ouv US oor*. O DE GESCHIEDEND VAN MANGELEMGT DE FILMHELD KINDEREN EN GELD SHOW VAN HET MODEHUIS UIT HET DAGBOEK VAN EEN POES ZONDAG 3 APRIL 14 OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK VERBODEN Wij zyllen vandaag een praatje maken den kinderstoel, wat hij voor nut kan «ebben, daar mij telkens weer in de practijk *?hjkt, dat zelfs op eenvoudige punten als «eze belangrijke fouten worden gemaakt. In de eerste plaats dan, wat voor stoel Sullen wij nemen? Behoudens dan een aan merking, die ik straks zal bespreken, ver vaardigt onze Nederlandsche industrie be hoorlijke kinderstoelen, welke aan alle juschen, in de eerste plaats die van veilig heid, voldoen. Practisch vind ik. den kinder stoel, die hoog en laag gesteld kan worden, öle dus aan tafel voor de maaltijden gebruikt kan worden en ook het kind aan gename speeloogenblikken kan geven. De volgende vraag, die aan de orde komt, ls: Wanneer mag het kind in den stoel? Het antwoord hierop kan niet eensluidend zijn eh hangt af van het kind. Volgens mijn ervaring is men hier geneigd het eerder te Vroeg dan te laat te doen. In ieder geval zette men het kind niet in een stoel, al vorens het flink "rechtop kan blijven zitten. Men zij hiermee niet te vlug, daar het kind uij moe worden in elkaar zakt en als een zoutzak in den stoel hangt, hetgeen op den duur het ontstaan van verkrommingen van de wervelkolom zou kunnen bevorderen. Wanneer men het kind in zijn bedje laat zitten, bestaan deze bezwaren niet, omdat het kind dan bij moe worden eenvoudig achterover valt. Als algemeene regel zet ik het kind niet m een stoel, voordat het een jaar oud is. Er zijn wel enkele vluggerds, waar het vroeger Kan en ook enkele achterblijvers, speciaal de kinderen waar Engelsche ziekte in aan- hierkelijken graad bestaat en waar men dit experiment beter enkele maanden uitstelt, tot verbetering is ingetreden, maar over het algemeen gaat de bovengenoemde grens van een jaar wel op. De Kinderstoel. Ik moet thans nog iets zeggen over den stoel zelf in verband met een andere practi- sche vraag: het zindelijk maken. Het is 'n groote fout, dat in bijna lederen kinderstoel een inrichting is aangebracht met de bedoeling, dat het kind, in den stoel zittend, zijn natuurlijke behoefte zal doen. Kernachtig en plat wordt de stoel er zelfs wel naar genoemd. Opvoedkundig is dit combinatieprincipe van den kinderstoel wel zoo verkeerd, dat ik er op moet blijven aan dringen, dat deze combinatie zoo spoedig mogelijk verdwijne. Het ware te wenschen, dat de industrie zelf hiertoe meewerkte en deze verandering aanbracht. Hoe wil men een kind bij het zindelijk maken zijn wenschen duidelijk maken? Dit dient zoo eenvoudig mogelijk te geschieden. Ik raad altijd aan zich een afzonderlijk stoeltje aan te schaffen. Zij zijn reeds in den handel, hoewel de meest practische mo dellen, welke ik zag, gemaakt waren volgens aanwijzingen van de ouders. Mijn indruk is, dat wij op het punt van zindelijk maken nog achter zijn bij het bui tenland. Wanneer wij met normale zuige lingen te doen hebben lijkt het mij goed zoo vroeg mogelijk te beginnen. Men behoeft zelfs niet te wachten tot het kind een half jaar is. Ik zag op dit punt menigmaal on verwachte resultaten. In ieder geval doen wij goed het ouderwetsche, afwachtende standpunt te laten varen. Daar de moeders op dit gebied meer ervaring hebben dan wij, houd ik mij gaarne voor diverse mededee- lingen aanbevolen. Men gebruike verder den kinderstoel niet te lang achter elkaar. Zoodra het kind tee kenen van moeheid gaat vertoonen, hoort het weer in zijn bed of in zijn box. Op de goede wijze gebruikt, is de kinderstoel dus een nuttig instrument. Öard gekookte en gepocheerde eieren met verschillende sausen. Het zou zonde zijn, als we, nu de eieren Eoedkooper zijn, dan we in jaren hebben meegemaakt, niet ten volle daarvan profi teerden. Er is immers