HOOVER OF ROOSEVELT? De worsteling het Amerikaansche presidentschap DE ARBEIDSMARKT Groote inzinking in het bedrijfsleven (Bijzondere Amerikaansche correspondentie) HET CRISIS-INVOERBUREAU Behandeling van aanvragen STUURLIEDEN-EXAMEN Steunt, bij gelijken prijs en kwaliteit De Nederlandsche Industrie Hiermede dient gij Uw land, dat sommige fabrieken ook toen bevredigend werk hielden. Onze steenkoolindustrie had, bij een flauw gestemde markt en daling der prijzen, af zet te zoeken voor een wederom grootere productie dan in vorige jaren. Het aantal arbeiders (gemiddelde van de aantallen op den eersten van eik der twaalf maanden) bedroeg in 1931 38.188 (27.007 onder, en 11.180 bovengronds) tegen 37.553 (26.509 en 11.045) in 1930. Daarbij houde men in het oog dat in tegenstelling met verleden jaar de z.g.n. ,.Feierschichten" (dagen waarop niet gewerkt wordt) bij verschillende mijnen wegens de groeiende voorraden in den laat- sten tijd toenamen, en voorts dat in het bovengrondsche personeel ook is begrepen het aantal arbeiders in de nevenbedrijven (toegenomen van 1704 op 1 Januari 1931 tot 1.969 op 1 Januari 1932). In den landbouw liet de oogst van akker bouwgewassen zoowel wat de opbrengst Per HA. als wat de kwaliteit aangaat, veel te wenschen over De prijzen der producten, welke aanvankelijk lager waren dan in 1930, zijn in het vierde kwartaal iets opge- ïoopen, zcodat zij zich aan net einde van 1931 ongeveer op hetzelfde niveau bewogen als het jaar tevoren. Meeiendeels waren de prfjzen 40 tot 60 pCt. lager dan in het tijd vak 1524—1929. De veehouderij geraake in de tweede helft van 1931 door een sterke daling van de prijzen der belangrijkste veeteeltproducten waartegen hev goedkooper worden der voedermiddelen lang niet opwoog diep in de crisis. De varkensprijzen daalden zelfs reeds m het le halfjaar voortdurend, waar. na zij een kleine opleving vertoonden, die echter door een nieuwe prijsdaling weder spoedig verdwenen was. De toestand van den tuinbouw was, be halve wat de productie van vroege groenten aangaat, waarvoor nog betrekkelijk redelijke prijzen werden bedongen, over de geheele linie zeer slechts. De moeilijkheden, waarmee de buitenlandsche afzet van tuinbouwpro ducten te kampen had, zijn vooral in het laatste kwartaal van 't jaar nog tan zeerste verscherpt. De ongunstige financieele reusltaten van het land- en tuinbouwbedrijf hebben de ver houdingen op de arbeidsmarkt in steeds grootsre mate beïnvloed. De uitkomsten van de zeevisscherij waren over het algemeen zeer onbevredigend. De stoomtrawlvisschery gaf geregeld zeer te leurstellende vangsten van de dure visch- soorten als tong en tarbot, en ook van schol, zoodat herhaaldelijk zelfs 'n groot deel der z.g. kustbooten moest worden opgelegd. Voor de groote z.g. schelvischboo len waren de vangsten weliswaar als regel ruim, doch zij bestonden voor 'n belangrijk deel uit kleine schelvisch en kleine kabeljauw, welke vaak slechts lage prijzen konden opbrengen, zoo dat ook voor deze vaartuigen de besommtn. gen meestentijds onbevredigend waren; ver schillende werden gedurende een deel van het jaar eveneens stilgelegd. De drüfnetvis- scherij op haring gaf ondanks de ruime vangsten evenmin loonende besommingen, als gevolg van de over het algemeen zeer lage haringprijzen (financieele crisis in Duitschland, daling van het pond sterling). vorstvrij weder, in tal van plaatsen tot groo. te hoogte. In de superfosfaatfabrieken vond, als te rugslag van de malaise in