VAN DEN
I^JHETOH
vxL/ langs
50E VOJANDilNI VA INI HET iBJEIM
DONKERE PADEN
HOTEL AFGEBRAND
Acht duizend gulden
schade
Ook Uw handen
DE STANDAARD"
DIEFSTAL VAN RIJDENDE
AUTO'S
Groentehandelaren in Limburg
beschermen him wagen
PAASCHVUUR STOKEN
BOSCH- EN HEIDEBRANDEN
IN BRABANT
LAAG WATER
DOODGEREDEN
FILMNIE UWS
STUDIO-JORIS-IVENS
RADIO-OMROEP
Een overeenkomst
im
ACTIVITEIT VAN
IR. SOEKARNO
Nnar het Engelsch door J. Scheepens
Hedennacht omstreeks half een is door
tot nu toe onopgehelderde oorzaak brand
ontstaan in het bekende dorpshotel te Die.
verbrug, gelegen aan (Je kruising van den
Rijksweg AssenMeppel en den straatweg
Diever—Dwingelo.
Op het oogenblik dat de brand uitbrak,
kwam de eigenaar van het hotel, de heer
Blok, juist thuis. Hij snelde het brandende
gebouw in en slaagde erin zijn vrouw en
drie kinderen te redden. Bij zijn verdere
pogingen om nog enkele voorwerpen in vei
ligheid te brengen, werd de heer Blok door
den rook bedwelmd en raakte hij bewuste
loos. Men wist hem echter spoedig uit het
huis te halen, waarna hij weer bij kennis
kwam. Gasten bevonden zich niet in 't hotel.
De brandweer uit Diever en Dwingelo
was spoedig ter plaatse, doch kon
weinig tegen de vuurzee uitrichten. Het ge
bouw, dat uit de 18de eeuw dateert en in
den ouden tijd als posthuis werd gebruikt,
is tot den grond toe afgebrand. Een in de
nabijheid van het huis staande schuur kon
worden behouden. In het hotel was tevens
gevestigd het plaatselijk kantoor van de Ne.
derlandsche Tramwegmaatschappij, dat door
het vuur geheel is verwoest. Ook eenig geld
ging verloren
Het blusschingswerk was om vijf uur he.
denmorgen afgeloopen. De schade bedraagt
ongeveer 8000 en wordt door verzekering
gedekt.
Sinds eenigen tijd geschiedt van Neder
land uit meestal des nachts een druk ver
voer van groenten per vrachtauto met aan
hangwagen naar Duitschland. In het Noord
I jim burgsch-Duitsche grensgebied komt het
•■lans bij herhaling voor, dat personen op
den aanhangwagen klimmen en een deel der
goederen er af gooien, waarna deze door
handlangers in veiligheid worden gebracht.
Zoo werden dezer dagen van een vrachtauto
met aanhangwagen in de Luyerbosschen bij
Mor 24 balen uien van 50 K.G. elk, 26 kisten
sla, 12 kisten komkommers en een groote
party prei en seldery ontvreemd. De dieven
waren zelfs van den aanhangwagen op den
vrachtauto geklommen, zonder dat de chauf
feur iets bemerkt had, bericht het „Handels
blad".
Een groente-expediteur die reeds «enige
malen slachtoffer van deze diefstallen werd,
is er thans toe overgegaan prikkeldraad
langs den bovenkant van den wagen te
spannen ten einde te voorkomen, dat er die
ven tijdens het rijden opspringen.
Gemengd
Bedenkelijke afloop
Te Hatert werd by wijze van Paaschvuur
stoken een perceel dor grasland in vlammen
gezet. Intusschen nam het vuur dusdanige
uitbreiding aan, dat ernstig gevaar ontstond
voor aantasting van in de nabyheid gelegen
dennenbosschen. Door blusschingswerk van
verscheidene toegeschoten personen kon ten
slotte het Paaschvuur, dat groote afmetin
gen had aangenomen en heftig brandde,
worden gedoofd.
De politie heeft de daders opgespoord.
eischen verzorging en het eenige juiste mid
del daarvoor is Purol. Gewond, ruw of rood
worden zij weer spoedig gaaf, zacht en blank
Ongekende voorjaarsbuit van den
vuurwolf
Men schryft ons uit Noord-Brabant:
Hebben wü ruim een maand geleden erop
gewezen, dat tengevolge van den zeldzaam
drogen winter het gevaar voor bosch- en
heidebranden tijdens het voorjaar en den
zomer van 1832 zeer groot zou zijn, wat
sindsdien is geschied, heeft de gekoesterde
vrees maar al te zeer bewaarheid. Byna geen
dag in de maand Maart is voorbijgegaan of
van bosch- en heidebranden, dan in dit, dan
in dat deel der provincie Noord-Brabant,
werd melding gemaakt. Naar ingewyden
verzekeren, heeft sinds menschenheugenis de
vuurwolf in het Brabantsche bosch- en
heideland niet zoo'n geweldigen voorjaars
buit gemaakt als in de thans geëindigde
maand Maart het geval was. Overal zoekt
hy zyn prooi: in het Westen in de mooie
heidestreken der omgeving van Reuphen, in
het centrum der provincie rondom Tilburg,
en in het Oosten regeerde de tyran op
drieste wüze zoowel in de Peel als in de
Meiery en de Brabantsche Kempen.
