Rijksmiddelen
Tl
EIERENVANGER VAN ROERMOND
PftOcQnM
Ca
Steun aan
pluimveehouders
Riiys in
Is winst voor
koelhuis gaat verj
sparen
nu; voor later
COMMUNISTISCHE
CELLENBOUW?
Pleizier-belasting
Roemloos einde
Aan welken kant?
MAANDAG 18 Af KIL
fle
fle
kl
Ht.
len
Ook in katholieken vakhond?
KON. AARDRIJKSKUNDIG
GENOOTSCHAP
Jaarvergadering te Amsterdam
Prof. dr. Kleiweg de Zwaan als
voorzitter afgetreden
Jaarverslag in mineur
Een reis door de
Sovjet-Unie
Meer zuur dan zoet
FUSIE VAN ACCOUNTANTS
ORGANISATIES
Nederlandsche Unie opgericht
Tooneelliga
Sint Bernulphus-gilde
Bij de plaat
MIJNBOUW-MIJ. REDJANG
LEBONG
Geen dividend
HOLL. AMERIK. RUBBER MIJ.
Tegenspraak
Het heeft er veel van, of telkens de maan-
delijksche middelenstaat de pessimistische
beschouwingen over den economischen toe
stand van ons land komt logenstraffen.
is waar geeft Maart niet zooals Fe
bruari een surplus te zien, maar toch is de
schteruitgang in de afgeloopen maand
^eer niet zoo groot als gevreesd werd. Bij
een totale opbrengst van ruim 34.7 mil
joen bleef Maart ongeveer drie en een
k^art millioen beneden dezelfde maand
van het vorig jaar.
Hit cijfer is op zich zelf niet zoo gering,
doch er zijn een paar zeer toevallige oor
aken aan te wijzen, welke het verschil
111 ongunstigen zin beïnvloed hebben.
Eerstens neme men in aanmerking, dat
v°°r een juiste vergelijking de middelen
^r°nd- en personeele belasting uitgescha
keld
moeten worden, daar deze niet meer
's Rijks schatkist vloeien. Brengt men
ö®ze correctie aan, dan wordt het nadee-
bg verschil nog maar ruim 2)4 millioen.
Op de tweede plaats vloeiden deze maand
successierechten nog al traag.
Hat kan natuurlijk een gevolg zijn van
Waardedaling der nagelaten vermogens,
lïlaar kan evengoed veroorzaakt zijn door
eeh toevallig lagere sterfte in de hooger
klassen. Hiermee rekening houdende wordt
bet verschil nogmaals met VA millioen ver
anderd, waardoor het per saldo niet meer
's dan 1 millioen. Hetgeen na alle som
bre voorspellingen een meevaller mag ge
hemd worden.
He overige middelen nagaande, blijkt
Öat de vermogens- en inkomstenbelasting
2ich vrijwel op hetzelfde niveau als vorig
"ar Maart gehandhaafd hebben.
Hit moge op het eerste gezicht onver
klaarbaar schijnen in den huidigen crisis-
Üfl» maar het wordt iets meer begrijpelijk,
kis men bedenkt, dat het hier betreft be
zigen op den dienst 1931/1932, waarvan
b® aanslagen zijn bepaald naar de inkom-
SteP van het kalenderjaar 1930, een jaar
b^s, toen de economische depressie nog
b'et de diepte had van '31 en '32.
^èl verwonderend en verheugend te
gelijk
is het feit, dat deze aanslagen
k°g zoo vlot binnenkomen; dat niet meer
den in de onmogelijkheid verkeeren om
deze slechte jaren te betalen, wat zij
°Ver het nog goede jaar verschuldigd zijn.
Hoe grillig belasting soms binnenkomt,
«Wijst de dividend- en tantiémebelasting.
k Maart 1932 is de opbrengst daarvan
k°S 'n kleine 20 mille hooger dan in de
lfde maand van het vorig jaar. En dat,
«rWijl ieder insider weet, hoe zoo goed als
bveral het dividend veel lager, en het aan-
dividendpasseeringen legio is. De eenig
^Unemelijke verklaring is, dat verschillen-
jaarverslagen eerder zijn verschenen
"Sn vorig jaar.
