DE HEILIGE KERK
EN SOVJET-RUSLAND
Stelselmatige godsdienstbestrijding
FRANZ JOSEPH HAYDN
Bij zijn 200en geboortedag
TWEEDE BLAD
WOENSDAG 30 MAART 1932
BLADZIJDE 1
EEN MOEDIGE WACHTSMAN
En een onverdiend pak slaag
Z. EXC. MGR. L. SCHIOPPA
DE TULPEN-HANDEL
BRANDSTICHTING TE
ROTTERDAM
Drie jaar geëischt
DE MOORD TE KERKDRIEL
Behandeling in hooger beroep
GOUDEN PRIESTERFEEST
KATHOLIEKE ILLUSTRATIE
66ste Jaargang No. 26
fftAïïZ JöglfH HAYDN,
«eb, J April 1732, i 31 mi
Hel geboorte buis vpi Joseph Haydn te Rohrau a/d Leitha ïn Beneden.OostéarUk
VM£ «es iwware! van Mayenberg (1825)
I
tm» ,1
Door het onderdrukken van het parochie
leven, door het doen verdwijnen van ieder
teeken van godsdienstigen invloed, door de
ontheiliging der kerken, door de godsdienst-
looze en goddelooze opvoeding der jeugd,
door onbeschaamde antigodsdienstige propa
ganda, plegen de communistische leiders
in Rusland een aanval op het geloof zelf
der bevolking, op het rijk Gods, dat nog
bloeit in millicenen harten.
Men wil niet slechts de uiting van den
godsdienst vernietigen, maar voor alles den
godsdienst zelf, die er de oorzaak van is.
Men richt tot dat doel cursussen op voor
atheïsme, men publiceert zoogenaamde
Wetenschappelijke artikelen, die moeten
bewijzen, dat God niet bestaat, en die een
ieder moeten aantocnen de bijgeloovigheid
fan het geloof; men organiseert scholen
voor propagandisten van het strijdbare
atheïsme, waarvan er zelfs enkele den rang
Van universiteit ontvingen.
Methodisch worden er heiligschennissen
gepleegd, die ten doel hebben het geloof in
de kracht van de sacramenten en de ge-
Wijde voorwerpen te ondermijnen. Men ont
heiligt openlijk de relikwieën der heiligen,
in het oude Rusland steeds zeer vereerd;
men maakt de liturgie, de godsdienstige
gebruiken, de priesters belachelijk.
Op den feestdag van de aanbidding van
het Kruis in den Oosterschen ritus, ver
richtte men op een plein vlak tegenover
de kerk, een ceremonie van profanatie. De
communistische organisaties, de syndicaten,
de onderwijsinrichtingen, zelfs de school
kinderen werden bijeengebracht, om allen
langs het kruis te defileeren in een langen
stoet van atheïstische bonden en te spuwen
op het beeld van den gekruisigden God-
mensch. God, getart en uitgedaagd, blijft
in Zijn eindelooze barmhartigheid zwijgen,
blijft volharden in Zijn Goddelijk-geduldig
kruisgebed. Met droefheid worden wij echter
vervuld in het overwegen, dat het kruis van
Jesus, dat eeuwen geleden door den H.
Wladimir voor het Russische volk werd op
geheven, het kruis, de hoop der harten, de
troost der stervenden, waarnaar de Russen
gedurende zoovele eeuwen in kinderlijk
vertrouwen hebben opgezien, nu door de
opgroeiende jeugd, door de kinderen der
heiligen moet worden bespuwd.
De jeugd, die St. Wladimir niet meer
kent dan uit de karikatuur, die den naam
van God niet meer hoort uitgesproken zonder
hem te hooren belasterd, die geen kruis
meer ziet zonder er op te moeten spuwen, de
jeugd in communistische scholen, onttrok
ken aan den invloed van hun ouders, wordt
mobiel gemaakt, om in de toekomst, als
him beurt zal gekomen zijn, als de leiders
van vandaag zullen zijn gestorven, de vol
ledige overwinning van het atheïsme op den
godsdienst te behalen.
