DE DUITSCHE PRESIDENTSKEUZE
ENGELAND GEEFT
NIET TOE
Koo geweigerd
Hongersnood in Sovjet Rusland
Vredespogingen van
Karl von Habsburg
PRINS NIKOLA
Bedenkelijke aanwas
voor Hitier
Hindenburg maant
tot eenheid
Dertien millioen
avonturiers
HET VAN GOGH-PROCES
Opzienbarende verklaring
van de la Faille
Verdrag van 1921 moet
geëerbiedigd
Echt Russisch!
DE BOEREN MOEDELOOS
Verkeerd beoordeeld door
Clemenceau
DINSDAG 12 APRIL
VIERHONDERD
AANHOUDINGEN
Pantserauto met smokkelaars
Mandsjoekwo wenscht het Chi-
neesche lid der Volken
bondscommissie niet toe
te laten; protesttele
gram uit Genève
Onderhandelingen te
Sjanghai verdaagd
Onlusten te Vienne
DYNAMIETAANSLAG
Vijf dooden en zestien gewonden
.huurkazerne"
m
SCHERINGER TOT 2V2 JAAR
VEROORDEELD
Ski-loopers verongelukt
Schedel van Haydn
Luiheid in de collectieve landbouw
bedrijven, waar de prikkel van
het eigenbelang niet
meer geldt
Nu slavenopzichters?
EEN JOURNALIST VERTELT
WANTROUWEN IN
FRANKRIJK
Spontane instemming met de
veertien punten van
president Wilson
EX-KEIZERIN ZITA
mMÊÊÊÊKKÊÊÊÊÊÊMÊEÊBÊÊÊmamtamBBM
Weer in Roemenië opgedoken
Voor korten duur
De aanslag op Dr. Luther
Niettegenstaande het volgens mensche-
lijke berekening vast stond, dat in de
tweede en laatste ronde der verkiezingen
voor het Duitsche Rijkspresidentschap
•Kindenburg de eindoverwinning zou beha-
ten, is de verkiezingscampagne, welke ten
gevolge van de afkondiging van den Gods
vrede, slechts tot één week was beperkt,
Diet een weergalooze felheid gevoerd. De
Kindenburgcomité's streden waardig met
Positieve argumenten, wijzend op hetgeen
Door den Rijkspresident en de Rijksregee-
ting de laatste ontzaglijk moeilijke jaren
tot stand is gebracht en in stand is gehou
den. De Hitlerianen daarentegen vochten
Diet in lasterlijk gif gedoopte floretten,
looze marktschreeuwers-beloften, boeren
bedrog en de dikke knotsen hunner top
zware verwatenheid.
De edele figuur van den 84-jarigen die-
baar van den staat, die, slechts gehoor
zamend aan God, geweten en plicht, met
°nkreukbare trouw het vaderland geleid
beeft in de stonden van uitersten nood,
Werd door hen niet ontzien. Zij hebben hem
Voorgesteld als een versleten, ziekelijk oud-
Diannetje, een willoos werktuig in de han
den van dr. Brüning en diens „systeem".
De „Vader des Vaderlands" werd door
Zijn ondankbare kinderen, die hem zeven
jaar geleden luide hadden toegejuicht,
Verguisd en gekleineerd, omdat hij aan
bun van weinig verantwoordelijkheidsbesef
betuigende grillen niet had wenschen toe
i-e geven, maar met ervaren wijsheid voort
schreed langs den rechten weg van zijn
°nwankelbare, voor partij-zucht onaan
tastbare overtuiging.
Thans, nu de beslissing gevallen is, en
hindenburg de volstrekte meerderheid be
haalde, die in de eerste ronde voldoende
Zou zijn geweest voor een definitieve keuze,
Zal de weerzinwekkende smaad-campagne
togen hem kunnen luwen. Van de ruim 36
Diillioen uitgebrachte stemmen heeft de
brij ze veldmaarschalk er meer dan negen
tien en een kwart millioen op zich weten
te vereenigen, ofschoon een relatieve meer
derheid dezen keer reeds toereikend zou zijn
beweest om hem op den Rijkspresidents-
Zetel te handhaven. Terwijl het totaal
aantal geldige stemmen vergeleken bij dat
Der eerste verkiezing met meer dan een
builioen afnam, won Hindenburg er toch
hog een dikke 700.000 bij. Dit resultaat be-
Dhtwoordt evenwel niet volledig aan de
Verwachtingen, waardoor de Hindenburg-
c°mité's en vooral de Rijkskanselier Dr.
hrüning zich tot een voorbeeldige activi
teit hebben laten inspireeren. Hindenburg's
°verwinning is geen verpletterende neder
laag
voor Hitier geworden. De vermindering
Van het totaal aantal stemmen moet gewe
ten worden aan het feit, dat verschillende
bfoepen geen interesse meer hadden voor
Deze van te voren reeds bt te verkiezing,
he Duitsch-nationalen, die hun tel-candi-
baat Düsterberg na de eerste ronde te-
^gtrokken, concentreeren al hun aan-
Dacht op de a.s. verkiezingen voor den Prui-
zischen landdag. De communisten met hun
Dandidaat Thalmann begrepen, dat zij geen
schijn van kans hadden, en het resultaat
Der eerste verkiezing was voor hen reeds
Van dien aard, dat zij een standje van de
leiding uit Moskou hadden te incasseeren.
