SCHEURLEER SLUIT DE LOKETTEN
Else Hannesen
thuis
De wervelwind en
de kerktoren
Langs
Donkere Paden
In het water gewaaid
DE VIJANDEN VAN HET lUENDOIR.P'
RADIO-PROGRAM
DINSDAG 12 APRIL
Surséance van betaling
gevraagd
Groote ontsteltenis
Twee kinderen verdronken
Een tijdje vacantïe
1 FEUILLETON
DUITSCH STOOMSCHIP
GESTRAND
Bij Ameland
Gen sprake van ontvoering
Woensdag 13 April
JEUGDIGE DIEVENBENDE
Jongens van twaalf jaar
Een filiaal?
POSTBEAMBTE
GEARRESTEERD
Veertig verduisteringen gepleegd
VERHAAL VAN
DEN DAG
GERAFFINEERD
LADELICHTER
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniiiiiiiniiniiiiiifiiiininiiniiiiiiiMniiiiiiiniiniiiniiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
De bankiersfirma Scheurleer en Zoonen te
's Gravenhage deelt mede, dat zij tot haar
leedwezen genoodzaakt is, haar kantoren te
Den Haag en Scheveningen te sluiten en dat
zij bij de Arrondissementsrechtbank een ver
zoek tot surséance van betaling zal indienen
Zij stelt er prijs op, reeds nu te verklaren,
dat de aan haar administratie toevertrouwde
effecten volledig aanwezig zijn.
Een groote ontsteltenis is hedenochtend bij
een aanzienlijk deel der Nederlandsche bevol
king gewekt, toen bekend werd, dat het oude
bekende Haagsehe bankiershuis Scheurleer en
Zoonen, gevestigd Wagenstraat—Spuistraat, zijn
kantoren zou sluiten en surséance van betaling
zou aanvragen. Wij hebben getracht bij de di
rectie van het bankiershuis nadere inlichtingen
te verkrijgen omtrent de oorzaken, welke tot
dezen voor de firma zoo pijnlijken stap geleid
hebben.
In verband echter met het indienen van de
surséance-aanvraag, welke heden zou ge
schieden achtte men het echter Juister, op het
oogenblik daaromtrent geen publicaties te doen
en dit over te laten aan de rapporten, welke
door den te benoemen bewindvoerder t.z.t. zul
len worden uitgebracht. Op onze vraag of er
directe redenen geweest waren, welke tot de
surséance-aanvraag geleid hebben, werd ons
echter met de meeste stelligheid verzekerd, dat
dit niet het geval was. De firma is ten gevolge
van de algemeene wereldcrisis in steeds moeilij
ker omstandigheden geraakt; de huidige eco
nomische toestand maakte het schier onmoge
lijk bankzaken te drijven op den ouden voet,
zooals de firma Scheurleer dat gewoon was. Tot
het jaar 1928 waren de zaken zeer bevredigend
en kon het huis inderdaad
„een mooie zaak"
genoemd worden, waar de familie Scheurleer
een groot vermogen in verdiend had, dat zij
echter zoo goed als geheel in de zaak gelaten
heeft.
Na genoemd jaar echter gingen de zaken
achteruit en de groote restrictie, welke thans
allerwegen wordt toegepast, maakte het verkrij
gen van hulp steeds moeilijker en op het laatst
zelfs uitgesloten.
Men verzocht ons echter de pertinente ver
zekering te publiceeren, dat de zaken der firma
absoluut in orde zijn en dat er niets gebeurd is,
wat het licht niet mag zien.
Merkwaardige geschiedenis.
Het bankiershuis Scheurleer heeft een zeer
merkwaardige geschiedenis, waarover bij ver
schillende gelegenheden interessante overzich
ten gegeven zijn. Wij mogen hier slechts ver
melden, dat het bankierskantoor in 1804 opge
richt is, maar dat vóór dien tijd de naam
Scheurleer reeds jaren lang verbonden was
aan een eveneens alom bekend notaris-kantoor
Uit dit notaris-kantoor is in genoemd jaar de
bankiersfirma voortgekomen, welke tot heden
toe door een Scheurleer is geleid. Een groote
vlucht heeft men nooit genomen, maar wel
heeft de zaak zich alom in den lande een
grooten roep van bedachtzaamheid en solidi
teit verworven; Een enkele maal kwam de
naam Scheurleer op den voorgrond, niet het
minst bij het bekende proces Slavenburg-
Scheurleer, dat eenige jaren geleden groot op
zien gebaard heeft. De heeren Scheurleer heo-
ben steeds tot de vooraanstaande '-«urgers van
Den Haag behoord.
Voor eenige jaren is dr. D. F. Scheurleer over
leden en werd toen opgevolgd door de beide te
genwoordige firmanten, zijn zoon W. M. Scheur
leer en zijn neef dr. C. W. Lunsingh-Scheur-
leer. Voorts zijn m. S. de Meester en mr. A.
Diemer Kool procuratiehouders met den titel
van directeur.
Om op alle gebeurtenissen voorbereid te zijn
waren hedenochtend voor de beide ingangen
van de kantoren aan Spuistraat en Wagenstraat
politieposten geplaatst.