van eieren zooveel te maken en als we er 'n weinig moeite voor over hebben, kunnen we in onze eiergerechten heel wat variatie brengen. Alleen al gepocheerde of hard gekookte eieren kunnen we op verschillende ma- Meren voordienen, nu eens met de eene, dan weer met de andere saus. Gepocheerde eieren. Men moet hiervoor zeer versche eieren nemen. Ruim water brengt men ervoor aan de kook in een wijde platte pan met 'n weinig zout en 'n klein scheutje azijn erin. Als het water flink kookt, breekt men de eieren vlug bij de oppervlakte van het water en slaat het wit, dat dadelijk stolt, netjes om dooier heen. Men laat de eieren drie minuten koken en haalt ze dan, met 'n *~huimspaan, uit het water. Om de eieren m^Jes op te dienen, snijdt men rondom de ongelijke stukjes af en legt ze op 'n pas- ea« sneetje geroosterd brood. Heeft men hard gekookte eieren, dan —SJ men die na het koken even in koud n^i' waarna men ze gemakkelijk kan su rf I dan worden ze overlangs doorge leden en, evenals gepocheerde eieren, "eUes op 'n schotel gerangschikt, waarna men de een of andere saus ertusschen giet, mwel men legt eerst de dikke saus op den schotel en schikt de eieren daar boven op. voor 'n dikke saus rekent men 40 gram woem en 50 gram boter per halven liter v?cht. Men laat boter en bloem op 'n klein Plt;Je samensmelten en voegt er dan lang zamerhand onder voortdurend roeren, het ,5^ bij, waarna men de saus 'n minuut oi r" laat koken. De smaakverandering wordt deze sausen natuurlijk aangebracht door verschillende toevoegsels. 9 Mosterdsaus. Hiervoor gebruikt men bouillon, die men van bouillonblokjes kan maken. Als de saus op de hierboven om schreven wijze is klaar gemaakt en 5 mi nuten heeft gekookt, roert men er, van het vuur, nog 'n paar kleine stukjes boter door en V* eetlepel mosterd. Kerrysaus. Men fruit 'n fijngesneden uitje met 'n weinig kerry naar smaak. Is de ui lichtbruin gebraden, dan voegt men er de benoodigde boter en bloem bij en maakt verder de saus klaar volgens het ge wone recept. Men kan er bouillon of melk voor nemen en giet ze ten slotte door een zeef op den schotel. Tomatensaus. Men laat in 'n hal ven liter water met zout 1 ui trekken, 'n paar laurierbladen en eenige peperkorrels; dan wordt het vocht gezeefd, waarna men er op de gewone wijze een saus van maakt. Tot slot roert men daar eenige lepels toma- tenpurée doorheen en 'n paar druppels ci troensap. Kaass.aus. Voor kaassaus maakt men een dikke bloemkoolsaus van boter, bloem en melk en roert er peper, zout en geraspte kaas doorheen naar smaak. De saus moet dan vrij scherp van smaak wezen. Béchamel-saus. Men laat 'n stukje foelie, 'n klein stukje Spaansche peper en 'n mespuntje thijm langzaam trekken in Yï liter melk met 'n weinig zout. De melk wordt dan gezeefd, waarna men er op de gewone wijze met 40 gram bloem en 50 gram boter in 10 minuten 'n dikke saus van kookt. Met al deze sausen kan men van hard gekookte eieren 'n smakelijken feestelij- ken schotel maken, niet alleen voor de lunch, maar ook voor het middagmaal, ter begeleiding van droog gekookte rijst. Behalvq door de sausen kan men ook zulk een schotel nog variëeren door de eieren nu eens te halveeren, dan weer te vierendeelen of in schijven te snijden, of door achtste partjes ervan, drie aan drie, met de punten tegen elkaar aan te leggen. Peterselie vormt voor zulke schotels al tijd 'n frissche garneering. Door peter selie, als ze gewasschen is, flink uit te drukken in een doek, wordt ze goed droog, zoodat men ze gemakkelijker kan uit strooien. ADRIANA KNUIST-POLLEPEL. Er zijn kringen, waar men het als van zelfsprekend beschouwt, dat de kinderen «akgeld krijgen en de oudere meisjes kleed geld, terwijl in andere milieu's deze instel- ~Qg wordt betiteld als „geld weggooien", en ae jeugd alles krijgt wat ze noodig heeft, zonder zich met den aankoop van een en arider nader te