den landbouw, belangrijke inkrimping van productie en per. soneel plaats en werd een der fabrieken van een grootbedrijf tenslotte stopgezet. Voor den nog jongen bedrijfstak der stik- s tof meststoffen industrie werden de omstan digheden in den loop van het jaar veel on. gunstiger tengevolge van de opheffing van het internationale syndicaat en de daarop gevolgde groote prijsverlagingen. In de kunstzijdeindustrie ging in verband met steeds verdere rationalisatie (verlaging van den kostprijs), de werkgelegenheid sterk achteruit; zoo nadden de grootste twee on dernemingen eind 1931 ruim ongeveer 1400 werkkrachten minder in dienst dan eind 1930 en ongeveer 5375 minder dan eind 1929. In- tusschen werd in het vierde kwartaal, op zich zelf beschouwd, het personeel eenigszins uitgebreid. In de meubelindustrie nam de reeds in het eerste halfjaar omvangrijke, hoewel plaatse, lijk nog al uiteenloopende werkloosheid in de latere maanden ernstige afmetingen aan (o.a. stopzetting vatl geheele afdeelingen en ook wel opheffing van fabrieken). Hoewel de confectie:ndustrie over het geheel een minder goed aanzien had dan in 1930, stak toch de werkgelegenheid, die ove rigens tamelijk uiteenliep, gur.stig af bfj die in het maatwerk. De verminderde koopkracht bevorderde tot zekere hoogte de vraag naar confectie ten nadeele van het (duurdere) maatwerk, waartegenover staat dat de ge volgen der crisis (groote werkloosheid) zich ook in eerstgenoemde branche meer en meer deden gevoelen. Nadat de schoenindustrie reeds sedert het begin van het jaar ruimschoots teekenen had gegeven van een meer en meer ongun. stige verhouding tusschen de totale produc tiecapaciteit en de afzetmogelijkheid (al wa ren er nog wal eenige ondernemingen, meer in het bijzonder wat de fabricage van het goedkoopere schoeisel betreft, waar de be. drijvigheid niet ontevreden mocht stemmen), is in het laatste kwartaal en vooral De cember de gang van zaken dermate achter uitgegaan, dat van vele zijden van een nood. toestand werd gesproken (werkloosheid van zorgwekkenden omvang; deels geheele of zoo goed als geheele ^ilstand). De slapte bij den scheepsbouw nam zoo wel door schaarsehte van nieuwbouworders als door onvoldoende reparatiewerk steeds onrustbarender afmetingen aan. Zoo liep in ne;en groote ondernemingen de personeel sterkte in de eerste negen maanden terug van 12.200 tot 6725 en daarna tot 5825 eind December, terwijl verschillende werven ten slotte geheel of zoo goed als geheel kwamen stil te liggen. Ook voor de machinefabricage, construe, tiewerkplaatsen en ijzergieterijen valt van een sterken achteruitgang der bedrijvigheid te 'gewagen (in verscheidene ondernemingen omvangrijke inkrimping van personeel en werktijd). Bij het grootste bedrijf der gloeilampen- en radioindustrie was de personeelsterkte aan het eind van 1931 gedaald tot circa 10.800, d.i. ruim 8000 minder dan eind 1930 en nog niet de helft van het aantal twee jaar ge leden; daarbij moest de verkorting van den werktijd, weike reeds in het eerste halfjaar in de meeste bedrijfsonderdeelen werd toe gepast, in het 2de halfjaar grootendels ge handhaafd blijven. De hiertegenover staande gevallen van tijdelijke drukte of opleving in eenige der veel kleinere bedrijven op dit gebied vermochten uiteraard maar zeer wei nig gewicht in de schaal te leggen. Bij de katoenindustrie deden zich vooral in het tweede halfjaar de gevolgen van de crisis, in het bijzonder bij den export, in toenemende mate