^lj spaarden hun partij-gelden voor latere
kansen. Tenslotte bleek een groot aantal
hindenburgianen-zóózeer verzekerd van 't
bhn gunstige eindresultaat, dat zij in weer
wil van den aandrang hunner comité's
blch niet meer de moeite getroostten
^er stembus te gaan. De Hitlerbenden zijn
e%enlijk de eenige, die met onverslapten
bver en in maximale gelederen hun stem
hebben uitgebracht om door een zoo groot
hïogelijken aanwas 'n zoo sterk mogelijken
iDdruk op het volk te maken, een indruk,
V'aarvan zij bij de voor de deur staande
beslissingen in Duitschland een tastbare
'"Kist verhopen.
Bezien wij den einduitslag dezer laatste
hijkspresidentsverkiezing dan komen wij,
^Ddanks het verheugende feit van Hinden-
bbrg's aanblijven, tot de volgende weinig
bemoedigende constateeringen. De achter-
bitgang der communisten met méér dan
6eh millioen stemmen is ten deele slechts
Schijn. Want tal van communisten hebben,
hb hun eigen candidaat practisch niet
bbeer in aanmerking kwam, hun stem ge-
beven aan hun aartsvijand Adolf Hitler,
^aarom? Omdat zij wel degelijk inzien,
bat zy van de positieve en constructieve
b°litiek van het energieke systeem Hinden-
brg-Brüning niets, maar van den onder 'n
"'tler-bewind waarschijnlijk wordenden
b°Utieken chaos alles hebben te verwachten.
°or op Hitier te stemmen hoopten zij de
degelijkheid van een burgeroorlog te ver-
booten. Hoe troebeler het politieke water
jVordt, hoe meer visch de communisten buit
bhnen maken. Voor de positieve waarde
van Hitler's politiek is deze appreciatie
djher felste vijanden meer dan duidelijk.
Be winst van Hindenburg tegenover die
^ati Hitler is betrekkelijk gering. En dit is
meer verontrustend, aangezien de door
dihister Severing gedane onthullingen over
et illegale optreden der Nazi's en het
®chandelijk ondankbare partij-kiezen van
eD ex-kroonprins tegen Hindenburg,
CDeren weidenkenden Duitscher de oogen
adden moeten openen. Doch het aantal
erbij ster den in Duitschland, dat den hul
digen toestand onhoudbaar oordeelt, zonder
zich af te vragen of deze ellendige toestand
in de gegeven omstandigheden niet de
minst slechte is, en zich bereid toont elk
avontuur te wagen, nam met twee millioen
toe ondanks alles. Zelfs in Oost-Pruisen
waar dr. Brüning te Königsbergen een
gloeiende rede hield voor Hindenburg, ver
loor de veldmaarschalk stemmen, terwijl
Hitier er bij won. Zoo ziet men, dat laster
en leugen op het oogenblik in het ontred
derde Duitschland vaak effectievere midde
len blijken dan eerlijkheid en waarheid.
Dit rampzalig verschijnsel wordt door de
verkiezing van Zondag schrikbarend be
vestigd. En de Fransche nationalisten
zullen bij de Fransche Kamerverkiezingen
op 1 en 8 Mei daarvan dankbaar gebruik
maken om hun oorlogspolitiek te recht
vaardigen en te bestendigen, vooral wan
neer Pruisen straks eveneens aangetast zou
blijken door de hersenziekte van het Hitle-
rianisme, dat alle gezond verstand vernie
tigt en Duitschland rijp maakt voor den
oer-Germaanschen Walhalla-waanzin.
De vreugde over Hindenburg's herkiezing
wordt dus wel sterk getemperd door den
bedenkelijken aanwas der Nazi's. Het
Swastika-kruis groeit als een boom des ver-
derfs over Duitschland. Indien hij niet
tijdig wordt geknot en omgehakt, zullen
steeds meerdelen zich aan zijn bedriegelijk
schoone vruchten vergiftigen.