He handelsbeweging speciaal de invoer
^Weerspiegelt zich vooral in twee midde-
Jb rechten op den invoer en statistiek-
Wat nu het eerste betreft, zou men uit
cijfers zonder meer mogen concludeeren,
kt van opleving in den handel sprake
k-"5- Zoo is het echter helaas niet.
mooie cijfer van ruim 6 millioen gul-
is alleen bereikt kunnen worden door
®e nieuwe stimulansen: de benzinebelas-
kg en de opvoering van het algemeen
Rentage van 8 op 10.
donder deze beide zou dit middel al een
««1 poover figuur maken, daar onze to-
6 invoer deze maand met niet minder
kb 50 millioen gulden, dat is bijna een
effle deel, gedaald is.
He daling van het statistiekrec'nt van
29l.ooo tot f 181.000 is dan ook een heel
kt betrouwbaarder peilschaal van het
kPdelsgetij.
Hver de accijnzen valt ditmaal heel
«bsig te zeggen. Hooger waren: zout ge-
'stiHeerd, suiker en tabak; lager: ge-
j k®bt, wijn en bier. De daling van beide
ststen zou kunnen wijzen op door de crisis
6tftÜnderd alcohol-gebruik, maar daarte-
«bover staat de stijging van binnen- en
'tenlandsch gedistilleerd. (Bij dit laat-
6 Qioet men evenwel in aanmerking ne-
-t 1932 5 betaaldagen had, te-
vorig jaar 4).
e bedrijvigheid ter beurze is er ook al
6t grooter op geworden, getuige de da-
der zegelrechten met 1,6 millioen.
.Hierbij sluit zich aan het dégrès bij de
^stratierechten, welke van 1,149,000
^°eb al een laag cijfer) in 1931 tot ƒ1.061.000
galden. Er zijn dus ook deze maand al
weinig nieuwe emissies uitgegeven.
eh buitengewoon ongunstig teeken is ook
steeds voortgezette daling der loodsgel-
fle'v, ^eer nog dan iets anders teekent dit
huidige ma]aise 0f handels- en scheep-
krtgebied.
ta^iU de ontvangsten van het eerste kwar
to *932 bekend zijn, willen we nog even
tig arbaalcijfers vergelijken met het vo-
tear en met de raming.
totaal brachten de gewone middelen
104.106.000 tegen f 115.783.000 in 1931.
lj0e°° een vermindering van ruim 11 mil-
cQ ll- °°k hier echter moet men met de
b0v ecties rekening houden, welke we hier-
bij de maandcijfers bespraken.
k0 ®rgeleken met 3/12 van de raming
bad 6n.We voor dit eerste kwartaal tot een
*®8ült^ verschil van slechts VA ton. Dit
aat ^kt nóg bevredigender, als men
tdic,ilerinnert, dat na de indiening der
aelenwet in September 1931 de Minis-
tpet n°ta van wijziging de totaalraming
rndlioen verminderd heeft, wegens de
Sis, y verder om zich heen grijpende cri
tics 0or één kwartaal heeft de minister
V01 .Zuiver geraamd f 99.552.142. Waaruit
ll0etl' dab We eigenlijk met meer dan 4 mil
fv de raming overschreden
t6r 'bisten en hoera-roepers zij er ech-
^iscor "°Wezen> dat in deze 4 millioen ver-
Vi. bC<ird zijn enk»lp maandopbrengsten
dine en verhoosde invoer
rechten, welke óók niet in de eerste ra
ming waren opgenomen. Aangezien de
kwartaalbegrooting hiervan f 6 A millioen
is, blijft er per saldo nog een tekort op
de raming van ruim 2 millioen.
Een resultaat, dat niet verontrustend is,
maar toch tot de grootste zorgzaamheid
voor de landsfinanciën moge stemmen.
In het Verbondsblad van het R. K. Werklie
denverbond vinden wij volgend feit uit een
onzer groote steden vermeld:
„Bij het propageeren van ons dagblad de
„Volkskrant", hetgeen o.m. door huisbezoek
bij de leden van onze Katholieke Arbeiders
beweging geschiedt, ontmoette men een gezin,
dat geabonneerd bleek te zijn op de Tribune.