gevoelen, terwijl tenslotte ook de binnenlandsche afzet meer en meer inkromp. De reeds in het begin des jaar be langrijke productiebeperking nam, behoudens gevailen van gedeeltelijke verbetering, gaan deweg en vooral in de laatste maanden sterk toe: inkrimping of steeds verdere be perking van den werktijd, ontslag van vele arbeiders en stilstand ven een deel der ma. chines. Een en ander geldt vcoral de weverijen en of ververijen, doeh, zij het in mindere mate, o.a. ook de spinnerijen. In de Tilburgsche wolindustrie waren er langen tijd naast vele ondernemingen, wel ke slechts in beperkte mate werkten, ver. schillende andere met vrij normaal werk of tijdelijke drukte, doch in de laatste maanden ontstond zoo goed als overal een ongekende slapte, welke niet alleen de wollenstoffenfa- brieken, doch o.a. ook de tapijtgarenspinne- rijen trof (ontslag van een groot deel van het personeel en deels sterke verkorting van den werktijd) In de aardappelmeelindustrie was veel minder werk dan in vorige jaren, zoowel wegens het mindere nawerk van de cam. pagne 1930 als wegens de kleine campagne 1931. Aan deze laatste namen slechts 19 van de 27 fabrieken deel, terwijl zij slechts 7 a 8 weken duurde. Uit de cacao-, chocolade-, suikerwerk., koek. en biocuitfabrlcage werden tot in het najaat vele berichten van bevredigend werk ontvangen, maar In de laatste maanden kreeg slapte meer en meer de overhand. De toestand van de sigarenindustrie ging aanvankelijk achteruit, daarna eenigszins vooruit, doch in de laatste maanden en vooral in December weer achteruit (veel ontslag en inkrimping van werktijd), zij het Een voortreffelijke installatie Met grooten luister is dit jaar te Rome de tiende jaardag van de Pauskroning ge vierd. De plechtigheid had ditmaal niet plaats in de Sixtijnsche kapel, maar in de St. Pieterskerk, zoodat duizenden hiervan getuige konden zijn. Een bijzondere gebeurtenis hierbij was, dat de moderne techniek haar intrede in de oude St. Pieterskerk heett gedaan. Dank zij een uitgebreide geluidsversterkings- installatie kon o.m. de door Z.H den Paus voorgelezen Boodschap aan de Wereld door Dat ons bedrijfsleven onder invloed van de meer en meer ontwrichte internationale ver houdingen gaandeweg in een toestand van groote inzinking is gekomen, blijkt wel dui delijk uit het door het Centraal Bureau voor de Statistiek samengestelde overzicht over het jaar 1931, dat wordt opgenomen in de ter perse zijnde tweede aflevering van 't Maand schrift. Voor de nijverheid vinden we daarin ver meld, dat de bedrijvigheid over het geheel genomen aanzienlijk is verminderd. Reeds van den aanvang af ontwikkelde de toestand zich in ongunstigen z n, waardoor o. m. de seizcen opleving in de voorjaarsmaanden veelal beneden de normale of die van 1930 is gebleven. Bij velerlei ongunstige factoren, zooals afgenomen koopkracht, terughoudend, heid van afnemers in verband met den nog vrijwel ongebroken prijsval, en slapte in bedrijven van deze laatste, voegden zich de toenemende handelsbelemmeringen van buitenlandsche zijden. In 't vierde kwartaal werd de koersval van het pond sterling en andere valuta een bron van nieuwe moei lijkheden. Dit neemt niet weg, dat er in het afgeloopen jaar soms oorzaken werk zaam waren, die tijdelijk en gedeeltelijk eenige opleving teweegbrachten, zooals in de laatste maanden de aangekondigde sterke verhooging der Engelsche invoerrechten. De binnenlandsche afzet begon meer en meer clen invloed der malaise te ondervinden, waarbij