SCHEURLEER SLUIT DE LOKETTEN Else Hannesen thuis De wervelwind en de kerktoren Langs Donkere Paden In het water gewaaid DE VIJANDEN VAN HET lUENDOIR.P' RADIO-PROGRAM DINSDAG 12 APRIL Surséance van betaling gevraagd Groote ontsteltenis Twee kinderen verdronken Een tijdje vacantïe 1 FEUILLETON DUITSCH STOOMSCHIP GESTRAND Bij Ameland Gen sprake van ontvoering Woensdag 13 April JEUGDIGE DIEVENBENDE Jongens van twaalf jaar Een filiaal? POSTBEAMBTE GEARRESTEERD Veertig verduisteringen gepleegd VERHAAL VAN DEN DAG GERAFFINEERD LADELICHTER iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinniiiiiiiniiniiiiiifiiiininiiniiiiiiiMniiiiiiiniiniiiniiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii De bankiersfirma Scheurleer en Zoonen te 's Gravenhage deelt mede, dat zij tot haar leedwezen genoodzaakt is, haar kantoren te Den Haag en Scheveningen te sluiten en dat zij bij de Arrondissementsrechtbank een ver zoek tot surséance van betaling zal indienen Zij stelt er prijs op, reeds nu te verklaren, dat de aan haar administratie toevertrouwde effecten volledig aanwezig zijn. Een groote ontsteltenis is hedenochtend bij een aanzienlijk deel der Nederlandsche bevol king gewekt, toen bekend werd, dat het oude bekende Haagsehe bankiershuis Scheurleer en Zoonen, gevestigd Wagenstraat—Spuistraat, zijn kantoren zou sluiten en surséance van betaling zou aanvragen. Wij hebben getracht bij de di rectie van het bankiershuis nadere inlichtingen te verkrijgen omtrent de oorzaken, welke tot dezen voor de firma zoo pijnlijken stap geleid hebben. In verband echter met het indienen van de surséance-aanvraag, welke heden zou ge schieden achtte men het echter Juister, op het oogenblik daaromtrent geen publicaties te doen en dit over te laten aan de rapporten, welke door den te benoemen bewindvoerder t.z.t. zul len worden uitgebracht. Op onze vraag of er directe redenen geweest waren, welke tot de surséance-aanvraag geleid hebben, werd ons echter met de meeste stelligheid verzekerd, dat dit niet het geval was. De firma is ten gevolge van de algemeene wereldcrisis in steeds moeilij ker omstandigheden geraakt; de huidige eco nomische toestand maakte het schier onmoge lijk bankzaken te drijven op den ouden voet, zooals de firma Scheurleer dat gewoon was. Tot het jaar 1928 waren de zaken zeer bevredigend en kon het huis inderdaad „een mooie zaak" genoemd worden, waar de familie Scheurleer een groot vermogen in verdiend had, dat zij echter zoo goed als geheel in de zaak gelaten heeft. Na genoemd jaar echter gingen de zaken achteruit en de groote restrictie, welke thans allerwegen wordt toegepast, maakte het verkrij gen van hulp steeds moeilijker en op het laatst zelfs uitgesloten. Men verzocht ons echter de pertinente ver zekering te publiceeren, dat de zaken der firma absoluut in orde zijn en dat er niets gebeurd is, wat het licht niet mag zien. Merkwaardige geschiedenis. Het bankiershuis Scheurleer heeft een zeer merkwaardige geschiedenis, waarover bij ver schillende gelegenheden interessante overzich ten gegeven zijn. Wij mogen hier slechts ver melden, dat het bankierskantoor in 1804 opge richt is, maar dat vóór dien tijd de naam Scheurleer reeds jaren lang verbonden was aan een eveneens alom bekend notaris-kantoor Uit dit notaris-kantoor is in genoemd jaar de bankiersfirma voortgekomen, welke tot heden toe door een Scheurleer is geleid. Een groote vlucht heeft men nooit genomen, maar wel heeft de zaak zich alom in den lande een grooten roep van bedachtzaamheid en solidi teit verworven; Een enkele maal kwam de naam Scheurleer op den voorgrond, niet het minst bij het bekende proces Slavenburg- Scheurleer, dat eenige jaren geleden groot op zien gebaard heeft. De heeren Scheurleer heo- ben steeds tot de vooraanstaande '-«urgers van Den Haag behoord. Voor eenige jaren is dr. D. F. Scheurleer over leden en werd toen opgevolgd door de beide te genwoordige firmanten, zijn zoon W. M. Scheur leer en zijn neef dr. C. W. Lunsingh-Scheur- leer. Voorts zijn m. S. de Meester en mr. A. Diemer Kool procuratiehouders met den titel van directeur. Om op alle gebeurtenissen voorbereid te zijn waren hedenochtend voor de beide ingangen van de kantoren aan Spuistraat