Men dacht aan een vergissing.
Gij zijt lid van den Katholieken Bond en
gij leest de „Tribune"?
Het antwoord was: Ja, wat dacht je dan:
wat wou je er van? Daarin vind ik mijn be
langen behartigd.
Maar je bent toch lid van den Katholieken
Bond?
Nou ja, dat ben ik, omdat ik daardoor mis
schien eerder kans heb werk te krijgen."
De vraag is gewettigd, of men hier niet te
doen heeft met communistischen cellenbouw in
de katholieke vakorganisatie.
't Is mogelijk, dat deze slimme „Tribune"-
lezer werkelijk meent tevens lid van den Ka
tholieken Bond te moeten zijn om misschien
eerder een baantje te krijgen, en in dit geval
kan de Katholieke organisatie hem best mis
sen.
Blijkt hij echter een cellenbouwer, dan kan
men hem nög beter missen, dan kan men
hem beter uitwerpen.
Men houde er rekening mee:
een communist staat voor niéts!
De Zaterdagmiddag in „Artis" gehouden jaar
vergadering van het Koninklijk Nederlandsch
Aardrijkskundig Genootschap heeft een bij
zonder karakter gedragen door het feit, dat de
voorzitter, Prof. Dr. J. P. Kleiweg de Zwaan,
deze functie heeft neergelegd.
Prof. Kleiweg de Zwaan heeft aan het Ge
nootschap gedurende vele jaren belangrijke
diensten bewezen; reeds van 1918 af was hij
lid van het Huishoudelijk Bestuur, n.l. van
19181925 secretaris en van 1928—1932 voor
zitter. Zijn heengaan van thans geschiedde
naar aanleiding van de bepaling in de statu
ten, dat alle leden van het hoofdbestuur, be
halve secretaris en penningmeester, om de vier
jaar moeten aftreden en niet herkiesbaar zijn.
Tot opvolger van Prof. Kleiweg de Zwaan
benoemde de vergadering de heer E. Heldring
eveneens oude bekende in het Genootschap
Van 1899—1901 was de heer Heldring secreta
ris en van 1901—1906 penningmeester; in 1923
werd hij bij het 50-jarig bestaan van het Ge
nootschap eerelid.
Het jaarverslag en de rekening en verant
woording van den penningmeester werden
goedgekeurd. Het eerste, dat werd uitgebracht
door den secretaris, den heer E. J. Voüte. ver
meldt, dat het Genootschap van de ongunstige
tijdsomstandigheden heeft te lijden, daar vele
leden gemeend hebben, voor hun lidmaatschap
te moeten bedanken. Dit bedanken wordt be
treurd, omdat een cultureele arbeid van alge-
meene strekking zich hierdoor niet naar be-
hooren kan ontplooien, vooral omdat het hier
een cultureele arbeid geldt, die niet alleen we
tenschappelijk nut heeft, maar ook van buiten
gewoon groote waarde is voor het opgroeiende
geslacht van een handeldrijvende koloniale
natie.
Op 1 Januari 1931 bedroeg het aantal leden
1403 en 1337 op 1 Januari 1932. Van de leden
lijst werden afgevoerd: 153 wegens bedanken,
11 wegens overlijden, totaal 164. Er traden 98
nieuwe leden toe tegen 342 het jaar tevoren.
Het Genootschap telt 48 eereleden en 42 cor-
respondeerende leden.
Het verslag maakt verder melding van het
aantal lezingen en voordrachten, dat in het
afgeloopen jaar is gehouden en van de ver
schillende uitgaven van het Genootschap.
Na afloop van de vergadering heeft de heer
J. J. Kloppert een lezing gehouden over „Een
reis door de Sovjet-Unie", aan welke lezing
het volgende is ontleend.
Spr. begon met een opwekking tot bestu
deering van de belangwekkende ontwikkeling,
die in Oost-Europa zich voltrekt, zoo mogelijk
deze studie door een bezoek aan te vullen,
waarbij men niet te zeer beducht moet zijn,
dat men zal trachten den bezoeker het mooiste
te laten zien. Dat leert men gemakkelijk schif
ten. Bovendien meende hij, dat ieder, die dit
land bezocht, verplicht was zijn indrukken mee
te deelen, mits zoo veelzijdig mogelijk, objec
tief was waargenomen.