mogen bemoeien. Ih onzen modernen tijd heeft de laatste methode, indien er al ooit iets voor te zeg gen is geweest, zeer zeker alles tegen. Het Deetje moeite en kosten, dat de ouders zich °P die manier besparen, weegt niet op tegen net genot, dat ze hun kinderen ontzeggen, ?n de kansen op snellere ontwikkeling van Ahn practischen zin, die ze hun onthouden, ü°or ze tot twintig jaar of langer zonder eenige warenkennis of idee van budget te laten. Want het is volstrekt niet noodig, dat zak- |eld, zelfs aan jonge kinderen, uitsluitend Begeven wordt als 'n extraatje om in lekkers 01 andere begeerde prulletjes om te zetten. Het is zelfs veel beter, den aankoop van ver schillende kleinigheden, die het kind anders joch moet hebben, verplichtend te stellen, jnaar het zakgeld dan zóó ruim te bereke- *Jen, dat er, bij verstandig beheer, nog iets overschiet om naar verkiezing te besteden, trvl kleinigheden kunnen zijn: sommige ^iet-artikelen, schoenveters, postzegels, entbriefkaarten, abonnement op kinder- 'Jdschrift enz., enz. Ongemerkt moeten we ''dan toezicht op houden, dat die dingen °k inderdaad gekocht worden, en dat er h behoorlijke kwaliteit gekozen wordt, k hinderen kunnen niet vroeg genoeg de huhSt van keuren en koopen leeren. Hangt levp welstand gedurende hun heele later da_t11 Piet af van hun systeem en overleg in ziin inzicht? De Amerikaansche kinderen en ai onze. wat dat betreft, héél wat vóór, hePf, Wie wel eens Amerikaansche logeetjes al ziiueehad' die met zeven, acht jaar soms 1ps ■ti- 6 pientere, snel-handelende mensch- ziin id' zal zich voor de onbenulligheid van ppfro«lgen kroost in dat opzicht eenigszins w£6erd hebben, nnt daar ondervinding van heeft, weet hpVl'dat dit alles aan de kinderlijkheid niets kimjp af te doen. Niemand zal van zijn cphoTW11 onuitstaanbare wijsneusjes wen- 2 te maken, dia van alles precies weten rfi t en zulkrluidkeels overal verkon- aigen. Maar dat is ook heelemaal niet noo dig. Het kind moet op zijn eigen terrein ge- oouaen worden, en slechts langzamerhand worden ingewijd in de groote-menschen- boekhouding. Het moet leeren, dat er niet onnoodig over prijzen en over geldzaken ge sproken behoort te worden, maar daarom mag 't er voor zichzelf gerust eenig inzicht in hebben! We bewijzen ons kind er volstrekt geen dienst mee, wanneer we 't practisch in den waan laten, dat levensmiddelen van zelf op de gedekte tafel zweven, en dat jekkers, hoeden en slobkousen door de vriendelijke verkoopsters, bij wijze van attentie ter ge legenheid van de seizoenwisselingen, gracie- lijk ten geschenke worden geboden. Alwie op deze wijze is grootgebracht, zal het vroeg of laat oprecht betreuren. In eerste families wordt 't veelal voor „burgerlijk" gehouden, de kinderen al vroeg door 't bespreken van prijzen uit dezen droom te helpen. Mais e'est le ton qui fait la musique! Met wat tact is die juiste toon, die onszelf in 't minst „Wij zullen u geen sensationeele dingen toonen, maar wij zullen u goede costuums laten zien, die, zelfs al worden ze lang ge dragen, chique zijn en chique blijven." Onder dit motto leidde het modehuis Kruyseveldt de Mare uit Amsterdam zijn zeer bijzon dere collectie voorj aars- en zomertoiletten in. Hetgeen wij vóór alles op deze show be wonderden was de uiterste distinctie en de precieuze verzorging van het détail, dat aan elk costume het gedistingeerde cachet ver- Noteeren we slechts, dat de firma Kruys- veldt alleen echte kant verwerkt en dat alle borduur en a jourwerk met de hand is gemaakt. Zoo zagen we 'n donkerblauw jonge- meisjescostume van wollen crêpe met kleine mouwtjes even over den schouder. Van de stof dezer mouwtjes was schering en inslag om en om verwijderd, z.g. filtré werk, waar door we een fijne ajourstof kregen, die is geborduurd met kleine bloempjes. Zoo zagen we ook een creatie van Lou- vin, die den aardigen naam droeg: „Kiss