en Wagenstraat politieposten geplaatst. Er was echter niets bijzonders te doen en alles bleef volmaakt rustig. Wel vervoegden zich verschillende personen ten kantore, maar de deuren bleven gesloten. Nadere bijzonderheden. In verband met de surséance-aanvraag van de firma Scheurleer Zoonen werden ons nog van vooraanstaande financieele zijde de vol gende bijzonderheden verstrekt: Scheurleer was een belangrijke commission- nair in effecten. Zijn werkzaamheden op dit ter rein waren veel en velerlei. Maar behalve deze Hedennacht strandde op het Bomrif (N.W. Ameland) het Duitsche stoomschip „Nobis" van Stettin, geladen met steenkolen. De bemanning is nog aan boord. De sleepboot „Oceaan" van de firma Doeksen heeft getracht het schip vlot te brengen, tot dusver echter zonder resultaat. De sleepboe „Texel" van dezelfde firma is ter assistentie uitgevaren. De stoomreddingboot „Insulinde" van Oostmahom blijft ter even- tueele assistentie bij de boot. functie was Scheurleer een belangrijk crediet- bedrijf, dat credieten verstrekte aan den mid denstand. Zeer belangrijke bedragen verstrekte het kantoor Scheurleer aan verschillende zaken in het bijzonder tuinderijen in de omstreken van Den Haag en reederijen te Scheveningen. Met de terugbejaling van deze credieten ging het steeds moeilijker en men wist in ban kierskringen wel, dat het met de liquiditeit van Scheurleer er niet altijd best voorstond. Vooral nu de visscherij in zoo moeilijke omstandighe den verkeert, werd Scheurleer de dupe van het niet terugbetalen van credieten door derden. Zoo is de firma, buiten haar directe schuld, voor zoover insiders op het oogenbl'v althans daarover kunnen oordeelen, in moeilijkheden ge raakt. De surséance-aanvrage was behalve voor enkele ingewijden voor iedereen eén groote verrassing Had de firma tijdig met de vrienden-relaties overleg gepleegd, wellicht had er nog een weg gevonden kunnen worden om deze gebeurtenis te voorkomen. Reeds eenige jaren was het bankiershuis bezig zich op kleiner schaal in te stellen. Eenige Jaren geleden was het kantoor reeds gesplitst in de firma Scheurleer Zoonen te 's Gravenhage en Scheveningen en de N.V. Scheurleer Zoonen's Bank, welke laatste kan toren in Gouda, Delft, Dordrecht en nog eenige andere plaatsen had. Sinds eenigentijd was deze laatste vennootschap in liquidatie. De oude firma zelf kromp echter ook meer en meer in. Naar verluidt, zou één der directeuren binnenkort uit de zaak treden, terwijl ook eenige procuratiehouders de zaak zouden gaan verlaten. Te Erika heeft Zaterdagmiddag een droevig ongeluk plaats gehad. Twee tienjarige meisjes, dochtertjes van L. Vos en J. Schepers, zijn nabij de woning van eerstgenoemde tengevolge van een windvlaag in het kanaal geraakt en beiden verdronken. Het lijkje van het kind van Sche pers werd spoedig opgehaald. Naar dat van het andere kind is tot Zondagmiddag tevergeefs ge dregd. Nader meldt men nog uit Erica, dat de beide meisjes, die in het Baggeroosterveen te Erika verdronken zijn, de tienjarige Willempje Vos, op twee na het jongste van acht kinderen uit het arbeidersgezin Vos en de achtjarige Aaltje Schepers, de jongste van zes kinderen, even eens uit een arbeidersgez waren. Zij speelden samen buiten en werden overvallen door he vige windvlagen, gepaard gaande met zwaren regenval. Om zich daartegen te beschermen sloegen de meisjes het manteltje van één harer over haar hoofdjes. Waarschijnlijk doordat het kleedingstuk den kinderen voor de oogen is ge waaid, zijn zij in het kanaal geloopen. Zondag avond is het lijkje van het meisje Schepers ook gevonden. Zaterdagavond is Else Hannesen na haar zwerftocht te Den Haag teruggekeerd, in gezel schap van haar vader en zuster. Zü verkeert in goeden welstand, maar is natuurlijk wel wat vermoeid van den fietstocht en ook een beetje overspannen. Rust is dan ook den eersten tijd geboden. De tocht. Zondagmiddag heeft een verslaggever van „Het Vaderland" bi) een kort bezoek aan de familie Hannesen de mededeeling van de be houden thuiskomst gekregen van haar vader en zusje, die zoo bereidwillig waren iets verder over het avontuur van Else te vertellen. Zooals men weet, is het meisje op Vrijdagmorgen 1 April om 7 uur op