In de scholen wordt voor alles de haat
tegen God onderwezen. Met groote zorg
verrichten de commissarissen voor openbaar
onderwijs hun sinister werk; aan de onder
wijzers en onderwijzeressen wordt bevolen
de geëigende voorgeschreven methoden te
gebruiken, om de ziel van het kind te win
nen voor het atheïsme, de godslastering,
voor den opstand en het verzet tegen het
ouderlijk gezag en tegen de beginselen der
zedeleer, die aan ieder mensch van nature
bekend zijn, maar die daar in Rusland
„burgerlijke bijgeloovigheden" worden ge
noemd.
In de officieele instructies voor het onder
wijs bemerkt men aanstonds de intellec-
•tueele geraffineerdheid en het kunstig werk
van bekwame psychologen. Men tracht de
verschillende wijzen van opvoedkunde te
gebruiken, om de aandacht en het vertrou- i
wen van het kind tot zich te trekken, om
in het kind het antigodsdienstig initiatief
te ontwikkelen door zijn afkeer op te
wekken tegen het bedrijf van priesters en
monniken, zijn afkeer vooral ook van de
vroomheid en den eeredienst. De priesters,
zoo wordt er onderwezen, zijn steeds de
bondgenooten van de kapitalisten, door wie
zij worden betaald, om door de prediking
van geduld en onderworpenheid, door het
beloven van een hemelrijk, den rijkdom en de
macht van de bevoorrechte klassen te
helpen bevorderen.
Op welke wijze nu kan de godsdienst zich
staande houden tegen dat offensief? Wü
moeten erkennen, dat haar middelen van
verdediging zeer beperkt zyn en steeds
minder worden. Op de eerste plaats is het
onderwijzen van den catechismus aan
groepen verboden. De priester ziet dus zyn
arbeid beperkt tot individueel onderricht.
Doch de priester en ook de ouders zyn
niet vrij het geweten van de kinderen te
leiden op de door hen gewenschte wijze.
Het kind moet, volgens de wetten van het
regiem vrij blijven van godsdienstige be
smetting, tot het op meer gevorderden
leeftijd gekomen is en zelf kan kiezen.
Mgr. d'Herbigny verhaalt, dat het kind
van een katholieke moeder haar door de
atheïsten werd afgenomen en volgens hun
zeggen op een atheïstische school werd ge
plaatst, onbekend aan de moeder. Het kind
was voor zyn ouders eenvoudig onvindbaar
geworden.
Ook de vorming van een geestelijkheid is
vrijwel onmogelijk gemaakt. In de biblio
theken worden godsdienstige boeken niet
geduld. De bijbels moesten aan de plaatse-
ïyke autoriteiten worden ingeleverd, zy, die
dit niet wilden, werden bedreigd tot contra-
revolutionnairen te worden verklaard, met
al de gevolgen, die zoo iets meebrengt.
De seminaries werden gesloten. Geduren
de korten tüd duldde men er één in Kiew
en één in Moskou; men vertrouwde ze beide
toe aan een secte die zich van de Ortho
doxe Kerk had afgescheiden. Doch ook
hieraan kwam spoedig een einde.
Ten koste van groote vernederingen ver
kreeg de Orthodoxe Kerk het recht een
seminarie te openen. Op het oogenblik ech
ter zyn alle gesloten.
De priesters kunnen slechts geworven
worden onder de meest getrouwe geloovigen,
die nog een herinnering hebben bewaard
aan een theologische vorming, ontvangen
vóór de revolutie, geput uit liturgische
texten. Maar ook die bron droogt uit.
In de behoefte aan priesters, die zich
steeds meer doet gevoelen, kan men niet
meer voorzien, waar zoovelen reeds werden
gedood en verbannen, waar velen gevlucht
zyn naar het buitenland, of in de gevange
nis, of van gebrek of armoede zijn omge
komen.