Er was echter niets bijzonders te doen en
alles bleef volmaakt rustig. Wel vervoegden zich
verschillende personen ten kantore, maar de
deuren bleven gesloten.
Nadere bijzonderheden.
In verband met de surséance-aanvraag van
de firma Scheurleer Zoonen werden ons nog
van vooraanstaande financieele zijde de vol
gende bijzonderheden verstrekt:
Scheurleer was een belangrijke commission-
nair in effecten. Zijn werkzaamheden op dit ter
rein waren veel en velerlei. Maar behalve deze
Hedennacht strandde op het Bomrif (N.W.
Ameland) het Duitsche stoomschip „Nobis" van
Stettin, geladen met steenkolen. De bemanning
is nog aan boord. De sleepboot „Oceaan" van de
firma Doeksen heeft getracht het schip vlot
te brengen, tot dusver echter zonder resultaat.
De sleepboe „Texel" van dezelfde firma is ter
assistentie uitgevaren. De stoomreddingboot
„Insulinde" van Oostmahom blijft ter even-
tueele assistentie bij de boot.
functie was Scheurleer een belangrijk crediet-
bedrijf, dat credieten verstrekte aan den mid
denstand. Zeer belangrijke bedragen verstrekte
het kantoor Scheurleer aan verschillende zaken
in het bijzonder tuinderijen in de omstreken
van Den Haag en reederijen te Scheveningen.
Met de terugbejaling van deze credieten ging
het steeds moeilijker en men wist in ban
kierskringen wel, dat het met de liquiditeit van
Scheurleer er niet altijd best voorstond. Vooral
nu de visscherij in zoo moeilijke omstandighe
den verkeert, werd Scheurleer de dupe van het
niet terugbetalen van credieten door derden.
Zoo is de firma, buiten haar directe schuld,
voor zoover insiders op het oogenbl'v althans
daarover kunnen oordeelen, in moeilijkheden ge
raakt. De surséance-aanvrage was behalve voor
enkele ingewijden voor iedereen eén
groote verrassing
Had de firma tijdig met de vrienden-relaties
overleg gepleegd, wellicht had er nog een weg
gevonden kunnen worden om deze gebeurtenis te
voorkomen.
Reeds eenige jaren was het bankiershuis bezig
zich op kleiner schaal in te stellen.
Eenige Jaren geleden was het kantoor reeds
gesplitst in de firma Scheurleer Zoonen te
's Gravenhage en Scheveningen en de N.V.
Scheurleer Zoonen's Bank, welke laatste kan
toren in Gouda, Delft, Dordrecht en nog eenige
andere plaatsen had. Sinds eenigentijd was
deze laatste vennootschap in liquidatie.
De oude firma zelf kromp echter ook meer en
meer in. Naar verluidt, zou één der directeuren
binnenkort uit de zaak treden, terwijl ook
eenige procuratiehouders de zaak zouden gaan
verlaten.
Te Erika heeft Zaterdagmiddag een droevig
ongeluk plaats gehad. Twee tienjarige meisjes,
dochtertjes van L. Vos en J. Schepers, zijn nabij
de woning van eerstgenoemde tengevolge van
een windvlaag in het kanaal geraakt en beiden
verdronken. Het lijkje van het kind van Sche
pers werd spoedig opgehaald. Naar dat van het
andere kind is tot Zondagmiddag tevergeefs ge
dregd.
Nader meldt men nog uit Erica, dat de beide
meisjes, die in het Baggeroosterveen te Erika
verdronken zijn, de tienjarige Willempje Vos,
op twee na het jongste van acht kinderen uit
het arbeidersgezin Vos en de achtjarige Aaltje
Schepers, de jongste van zes kinderen, even
eens uit een arbeidersgez waren. Zij speelden
samen buiten en werden overvallen door he
vige windvlagen, gepaard gaande met zwaren
regenval. Om zich daartegen te beschermen
sloegen de meisjes het manteltje van één harer
over haar hoofdjes. Waarschijnlijk doordat het
kleedingstuk den kinderen voor de oogen is ge
waaid, zijn zij in het kanaal geloopen. Zondag
avond is het lijkje van het meisje Schepers ook
gevonden.
Zaterdagavond is Else Hannesen na haar
zwerftocht te Den Haag teruggekeerd, in gezel
schap van haar vader en zuster. Zü verkeert in
goeden welstand, maar is natuurlijk wel wat
vermoeid van den fietstocht en ook een beetje
overspannen. Rust is dan ook den eersten tijd
geboden.
De tocht.
Zondagmiddag heeft een verslaggever van
„Het Vaderland" bi) een kort bezoek aan de
familie Hannesen de mededeeling van de be
houden thuiskomst gekregen van haar vader
en zusje, die zoo bereidwillig waren iets verder
over het avontuur van Else te vertellen. Zooals
men weet, is het meisje op Vrijdagmorgen 1
April om 7 uur op de fiets vertrokken. Niemand
kon toen denken, dat zij niet over een uurtje
terug zou keeren, omdat zij vrij geregeld in de
ochtenduren een fietstochtje ging maken. Toe
spelingen op een vlucht van huis had zij nim
mer gemaakt en een zwerflustige natuur had
zij zoover de familie wist ook niet. Zij
was echter wel altijd wat stil en in zichzelf ge
keerd. De ongerustheid was natuurlijk groot.
