Nederlandsche jaarbeursinstituut moge
in veel mindere mate dan andere interna
tionale jaarbeurzen den funester invloed van
deze gevaren ondervinden, toch is het jaar
beursinstituut ten opzichte van hetgeen in
de laatste jaren met zooveel hoop en ver
trouwen nagestreefd is: de internationale
uitbouw van ons jaarbeursinstituut als ex-
portbeurs voor de Nederlandsche industrie,
in hooge mfate belemmerd. En al heeft dan
Ook het Nederlandsche Jaarbeursinstituut
met deze XXVIe demonstratie voor den af
zet in eigen land wederom een belangryken
stap vooruit gejaan, zoo heeft het in dezen
tijd ook wel degelijk als internationaal or
gaan zijn teleurstellingen en zorgen.
De XXVIe jaarbeurs brengt de ingebruik
neming van een nieuw, derde jaarbeurs
gebouw. De bouw hiervan is in tien maanden
tot stand gebracht, terwijl het tweede ge
bouw, dat even groot is als het derde nog
een bouwtyd van twintig maanden had ge
vorderd. Tot in alle details is het werk ge
reed gekomen. Een succes voor den bouw
meester Ir J. de Bie Leuveling Tjeenk en
voor den chef van den technischen dienst,
Ir. W. Terpstra, die als uitvoerend ingenieur
met zyn staf de leiding der bouwwerkzaam
heden had en die met di derde gebouw, dat
in yzerconstructie is opgetrokken, een ar
beid heeft tot stand gebracht, waarop hy
met trots kan terugzien.
De uitbreiding met een derde gebouw
buitenlandsche deelnemers zich het gehoopte
heeft geen verandering gebracht in de
plaatsing der bedryfsgroepen; die zyn ge-
De arrondissementsrechtbank te Leeuwar
den heeft gisteren behandeld de zaak tegen
Ds. J L. A. uit St. Anna Termuiden, die
ervan wordt verdacht zijn echtgenoote om
het leven te hebben gebracht tijdens het
verbiyf van het echtpaar op het eiland Ame.
land.
In de dagvaarding wordt verdachte ten
laste gelegd opzettelijk en met voorbedachte
rade zijn echtgenoote van het leven te heb
ben beroofd, door met haar in zee te gaan
baden en vervolgens haar opzettelyk met
haar hoofd onder water te houden, tengevol
ge waarvan zij door verdrinking is overleden.
In hun rapport komen de deskundigen Dr.
Wiersma en wylen Dr. Westerhuis tot de
conclusie, dat verdachte vlak voor en vlak na
het strafbare feit, psychische verschijnselen
heeft vertoond, welke als abnormaal moeten
worden opgevat, dat verdachte voorts in het
huts van bewaring psychische stoornissen
heeft gehad, welke overeenstemming ver
toonden met vroegere absrrapsychische ver-
schy'nselen en dat hij gedurende het plegen
van de strafbare handeling in een zoodanig
abnormaien affecttoestand verkeerde, dat
bezonnen overleg op dat oogenblik uitgeslo.
KALÜNDBORG. 1153 M. 11.20—12.35 Con
cert u. Rest. „Wivex". 2.20—4.20 L Preils
Instrumentaal ensemble. 4.204.50 Gra-
mofoonpl. 7.35 Concert o. 1. v. Gröndahl.
O. a. uit „Mikado", Sullivan en „Geisha".
Jones 0.20—10.20 Kuhlau-concert m. m.
v. solisten. 10.20—11.50 Dansmuziek uit
Rest. „Ledberg".
BRUSSEL. 508 en 338 M. 508 M.: 12.35—
2.05 Gramofoonpl. 5.20 Concept o. 1. v. J.
Kumps. 6.20 Gramofoonpl. 6.50 Sonate
concert. H. Wagemans (viool) en Ch. Schar-
rès (piano). 8.20 Gramofoonpl. 8.50
Harprecital door mej. Flour. O. a. Air varié,
Haydn, en rhapsodie, Grandjany. 9.20
10.20 Concert in „Oud-België" (Max Alexys'
orkest). 338 M.: 12.35—2.05 Gramofoonpl.
5.20 Spaansche muziek o. 1. v. F. André.
6.50 Gramofoonpl. 8.20 Radio-tooneel
door enkele meisjes. 9.10 Accordeon en
vioolmuziek door de heeren Holé en Buisset.
Armand Verhoeven (zang).
"LANGENBERG, 473 M. 6.25—7.20 Concert
u. Hamburg. 10.50—12.10 Concert uit
Breslau. 12.20—1.50 Concert o. 1. v. Eysoldt
4.20—5.20 Concert uit Mühlacker. 7.20
Vrooiyke avond. 10.30—11.20 Dansmuziek
door Adalbart Lutter en zyn orkest.