Onderricht in de christehjke waarheden
en toediening van de sacramenten gaat dus
in Rusland langzamerhand geheel een on
mogelijkheid worden. Men zou moeten be
sluiten, dat, als de huidige toestand nog
tien jaar voortduurt, de godsdienst al zijn
weerstandsvermogen zal hebben verloren.
Tot nu toe echter heeft het christendom
nog stand gehouden. De geesteiykheid is
over het algemeen getrouw gebleven aan
haar plichten. Een groot gedeelte van het
volk is nog gehecht aan de godsdienstige ge
bruiken en blijft de behoefte gevoelen, te
gelooven, te vertrouwen en God, niettegen
staande alles, te biyven dienen. Doch groot
De H, Vorst Wladimir, die voor het Russische volk het Kruis van Christus houdt
opgeheven.
Een karikatuur in de Russische pers, waarin aan de eene zijde wordt afgebeeld wat heilig
is aan het in God geloovende volk; aan de andere zijde wat heilig is voor het nieuwe
Rusland: de middelen tot verbetering der levensomstandigheden: het hout, de steenkool,
het kompas, de fabrieken, alle getooid met den stralenkrans van onze
Christelijke heiligen.
is het gebrek aan priesters, groot is de nood
der zielen.
Voor eenige jaren werd door Z. H. Paus
Pius XI een Russisch seminarie opgericht;
op de eerste plaats om de Russen in de ge
legenheid te stellen er zich voor te bereiden
op het priesterschap in de Katholieke
Kerk, in hun eigen ritus, waartoe echter
ook werden uitgenoodigd al degenen, die in
den Slavischen ritus zich later als priester
willen wijden aan de missie in Rusland en
aan de hereeniging van de Russische Kerk
met de Kerk van Rome.
Enkele Russen kwamen er reeds. Ook
kwamen er eenigen van andere natio
naliteiten. Het laatste schooljaar werd
geopend met vyftien studenten. Voor de
toekomst heeft men groote verwachtingen.
Men hoopt er een bolwerk te kunnen ma
ken, van waar onder leiding van de Pause
lijke commissie voor Rusland, onder direc
te jurisdictie van den H. Stoel, de aanval op
het toenemende ongeloof en materialisme
krachtig kan worden aangevangen.
De Kerk is er van overtuigd, dat het zoo
niet langer gaan kan, dat er iets gedaan
moet worden voor het vervolgde volk. dat
protesteeren tegen de Christen-vervolging
niet genoeg is. De Kerk ziet het in, dat als
het zoo verder gaat, over eenige jaren het
rijk van Christus in Rusland geheel ver
woest zal zün, en dat niet alleen tot schade
van Rusland, maar ook tot schade van onze
landen, die vandaar uit bedreigd worden
met een zelfden toestand.
Offers zullen er zeker in dit groofcsche
werk noodzakeiykerwijze gebracht moeten
worden. In de geschiedenis van het chris
tendom is er nog nooit iets tot stand geko
men zonder offers en lijden. Het begon reeds
met den dood aan het kruis van onzen
Zaligmaker; daarna volgde de marteling der
Apostelen, de getuigenis van Stephanus, de
vervolging gedurende de eerste eeuwen.
Sinds dien is het bloed van Gods uitver
korenen blüven vloeien, nu hier, dan daar.
En mocht er al eens een tijd van vrede en
voorspoed gekomen zyn, dan trokken onze
missionarissen heen naar onherbergzame
landen, om daar de geschiedenis van het
offerleven der Kerk opnieuw te beginnen.
Vrede en voorspoed echter heeft de Kerk
gedurende de 19 eeuwen van haar bestaan
al heel weinig genoten; wat zij met moeite
opbouwde, werd verwoest, waar zü eens
heerschte, werd haar gezag verworpen. Maar
nooit heeft het ontbroken aan mannen en
vrouwen, die bereid waren om weer opnieuw
te gaan beginnen, om weer nieuwe funda
menten te gaan leggen; wat in onze Kerk
werd opgebouwd, werd gebouwd op het offer,
het lijden, ja den dood van velen.
