Rijksmiddelen Tl EIERENVANGER VAN ROERMOND PftOcQnM Ca Steun aan pluimveehouders Riiys in Is winst voor koelhuis gaat verj sparen nu; voor later COMMUNISTISCHE CELLENBOUW? Pleizier-belasting Roemloos einde Aan welken kant? MAANDAG 18 Af KIL fle fle kl Ht. len Ook in katholieken vakhond? KON. AARDRIJKSKUNDIG GENOOTSCHAP Jaarvergadering te Amsterdam Prof. dr. Kleiweg de Zwaan als voorzitter afgetreden Jaarverslag in mineur Een reis door de Sovjet-Unie Meer zuur dan zoet FUSIE VAN ACCOUNTANTS ORGANISATIES Nederlandsche Unie opgericht Tooneelliga Sint Bernulphus-gilde Bij de plaat MIJNBOUW-MIJ. REDJANG LEBONG Geen dividend HOLL. AMERIK. RUBBER MIJ. Tegenspraak Het heeft er veel van, of telkens de maan- delijksche middelenstaat de pessimistische beschouwingen over den economischen toe stand van ons land komt logenstraffen. is waar geeft Maart niet zooals Fe bruari een surplus te zien, maar toch is de schteruitgang in de afgeloopen maand ^eer niet zoo groot als gevreesd werd. Bij een totale opbrengst van ruim 34.7 mil joen bleef Maart ongeveer drie en een k^art millioen beneden dezelfde maand van het vorig jaar. Hit cijfer is op zich zelf niet zoo gering, doch er zijn een paar zeer toevallige oor aken aan te wijzen, welke het verschil 111 ongunstigen zin beïnvloed hebben. Eerstens neme men in aanmerking, dat v°°r een juiste vergelijking de middelen ^r°nd- en personeele belasting uitgescha keld moeten worden, daar deze niet meer 's Rijks schatkist vloeien. Brengt men ö®ze correctie aan, dan wordt het nadee- bg verschil nog maar ruim 2)4 millioen. Op de tweede plaats vloeiden deze maand successierechten nog al traag. Hat kan natuurlijk een gevolg zijn van Waardedaling der nagelaten vermogens, lïlaar kan evengoed veroorzaakt zijn door eeh toevallig lagere sterfte in de hooger klassen. Hiermee rekening houdende wordt bet verschil nogmaals met VA millioen ver anderd, waardoor het per saldo niet meer 's dan 1 millioen. Hetgeen na alle som bre voorspellingen een meevaller mag ge hemd worden. He overige middelen nagaande, blijkt Öat de vermogens- en inkomstenbelasting 2ich vrijwel op hetzelfde niveau als vorig "ar Maart gehandhaafd hebben. Hit moge op het eerste gezicht onver klaarbaar schijnen in den huidigen crisis- Üfl» maar het wordt iets meer begrijpelijk, kis men bedenkt, dat het hier betreft be zigen op den dienst 1931/1932, waarvan b® aanslagen zijn bepaald naar de inkom- SteP van het kalenderjaar 1930, een jaar b^s, toen de economische depressie nog b'et de diepte had van '31 en '32. ^èl verwonderend en verheugend te gelijk is het feit, dat deze aanslagen k°g zoo vlot binnenkomen; dat niet meer den in de onmogelijkheid verkeeren om deze slechte jaren te betalen, wat zij °Ver het nog goede jaar verschuldigd zijn. Hoe grillig belasting soms binnenkomt, «Wijst de dividend- en tantiémebelasting. k Maart 1932 is de opbrengst daarvan k°S 'n kleine 20 mille hooger dan in de lfde maand van het vorig jaar. En dat, «rWijl ieder insider weet, hoe zoo goed als bveral het dividend veel lager, en het aan- dividendpasseeringen legio is. De eenig ^Unemelijke verklaring is, dat verschillen- jaarverslagen eerder zijn verschenen "Sn vorig jaar. He handelsbeweging speciaal de invoer ^Weerspiegelt zich vooral in twee midde- Jb rechten op den invoer en statistiek- Wat nu het eerste betreft, zou men uit cijfers zonder meer mogen concludeeren, kt van opleving in den handel sprake k-"5- Zoo is het echter helaas niet. mooie cijfer van ruim 6 millioen gul- is alleen bereikt kunnen worden door ®e nieuwe stimulansen: de benzinebelas- kg en de opvoering van het algemeen Rentage van 8 op 