Óm een globalen indruk te geven van den
omvang der schade, die tot nu toe, niet
tegenstaande het voorjaar feiteiyk nauwe-
ïyks begonnen is, geleden werd, diene dat,
zonder de vele gras- en beemdbranden m
aanmerking te nemen, reeds
etteiyke duizendtallen hectaren
heide, veen en bosch in vlammen zyn op
gegaan.
In velerlei opzichten wordt thans alles
beproefd om het dringende gevaar zooveel
mogeiyk te bezweren. Vooral daar in het
Brabantsche land, waar aan schitterend na
tuurschoon groote, soms onherstelbare scha
de kan worden toegebracht, neemt men van
overheidswege preventieve maatregelen. Zoo
zyn byvoorbeeld ten aanzien der beroemde
Oisterwyksche bosschen de voorschriften ter
voorkoming van bosch- en heidebranden
reeds thans door het gemeentebestuur van
toepassing verklaard, wat gepaard gaat met
streng politietoezicht op de handhaving van
het rookverbod. Ook elders zyn vervroegde
maatregelen ter kennis van het publiek
gebracht.
De reddende regen.
Intusschen, terwyi wy dit schryven, zwie
pen regenvlagen over de helde. De eerste
formeele regen der laatste weken. Het dorre
heide- en grasdek wordt nat en klampig. En
niet alleen de boer, die voor zyn veldgewas
sen om regen snakt, herademt, maar ook
de minnaars van heide en bosch, die weven,
dat tegen het dreigende vuurwolfgevaar geen
beter wapen bestaat dan dat van den red
denden regen.
De Waal voor Nymegen heeft een onge
kend lagen stand voor den tijd van het
jaar. Heden was de stand 7171 NA.P. en
was er nog 8 cM. val.
De scheepvaart ondervindt nog geen hin
der. Een breed vak der bedding langs de
kade ligt droog.
De jongen G. A. M. te Angeren die te
Bemmei door de Veluwsche Stoomtram is
overreden is thans aan de gevolgen over.
leden.
Bestaat 60 jaar
Vrijdag 1 April 1932 bestaat het anti.revo-
lutionnaire dagblad „De Standaard" zestig
jaar. Toen 1 April 1872 het eerste nummer
van dit orgaan verscheen, was daarmede een
lievelingsdenkbeeld van den grooten Groen
van Prinsterer in vervulling gegaan. Deze
had reeds van 1850 tot 1855 „De Nederlan
der-Nieuwe Utrechtsche Courant" geredi
geerd. Het blad verdween, doch in 1861 werd
een nieuw A.-R. orgaan opgericht, het week.
blad „De Heraut", onder leiding van dr.
Schwartz, later bygestaan door dr. Barger.
Op 9 December werd te Amsterdam gesticht
de Heraut-vereeniging en zy verzocht dr. A.
Kuyper als hoofdredacteur van „De Heraut"
op te treden. Kuyper drong er in de ver-
eeniging met steeds feller kracht op aan een
dagblad op te richten. Op 7 Maart 1872 viel
het besluit om „De Standaard" uit te geven
en op 1 April verscheen het eerste nummer.
Administrateur werd de heer J. H. Kruyt
en ook hij gaf zich met volle overtuiging aan
het nieuwe blad.
Welhaast vijftig jaar heeft dr. Kuyper „De
Standaard" geleid. 18 November 1919 bevatte
het Wad het laatste politieke artikel van den
A.-R. leider. TydehJk werd daarop de leiding
toevertrouwd aan een commissie, bestaande
uit de heeren prof. mr. A. Anema, H. Coiyn,
A. W. P. Idenburg, J. Schouten, mr. A. J.
do Wilde en A. Zijlsitra. Het was een over.
gangstoestand, welke duurde tot 1 April 1922.
Op dien datum aanvaardde dr. H. Coiyn het
hoofdredacteurschap.
En thans bestaat het blad zestig jaar. Het
''mag terugzien op een tydperk van groote ac
tiviteit, ontwikkeld in het belang van de
anti-revolutionnaire beginselen, welke „De
Standaard" mede heeft helpen uitdragen.
Daarvoor past een woord van hulde. Daar
om ook bieden wij onze oprechte gelukwen-
schen aan by dit verheugend krantenjubi.
leum.