Niemand kon vermoeden waarheen het meisje
was vertrokken of wat haar bedoelingen kon
den zijn. Het eenige wat men wist was, dat zij
er met haar rijwiel vandoor was, geen bagage
bij zich had, zelfs geen hoed droeg en dat zij
niet meer dan twee guldens en nog een paar
dubbeltjes bij zich had. Het signalement werd
door de radio en de pers verspreid, de politie
stelde een onderzoek in en zoodoende kwam
men aan de weet, dat het meisje door Stomp-
wijk was gekomen en in de buurt van Voorburg
was geweest. Verder niets. Reeds werd gevreesd,
dat het meisje een ongeluk moest zijn over
komen, toen op Donderdag by de familie de
blijde tqding binnenkwam, dat zy in Frankrijk
vertoefde, waar zy zich bij de politie te Epinay
had aangemeld.
By boeren overnacht.
Het meisje was, nadat zy zich bij de politie
had aangemeld, in een klooster te Epinay on
dergebracht. Daar hebben dan ook de vader en
het zusje haar afgehaald. Over Parys werd
daarop de terugreis aanvaard, nadat eerst nog
eenige pasformaliteiten waren vervuld, daar
Else er zonder paspoort op uit was getrokken.
Veel inlichtingen over den tocht konden de
familieleden ons niet geven, ten eerste omdat
het meisje ten slotte geen „byzondere" dingen
heeft beleefd en ten tweede, omdat zq nog te
zenuwachtig was, om een uitvoerig verhaal van
haar zwerftocht te doen. Trouwens, de familie
staat zelf nog voor een raadsel, wanneer zy de
vraag wil beantwoorden, hoe het meisje er toe
gekomen is om er vandoor te gaan. Zij is over
Delft, Rotterdam, Dordrecht naar den Moerdijk
gefietst, waar zij met de pont is overgestoken.
Daarop reed zy naar de grens, welke zij in de
buurt van een klein plaatsje is overgetrokken.
Waar zij de grens is overgegaan, wist zy zich
niet precies te herinneren. Zij heeft bij het
passeeren geen douane gezien en is dus ook niet
aangehouden. Het was nog Vrydag toen zij
reeds in België was. Zij is daarop België door-
gefietst en kwam aan de Fransche grens. Ook
deze wist zy zonder pas te overschrijden. De
douane heeft haar gevraagd of zij iets te de-
clareeren had en toen zij antwoordde geen ba
gage by zich te hebben, liet men haar gaan.
Waarschijniyk hebben de douanen gedacht, dat
dit meisje op de fiets met een regenjas, geen
bagage en zelfs geen hoed, een bewoonster was
van een der grensdorpen, dié een boodschap in
een ander dorp ging doen. Daarop is de zwerf
tocht doorgegaan, totdat zij te Epinay naar de
politie ging.
Hoe zy de grens overkwam.
Op onze vraag vertelde ons haar zuster, dat
Else 's nachts onderdak had gevraagd bq boe
ren, wat haar telkens bereidwillig werd gegeven.
Ook kreeg zy meestal te eten. Van haar beetje
geld kocht zij ook nu en dan eetwaar, zoodat
zq geen honger heeft geleden. Toen zq bij de
politie te Epinay kwam, waren de twee guldens
en de dubbeltjes op. Bovendien had het meisje
heimwee gekregen en spijt, dat zq er vandoor
was gegaan.
De oorzaak van haar zwerftocht moet gezocht
worden in de moeilqkheden bij haar studie.
Else is leerlinge van de vierde klas van een
H.B.S. Haar laatste rapport was lang niet goed
en zij had zich voorgenomen om in de Paasch-
vacantie hard te werken en dan den achter
stand in te halen. Zq moet moedeloos zqn ge
worden bq de gedachte, dat zq de slechte cqfers
vóór den overgang wel niet meer zou kunnen
ophalen. Plotseling schijnt toen de gedachte by
haar te zyn opgekomen, dat zy er uit wilde,
heelemaal van de studie af. En in zoo'n bui
van weg-te-willen-zijn van alle narigheid is zq
er opeens vandoor gegaan. Nadat zq een paar
dagen weg was, kwam reeds het verlangen om
terug te gaan, maar toen durfde zij nog niet.
Donderdag was echter het laatste geld op en
werd het heimwee sterker, evenals het besef,
dat zq een domheid had begaan. Daarop meldde
zij zich bq de politie.
Haar zusje vertelde verder, dat Else voor
eerst niet naar school terugkeert, maar eerst
eens goed zal moeten uitrusten, om de emoties
van haar zwerftocht te boven te komen. Zij is
echter lichamelijk goed gezond en ook de zenu
wen zullen met wat rust wel weer in orde ko
men. Dat het meisje trouwens over een sterk
gestel beschikt, bewyst wel de lang niet ge-
makkelqke zwerftocht, dien zy toch een aantal
dagen heeft weten vol te houden en de groote
afstand, dien zq op haar rqwiel hierbij heeft
afgelegd.