10. donder deze beide zou dit middel al een ««1 poover figuur maken, daar onze to- 6 invoer deze maand met niet minder kb 50 millioen gulden, dat is bijna een effle deel, gedaald is. He daling van het statistiekrec'nt van 29l.ooo tot f 181.000 is dan ook een heel kt betrouwbaarder peilschaal van het kPdelsgetij. Hver de accijnzen valt ditmaal heel «bsig te zeggen. Hooger waren: zout ge- 'stiHeerd, suiker en tabak; lager: ge- j k®bt, wijn en bier. De daling van beide ststen zou kunnen wijzen op door de crisis 6tftÜnderd alcohol-gebruik, maar daarte- «bover staat de stijging van binnen- en 'tenlandsch gedistilleerd. (Bij dit laat- 6 Qioet men evenwel in aanmerking ne- -t 1932 5 betaaldagen had, te- vorig jaar 4). e bedrijvigheid ter beurze is er ook al 6t grooter op geworden, getuige de da- der zegelrechten met 1,6 millioen. .Hierbij sluit zich aan het dégrès bij de ^stratierechten, welke van 1,149,000 ^°eb al een laag cijfer) in 1931 tot ƒ1.061.000 galden. Er zijn dus ook deze maand al weinig nieuwe emissies uitgegeven. eh buitengewoon ongunstig teeken is ook steeds voortgezette daling der loodsgel- fle'v, ^eer nog dan iets anders teekent dit huidige ma]aise 0f handels- en scheep- krtgebied. ta^iU de ontvangsten van het eerste kwar to *932 bekend zijn, willen we nog even tig arbaalcijfers vergelijken met het vo- tear en met de raming. totaal brachten de gewone middelen 104.106.000 tegen f 115.783.000 in 1931. lj0e°° een vermindering van ruim 11 mil- cQ ll- °°k hier echter moet men met de b0v ecties rekening houden, welke we hier- bij de maandcijfers bespraken. k0 ®rgeleken met 3/12 van de raming bad 6n.We voor dit eerste kwartaal tot een *®8ült^ verschil van slechts VA ton. Dit aat ^kt nóg bevredigender, als men tdic,ilerinnert, dat na de indiening der aelenwet in September 1931 de Minis- tpet n°ta van wijziging de totaalraming rndlioen verminderd heeft, wegens de Sis, y verder om zich heen grijpende cri tics 0or één kwartaal heeft de minister V01 .Zuiver geraamd f 99.552.142. Waaruit ll0etl' dab We eigenlijk met meer dan 4 mil fv de raming overschreden t6r 'bisten en hoera-roepers zij er ech- ^iscor "°Wezen> dat in deze 4 millioen ver- Vi. bC<ird zijn enk»lp maandopbrengsten dine en verhoosde invoer rechten, welke óók niet in de eerste ra ming waren opgenomen. Aangezien de kwartaalbegrooting hiervan f 6 A millioen is, blijft er per saldo nog een tekort op de raming van ruim 2 millioen. Een resultaat, dat niet verontrustend is, maar toch tot de grootste zorgzaamheid voor de landsfinanciën moge stemmen. In het Verbondsblad van het R. K. Werklie denverbond vinden wij volgend feit uit een onzer groote steden vermeld: „Bij het propageeren van ons dagblad de „Volkskrant", hetgeen o.m. door huisbezoek bij de leden van onze Katholieke Arbeiders beweging geschiedt, ontmoette men een gezin, dat geabonneerd bleek te zijn op de Tribune. Men dacht aan een vergissing. Gij zijt lid van den Katholieken Bond en gij leest de „Tribune"? Het antwoord was: Ja, wat dacht je dan: wat wou je er van? Daarin vind ik mijn be langen behartigd. Maar je bent toch lid van den Katholieken Bond? Nou ja, dat ben ik, omdat ik daardoor mis schien eerder kans heb werk te krijgen." De vraag is gewettigd, of men hier niet te doen heeft met communistischen cellenbouw in de katholieke vakorganisatie. 't Is mogelijk, dat deze slimme „Tribune"- lezer werkelijk meent tevens lid van den Ka tholieken Bond te moeten zijn om misschien eerder een baantje te krijgen, en in dit geval kan de Katholieke organisatie hem best mis sen. Blijkt hij echter een cellenbouwer, dan kan men hem nög beter missen, dan kan men hem beter uitwerpen. Men houde er rekening mee: een communist staat voor niéts! De Zaterdagmiddag in „Artis" gehouden jaar vergadering van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap heeft een bij zonder karakter gedragen door het feit, dat de voorzitter, Prof. Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan, deze functie heeft neergelegd. Prof. Kleiweg de Zwaan heeft aan het Ge nootschap gedurende vele jaren belangrijke diensten bewezen; reeds van 1918 af was hij lid van het Huishoudelijk Bestuur, n.l. van 19181925 secretaris en van 1928—1932 voor zitter. Zijn heengaan van thans geschiedde naar aanleiding van de bepaling in de statu ten, dat alle leden van het hoofdbestuur, be halve secretaris en penningmeester, om de vier jaar moeten aftreden en niet herkiesbaar zijn. Tot opvolger van Prof. Kleiweg de Zwaan benoemde de vergadering de heer E. Heldring eveneens oude bekende in het Genootschap Van 1899—1901 was de heer Heldring secreta ris en van 1901—1906 penningmeester; in 1923 werd hij bij het 50-jarig bestaan van het Ge nootschap eerelid. Het jaarverslag en de rekening en verant woording van den penningmeester werden goedgekeurd. Het eerste, dat werd uitgebracht door den secretaris, den heer E. J. Voüte. ver meldt, dat het Genootschap van de ongunstige tijdsomstandigheden heeft te lijden, daar vele leden gemeend hebben, voor hun lidmaatschap te moeten bedanken. Dit bedanken wordt be treurd, omdat een cultureele arbeid van alge- meene strekking zich hierdoor niet naar be- hooren kan ontplooien, vooral omdat het hier een cultureele arbeid geldt, die niet alleen we tenschappelijk nut heeft, maar ook van buiten gewoon groote waarde is voor het opgroeiende geslacht van een handeldrijvende koloniale natie. Op 1 Januari 1931 bedroeg het aantal leden 1403 en 1337 op 1 Januari 1932. Van de leden lijst werden afgevoerd: 153 wegens bedanken, 11 wegens overlijden, totaal 164. Er traden 98 nieuwe leden toe tegen 342 het jaar tevoren. Het Genootschap telt 48 eereleden en 42 cor- respondeerende leden. Het verslag maakt verder melding van het aantal lezingen en voordrachten, dat in het afgeloopen jaar is gehouden en van de ver schillende uitgaven van het Genootschap. Na afloop van de vergadering heeft de heer J. J. Kloppert een lezing gehouden over „Een reis door de Sovjet-Unie", aan welke lezing het volgende is ontleend. Spr. begon met een opwekking tot bestu deering van de belangwekkende ontwikkeling, die in Oost-Europa zich voltrekt, zoo mogelijk deze studie door een bezoek aan te vullen, waarbij men niet te zeer beducht moet zijn, dat men zal trachten den bezoeker het mooiste te laten zien. Dat leert men gemakkelijk schif ten. Bovendien meende hij, dat ieder, die dit land bezocht, verplicht was zijn indrukken mee te deelen, mits zoo veelzijdig mogelijk, objec tief was waargenomen. Aanleiding tot de reis was het Internationaal Bodemkundig Congres, dat in 1930 in de Sov jet-Unie in Leningrad en Moskou was samen gekomen. De tocht duurde van midden Juli tot eind Augustus en strekte zich uit, na het verblijf in de genoemde steden, tot in Trans- kaukasië, waarna men via Batoem en de Krim, de Dnjeprostroj, Kief en Charkof bezocht Dat deze reis z-ooveel leden van de Internationale Bodemkundige Vereeniging tezamen bracht, was niet in de laatste plaats te danken aan het feit, dat Rusland de bakermat van de bo demkunde kan worden genoemd. Een aantal beelden maakte duidelijk, welke wijzigingen zich in het landschap voltrokken, wanneer men van het Noordwesten naar het Zuidoosten reist. De extreme zomer- en win tertemperaturen, gevoegd bij het afnemen van het