Experimenteele geluidsfilms in
kleuren
Terwyi Joris Ivens in Rusland films
maakt zyn de leden van de studio-Ivens
voortgegaan met hun experimenten en zoo
werd als eerste resultaat Woensdag j.l.
in de projectiekamer van Capé op een pers
bijeenkomst een drietal filmpjes van Wil
lem Bon vertoond, n.l. „Danse rituelle du
feu" van De Falla, „Bolero" van Ravel en
een Jazz.
wy noemen hier de namen der muziek
stukken omdat de films bedoelen te zyn
niet een visueel rhythme, door geluid onder
steund, doch omgekeerd: geluidsrhythme (in
casu muziek) door zichtbare beweging (in
casu in kleuren) begeleid en zelfs versterkt.
De visuallteit dient hier dus het auditieve
element en hiermede komen deze experi
menten feiteiyk zeker voor een groot
deel buiten het terrein van de film, ook
de geluidsfilm te staan.
Het eerste filmpje heeft ons bovendien,
in tegenstelling met zyn bedoeling, te meer
overtuigd van de oude stelling, dat het vi-
sueele beeld primair is in de waardeering.
45. Nu begon het er toch gevaariyk uit te zien. Jaap vluchtte
de keuken in, maar z'n vrouw was direct achter hem. Ze
nam een strijkyzer (dat had ze zeker wel eens by de men-
schen afgekeken) en wilde Jaap er mee gooien. Maar het
kwam tegen de ruiten terecht en al de borden, die op de
aanrecht stonden vielen rinkelend op den vloer.
46.
Toen Mevrouw de Bie eindeiyk een beetje gekalmeerd
was, zei ze tegen Jaap: „Ik wil zelf naar de wespen gaan
om te hooren of alles wat je verteld hebt waar is". Nou,
dat was geen pretje, maar Jaap wilde maar weer gauw
vrede hebben en zoo gingen Meneer en Mevrouw de Bie
op stap naar de wespen.
Het was een knap gemonteerd experiment,
dat de beeldmontage vaak verrassend deed
samenvallen met het muzikale rhythme.
Het tweede filmpje wilde onderzoeken
of een beeldrhythme in kleuren sterker het
geluid ondersteunt dan een rhythme in wit
en zwart. Ook hier moest het antwoord lui
den, dat in de eerste plaats van versterking
in die richting geen sprake was en in de
tweede plaats, dat de kleuren eer vertroe
belend dan verhelderend werken. (Hetgeen
natuurlijk niet zeggen wil, dat het prin-
cipieele geval hier werd uitgevochten).
Het derde filmpje gaf meer perspec
tief, was zelfs even een verrassing, doch
niet om de theorie die er aan ten grond
slag lag, want ook hier overheerschte het
beeld. Hoogstens zou men kunnen toege
ven dat geluid en beeld milder in elkaar
opgingen dan gewoonlyk het geval is.
Aan dit derde filmpje heeft J. Huisken
zyn medewerking verleend.
De voorstelling werd ingeleid door Lou
Lichtveld (den musicus, den man van het
geluidsrhythme!) die het streven van de
experimentators toelichtte.
Hy verklaarde nadrukkeiyk dat de drie
filmpjes puur als experiment bedoeld waren
en niet bestemd waren voor openbare ver
tooning.
Wellicht had de Studio-Ivens daarom
beter gedaan om deze nog uiterst prille ex
perimenten niet aan „de pers", doch
slechts aan enkele geestverwanten te laten
zien. Dit werk is nog in den vollen zin vak
studie voor insiders.
Dbg.
VRIJDAG 1 APRIL 1932.
HUIZEN, 1875 M. Algemeen Programma,
verzorgd door de NCRV, 8.00 Schriftlezing.
8.15—9.30 Gramofoonpl. 10.30 Ziekendienst.
11.00 Gramofoonpl. 12.15 Concert. H. Her
mann (viool), T. G. v. d. Haar (viool), H.
v. d. Horst Jr. (cello) en Mevr. R. A. v. d.
HorstBleekrode (piano). 2.002.30 Wenken
omtrent Baby-verzorging. 3.00 Concert. Mej.
A. Hermes (alt), B. Misset (bas-bariton), G.
Beths (viool) en P. Halsema (piano). 5.00
Postzegelhalfuurtje. 5.30 Halfuurtje voor
amateur-fotografen. 6.00 Causerie door H. J.
Stelnvoort. 6.30 Radio-dokter. 7.00 Causerie
door A. J. Herwig. 7.45 Causerie over Reizen
in Duitschland. 8.00 Concert door de HOV
oJ.v. F. Schuurman. Haydn-Programma. O.a.
Symphonie d-dur, Nr. 104. 9.00 W. van Rys-
wyk: Smaragd, saffier en robyn. 9.301030
Vervolg concert. O.a. Ochsen-menuet en
Symphonie concertante. Ca. 10.00 Vaz Dlas.