de fiets vertrokken. Niemand kon toen denken, dat zij niet over een uurtje terug zou keeren, omdat zij vrij geregeld in de ochtenduren een fietstochtje ging maken. Toe spelingen op een vlucht van huis had zij nim mer gemaakt en een zwerflustige natuur had zij zoover de familie wist ook niet. Zij was echter wel altijd wat stil en in zichzelf ge keerd. De ongerustheid was natuurlijk groot. Niemand kon vermoeden waarheen het meisje was vertrokken of wat haar bedoelingen kon den zijn. Het eenige wat men wist was, dat zij er met haar rijwiel vandoor was, geen bagage bij zich had, zelfs geen hoed droeg en dat zij niet meer dan twee guldens en nog een paar dubbeltjes bij zich had. Het signalement werd door de radio en de pers verspreid, de politie stelde een onderzoek in en zoodoende kwam men aan de weet, dat het meisje door Stomp- wijk was gekomen en in de buurt van Voorburg was geweest. Verder niets. Reeds werd gevreesd, dat het meisje een ongeluk moest zijn over komen, toen op Donderdag by de familie de blijde tqding binnenkwam, dat zy in Frankrijk vertoefde, waar zy zich bij de politie te Epinay had aangemeld. By boeren overnacht. Het meisje was, nadat zy zich bij de politie had aangemeld, in een klooster te Epinay on dergebracht. Daar hebben dan ook de vader en het zusje haar afgehaald. Over Parys werd daarop de terugreis aanvaard, nadat eerst nog eenige pasformaliteiten waren vervuld, daar Else er zonder paspoort op uit was getrokken. Veel inlichtingen over den tocht konden de familieleden ons niet geven, ten eerste omdat het meisje ten slotte geen „byzondere" dingen heeft beleefd en ten tweede, omdat zq nog te zenuwachtig was, om een uitvoerig verhaal van haar zwerftocht te doen. Trouwens, de familie staat zelf nog voor een raadsel, wanneer zy de vraag wil beantwoorden, hoe het meisje er toe gekomen is om er vandoor te gaan. Zij is over Delft, Rotterdam, Dordrecht naar den Moerdijk gefietst, waar zij met de pont is overgestoken. Daarop reed zy naar de grens, welke zij in de buurt van een klein plaatsje is overgetrokken. Waar zij de grens is overgegaan, wist zy zich niet precies te herinneren. Zij heeft bij het passeeren geen douane gezien en is dus ook niet aangehouden. Het was nog Vrydag toen zij reeds in België was. Zij is daarop België door- gefietst en kwam aan de Fransche grens. Ook deze wist zy zonder pas te overschrijden. De douane heeft haar gevraagd of zij iets te de- clareeren had en toen zij antwoordde geen ba gage by zich te hebben, liet men haar gaan. Waarschijniyk hebben de douanen gedacht, dat dit meisje op de fiets met een regenjas, geen bagage en zelfs geen hoed, een bewoonster was van een der grensdorpen, dié een boodschap in een ander dorp ging doen. Daarop is de zwerf tocht doorgegaan, totdat zij te Epinay naar de politie ging. Hoe zy de grens overkwam. Op onze vraag vertelde ons haar zuster, dat Else 's nachts onderdak had gevraagd bq boe ren, wat haar telkens bereidwillig werd gegeven. Ook kreeg zy meestal te eten. Van haar beetje geld kocht zij ook nu en dan eetwaar, zoodat zq geen honger heeft geleden. Toen zq bij de politie te Epinay kwam, waren de twee guldens en de dubbeltjes op. Bovendien had het meisje heimwee gekregen en spijt, dat zq er vandoor was gegaan. De oorzaak van haar zwerftocht moet gezocht worden in de moeilqkheden bij haar studie. Else is leerlinge van de vierde klas van een H.B.S. Haar laatste rapport was lang niet goed en zij had zich voorgenomen om in de Paasch- vacantie hard te werken en dan den achter stand in te halen. Zq moet moedeloos zqn ge worden bq de gedachte, dat zq de slechte cqfers vóór den overgang wel niet meer zou kunnen ophalen. Plotseling schijnt toen de gedachte by haar te zyn opgekomen, dat zy er uit wilde, heelemaal van de studie af. En in zoo'n bui van weg-te-willen-zijn van alle narigheid is zq er opeens vandoor gegaan. Nadat zq een paar dagen weg was, kwam reeds het verlangen om terug te gaan, maar toen durfde zij nog niet. Donderdag was echter het laatste geld op en werd het heimwee sterker, evenals het besef, dat zq een domheid had begaan. Daarop meldde zij zich bq de politie. Haar zusje vertelde verder, dat Else voor eerst niet naar school