regencijfer, doen de boschgronden van het Noorden overgaan in de steppen, eerst nog met boschstrooken op de vochtige plekken, la ter in de eigenlijke steppe, die in het zeer droge Zuidoosten het type van de zoutsteppe vertoont. Een autotocht door de Kaukasus bracht het hooggebergtelandschap, dat werd gevolgd door het sub-tropisch gebied ten Zui den van dit gebergte, waar in de omgeving bij Batoem, bij Tsjakwa, de Russen thee aanplan ten en de banaan, Japansche bamboe en palm de flora een tropisch uiterlijk verleenen. Me diterrane trekken heeft ook de Zuidkust der Krim, die als breukrand steil uit de Zwarte Zee oprijst. De regeering overweegt een kwantum van ten minste honderd millioen eieren in koel huizen op te slaan. (Persbericht) - -c£S>öl Ai Na eenige opmerkingen gemaakt te hebben over het volkskarakter, zooals spr. dit had lee- ren kennen, waarbij hij waarschuwde tegen een te haastig eenzijdig oordeel, vertelde hij van zijn indrukken uit de steden, van het wonen aldaar, de sociale zorg, de bevorderingen der volksontwikkeling, zij het dan ook eenzijdig gericht, het warengebrek en de hooge prijzen Ook van den geestelijken druk, die de organen der Gepeoe uitoefenen. Beelden uit Moskou gaven aanleiding enkele opmerkingen te plaatsen over de regeering en de bevredigende regeling van het minderheden vraagstuk, het groot en groeiend ambtenaren- tal, tevens over het stroeve van een productie apparaat, zooals dat in de Unie wordt ge vonden. De slechte toestanden, die vroeger in het rijk heerschten, de onzekerheid bij het wegvallen van de bestaande orde, de kunstmatig gevoe de vrees voor interventie, de krachtige hand, waarmee de Gepeoe zich kenbaar maakt, de gebrekkige kennis van toestanden in andere landen en de eigenaardige mentaliteit van het Russische volk zijn oorzaken, waardoor het tegenwoordig bewind een vasten grondslag heeft gekregen. Na de opening der vergadering wijdde de voorzitter, prof. dr. J. P. Kleiweg de Zwaan, aan de nagedachtenis van de overleden leden, de heeren Delprat en Rahusen, een kort woord, dat door de aanwezigen staande werd aange hoord. In plaats van de twaalf periodiek aftredende bestuursleden werden gekozen de heeren C. L. van 3alen, prof. dr. B. G. Escher, dr. J. van Hinte, C. G. Vattier Kraane, prof. L. van Vuu- ren, dr. F. C. Wieder, dr. W. van Bemmelen, prof. dr. L. P. Ie Cosquino de Bussy, dr. J. F. Hoekstra, C. Lekkerkerker, G. F. Tydeman en Th. Ligthart. Als nieuwe leden van het Algemeen Bestuur werden gekozen de heeren drs. G. J. de Vries, J. Tideman, mr. R. E. Kielstra, G. J. A. Mul der, prof. H. W. Methorst, jhr. mr. A. M. Snouck Hurgronje en prof. dr. C. U. Ariens Kappers. In de plaats van het lid van het dagelijksch bestuur, den heer J. L. H. Luymes werd geko zen de heer Voorbeytel Cannenburg. Tot opvolger van den aftredenden voorzitter prof. dr. J. P. Kleiweg de Zwaan heeft het al gemeen bestuur den heer E. Heldring benoemd. Prof. Kleiweg de Zwaan deelde mede, dat de heer Heldring ondanks zijn drukke bezigheden zich bereid heeft verklaard, deze functie op zich te nemen. Gedurende verscheidene jaren is de heer Heldring secretaris en penningmees ter van het Genootschap geweeest en de voor treffelijke wijze waarop hij zich aldus spr. van elk dezer functies heeft gekweten, vond haar belooning in zijn benoeming tot eerelid in 1923. Spr. zeide er van overtuigd te zijn, dat de heer Heldring ook als voorzitter zijn talen ten en bekwaamheden in dienst van het Ge nootschap zal stellen. De vice-voorzitter, de heer J. Sibenga Mulder, hierna het woord nemend, zeide dat hij wist te spreken namens alle leden, als hij den schei denden