DE DUITSCHE PRESIDENTSKEUZE ENGELAND GEEFT NIET TOE Koo geweigerd Hongersnood in Sovjet Rusland Vredespogingen van Karl von Habsburg PRINS NIKOLA Bedenkelijke aanwas voor Hitier Hindenburg maant tot eenheid Dertien millioen avonturiers HET VAN GOGH-PROCES Opzienbarende verklaring van de la Faille Verdrag van 1921 moet geëerbiedigd Echt Russisch! DE BOEREN MOEDELOOS Verkeerd beoordeeld door Clemenceau DINSDAG 12 APRIL VIERHONDERD AANHOUDINGEN Pantserauto met smokkelaars Mandsjoekwo wenscht het Chi- neesche lid der Volken bondscommissie niet toe te laten; protesttele gram uit Genève Onderhandelingen te Sjanghai verdaagd Onlusten te Vienne DYNAMIETAANSLAG Vijf dooden en zestien gewonden .huurkazerne" m SCHERINGER TOT 2V2 JAAR VEROORDEELD Ski-loopers verongelukt Schedel van Haydn Luiheid in de collectieve landbouw bedrijven, waar de prikkel van het eigenbelang niet meer geldt Nu slavenopzichters? EEN JOURNALIST VERTELT WANTROUWEN IN FRANKRIJK Spontane instemming met de veertien punten van president Wilson EX-KEIZERIN ZITA mMÊÊÊÊKKÊÊÊÊÊÊMÊEÊBÊÊÊmamtamBBM Weer in Roemenië opgedoken Voor korten duur De aanslag op Dr. Luther Niettegenstaande het volgens mensche- lijke berekening vast stond, dat in de tweede en laatste ronde der verkiezingen voor het Duitsche Rijkspresidentschap •Kindenburg de eindoverwinning zou beha- ten, is de verkiezingscampagne, welke ten gevolge van de afkondiging van den Gods vrede, slechts tot één week was beperkt, Diet een weergalooze felheid gevoerd. De Kindenburgcomité's streden waardig met Positieve argumenten, wijzend op hetgeen Door den Rijkspresident en de Rijksregee- ting de laatste ontzaglijk moeilijke jaren tot stand is gebracht en in stand is gehou den. De Hitlerianen daarentegen vochten Diet in lasterlijk gif gedoopte floretten, looze marktschreeuwers-beloften, boeren bedrog en de dikke knotsen hunner top zware verwatenheid. De edele figuur van den 84-jarigen die- baar van den staat, die, slechts gehoor zamend aan God, geweten en plicht, met °nkreukbare trouw het vaderland geleid beeft in de stonden van uitersten nood, Werd door hen niet ontzien. Zij hebben hem Voorgesteld als een versleten, ziekelijk oud- Diannetje, een willoos werktuig in de han den van dr. Brüning en diens „systeem". De „Vader des Vaderlands" werd door Zijn ondankbare kinderen, die hem zeven jaar geleden luide hadden toegejuicht, Verguisd en gekleineerd, omdat hij aan bun van weinig verantwoordelijkheidsbesef betuigende grillen niet had wenschen toe i-e geven, maar met ervaren wijsheid voort schreed langs den rechten weg van zijn °nwankelbare, voor partij-zucht onaan tastbare overtuiging. Thans, nu de beslissing gevallen is, en hindenburg de volstrekte meerderheid be haalde, die in de eerste ronde voldoende Zou zijn geweest voor een definitieve keuze, Zal de weerzinwekkende smaad-campagne togen hem kunnen luwen. Van de ruim 36 Diillioen uitgebrachte stemmen heeft de brij ze veldmaarschalk er meer dan negen tien en een kwart millioen op zich weten te vereenigen, ofschoon een relatieve meer derheid dezen keer reeds toereikend zou zijn beweest om hem op den Rijkspresidents- Zetel te handhaven. Terwijl het totaal aantal geldige stemmen vergeleken bij dat Der eerste verkiezing met meer dan een builioen afnam, won Hindenburg er toch hog een dikke 700.000 bij. Dit resultaat be- Dhtwoordt evenwel niet volledig aan de Verwachtingen, waardoor de Hindenburg- c°mité's en vooral de Rijkskanselier Dr. hrüning zich tot een voorbeeldige activi teit hebben laten inspireeren. Hindenburg's °verwinning is geen verpletterende neder laag voor Hitier geworden. De vermindering Van het totaal aantal stemmen moet gewe ten worden aan het feit, dat verschillende bfoepen geen interesse meer hadden voor Deze van te voren reeds bt te verkiezing, he Duitsch-nationalen, die hun tel-candi- baat Düsterberg na de eerste ronde te- ^gtrokken, concentreeren al hun aan- Dacht op de