terugkeert, maar eerst eens goed zal moeten uitrusten, om de emoties van haar zwerftocht te boven te komen. Zij is echter lichamelijk goed gezond en ook de zenu wen zullen met wat rust wel weer in orde ko men. Dat het meisje trouwens over een sterk gestel beschikt, bewyst wel de lang niet ge- makkelqke zwerftocht, dien zy toch een aantal dagen heeft weten vol te houden en de groote afstand, dien zq op haar rqwiel hierbij heeft afgelegd. De commissaris van politie te 's-Gravenhage, de heer Kramer, heeft hedenochtend het acht tienjarige meisje Else Hannesen gehoord in ver band met haar verdwijning gedurende een week. Bq dit verhoor is komen vast te staan, dat er geen sprake is van ontvoering of onttrekking aan de ouderlqke macht van het meisje. Ternauwernood verlost van de inbraak-manie van verleden jaar, is thans weer een ander com plot van jeugdige zondaars, te Amersfoort „werkend" onder een „leider" van.... 14 jaar! Het viel de politie in den laatsten tqd op, dat winkeliers herhaaldelqk klaagden over vermissing van artikelen uit hun winkel. Zaterdagavond liep een winkelier in de Bee- kensteinschelaan op het overgaan van de schel zijn winkel in en zag nog juist twee jongens ijlings wegsnellen. Toch wist deze man de po litie zoodanige aanwqzingen te geven, dat deze twee veelbelovende zoons zijn aangehouden. Den geheelen Zondag was 't een geloop aan het politiebureau, want het bleek, dat hier weer een heele bende opgespoord was. De „leidende hand" was hier de 14-jarige E. K. Negen jon gens van 1014 jaar waren er in betrokken. Ze hadden een roovershol in de bosschen van „De Treek", waar ze hun buit verstopten. Deze bestond uit goederen van den meest uiteenloo penden aard: een gouden ring, bananen, een klokje, 100 eieren, voetballen, weggehaald van de markt, boren, zagen, vijlen, beitels, een moker, stopflesschen met drop, doozen cigaret- ten waaronder van 2.50 per stuk toffees, chocolade, enz. Op een goeden dag was echter alles verdwenen, zooals zij zeiden. Ze gingen bij hun eerbaar bedrijf als volgt te werk; 4 jongens gingen op pad, twee op uit- kqk, twee stapten dan een leegen winkel binnen, gapten daar vlug weg wat van hun gading was en waren weer verdwenen, voordat de winkelier in zijn zaak verscheen. De politie heeft proces-verbaal opgemaakt. Vrijdagnacht is te Kerkrade ingebroken in het mode-magazijn van den heer Eugène Dohmen, Hoofdstraat. De dieven, die een ruit hadden uitgesneden, verdwenen met mede neming van 45 M. zyden stoffen en 25 dames- costumes. Gramofoonplaten 6.25 Langenberg (473) 7.05 Parys (1725) 8.00 Hilversum, VARA 8.15 Huizen, NCRV 10.40 Langenberg (473) 11.35 Brussel (508—338) 11.50 Parijs (1725) 1.05 Daventry (1554) 4.20 Brussel (508) 5.50 Brussel (508) 7.25 Rome (441) 10.30 Huizen, NCRV 11.00 Hilversum, VARA Concerten 9,00 Hilversum, VARA, Amsterdamsch Solistenkwartet o.l.v. L. Cohen. 10.00 Huizen NCRV-dameskoor 10.15 Hilversum, VARA, Amsterdamsch Solistenkwartet o.l.v. L. Cohen 11.00 Huizen, NCRV, Concert 11120 Kalundborg (1153) Concert uit Res taurant -,,Wivex" 12.00 Hilversum, VARA-septet o.l.v. Is. Eyl 12.15 'Huizen, NCRV, Concert (viool en fluit) 12.20 Daventry (1554) Orgelconcert G. Mac Lean 12.20 Langenberg (473) Concert o.l.v. Ej'soldt 1.50 Daventry (1554) Concert 2.50 Kalundborg (1153) Omroeporkest o.l.v. Gröndahl 3.00 Huizen, NCRV, Concert „Hendriks Trio" 3.50 Daventry (1554) Sted. Orkest Bourne mouth 4.20 Brussel (338) Dansmuziek Uit hotel Atlanta 4.20 Langenberg (473) Concert uit Miin- chen 5.05 Daventry (1554) Orgelconcert 5.30 Hilversum, Vara-orkest, o.l.v. Hugo de Groot 7.00 Hilversum, VARA, Joodsch uurtje 7.20 Brussel (508) Vroohjk uurtje 7.20 Brussel (338) Viool en piano recital 7.50 Langenbeerg (473) Concert uit Keu len 8.00 Huizen, NCRV, Concert door de H.O.V. o.l.v. M. Adam 8.20 Brussel (338) Concert uit Antwerpen 8.35 Daventry (1554) B.B.C. Symphonie- orkest o.l.v. H. Wood 9,50 Kalundborg (1153) Kamermuziek 9.50 Langenberg (473) Dansmuziek door Marek Weber en zqn orkest 10.20 Kalundborg (1153) Dansmuziek 11.05 Daventry (1554) Sydney Kyte's Band Tooneel en Opera 8.00 Hilversum, VARA, van uit het Con certgebouw te Amsterdam. Oratorium Ju das Maccabëus. Hëndel 8.55 Z e e s e n (1635) „Nudja", Opera in 4 ac- ten van R. Lanckner Voordrachten enz. 5.00 Huizen, NCRV, kinderuurtje 6.00 Huizen, NCRV, Voor de landbouwers Persberichten 10.00 Huizen, Vaz Dias 10.45 Hilversum, Vaz Dias Door de politie te Nymegen is in samenwer king met de postautoriteiten gearresteerd de conducteur der brievenmalen J. O. uit Rotter dam, die ervan verwacht werd al geruimen tqd uit de postzakken brieven met geld te ont vreemden. De man werd in Nqmegen op hee- terdaad betrapt, bekende en werd aan de ju stitie te Arnhem overgeleverd. Voor zoover bekend, moet hy reeds in veertig gevallen verduistering gepleegd hebben. De kerktoren stond boven op den heuvel aan 't einde van het dorp; de wervelwind blies en floot door z'n open galmgaten. Eindelqk werd het den kerktoren al te bar en hy zei: „Nu, nu, zacht wat! M'n hoofd doet er pijn van. Het zou er nog op uitdraaien dat je m'n klokken aan 't luiden bracht, zoodat de men- schen zouden meenen, dat ze naar de kerk moesten." „Dat zou ik alleraardigst vinden," lachte de wervelwind, „als ik jou op je ouden dag er nog toe kon krqgen grappen uit te halen. Kom aan, laat ik het eens probeeren!" „Ben je mal?" riep de kerktoren. „Zoo'n landlooper als jy verbeeldt zich zeker, dat hij zich alles mag veroorloven! Je hoort hier niet eens thuis! Ik daarentegen heb hier een vaste aanstelling. Ik ben een monument, 't Zou een mooie geschiedenis zyn, als ik door jou dwaasheden, wegens plichtsovertreding, in de krant zou komen te staan! Dat is me maar eens in m'n leven overkomen, en, al zeg ik het zelf, op een hoogst eervolle manier. Er waren twee geleerden, die er hevig over twist ten, of ik in de 13de of in de 14de eeuw ge bouwd was. Daardoor kwam ik in de krant." „Wat ben je toch een vervelende, oude zeur kous," schamperde de wervelwind; „ik sta bqna eiken dag in de krant, zoowel hier als in 't buitenland. Nu eens gooi ik een ouden schoor steen om, dan weer wakker ik den een of an deren brand aan; nu eens blaas ik de ruiten van een kerk in, dan weer blaas ik den koning den hoed van 't hoofd." „Mag ik je verzoeken met wat meer eerbied over dergelqke dingen te spreken," vroeg de kerktoren. „Och wat; ik heb zelfs kronen van konink- lqke hoofden geblazen...." „Neen, nu wordt het toch 5,1 te kras!" „Ha, ha!" lachte de wervelwind. „Arme, oude toren! Intusschen heb jij hier sinds de 13de of 14de eeuw al maar op dezelfde plaats gestaan, 't Is me een pleiziertje! Een armzalig eentonig leven!" „Wat begrypt zoo'n winderig schepsel daar nu van," bromde de kerktoren beleedigd. „Ik verheug mij erover, dat ik m'n leven lang met al m'n collega's in de buurt in een vreedzame verstandhouding heb geleefd. Daar ginds, in 't Westen, zie ik op een afstand van een halve myi m'n jongeren broeder, den toren van Nijd- loos; in 't Noorden' drie kwartier hier van daan, den toren van Eoosloos, en op zij daar van, links, is by heldor weer, heel flauwtjes, m'n hooggeachte superieur, de toren van den Gelqk destqds reeds is vermeld, deed een groentenhandelaar op het Oranjeplein te 's Gravenhage, op 21 December 1.1. aangifte van diefstal van geld (ladelichting), gepleegd door een onbekenden man. Deze deed zich n.l. als reiziger voor en wilde aardappelen koopen, waarna de winkelier even in de buurt ging telefoneeren met een van zqn leveranciers. De onbekende man, die alleen in den winkel achterbleef, begaf zich achter de toonbank en haalde geld uit de lade. De vrouw van den groentenhandelaar overviel den man, waarna een worsteling plaats had, waarby de vrouw kwam te vallen over een zak met aardappelen. Tydens de worsteling wierp de ladelichter een gedeelte van het door hem ontvreemde geld op den grond, toen wist hy te ontkomen. Thans is gebleken, dat een 33-jarige bloe mist, op het oogenblik wegens een ander feit gedetineerd in de Strafgevangenis te Scheve ningen, zich aan dezen diefstal heeft schuldig gemaakt. Tevens wordt hy verdacht van dief stal van twee coupons stof en van een party sigaretten, die hy heeft ontvreemd uit den winkel van een perceel, waarin hij op kamers woonde. Voorts wordt hy ervan verdacht, zich op ver schillende plaatsen in de omgeving aan lade lichting te hebben schuldig gemaakt. dom te zien. In 't