De macht om te ïyden is steeds onweer
staanbaar geweest. Ook in onze tyden zal
het voorzeker niet ontbreken aan christenen,
die de leer van het kruis begrijpen en in
beoefening brengen, om zoo het Russische
volk in zyn grooten nood by te staan.
Wij kunnen het niet dulden, dat datgene
wat ons allen heilig is, het geloof in God
en Zijn Christus, onder dat volk geheel ver
loren gaat. Het nieuwe Rusland meent in
zijn verblinding het geluk van de menschen
en de samenleving tot stand te kunnen
brengen door de verbetering der levensom
standigheden, door vüfjaren-plannen, door
electriciteit, door een volmaakte economie.
Maar wij weten het, dat ook al slagen zy
in al hun economische plannen, op den duur
de verlangens door stof alleen niet bevredigd
kunnen worden, dat het hoogste goed van
een volk de ware Godsdienst is.
De waarheid en het geloof ook voor het
komende geslacht in Rusland te bewaren,
is de dringende taak waarvoor de Heilige
Katholieke Kerk zich heden geplaatst ziet.
JAN DE SWART.
In den nacht van Tweeden Paaschdag op
Dinsdag merkte de 71-jarige wachtsman
J. V., dat er onraad was in het kantoor van
de firma D. en K., gelegen op het handels
terrein aan de Tweede Rosestraat te Rot
terdam. Toen hü ging kyken, zag hy, dat
een man bezig was in te breken. Hoewel de
inbreker heel wat jonger en krachtiger was
dan hij, bedacht hy zich geen oogenblik,
maar wierp zich terstond op hem. De in
breker weerde zich geducht en de wacht
man kreeg rake klappen. Toch gaf hy den
ongelijken strijd niet op. Luid om hulp roe
pende, hield hy den dief stevig vast.
Een toevallig langs komende bakkers
knecht hoorde het lawaai en hy, de 25-ja-
rige J. V„ kwam den waker te hulp. Maar
de inbreker verzette zich zóó hevig, dat
men hem met zijn tweeën nog niet baas
kon.
De portier van het handelsterrein had
inmiddels ook gemerkt, dat er in het kan
toor iets niet pluis was en ook hij rende
naar binnen. Daar vond hy 3 worstelende
mannen op den grond liggen. Hy greep zün
revolver welk wapen niet was geladen
en daarmee begon hy op den man, dien hy
voor den dief hield, los te slaan. Ongeluk-
klgerwijze had hy echter den verkeerde
voor en de bakersknecht was zoo onfor-
tuiniyk, om alle wel gemikte slagen te
moeten incasseeren, welke de portier uit
deelde. De waker bleef met den werkeiyken
dief vechten, onderwijl schreeuwende tegen
den portier, dat er een vergissing in het
spel was. De bakkersknecht schreeuwde ook
tegen den portier, de inbreker vocht als
een razende en de portier kon door het la
waai niets verstaan en bleef verwoed door
vechten tegen den verkeerden man.
Toen kwam de politie en deze ontwarde
de knoop op Gordiaansche wijze. De agen
ten scheidden de vechtenden en zy namen
alle 4 de mannen mee naar het bureau,
waar een inspecteur de puzzle op te lossen
kreeg, wie nu eigeniyk gearresteerd moest
worden. Het gevolg is geweest dat de dief,
n.l. de 27-jarige W. R., is opgesloten. Hy
had, naar later bleek, reeds 2 jassen klaar
gelegd om mee te nemen.
Bezoek van den Aartsbisschop
In den gezondheidstoestand van Zijne
Exc. Mgr. Schioppa is sedert eenige dagen
een merkbare verbetering ingetreden.
Maandag bracht Z.Exc. de Aartsbisschop,
die Donderdag as. voor zijn bezoek ad li-
mina naar Rome vertrekt, een bezoek aan
den Internuntius.