a.s. verkiezingen voor den Prui- zischen landdag. De communisten met hun Dandidaat Thalmann begrepen, dat zij geen schijn van kans hadden, en het resultaat Der eerste verkiezing was voor hen reeds Van dien aard, dat zij een standje van de leiding uit Moskou hadden te incasseeren. ^lj spaarden hun partij-gelden voor latere kansen. Tenslotte bleek een groot aantal hindenburgianen-zóózeer verzekerd van 't bhn gunstige eindresultaat, dat zij in weer wil van den aandrang hunner comité's blch niet meer de moeite getroostten ^er stembus te gaan. De Hitlerbenden zijn e%enlijk de eenige, die met onverslapten bver en in maximale gelederen hun stem hebben uitgebracht om door een zoo groot hïogelijken aanwas 'n zoo sterk mogelijken iDdruk op het volk te maken, een indruk, V'aarvan zij bij de voor de deur staande beslissingen in Duitschland een tastbare '"Kist verhopen. Bezien wij den einduitslag dezer laatste hijkspresidentsverkiezing dan komen wij, ^Ddanks het verheugende feit van Hinden- bbrg's aanblijven, tot de volgende weinig bemoedigende constateeringen. De achter- bitgang der communisten met méér dan 6eh millioen stemmen is ten deele slechts Schijn. Want tal van communisten hebben, hb hun eigen candidaat practisch niet bbeer in aanmerking kwam, hun stem ge- beven aan hun aartsvijand Adolf Hitler, ^aarom? Omdat zij wel degelijk inzien, bat zy van de positieve en constructieve b°litiek van het energieke systeem Hinden- brg-Brüning niets, maar van den onder 'n "'tler-bewind waarschijnlijk wordenden b°Utieken chaos alles hebben te verwachten. °or op Hitier te stemmen hoopten zij de degelijkheid van een burgeroorlog te ver- booten. Hoe troebeler het politieke water jVordt, hoe meer visch de communisten buit bhnen maken. Voor de positieve waarde van Hitler's politiek is deze appreciatie djher felste vijanden meer dan duidelijk. Be winst van Hindenburg tegenover die ^ati Hitler is betrekkelijk gering. En dit is meer verontrustend, aangezien de door dihister Severing gedane onthullingen over et illegale optreden der Nazi's en het ®chandelijk ondankbare partij-kiezen van eD ex-kroonprins tegen Hindenburg, CDeren weidenkenden Duitscher de oogen adden moeten openen. Doch het aantal erbij ster den in Duitschland, dat den hul digen toestand onhoudbaar oordeelt, zonder zich af te vragen of deze ellendige toestand in de gegeven omstandigheden niet de minst slechte is, en zich bereid toont elk avontuur te wagen, nam met twee millioen toe ondanks alles. Zelfs in Oost-Pruisen waar dr. Brüning te Königsbergen een gloeiende rede hield voor Hindenburg, ver loor de veldmaarschalk stemmen, terwijl Hitier er bij won. Zoo ziet men, dat laster en leugen op het oogenblik in het ontred derde Duitschland vaak effectievere midde len blijken dan eerlijkheid en waarheid. Dit rampzalig verschijnsel wordt door de verkiezing van Zondag schrikbarend be vestigd. En de Fransche nationalisten zullen bij de Fransche Kamerverkiezingen op 1 en 8 Mei daarvan dankbaar gebruik maken om hun oorlogspolitiek te recht vaardigen en te bestendigen, vooral wan neer Pruisen straks eveneens aangetast zou blijken door de hersenziekte van het Hitle- rianisme, dat alle gezond verstand vernie tigt en Duitschland rijp maakt voor den oer-Germaanschen Walhalla-waanzin. De vreugde over Hindenburg's herkiezing wordt dus wel sterk getemperd door den bedenkelijken aanwas der Nazi's. Het Swastika-kruis groeit als een boom des ver- derfs over Duitschland. Indien hij niet tijdig wordt geknot en omgehakt, zullen steeds meerdelen zich aan zijn bedriegelijk schoone vruchten vergiftigen. Zooals men weet, heeft de verdediger van den aangeklaagden kunsthandelaar Otto Wac- ker, die thans te Berlijn zich voor het ge recht te verantwoorden heeft inzake de be ruchte van Gogh-falsificaties, zich hevig ver zet tegen het hooren van den heer J. Baert de la Faille als getuige, omdat deze zich reeds over de valschheid der betreffende van