Zooals men weet, heeft de verdediger van
den aangeklaagden kunsthandelaar Otto Wac-
ker, die thans te Berlijn zich voor het ge
recht te verantwoorden heeft inzake de be
ruchte van Gogh-falsificaties, zich hevig ver
zet tegen het hooren van den heer J. Baert
de la Faille als getuige, omdat deze zich reeds
over de valschheid der betreffende van Goghs
beslissend had uitgesproken. De rechtbank
heeft niettemin den Hollandschen van Gogh-
kenner toch laten voorkomen.
In zijn getuigenverklaring deelde de heer de
la Faille mede, dat hij op de tentoonstelling
in den kunsthandel Cassizer te Berlijn in 1928
gehouden voor 't eerst schilderijen van valsch
heid had verdacht. Na deze tentoonstelling
heeft hij echter nog drie van Wacker afkom
stige doeken aan een Hollander voor 94.000
R.M. verkocht. Doch na eenigen tijd heeft de
kooper uit vrees, dat het falsificaties waren,
deze aan den heer de la Faille teruggegeven.
De voorzitter vroeg na deze mededeeling:
„Hoe kon u die stukken nog verkoopen, ter
wijl uw vertrouwen in hun echtheid reeds aan
het wankelen was gebracht?"
Getuige antwoordde: „Slechts enkele schil
derijen schenen mij twijfelachtig, maar niet
alle."
Vervolgens deed de heer de la Faille de gan-
sche gerechtszaal verbaasd staan door de vol
gende opzienbarende verklaring. Tengevolge
van het dagelijks zien der werkelijk slechte
vervalschingen in de rechtszaal en tengevolge
van herhaalde en nauwkeurige nasporingen in
de brieven van Vincent van Gogh was hij tot
de overtuiging gekomen, dat een vijftal schil
derijen, opgenomen in zijn correctie-catalogus,
niet valsch maar echt zijn. Derhalve zeide hij
in het belang van de waarheid en om misver
standen te voorkomen uitdrukkelijk, dat hij
zijn valsch-verklaring voor vijf schilderijen,
welke zich thans in verschillende handen be
vinden, terugneemt.
De echte valsch, de valsche echt, de mis
verstanden vermeerderen zich op verrassende
wijze!
LONDEN, 11 April (Reuter). In antwoord op
een vraag in het Lagerhuis verklaarde Tho
mas, minister voor de dominions, dat de Brit-
sclie regeering in haar antwoord aan De Va
lera in de duidelijkste taal verklaard heeft,
zich volstrekt te houden aan de regeling,
welke getroffen is bij het Verdrag van 1921.
Uit den hedenmiddag gepubliceerden offi-
cieelen tekst van de briefwisseling blijkt, dat
De Valera in zijn antwoord van 5 April vol
houdt, dat de eed van trouw een ondraaglijke
last is voor het Iersche volk, dat op de meest
formeele wijze zijn verlangen heeft geuit naar
een onmiddellijke afschaffing. De Valera be
strijdt, dat de regeering van den Ierschen
Vrijstaat voornemens zou zijn op eerlooze wijze
te handelen en voegt hieraan toe, dat de ge
schiedenis der Engelsch-Iersche betrekkingen
door vele woordbreuken bevlekt was, doch dat
de schuldige niet Ierland is geweest. De Va
lera bevestigt vervolgens, dat de eed een
zuiver binnenlandsche kwestie is, en dat de
afschaffing noodzakelijk is voor den vrede, de
goede orde en voor het bestuur van het land.
Bijgevolg zal de Iersche regeering onmiddel
lijk een wetsvoorstel tot afschaffing van den
eed indienen.
In haar antwoord aan De Va'era van 9 April
heeft aldus Thomas de Britsche regee
ring verklaard, dat zij van De Valera's bood
schap met diep leedwezen had kennis geno
men. De termen ervan toonen duidelijk aan,
dat de kwesties van den eed en van de an
nuïteiten slechts deel uitmaken van een veel
uitgebreider kwestie, welke niets minder be
helst dan de verwerping van de regeling van
1921 in haar geheel.
De Britsche regeering, vervolgde Thomas,
kan zeker niet de algemeene verklaring van
De Valera aanvaarden over de woordbreuken
van Groot-Brittannië in de geschiedenis der
Engelsch-Iersche betrekkingen.
De Britsche regeering sloot het Verdrag van
1921 met het eenige verlangen om een einde
te maken aan een lange periode van verbitte
ring tusschen de beide landen. De regeering
is van meening, dat er geen enkele hoop kan
zijn op de vorming van een Vereenigd Ierland,
tenzij op den grondslag van trouw aan de
kroon en onveranderd lidmaatschap van het
Britsche gemeenebest.