in den laatsten tijd een verscherpte buitenlandsche concurrentie, vooral ook van landen met gedeprecieerde valuta, optrad. Het beeld zou echter te eenzijdig belicht zijn, indier. er niet op gewezen werd, dat lang niet alle ondernemingen evenzeer te klagen hadden en dat een in totaal niet on. belangrijk aantal fabrieken gedurende een groot deeldes jaars een vrij bevredigende bedrijvigheid vertoonden. Dit aantal slonk echter in de laatste maanden zienderoogen en bovendien is te bedenken dat, om afzet te bekomen of te behouden, dikwijls genoe gen moest worden genomen met onvoldoen de of verliesgevende prijzen, terwijl ver. schillende fabrieken, ondanks toenemende voorraden, zoo lang mogelijk zonder noe menswaardige inkrimping doorwerkten. Een en ander wordt in 't overzicht meer uitvoerig besproken en geïllustreerd met bij zonderheden over ongeveer 150 bedrijfstak, ken. Deen wij hieruit een greep, dan zij ver meld, dat bij de groote aardewerkindustrie in het Zuiden des lar.ds de personeelsterkte in 3 ondernemingen aan het eind van 1931 resp. ongev. 1200 en ongev. 2200 minder was dan 1 of 2 jaren geleden, terwijl bovendien verreweg de meeste arbeiders slechts werk hadden voor verkorte weken. In de flesschenindustrie kwamen achter eenvolgens verschillende fabrieken tot stil. stand en voor zoover overigens aan het eind van het jaar nog gewerkt werd, was dit slechts in beperkte mate. In de diamantindustrie bedroeg het week- gemiddelde van de werkende leden der werk liedenorganisaties in 1931 slechts 1.257 tegen 2.353 in 1930, waarbij nog kwam dat er, ten. gevolge van een algemeene productiebeper king tot omstreeks half Mei, 11 werkweken minder waren dan teen. De typografische vakken vertoonden bij lange na niet zulke diepe sporen van de ongunst der tijden als zoovele andere be drijven. maar toch viel over het geheel ge. nomen een zich gaandeweg duidelijker af- teekenende vermindering der bedrijfsdrukte te constateeren. Het bouwbedrijf gaf een ongunstiger werk gelegenheid dan in 1930, al was deze in een aantal plaatsen gedurende een grooter of kleiner deel des jaars niet onbevredigend. In de laatste maanden, toen, als gevolg van de financieele moeilijkheden, de woningbouw stagneerde, steeg de werkloosheid, ondanks Een der groote luidsprekers, welke in de St. Pieterskerk zijn opgesteld. de groote schare aanwezigen in het geheele kerkgebouw uitstekend verstaan worden. Het doel van deze installatie, die door Philips Radio ontworpen en uitgevoerd werd, is het verkrijgen van een gelijkmatige geluidsverspreiding in de basiliek en in de voorhal van de plechtigheden en van de toespraken van Z.H den Paus ook wan neer deze ter gelegenheid van bedevaarten, officieele bezoeken, enz. voor de microfoon in zijn particuliere vertrekken gehouden worden. Tevens kan hiervan gebruik wor den gemaakt, om toespraken van Z.H. den Paus door het radiostation van het Vati- caan over de geheeie wereld uit te zenden. De installatie, waarover Z.H. de Paus vol lof is, bestaat uit een tiental electro-dyna- mische luidsprekers, die op ca 18 M. hoogte zoodanig op de kroonlijsten zijn opgesteld, dat elk echo-effect vermeden is; de muziek en het gesproken woord worden opgenomen door 6 microfoons, die zich o.a. op den troon, op den preekstoel, op het altaar, en in het koor bevinden. Een 600 Watt ver sterker en microfoonversterkers zorgen voor de noodige energie. De voedingsdraden voor de luidsprekers zijn tezamen ruim 2 K.M. lang, er is echter