Goghs beslissend had uitgesproken. De rechtbank heeft niettemin den Hollandschen van Gogh- kenner toch laten voorkomen. In zijn getuigenverklaring deelde de heer de la Faille mede, dat hij op de tentoonstelling in den kunsthandel Cassizer te Berlijn in 1928 gehouden voor 't eerst schilderijen van valsch heid had verdacht. Na deze tentoonstelling heeft hij echter nog drie van Wacker afkom stige doeken aan een Hollander voor 94.000 R.M. verkocht. Doch na eenigen tijd heeft de kooper uit vrees, dat het falsificaties waren, deze aan den heer de la Faille teruggegeven. De voorzitter vroeg na deze mededeeling: „Hoe kon u die stukken nog verkoopen, ter wijl uw vertrouwen in hun echtheid reeds aan het wankelen was gebracht?" Getuige antwoordde: „Slechts enkele schil derijen schenen mij twijfelachtig, maar niet alle." Vervolgens deed de heer de la Faille de gan- sche gerechtszaal verbaasd staan door de vol gende opzienbarende verklaring. Tengevolge van het dagelijks zien der werkelijk slechte vervalschingen in de rechtszaal en tengevolge van herhaalde en nauwkeurige nasporingen in de brieven van Vincent van Gogh was hij tot de overtuiging gekomen, dat een vijftal schil derijen, opgenomen in zijn correctie-catalogus, niet valsch maar echt zijn. Derhalve zeide hij in het belang van de waarheid en om misver standen te voorkomen uitdrukkelijk, dat hij zijn valsch-verklaring voor vijf schilderijen, welke zich thans in verschillende handen be vinden, terugneemt. De echte valsch, de valsche echt, de mis verstanden vermeerderen zich op verrassende wijze! LONDEN, 11 April (Reuter). In antwoord op een vraag in het Lagerhuis verklaarde Tho mas, minister voor de dominions, dat de Brit- sclie regeering in haar antwoord aan De Va lera in de duidelijkste taal verklaard heeft, zich volstrekt te houden aan de regeling, welke getroffen is bij het Verdrag van 1921. Uit den hedenmiddag gepubliceerden offi- cieelen tekst van de briefwisseling blijkt, dat De Valera in zijn antwoord van 5 April vol houdt, dat de eed van trouw een ondraaglijke last is voor het Iersche volk, dat op de meest formeele wijze zijn verlangen heeft geuit naar een onmiddellijke afschaffing. De Valera be strijdt, dat de regeering van den Ierschen Vrijstaat voornemens zou zijn op eerlooze wijze te handelen en voegt hieraan toe, dat de ge schiedenis der Engelsch-Iersche betrekkingen door vele woordbreuken bevlekt was, doch dat de schuldige niet Ierland is geweest. De Va lera bevestigt vervolgens, dat de eed een zuiver binnenlandsche kwestie is, en dat de afschaffing noodzakelijk is voor den vrede, de goede orde en voor het bestuur van het land. Bijgevolg zal de Iersche regeering onmiddel lijk een wetsvoorstel tot afschaffing van den eed indienen. In haar antwoord aan De Va'era van 9 April heeft aldus Thomas de Britsche regee ring verklaard, dat zij van De Valera's bood schap met diep leedwezen had kennis geno men. De termen ervan toonen duidelijk aan, dat de kwesties van den eed en van de an nuïteiten slechts deel uitmaken van een veel uitgebreider kwestie, welke niets minder be helst dan de verwerping van de regeling van 1921 in haar geheel. De Britsche regeering, vervolgde Thomas, kan zeker niet de algemeene verklaring van De Valera aanvaarden over de woordbreuken van Groot-Brittannië in de geschiedenis der Engelsch-Iersche betrekkingen. De Britsche regeering sloot het Verdrag van 1921 met het eenige verlangen om een einde te maken aan een lange periode van verbitte ring tusschen de beide landen. De regeering is van meening, dat er geen enkele hoop kan zijn op de vorming van een Vereenigd Ierland, tenzij op den grondslag van trouw aan de kroon en onveranderd lidmaatschap van het Britsche gemeenebest. Thomas besloot aldus: Het is het oprechte verlangen der Britsche regeering, dat de vriend schappelijke betrekkingen tusschen het Ver eenigd Koninkrijk en den Ierschen Vrijstaat blijven bestaan, doch naar haar