Thomas besloot aldus: Het is het oprechte
verlangen der Britsche regeering, dat de vriend
schappelijke betrekkingen tusschen het Ver
eenigd Koninkrijk en den Ierschen Vrijstaat
blijven bestaan, doch naar haar meening kun
nen deze betrekkingen niet worden veranderd
door op eenige wijze te kort te schieten in de
vervulling van verplichtingen, die vrijwillig zijn
aanvaard.
BERLIJN, 11 April (W.B.). Rijkspresident
von Hindenburg vaardigt naar aanleiding zijner
herkiezing de volgende proclamatie uit aan het
Duitsche Volk.
„Met dank voor het mij door het Duitsche
volk opnieuw betoonde vertrouwen en met het
geloof, ook in den vervolge met al mijn kracht
het vaderland en het Duitsche volk te dienen,
aanvaard ik de mij te beurt gevallen herkie
zing tot rijkspresident. Mijn eed getrouw zal ik
mijn ambt verder vervullen in den geest van
bovenpartijdigneid en gerechtigheid, met den
vasten wil, ons vaderland te dienen voor vrij
heid en gerechtigdheid naar buiten en tot
eenheid en bloei naar binnen.
Tot alle Duitsche mannen en vrouwen, zoo
wel echter aan diegenen, welke mij hun stem
hebben gegeven, als aan hen, die mij niet heb
ben gekozen, richt ik de vermaning;
Laat de haat nu rusten en sluit de rijen!
Evenals bij mijn ambtsaanvaarding 7 jaar ge
leden, noodig ik ook thans ons geheele Duit
sche volk uit tot medewerking. De samen
voeging van alle krachten is noodig, om de
verwarringen en nooden van onzen tijd mees
ter te worden. Alleen wanneer wij eensgezind
zijn, zijn wij sterk genoeg, om ons lot de baas
te worden. Daarom;
„Met God in eensgezindheid vooruit!"
w.g. VON HINDENBURG
Hedenmiddag bood dr. Brüning, zooals het
gebruik wil, aan Hindenburg het ontslag van
zijn kabinet aan. Deze verzocht daarop den
rijkskanselier van dit ontslag af te zien, het
geen Brüning toezegde.
Door de Duitsche kommiezen zijn de laatste
dagen in de omgeving van Emmerik, Gogh en
Kleef weder groote partijen smokkelwaar in
beslag genomen. In district Buer, bez. Vreden
zijn in de afgeloopen maand niet minder dan
vierhonderd aanhoudingen gedaan wegens
smokkelarij. Deze week hebben de kommiezen
tusschen Julich en Keulen nog een pantserauto
aangehouden bestemd voor Elberfeld. De vier
inzittenden, die trachtten te ontvluchten, wer
den door de kommiezen met hun vuurwapens
in bedwang gehouden en konden gearresteerd
worden. In den auto was 300 Kilo tabak ver
stopt.
In de buurt van Aken werd een jeugdige
smokkelaar, die op de waarschuwing van de
kommiezen geen acht sloeg, aangeschoten en
zwaar in den buik gewond. Hij moest in het
hospitaal opgenomen worden.
SHANGHAI, 10 April (Reuter). Volgens
het officieele nieuwsbureau te Nanking zou
aan Wellington Koo, den Chineeschen ver
tegenwoordiger in de Volkenbondscommissie
van onderzoek naar de Mandsjoerijsche kwes
tie, de toegang tot Mandsjoerije geweigerd
zijn, op grond van het feit, dat tusschen
Mandsjoerfje en China geen diplomatieke be
trekkingen bestaan.
Uit Genève wordt in verband hiermede be
richt, dat een protest-telegram naar Tokio is
gezonden, waarin de Japansche regeering aan
sprakelijk wordt gesteld.
Lytton, de voorzitter van de commissie ver
klaarde, dat, indien aan Wellington Koo niet
veroorloofd zou worden Mandsjoekwo te be
treden, de geheele commissie zou weigeren
dezen staat te bezoeken.
Uit Tokio wordt gemeld, dat generaal Tnig
Chao, de leider van de troepen, die de nieuwe
regeering van Mandsjoekwo omver willen wer
pen, te Charbin door een van zijn luitenants
is vermoord.
Ting Chao schijnt de ontevredenheid van
zijn partijgangers op den hals te hebben ge
haald, omdat hij niet anti-Japansch genoeg
was, aldus het bericht uit Tokio.
TOKIO, 11 April. (Reuter). Daar de toe
stand te Sjanghai verbeterd is, heeft de mi
nister van Marine besloten de detachementen
marine-soldaten terug te roepen.
Het eerste detachement zal vandaag Sjang
hai verlaten.