Aanleiding tot de reis was het Internationaal
Bodemkundig Congres, dat in 1930 in de Sov
jet-Unie in Leningrad en Moskou was samen
gekomen. De tocht duurde van midden Juli
tot eind Augustus en strekte zich uit, na het
verblijf in de genoemde steden, tot in Trans-
kaukasië, waarna men via Batoem en de Krim,
de Dnjeprostroj, Kief en Charkof bezocht Dat
deze reis z-ooveel leden van de Internationale
Bodemkundige Vereeniging tezamen bracht,
was niet in de laatste plaats te danken aan
het feit, dat Rusland de bakermat van de bo
demkunde kan worden genoemd.
Een aantal beelden maakte duidelijk, welke
wijzigingen zich in het landschap voltrokken,
wanneer men van het Noordwesten naar het
Zuidoosten reist. De extreme zomer- en win
tertemperaturen, gevoegd bij het afnemen van
het regencijfer, doen de boschgronden van het
Noorden overgaan in de steppen, eerst nog
met boschstrooken op de vochtige plekken, la
ter in de eigenlijke steppe, die in het zeer
droge Zuidoosten het type van de zoutsteppe
vertoont. Een autotocht door de Kaukasus
bracht het hooggebergtelandschap, dat werd
gevolgd door het sub-tropisch gebied ten Zui
den van dit gebergte, waar in de omgeving bij
Batoem, bij Tsjakwa, de Russen thee aanplan
ten en de banaan, Japansche bamboe en palm
de flora een tropisch uiterlijk verleenen. Me
diterrane trekken heeft ook de Zuidkust der
Krim, die als breukrand steil uit de Zwarte
Zee oprijst.
De regeering overweegt een kwantum van
ten minste honderd millioen eieren in koel
huizen op te slaan. (Persbericht)
- -c£S>öl
Ai
Na eenige opmerkingen gemaakt te hebben
over het volkskarakter, zooals spr. dit had lee-
ren kennen, waarbij hij waarschuwde tegen een
te haastig eenzijdig oordeel, vertelde hij van
zijn indrukken uit de steden, van het wonen
aldaar, de sociale zorg, de bevorderingen der
volksontwikkeling, zij het dan ook eenzijdig
gericht, het warengebrek en de hooge prijzen
Ook van den geestelijken druk, die de organen
der Gepeoe uitoefenen.
Beelden uit Moskou gaven aanleiding enkele
opmerkingen te plaatsen over de regeering en
de bevredigende regeling van het minderheden
vraagstuk, het groot en groeiend ambtenaren-
tal, tevens over het stroeve van een productie
apparaat, zooals dat in de Unie wordt ge
vonden.
De slechte toestanden, die vroeger in het rijk
heerschten, de onzekerheid bij het wegvallen
van de bestaande orde, de kunstmatig gevoe
de vrees voor interventie, de krachtige hand,
waarmee de Gepeoe zich kenbaar maakt, de
gebrekkige kennis van toestanden in andere
landen en de eigenaardige mentaliteit van het
Russische volk zijn oorzaken, waardoor het
tegenwoordig bewind een vasten grondslag
heeft gekregen.
Na de opening der vergadering wijdde de
voorzitter, prof. dr. J. P. Kleiweg de Zwaan,
aan de nagedachtenis van de overleden leden,
de heeren Delprat en Rahusen, een kort woord,
dat door de aanwezigen staande werd aange
hoord.
In plaats van de twaalf periodiek aftredende
bestuursleden werden gekozen de heeren C. L.
van 3alen, prof. dr. B. G. Escher, dr. J. van
Hinte, C. G. Vattier Kraane, prof. L. van Vuu-
ren, dr. F. C. Wieder, dr. W. van Bemmelen,
prof. dr. L. P. Ie Cosquino de Bussy, dr. J. F.
Hoekstra, C. Lekkerkerker, G. F. Tydeman en
Th. Ligthart.
