Santpoort 's gsmsngd dabbelkwartet
m
rS
mKm'-i
DINSDAG 5 APRIL
TWEEDE BLAD
Nationale Zangwedstrijd
1922-1932
VOOR SOLO' EN DUBBEL-
KWARTETTEN
Een foto van de plechtigheid der eerste steenlegging voor de nieuwe parochiekerk
*>an O. L. Vrouw van Altijddur enden Bijstand aan de Frans Netscherlaan te
Santpoort (dorp)
LANDBOUW EN VEETEELT
DE EIERHANDEL
Uniformiteit in stempeling
DE TOESTAND IN HET
VISSCHERIJBEDRIJF
Een droevig beeld
MOND- EN KLAUWZEER
Uitbreiding in Noord-Brabant
ONZE OOST
BEZUINIGING BIJ DE S. S.
De nieuwe dienstregeling
KERKNIEUWS
HET SINT PETRUS
LIEFDEWERK
In het Aartsbisdom
BOEK EN BLAD
Sobriëtas. Afl. 3.
„HET CHINEESCHE
TAALEIGEN"
In hotel „De Weijman" aan den ingang van
net vriendelijke dorpje Santpoort, onder den
rook van de Spaarnestad werd Zaterdagavond
Nati°nale wedstrijd voor enkele en dubbele
kwartetten geopend.
et was te ongeveer half negen, dat de heer
®remerkamp, voorzitter van het Uitvoe-
t Comité met een korte, maar hartelijke
Jury, Pers en verdere aanwezigen 't
Wa toeriep, en de moeilijkheden schetste,
armee de inrichting van dit concours was ge-
P ard gegaan. Hij dankte allen, die aan 't wel-
van dit eerste Lustrumfeest iets hadden
Jgedragen en verzocht toen wethouder J. P.
leid860' Wethouder der gemeente Velsen, een in-
woord voor dit Concours te willen
spreken.
dan626 Zeide hieraan gaarne te voldoen, zij het
zond ^at het Gemeentebestuur dit als een uit-
jjj t ®ring beschouwde; hij achtte het echter,
tje "et oog op de meerdere bekendmaking van
bij getneente als woonoord en aangename ver-
dit aats weI- een uitstekende propaganda, dat
zjj c°ncours hier zal worden gehouden, en uitte
beste wenschen voor het welslagen ervan.
Feestconcert
j "Fe?gevotee van het later arriveeren van een
c "ee'uemende kwartetten, had de Regelings-
missie zich genoodzaakt gezien, het Feest-
ert vóór het Kwartet-concours te laten
,,'n Tweede Bas".
Feno^S v'n^en> terwijl ook dit feestprogramma,
gevolge van het ongesteld worden van een
e' bassen, eenigszins gewijzigd moest worden.
"Ët jubileerende dubbelkwartet van Sant-
Poort
zong nu onder leiding van H. J. Arisz 'n
lertal nummers in uitstekend verzorgde klank-
g®ving: een fraai, maar niet gemakkelijk num-
Jber van Jos. de Klerk en een tweetal composi
ties van N. Hoogerwerf, die zitting had in de
^Ury van deze beide dagen, n.l. Middernacht en
z°rgennacht, benevens' het bekende „Kerstlied"
Vah Bern. Diamant.
Het zaaltje van „De Weijman", waarin werd
Bezongen, heeft een overvloed aan acoustiek, en
oeb óntwikkelt al spoedig te veel aan klank,
tijd^ het iubileerend kwartet is hieraan niet al-
dat °ntkomen, wat een effect teweegbracht,
Werkent^00l'tdurend even gemakkelijk te ver-
Schram^ames"^uet bestaande uit mej. D.
alt, ve a' sopraan> en mevrouw Pruys-Boszard,
Herbst !'eastte °ns op een drietal liederen: Het
frisse] 1Cd' van Felix Mendelssohn, en twee
Mooie6 liederen van Henr. van Tussenbroek.
prima' ,gescboolde stemmen, met de sopraan als
voordr hlna' vo1 en glanzend, gezond van
Veei di10 boewei, wat jammer was, zonder
C01nD ePere emotie, waartoe Mendelssohn's
en i le> hoe romantisch overigens ook, hier
Ven cm Wel aanlciding zou hebben moeten ge-
toes-d C'e scherpe acoustiek speelde het da-
piano dat door mej. Ali Reyer aan de
steld Werb begeleid, parten. Alles scheen inge-
Was ,°P een veel grootere dimensie. Veel succes
Verdiend*1 tanS haar deel' en dit was zeker wel
avond hetzelfde euvel zouden dien eersten
tredenrf611 den daar°Pvolgenden dag ook de op
en sl bubbelkwartetten te kampen hebben,
Een ,ecbls enkele zouden zich voldoende er te-
een weten te wapenen.