Blijkens een telegram uit Sjanghai, zijn de
Chineesch-Japansche besprekingen aldaar voor
onbepaalden tijd verdaagd.
Men meent te weten, dat de Chineesche ge
delegeerden, die de verdaging hebben gevraagd,
de onderhandeling als nutteloos beschouwen
en dat zij de kwesties voor den Volkenbond
wenschen te brengen.
PARIJS, 11 April. (V.D.). Te Vienne in
Zuid-Frankrijk ontstonden gisteren na af
loop van een communistische betooging ern
stige botsingen met de politie, waarbij ver
scheidene agenten gewond werden. De com
munisten wierpen in eenige straten barricaden
op, die zij met prikkeldraad versperden en de
politie, die deze barricaden trachtte in te ne
men en op te ruimen, werd ontvangen met
een hagel van steenen. Andere communisten
trachtten over de daken de gevangenis binnen
te dringen, om hun daar opgesloten kameraden
te bevrijden. Pas toen versterking was gearri
veerd, slaagde men erin de rust te herstellen.
De burgemeester van Vienne werd ontzet uit
zijn politioneele bevoegdheden, omdat hij de
onlusten niet in de kiem had gesmoord.
NEW YORK, 11 April (V.D.) Te Springfield
vond een hevige ontploffing plaats in een drie
verdiepingen hooge huurkazerne. De ontploffing
was zoo hevig, dat de schok in de geheele stad
werd gevoeld. Vijf personen werden gedood en
zestien gewond. Vier van de vijf slachtoffers
zijn vrouwen. Een hunner is de echtgenoote van
den leider der Syrische kolonie te Springfield.
De politie neemt aan, dat men hier met een
dynamietaanslag te doen heeft.
LEIPZIG, 11 April. (W. B.). Luitenant Sche-
ringer kreeg hedenmiddag zijn vonnis te
Het luidde: 2y, jaar vestingstraf wegens
voorbereiding tot hoogverraad en vergrijp tegen
de wet tot bescherming der republiek. De zes
maanden preventieve hechtenis worden in min
dering gebracht, zoodat Scheringer nog twee
jaar moet „zitten".
INNSBRUECK, 11 April. (Reuter). Vijf Duit
sche skiloopers zijn gisteren in de Ziller-Alpen
op een gletscher verongelukt.
Een lijk werd reeds geborgen, over het lot der
vier overige personen verkeert men nog in het
onzekere.
EISENSTADT, 11 April. (W. B.) De gemeen
te Eisenstadt heeft de vereeniging van muziek
liefhebbers, die momenteel in het bezit zijn
van den schedel van Haydn, verzocht deze
terug te geven, opdat hij weer bij het lichaam
gevoegd kan worden.
Gebaseerd op de slavernij, welke herinnert
aan de tijden der pharao's, is het befaamde
Russische vijfjarenplan uitgeloopen op een
hongersnood, zoo schrijft C. Bonnefou in de
„Echo de Paris".
De eerste verschijnselen hiervan hebben zich
reeds voorgedaan in het Wolgabekken, in de
Oeral, in West-Siberië en thans dreigt de hon-
gérsnood ook in de Oekraine. Er is geen graan
voor den uitzaai, het vee sterft bij gebrek aan
voedsel. In heel Rusland beantwoordt de oogst
niet aan de verwachtingen., In het rapport, dat
de Sovjets de vorige maand hebben gepubli
ceerd, wordt deze ramp toegeschreven aan de
„misdadige lusteloosheid" der in de collectieve
bedrijven ondergebrachte boeren. Dezen hebben
zich, liever dan met de wapens in de hand te
sterven, laten inlijven op de omvangrijke staats
boerderijen of hebben zich onder de communis
tische kudde gevoegd.
Doch daarmee hielden ze op te werken of
zorg te dragen voor hun toekomst. De commu
nistische bladen oefenen kritiek uit op de af
takeling der boeren, die tot slappe automaten
zijn geworden. Maar is de staat zelf niet de
eigenlijke schuld?
Reeds in October van .het vorig jaar werd
dezen ongelukkigen bij een in de „Izwestja" ver
schenen decreet formeel verboden, een hoeveel
heid graan, noodig voor den uitzaai in het
volgend jaar, van hun oogst af te nemen;
zelfs werd het hun verboden wintervoorraad op
te slaan. Alles moesten zij overgeven aan den
staat, die er in het belang des lands over zou
beschikken. De landbouwers waagden het
zwakjes te antwoorden, dat hun oogst ongun
stig was en in geenen deele beantwoordde aan
de officieel vastgestelde cijfers. Het gaf echter
niets en gelaten gehoorzaamden zij.