In de afgeloopen week zyn weer eenige
flinke partyen tulpen naar Amerika verzon
den, daar de eerste proefnemingen hiermede
gunstig uitgevallen zyn. Dit nieuwe afzet
gebied biykt wel van beteekenis te zyn en op
dagen, dat voor Amerika gekocht wordt, loo-
pen de pryzen aan de Westlandsche Bloe
menveilingen op.
De aanvoer van tulpen is daar n.l. enorm
groot, en aan de Centrale Westlandsche
Bloemenveiling te Honselersdyk b.v. werd de
vorige week op één dag een aanvoer van by-
na 50.000 dozyn tulpen bereikt.
De rechtbank te Rotterdam heeft de zaak
behandeld tegen den 52-jarigen gedetineer
den koopman, die op 14 Januari van dit jaar
brand zou hebben gesticht in perceel 16 aan
de Gedempte Bierhaven, dat toebehoorde
aan zijn vrouw.
De verdachte ontkende.
De officier van justitie, mr. J. v. Meischke,
begon zyn requisitoir met te wyzen op het
gevaar, dat zou zijn ontstaan als de brand
niet tydig was ontdekt, waardoor de brand
weer op tüd kon ingrypen.
Spr. acht hét ten laste gelegde wettig
en overtuigend bewezen. De eisch luidde: een
gevangenisstraf voor den tyd van drie jaar.
Verdachte's raadsman, mr. D. A. van der
Linde, meent dat niet vaststaat, dat verdach
te den. brand heeft gesticht. PI. vroeg cle
mentie voor zün cliënt.
Verdachte springt uit de bank, roepend:
Ik wil vryspraak, alles of niets! Ik wil m'n
directe invryheidstelling, m'n geduld is op,
ik zit nou al drie maanden. Ik ben onschul
dig.
Uitspraak 12 April.
Ingevolge door de veroordeelden ingesteld
hooger beroep tn de zaak van den moord op
den veldwachter Tap, waaxby G. R„ J. R.
en J. J. R., allen abeides .wonende te Kerk-
driel, thans allen gedetineerd, reeds werden
veroordeeld ieder tot 13 jaren gevangenis
straf, zyn het dossier dezer strafzaak als
mede alle overtuigingsstukken en de ver.
dachten naar Arnhem overgebracht.
Ook de Officier van Justitie heeft zyner-
zijds hooger beroep aangeteekend.
Paaschdag werd te Hunsel het gouden
priesterfeest gevierd van den Zeereerw.
Heer J. W. Linssen, sinds bijna dertig jaren
pastoor van die parochie. Op uitdrukkeiyk
verlangen van den jubilaris zou het feest
in hoofdzaak alleen kerkelijk gevierd won»
den. Toch hadden de parochianen erop go»
staan, aan dit jubileum een eenigszins fees
telijk karakter te geven.
De ingang van kerk en pastorie, waar
boven toepasselijke opschriften prijkten, was
smaakvol getooid met groene guirlan
des, kransen en rozen. Voor de Hoogmis werd
de jubilaris door de geestelijkheid, een groep
koorknapen, herdertjes met bruidjes, onder
wijzend personeel en schoolkinderen, allen
voorzien van een vlaggetje, aan de pastorie
afgehaald. Hier werd door de schoolkinderen
een feestlied gezongen, waarna hij op tref
fende wijze werd toegesproken door dpn heer
L. Henkens, hoofd der school. Bü den ingang
der kerk, werd hij in passende woorden ge
huldigd door den koster-kerkmeester W.
Vleeshouwers. Daarna trok men de prachtig
versierde kerk binnen, waar een plechtige H.
Mis tot dankzegging door den jubilaris werd
opgedragen. Onder deze H. Mis hield de
Zeereerw. Pater Redemptorist Rutten C.s.s.R.
een indrukwekende en gevoelvoJs feestpre
dikatie, waarin hij het verdienstvol leven
van den jubilaris schetste en op het einde
het geschenk der parochianen, een prachtig
hoofdaltaar en de beschildering der kerk,
aanbood. Na de Hoogmis, naar zijne wo
ning teruggebracht, werd den jubilaris door
het kerkelijk zangkoor zeer verdienstehjk
een gelegenheidslied toegezongen.