Hot h de vijf deelnemers, resp. uit Den Haag,
kvrart' t m en Zaandam. was het Haagsche
Wet "Melodia" niet verschenen,
ten t gen bus: drie Rotterdamsche kwartet-
He 6^en één fit Zaandam.
Vang Bremerkamp deelde voor den aan-
Vrije Van den wedstrijd mede, dat er voor elke
Word comP°sitie een „moeilijkheidscijfer" zou
m0el?n gegeven, aanduidende den graad van
dit van het te zingen werk. We zullen
siti„ er telkens achter de betreffende compo-
ue vermelden.
Afdeeling Solo-kwartetten
De
jury was dezen eersten avond samenge-
O d uit de heeren H. J. Arisz, uit IJmuiden-
Joh die als voorzitter fungeerde, en de heeren
nu V Hrands uit Alkmaar en Nico Hoogerwerf
Ult Haarlem.
Als verplicht koor was de keuze gevallen op
jes" COmpositle van Henk Arisz, „Zilveren Golf-
rnf rfstoptredend kwartet was: „Sursum Corda"
R'dam, directeur p. Timmers, dat behoudens
«fkele foutjes van den len en een minder fraai
"kenden 2en bas met goede opvatting zong.
ok het „Ecce quomodo moritur" (5(4) van
«andel ging in gezonde rhythmische opvatting,
f t niet steeds even fraai van klankgehalte.
„Zang en Vriendschap" uit Rotterdam zong
onder leiding van dir. P. v. d. Poel afwisse
lend gelukkig en minder gelukkig: de opvatting
was goed, ofschoon wat simpeltjes: we no
teerden een mooien len tenor en bas, een min
der fraaien 2en bas.
„Zondagmorgen" (4) van Frans Abt was het
vrije nummer, dat beter werd vertolkt dan het
verplichte.
„Kunstgenot" uit Rotterdam, onder leiding
van W. Boerendonk, was een minder fraai en
semble, met een vrij zwakke bassenhelft. Toch
werd Diamants „Kerstliedje" (6) met fraaier
klankkleur gezongen dan het verplichte koor.
Een goed slot, met frissche stemmen en een
goede onderlinge verhouding, vormde „Votum
Nostrum" uit Zaandam, dat, onder leiding staat
van den heer Kef. „Le Rossignol" (4) van Gré-
try was als vrij nummer gekozen. Dit was ge
zonde zang, niet overdreven melo-dramatiek, en
reeds uit het applaus der aanwezigen viel op
te maken, dat de zang van dit ensemble was
ingeslagen.
We verwonderden ons dan ook niet, toen de
heer Arisz, namens de jury den uitslag mee
deelend, als algemeene appreciatie te kennen
gaf, dat er, met een enkele uitzondering, dezen
avond slechts middelmatig gezongen was.
In de afdeeling Solo-Mannenkwartetten wer
den de volgende prijzen toegekend:
le Prijs met 344 punten (maximum was voor
den geheelen wedstrijd 420 punten) „Votum
Nostrum" uit Zaandam, aan welks directeur C.
Kef tevens de directeursprijs ten deel viel.
le Prijs met 302 punten „Zang en Vriend
schap" uit Rotterdam.
2e Prijs met 267 punten „Kunstgenot" uit
Rotterdam, en
2e Prijs met 260 punten „Sursum Corda",
eveneens uit Rotterdam.
ZONDAGMIDDAG.
2e Afdeeling Mannenkwartetten.
Hier stond een elftal mededingende dubbel-
mannenkwartetten op het programma. We had
den dus nog wat te goed! Gelukkig was het
gehalte dezen langen middag veel en veel beter
Verplicht nummer was een koor van Joh.
Brands: „De Wonderbloem", een eenvoudige
compositie, die een paar moeilijkere maten
bevat, doch overigens niet gaat boven de nor
male moeilijkheid. De componist fungeerde
diensvolgens dezen middag als voorzitter van
de jury, die overigens uit dezelfde heeren als
's middags bestond.
„Ars Musica" uit Dordrecht, onder leiding
van Hans Thoman, gaf geen fraaien ensemble
zang te genieten. Men forceerde den toon, en
aan het slot van 't verplichte nummer was men
gestegen. De nuanceering liet nogal te wenschen
over, terwijl in het vrije koornummer „Het
Ouderhuis" (4) van Kools de melo-dramatiek
nog eens extra werd aangedikt.
„Bel Canto" uit Haarlem, onder leiding van
P. Germes, ontwikkelde een nogal zwaren koor
klank, en steeg bij het verplichte nummer. In
het vrije nummer slaagde het koortje er in
den achterstand op te halen en waren vooral
in den mezzo-zang vele mooie momenten te
beluisteren.