voorzitter dank en hulde bracht, voor het werk dat hij ten behoeve van het Genoot schap, eerst als lid van het Huishoudelijk be stuur en daarna als voorzitter, heeft verricht. Naast een zakelijke en juiste leiding heeft hij op voortreffelijke wijze de belangen van het genootschap naar buiten uitgedragen en den bloei, de glorie en de standing er van bevor derd. Spr. betrok in zijn dankwoord ook prof. Klei weg de Zwaan's echtgenoote, die vooral ook op zeldzame wijze heet weten te recipieeren als de leden van het Huishoudelijk bestuur van haar gastvrijheid gebruik maakten. Spr. wenschte prof. Kleiweg in het bestuur en vooral in het huishoudelijk bestuur een van harte gemeend „tot weerziens!" toe. Naar wij vernemen, hebben de Nederlandsche Associatie van Accountants, het Nederlandsch College van Accountants en de Nederlandsche Unie van Accountants besloten tot fusie hunner organisaties onder den naam van „Nederland sche Unie van Accountants", onder voorzitter schap van den heer C. v. d. Berg te Hilversum. De vereeniging besloot tot het instellen van een Keuringsraad, een Raad van Toezicht en Tucht en een Curatorium. In de meening, dat het publiek de eenige reëele grondslag voor saneering van ons tooneel is, In dien zin, dat het niet alleen de econo mische mogelijkheid tot bestaan van een too- neelkunst, maar ook de geestelijke mogelijkheid tot vernieuwing van deze kunst moet scheppen, publiceert de tooneelliga het volgend manifest, waarmede reeds een groot aantal vooraanstaan de kunstenaars en belangstellenden hun in stemming hebben betuigd. Herinnerd wordt aan de tooneelcrisis dezer dagen en de conclusie is, dat verbetering slechts kan komen door actieve belangstelling van het publiek: Het tooneel is cultuurelement, dat in beteekenis ver uitgaat boven vermaak en ont spanning en dat als zoodanig hersteld en be houden dient te worden. Slechts op de basis van actieve belangstelling van een over theater degelijk geïnformeerd pu bliek kan het tooneel worden behoed voor ver dere vulgariseering tot vermaakskunst en kan de steeds dieper omlaag gaande kringloop tus- schen auteur, directeur, acteur en toeschouwer, een nieuwe, naar omhoog gerichte baan ver krijgen. De tooneelliga wil dit doel bereiken door: 1. Uitgave van een tijdschrift; 2. Het organiseeren van leesavonden van belangrijke stukken en het uitnoodigen van binnen- en buitenlandsche auteurs tot het houden van lezingen; 3. Opwek ken tot medeleven met- en stelling nemen van belangrijke gebeurtenissen op tooneelgebied; 4. Het in samenwerking met daarvoor in aanmer king komende organisaties steunen en mogelijk maken van opvoeringen welke vanuit 't stand punt van de liga vernieuwing naar inhoud, vorm en (of) ensceneering in het belang zijn van een levende tooneelkunst en welke niet op zuiver commercieele basis mogelijk zijn; 5. Con tact zoeken met aanverwante organisaties in het buitenland. Buitengewone leden zijn zij, die uit hoofde van hun beroep aan het tooneel verbonden, of als auteur belanghebbend zijn. Deze hebben geen stemrecht. Het bureau der Tooneelliga is gevestigd Von delstraat 184, Amsterdam. Het bestuur wordt gevormd door: D. C. van der Poel, voorz.; J. W. Bottenheim, secr.; M. F. Brusse, penningm.; mr. J. E. Goudsmit, W. L. M. E. van Leeuwen, B. Merkelbach, van Putten en M. Wijnsouw. Op de a.s. algemeene ledenvergadering van het Sint Bernulphus-gilde, die gehouden zal worden op Donderdag 28 April e.k. in het Bis schoppelijk Museum te Haarlem, zal gesproken worden door den conservator, Pastoor L. J. Boogmans „over oprichting en inrichting van diocesane musea". Onder leiding van ir. Jos. Cuypers