Zuiden ziet men den toren van Elimwijk en in 't Oosten dien van Dom- wijk. Ik herinner me nog als den dag avn gis teren, dat ik 87 jaar geleden mijn ambtsbroe der te Domwijk m'n brandspuit moest leenen, omdat er bq hem brand was. Terwijl jij, wer velwind, opschudding en spektakel maakt, is er tusschen mq en m'n broeder geen onaange naam woord gevallen." „Nu, dat wil ik graag gelooven". spotte de wervelwind. „Jullie hebt honderden jaren ach ter elkaar altijd maar op dezelfde plaats en in dezelfde richting elkaar staan aanstaren; op die manier moest je van pure verveling wel stapelgek worden. Nu, dan heb ik het anders, dat verzeker ik Je. Ik heb heel wat gerend en ik heb alles van alle hoeken en kanten beke ken. Ik beleef nog eens wat. Ik leef mee met het land, waarin ik waai. Ik ben gloeiend heet in Afrika en qskoud aan de Noordpool; in de woestqn voer ik zand mee en in Engeland steenkolenrook. Vannacht moet ik den Atlan- tischen Oceaan over, want morgen moet ik in Amerika zijn!" „Hu!" rilde de kerktoren. ,,Ja, nietwaar? Dat is een ander leventje! Op zoo'n manier voer je ten minste nog wat uit in je leven!" „Voer je wat uit! Hoe durf je zoo iets zeg gen. Heb je ooit iets anders dan kwaad ge daan?" „Noem je het dan kwaad doen," vroeg de wervelwind, „dat ik alles over de huizen heen blaas, wat niet op z'n eigen beenen kan staan? Dat ik in den herfst de verwelkte bladeren van de boomen schud? En ik zeg je, dat ofschoon het heele bosch zucht en klaagt als ik er doorheen ruisch, het mq in 't voorjaar er toch dankbaar voor is, dat ik plaats heb gemaakt voor nieuwe bladeren. De boomen zijn niet zoo stijf als jij. Noem jij het kwaad doen, wanneer ik op m'n reizen bloemen, kiemen en zaden van het eene land naar het andere meeneem?" ,,'t Is ook wat moois," bromde de kerktoren. „Neen, m'n ouwe vriend," hernam de wer velwind, en ditmaal weer wat harder, „ik ben het, die voor afwisseling zorg; ik ben de geest van den vooruitgang. Het kan zqn dat je al heel oud bent. maar ik ben toch nog veel. veel ouder; ik ben precies zoo oud als de wereld, en dan ben ik heel wat flinker op de beenen en heel wat bedrqviger dan jy. Ik ben een macht, ik ben een beginsel!" en de wervel wind lachte overmoedig. „Jij een beginsel!" barstte de kerktoren vol verbittering los. „jy, het meest gewetenlooze van alles op de wereld; jq, wien het aan eiken vasten grondslag ontbreekt. De predikant zegt immers van je, dat men niet weet, van waar je komt en waarheen je gaat. Neen, hoor, ik ben een beginsel. Ik ben historisch. De steenen, waarvan ik ben gebouwd, zijn uit de rotsen gehouwen. Jq zwerft rond, zonder plan, zonder doel, alleen, omdat je niets dan wind bent. Ik daarentegen sta vast op mijn plaats, hoe fel de wind ook mag waaien, ja, dat doe ik. jy beweegt je toch maar dwars over de aarde heen, zooals de dieren, maar ik richt me op, evenals de menschen, naar omhoog!" „Nu, kerktoren, ik heb er genoeg van met jou te praten. Streef jq maar naar omhoog zooveel je wilt, je komt er tóch geen centi meter hooger door. De tijd gaat voor mq ver bazend gauw voorbij, omdat ik zoo'n haast en altyd zooveel werk heb. Dus het zal voor my maar een poosje duren, eer ik je zie omvallen!" „Denk je dat? Nu, dat zullen wé 'eens zien." ,,Ja, dat zullen wq zien. En voordat ik nu weer wegga, mocht je me wel eens bedanken, omdat ik je een beetje heb wakker geschud en de spinnewebben uit de hoeken en gaatjes van je ouwe hoofd heb weggevaagd. Nu, tot weer ziens, ik moet verder." En weg vloog de wervelwind, in zoo'n razen de vaart, dat de kerktoren bijna buiten adem raakte en moeite moest doen om rechtop te blqven staan. „Goddank, dat hy weg is," zei de toren, „maar het is toch wel eens aardig, van tijd tot tijd een praatje met dien wervelwind te hou den. En hq kan heel aardig praten, dat kan hq." 65. Nu waren ze op bet water. De wind deed zijn best het kleine bootje heen en weer te laten schudden. Jaap deed net of ie wel gewend waa aan dergelqke stormen, maar hq had het stiekum benauwd. Zelfs toen het bootje omsloeg deed ie zqn mond niet open, maar greep vlug naar het stuk hout, dat nog boven water uitstak en klampte zich er aan vast. 66. Na een heele hoop moeite en twee dagen zwerven