De commissaris van politie te 's-Gravenhage,
de heer Kramer, heeft hedenochtend het acht
tienjarige meisje Else Hannesen gehoord in ver
band met haar verdwijning gedurende een week.
Bq dit verhoor is komen vast te staan, dat er
geen sprake is van ontvoering of onttrekking
aan de ouderlqke macht van het meisje.
Ternauwernood verlost van de inbraak-manie
van verleden jaar, is thans weer een ander com
plot van jeugdige zondaars, te Amersfoort
„werkend" onder een „leider" van.... 14 jaar!
Het viel de politie in den laatsten tqd op,
dat winkeliers herhaaldelqk klaagden over
vermissing van artikelen uit hun winkel.
Zaterdagavond liep een winkelier in de Bee-
kensteinschelaan op het overgaan van de schel
zijn winkel in en zag nog juist twee jongens
ijlings wegsnellen. Toch wist deze man de po
litie zoodanige aanwqzingen te geven, dat deze
twee veelbelovende zoons zijn aangehouden.
Den geheelen Zondag was 't een geloop aan
het politiebureau, want het bleek, dat hier weer
een heele bende opgespoord was. De „leidende
hand" was hier de 14-jarige E. K. Negen jon
gens van 1014 jaar waren er in betrokken.
Ze hadden een roovershol in de bosschen van
„De Treek", waar ze hun buit verstopten. Deze
bestond uit goederen van den meest uiteenloo
penden aard: een gouden ring, bananen, een
klokje, 100 eieren, voetballen, weggehaald van
de markt, boren, zagen, vijlen, beitels, een
moker, stopflesschen met drop, doozen cigaret-
ten waaronder van 2.50 per stuk toffees,
chocolade, enz. Op een goeden dag was echter
alles verdwenen, zooals zij zeiden.
Ze gingen bij hun eerbaar bedrijf als volgt
te werk; 4 jongens gingen op pad, twee op uit-
kqk, twee stapten dan een leegen winkel binnen,
gapten daar vlug weg wat van hun gading was
en waren weer verdwenen, voordat de winkelier
in zijn zaak verscheen.
De politie heeft proces-verbaal opgemaakt.
Vrijdagnacht is te Kerkrade ingebroken in
het mode-magazijn van den heer Eugène
Dohmen, Hoofdstraat. De dieven, die een ruit
hadden uitgesneden, verdwenen met mede
neming van 45 M. zyden stoffen en 25 dames-
costumes.
Gramofoonplaten
6.25 Langenberg (473)
7.05 Parys (1725)
8.00 Hilversum, VARA
8.15 Huizen, NCRV
10.40 Langenberg (473)
11.35 Brussel (508—338)
11.50 Parijs (1725)
1.05 Daventry (1554)
4.20 Brussel (508)
5.50 Brussel (508)
7.25 Rome (441)
10.30 Huizen, NCRV
11.00 Hilversum, VARA
Concerten
9,00 Hilversum, VARA, Amsterdamsch
Solistenkwartet o.l.v. L. Cohen.
10.00 Huizen NCRV-dameskoor
10.15 Hilversum, VARA, Amsterdamsch
Solistenkwartet o.l.v. L. Cohen
11.00 Huizen, NCRV, Concert
11120 Kalundborg (1153) Concert uit Res
taurant -,,Wivex"
12.00 Hilversum, VARA-septet o.l.v. Is. Eyl
12.15 'Huizen, NCRV, Concert (viool en fluit)
12.20 Daventry (1554) Orgelconcert G. Mac
Lean
12.20 Langenberg (473) Concert o.l.v.
Ej'soldt
1.50 Daventry (1554) Concert
2.50 Kalundborg (1153) Omroeporkest
o.l.v. Gröndahl
3.00 Huizen, NCRV, Concert „Hendriks
Trio"
3.50 Daventry (1554) Sted. Orkest Bourne
mouth
4.20 Brussel (338) Dansmuziek Uit hotel
Atlanta
4.20 Langenberg (473) Concert uit Miin-
chen
5.05 Daventry (1554) Orgelconcert
5.30 Hilversum, Vara-orkest, o.l.v. Hugo
de Groot
7.00 Hilversum, VARA, Joodsch uurtje
7.20 Brussel (508) Vroohjk uurtje
7.20 Brussel (338) Viool en piano recital
7.50 Langenbeerg (473) Concert uit Keu
len
8.00 Huizen, NCRV, Concert door de H.O.V.
o.l.v. M. Adam
8.20 Brussel (338) Concert uit Antwerpen
8.35 Daventry (1554) B.B.C. Symphonie-
orkest o.l.v. H. Wood
9,50 Kalundborg (1153) Kamermuziek
9.50 Langenberg (473) Dansmuziek door
Marek Weber en zqn orkest
10.20 Kalundborg (1153) Dansmuziek
11.05 Daventry (1554) Sydney Kyte's Band
Tooneel en Opera
8.00 Hilversum, VARA, van uit het Con
certgebouw te Amsterdam. Oratorium Ju
das Maccabëus. Hëndel
8.55 Z e e s e n (1635) „Nudja", Opera in 4 ac-
ten van R. Lanckner
Voordrachten enz.