meening kun nen deze betrekkingen niet worden veranderd door op eenige wijze te kort te schieten in de vervulling van verplichtingen, die vrijwillig zijn aanvaard. BERLIJN, 11 April (W.B.). Rijkspresident von Hindenburg vaardigt naar aanleiding zijner herkiezing de volgende proclamatie uit aan het Duitsche Volk. „Met dank voor het mij door het Duitsche volk opnieuw betoonde vertrouwen en met het geloof, ook in den vervolge met al mijn kracht het vaderland en het Duitsche volk te dienen, aanvaard ik de mij te beurt gevallen herkie zing tot rijkspresident. Mijn eed getrouw zal ik mijn ambt verder vervullen in den geest van bovenpartijdigneid en gerechtigheid, met den vasten wil, ons vaderland te dienen voor vrij heid en gerechtigdheid naar buiten en tot eenheid en bloei naar binnen. Tot alle Duitsche mannen en vrouwen, zoo wel echter aan diegenen, welke mij hun stem hebben gegeven, als aan hen, die mij niet heb ben gekozen, richt ik de vermaning; Laat de haat nu rusten en sluit de rijen! Evenals bij mijn ambtsaanvaarding 7 jaar ge leden, noodig ik ook thans ons geheele Duit sche volk uit tot medewerking. De samen voeging van alle krachten is noodig, om de verwarringen en nooden van onzen tijd mees ter te worden. Alleen wanneer wij eensgezind zijn, zijn wij sterk genoeg, om ons lot de baas te worden. Daarom; „Met God in eensgezindheid vooruit!" w.g. VON HINDENBURG Hedenmiddag bood dr. Brüning, zooals het gebruik wil, aan Hindenburg het ontslag van zijn kabinet aan. Deze verzocht daarop den rijkskanselier van dit ontslag af te zien, het geen Brüning toezegde. Door de Duitsche kommiezen zijn de laatste dagen in de omgeving van Emmerik, Gogh en Kleef weder groote partijen smokkelwaar in beslag genomen. In district Buer, bez. Vreden zijn in de afgeloopen maand niet minder dan vierhonderd aanhoudingen gedaan wegens smokkelarij. Deze week hebben de kommiezen tusschen Julich en Keulen nog een pantserauto aangehouden bestemd voor Elberfeld. De vier inzittenden, die trachtten te ontvluchten, wer den door de kommiezen met hun vuurwapens in bedwang gehouden en konden gearresteerd worden. In den auto was 300 Kilo tabak ver stopt. In de buurt van Aken werd een jeugdige smokkelaar, die op de waarschuwing van de kommiezen geen acht sloeg, aangeschoten en zwaar in den buik gewond. Hij moest in het hospitaal opgenomen worden. SHANGHAI, 10 April (Reuter). Volgens het officieele nieuwsbureau te Nanking zou aan Wellington Koo, den Chineeschen ver tegenwoordiger in de Volkenbondscommissie van onderzoek naar de Mandsjoerijsche kwes tie, de toegang tot Mandsjoerije geweigerd zijn, op grond van het feit, dat tusschen Mandsjoerfje en China geen diplomatieke be trekkingen bestaan. Uit Genève wordt in verband hiermede be richt, dat een protest-telegram naar Tokio is gezonden, waarin de Japansche regeering aan sprakelijk wordt gesteld. Lytton, de voorzitter van de commissie ver klaarde, dat, indien aan Wellington Koo niet veroorloofd zou worden Mandsjoekwo te be treden, de geheele commissie zou weigeren dezen staat te bezoeken. Uit Tokio wordt gemeld, dat generaal Tnig Chao, de leider van de troepen, die de nieuwe regeering van Mandsjoekwo omver willen wer pen, te Charbin door een van zijn luitenants is vermoord. Ting Chao schijnt de ontevredenheid van zijn partijgangers op den hals te hebben ge haald, omdat hij niet anti-Japansch genoeg was, aldus het bericht uit Tokio. TOKIO, 11 April. (Reuter). Daar de toe stand te Sjanghai verbeterd is, heeft de mi nister van Marine besloten de detachementen marine-soldaten terug te roepen. Het eerste detachement zal vandaag Sjang hai verlaten. Blijkens een telegram uit Sjanghai, zijn de Chineesch-Japansche besprekingen aldaar voor onbepaalden tijd verdaagd. Men meent te weten, dat de Chineesche ge delegeerden, die de verdaging hebben gevraagd, de onderhandeling als nutteloos beschouwen en dat zij de kwesties voor den Volkenbond wenschen