Diep getroffen dankte de jubilaris voor de
hulde en gelukwenschen hem gebracht en
beloofde Gods mildste a zegen af te smee-
ken over deze parochie, die den priester op
zoo'n luisterrijke wijze geëerd heeft.
De voorplaat is in memoriam gewyd aan
Z.H. Exc. L. J. A. H. Schrijnen. J. S. Meüer
behandelt in een artikel, met een keur-col-
lectie foto's „Waar Joseph Haydn leefde en
werkte". Over de lente „Verwachting" treffen
we een poëzie-bijdrage van Johanna Oor-
Prinzen aan. „Bomholm, het eenzame eiland
in de Oostzee", wordt aan zün eenzaamheid
onttrokken door Josef Feuder. Aan korte
verhalen zyn er „De roep van den melos",
door Johan v. d- Eist en een legende van Wil
ly van Mook „De grap van den burgemees
ter", terwyi nog een rük met foto's gedocu
menteerd artikel van Fred. Thomas „Karl
May, de groote fantast" beschrijft. Een nieuw
kort vervolgverhaal van A. A. L. Graumans
„Veroveraar" is 'n aandachtige lezing waard.
Voor de jeugd 'n aardig vertellinkje „De wü-
ze prinses Use". Verder een pracht-collecüe
genre- en nieuwsfoto's, verzorgd als ieders
week.
Het interieur van de grootsche
Sint Stephanuskerk te Weenen
Er schijnt in onze dagen een bijna on
verzadigbare behoefte aan historische her
inneringen te bestaan. Eerlijk gezegd, wordt
de geschiedenis er wel eens met de haren
bijgesleept, en wordt er maar al te vaak naar
een gelegenheid gezocht om de historie te
luchten te hangen, ook al geldt het per
sonages van minder, soms zelfs van geen
belang.
Maar de datum van Haydn's geboorte, de
eerste Apirl 1732, is een jubileumdatum,
die, met vele andere in den loop van dit
Jaar, waard is, te worden herdacht en ge
vierd, omdat het een kunstenaar geldt, die
de eerste is geweest van een trits onsterfe.
üjken Mozart en Beethoven noemt men
biet Haydn gewooniyk in één ad'em die
°ns leven hebben verrijkt en vervuld met den
zpnnigen, blijden glans eener heilige inspira
tie, met een kunst, die we met den dichter
van Lachner's „Hymne an die Musik", „die
göttlichste" kunnen noemen.
Haydn is een Weensch type als geen an
der. Al werd hü niet te Weenen maar in
Rohrau aan de Leitha, dicht by de Hon.
gaarsche grens, geboren, zün aard en zijn
karakter, geheel zijn muzikaliteit zijn
Weensch.
Geboren uit een muzikale wagenmakers
familie, zong de kleine Joseph, of „Sepperl"
zooals de Oostenrykers zeggen, al spoedig
zyn vaders liederen na. Een neef van de
familie, de schoolmeester Mathias Frank te
Hamburg, nam, ook al om de zorgen voor
het groote gezin van Haydn's vader en moe
der wat te verlichten, den kleine mee, om
hem een muzikale opvoeding te geven. Bij
dezen leerde Haydn piano en viool spelen,
en deed hy de uitgebreide instrumenten,
kennis op, waarvan al zün composities ge
tuigen. Haydn was acht jaar, toen hü door
dén kapelmeester van den Stephanusdom om
zijn prachtige sopraanstem als koorknaap
naar Weenen werd gehaald. Toen de stem
wisseling zich echter voltrok, was een kwa
jongensstreek Haydn knipte op een goeden
dag een stuk van den staart van de pruik
van een zijner collega's voldoende aan
leiding om hem pardoes op straat te zetten.
Het moet werkelijk wel eeng enie zün, dat
zich door de benarde omstandigheden, waar.
in hij toen geruimen tyd moest leven, niet
ten onder brengen liet. En zooals ook nog
in onze dagen zooveel begaafde jonge mu
sici den kost moeten opscharrelen met wat
lessen hier en daar, wat muziek maken by
feestjes en fuifjes, zoo moest ook Haydn
maar zien, dat hü beide eindjes aan elkaar
knoopte.