5.00 Huizen, NCRV, kinderuurtje
6.00 Huizen, NCRV, Voor de landbouwers
Persberichten
10.00 Huizen, Vaz Dias
10.45 Hilversum, Vaz Dias
Door de politie te Nymegen is in samenwer
king met de postautoriteiten gearresteerd de
conducteur der brievenmalen J. O. uit Rotter
dam, die ervan verwacht werd al geruimen tqd
uit de postzakken brieven met geld te ont
vreemden. De man werd in Nqmegen op hee-
terdaad betrapt, bekende en werd aan de ju
stitie te Arnhem overgeleverd.
Voor zoover bekend, moet hy reeds in veertig
gevallen verduistering gepleegd hebben.
De kerktoren stond boven op den heuvel aan
't einde van het dorp; de wervelwind blies en
floot door z'n open galmgaten. Eindelqk werd
het den kerktoren al te bar en hy zei:
„Nu, nu, zacht wat! M'n hoofd doet er pijn
van. Het zou er nog op uitdraaien dat je m'n
klokken aan 't luiden bracht, zoodat de men-
schen zouden meenen, dat ze naar de kerk
moesten."
„Dat zou ik alleraardigst vinden," lachte de
wervelwind, „als ik jou op je ouden dag er nog
toe kon krqgen grappen uit te halen. Kom
aan, laat ik het eens probeeren!"
„Ben je mal?" riep de kerktoren. „Zoo'n
landlooper als jy verbeeldt zich zeker, dat hij
zich alles mag veroorloven! Je hoort hier niet
eens thuis! Ik daarentegen heb hier een vaste
aanstelling. Ik ben een monument, 't Zou een
mooie geschiedenis zyn, als ik door jou
dwaasheden, wegens plichtsovertreding, in de
krant zou komen te staan! Dat is me maar
eens in m'n leven overkomen, en, al zeg ik
het zelf, op een hoogst eervolle manier. Er
waren twee geleerden, die er hevig over twist
ten, of ik in de 13de of in de 14de eeuw ge
bouwd was. Daardoor kwam ik in de krant."
„Wat ben je toch een vervelende, oude zeur
kous," schamperde de wervelwind; „ik sta bqna
eiken dag in de krant, zoowel hier als in 't
buitenland. Nu eens gooi ik een ouden schoor
steen om, dan weer wakker ik den een of an
deren brand aan; nu eens blaas ik de ruiten
van een kerk in, dan weer blaas ik den koning
den hoed van 't hoofd."
„Mag ik je verzoeken met wat meer eerbied
over dergelqke dingen te spreken," vroeg de
kerktoren.
„Och wat; ik heb zelfs kronen van konink-
lqke hoofden geblazen...."
„Neen, nu wordt het toch 5,1 te kras!"
„Ha, ha!" lachte de wervelwind.
„Arme, oude toren! Intusschen heb jij hier
sinds de 13de of 14de eeuw al maar op dezelfde
plaats gestaan, 't Is me een pleiziertje! Een
armzalig eentonig leven!"
„Wat begrypt zoo'n winderig schepsel daar
nu van," bromde de kerktoren beleedigd. „Ik
verheug mij erover, dat ik m'n leven lang met
al m'n collega's in de buurt in een vreedzame
verstandhouding heb geleefd. Daar ginds, in 't
Westen, zie ik op een afstand van een halve
myi m'n jongeren broeder, den toren van Nijd-
loos; in 't Noorden' drie kwartier hier van
daan, den toren van Eoosloos, en op zij daar
van, links, is by heldor weer, heel flauwtjes,
m'n hooggeachte superieur, de toren van den
Gelqk destqds reeds is vermeld, deed een
groentenhandelaar op het Oranjeplein te
's Gravenhage, op 21 December 1.1. aangifte van
diefstal van geld (ladelichting), gepleegd door
een onbekenden man. Deze deed zich n.l. als
reiziger voor en wilde aardappelen koopen,
waarna de winkelier even in de buurt ging
telefoneeren met een van zqn leveranciers. De
onbekende man, die alleen in den winkel
achterbleef, begaf zich achter de toonbank en
haalde geld uit de lade. De vrouw van den
groentenhandelaar overviel den man, waarna
een worsteling plaats had, waarby de vrouw
kwam te vallen over een zak met aardappelen.
Tydens de worsteling wierp de ladelichter een
gedeelte van het door hem ontvreemde geld
op den grond, toen wist hy te ontkomen.
Thans is gebleken, dat een 33-jarige bloe
mist, op het oogenblik wegens een ander feit
gedetineerd in de Strafgevangenis te Scheve
ningen, zich aan dezen diefstal heeft schuldig
gemaakt. Tevens wordt hy verdacht van dief
stal van twee coupons stof en van een party
sigaretten, die hy heeft ontvreemd uit den
winkel van een perceel, waarin hij op kamers
woonde.