te brengen. PARIJS, 11 April. (V.D.). Te Vienne in Zuid-Frankrijk ontstonden gisteren na af loop van een communistische betooging ern stige botsingen met de politie, waarbij ver scheidene agenten gewond werden. De com munisten wierpen in eenige straten barricaden op, die zij met prikkeldraad versperden en de politie, die deze barricaden trachtte in te ne men en op te ruimen, werd ontvangen met een hagel van steenen. Andere communisten trachtten over de daken de gevangenis binnen te dringen, om hun daar opgesloten kameraden te bevrijden. Pas toen versterking was gearri veerd, slaagde men erin de rust te herstellen. De burgemeester van Vienne werd ontzet uit zijn politioneele bevoegdheden, omdat hij de onlusten niet in de kiem had gesmoord. NEW YORK, 11 April (V.D.) Te Springfield vond een hevige ontploffing plaats in een drie verdiepingen hooge huurkazerne. De ontploffing was zoo hevig, dat de schok in de geheele stad werd gevoeld. Vijf personen werden gedood en zestien gewond. Vier van de vijf slachtoffers zijn vrouwen. Een hunner is de echtgenoote van den leider der Syrische kolonie te Springfield. De politie neemt aan, dat men hier met een dynamietaanslag te doen heeft. LEIPZIG, 11 April. (W. B.). Luitenant Sche- ringer kreeg hedenmiddag zijn vonnis te Het luidde: 2y, jaar vestingstraf wegens voorbereiding tot hoogverraad en vergrijp tegen de wet tot bescherming der republiek. De zes maanden preventieve hechtenis worden in min dering gebracht, zoodat Scheringer nog twee jaar moet „zitten". INNSBRUECK, 11 April. (Reuter). Vijf Duit sche skiloopers zijn gisteren in de Ziller-Alpen op een gletscher verongelukt. Een lijk werd reeds geborgen, over het lot der vier overige personen verkeert men nog in het onzekere. EISENSTADT, 11 April. (W. B.) De gemeen te Eisenstadt heeft de vereeniging van muziek liefhebbers, die momenteel in het bezit zijn van den schedel van Haydn, verzocht deze terug te geven, opdat hij weer bij het lichaam gevoegd kan worden. Gebaseerd op de slavernij, welke herinnert aan de tijden der pharao's, is het befaamde Russische vijfjarenplan uitgeloopen op een hongersnood, zoo schrijft C. Bonnefou in de „Echo de Paris". De eerste verschijnselen hiervan hebben zich reeds voorgedaan in het Wolgabekken, in de Oeral, in West-Siberië en thans dreigt de hon- gérsnood ook in de Oekraine. Er is geen graan voor den uitzaai, het vee sterft bij gebrek aan voedsel. In heel Rusland beantwoordt de oogst niet aan de verwachtingen., In het rapport, dat de Sovjets de vorige maand hebben gepubli ceerd, wordt deze ramp toegeschreven aan de „misdadige lusteloosheid" der in de collectieve bedrijven ondergebrachte boeren. Dezen hebben zich, liever dan met de wapens in de hand te sterven, laten inlijven op de omvangrijke staats boerderijen of hebben zich onder de communis tische kudde gevoegd. Doch daarmee hielden ze op te werken of zorg te dragen voor hun toekomst. De commu nistische bladen oefenen kritiek uit op de af takeling der boeren, die tot slappe automaten zijn geworden. Maar is de staat zelf niet de eigenlijke schuld? Reeds in October van .het vorig jaar werd dezen ongelukkigen bij een in de „Izwestja" ver schenen decreet formeel verboden, een hoeveel heid graan, noodig voor den uitzaai in het volgend jaar, van hun oogst af te nemen; zelfs werd het hun verboden wintervoorraad op te slaan. Alles moesten zij overgeven aan den staat, die er in het belang des lands over zou beschikken. De landbouwers waagden het zwakjes te antwoorden, dat hun oogst ongun stig was en in geenen deele beantwoordde aan de officieel vastgestelde cijfers. Het gaf echter niets en gelaten gehoorzaamden zij. De staat stapelde, overigens zeer onvoldoen de, voorraden op in graanschuren, waar een gedeelte verrotte. Het gevolg is, dat op het oogenblik millioenen boeren van honger om komen. Intusschen geraakten de onmetelijke voorraad landbouwmateriaal en een groot deel der trac