10.30—11.30 Gramofoonplaten.
HILVERSUM, 298 M. 6.45—7.00 en 7.30—
7.45 Gymnastiekles. 8.00 Gramofoonpl. 10.30
VARA-septet oJ.v. Is. Eyl. 11.15 Vervolg
VARA-septet en Gramofoonpl. 12.00 Gramo
foonpl. 12.30 AVRO-Kamer-orkest o.l.v. L.
Schmidt. 2.00 J. H. Kruyff Jr.: Wenken .voor
kampeerders. 2.30 AVRO-Klein-Orkest o.l.v.
N. Treep en Gramofoonpl. 4.00 Piano-recital
Joh. Jong. 5.00 VARA-orkest o.l.v. H. de
Groot en Gramofoonpl. 7.00 VARA-orkest
(Vervolg). 7.45 VARA-orkest (Vervolg). 10.05
Vaz Dias. 10.45—12.00 Gramofoonplaten.
DAVENTRY, 1554 M. 10.35 Morgenwyding.
10.50 Tydsein, Berichten. 11.05 Lezing. 12.20
E. Starkey en zyn orkest. 1.05 Orgelconcert
H. Dawson. 1.50—2.50 Gramofoonpl. 4.20 Mo-
schetto's orkest. 5.35 Kinderuur. 6.20 Berich
ten. 6.50 Fr. Merrick speelt Haydn's Piano
sonates. 7.10, 7.25 en 7.50 Lezingen. 8.20 Ope
rette-concert. Revue-koor, Theater-orkest en
solisten o.l.v. Woodgate. O.a. operettes van
Sullivan en Jones. 9.20 Berichten en lezing.
9.55 „To any Husband", hoorspel van Anne
Parlane. 10.35 Victor Olof sextet. O.a. Suite
„Le roi s'amuse", Dèlibes en Menuet, Boc-
cberini. 11.20—12.20 Savoy Hotel Orpheans.
PARIJS „RADIO-PARIS", 1725 M. 8.05,
12.50 Gramofoonpl. 8.20 Haydn-concert. M.
m. v. koor en orkest o.l.v. Eugène Bigot. 0.a.
Oxford-Symphonie en „Die Jahreszeiten",
KALUNDBORG, 1153 M. 2.50—4.20 Concert
uit Rest. „Wivex". 730—9.20 Vanuit het Odd
Fellow Huis: Radio-Symphonie-orkest o.l.v.
Egisto Tangog m.m.v. koor en solisten. .Re
quiem" van Verdi. 9.4011.50 Moderne Dans
muziek vanuit Rest. ,Ritz".
LANGENBERG, 473 M. 6.25—7.20, 10.40—
11.20 Gramofoonpl. 12.20—1.50 Concert o.l.v.
Eysoldt. 4.205.20 Concert uit Frankfurt. 7.35
Variété voor orkest. M.m.v. orkest van werk-
looze musici uit Dortmund o.l.v. P. van Kem
pen. Hierna tot 10.20 Concert o.l.v. Wolf.
10.20—11.20 Concert uit Café Schwerthof.
BRUSSEL, 508 en 338 M. 508 M.: 12.35—
2.05 Gramofoonpl. 5.20 Concert oJ.v. Meule-
mans. 6.20 en 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Concert
o.l.v. Kumps. O.a. Fant. „Mignon", Thomas:
Les Erynnies, ballet, Massenet. 338 M.: 12.35
2.05 Gramofoonpl. 5.20 Concert o.l.v.
Kumps. 6.20 en 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Con
cert o.l.v. Fr. André. 0.a. Fant. „H5,nsel und
Gretel", Humperdinck; Coin d'Enfants, De
bussy.
ROME, 441 M. 7.10 Gramofoonpl. 8.05 Ope
rette „II paese dei campanelli", van Lom-
bardo en Ranzato. Orkestleiding: Alberto
Paoletti.
ZEESEN, 1635 M. 7.35 Opera „Rodelinda"
van G. F. Handel. 8.20 „Das Bleiche Ster
ben", hoorspel van Gregor Jarcho. 9.50 Be
richten. 10.05 Ged. uitzending v. d. „Schle-
sier-Kundgebung". Hierna Vrooiyk uurtje.
(Tooneel en zang).
NR. Wy maken U attent op de drie-
maandeiyksche golflengte-wisseling van Hil
versum en Huizen, aanvangende 1 April.
Huizen zendt vanaf dien datum op 1875 M.,
Hilversum op 298 M.
HET
't Was een heel net en aardig vrouwtje,
die Lize van Spang, maar een beetje streng
voor haar Dorus. Niet als zou ze hem tyran-
niek en met yzeren hand beheerschen, inte
gendeel, haar regeering was zacht en ho
ningzoet, maar toch altijd een regeering. Ze
was nameiyk een vleister en wist zóó aardig
te wenschen en te verlangen, dat Dorus zich
gelukkig achtte, al haar wenschen te bevre
digen.