ROME. 441 M. 7.25 Gramofoonpl. 8.05
Uitzending van een Opera.
ZEESEN. 1653 M. 7.20 Uit Leipzig: vroo
iyke avond met medewerking van het Dres-
dener orkest en solisten 0.1. v. Rolf Schroder.
9.20 Berichten en hierna „Der unbekannte
Wagner" (Wagner als liederen- en piano
componist) m. m. v. solisten. Vervolgens tot
11.50 dansmuziek door Hakon von Eichwald's
orkest
Hy nam de Sabel van de schildwacht op en sloeg de wesp
midden op z'n helm. Door dien harden slag werd de wesp
zóó duizelig, dat ie ineens op den grond viel en van die
gelegenheid profiteerden Jaap en zijn vrouw door heel snel
weg te vluchten. Hygend en puffend kwamen ze in hun
woning aan, waar hun zoontje, zooals altyd, lekker zat te
eten.
20. Terwijl het heele byendorp in opschudding was gebracht
docr de terugkomst van Jaap, heerschte er in het wespen
dorp eveneens verwarring. Ze hadden de schildwacht ge
vonden en konden er niet aan uit hoe alles gebeurd kon
zyn. Eerst teen de schildwacht zijn oogen open deed
herinnerde ie zich hetgeen zich had afgespeeld en met een
zucht viel ie opnieuw flauw....
kussen, zoodat het ontwaakte en begon te
schreien.
Laat my haar nemen, mevrouw. Ze zal
u vermoeien, sprak de pleegzuster onge
duldig.
Carina liet zich de kleine Tony afnemen.
Maar toen ze bemerkte, dat de vrouw haar
mee naar de deur nam, riep ze luid: Neen,
neem haar niet van me weg! Ik wil haar
by me houden....!
Toen zonk ze onmachtig in de kussens.
Tranen stonden haar in de oogen.
De verpleegster keerde langzaam op haar
schreden terug, trachtend de baby weer in
slaap te wiegen op haar armen.
Iets moet haar hebben opgewonden,
dacht zij. Dat moet mynheer Mallory ge
daan hebben, daar kan men zeker van zijn.
Hy was hier nog niet zoo lang geleden en
heeft haar zeker iets gezegdWant te
voren was zy volkomen rustig! Ik heb nog
nimmer zoo'n kalme vrouw gezien.
Kom, kom, tracht rustig te biyven,
mevrouw. U zult uzelf nog maar ziek maken,
en dat zal mynheer Mallory slechts onaan
genaam stemmen.
Carina legde zich rustig neer en sloot de
oogen; na eenige oogenblikken zag ze weer
op en riep de verpleegster zacht toe:
Geef Ze my nu maar weer, miss; ik
zal haar niet meer wakker maken.
Hy meende, dat zy er nog nooit zoo ge
heimzinnig schoon had uitgezien als van
daag. Haar fyn ovaal gelaat was iets scner-
per van lijn geworden, en stak bleek af
tegen de rood-blonde haren. Maar in haar
oogen en om haar fynen mond was een
milde, zachte uitdrukking te bespeuren. Wat
was zy overigens jong nog, jong, neen, nog
byna een kind.
't Is heerlijk dat we thuis zijn jij
en ik en .Tony! sprak hy.
En Peter voegde zy er zacht aan toe.
Natuurlijk, en Peter, zei Jim. Wat deed
je aan hem denken?
Ik wil niet, dat hij het gevoel heeft,
alsof we hem buiten onze warme vriend
schap sluiten!
O, dat denkt hij niet! Hij houdt dolle
tjes van zijn kleine zuster.
Ja, hy is verbazend aardig tegen haar!
Jim wierp een blik naar de wieg. In zijn
huidige vreugde en geluk gevoelde hij niet
de minste spijt over-zijn vroegere zwakheid.
En hij verwonderde er zich wel eenigszins
ovc dat hij er zoo vrijwel onverschillig ln
had toegestemd, dat zijn kind katholiek zou
worden gedoopt, 't Was bijna natuurlijk, dat
een meisje werd opgevoed in het geloof van
haar moeder. Een zoon zou meer moeilijk
heden hebben meegebracht. En toch wist hij.
dat Carina erg naar een zoon verlangde.
Ineens stond hij op.
Ik moet gaan, sprak hy, je weet, dat
ik Sophia beloofd heb, haar met den wagen
thuis te brengen, En ze wacht op me.
laten rusten, mevrouw. Ze slaapt zoo heer
iyk!
Neen geef ze my Ik verlang naar
haar.... zei Carina, byna hartstochteiyk
teeder.
Ze scheen opgewonden en zenuwachtig.