over de woeste rivier, kwam Jaap de Bie in een land aan, waar zulke groote bloemen stonden, dat zelfs Jaap moeite had al de honing er uit te zuigen. „Ik heb een vermoeden, dat hier heelemaal geen wespen huizen," zei Jaap in zichzelf en triomfeerend huppelde ie door velden en rekende al uit hoeveel korven er gevuld konden worden met al dat lekkers. UiilllllllililUMIIIII 80. Zorg nu vooral dat je Je niet overwerkt! had lady Murray op zekeren morgen gezegd, toen ze Carina reeds vroeg aa hare schrqf- tafel vond, waarop een groot aantal versch ge schreven veilen papier lagen. Heur haren waren een weinig verward, en de scheppingsdrang scheen haar weer geheel in haar macht te hebben. Ze staarde haar tan te aan en zei: Richard Grove had geiyk een te lange Xast is een vergissing. Men raakt er heelemaal uit, de techniek is men kwyt. De vrees om te verouderen is, geloof ik, een idee van den nieuwen tyd. Waren Raphaël of Michel Angelo of Bernini bang te zullen verouderen? Zie maar eens wat zy geproduceerd hebben! Dat is allemaal goed en wel, lieve. Maar dat waren mannenmerkte lady Murray op. April was gekomen met zyn weelde van bloemen en rozen, zijn jonge, frissche groen, als een kleed uitgespreid over de Campania. Maar tegen het midden der maand was het plotseling heet geworden, en lady Murray vreesde dat het hare nicht zou uitputten. Doch integendeel scheen Carina er nog door te wor den geprikkeld tot een hernieuwde ontplooiing van energie. Lieve tante Nora ik wil spoedig ge reed komen. Ik ben altyd bang dat er iets in den weg treedt, en me het werken belet. Ik geloof dat ik nog nooit aan een boek begon nen ben zonder dat ik de gedachte ik zal niet zeggen de vrees had, dat ik niet den tyd zou hebben, het te eindigen. En dit boek moest voor den herfst klaar zyn. Ik heb erover aan Swaine geschreven, en hq stelt me dezelfde schitterende condities voor als bij het vorige boek. En ik heb de uitgaverechten verkocht Richard Grave heeft er voor gezorgd. Ze hechtte de verschillende bladen aaneen met de zorgvuldigheid die al haar bezigheden kenmerkte. Ik zou Richard wel hebben willen spreken, voegde zy er by. Ik geloof dat hy wys heeft gedaan niet te komen, zei lady Murray, met beslistheid. Na tuurlijk was het onzinnig een man, oud ge noeg om je vader te kunnen zyn maar Jim was altyd geneigd om jaloersch op hem te zyn! Tante Nora was een practische vrouw, die wel wist, dat vrouwen, die gescheiden leven van haar echtgenooten, niet voorzichtig ge noeg kunnen zijn, vooral wanneer zij jong en schoon zijn. Het was ongetwqfeld ook daarom dat zq besloten had, den heelen zomer by Ca rina in Rome te blqven, ondanks de hitte. Zelfs indien er geen baby werd verwacht, zou zq haar niet alleen hebben kunnen laten. De hoop van een verzoening, welke lady Mur ray geruimen tqd gekoesterd had, was aanmer- kelqk verminderd. Wanneer de baby kwam misschien. Maar dat zou eerst tegen einde Augustus zijn. Ik wil dat mqn zoon in Rome geboren wordt! had ze haar tante gezegd. Lady Murray stond erop, dat zq eiken mid dag een wandeling met haar zou maken. Ca rina wilde niet meer naar den Pincio of de tuinen van villa Borghese, en zoo wandelden zy bijna onveranderlqk de Romeinsche Cam- pagna in, en genoten er van de koele avond lucht. Tony was steeds van de party. Carina had juffrouw Jackson naar Linfold terugge zonden, en had een Itallaansche bambinaia ge nomen om op Tony te passen. Jim wilde niet dat ik een katholieke kin dermeid had op Linfold, merkte ze op zeke ren dag op, maar thans kan IV- doen zooals ik verkies. Het boek was in Juni gereed, Lady Murray was biy toen de copie naar Londen en New- York gezonden was. Het was juist toen ont zettend warm in Rome, de zon brandde uren achtereen op straten en pleinen, en naarmate haar boek zqn voltooiing naderde, was Carina bleeker en lusteloozer geworden. Hoewel zy het niet liet biyken verlangde zij naar huis: dat maakte haar ziek. Ze verlangde naar de koele bosschen van Linfold, naar de zee, naar de ver- frisschende zeebries. Lady Murray had reeds meermalen het er langen te kennen gegeven naar Londen terug te keeren, maar Carina was zeer beslist op dat punt. Ze was niet van plan naar Engeland terug te keeren, tenzq