Wanneer ze byv. zei: „Dorus, lieve man,
als Je je dit of dat zou willen afwennen, zou
ik niet meer weten hoe lief ik je heb", dan
antwoorde Dorus:
„Wel vrouwtje, dat had ik al lang willen
doen, maar telkens heb ik het vergeten;
goed, dat Je me er aan herinnert!"
Op deze wyze had Lize haar Dorus al
menig ding afgewend. Zoo dronk hy geen
sterken drank meer. ook geen bier of wyn.
Hy kwam in geen herbergen en bezocht geen
feestavondjes, en had z'n afkeer van kippen
in liefde voor dit pluimvee omgezet. Ook
had hy het kaarspel opgegeven en de kaar
ten in het vuur geworpen, hy spuwde niet
meer op den vloer, trok z'n klompen voor
de deur uit, enz.
Ten slotte wist Dorus niet meer, wat zyn
vrouwtje hem nog afwennen zou. O ja: het
eten. Dorus zou ook daarop wellicht gezegd
htebben: „dat had ik ai lang willen doen,"
maar het eten gunde Lize haar Doras wel.
Ze had echter op iets anders reeds lang
haar misnoegde blikken geworpen en dat
met zachte toespelingen aangeduid: de ta-
bakspyp en de tabakszak van Dorus, de
akelige rook, die in de kleeren drong en de
schoone gordijnen bedierf en het alles be
halve naar rozenolie riekende overbiyfsel in
de pyp werden haar steeds onverdraagiyker.
Nu was Dorus echter even onafscheideiyk
van z'n pyp, als van de ooren aan z'n hoofd.
Op de toespelingen van z'n vrouw gaf hy
geen acht. Hy was Oost-Indisch doof aan
dat oor en snapte maar niet wat zy bedoel
de. Wel brak hy zich het hoofd met de
vraag, hoe hy een emstigen aanval zou af
slaan.
Op zekeren dag was Lize zóó poeslief, dat
Dorus dadeiyk lont rook en zich schrap
zette.
Toen nu z'n vrouwtje zei: „Dorus, wat zie
Je tegenwoordig bleek, scheelt er wat aan?"
antwoordde hy: „Ik ben nooit zoo flink ge
weest, vrouwtje."
„Maar je kleur, Dorus, je kleurik kan
er soms 's nachts niet van slapen als ik denk
dat je de tering zou kunnen krijgen."
„Ja vrouwtje, ik heb het met willen zeg
gen, maar je ziet ook bleek, of eigeniyk geel.
Daarover maak ik me al lang bezorgd. Als
Je maar geen geelzucht of levertering krijgt;
je hebt wel eens last van de gal gehad,
niet?"
Lize was ontsteld. Op zoo'n tegenwerping
had Te niet gerekend. Dat was ze van haar
Dorus niet gewoon. Zoo iets had hy nog
nooit geprobeerd.
Na een poosje begon ze weer heel lief en
vleiend: „Dorus, lieve man, ik had een ver
zoekdat zal je me toch niet afslaan?"
„Wel neen, zeker niet," antwoordde Do
rus, „maar ik had ook een verzoek, dat je
eveneens moet inwilligen."
„Zeker lieve man, zeker."
„Dus, als ik aan je verzoek voldoe, zal Je
ook het myne inwilligen, niet waar?" vroeg
Dorus.
„Natuuriyk, myn hand er op," sprak Lize,
plechtig.
„Nu, laat dan maar eens hooren."
„Dorus", sprak ze toen op vleienden toon,
„wees zoo goed en geef mij Je pypen en je
tabakszak en wat daar nog meer bijhoort;
ik ben zoo bang, dat je van het vele rooken
de tering zult krygen."
Boven verwachting bereidwillig antwoord
de Dorus: „Heel graag, Lize, had dat maar
eer gezegd."
„Dik dan rook je niet meer, hè?"
„Geen enkelen trek meer, hoor."
,3e bent een beste man. Dorus."
,3a Lize, maar je bent ook 'n heel best
vrouwtje," vleide Dorus nu op zyn beurt.
„Wees zoo vriendeiyk en geef my je kof
fiemolen, den koffiepot en wat er nog meer
by hoort. Ik ben bang, dat je van het vele
koffiedrinken nog eens de geelzucht krygt."
Het lieve vrouwtje werd vuurrood. Een
oogenblik nog aarzelde zy; maar zy schaam
de zich om haar woord te breken. Bijna
haastig sprak zy: „Heel graag, Dorus."
„En je drinkt dus geen koffie meer, hè?"
„Geen droppel meer, hoor."
De overeenkomst was gesloten. Lize nam
de rookbenoodigóheden van haar man in
ontvangst en sloot ze weg in haar kast. Het
zelfde deed Dorus met het koffie-gerei van
Lize.