„Onder Ons" te Velsen gaf een veel be
schaafdere opvatting, zoowel van het verplichte
als van het vrije nummer ,Der Fremdenlegio-
nar" (7) van Wengert. We beluisterden vaak
zeer mooie klankeffecten, een goede tekstuit
beelding.
„Octavo" Delft, onder directie van G. F. J.
Lamers, zong minder gelukkig, vooral in den
beginne. Later herstelde men 'zich eenigszins.
„Morgenidylle" (7(4) van Isr. J. Olman, klonk
The Whispering Bariton van Euterpe - Haarlem
dynamisch beter verzorgd, maar we begrijpen
niet, hoe men zoo'n tekst op muziek kan zetten
evenmin als hoe men hem kiezen kan als vrij
nummer. De banaliteit ervan is eenvoudig
grenzeloos.
„Haagsch Excelsior", onder leiding van H. v.
Kesteren, zal nog heel wat moeten „stijgen",
om een goed klinkend ensemble te worden. De
Haagsche uitspraak was in de eerste plaats een
beletsel voor een fraaien ensemble-klank. We
gaven dezen mensclien, hoe goed ze ook hun
best deden, geen kans op een prijs.
„Vivant Vocalen" uit Haarlem (is dit een
esperantistische titel?), onder leiding van Jan
Hensen, zong behalve het verplichte nummer
„Beati Mortui" van Handel (moeilijkheidscijfer
goed en stevig zingend ensemble vormden.
6). 'n Stel geroutineerde zangers, die wel een
maar wier zang toch nog eenige desiderata
overliet, om in aanmerking te komen voor de
hoogste belooning.
„Ars Vocalis" uit Amsterdam bracht prach
tig stemmenmateriaal, een gezonde opvatting,
maar de tenoren hadden neiging tot opdrijven.
Het vrije nummer, een Hongaarsch Volksliedje
(4) werd met goede voordracht gezongen, en
had veel succes. We merkten op dat de heer
Wittebrood z'n Hongaarsch perfect sprak: het
ging hem zelfs beter af dan het Latijn, en d&t
is al zoo moeilijk.
De „West-Friezen" uit Wognum zongen onder
leiding van Joh. C. Stam als vrij nummer „Sur
les Remparts (7%) van Saint Saëns. Het ver
plichte koor klonk eenigszins stug: we merkten
een verkeerde censuur op, maar de vertolking
van het vrije nummer viel ons werkelijk bij
zonder mee: het Fransch was draaglijk: de
ensemble-klank hier en daar uitstekend.
„Bel Canto" uit Amsterdam, onder leiding
van W. H. Lehman, ontwikkelde, zoowel in het
verplichte als in het vrije koor een zeer fraaien
klank, en was vooral in de zachter genuan
ceerde gedeelten van een prachtig sluitend en
semble. De inzet van het verplichte koor was
wat zwaar, maar „Schusucht" van Schubert
(8>j) werd mooi beheerscht gezongen. We gaven
dit ensemble een goede kans.
„Con Brio" uit Amsterdam, directeur H.
Duinker, met „Meiliedje" (7(4) van Olman als
vrij nummer, kon ons slechts matig bekoren.
De grove inzet der bassen Lala Lala
kenmerkte eigenlijk het geheele ensemble, dat
weinig dragende stemmen telt.
„Ons Genoegen" uit Amsterdam was lest-best.
Dit was onze onmiddellijke indruk, zoowel door
de uitvoering van het verplichte koor als door
die van het vrije nummer. Lente (5) van Kee-
reweer, een niet al te moeiijk nummer, maar
voorgedragen met uitstekend stijlgevoel en
uiterst gave nuanceering.
De uitslag van den middagwedstrijd, door
Joh. Brands als voorzitter van de Jury bekend
gemaakt, zou het uitwijzen.
Hij sprak allereerst zijn voldoening uit voor
de uitvoering van zijn compositie, die slechts
door enkele mededingers van een Wonderbloem
tot een Paardebloem was gedegradeerd. Aan
de overigen was het gelukt, haar een Wonder
bloem te laten. De prijzen waren door de Jury
als volgt toegekend:
Uitslag Zondagmiddagweüstrijd
le prijs met 333 punten „Ons Genoegen" te
Amsterdam, met felicitatie van den compo
nist aan den dirigent, Em. Plukker wien te
vens de Directeursprijs ten deel viel.
le prijs met 312 punten „Ars Vocalis", Am
sterdam.
le prijs 305 punten, „Bel Canto", Haarlem.
le prijs met 301 p. „Bel Canto", Amsterdam.
2e prijs met 298 punten „Onder Ons", uit
Velsen.