Als nieuwe leden van het Algemeen Bestuur
werden gekozen de heeren drs. G. J. de Vries,
J. Tideman, mr. R. E. Kielstra, G. J. A. Mul
der, prof. H. W. Methorst, jhr. mr. A. M.
Snouck Hurgronje en prof. dr. C. U. Ariens
Kappers.
In de plaats van het lid van het dagelijksch
bestuur, den heer J. L. H. Luymes werd geko
zen de heer Voorbeytel Cannenburg.
Tot opvolger van den aftredenden voorzitter
prof. dr. J. P. Kleiweg de Zwaan heeft het al
gemeen bestuur den heer E. Heldring benoemd.
Prof. Kleiweg de Zwaan deelde mede, dat de
heer Heldring ondanks zijn drukke bezigheden
zich bereid heeft verklaard, deze functie op
zich te nemen. Gedurende verscheidene jaren
is de heer Heldring secretaris en penningmees
ter van het Genootschap geweeest en de voor
treffelijke wijze waarop hij zich aldus spr.
van elk dezer functies heeft gekweten, vond
haar belooning in zijn benoeming tot eerelid
in 1923. Spr. zeide er van overtuigd te zijn, dat
de heer Heldring ook als voorzitter zijn talen
ten en bekwaamheden in dienst van het Ge
nootschap zal stellen.
De vice-voorzitter, de heer J. Sibenga Mulder,
hierna het woord nemend, zeide dat hij wist te
spreken namens alle leden, als hij den schei
denden voorzitter dank en hulde bracht, voor
het werk dat hij ten behoeve van het Genoot
schap, eerst als lid van het Huishoudelijk be
stuur en daarna als voorzitter, heeft verricht.
Naast een zakelijke en juiste leiding heeft hij
op voortreffelijke wijze de belangen van het
genootschap naar buiten uitgedragen en den
bloei, de glorie en de standing er van bevor
derd.
Spr. betrok in zijn dankwoord ook prof. Klei
weg de Zwaan's echtgenoote, die vooral ook op
zeldzame wijze heet weten te recipieeren als de
leden van het Huishoudelijk bestuur van haar
gastvrijheid gebruik maakten. Spr. wenschte
prof. Kleiweg in het bestuur en vooral in het
huishoudelijk bestuur een van harte gemeend
„tot weerziens!" toe.
Naar wij vernemen, hebben de Nederlandsche
Associatie van Accountants, het Nederlandsch
College van Accountants en de Nederlandsche
Unie van Accountants besloten tot fusie hunner
organisaties onder den naam van „Nederland
sche Unie van Accountants", onder voorzitter
schap van den heer C. v. d. Berg te Hilversum.
De vereeniging besloot tot het instellen van
een Keuringsraad, een Raad van Toezicht en
Tucht en een Curatorium.
In de meening, dat het publiek de eenige
reëele grondslag voor saneering van ons tooneel
is, In dien zin, dat het niet alleen de econo
mische mogelijkheid tot bestaan van een too-
neelkunst, maar ook de geestelijke mogelijkheid
tot vernieuwing van deze kunst moet scheppen,
publiceert de tooneelliga het volgend manifest,
waarmede reeds een groot aantal vooraanstaan
de kunstenaars en belangstellenden hun in
stemming hebben betuigd.
Herinnerd wordt aan de tooneelcrisis dezer
dagen en de conclusie is, dat verbetering slechts
kan komen door actieve belangstelling van het
publiek: Het tooneel is cultuurelement, dat in
beteekenis ver uitgaat boven vermaak en ont
spanning en dat als zoodanig hersteld en be
houden dient te worden.
Slechts op de basis van actieve belangstelling
van een over theater degelijk geïnformeerd pu
bliek kan het tooneel worden behoed voor ver
dere vulgariseering tot vermaakskunst en kan
de steeds dieper omlaag gaande kringloop tus-
schen auteur, directeur, acteur en toeschouwer,
een nieuwe, naar omhoog gerichte baan ver
krijgen.
De tooneelliga wil dit doel bereiken door: 1.
Uitgave van een tijdschrift; 2. Het organiseeren
van leesavonden van belangrijke stukken en het
uitnoodigen van binnen- en buitenlandsche
auteurs tot het houden van lezingen; 3. Opwek
ken tot medeleven met- en stelling nemen van
belangrijke gebeurtenissen op tooneelgebied; 4.