toren in verval wegens slecht onderhoud, zoo dat men er aan begon te denken, weer zijn toe vlucht te nemen tot paarden, om 70 procent der akkers te bewerken. Doch ook de paarden ble ken niets meer waard. Waren ze niet dood, dan had het gebrek aan voldoende voedsel de beesten dusdanig verzwakt, dat zij voor niets meer deugden. Ook de geiten, waarvan de ongelukkige boe ren aanvankelijk nog de melk kregen, kwamen bij duizenden tegelijk om. Men had de dieren ondergebracht in de huizen van naar Siberië gezonden Koelakki. Ten einde raad wilde de regeering dan maar de zeer aanzienlijke voedselvoorraden van het Roode Leger opofferen en zich voorts wenden tot de nog individueele boeren, die 40 procent van den Russischen bouwgrond bewerken. Deze „moejiks" zijn nog niet geslagen door de loome onverschilligheid der andere boeren, hoewel ze ieder oogenblik konden vreezen, ook in de collectieve bedrijven te worden ingelijfd. Deze vrees was voor hun een krachtige Aan sporing, om de regeering bij haar verzoek om graan zooveel mogelijk ter wille te zijn. Uiter aard beschikken deze „moejiks" over weinig en dit weinige wordt door de slecht functionnee- rende spoorwegen zoo traag vervoerd, dat het te laat komt voor den uitzaai. De hongersnood, welke reeds in een derde gedeelte van Rusland bestaat, dreigt zich dus over het geheele land te zullen uitbreiden. Thans zou de Sovjet-regeering besloten heb ben een leger van „slavenopzichters" te vor men, die met de zweep of het geweer in de hand de collectief levende boeren zullen dwin gen tot arbeid, zorgzaamheid en zuinigheid. Welk een verschrikkelijk voorbeeld, dit ramp zalige volk, geknecht en onderdrukt, dat sterft in de stilte der steppen, vroeger de voorraad schuren der wereld I Den volgenden dag veranderde het hotel in een waarachtig hoofdkwartier van de wereldpers. Ieder van ons deed zijn uiterste best om van den keizer een definitieve ver klaring te verkrijgen en aan zijn blad een primeur te kunnen zenden die de wereld verwachtte. Dank zij de welwillendheid van baron Wuhmann had ik het verhoopte succes. Op ongeveer 8 April werd ik door den keizer ontvangen en had een langdurig gesprek met hem. Karei van Habsburg, die tijdens den we reldoorlog zich werkelijk ingespannen heeft om toenadering tot Frankrijk te zoeken, had alles bij alles genomen een nobel ka rakter. Zoodra hij op den troon was, pro beerde hij alles, om een einde te maken aan de wereldcatastrofe. Keizerin Zita moedigde hem met alle kracht aan, op dezen weg voort te gaan. Prins Sixtus van Bourbon, haar broer, trad als bemiddelaar op tijdens de beroemd geworden onderhan delingen van 1917. Ik wil hier geen oordeel uitspreken over die pogingen, die tenslotte geen succes hadden, maar ik voel mij ver plicht, een beetje optredend als historicus, te zeggen, dat, na alles wat ik te weten ben gekomen van keizer Karei, hij loyaal was in zijn verlangen naar vrede en dat hij nooit zijn bondgenooten, de Duitschers, heeft bedrogen. Ik kan niet begrijpen, waarom Clemenceau hem beschuldigd heeft een „bedorven mentaliteit" te hebben. Deze beschuldiging verdiende hij beslist niet. In zijn grooten salon, waarvan de 5 groo te vensters een prachtig uitzicht gaven op het superbe landschap van Luzern ont ving hij mij met grooten eenvoud, drukte mij de hand, wat zijn voorganger keizer Franz Joseph maar zeer zelden deed en bood mij een fauteuil aan, terwijl hij zelf op een eenvoudigen stoel ging zitten. Ik geef deze kleine détails, om te laten zien, hoe spontaan en eenvoudig Karei als mensch was. Als hij het over de politiek had, deed hij een beetje knaapachtig. Hij kon maar niet inzien dat Frankrijk, hetwelk in den wereld oorlog geallieerde was van Italië en het land was, dat zelf de verdeeling van de oude Donau-monarchie had bewerkt, vij andig kon zijn tegenover het oude keizer- huis en tegelijk sympathie kon hebben voor zijn persoon, alhoewel dan gemengd met een zeker