2e prijs met 291 punten ,De West Friezen",
Wognum.
2e prijs met 288 punten „Vivant Vocalen",
Haarlem.
2e prijs met 285 punten „Con Brio", Amster
dam.
2e prijs met 265 punten „Octavo", Delft.
Het was een mooie wedstrijd geweest, allengs
door meer bezoekers bijgewoond, en waarop
Tver het algemeen zeer goed werd gezongen. De
avondwedstrijd, die om 7 uur zou aanvangen,
zou ongetwijfeld aan glans nog de middag
prestaties overvleugelen.
ZONDAGAVOND 3 APRIL
le afdeeling Gemengd Dubbel Kwartetten
Van het vijftal ingeschreven kwartetten wa
ren er slechts drie opgekomen.
Bijzondere prestaties vielen hier eigenlijk niet
op te merken. Over het algemeen genomen kre
gen we eigenlijk geen buitengewoon mooi ma
teriaal te hooren: dan weer eens waren de da
messtemmen minder fraai, dan weer eens de
mannenstemmen en een absoluut sluitend en
homogeen ensemble trad eigenlijk niet op den
voorgrond, ofschoon meestal het vrije nummer
betere prestaties te genieten gaf dan de uitvoe
ring van het verplichte koor, een werk van N.
Hoogerwerf, „Goede Vrijdag", dat, we moeten
het overigens erkennen, niet van de gemakke
lijkste was.
„J. S. Bach", uit Haarlem onder leiding van
den heer Michels zong wat vlak en zonder veel
diepte van opvatting en nuanceering. De so
pranen vooral hadden neiging tot opdrijven,
wat ook in beide koorwerken, waarin ze rezen,
met (4 toon, te constateeren viel. Het vrije
nummer was het Ave Verum (7(4) van Mozart.
Hier viel de veel betere voordracht en nuancee-
ring op.
„Clio" uit Amsterdam, aangevoerd door Henk
Duinker bleef prachtig op toon, al waren hier
de mannenstemmen niet fraai van gehalte. De
vrije compositie van N. Hoogerwerf, „Hymne"
(8(4) viel een goede interpretatie ten deel.
„Octavio" uit Rotterdam, zong onder leiding
var J. J. v. d. Bos als vrij nummer de Romance
du Soir (8) van Saint Saëns. Het verplichte
nummer eindigde op toon en was gezond van
opvatting. De uitspraak van het Fransch in het
vrije nummer viel mee, op enkele typische hol-
landsche g-'s na, en natuurlijk, het gemis aer
nasale uitspraak bij en ,an, enz.
De heer Hoogerwerf deelde mee dat er on
danks te maken aanmerkingen vrij behoorlijk
was gezongen en dat de prijzen als volgt waren
verdeeld:
le Prijs met directeursprijs „Clio" Amster
dam, met 316 pnt.
le Prijs „Octavio", Rotterdam, met 309 pnt.
2e prijs „J. S. Bach", Haarlem, 279 pnt.
Onmiddelijl daarna werd aangevangen met
den wedstrijd der
le Afdeeling Dubbel Mannenkwartetten.
Hier was geen enkele mededinger afgevallen,
en we zouden diensvolgens acht deelnemers te
hooren krijgen. Zooals we hadden verwacht,
waren de prestaties hier werkelijk uitstekend
en viel vaak prachtige, sonore mannenzang
te beluisteren, zoodat het nu en dan geleek of
er een mannenkoor stond in plaats van een
kwartet. Het verplichte koorwerk, van N. Hoo
gerwerf „Jam Sol recedit igneus", een latijn-
sche hymne ter eere der H. Drievuldigheid, is
lang niet gemakkelijk, de eerste, maar ook
vooral de tweede tenoren moeten in hooge lig
ging zingen, en de testituur lijkt ons eer voor
gemengd koor. Maar in de uitvoering zou blij
ken, dat er ook in het Noorden nog wel glan
zende tenorstemmen te vinden zijn, in staat om
de zware opgave te vervullen. De prestaties
weken, met 'n enkele uitzondering, niet veel
van elkaar af, zoodat we met een enkele ap
preciatie hier en daar zullen volstaan.
„Inter Nos" uit Den Helder (directeur A. J.
Leeuwens), zette den wedstrijd in. Het mate
riaal was niet bijzonder fraai, ofschoon 't vrije
nummer „Sur les Remparts" (7)4) van Saint-
Saëns veel beter tot z'n recht kwam. De bari
tons waren bepaald leelijk van klank.
„Inter Nos" uit Leiden (directeur D. Kok),
was reeds beduidend beter en ontwikkelde een
vrij goeden ensembleklank, vooral in het O
Sacrum (5) van Viadana.