Voorts wordt hy ervan verdacht, zich op ver
schillende plaatsen in de omgeving aan lade
lichting te hebben schuldig gemaakt.
dom te zien. In 't Zuiden ziet men den toren
van Elimwijk en in 't Oosten dien van Dom-
wijk. Ik herinner me nog als den dag avn gis
teren, dat ik 87 jaar geleden mijn ambtsbroe
der te Domwijk m'n brandspuit moest leenen,
omdat er bq hem brand was. Terwijl jij, wer
velwind, opschudding en spektakel maakt, is er
tusschen mq en m'n broeder geen onaange
naam woord gevallen."
„Nu, dat wil ik graag gelooven". spotte de
wervelwind. „Jullie hebt honderden jaren ach
ter elkaar altijd maar op dezelfde plaats en in
dezelfde richting elkaar staan aanstaren; op
die manier moest je van pure verveling wel
stapelgek worden. Nu, dan heb ik het anders,
dat verzeker ik Je. Ik heb heel wat gerend en
ik heb alles van alle hoeken en kanten beke
ken. Ik beleef nog eens wat. Ik leef mee met
het land, waarin ik waai. Ik ben gloeiend heet
in Afrika en qskoud aan de Noordpool; in
de woestqn voer ik zand mee en in Engeland
steenkolenrook. Vannacht moet ik den Atlan-
tischen Oceaan over, want morgen moet ik
in Amerika zijn!"
„Hu!" rilde de kerktoren.
,,Ja, nietwaar? Dat is een ander leventje! Op
zoo'n manier voer je ten minste nog wat uit in
je leven!"
„Voer je wat uit! Hoe durf je zoo iets zeg
gen. Heb je ooit iets anders dan kwaad ge
daan?"
„Noem je het dan kwaad doen," vroeg de
wervelwind, „dat ik alles over de huizen heen
blaas, wat niet op z'n eigen beenen kan staan?
Dat ik in den herfst de verwelkte bladeren
van de boomen schud?
En ik zeg je, dat ofschoon het heele
bosch zucht en klaagt als ik er doorheen
ruisch, het mq in 't voorjaar er toch dankbaar
voor is, dat ik plaats heb gemaakt voor nieuwe
bladeren. De boomen zijn niet zoo stijf als jij.
Noem jij het kwaad doen, wanneer ik op m'n
reizen bloemen, kiemen en zaden van het eene
land naar het andere meeneem?"
,,'t Is ook wat moois," bromde de kerktoren.
„Neen, m'n ouwe vriend," hernam de wer
velwind, en ditmaal weer wat harder, „ik ben
het, die voor afwisseling zorg; ik ben de geest
van den vooruitgang. Het kan zqn dat je al
heel oud bent. maar ik ben toch nog veel. veel
ouder; ik ben precies zoo oud als de wereld,
en dan ben ik heel wat flinker op de beenen
en heel wat bedrqviger dan jy. Ik ben een
macht, ik ben een beginsel!" en de wervel
wind lachte overmoedig.
„Jij een beginsel!" barstte de kerktoren vol
verbittering los. „jy, het meest gewetenlooze
van alles op de wereld; jq, wien het aan eiken
vasten grondslag ontbreekt. De predikant zegt
immers van je, dat men niet weet, van waar
je komt en waarheen je gaat. Neen, hoor, ik
ben een beginsel. Ik ben historisch. De steenen,
waarvan ik ben gebouwd, zijn uit de rotsen
gehouwen. Jq zwerft rond, zonder plan, zonder
doel, alleen, omdat je niets dan wind bent. Ik
daarentegen sta vast op mijn plaats, hoe fel
de wind ook mag waaien, ja, dat doe ik. jy
beweegt je toch maar dwars over de aarde heen,
zooals de dieren, maar ik richt me op, evenals
de menschen, naar omhoog!"
„Nu, kerktoren, ik heb er genoeg van met
jou te praten. Streef jq maar naar omhoog
zooveel je wilt, je komt er tóch geen centi
meter hooger door. De tijd gaat voor mq ver
bazend gauw voorbij, omdat ik zoo'n haast en
altyd zooveel werk heb. Dus het zal voor my
maar een poosje duren, eer ik je zie omvallen!"
„Denk je dat? Nu, dat zullen wé 'eens zien."
,,Ja, dat zullen wq zien. En voordat ik nu
weer wegga, mocht je me wel eens bedanken,
omdat ik je een beetje heb wakker geschud en
de spinnewebben uit de hoeken en gaatjes van
je ouwe hoofd heb weggevaagd. Nu, tot weer
ziens, ik moet verder."
En weg vloog de wervelwind, in zoo'n razen
de vaart, dat de kerktoren bijna buiten adem
raakte en moeite moest doen om rechtop te
blqven staan.
„Goddank, dat hy weg is," zei de toren,
„maar het is toch wel eens aardig, van tijd tot
tijd een praatje met dien wervelwind te hou
den. En hq kan heel aardig praten, dat kan hq."