voor gezorgd, dat alle lei dingen voor het oog onzichtbaar zijn, zoo dat de architectonische schoonheid van het grootsche bouwwerk ongerept behouden is gebleven. Eenige dagen na de plechtigheid heeft itt' de St. Pieterskerk een bezoek plaatsgevon den van autoriteiten en persvertegenwoor digers. waarbij de nieuwe installatie be zichtigd werd. Na afloop van de zeer ge slaagde proeven werd het volgende huidi- gingstelegram aan Z.H. den Paus gezonden: „De vertegenwoordigers der Vaticaansche, Italiaansche en Buitenlandsche Pers. ver zameld in den St. Pieter. waar zij de micro foon- en luidsprekerinstallatie bewonderd hebben, welke aan de geloovigen van Rome en van de geheele wereld het voorrecht zal schenken de stem van den H. Vader te boo- ren, brengen hierbij tot uitdrukking hun toewijding aan Uwe heiligheid en spreken d,. beste wenschen uit voor Uw welzijn en voor een lang Pontificaat tot heil der Kerk en der geheele menschheid". Onder de bezoekers bevond zich ook Hr. Ms. Gezant. Mr. J. A. N. Patijn, die aan de Directie der Philips Fabrieken een ge- lukwensch deed toekomen en daarbij roem de de duidelijke verstaanbaarheid van het gesproken woord en de verrassende schoon heid van de zangmuziek, zooals deze in alle deelen van de reusachtige basiliek verneem baar was. Op vragen van het Tweede Kamerlid I. H. J. Vos betreffende het nemen van maat regelen ter verzekering eener vlugge afdoe ning der bij het Crisis-invoerbureau inko mende aanvragen om een invoervergunning en betreffende uitsluiting van zakenlieden, die in 1931 een zaak hebben gesticht, van het verkrijgen va ninvoervergunningen heeft de minister van Arbeid, Handel en Nijver heid geantwoord, dat het hem bekend is, dat indc-rdaad vele aanvragen om een invoer vergunning bij het Crisis In- en Uitvoer bureau zijn binnengekomen. Op 19 Februari U. bedroeg het aantal aanvragen voor textiel pl.m. 950 en voor schoeisel 2 a 300. Uiteraard vordert de behandeling der aan vragen, die b(j de inwerkingtreding van een contingenteeringsbesluit vrijwel tegelijk bin nenkomen. eenigen tijd, die voor bijzondere vergunningen, een verder onderzoek ver- eischend, grooter is dan voor gewone ver gunningen, indien althans de aanvragers aan de gestelde eischen hebben voldaan. Thans, nu de personee'.bezetting voldoende is en het personeel voldoende geoefend, be hoeven geen bijzondere maatregelen te wor den getroffen. Inderdaad zijn volgens de regeling in arti kel 3 der contingenteeringsbesluiten zaken lieden, die in 1931 een zaak hebben gesticht, uitgesloten van het verkrijgen van een ge wone invoervergunning. Artikel 10 der besluiten geeft echter de bevoegdheid bijzondere vergunningen te ver- leenen, van welke bevoegdheid ten aanzien van zaken, opgericht na de basisjaren, thans volgens vaste regelen gebruik wordt ge maakt, indien vaststaaat, althan deugde lijk aangetoond wordt, dat d° ak niet is een gelegenheidszaak, haar ontstaan gevon- .p- pj iie m-ireh'khéden, geschpen door valutaval en uitverkoop ver beneden kostprijs, allerlei goederen uit het buiten land in te voeren tegen abnormaal lage prijzen. DEN HAAG Geslaagd: voor tweede stuurman, de heer A. E. Vermeulen; voor derde stuurman, de heer E. F. Clerks; voor stuurman kleine stoomvaart, de heer T. v. d. Veen. uit, in de richting eener Katholieke de mocratie, schijnt wel bedoeld Maar, vraagt men, is de tucht in de Republikeinsche partij al sterk genoeg voor een krachtige Iersche, binnenlandsche politiek-van-op- bouw in