„Preciosa" uit den Haag, onder leiding van
D. Kok, die hier zelf de eerste tenorpartij mee
zong, had voor zijn uitstekenden samenzang
een ware ovatie der aanwezigen in ontvangst
te nemen, vooral na de uitvoering van Lach-
ner's „Hymne an die Musik", ofschoon hier de
klank nogal eens werd geforceerd. Maar prach
tig materiaal was het zeker.
„Harmonie" uit Amsterdam zong onder lei
ding van L. C. Keereweer, die 's middags nog
een concert in den Bosch had geleid. Dit was
een waarlijk overbluffend knap, machtig impo
neerend ensemble, dat ook het technisch zeer
moeilijke vrije nummer „Serenade d'Hiver" van
Saint-Saëns (waarom kreeg dit slechts 8 als
moeilijkheidscijfer?) bijna volmaakt uitvoerde.
Ook dit „koor" viel een warme ovatie ten deel
voor hun indrukwekkende prestatie.
„Zanglust" uit Haarlem zong heel verdien
stelijk onder leiding van P. M. Germes zoowel
het verplichte als het vrije nummer „De Hebe
uit de Taveerne" van W. Kools (6). Welk een
stralende tenoren!
„Aurora" uit Haarlem, directeur K. Zeil
maker, was ook een goed ensemble, dat met
veel gevoel het vrije nummer „O Heil'gen"
(8(4) van N. Hoogerwerf vertolkte.
„Euterpe", wederom uit Haarlem, onder lei
ding van A. Bak, bracht hetzelfde programma
ten gehoore en viel op door zijn fraai klank
gehalte en het imponeerende volume.
„Kunstmin" uit Amsterdam, geleid door B.
Brouwer, sloot den ban met e i prachtige ver
tolking van het verplichte, zoowel als van het
vrije nummer, het bekende werk van Neumann,
„In Epiphania Domini", dat waarlijk toch wel
meer dan 8 als moeilijkheidscijfer had ver
diend. Want men moge de zwaarte van het
fugatische slot toch niet onderschatten. De eer
ste tenoren hadden 'n ongelukje, door te plot
seling inhouden van den dirigent, maar zongen
overigens, evenals de 2e tenoren, ook technisch
zeer knap.
In afwachting van den uitslag der Jury voor
dit laatste wedstrijddeel zongen alle kwartet
ten, onder leiding van Nico Hoogerwerf, diens
als verplicht werk gekozen compositie „Jam
sol".
U zult begrijpen, wat een schitterend effect
deze, zeker voor groot koor gedachte compo
sitie, op de aanwezigen maakte, nu ze werd
uitgevoerd door zulk een uitgelezen ensemble,
bestaande uit de ernstigste en beste concurren
ten op het gebied van den mannenkoorzang.
Het was waarlijk een imposant slot van een
prachtigen avond. De aanwezigen waren opge
togen over dezen waarlijk indrukwekkend mas-
salen zang, onder de bezielende leiding van den
zelf dapper meezingenden Hoogerwerf opge
voerd tot een zoo stralend en homogeen geheel.
De uitslag werd ons, nadat het enthousiast
applaus wat geluwd was, door Nico Hoogerwerf
meegedeeld. Deze zeide daarbij, dat het voor
de Jury werkelijk een moeilijke avond was ge
weest, omdat er over 't algemeen prachtig
werd gezongen, en men soms zelfs wel eens ge-
wenscht zou hebben aller prestaties met een
gelijk aantal punten te kunnen waardeeren. Dit
kon natuurlijk eenmaal niet, want er waren op
het een of ander gebied toch altijd verschillen,
die moesten worden gewaardeerd en in cijfers
uitgedrukt. De uitslag was dus als volgt:
le Prijs met 382 p. Harmonie Amsterdam.
le 344 p. Kunstmin, Amsterdam.
le 335 p. Preciosa, den Haag.
le 329 p. Euterpe, Haarlem.
le n 326 p. Zanglust, Haarlem.
le if 313 p. Aurora, Haarlem.
2e 297 p. Inter Nos, Leiden.
2e 277 p. Inter Nos, Den Helder.
Directeursprijs volgens Reglement den heer
L. C. Keereveer, van Harmonie te Amsterdam.
Daarmede is dit zeker voor Noord- en Zuid-
Holland belangrijke concours wederom ten
einde. Het is, wat de kwaliteit betreft, in mu-
zikalen zin steeds crescendo gegaan, en het
laatste gedeelte van den eerlijken kunststrijd
was even spannend als mooi. Vooral Amster
dam en Haarlem hebben er een goed figuur
gemaakt, en verschillende eerste prijzen ver
huisden naar Amstel- en Spaarnestad. Bravo!