me". Natuurlijk verwacht u een andere combinatie dan deze, van zwarte effen stof met zwart-wit gestreept marocain, waarbij van voren de ruimte is weg- vervallen. Hierdoor verkregen we in 't mid den 'n effen zwarten pas. Een kort mantel tje was op dezelfde wijze met gestreepte stof bewerkt. Opmerkelijk is, dat Lauvin ons dit seizoen verrast met ruiten en strepen in wit-zwart en wit-blauw. Ook Kif-Kif was een creatie van Lauvin. Het was een wandelpakje van zwarte wollen stof met korte mouwen, waaruit de poffen van de witte wollen jumper te zien kwamen. Breede streepen van rood, zwart en wit ga ven dit pakje iets sportiefs! Dit was ook het geval bij het toiletje, dat zich aandient onder den naam „Arosa", eveneens bedoeld als middagtoilet. De ca- saque is zwart-wit gestreept in horizontale richting, soms schuin genomen ter versiering van shawl en manchetten. Roode blokken, hier en daar ingezet, verlevendigen het ge heel. Heel gekleed en ook elegant is het ont werp van Manibocher in zwart marocain met een los jasje over een japon, waarvan het bovenstuk en de mouwen bestonden uit witte crêpe georgette a petits points. De algemeene indruk dien wij op deze show van de mode hebben gekregen, is deze: de rokken blijven hun lengte van pl.m. 30 cM. van den grond en ook hun even golvende wijdte houden, de losse capes en shawls wor- dèn meer dan ooit gedragen, de zomerjurken hebben bijna alle een kleinen volent over de schouders of een kort mouwtje. Voor mantels worden grove losse stoffer gebruikt. We zien veel strepen, zoowel voor sportpakjes als voor wandeltoi letten, shawls en vesten. Gebloemde voile wordt slechts 'n enkele maal ver werkt. Effen wit, aangevuld met hel rood vormt echter een geliefkoosde combinatie. En onze indruk van de snoezige hoedjes ;n hoeden, die door de firma Muller uit Haarlem ter beschikking waren gesteld, is, dat ze alle, hetzij klein of groot, plat of hoog, zeer scheef op het hoofd gedragen worden, dus zeer veel van ons coirrure laten zien en, wat het voornaamste is, buitenge woon flatteus zijn. POLA. Een kapstokkleed kan op verschillende manieren worden gehaakt. Ik heb kort ge leden een zeer aardig kleed gezien, in ge wone vaste steken gehaakt, van allerlei wolsoorten, in kleurige strepen, met nu en dan een paar toeren beige er tusschen en enkele toeren zwart. Het geheel maakte een bijzonder mooi effect, omdat de kleuren goed bij elkaar passend waren ingelascht. Het kleed was gehaakt in heen en weer gaande toeren, vaste steken om beide lussen heen gewerkt, zoodat het werk aan beide kanten eender was. De eerste toer was zwart, waarop 3 toeren beige volgden; daarna steenrood, groen, lila, oranje, een enkele toer zwart; en na weer verschillende bonte kleuren, 3 toeren beige, enz., met tot slot weèr 3 toeren beige en 1 toer zwart. Van onderen was het kleed afgewerkt met franje in de kleuren van het haakwerk. Voor de franje rolt men de wol om een karton heen, waarna men ze aan één kant door knipt; dit ter verkrijging van draden, die alle even lang zijn. 3 of 4 van die draden haalt men in het midden, met een beenen haakpen, door den ondersten steek van het haakwerk, haalt dan de draden door de al dus verkregen lus en trekt de draden stevig aan. Men kan ook losse strepen haken in ver schillende kleuren en deze later, door een Op verzoek. flaneelsteek, of in zig-zag haakwerk van 3 losse steken en 1 vaste, nu in de eene en ver volgens in de andere streep, met elkaar ver binden. Daarvoor neemt men dan zwarte wol ter afwisseling van de verschillende kleuren. Ook kan men, inplaats van enkel vaste strepen, stokjes haken, met 1 lossen steek er tusschen. Men krijgt dan een netwerk, dat men kan opfleuren met doorgeregen draden van afstekende kleuren wol. Men rijgt die draden ofwel door alle gaatjes, ofwel in strepen op geregelde afstanden van elkaar. Ter afwerking aan den onderkant rijgt