dien zin? De algemeene geest van opstandigheid, 't product van eeuwenlange onderdrukking door een vreemd en ras- vijandig volk, het ondergronds doorwerken der geheime organisaties in Ierland en van uit de Ver. Staten, het desnoods geweld dadig verzet plegen eener vrijbuitende min derheid tegen de gematigde partijdecreten, hebben de gezamenlijke Iersche bisschop pen daartegen niet. in hun Herderlijk Schrijven van November jJ., met klem ge waarschuwd, dat alles als revolutionnair veroordeelende? Werd nog niet op 10 Juli 1927 de vice-president van Pres. Cosgrave's regeering, Mr. Kevin O'Higgins, vermoord toen hü 's morgens «in woning uitkwam? De regeering heeft toen wel, in haar ge rechte verontwaardiging, de Republikeinen verantwoordelijk gehouden, maar de da- der(s) werd(en) nooit ontdekt! De moord on langs op den verkiezings-organisaior Rev- nolds, te Foxfleld. in het graafschap An trim (Ulster), nauwelijks een maand ge leden (Febr. '32), werd dan wel door zoo wel De Valera als Cosgrave scherp veroor deeld, maar het voortbestaan van „opstan delingen" en politieke anarchisten onder éen of alle partijen in Ierland komt door een en ander toch wel ten sterkste uit. Dat, wat betreft de innerlijke sterkte bij de po litieke doelstelling, in een republikeinscn regeeringsprogram, onder De Valera s lei ding als President. Waar er voor langen tijd nog programpunten genoeg zijn. welke zoo wel Republikeinen als Labours kunnen be vredigen. zien we niet in. dat deze politieke verstandhouding, geenszins een coalitie! niet geruimen tijd duren kan. delljk, dat hij véél meer van zijn Iersche moeder, dan van zijn Spaanschen vader in zijn uiterlijk heeft, wat dan ook zijn tem perament moge zijn. Zijn stem is buiten gewoon melodieus, rustig en toch weer scherp van Klank, vanwege zijn duidelijke en zuivere uitspraak, 'n Tikje neusklank, aat hij vroeger wel had ol affecteerde, dacht me, schijnt nu enkel nog maar hoorbaai, wanneer hij eens met klem zich uit wil spreken, of ziek opwindt. De indruk van „een fanaticus", welken hü vroeger nogal eens moet verwekt htbc-m, als hij sprak, heeft thans plaats gemaakt voor een ande ren indruk: dien van een in den grond koel en bijna opportunistisch denkend karakter, maar dan geenszins van wilskracht ge speend. De Valera blijkt al lang méér dan een volksleider te zijn; hij is ongetwijfeld, als „zoon van zijn vader", een gewiekst di plomaat, en daarbij een staatsman, die spoedig genoeg zal laten zien, wat hij con structief kan „Wat zal De Valera nu doen?'' Wel, de leider der Republikeinsche partij heeft nu feitelijk „het heft in han den." Nu de, reeds in 1919 te Versailles ge formuleerde, Iersche aanspraken op „selt- determination'", tenminste, voor zoover ze den Vrijstaat betreffen, een begin van vervulling kunnen krijgen en de woe lige, soms zelfs vlakweg revolutionnaire op positie der Republikeinen nu regeerings- partij geworden is, ja, nu is er wel een uiterst interessante en ook vitale periode voor de Iersche politiek aangebroken. En wat die kwestie van den eed van trouw aan den koning van Groot-Brittannië be treft: die behoeft géén moeilijkheden te baren, schrijven zijn bladen in Dublin. Voor zoover men weet, zweren ook de ieden van het Parlement van Canada of die van het Parlement der Unie van Zuid-Afrika geen „oath of fealty" meer aan den persoon van den Britschen Souverein; wellicht is dat in het Australische Gemeenebest thans al

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9