Maar wat beteekenen ten slotte armoede
en ontbering voor den kunstenaar, die er
komen wil!
Langzamerhand kreeg de jonge musicus,
die voortdurend stevig blokte en viytig alles
aanpakte, meer bekendheid, en in 1759 kwam
hij door bemiddeling van graaf F'imberg,
voor wien hy in den korten tyd van enkele
weken een achttiental gtrütoartetten en
enkele stukken voor klein orkest schreef, in
dienst bij graaf Morzin. Op een jaarwedde
van 200 gulden werd hy aangesteld als mu
ziekdirecteur en kamer-componist. Want dit
laatste hoorde toen bij het vak. Een mu
ziekdirecteur, die niet componeeren kon,
stond niet voor vol aangeschreven. Doch hy
De Sint Stephanusdom te Weenen,
waar Haydn als koorknaap gezongen heeft
stond binnen een paar jaar weer op straat
en in 1761 zien we hem als kapelmeester
der Hongaarsche Kunstbeschermersfamilie,
d'e vorsten Esterhazy, eerst te Eisenstadt en
daarna te Esterhazy. Een jaar te voren was
hij getrouwd en wel met de oudste dochter
van den pruikenmaker Keiler, uit Weenen,
jegens wien hy dit een plicht van dankbaar
heid achtte, omdat deze hem by zyn ont
slag ais koorknaap liefderyk had opgeno.
men. Dit huwelijk heeft hem z'n leven lang
berouwd, want ^aee vrouw bezat een aller
onaangenaamst humeur en v.os verkwistend
en dweepziek.
Tot in 1790 heeft Haydn zün betrekking
als dirigent der vorstelijke muziekkapel waar.
genomen, doch ook na de opheffing van de
kapel behield hy zijn titel en een goed pen
sioen. In dat jaar kocht hy zich echter een
tiuSs i» ecji \m Weenety. voorsteden es
het is van daar uit dat hy, eerst van 1790
tot 1792 en later van 1794 tot 1795 twee
triomfale reizen naar Londen maakte, waar.
heen de beroemde Engelsche violist Salomon
hem toen had uitgenoodigd. In 1795 werd
de vorstelyke kapel te Esterhaz weer her.
steld, met Haydn als dirigent. Van zyn laat
ste Londensch verblyf bracht Haydn den
tekst mee van de beide wereldberoemde ora
toria: „Die Schöpfung", voor 't eerst uit
gevoerd in 1798, en ,Die Jahreszeiten5", wel.
ker eerste opvoering in 1801 plaats vond.
De tekst ervoor ontleende hy aan bewer.
kingen van Milton's „Paradise lost" en
Thompson's ,The Seasons", terwyl baron van
Swieten, de lyfarts van keizerin Ma.
ria Theresia, er de Duitsche vertaling van
verzorgde.
Beide werken, op een zoo hoogen leeftüd
nog met zulk een onbevangen frischheid ge
schreven, vergrootten nog den roem van
Haydn. Overal werd de gryze meester met
eerbewijzen overladen. Zoo benoemde de
„Maatschappy Felix Meritis" te Amsterdam
Haydn tot eerelid na de eerste uitvoering
van „Die Schöpfung" te Amsterdam .welke,
naar we meenen in 1802, onder leiding van
Barth. Ruloffs plaats vond en een van diens
laatste muzikale daden was.
Na de „Jahreszeiten" schreef de meester
nog drie strykkwartetten .waarvan het laat-
ste echter onvoltooid bleef, en waarvan
Haydn het Finale liet vervangen door het
reeds vroeger door hem gecomponeerde lied
„Der Greis", dat aanvangt met de profeti.
sche woorden: „Hin ist alle meine Kraft,
alt und schwach bin ich".