65. Nu waren ze op bet water. De wind deed zijn best het kleine
bootje heen en weer te laten schudden. Jaap deed net of ie wel
gewend waa aan dergelqke stormen, maar hq had het stiekum
benauwd. Zelfs toen het bootje omsloeg deed ie zqn mond niet
open, maar greep vlug naar het stuk hout, dat nog boven water
uitstak en klampte zich er aan vast.
66. Na een heele hoop moeite en twee dagen zwerven over de woeste
rivier, kwam Jaap de Bie in een land aan, waar zulke groote
bloemen stonden, dat zelfs Jaap moeite had al de honing er uit
te zuigen. „Ik heb een vermoeden, dat hier heelemaal geen
wespen huizen," zei Jaap in zichzelf en triomfeerend huppelde ie
door velden en rekende al uit hoeveel korven er gevuld konden
worden met al dat lekkers.
UiilllllllililUMIIIII
80.
Zorg nu vooral dat je Je niet overwerkt!
had lady Murray op zekeren morgen gezegd,
toen ze Carina reeds vroeg aa hare schrqf-
tafel vond, waarop een groot aantal versch ge
schreven veilen papier lagen.
Heur haren waren een weinig verward, en
de scheppingsdrang scheen haar weer geheel
in haar macht te hebben. Ze staarde haar tan
te aan en zei:
Richard Grove had geiyk een te lange
Xast is een vergissing. Men raakt er heelemaal
uit, de techniek is men kwyt. De vrees om te
verouderen is, geloof ik, een idee van den
nieuwen tyd. Waren Raphaël of Michel Angelo
of Bernini bang te zullen verouderen? Zie
maar eens wat zy geproduceerd hebben!
Dat is allemaal goed en wel, lieve. Maar
dat waren mannenmerkte lady Murray op.
April was gekomen met zyn weelde van
bloemen en rozen, zijn jonge, frissche groen,
als een kleed uitgespreid over de Campania.
Maar tegen het midden der maand was het
plotseling heet geworden, en lady Murray
vreesde dat het hare nicht zou uitputten. Doch
integendeel scheen Carina er nog door te wor
den geprikkeld tot een hernieuwde ontplooiing
van energie.
Lieve tante Nora ik wil spoedig ge
reed komen. Ik ben altyd bang dat er iets in
den weg treedt, en me het werken belet. Ik
geloof dat ik nog nooit aan een boek begon
nen ben zonder dat ik de gedachte ik zal
niet zeggen de vrees had, dat ik niet den tyd
zou hebben, het te eindigen. En dit boek moest
voor den herfst klaar zyn. Ik heb erover aan
Swaine geschreven, en hq stelt me dezelfde
schitterende condities voor als bij het vorige
boek. En ik heb de uitgaverechten verkocht
Richard Grave heeft er voor gezorgd.
Ze hechtte de verschillende bladen aaneen
met de zorgvuldigheid die al haar bezigheden
kenmerkte.
Ik zou Richard wel hebben willen spreken,
voegde zy er by.
Ik geloof dat hy wys heeft gedaan niet te
komen, zei lady Murray, met beslistheid. Na
tuurlijk was het onzinnig een man, oud ge
noeg om je vader te kunnen zyn maar Jim
was altyd geneigd om jaloersch op hem te zyn!
Tante Nora was een practische vrouw, die
wel wist, dat vrouwen, die gescheiden leven
van haar echtgenooten, niet voorzichtig ge
noeg kunnen zijn, vooral wanneer zij jong en
schoon zijn. Het was ongetwqfeld ook daarom
dat zq besloten had, den heelen zomer by Ca
rina in Rome te blqven, ondanks de hitte. Zelfs
indien er geen baby werd verwacht, zou zq haar
niet alleen hebben kunnen laten.
De hoop van een verzoening, welke lady Mur
ray geruimen tqd gekoesterd had, was aanmer-
kelqk verminderd. Wanneer de baby kwam
misschien. Maar dat zou eerst tegen einde
Augustus zijn.
Ik wil dat mqn zoon in Rome geboren
wordt! had ze haar tante gezegd.
Lady Murray stond erop, dat zq eiken mid
dag een wandeling met haar zou maken. Ca
rina wilde niet meer naar den Pincio of de
tuinen van villa Borghese, en zoo wandelden
zy bijna onveranderlqk de Romeinsche Cam-
pagna in, en genoten er van de koele avond
lucht. Tony was steeds van de party. Carina
had juffrouw Jackson naar Linfold terugge
zonden, en had een Itallaansche bambinaia ge
nomen om op Tony te passen.
Jim wilde niet dat ik een katholieke kin
dermeid had op Linfold, merkte ze op zeke
ren dag op, maar thans kan IV- doen zooals ik
verkies.
Het boek was in Juni gereed, Lady Murray
was biy toen de copie naar Londen en New-
York gezonden was. Het was juist toen ont
zettend warm in Rome, de zon brandde uren
achtereen op straten en pleinen, en naarmate
haar boek zqn voltooiing naderde, was Carina
bleeker en lusteloozer geworden. Hoewel zy het
niet liet biyken verlangde zij naar huis: dat
maakte haar ziek. Ze verlangde naar de koele
bosschen van Linfold, naar de zee, naar de ver-
frisschende zeebries.