Nu begon er een treurige tyd voor den
man, maar ook voor de vrouw.
Beiden ondervonden ze even smartelijk
het gemis van den troost huns harten en
beiden zagen ze in de(n) ander de oorzaak
van hun gemis. Twee dagen later hadden ze
alle twee de overeenkomst al te niet willen
doen, maar geen van hen wilde de eerste
zyn. Na een week bleven van beide zyden
de vriendelyke woorden weg en nog twee
dagen later spraken ze geen enkel woord
meer tegen elkander. Ze keken elkaar echter
wel aan met alles behalve vriendelyke blik
ken, doch na nogmaals veertien dagen ge
beurde dat zelfs niet meer, al zetten ze dan
ook beiden een gezicht als drie dagen slecht
weer.
Het werd Doras eindeiyk te erg. Op deze
manier zou hij met z'n pyp ook nog z'n
vrouw verliezen. Hy bedacht een krijgslist
en toen ze op zekeren dag weer zwygend bij
elkaar in de keuken zaten, stond Doras
plotseling op en haalde het koffiegerei van
z'n vrouw voor den dag. Deze zette groote
oogen op, maar Doras zei niets, maakte het
vuur aan, zette water op en ging koffie ma
len.
De geur der gemalen koffie drong het
vrouwtje overheeriyk in den neus. Ze keek
haar man 'n oogenblik verbaasd aan en
vroeg: „Wat ga je doen?"
„Koffie zetten, zooals je ziet, vrouwtje."
„Voor wie?"
„Voor my. jy mag ze niet hebben."
„jy ook niet."
„Hoho, waarom niet? My is alleen het
tabak rooken verboden."
Niet lang daarna dampte de koffie in een
groote kom. Dorus slurpte ze met welbeha
gen op. Z'n Lize keek hem als het ware
eiken slok uit den mond en snoof begeerig
den heeriyken geur op.
Na een poosje vroeg Dorus: Ook 'n
beetje?"
„O, bewaar my?' zuchtte het vrouwtje.
„Ik word er akelig van."
Dorus dronk met nog meer smaak een
tweede bakje en smakte met de ong, Lize
kon zich byna niet meer bedwingen. Die
kostelijke geur werkte overweldigend. Toen
stond ze eensklaps op en snelde naar de
voorkamer. Heel gauw kwam ze terug met
een pyp en den tabakszak, zy stopte een
PÜP, stak den brand er in en begon te paf
fen en te dampen als een huzaar. Nu begon
Dorus te snuiven en zocht elk rookwolkje
met den neus te vangen. Daarby lachte hy
als een boer, die kiespyn heeft.
Na een poosje vroeg Lize: „Ook eens
stoppen?"
„Dank je," antwoordde Dorus, „ik word
al onwel als ik er aan denk."
Dat was nu bij Dorus het geval nu juist
niet, maar voor Lize begon al spoedig alles
te draaien. Ze werd doodsbleek, de pyp viel
uit d'r handen en zy zelf zonk byna bewus
teloos achterover. Verschrikt sprong Dorus
op en hielp haar overeind. Ze kon echter
niet staande biyven. Hy moest haar te bed
brengen. Daar zuchtte en lamenteerde zy
alsof haar laatste uur gekomen was. En.
Dorus riep: „Lize, wat is het dan, wat is
het dan. wat is het toch? Moet ik den dok
ter halen?"
Daar schoot hem een reddende gedachte
te binnen. Hy snelde naar de keuken en
haalde een kop koffie. De vrouw liet zich
gewillig de bruinen drank ingeven en vroeg
nog een tweede kopje. Dorus bracht een
tweede en een derde en toen viel Lize in
een diepen slaap. Drie uren later werd zij
wakker en vroeg weer om een kopje en
toen ze dit genoten had, was ze tamelijk
wel.
Doras ging naar de keuken en stopte zich
een pyp. Nu de overeenkomst verbroken
was, achtte hij zich ook niet meer gebonden.
Hy klppte juist de eerste pyp uit, toen Lize
nog ameiyk bleek de keuken binnen trad.
Een oogenblik keken ze elkaar aan en be
gonnen toen beiden te lachen.
„Wat zyn we toch dwaas geweest, hiV
vroeg ze.
„Kom, kom vrouwtje, neem nog een
bakje."
Lize dronk nog een vyfde kopje en Dorus
stopte zich een tweede pyp en dampte als
een locomotief. De oude overeenkomst werd
verbroken en een nieuw contract gesloten.
Volgens dit mocht Lize dageiyks vyf kopjes
koffie drinken en Dorus vyf pypen tabak
rooken. En deze overeenkomst is van kracht
gebleven en opgevolgd tot op den huidigen
dag.