Rest ons nog een woord van hulde te bren
gen aan de goede zorgen van het uitvoerend
comité, dat alle deelnemers en ook de pers
uiterst ter wille was, en een woord van geluk-
wensch aan het jubileerende Santpoortsche
kwartet, dat dit eerste lustrum met zulk een
uitstekend geslaagden Kwartettenwedstrijd zag
bekroond.
Ad mul tos annos!
J. S.
Dirigent Keereweer in actie.
De algemeene jaarlijksche vergadering van
bet N. E. B„ die te Utrecht werd gehouden,
stond onder leiding van Dr. L. G. Korten-
horst te Den Haag.
Alle bestuursleden, o.w. de regeeringsafge-
vaardigde P. Hiemstra en W. M. Ebbink, waren
aanwezig. Verder werd de vergadering bijge
woond door den heer Bonthuis, Bestuurder van
den Landbouw.
In zijn openingsrede memoreerde de voorzit
ter de verschillende letterlijke vertalingen,
welke in den loop der laatste drie jaren met be
trekking tot den eierhandel in ons land, waren
tot stand gekomen. Hij gaf verder een uiteenzet
ting van hetgeen op internationaal gebied is ge
daan, om zoo mogelijk tot uniformiteit in voor
schriften inzake stempeling van eieren te komen,
wat op dit gebied bereikt is en over welke pun
ten nog geen overeenstemming is verkregen.
Hij wees er op, dat officieele besprekingen daar
toe hebben plaatsgehad in 1931 te Rome en
Brussel.
De heer G. Klomp, directeur der G. E. W. te
Arnhem, werd tot bestuurslid gekozen; in plaats
van den heer W. N. Gieson, die zich niet her
kiesbaar stelde, werd de heer W. J. Krudde be
noemd en in de ontstane vacature de heer K.
Enthoven te Bennebroek.
De begrooting voor 1932 werd zonder stem
ming goedgekeurd.
De heer Tukkei behandelde daarna nog de
Duitsche voorschriften inzake de stempeling
van eieren en opschriften van de verpakking,
welke gedeeltelijk reed^ 17 April a.s. en verder
op 1 October 1932 in vferking treden.
De cijfers van den omzet in den Rijksvisch-
afslag te IJmuiden geven een droevig beeld van
den huldigen toestand van het visscherijbedrijf.
Zonder overdrijving kan, met deze cijfers voor
oogen, gezegd worden, at een noodtoestand
is ingetreden, ernstiger dan het bedrijf ooit
heeft gekend.
De totale omzet gedurende de maand Maart
bedroeg nog slechts 779.313 tegen 1.035.197 in
dezelfde maand van het vorig jaar, 1.215.202
in Maart 1930 en 1.516.849 in Maart 1929 Ver
der commentaar is bij deze cijfers overbodig.
Er kwamen in de vorige maand binnen:
van de treilvisscherjj 204 (333) Hollandsche
stoomtreilers met ƒ479.865 (ƒ725.826), 7 (4)
Duitsche stoomtreilers met 25.914 14.262)1
(0) IJslandsche met ƒ10.210 en 1 (0) Fransche
met ƒ5.046. Verder 250 (253) motorloggers met
ƒ130.192 ƒ168.446), 523 (640) motorkustvis-
schers met 19.907 34.105) 3 (9) open booten
met ƒ10 (ƒ47), 1 (0) Duitsche motorkotters
met ƒ988, 2 (0) Belgische met ƒ795, 52 (0)
Deensche met 36.272, en 1 (0) Engelsche met
ƒ172.
Weliswaar was de gemiddelde reisbesomming
der Hollandsche treilers iets hooger dan in
Maart 1931, nl. 2355 tegen 2180, maar daar
tegenover staat een daling van het aantal rei
zen van niet minder dan 127, waaruit kan wor
den afgeleid, dat ca. 50 booten minder aan de
visscherij deelnamen dan in Maart 1931.
De gemiddelde reisbesomming der motorlog
gers daalde van ƒ665 in Maart 1931 tot ƒ600.
Het aantal motorloggers, dat aan de treil
visscherij deelnam bleef echter stationnair.
Opvallend is de aanzienlijke aanvoer van
visch door buitenlandsche vaartuigen. Deze
steeg van 14.262 op 80.000. Eensdeels is deze
toeneming het gevolg van het feit, dat de toe
stand in de andere landen ook verre van roos
kleurig is, anderdeels van de succesvolle snurre-
vaad-yisscherij der Denen, die met him kleine
motorvaartuigjes een gemiddelde besomming
van ƒ700 wisten te bereiken, een bedrag, dat
zeer zeker een winstmarge in zich houdt Mo
gen aan den eenen kant de reeders van IJmui
den deze buitenlandsche concurrentie met leede
oogen aanzien, aan den anderen kant zou de
handel deze schepen ongaarne van de markt
zien verdwijnen.