zullen de leden de nieuwe Sint Bavo bezoeken, onder leiding van arch. J. C. Slagter zullen zij de oude Sint Bavo bezichtigen. Uit het antwoord, dat de Minister van Bin- nenlandsche Zaken en Landbouw gegeven heeft op de desbetreffende schriftelijke vragen van het Kamerlid Van Rappard, blijkt, dat de re geering inderdaad een poging wil doen om de pluimveehouderij voor ondergang te behoeden door te bevorderen, dat zoo spoedig mogelijk ten minste 100 millioen eieren uit de markt genomen en met rijkssteun in koelhuizen wor den opgeslagen; het daartoe strekkend wets voorstel moet het departement reeds verlaten hebben. De verwachting is thans gewettigd, dat bin nenkort de eitjes bij millioenen tezamen zul len rollen om tegen zekeren prijs voorloopig op geborgen te worden. Wij veronderstellen, dat de belanghebbenden deze daad van de regeering wèl zullen weten te waardeeren: het uit de markt nemen van (waarschijnlijk méér dan) 100 millioen eieren beteekent voor de kippenhouders een niet te onderschatten steun: zij kunnen er nu zeker van zijn, althans een deel der eierenproductie tegen niet onre- delijken prijs afgezet te krijgen en er is reden om te hopen, dat eenige vermindering van aan bod ook eenige verbetering van den prijs ten gevolge zal hebben. Natuurlijk zal de hier beoogde steun niet af doende blijken, maar.... wélk krisis-gevolg zou de regeering voor 100 pet. ongedaan kunnen maken? Laat men dankbaar zijn voor de goede be doeling, waardeeren en erkennen dat een half ei nog steeds beter is dan een leege dop. Na afschrijving en reserveeringen bedraagt het winstsaldo ƒ267.000, dat naar de nieuwe rekening zal worden overgebracht. Er zal geen dividend worden uitgekeerd (v.j. 6 pCt.). Aneta-Holland meldt. Naar ons van welingelichte zijde wordt me degedeeld, is het bericht van Symington Lon den, volgens hetwelk besloten zou zijn de Sumatra-ondernemingen van de U.S. Rubber Co. te sluiten of althans den tap te stoppen, ongegrond. Men weet, dat het hier vooral de Hoil.-Ame- rikaansche Rubber Mij. betreft, de grootste producent van rubber in NetL-Indië. PrifefeMraadt Het Amsterdamsche Stadion is gisteren weer aardig in trek geweest: Vol was 't, boorde- en propvol, dank zij de belangstelling voor den voetbalkamp tusschen de Belgen en de Hollanders. De toegang tot het stadion is bij zoo'n gelegenheid niet gratis, volgepropte ver voermiddelen maken den tocht naar 't veld van eer niet tot een pretje, en gisteren kwam er nog als extra-attractie bij, dat een ijzige wind de toeschouwers 'n paar uur lang heeft doen blauwbekken. Maar 'n portie geld, 'n platgetrapte teen en 'n paar purperen ooren hebben de voet balliefhebbers er graag voor over gehad om de sensatie van dezen spannenden inter landwedstrijd mede te ondergaan. Wat drommel! voelden zij zich in het stadion niet als lievelingen der voetbal goden, die alleen de uitverkorenen tot hun hemel van gelukzaligheid toelaten? Meer dan twee honderd duizend liefheb bers hadden zich voor dien hemel aange meld; zij behoorden to1 de vijf en dertig duizend uitverkorenen, die toegelaten wer den. Vraag niet voor hoeveel geld op het laat ste moment nog plaatsjes veroverd zijn! Geld speelt hier geen rol! Meer dan honderd vijf en zestigduizend nieuwsgierigen hebben het gisteren bejam merd, dat ze hun geld niet kwijt konden, en ook duizenden onder hen hadden graag een extra heffing betaald als de poort der ge lukzaligheid zich maar voor hen had wil len openen. Ze zeggen, dat 't geld tegen woordig zoo duur is, maar hier ligt 't voor 't grijpen. Het pleizier, een interlandwedstrijd bij te wonen wordt met pleizier duur be taald. Voelt de