Haar wangen gloeiden koortsig, en haar
oogen glinsterden onheilspellend. De ver
pleegster vroeg zich af, of misschien de reis
haar gisteren niet te veel had vermoeid, en
zy misschien een aanval had van koorts.
Zooals Carina nu was, had ze haar nog niet
gezien, al deze dagen. Integendeel, zy was
een sterke vrouw gebleken; nu voor het
eerst gaf zij teekenen van zenuwachtigheid
en vrees. Wat verontrustte haar?
De verpleegster nam het sluimerende
wicht uit het wiegje, en legde het in Cari
na's verlangend uitgestrekte armen. Me
vrouw Mallory omhelsde het byna kramp
achtig.
Hier maak haar niet wakker! ver
zocht de verpleegster, een weinig verbaasd.
Intusschen sprak Carina in zichzelf ge
keerd: Hy zal je nooit van my wegnemen.
Nooit nooit. Iris moet te week zyn ge
weest tegenover hem. En toch heeft hy nog
steeds dien ijzeren wil ofschoon hy hem
thans verbergt. Hy is in staat om het te
doen juist zooals hy het met Peter heeft
gedaan. Maar wy wy zyn katholiek. Daar
om ben je veel meer van my dan van
hem!....
En ze bedekte het kleine wicht met heete
Hij omhelsde haar opnieuw. Ze was zoo
schooneen wondere vrouw. In het ver
leden had hy haar gekwetst en nu verweet
hij zichzelf vol bitterheid die uitbarstingen
van zyn heftig temperament; hy wenschte,
dat zy dien kant van zyn karakter nooit
had leeren kennen. Dien dag te Rome bij
voorbeeld, toen zij Grov~ ontmoet hadden;
zyn woede om het verschenen boek van haar
hand. Ja, het was altyd onverstandig ge
weest, zijn schuld, en hy was haar dank
baar, dat hy er nochtans nooit haar zacht
heid en vredige stemming mee had verstoord.
Ze was zoo beheerscht, zoo zelfbewust: nim
mer had zy met een traan of een onhebbe
lijk woord geantwoord op zyn optreden.
Haatdragend was zij evenmin; zij beant
woordde zijn teederheid met een haar eigen
koele teederheid.
Ze zag hem glimlachend en vragend aan.
Kom je gauw terug?
Toen hij weg was, dacht ze opeens aan
Iris. Ze had den laatsten tijd veel over haar
huwelijk nagedacht en zich over het mis
lukken er van verwonderd. Iris moest hem
toch ook gekend hebben in dagen van rust
en tevredenheid als thans. Bovendien deel
de zij met hem nog haar godsdienstige over
tuiging en had zy hem misschien inniger
lief gehad dan zy zelf; ze waren samen jong
geweest en ze had hem zijn eerstgeborene in
de armen gelegd. Ja, altijd was het haar
een raadsel, wanneer zy dacht aan dat eer
ste huwelyk en aan Iris. Ze had, sinds zij
op Linfold gekomen was, tal van foir -.ra-
fleën van haar gezien, In de kamer van
Peter en in de laden van enkele schrijftafels;
als jong meisje, met lange, donkere haren
over de schouders, een flinke verschynlng
overigens; als bruid, met verstandig, opge
wekt uiteriyk, daarna met haar baby op de
armen. Deze laatste foto, klaarblijkelijk een
vergrooting van een kleinere foto, hing In
een vergulde lijst boven Peter's bed. Maar
reeds kon men hier zien, hoezeer zij ver
magerd was. Ten slotte had zy nog een
eigeniyk wel pymyke fotografie van haar
gezien, haar afbeeldend in den tuin, als een
uitgeleefde vrouw, liggend op een rustbed.
Maar hoe ook, steeds wekte het zien van
een afbeelding van Iris Carina's medelyden
op. Jim had bekend, dat hij niet altyd liefde
vol jegens' haar geweest was, en ze wist
eveneens, dat op zeer jongen leeftijd reeds
hy zijn jongen aan de zorgen zijner vrouw
onttrokken had en hem naar een kostschool
had gestuurd. Hij had hem leeren ryden en
jagen, van allerlei sport op de hoogte ge
bracht, en geleerd zonder vrees te zyn, man
nelijk en moedig. En Iris had hem bevend
zien begaan, ziekelyk en ten prooi aan ze
nuwachtige vrees. Ze was volkomen machte
loos. En de ziekte had slechts haar kleine
tragedie nog treuriger gemaakt....
De verpleegster kwam op dat oogenblik de
kamer binnen en Carina sprak vlug tot
haar:
Geef me baby even hier, miss?
Deze keek verwonderd op.
Ach, ik vind het beter, dat we haar
(Wordt vervolgd)
Zoo gelukkig, dat jy dat gevoelt,