Het in samenwerking met daarvoor in aanmer
king komende organisaties steunen en mogelijk
maken van opvoeringen welke vanuit 't stand
punt van de liga vernieuwing naar inhoud,
vorm en (of) ensceneering in het belang zijn
van een levende tooneelkunst en welke niet op
zuiver commercieele basis mogelijk zijn; 5. Con
tact zoeken met aanverwante organisaties in
het buitenland.
Buitengewone leden zijn zij, die uit hoofde
van hun beroep aan het tooneel verbonden, of
als auteur belanghebbend zijn. Deze hebben
geen stemrecht.
Het bureau der Tooneelliga is gevestigd Von
delstraat 184, Amsterdam. Het bestuur wordt
gevormd door: D. C. van der Poel, voorz.; J.
W. Bottenheim, secr.; M. F. Brusse, penningm.;
mr. J. E. Goudsmit, W. L. M. E. van Leeuwen,
B. Merkelbach, van Putten en M. Wijnsouw.
Op de a.s. algemeene ledenvergadering van
het Sint Bernulphus-gilde, die gehouden zal
worden op Donderdag 28 April e.k. in het Bis
schoppelijk Museum te Haarlem, zal gesproken
worden door den conservator, Pastoor L. J.
Boogmans „over oprichting en inrichting van
diocesane musea". Onder leiding van ir. Jos.
Cuypers zullen de leden de nieuwe Sint Bavo
bezoeken, onder leiding van arch. J. C. Slagter
zullen zij de oude Sint Bavo bezichtigen.
Uit het antwoord, dat de Minister van Bin-
nenlandsche Zaken en Landbouw gegeven heeft
op de desbetreffende schriftelijke vragen van
het Kamerlid Van Rappard, blijkt, dat de re
geering inderdaad een poging wil doen om de
pluimveehouderij voor ondergang te behoeden
door te bevorderen, dat zoo spoedig mogelijk
ten minste 100 millioen eieren uit de markt
genomen en met rijkssteun in koelhuizen wor
den opgeslagen; het daartoe strekkend wets
voorstel moet het departement reeds verlaten
hebben.
De verwachting is thans gewettigd, dat bin
nenkort de eitjes bij millioenen tezamen zul
len rollen om tegen zekeren prijs voorloopig op
geborgen te worden.
Wij veronderstellen, dat de belanghebbenden
deze daad van de regeering wèl zullen weten
te waardeeren:
het uit de markt nemen van (waarschijnlijk
méér dan) 100 millioen eieren beteekent voor
de kippenhouders een niet te onderschatten
steun:
zij kunnen er nu zeker van zijn, althans
een deel der eierenproductie tegen niet onre-
delijken prijs afgezet te krijgen en er is reden
om te hopen, dat eenige vermindering van aan
bod ook eenige verbetering van den prijs ten
gevolge zal hebben.
Natuurlijk zal de hier beoogde steun niet af
doende blijken, maar.... wélk krisis-gevolg zou
de regeering voor 100 pet. ongedaan kunnen
maken?
Laat men dankbaar zijn voor de goede be
doeling, waardeeren en erkennen dat een half
ei nog steeds beter is dan een leege dop.
Na afschrijving en reserveeringen bedraagt
het winstsaldo ƒ267.000, dat naar de nieuwe
rekening zal worden overgebracht. Er zal geen
dividend worden uitgekeerd (v.j. 6 pCt.).
Aneta-Holland meldt.
Naar ons van welingelichte zijde wordt me
degedeeld, is het bericht van Symington Lon
den, volgens hetwelk besloten zou zijn de
Sumatra-ondernemingen van de U.S. Rubber
Co. te sluiten of althans den tap te stoppen,
ongegrond.
Men weet, dat het hier vooral de Hoil.-Ame-
rikaansche Rubber Mij. betreft, de grootste
producent van rubber in NetL-Indië.
PrifefeMraadt
Het Amsterdamsche Stadion is gisteren
weer aardig in trek geweest:
Vol was 't, boorde- en propvol, dank
zij de belangstelling voor den voetbalkamp
tusschen de Belgen en de Hollanders.