BATAVIA, 30 MAART (ANETA) Tèn
aanzien van de besloten vergadering, welke
Ir. Soekamo met Inheemsche studenten
hield, publiceert de Bintang Timoer by-
zonderheden. Het blad deelt mede, dat de
bedoeling van deze vergadering was te weten
te komen wat Ir. Soekamo wiL De byeen-
komst bracht daarover echter geen uitsluit
sel. Het blad concludeert dat Ir. Soekamo
thans een salon-leider is. Hy zal party
moeten kiezen of zyn invloed geheel ver
liezen.
70
Ach, vader, ik zou zoo graag de Hoog
mis in St. Pieter hebben by gewoond! Dat
doet iedereen hier in Rome! Carina gaat er
ook heen! Laten wy met haar mee gaan,
vader!
Over zyn jong gelaat gleed *n schaduw van
teleurstelling. Maar juist omdat hy er zoo
vurig naar verlangde, wilde Mallory er niet
in toestemmen. Mallory fronste de wenk
brauwen en sprak:
Ik heb liever, dat je my vergezelt naar
de Engelsche Kerk.
Peter at in stilte voort. Maar het ontbyt
had een aschsmaak gekregen in zün mond.
In Rome te zyn en dan nog niet eens toe
stemming te bekomen om de Hoogmis in St.
Pieter bij te wonen!.... Die gedachte was
absurd, bespottelijk.... en tragisch! En op
eens zag hy in zyn vader al diens bekrom
penheid. diens onverdraagzamen geest, vol
vooroordeelen. Een man die zich zelf gevan
gen hield in de enge, denkbeeldige grenzen
van zijn eigen positie, die bang was voor cri-
tiek, en zich liet leiden door hetgeen de ka
tholieken zoo terecht „het menschelijk op
zicht" noemden.
Peter voelde nu het ondraagiyke van
dien keten van afhankelükheid van zyn va
der. Hy wilde vry zyn, bovenal in geeste-
ïyke zaken.
Mallory, tot het uiterste geprikkeld door het
stilzwijgen en het ondoorgrondeiyk gedrag
van zijn zoon, sprak op korten toon:
Wees niet vervelend, Peter. Je gedraagt
je als een kind, dat koppig wordt als het zyn
zin niet krygt!
Hij keek naar Carina, die zich niet in het
gesprek had gemengd. Ondersteunde zy z'n
zoon in zyn zwygenden opstand? Doch haar
gelaat verried geen enkele emotie. Ze scheen
zich geheel afzüdig te houden van hun on-
eenigheid, met die eigenaardige, eenigszins
onverschillige houding, die zy dan wist aan
te nemen.
Je geeft er toch niet om, dat je alleen
moet gaan? zei Jim.
Volstrekt niet. Toch zou het wel aardig
zyn geweest als gij en Peter met me mee
hadt kunnen gaan.
Haar zachte, vriendelijke stem kalmeerde
Jim.
Een anderen keer, misschien. Maar Pe
ter en ik mogen vandaag onze eigen kerk
niet vergeten, al zyn we in Rome. We moe
ten ons herinneren, dat wy Engelschen zyn
en onze eigen kerk hebben, waartoe wy, den
hemel zy dank, behooren.
kwam het opeens onverstandig van Peter's
hppen.
Jim trok de wenkbrauwen op.
Des te beter. Maar daarom behoef Je
dat toch niet op zóó'n toon te zeggen?
Hü keek zyn zoon streng aan. Wat betee-
kende die dubbelzinnige uitval van zyn zoon?
Mallory was besloten er niet verder op in te
gaan.
Carina stond op.
Ik moet weggaan, indien ik er op tyd
wil zyn. De dienst begint om half tien.
Toen zy voorby Peter kwam, legde zy een
oogenblik de hand op diens schouder.
jy en vader moeten 'n anderen keer
maar eens met me mee gaan.
Jajazei Peter vurig, terwijl hy
opsprong en haar naar buiten volgde. Hij
wenschte niet met zyn vader alleen te blij
ven, nu. Jim was klaarbiykelijk in een krib-
belige stemming.
Mallory stak een sigaret aan en begaf zich
naar de leeszaal, waar hy oppervlakkig een
aantal Engelsche bladen doorsnuffelde, welke
op de lange rekken hingen in het midden
boven de groene tafel. Er was iets in het
optreden van Peter, dat hem in de war ge
bracht had en oude verdenkingen had wak
ker geschud, welke reeds lang waren inge
sluimerd. Hy scheen bitter teleurgesteld over
het feit, dat hy genoodzaakt was zich met
zyn vader naar de Engelsche kerk te bege
ven, een teleurstelling, geheel niet in overeen
stemming met de grootte van het offer, dat
hy daarvoor had moeten brengen. Maar Jim
wist, dat hy verstandig gehandeld had, door
hem er toe te dwingen.