men daar nog eenige rijen draden dwars door de andere heen. Nog weer een andere manier voor het ha ken van een kapstokkleed zijn verschillende vierkanten, voor de helft in kleurige strepen en voor de andere helft in één kleur ge haakt met vaste steken. Men haakt die vier kanten, waarvoor men 25 a 30 steken opzet, alle apart en zet ze later, om en om, aan elkaar. De buitenste effen blokken kunnen dan nog met 'n kruissteekpatroontje in de verschillende bonte kleuren der strepen worden versierd. Al zulk haakwerk is niet alleen geschikt voor een kapstokkleed, maar ook voor reis- óf auto-dekens. DORA. niet hoeft tegen te staan, heel goed te treffen! En ééns komt tóch de overgang, al zou den de financieele omstandigheden der kin deren levenslang even rooskleurig zijn! En weet u, wat dan, bij 't zelfstandig-worden, 't onaangenaamst aandoet? Het proza van zoovele, plotseling-opdoemende, noodzake lijke uitgaven! De plicht, geld uit te geven aan dingen als kolen, water, groenten, schoorsteen-reinigingterwijl vroeger alle persoonlijk-beschikbaar geld slechts hoefde te dienen voor knusse, belangwek kende uitgaven, en al die narigheden nooit besproken werden en van zelf in orde kwa men! De jonge huisvrouw, die pas na haar huwelijk voor 't eerst soortgelijke posten te verzorgen krijgt, heeft jaren noodig, eer ze haar afkeer van dergelijke uitgaven kan overwinnen, eer ze 't niet langer „zonde" vindt, eer ze de poëzie ontdekt, die óók in stipt-betaalde bakkers- en bleekers-reke- ningen kan schuilen, en zonder een gevoel van onlust een abonnement bij den glazen- wasscher neemt! Meen niet, dat 't iets helpt, de kinderen boodschappen te laten doen voor uzelf! Bij 't inslaan van zulke half-begrepen groote- menschen-benoodigdheden komt hün be langstelling niet verder, het proza smelt niet van de dingen af onder de koestering van het eigen bezits-besef. 't Moeten hun eigen zaakjes zijn, die ze aanschaffen en betalen. Maar dan zullen we na een paar maanden ook eens zien, wat een vorderingen ze ge maakt hebben, hoeveel „menschelijker" ze geworden zijn! De volgende maal zullen we 't nog eens hebben over 't kleedgeld der oudere meisjes (en jongens s.v.p.!). Daar valt óók nog heel wat over te keuvelen! MACHTELD. OVERNEMING UIT DEZE RUBRIEK VE RBODEN 't Was weer eens vergadering op het plat an de fabriek. Er was in geen maand ver- ;adering geweest, omdat het vacantie was geweest en zelfs een poes kan den invloed ondervinden van een vacantie. Maar nu waren de gewone leden haast allemaal weer bij elkaar. Fluweela, de dikke poes met haar lodder oogjes, voerde het woord. Zij was de eenige die niet een of ander soort vacantie had ge had, want zij hoorde van Mevrouw Smit en die ging nooit op vacantie, of een dag weg. Eigenlijk wist ze dus heel weinig te vertel len. Des te meer de anderen. Om haar heen lagen of zaten, net al naar het uitkwam, Muizer die lui uitgestrekt de laatste restjes verorberde van een pas ge vangen muis, die ze toevallig op den zolder was tegen gekomen, en Angora, de lang harige lieveling van Meneer Geel. Ze had tamelijk veel verbeelding, omdat ze in de kattenbuurt algemeen bekend stond als een gevierde schoonheid. Verder nog Mautje, een nerde me heel goed, dat zij het was, die me twee weken daarvoor, toen we juist die uit voering van ons koor hadden, een plas water over mijn kop had gegooid. Ik ben daar nog wel twee dagen ziek van geweest. Zij echter scheen me heelemaal niet te herkennen. Maar ze weet wel, dat ik bij Dekkers hoor. Ze solde al meteen met me op een ergerlijke wijze en overstelpte me met liefkoozingen. Ik wou haar die familiariteit eens goed betaald zetten. Maar ik was niet bij machte Om haar heen lagen of zaten jong lid, dat nog niet veel te vertellen had, Miezepoes met haar twee oudste dochters, Mizi en Wizi, en tot slot Poelepoel, de oude wijze kat van den concierge van de