De staat stapelde, overigens zeer onvoldoen
de, voorraden op in graanschuren, waar een
gedeelte verrotte. Het gevolg is, dat op het
oogenblik millioenen boeren van honger om
komen.
Intusschen geraakten de onmetelijke voorraad
landbouwmateriaal en een groot deel der trac
toren in verval wegens slecht onderhoud, zoo
dat men er aan begon te denken, weer zijn toe
vlucht te nemen tot paarden, om 70 procent der
akkers te bewerken. Doch ook de paarden ble
ken niets meer waard. Waren ze niet dood,
dan had het gebrek aan voldoende voedsel de
beesten dusdanig verzwakt, dat zij voor niets
meer deugden.
Ook de geiten, waarvan de ongelukkige boe
ren aanvankelijk nog de melk kregen, kwamen
bij duizenden tegelijk om. Men had de dieren
ondergebracht in de huizen van naar Siberië
gezonden Koelakki.
Ten einde raad wilde de regeering dan maar
de zeer aanzienlijke voedselvoorraden van het
Roode Leger opofferen en zich voorts wenden
tot de nog individueele boeren, die 40 procent
van den Russischen bouwgrond bewerken.
Deze „moejiks" zijn nog niet geslagen door
de loome onverschilligheid der andere boeren,
hoewel ze ieder oogenblik konden vreezen, ook
in de collectieve bedrijven te worden ingelijfd.
Deze vrees was voor hun een krachtige Aan
sporing, om de regeering bij haar verzoek om
graan zooveel mogelijk ter wille te zijn. Uiter
aard beschikken deze „moejiks" over weinig en
dit weinige wordt door de slecht functionnee-
rende spoorwegen zoo traag vervoerd, dat het
te laat komt voor den uitzaai.
De hongersnood, welke reeds in een derde
gedeelte van Rusland bestaat, dreigt zich dus
over het geheele land te zullen uitbreiden.
Thans zou de Sovjet-regeering besloten heb
ben een leger van „slavenopzichters" te vor
men, die met de zweep of het geweer in de
hand de collectief levende boeren zullen dwin
gen tot arbeid, zorgzaamheid en zuinigheid.
Welk een verschrikkelijk voorbeeld, dit ramp
zalige volk, geknecht en onderdrukt, dat sterft
in de stilte der steppen, vroeger de voorraad
schuren der wereld I
Den volgenden dag veranderde het hotel
in een waarachtig hoofdkwartier van de
wereldpers. Ieder van ons deed zijn uiterste
best om van den keizer een definitieve ver
klaring te verkrijgen en aan zijn blad een
primeur te kunnen zenden die de wereld
verwachtte. Dank zij de welwillendheid van
baron Wuhmann had ik het verhoopte
succes. Op ongeveer 8 April werd ik door
den keizer ontvangen en had een langdurig
gesprek met hem.
Karei van Habsburg, die tijdens den we
reldoorlog zich werkelijk ingespannen heeft
om toenadering tot Frankrijk te zoeken,
had alles bij alles genomen een nobel ka
rakter. Zoodra hij op den troon was, pro
beerde hij alles, om een einde te maken
aan de wereldcatastrofe. Keizerin Zita
moedigde hem met alle kracht aan, op
dezen weg voort te gaan. Prins Sixtus van
Bourbon, haar broer, trad als bemiddelaar
op tijdens de beroemd geworden onderhan
delingen van 1917. Ik wil hier geen oordeel
uitspreken over die pogingen, die tenslotte
geen succes hadden, maar ik voel mij ver
plicht, een beetje optredend als historicus,
te zeggen, dat, na alles wat ik te weten ben
gekomen van keizer Karei, hij loyaal was
in zijn verlangen naar vrede en dat hij
nooit zijn bondgenooten, de Duitschers,
heeft bedrogen. Ik kan niet begrijpen,
waarom Clemenceau hem beschuldigd heeft
een „bedorven mentaliteit" te hebben. Deze
beschuldiging verdiende hij beslist niet.
In zijn grooten salon, waarvan de 5 groo
te vensters een prachtig uitzicht gaven op
het superbe landschap van Luzern ont
ving hij mij met grooten eenvoud, drukte
mij de hand, wat zijn voorganger keizer
Franz Joseph maar zeer zelden deed en
bood mij een fauteuil aan, terwijl hij zelf
op een eenvoudigen stoel ging zitten. Ik
geef deze kleine détails, om te laten zien,
hoe spontaan en eenvoudig Karei als
mensch was.