Jim naar haar verlang de en haar verzocht weer naar Linfold te ko men. Ze wilde voor haarzelf en haar kinderen een tehuis in Rome stichten. En gy weet, dat ge niet by me behoeft te biyven, als ge niet wilt, na de geboorte van baby. Ik ben niet onzelfzuchtig genoeg om u te laten gaan vóór dien tyd, lachte Carina. Liefste, ik zou er niet aan denken, je te verlaten, verzekerde lady Murray met warmte. Ze sloeg haar gade, toen zq op een avond voor het venster zat en een naderend onweer hen gedwongen had, binnen te blqven. Cari na's handen lagen stil en lusteloos in haar schoot. Nooit had zy zich als thans gevoeld, lusteloos, byna levenloos, alsof alle leven haar verlaten had. Een dof berusten scheen in de plaats gekomen te zyn van de vervlogen hoop op een spoedige verzoning, al was die nim mer heel groot geweest. Ze gevoelde zelfs niet eens dat ze Jlm toch wel heel erg miste. In den beginne had zy het wel vreeseiyk gevon den zonder Jim, doch thans was zij te ver moeid. Wanneer zy dacht aan de vreugde, welke zq gesmaakt had vóór de geboorte van Tony, verwonderde het ha. thans, dat niet dezelfde verwachtingen haar het leven drage- ïyker maakten. Zou de oude lief voor haar in Jim onwaken, wanneer zy hem een zoon schonk? Neen, die was schynbaar voor altyd vergaan, zonder voorafgaande waarschuwing, in één uur tqd, als het ware. Niets was in staat die gedoofde assche weer te doen opvlammen. Bovendien, zq was vast besloten, het nieuws zoo lang mogelqk voor hem verborgen te hou den. Ze was overtuigd, dat haar niets ergers kon gebeuren, dan dat Jim, nog steeds even liefdeloos, ja, haar hatend, haar zou kunnen verplichten terug te keeren, uit zuiver conven- tioneele beweegredenen, en om zqn kinderen weer bq zich te hebben. Ook leefde nog steeds in haar de vrees, dat ééns in de toekomst hy nog eens komen zou om de kinderen van haar weg te nemen. Had hy haar niet gezegd, dat hh Tony bq haar gelaten had omdat zy nog te jong was om van haar moeder te worden gescheiden? Maar als Tony dan ouder geworden was? Toen ze daaraan dacht, verloor Carina byna den moed Haar eerste zoon werd in de eerste dagen van September geboren. Ook daarna bleef die oude lusteloosheid haar bij, waaruit niets in staat was, haar op te wekken. Lady Murray was er niet over te spreken en nam haar eenige weken mee naar de kust. Maar Carina scheen zoozeer naar Rome terug te verlangen, dat het verbiyf aan zee moest worden bekort. Het kind kreeg den naam van Innocentius, en was het evenbeeld van zyn moeder; hij had haar gouden haar, haar blanke huid, en don ker bouwe oogen, meer zooas Peter. Hy was liever dan Tony, die, naarmate zy ouder werd, meer en meer op haar vader gin geiyken. Carina verloor haar kinderen bqna geen oogenblik iet het gezicht: nacht en dag hield zq ze by zich. Hoe lady Murray ook protes teerde, het hielp niet. Carina liet zich van dit punt niet afbrengen. Het was bijna alsof zy vreesde dat hen iets kwaads overkomen mocht. - Haar nieuwe boek: „Gaven en Offers" ver scheen in het begin van den herfst. Richard Grove schreef haar over de ontvangst en het succes met ware geestdrift.. Het financieele succes was veel grooter dan by een van haar vorige werken. Ze vroeg zich af, of Jim de groote advertenties niet had gelezen in de dag bladen: Nieuwe roman, door Carina Ramsden. t"-~r misschien -s I j te or- rschillig om het zelfs maar vervelend te vinden. Jim Mallory gaf geen enkel teeken van leven- ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. By de nadering van het Kerstfeest was Peter Mallory weer naar Linfold teruggekeerd. Jin» had hem een belofte afgeperst, dat, voor zyn vertrek uit Woolwich, hij geen enkelen stap zou doen inzake zqn bekeering tot het katholicisme- De jongen had toegegeven aan het verlangen van zqn vader in de naieve veronderstelling dat dit zqn vader ertoe tzou doen besluiten Carina terug te roepen. Het was dan ook een bittere teleurstelling voor hem, toen hq bemerk te, dat zyn vader in het geheel niet van plan was, Carina weer tot zich te nemen. Integendeel, meer dan ooit scheen deze bzsloten, allen om gang tusschen haar en zijn zoon te voorkomen- (Wordt vervolgd)-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 10