fabriek. Fluweela opende de vergadering met een kort en krachtig poesenwoord, sprak den leden een woord van welkom toe, knipte even met haar lodderoogjes in de warme zonnestralen en gaf toen het woord aan Poelepoel, omdat deze de oudste was. „Als jullie het goed vinden, waarde buurt- genooten," begon Poelepoel, „dan zal ik jul lie wat vertellen uit mijn vacantie-dagboek. Ik heb heel veel beleefd dezen keer." Dat vonden ze natuurlijk allemaal uitste kend, want Poelepoel kon heerlijk vertellen, dus begon ze: „Ik had jullie toch verteld, dat mijn baas van plan was in de zomervacantie met de heele beweging een paar weken naar buiten te gaan. Nou, dat kwam er dan ook van. Wat was het een drukte, vreeselijk! Hoeveel keer ik wel niet op mijn staart werd getrapt, weet ik niet. Ze keken me gewoon over 't hoofd. Natuurlijk probeerde ik zooveel moge lijk de aandacht te trekken met kopjes geven en aanhalen. Maar ik had weinig suc ces. Ik hoopte maar, dat we gauw zouden vertrekken, want het was-zóó geen leven! Vanzelf sprak het, dat ik meeging en ik rekende er dus vast op. Maar op een morgen werd ik wakker op den zolder waar ik een tijdelijk rustoord had gezocht. Ik hoorde in het heele huis niets. Ik ging naar beneden en kwam tot de vreeselijke ontdekking, d dat ze waren vertrokken met man en macht en mij hadden vergeten! Dóódgewóón ver geten!! Want ze hadden zelfs geen tehuis voor me opgezocht." „Vreeselijk!" vond Miezepoes, „om iemand uit je eigen gezin te vergeten!" en ze schud de meewarig met haar witten kop. „Maar dat was het ergste nog niet," ver volgde Poelepoel, „want ik kwam tot de ont dekking, dat er zelfs geen hapje eten voor me was overgelaten en de muizen waren na tuurlijk ook op vacantie." „Ach toch!" kwam Muizert in innig mede lijden, denkénde aan de heerlijke muizen pastei, die ze veilig en wel in haar maag wist. „Ik vond het verschrikkelijk onmensche- lijk van mijn baas, om me zoo iets aan te doen. Dat heb je nou voor je goede werken. Je ziet wel weer: „Ondank is 's werelds loon!" Ik was natuurlijk genoodzaakt verder mijn heil te zoeken en begon met uit het dakraampje te klimmen. Ik liep hier over dit plat, langs de goot va» de fabriek, toen over het fietsen-afdak en verder de tuinen in. Juist rustte ik even uit op de veranda van juffrouw Haarloos, toen ik me ineens voelde worden opgepakt en naar binnen ge dragen en op den keukenstoel neergezet. Het Plotseling deed ik mijn oogen eens goed open was de oude juffrouw zelf, die zich over mij ontfermde. Nu ben ik heusch niet iemand die goedhartigheid niet op prijs weet te stel len. Maar ik vertel je, dat ik het mensch in mijn binnenste verwenschte, want ik herin- 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1. 't Was me anders geen kleinigheid met dien grooten stier op het dek van een schip. De matrozen en de kapitein wisten geen raad. Stieren vechten daar hadden ze nog nooit aan gedaan en er was geen enkele Spanjaard aan boord die dat zaakje voor hen kon opknappen. Toch waren er onder de matrozen wel een paar echte durvers en om de koe bij de horens te vatten pak te er een den stier bij zijn staart. Maar dat valt niet mee. Jullie hebt natuurlijk nog nooit een stier bij zijn staart gehad, maar dat valt niet mee, hoor! 3. De officier van de wacht had al lang in de gaten, dat hij, als dat- zoo doorging, geen enkelen matroos zou overhouden. Hij liet de smid van de matrozen met een kanjer van een hamer verschijnen en zei: „Sla jij dien stier zijn kop eens eventjes in. Ik zal hier wel blijven kijken of het goed gaat". Maar Mangelemot was er ook nog. Die had al zoo'n hoop meegemaakt dat dit er ook nog wel bij kon. Hij ging naar den kapitein toe en zei: „Meneer de kapitein, ik ben een filmheld en ik kan alles. Mag ik dat beestje z'n ooren eens was- schen?" „Ga je gang", zei de kapi tein, „als je je eigen begrafenis maar betaalt". 