Als hij het over de politiek had, deed hij
een beetje knaapachtig. Hij kon maar niet
inzien dat Frankrijk, hetwelk in den wereld
oorlog geallieerde was van Italië en het
land was, dat zelf de verdeeling van de
oude Donau-monarchie had bewerkt, vij
andig kon zijn tegenover het oude keizer-
huis en tegelijk sympathie kon hebben voor
zijn persoon, alhoewel dan gemengd met
een zeker wantrouwen.
„Waarom erkent men niet", zeide hij,
„dat geen enkel plan, geen enkel besluit
van mij gericht was tegen Frankrijk en zijn
belangen. Sedert mijn troonsbestijging tot
het einde van den oolog toe heb
ik getracht een vrede te berei
ken, die ook voor Frankrijk aanneem
baar was. Gekwalificeerd als verrader door
den een, werd ik door den ander verdacht
geen fair spel te spelen. Men kent niet al
mijn pogingen, maar de regeering der Ver-
eenigde Staten kan er getuigenis van af
leggen".
En toen bracht de keizer mij op de hoogte
van feiten, die toen nog absoluut onbekend
waren, dank zij zijn minister, graaf Czer-
nin.
„Weet men, dat ik in Februari 1918 lan
gen tijd heb gecorrespondeerd met presi
dent Wilson en dat ik hem mijn instem
ming met zijn veertien punten spontaan
heb verklaard? Ik heb méér dan auto
nomie aan mijn Slavische volken willen
geven, een quasi-onafhankelijkheid. Weken
gingen voorbij met het uitwisselen van ge
zichtspunten tusschen mijn kabinet en
Washington, maar de brutale publicatie
van vertrouwelijke stukken en de houding
van Clemenceau hebben de voortzetting van
die onderhandelingen onmogelijk gemaakt.
Misschien hadden zij, wanneer zij succes
hadden gehad, den oorlog met maanden
verkort. Trouwens, er zal een dag aanbre
ken, dat de nu zoo verdeelde volken el
kander weer op gelijk terrein zullen ont
moeten".
Over Frankrijk's houdig trad de keizer
voortdurend in détails. Hij scheen zijn mi
nister van Buitenlandsche Zaken, Czernin,
te beschuldigen van minder loyale manoeu
vres.
„Direct toen ik op den troon kwam, wilde
ik vredesvoorstellen doen. Ik sprak er met
Czernin over. Hij ried mij, met Caillaux te
onderhandelen. Hij zeide mij, dat Caillaux
een man was, die vroeg of laat weer aan
de macht zou komen. Ik antwoordde hem,
dat, al mocht Caillaux nog eens minister
worden, hij het nooit lang zou blijven en
dat ik andere menschen noodig had om
een duurzamen vrede te kunnen sluiten".
Weemoedig vertelde hij van den avond,
dat hij door Weenen was gekomen en niet
turkend door de straten had gezworven om
er oude herinneringen terug te vinden.
„Ik heb mijn hoofdstad met onbeschrij
felijke droefheid weergezien. Ik was er in
geen drie jaren geweest. Welk een medelij-
wekkend schouwspel! Het was er somber in
de straten. Op de gezichten stond de trieste
zorg voor morgen te lezen. Als ik denk aan
dat oude Weenen dat zoo vroolijk, zoo leven
dig was en vooral zoo origineel-Oosten-
rijksch, wordt mijn droefheid "og grooter.
Het overige deel van het land heeft op mij
den indruk gemaakt, geen nationaliteit
meer te hebben, 't Lijkt net, of men in een
land is van internationale proefnemingen.
Op de stations zag ik de uniformen van
allerlei naties. Er waren soldaten van de
„Volkswehr", die mij deden denken aan
oude gravures van de Parijsche Commune
en aan hun zijde stonden gendarmen met
Pruisische helmen, die bevelen afwachtten
van Italiaansche stationschefs. Wat voor
weerstand zou u verwachten van zulk een
gedesorganiseerd en ongelukkig land? De
buurman van dit land, Duitschland, is rijker
en ondernemender. Wanneer de Oostenrij
kers thans aansluiting zoeken, dan is dat
het gevolg van de fout van hen, die hun
geen hoop meer laten".
Over Hongarije liet Karei niet minder
sombere profetieën hooren:
„Wat zal er met dat land gebeuren? Als
men mij er vreedzaam had laten regeeren,
zou ik vriendschappelijke betrekkingen
hebben aangeknoopt met de naburige
staten en waarborgen hebben gegeven, dat
ik er niet naar zou streven, om de oude
monarchie te herstellen. Waarom begrijpt
men niet, dat men thans de toekomst on
der heel ander aspect moet bezien en dat
m In een vorig artikel behandelde Ij
g onze Parijsche diplomatieke corres-
m pondent den tragischen terugkeer j|
m van Keizer Karei uit Hongarije en g
g zijn gedwongen gang naar Luzern. J
H Thans bespreekt hij de vredes- jj
jj pogingen, door dezen vorst tijdens a
g zijn regeering ondernomen.
niemand het verleden meer kan verande
ren! Er is een solied Polen ontstaan. Wie
zou er aan denken, aan Pol~n weer Galicië
te ontnemen? Kan er kwestie van zijn
Transsylvanië van Roemenië te scheiden?