In stille afzondering bracht Haydn zijn
laatste levensjaren door, onder voortdurend
afnemen zijner krachten. Het was in 1809,
toen, bij den tweeden intocht van het Fran-
sche leger in Weenen, de grysaard zich op
een morgen te midden van het kanongebul
der naar zijn clavecymbel dragen liet, waar
aan hij nog eens zichzelf begeleidde bij het
met gebroken stem gezongen „Gott erhalte
Franz, den Kaiser," het door hem vervaar
digde volkslied. Na déze bede zakte hy in
een leunstoel ineen, viel in een soort ver.
dooving en stierf, den 31en Mei 1809, op den
leeftyd van zeven en zeventig jaar en twee
maanden.
Er is geen musicus, die meer geproduceerd
heeft dan Haydn. Zelfs is hy een prachtig
voorbeeld van gestadigen en regelmatigen
arbeid. Eiken dag om zes uur uit de veeren,
componeerde hü tot tegen den middag; ge
durende de rest van den dag liet hy zyn
muziek uitvoeren en repeteeren. Men heeft
uitgerekend dat, ge&gSBgjg d« dertig j|ren.
welke hy by den vorst Esterhazy doorbracht,
die vüf dagelyksche uren hem vier en vflf.
tig duizend werkuren opleverden. Het aan
tal composities bedraagt dan ook meer dan
achthonderd werken, kleine en groote, waar.
onder honderd vüf en twintig Symphonleën,
negentien missen, twintig piano., negen
viool- en zes violoncelconcerten, zestien
concerten voor contrabas, lyra, fluit of hoorn.
Voorts zeven en zeventig strykkwartetten,
vüf en dertig trio's voor piano, fluit en
cello, dertig strüktrio's, twaalf vioolsonates,
zes viool-duetten, drie en dertig pianosona
tes, een aantal variatie-werken, phantasieën,
marschen en duetten. Bovendien schreef
Haydn niet minder dan vier en twintig ope.
ra's. De laatste zyn ons echter zoo goed als
onbekend, ofschoon een onlangs gehoord
fragment uit „l'Isola disabitata" door Annie
Woud, de Haarlemsche altzangeres geïntro
duceerd, ons een hoogen dunk gaf van
Haydn's kwaliteiten als opera-componist.
Haydn's beteekenis moet vooral gezocht
worden in zyn duidelyke plan. en vorm.
geving, in de zuiverheid van styl zoowel als
in den rykdom der muzikale gedachte, in de
welluidendheid en de fynheid zyner muziek.
Het was Haydn, die definitief de richting
aangaf van de ontwikkeling der instrumen
tale muziek, in Symphonie en Quartett, al
ging zün ontwikkeling minder snel dan by
Mozart. Haydn schreef zün eer; te kwartet
als drie en twintig-jarige, zijn eerste Sym
phonie toen hy zeven en twintig was, en de
heden bekende groote Haydn treedt eigen,
lyk pas als vyftiger op den voorgrond.
Van alle groote musici is Haydn wel de
gene, die het sterkst tot het volk spreekt,
een echte natuur-mensch, wien alle buiten
de muzikale sfeer gelegen machten vreemd
bleven, maar die hierin dan ook een hoogte
en een diepte heeft bereikt, welke niet be.
perkt blijven tot het voor de hand liggende,
doch dikwyls voeren tot een aan Beethoven's
genialiteit reikende pathetiek. Want ondanks
al zyn eenvoud was ook Haydn een alzydig
karaktermensch, wien niets menschelyks
vreemd was.
Dat is ten slotte de reden, waarom ook
nu nog, na meer dan honderd jaren, zoo.
veel van zijn scheppingen worden ten ge-
hoore gebracht, welke in staat zyn ook den
eenvoudigsten toehoorder te verrukken en
hem een vreugde en schoonheidsontroering
te geven, voor den mensch van tijd tot tyd
even noodig als brood.
D&t maakt Haydn's grootheid uit, en
daarom leggen we hem om de slapen den
krans eener glorieuze onsterfelijkheid.
Sch.