Regeering, die in dezen krisistijd aan honderdduizenden 'n allerlei vorm steun verleenen moet, haar vingers nog niet jeuken? Zij hale 't geld daar waar tmeten voor pleizier uitgegeven wordt. Van hen die in hun pleizierstemming verraden, hoeveel zij nog te missen hebben. Voor pleizier. Wat is er in onzen tijd nu billijker dan een extra belasting op duur pleizier? Sic transit gloria mundi. Zoo gaat 's werelds roem voorbij. „De Socialist", het blad, waarmede de links-socialisten eenmaal de booze wereld wilden hervormen, is opgeheven. En de drukker drukt nu niet langer het revolutionnaire orgaan, maar den verantwoordelijken administrateur, die een schuld van 1532.82 aan den drukker on betaald achterliet. „U begrijpt toch," zoo schrijft de druk ker, Mulder en Zoon, aan den verantwoor delijken Coen du Bruin, „u begrijpt toch, dat dit bedrag aan ons betaald moet wor den. Wij begrijpen natuurlijk wel, dat dit voor u niet zeer makkelijk is, en zijn dan ook bereid met een afbetaling genoegen te nemen. De kwestie is maar, hoeveel er door u betaald zal worden. Dit bedrag zouden wij gaarne zoo hoog mogelijk gesteld zien, omdat wij deze contanten bijzonder noodig hebben. In het uiterste geval zou door ons genoegen worden genomen met een beta ling van 50 per maand, echter in geen geval minder. Indien u deze regeling ac cepteert, duurt het nog ruim 2 A jaar voor dat door u de hoofdsom betaald is, waarbij dan nog komt een billijke rente. Wij willen u gaarne nog even gelegen heid geven om, indien mogelijk, met andere menschen, die toch eigenlijk mede-verant woordelijk zijn, een bespreking te houden, zoodat u misschien door deze menschen in de afbetalingen gesteund zou worden. Wij moeten u er echter met nadruk op wijzen, dat, indien wij niet voor het einde dezer maand een definitieve regeling met u heb ben, wij genoodzaakt zullen zijn andere maatregelen te nemen, hoe ongaarne ook zouden wij b.v. tot loonbeslag moeten over gaan. Wij hopen en vertrouwen echter, dat u het niet zoo ver zult laten komen en zien uw berichten gaarne zoo spoedig mogelijk, doch in ieder geval voor het einde dezer maand van u tegemoet." De arme Coen du Bruin wendt zich nu in een rondschrijven tot zijn min of meer mede-verantwoordelijke vrienden. „Toon je solidair!" En betaal óók een portie! Laten we hopen, dat Coen du Bruin de mislukking van zijn wereldhervormingspo ging niet al te duur zal moeten betalen. 't Blijkt toch altijd nog veel gemakkelij ker, hoogdravende revolutionnaire theo rieën te verkondigen, dan profane, „bur gerlijke" financieele verplichtingen na te komen! Coen heeft dat, als karakter-revolution- nair, niet althans te laat overwogen. De onderwijscommissie van den Vrijheids bond heeft een rapport samengesteld over het wetsontwerp-Terpstra. Ze spreekt daar in van de tot het uiterste gedreven school- splitsing en doelt daarbij op „de voortdu rende oprichting van kleine scholen, vaak eenmansschoolt j es." Inderdaad, dat is niet te verantwoorden. 't Is alleen maar de vraag, aan welken kant men die eenmansschooltjes zoeken moet. De jongste statistiek maakt melding van 21 bijzondere eenmansschooltjes en van 213 openbare. De verhouding is dus 1 op 10, ten gunste van het bijzonder onder wijs. We zeggen niet dat het openbaar onder- ,wijs al die kleine schooltjes opzettelijk ge sticht heeft, maar wie een ander iets ver wijt, moge eerst bedenken of hetzelfde euvel ook niet in eigen omgeving bestaat. Zou de Vrijheidsbond, ter voorkoming van verkeerde opvattingen in eigen kring, het rapport der commissie niet met een noot in dien zin willen aanvullen?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5