wantrouwen. „Waarom erkent men niet", zeide hij, „dat geen enkel plan, geen enkel besluit van mij gericht was tegen Frankrijk en zijn belangen. Sedert mijn troonsbestijging tot het einde van den oolog toe heb ik getracht een vrede te berei ken, die ook voor Frankrijk aanneem baar was. Gekwalificeerd als verrader door den een, werd ik door den ander verdacht geen fair spel te spelen. Men kent niet al mijn pogingen, maar de regeering der Ver- eenigde Staten kan er getuigenis van af leggen". En toen bracht de keizer mij op de hoogte van feiten, die toen nog absoluut onbekend waren, dank zij zijn minister, graaf Czer- nin. „Weet men, dat ik in Februari 1918 lan gen tijd heb gecorrespondeerd met presi dent Wilson en dat ik hem mijn instem ming met zijn veertien punten spontaan heb verklaard? Ik heb méér dan auto nomie aan mijn Slavische volken willen geven, een quasi-onafhankelijkheid. Weken gingen voorbij met het uitwisselen van ge zichtspunten tusschen mijn kabinet en Washington, maar de brutale publicatie van vertrouwelijke stukken en de houding van Clemenceau hebben de voortzetting van die onderhandelingen onmogelijk gemaakt. Misschien hadden zij, wanneer zij succes hadden gehad, den oorlog met maanden verkort. Trouwens, er zal een dag aanbre ken, dat de nu zoo verdeelde volken el kander weer op gelijk terrein zullen ont moeten". Over Frankrijk's houdig trad de keizer voortdurend in détails. Hij scheen zijn mi nister van Buitenlandsche Zaken, Czernin, te beschuldigen van minder loyale manoeu vres. „Direct toen ik op den troon kwam, wilde ik vredesvoorstellen doen. Ik sprak er met Czernin over. Hij ried mij, met Caillaux te onderhandelen. Hij zeide mij, dat Caillaux een man was, die vroeg of laat weer aan de macht zou komen. Ik antwoordde hem, dat, al mocht Caillaux nog eens minister worden, hij het nooit lang zou blijven en dat ik andere menschen noodig had om een duurzamen vrede te kunnen sluiten". Weemoedig vertelde hij van den avond, dat hij door Weenen was gekomen en niet turkend door de straten had gezworven om er oude herinneringen terug te vinden. „Ik heb mijn hoofdstad met onbeschrij felijke droefheid weergezien. Ik was er in geen drie jaren geweest. Welk een medelij- wekkend schouwspel! Het was er somber in de straten. Op de gezichten stond de trieste zorg voor morgen te lezen. Als ik denk aan dat oude Weenen dat zoo vroolijk, zoo leven dig was en vooral zoo origineel-Oosten- rijksch, wordt mijn droefheid "og grooter. Het overige deel van het land heeft op mij den indruk gemaakt, geen nationaliteit meer te hebben, 't Lijkt net, of men in een land is van internationale proefnemingen. Op de stations zag ik de uniformen van allerlei naties. Er waren soldaten van de „Volkswehr", die mij deden denken aan oude gravures van de Parijsche Commune en aan hun zijde stonden gendarmen met Pruisische helmen, die bevelen afwachtten van Italiaansche stationschefs. Wat voor weerstand zou u verwachten van zulk een gedesorganiseerd en ongelukkig land? De buurman van dit land, Duitschland, is rijker en ondernemender. Wanneer de Oostenrij kers thans aansluiting zoeken, dan is dat het gevolg van de fout van hen, die hun geen hoop meer laten". Over Hongarije liet Karei niet minder sombere profetieën hooren: „Wat zal er met dat land gebeuren? Als men mij er vreedzaam had laten regeeren, zou ik vriendschappelijke betrekkingen hebben aangeknoopt met de naburige staten en waarborgen hebben gegeven, dat ik er niet naar zou streven, om de oude monarchie te herstellen. Waarom begrijpt men niet, dat men thans de toekomst on der heel ander aspect moet bezien en dat m In een vorig artikel behandelde Ij g onze Parijsche diplomatieke corres- m pondent den tragischen terugkeer j| m van Keizer Karei uit Hongarije en g g zijn gedwongen gang naar Luzern. J H Thans bespreekt hij de vredes- jj jj pogingen, door dezen vorst tijdens a g zijn regeering ondernomen. niemand het verleden meer