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 om iets te doen, want ze draaide me in een groote wollen deken. „Arme puk", zei ze, terwijl ze me 'n dikken zoen gaf op mijn pasgewasschen kop, Reb ben ze jou nou zoo alleen gelaten, lief bees- sie, kom jij dan maar bij tante Keetje logee- ren hoor!" en ze gaf me een schoteltje met iets van hutspot er op. Ik heb er niets van aangeraakt. Het scheelde niet veel, of ze had een lepel genomen en had het me ge voerd. Maar gelukkig kwam het niet zoo ver, want ze scheen een beetje haast te hebben. Ze zette zóó'n hoed op haar hoofd en pakte een groote tasch. Ik dacht wel, dat ze bood schappen ging doen. Ik kon tenminste op een beetje rust rekenen. „Nou zoet zijn, hoor, tot tante weer terug komt, dan krijgt het beessie een lekker kluif fie van tante!" en toen ging ze weg. Ik draaide achtelfjk 1 kop om. kluif fie! Ar niet. Bij baas kryg il ken dag een schoteltje vol vleesch. Aan beenderen heb je niks. Toen probeerde ik, me uit dat wollen ding P en terwijl de wollen deken achter me aan sleepte te bijten. Daar werd ik op 't laatst zoo moe van, dat ik besloot maar eerst even een beetje te dutten voordat ik verder ging. Ik geloof, dat ik tamelijk gauw ben ingeslapen. Of ik nou lang of kort heb gemaft, weet ik niet. Ik werd wakker toen ik de deur hoorde opengaan. „Dat is de juffrouw!" dacht ik en begon heel voorzichtig mijn oogen te openen." „Wat toen?" vroeg Mautje, die in de groot ste spanning het verhaal volgde. Ze had een vermoeden, dat er iets vreeselijks zou volgen. „Maar plotseling deed ik mijn oogen open. Wat zag ik daar!!! Inplaats van dat oude mensch kwam een monster van een hond binnen, een tijger gewoonweg. Bruin, vet en met zoo'n gevaarlijken snuit. Met zijn hon- denoogen stond hij me woedend aan te staren en zwaaide met zijn vetten staart. Ik was zoo ontzettend geschrokken, dat ik vergat, om vlug weg te sluipen. Trouwens, hij hield me ook den heelen tijd in de gaten. „Wat doe jij hier, ouwe kat!" blafte hij, „je wilt me zeker van mijn plaats hier in huis verdrijven. Leelijke insluipster dat je bent! Wat heb je hier te maken?" „Neem me niet kwalijk, mijnheer," begon ik. „Maar die oude juffrouw heeft me hier binnen gesmokkeld, zonder dat ik het wilde en ik dacht dat. „Wat," gromde het monster woedend, „dat kan mij niets schelen. Het is hier in ieder geval geen kattenbewaarplaats." Hij was me intusschen heelemaal gena derd en stak zijn neuspunt tegen de mijne aan. Dat werd me toch al te mal. Hoe bang ik ook was, ik stak mijn poot uit en wilde hem juist een gevoelige krats geven over zijn hondenneus, toen de deur openvloog en met een ijselijken gil de juffrouw binnenvieL Het was mijn redding, want de leeuw keerde even zijn kop om en vergat in mijn staart te bijten." „Jammer!" liet Angora zich ontvallen. Iedereen wist, dat zij altijd hatelijk moest zijn. Maar Poelepoel deed of ze niets had ge hoord en ging verder: „Ik sprong van den stoel, terwijl de wollen deken achter me aan sleepte, rende door de openstaande deur in de gang, en sprong toen door het raam in de voorkamer, dat ge lukkig openstond. Achter me aan rende de juffrouw met het dier. Ze gilde nu onophoudelijk: „Totoke hierrrrrrrü Weg ellendige kat, hlerrrrrrr Totootje!" Jullie hadden me hier niet meer terug gezien, als Toto me nog verder gevolgd was. Gelukkig gebeurde dat niet en...." „Jammer!" liet Angora zich ten tweeden male, per ongeluk, ontvallen. En hierbij sluit ik de vergadering, en hoop jullie volgenden keer nog meer van dien merkwaardigen tijd te vertellen, maar dan zonder de aanwezigheid van Angora." BETSIE BROUWER. i010B0i0iC310101010i01010I0i010I01010idii0i0i010l'0B0i0i0i0i010i0I0i0B09010i0i0i010i0B0, ÖlOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOiOIOIOiavOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIOIO

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 11