Lady Murray had reeds meermalen het er
langen te kennen gegeven naar Londen terug
te keeren, maar Carina was zeer beslist op
dat punt. Ze was niet van plan naar Engeland
terug te keeren, tenzq Jim naar haar verlang
de en haar verzocht weer naar Linfold te ko
men. Ze wilde voor haarzelf en haar kinderen
een tehuis in Rome stichten.
En gy weet, dat ge niet by me behoeft te
biyven, als ge niet wilt, na de geboorte van
baby. Ik ben niet onzelfzuchtig genoeg om u
te laten gaan vóór dien tyd, lachte Carina.
Liefste, ik zou er niet aan denken, je te
verlaten, verzekerde lady Murray met warmte.
Ze sloeg haar gade, toen zq op een avond
voor het venster zat en een naderend onweer
hen gedwongen had, binnen te blqven. Cari
na's handen lagen stil en lusteloos in haar
schoot. Nooit had zy zich als thans gevoeld,
lusteloos, byna levenloos, alsof alle leven haar
verlaten had. Een dof berusten scheen in de
plaats gekomen te zyn van de vervlogen hoop
op een spoedige verzoning, al was die nim
mer heel groot geweest. Ze gevoelde zelfs niet
eens dat ze Jlm toch wel heel erg miste. In
den beginne had zy het wel vreeseiyk gevon
den zonder Jim, doch thans was zij te ver
moeid. Wanneer zy dacht aan de vreugde,
welke zq gesmaakt had vóór de geboorte van
Tony, verwonderde het ha. thans, dat niet
dezelfde verwachtingen haar het leven drage-
ïyker maakten. Zou de oude lief voor haar in
Jim onwaken, wanneer zy hem een zoon
schonk? Neen, die was schynbaar voor altyd
vergaan, zonder voorafgaande waarschuwing, in
één uur tqd, als het ware. Niets was in staat
die gedoofde assche weer te doen opvlammen.
Bovendien, zq was vast besloten, het nieuws
zoo lang mogelqk voor hem verborgen te hou
den. Ze was overtuigd, dat haar niets ergers
kon gebeuren, dan dat Jim, nog steeds even
liefdeloos, ja, haar hatend, haar zou kunnen
verplichten terug te keeren, uit zuiver conven-
tioneele beweegredenen, en om zqn kinderen
weer bq zich te hebben.
Ook leefde nog steeds in haar de vrees, dat
ééns in de toekomst hy nog eens komen zou
om de kinderen van haar weg te nemen. Had
hy haar niet gezegd, dat hh Tony bq haar
gelaten had omdat zy nog te jong was om van
haar moeder te worden gescheiden? Maar als
Tony dan ouder geworden was?
Toen ze daaraan dacht, verloor Carina byna
den moed
Haar eerste zoon werd in de eerste dagen
van September geboren. Ook daarna bleef die
oude lusteloosheid haar bij, waaruit niets in
staat was, haar op te wekken. Lady Murray
was er niet over te spreken en nam haar eenige
weken mee naar de kust. Maar Carina scheen
zoozeer naar Rome terug te verlangen, dat het
verbiyf aan zee moest worden bekort.
Het kind kreeg den naam van Innocentius,
en was het evenbeeld van zyn moeder; hij had
haar gouden haar, haar blanke huid, en don
ker bouwe oogen, meer zooas Peter. Hy was
liever dan Tony, die, naarmate zy ouder werd,
meer en meer op haar vader gin geiyken.
Carina verloor haar kinderen bqna geen
oogenblik iet het gezicht: nacht en dag hield
zq ze by zich. Hoe lady Murray ook protes
teerde, het hielp niet. Carina liet zich van dit
punt niet afbrengen. Het was bijna alsof zy
vreesde dat hen iets kwaads overkomen mocht. -
Haar nieuwe boek: „Gaven en Offers" ver
scheen in het begin van den herfst. Richard
Grove schreef haar over de ontvangst en het
succes met ware geestdrift.. Het financieele
succes was veel grooter dan by een van haar
vorige werken. Ze vroeg zich af, of Jim de
groote advertenties niet had gelezen in de dag
bladen: Nieuwe roman, door Carina Ramsden.
t"-~r misschien -s I j te or- rschillig om het
zelfs maar vervelend te vinden.
Jim Mallory gaf geen enkel teeken van leven-
ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
By de nadering van het Kerstfeest was Peter
Mallory weer naar Linfold teruggekeerd. Jin»
had hem een belofte afgeperst, dat, voor zyn
vertrek uit Woolwich, hij geen enkelen stap zou
doen inzake zqn bekeering tot het katholicisme-
De jongen had toegegeven aan het verlangen
van zqn vader in de naieve veronderstelling
dat dit zqn vader ertoe tzou doen besluiten
Carina terug te roepen. Het was dan ook een
bittere teleurstelling voor hem, toen hq bemerk
te, dat zyn vader in het geheel niet van plan
was, Carina weer tot zich te nemen. Integendeel,
meer dan ooit scheen deze bzsloten, allen om
gang tusschen haar en zijn zoon te voorkomen-
(Wordt vervolgd)-