De aanvoer van drijfnetvisch (verache ha
ring) was in de vorige maand van weinig be-
teekenis. Er kwamen binnen 3 (14) Engelsche
stoomloggers met 1956 15.814) besomming.
Van de beugvisscherij kwamen binnen 37 (36)
stoombeugers met 39.122 45.999) besomming
of per reis ƒ1060 (ƒ1280). De achteruitgang
van de Deugvisscherij is voornamelijk het ge
volg van de geringe schelvischvangsten dezer
vaartuigen.
De opbrengst der consignatiezendingen be
droeg ƒ29458 tegen ƒ30.694 in Maart 1931.
De totale omzet in het eerste kwartaal van
1932 bedroeg ƒ2.306.530 tegen ƒ3.189.167 in het
eerste kwartaal van het vorig jaar, een ver
mindering dus van 882.617. In dezelfde periode
steeg de aanvoer van buitenlandsche schepen
van ƒ37.668 op ƒ137.835.
(Tusschen haakjes zijn geplaatst de cijfers
van Maart 1931).
In de provincie Noord-Brabant breidt het
mond- en klauwzeer zich onder de veestapels
steeds verder uit. Vooral in het district "s-Her-
togenbosch worden steeds meerdere stallen be
smet verklaard. Dit is de laatste dagen geschied
in de gemeenten Son, Esch, Tilburg, Veldhoven,
Deume, Gilze, Bladel, Gassel, Beugen en St
Oedenrode.
Het „Soer. Hbl." meldt dat de nieuwe dienst
regeling der S.S. op 1 Mei a.s. ingaat. Door de
trein-frequentie te verminderen wordt een be
zuiniging van ruim ƒ500.000 verkregen.
De rijtijd van den eendaagschen sneltrein
naar Soerabaja wordt mat 42 minuten bekort,
die van dén exprestrein naar Weltevreden met
34 minuten.
Zeventien stations worden tot stopplaats te
ruggebracht. Eén stopplaats wordt daarentegen
tot station verheven.
De lijn KalisatPanaroekan wordt een tram
lijn, hetgeen een besparing van ƒ50.000 betee-
kent.
Het jaar 1931 is voor S.P.L. in het Aartsbis
dom werkelijk een crisisjaar geweest. Wij kun
nen moeilijk van vooruitgang spreken als we
moeten constateeren, dat in het geheele jaar
slechts één nieuwe Beurs werd gesticht en er
geen enkele nieuwe Weldoenersbijdrage kon
worden bijgeschreven. Deze beide feiten zijn
eenigszins verklaarbaar zoowel door de tijds
omstandigheden, als door het feit, dat het
Aartsbisdom reeds zeer veel Beurzen en
W.-bijdragen telt. Tevens verklaren deze feiten
voor een groot deel den teruggang van het
eindcijfer over 1931 welke bij de algemeene af
rekening f 17.000 bedroeg. Immers aan Beur
zen werd ruim 9 en aan gelden op lijfrente
werd ruim 4 duizend gulden minder ontvan
gen, terwijl de opbrengst der W.-bijdragen ruim
3.000 minder bedroeg.
De contributies en vrije giften blijven iets on
der het getal van het vorige jaar. Ook dit zou
nog niet onrustbarend zijn, indien niet enkele
nieuwe afdeelingen waren opgericht en som
mige afdeelingen aanmerkelijk meer hadden
opgebracht dan het vorig jaar.
Conclusie: In verschillende parochies is de
organisatie in 1931 bij 1930 achtergebleven. Dat
is jammer en was misschien niet noodig. Het
bewijs daarvoor worat gerevera door die pa
rochies waar met groote krachtsinspanning
wordt gewerkt en de resultaten de stoutst» ver
wachting overtreffen.
Om enkele voorbeelden te noemen: zoo
bracht de parochie O. L. Vrouw te Hengelo (O.)
dit jaar f 500 op tegen f 250 in 1930, zoo steeg
de Clemensparochie in Hilversum van f 525 tot
f 750, nam St. Michaël te Zwolle voor 1932 een
tweeden student voor haar rekening, terwijl
Baak en Enschede (O. L. Vr.) in 1932 een stu
dent gaan onderhouden en Harlingen enkele
weken geleden een Beurs stichtte.
Wanneer het voorbeeld van bovengenoemde
parochies eens overal navolging vond, dan zou-
Woensdag 20 April a.s. hopen Martinus de
Vries en echtgenoote te Bennebroek den
dag te herdenken, dat zij vóór 50 jaar tn
het huwelijk traden
den de missies onder de crisis niet behoeven te
lijden.
De bisdommen 's Bosch en Roermond geven
een schitterend voorbeeld met hun resp. eind
cijfers van 73 en 86 duizend gulden.