kan verande ren! Er is een solied Polen ontstaan. Wie zou er aan denken, aan Pol~n weer Galicië te ontnemen? Kan er kwestie van zijn Transsylvanië van Roemenië te scheiden? Of Kroatië, Slovenië en Dalmatië van Servië? Het beginsel der nationalisten is boven het beginsel der economische samen- hoorigheid geplaatst, waarop de oude mo narchie was gebouwd. Men kan niets meer veranderen aan wat gebeurd is en men moet zich verzoenen met de natuurwetten. De terugkeer van hun koning zou den Hon garen een moreele satisfactie hebben ge schonken. Nu heeft dit energieke en pa- triotische volk moeite om rustig te blijven. Het gist in Hongarije en 't land kan een prooi worden van dramatisch avontuur". Men ziet, dat k :izer Karei weliswaar geen helder inzicht heeft in de psychologie der groote mogendheden, maar dat hij toch een merkwaardigen kijk heeft op de dub bele wet der stabiele economische een heden en der nationaliteiten, die onaf hankelijk en één zijn geworden en moeten blijven voortbestaan, wil men den vrede in midden-Europa verzekeren. Ik heb de détails van dit gesprek dik wijls in mijn gedachten gehad. Later ben ik te weten gekomen, dat keizer Karei in het laatste jaar van zijn regeering heeft geleefd in een atmosfeer van hooge philo- sophische helderziendheid. Zijn kabinets chef, graaf Poltzen-Hoditz, onderhield be trekkingen met Rudolf Steiner en die be-r roemde esoterische philosoof had den sou- verein een lang rapport gezonden over de beste wijze van een regeling der Oosten- rij ksche staten onderling. Het rapport werd pas later gepubliceerd, maar president Masarvk heeft er. ik weet niet hoe. kennis van gehad en het bestudeerd, want hij sprak er mij over, toen ik hem voor de eerste maal bezocht in October 1919. Rudolf Steiner had toen reeds de idee' van een drieledigen staat, waarin de economi sche krachten zich zouden ontplooien zon der hinderpalen van douane, door het vrije ruilverkeer, terwijl de geestelijke, religieuze, artistieke en intellectueele cultuur geheel buiten de machtssfeer van den staat zou blijven. De gedachten, die keizer Karei 'n beetje ru dimentair ontwikkelde, waren onder politiek gezichtspunt tenslotte logische uitvloeisels van de plannen van Fr aim Ferdinand. Men weet, dat deze aartshertog besloten was, om, als hij aan de regeering kwam. een ruime autonomie aan de Slaven der mo narchie te geven inplaats van ze in onder drukking te houden onder de Duitschers van Oostenrijk en de Magyare» van Hon garije. De lotgevallen van den laatsten Habs- burger zouden echter nog avontuurlijker worden. En het toeval van mijn beroep zou mij nog i 'iemer met hem kennis maken. BOEKAREST, 10 April, (Reuter). In een sensationeel opgemaakte extra editie van de „Dimineata" wordt bekend gemaakt, dat prins Nikolaus, de broer van koning Carol, in Roe- Roemenië is teruggekeerd. Onder voorzitterschap van den koning had terstond een ministerraad plaats, waaraan ook de voorzitters van de Kamers deelnamen, en waarin werd gesproken over de regeling van de verhoudingen tusschen den prins en het koningshuis en zijn functie van voorzitter van den Oppersten Oorlogsraad. Laat in den avond werd bekend, dat prins Ni- colaus overmorgen weer naar Frankrijk terug keert. Hij logeert bij zijn morganatische echtge noote, mevrouw Dimitrescae. Zijn huwelijk blijft in Roemenië ongeledig. Wat betreft zijn functie van voorzitter van den Oppersten Oorlogsraad krijgt de prins op nieuw een half jaar verlof. BERLIJN, 11 April. (W. B.). Hedenmorgen is de zoon van den pleger van den aanslag op den president van de Rijksbank, dr. Luthe?, Willy Roosen gearresteerd daar in zijn woning een schietwapen werd gevonden, waarvoor hij geen permissie had. Door de politie wordt uitdrukkelijk medege deeld, dat deze arrestatie niet in verband staat met den aanslag door zijn vader op dr. Luther gepleegd, daar hij van diens daad niets afwist.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9