Er schuilde gevaar in zulk een gevoelig,
gemakkeiyk te beïnvloeden jongmensch te
onderwerpen aan den machtigen toover van
Rome. Had hy zelf niet gewaar geworden,
hoe de geheimzinnige invloed by sommige
gelegenheid werkte op zijn eigen hart en ver
beelding? Al had hy dan dien invloed be
streden met al de beslistheid en de kracht
van zyn sterken wil? Hy behoefde slechts te
denken aan den Kerstnacht, toen hy in Lin-
town naast Carina was neergeknield. Hy had
er gedurende langen tyd den geheimzmnigen
invloed van ondergaan, hoezeer hy er zich
tegen verzette. En voor Peter moest de ka
tholieke godsdienst een dubbele aantrek
kingskracht hebben, omdat het Carina's
godsdienst was.
Jim zuchtte. Hy was vergeten, sinds ge-
ruimen tyd te vreezen, dat zyn eigen daad
verkeerde gevolgen met zich zou kunnen
brengen. Toen hy met Carina in het huwe-
lyk trad, was hy geen jonge man meer ge
weest. Niemand kon hem beschuldigen van
jeugdige onbezonnenheid en toch had hy
haar, een goede katholieke vrouw, uitverko
ren om zyn echtgenoote te zyn, de moeder
van zijn kinderen en de stiefmoeder van zyn
zoon en erfgenaam. Maar zyn geweten, door
allerlei spitsvondigheden in slaap gesust, was
toch nooit volkomen gerust geweest. Steeds
had hy gevreesd de wrange vrucht te zullen
plukken van dat ééne oogenblik van onbe
zonnenheid en onvoorzichtigheid. En het zou
onzinnig zijn geweest, om Carina te beschul
digen van iets, waaraan hy zelf ds eerste
schuld droeg. Ja, hy had toegestaan, dat
haar wil geregeerd werd door zyn liefde tot
haar. Een oogenblik had hy getracht, haar
op te geven, doch hy was er niet in geslaagd.
En zeker had hy goed gehandeld. Ze was
voor hem een liefhebbende, trouwe gade ge
weest, ze was de teedere moeder voor zijn
kind, haar invloed op Peter was zacht ge
weest en verstandig. Van den eersten dag
harer komst op Linfold had zy zich tegen
over zyn jongen prachtig gedragen. Ze had
hem onderworpen door haar teederheid en
haar gratie....
Jim slingerde zijn krant neer: hy had er
geen woord uit gelezen, want zyn gedachten
maakten hem woedend, in plaats van hem
te overtuigen van zyn volkomen onschuldig
heid. Hy had Carina een vry volledige vry-
heid ten opzichte van Peter toegestaan, maar
zy moest de grenzen niet overschryden. Elke
inbreuk daarop zou hy streng tegen gaan.
Waar het godsdienstzaken gold, vertrouwde
hy geen enkelen katholiek: dat was een deel
van zyn geërfd geloof. Misschien dat hij ten
gunste van Carina een kleine uitzondering
gemaakt had, omdat zy zoo tactisch en met
beleid kon optreden, een voorzichtigheid,
welke zy slechts in het geval der Carters
gedeelteiyk uit het oog verloren had. Maar
Humphrey had al eens gezegd, dat men nooit
te weten kwam, hoe een roomsche vrouw
onder de macht stond van haar biechtvader,
die haar dingen kon gebieden, waaraan zy
anders nooit zou denken.
Tevergeefs trachtte hij dien morgen de
vervelende gedachten, welke hem kwelden, te
verdrijven. Het was misschien dom geweest,
zijn zoon zoo spoedig naar Rome mee te
nemen. Hy had gerekend op zyn groote be
langstelling in de bouwvallen en oude mo
numenten.
Gedurende het psalmgezang, dien morgen,
merkte Mallory op, dat Peter de lippen hard
nekkig opeengeklemd hield. En hy kreeg zelf
sterk den indruk, dat, ofschoon zijn lichaam
naast hem zat, zijn jonge geest ver, zeer ver
vandaar verwyide.
Carina had na dien eersten Zondag, te Ro
me doorgebracht, altyd het gevoel, alsof zy
leefde aan den rand van een vulkaan, waar
van de aardkorst elk oogenblik in kon stor
ten, hen allen bedelvend onder de puinhoo-
pen. Ze wist nu met vry groote zekerheid, dat
het 't katholieke geloof was, hetwelk Peter
zoowel te Linfold als thans te Rome had be
zig gehouden en nog hield. Naar alle waar-
schyniykheid was hy thans in de laatste
phase van den stryd. In haar eigen hart
maakte Carina als het ware iets van den zwa-
ren strijd mee. Het was, alsof zij zyn eigen
vrees deelde: het leek, alsof sommige slagen
ook op haar neerkwamen en haar verwond
den.
(Wordt vervoledi