Of Kroatië, Slovenië en Dalmatië van
Servië? Het beginsel der nationalisten is
boven het beginsel der economische samen-
hoorigheid geplaatst, waarop de oude mo
narchie was gebouwd. Men kan niets meer
veranderen aan wat gebeurd is en men moet
zich verzoenen met de natuurwetten. De
terugkeer van hun koning zou den Hon
garen een moreele satisfactie hebben ge
schonken. Nu heeft dit energieke en pa-
triotische volk moeite om rustig te blijven.
Het gist in Hongarije en 't land kan een
prooi worden van dramatisch avontuur".
Men ziet, dat k :izer Karei weliswaar geen
helder inzicht heeft in de psychologie der
groote mogendheden, maar dat hij toch
een merkwaardigen kijk heeft op de dub
bele wet der stabiele economische een
heden en der nationaliteiten, die onaf
hankelijk en één zijn geworden en moeten
blijven voortbestaan, wil men den vrede
in midden-Europa verzekeren.
Ik heb de détails van dit gesprek dik
wijls in mijn gedachten gehad. Later ben
ik te weten gekomen, dat keizer Karei in
het laatste jaar van zijn regeering heeft
geleefd in een atmosfeer van hooge philo-
sophische helderziendheid. Zijn kabinets
chef, graaf Poltzen-Hoditz, onderhield be
trekkingen met Rudolf Steiner en die be-r
roemde esoterische philosoof had den sou-
verein een lang rapport gezonden over de
beste wijze van een regeling der Oosten-
rij ksche staten onderling. Het rapport
werd pas later gepubliceerd, maar president
Masarvk heeft er. ik weet niet hoe. kennis
van gehad en het bestudeerd, want hij
sprak er mij over, toen ik hem voor de
eerste maal bezocht in October 1919.
Rudolf Steiner had toen reeds de idee' van
een drieledigen staat, waarin de economi
sche krachten zich zouden ontplooien zon
der hinderpalen van douane, door het vrije
ruilverkeer, terwijl de geestelijke, religieuze,
artistieke en intellectueele cultuur geheel
buiten de machtssfeer van den staat zou
blijven.
De gedachten, die keizer Karei 'n beetje ru
dimentair ontwikkelde, waren onder politiek
gezichtspunt tenslotte logische uitvloeisels
van de plannen van Fr aim Ferdinand. Men
weet, dat deze aartshertog besloten was,
om, als hij aan de regeering kwam. een
ruime autonomie aan de Slaven der mo
narchie te geven inplaats van ze in onder
drukking te houden onder de Duitschers
van Oostenrijk en de Magyare» van Hon
garije.
De lotgevallen van den laatsten Habs-
burger zouden echter nog avontuurlijker
worden. En het toeval van mijn beroep zou
mij nog i 'iemer met hem kennis
maken.
BOEKAREST, 10 April, (Reuter). In een
sensationeel opgemaakte extra editie van de
„Dimineata" wordt bekend gemaakt, dat prins
Nikolaus, de broer van koning Carol, in Roe-
Roemenië is teruggekeerd.
Onder voorzitterschap van den koning had
terstond een ministerraad plaats, waaraan ook
de voorzitters van de Kamers deelnamen, en
waarin werd gesproken over de regeling van
de verhoudingen tusschen den prins en het
koningshuis en zijn functie van voorzitter van
den Oppersten Oorlogsraad.
Laat in den avond werd bekend, dat prins Ni-
colaus overmorgen weer naar Frankrijk terug
keert.
Hij logeert bij zijn morganatische echtge
noote, mevrouw Dimitrescae. Zijn huwelijk blijft
in Roemenië ongeledig.
Wat betreft zijn functie van voorzitter van
den Oppersten Oorlogsraad krijgt de prins op
nieuw een half jaar verlof.
BERLIJN, 11 April. (W. B.). Hedenmorgen is
de zoon van den pleger van den aanslag op
den president van de Rijksbank, dr. Luthe?,
Willy Roosen gearresteerd daar in zijn woning
een schietwapen werd gevonden, waarvoor hij
geen permissie had.
Door de politie wordt uitdrukkelijk medege
deeld, dat deze arrestatie niet in verband staat
met den aanslag door zijn vader op dr. Luther
gepleegd, daar hij van diens daad niets afwist.