Gelukkig is na de afrekening nog 3500
(achterstallig van 1931) binnengekomen, zoodat
we in totaal bij 1930 circa f 13.500 achter zyn.
In 1930 was het totaalcijfer in Utrecht
f 71.979.76 over 1931 thans f 58.500.
Om onkosten te besparen zal dit jaar geen apart
verslag van S.Pi. verschijnen, maar zal het
gevoegd worden by het verslag van pastoor
Gasman over de Voortplanting des Geloofs en
de Kindsheid en in den loop van den zomer
verzonden worden.
Moge onder Gods Zegen en door aller me
dewerking (er zijn nog ongeveer 100 parochies
waar geen afd. bestaat) 1932 het afgeloopen
jaar verre overtreffen.
Zwolle, 2 April, ANT. DE WIT,
Het doet zoo droevig aan, deze aflevering
nog gedeeltelijk verzorgd te zien door P. Ma-
rius Lamers en in een op 't allerlaatste moment
ingeschoven los blad den dood te vernemen van
den kundigen, zoo onverwacht overleden hoofd
redacteur. In een volgende aflevering zal wel
naar alle zijden zijn sympathieke figuur belicht
worden en uiting gegeven aan Sobriëtas' rouw
om dezen grooten doode.
Hij schreef nog zoo frisch en knap over de
nieuwe richting in Sobriëtas' Jeugdbeweging
aan de hand van het zoo pas uitgekomen re
glement. De blauwe jeugdbeweging wordt zelf
standiger en organisch verbonden met de al
gemeene katholieke jeugdactie. Een nieuw ge
luid zeker en een belofte van een nieuwe lente.
Pater Arts geeft een boeiende close up van
dr. Banning, die onlangs jubileerde.
Onder den titel: Dezen Zomer geeft P.
Arts goede gedachten over en opwekkingen tot
actie in grooten stijl in den komenden zomer.
De massebeweging heeft haar t-d niet gehad,
want ze is van alle tijden, omdat ze aangepast
is aan de natuur en de psyche der menschen.
Dr. Spoorenberg schrijft over: Onderwijs
en drankbestrijding. Met motieven, ont
leend aan de geestelijke en lichamelijke volks
gezondheid zullen we steeds kunnen en moeten
werken. De onderwijzers hebben hier een taak
en voor de goede uitoefening daarvan moeten
zij zich de noodige kennis verschaffen, buiten
hun strikt studieprogram om.
Over: Leiding en Leiders schrijft J. W.
Hendrickx. Al moet de leiding onzer jeugdbe
weging veel soepeler zijn dan vroeger en moe
ten we de jeugd veel meer zelf laten doen, toen
zal er leiding noodig blijven. Hoe de noodige
leiders en leidsters kunnen gevormd worden,
zet hij uiteen. De leidstercursus, onlangs op
Bouvigne gehouden, heeft o.i. een krachtigen
stoot in de goede richting gegevem
P. F. OTTEN OP.
Van de boekdrukkerij der Lazaristen te Pe
king (China) verscheen het tweede deel van
„Het Chineesche Taaleigen", inleiding tot de
gesprokene taal (Noord-Pekineesch dialect)
door P. Jos. Mullie, missionaris v. Scheut.
Dit werk maakt, evenals het eerste volume,
deel uit der Internationale Verzameling van
taalkundige monographieën.
Met de bekende duidelijkheid, hem eigen,
gaat P. Mullie in dit boekdeel voort het taal
eigen te completeeren.
De auteur behandelt voornamelijk de werk
woorden, bijwoorden, voor- en achterzetsels,
voegwoorden en tusschenwerpsels en heeft daar
mede een standaardwerk voltooid.
De kenner zal zien, dat in de twee deelen
van „Het Chineesche Taaleigen" de gesprokene
Chineesche taal in al hare geledingen door
werkt wordt met kennis van zaken en op een
waarlijk meesterlijke wijze. Voor hem, die zich
o pde hoogte wil stellen van het gesprokene
Chineesch, is dit een onmisbaar werk. De wei
nige exemplaren van het eerste deel, welke nog
voorhanden zijn, staan ons borg voor het suc
ces ook van deze uitgave.
Bovengenoemd werk is te verkrijgen bij N. V.
Martinus Nijhoff's Boekhandel en Uitgevers
Mij., Lange Voorhout 9, Den Haag.
rZZZxJf- mus* ww
lOONFXLVtR.
Hierboven bestuur, adviseur, regisseur en ieden der R-K. Pooneeïvereemging ^St.
Genesius" te Zaandam, welke deze maand haar tweede lustrum herdenk t. Een jubi
leumuitvoering zal worden gegeven Zondag 24 Apru