De toegang tot het stadion is bij zoo'n
gelegenheid niet gratis, volgepropte ver
voermiddelen maken den tocht naar 't veld
van eer niet tot een pretje, en gisteren
kwam er nog als extra-attractie bij, dat
een ijzige wind de toeschouwers 'n paar uur
lang heeft doen blauwbekken.
Maar 'n portie geld, 'n platgetrapte teen
en 'n paar purperen ooren hebben de voet
balliefhebbers er graag voor over gehad om
de sensatie van dezen spannenden inter
landwedstrijd mede te ondergaan.
Wat drommel! voelden zij zich in het
stadion niet als lievelingen der voetbal
goden, die alleen de uitverkorenen tot hun
hemel van gelukzaligheid toelaten?
Meer dan twee honderd duizend liefheb
bers hadden zich voor dien hemel aange
meld; zij behoorden to1 de vijf en dertig
duizend uitverkorenen, die toegelaten wer
den.
Vraag niet voor hoeveel geld op het laat
ste moment nog plaatsjes veroverd zijn!
Geld speelt hier geen rol!
Meer dan honderd vijf en zestigduizend
nieuwsgierigen hebben het gisteren bejam
merd, dat ze hun geld niet kwijt konden, en
ook duizenden onder hen hadden graag een
extra heffing betaald als de poort der ge
lukzaligheid zich maar voor hen had wil
len openen. Ze zeggen, dat 't geld tegen
woordig zoo duur is, maar hier ligt 't voor
't grijpen.
Het pleizier, een interlandwedstrijd bij te
wonen wordt met pleizier duur be
taald.
Voelt de Regeering, die in dezen krisistijd
aan honderdduizenden 'n allerlei vorm
steun verleenen moet, haar vingers nog niet
jeuken? Zij hale 't geld daar waar tmeten
voor pleizier uitgegeven wordt.
Van hen die in hun pleizierstemming
verraden, hoeveel zij nog te missen hebben.
Voor pleizier.
Wat is er in onzen tijd nu billijker dan
een extra belasting op duur pleizier?
Sic transit gloria mundi.
Zoo gaat 's werelds roem voorbij.
„De Socialist", het blad, waarmede de
links-socialisten eenmaal de booze wereld
wilden hervormen, is opgeheven.
En de drukker drukt nu niet langer
het revolutionnaire orgaan, maar den
verantwoordelijken administrateur, die een
schuld van 1532.82 aan den drukker on
betaald achterliet.
„U begrijpt toch," zoo schrijft de druk
ker, Mulder en Zoon, aan den verantwoor
delijken Coen du Bruin, „u begrijpt toch,
dat dit bedrag aan ons betaald moet wor
den. Wij begrijpen natuurlijk wel, dat dit
voor u niet zeer makkelijk is, en zijn dan
ook bereid met een afbetaling genoegen te
nemen. De kwestie is maar, hoeveel er door
u betaald zal worden. Dit bedrag zouden
wij gaarne zoo hoog mogelijk gesteld zien,
omdat wij deze contanten bijzonder noodig
hebben. In het uiterste geval zou door ons
genoegen worden genomen met een beta
ling van 50 per maand, echter in geen
geval minder. Indien u deze regeling ac
cepteert, duurt het nog ruim 2 A jaar voor
dat door u de hoofdsom betaald is, waarbij
dan nog komt een billijke rente.
Wij willen u gaarne nog even gelegen
heid geven om, indien mogelijk, met andere
menschen, die toch eigenlijk mede-verant
woordelijk zijn, een bespreking te houden,
zoodat u misschien door deze menschen in
de afbetalingen gesteund zou worden. Wij
moeten u er echter met nadruk op wijzen,
dat, indien wij niet voor het einde dezer
maand een definitieve regeling met u heb
ben, wij genoodzaakt zullen zijn andere
maatregelen te nemen, hoe ongaarne ook
zouden wij b.v. tot loonbeslag moeten over
gaan.
Wij hopen en vertrouwen echter, dat u
het niet zoo ver zult laten komen en zien
uw berichten gaarne zoo spoedig mogelijk,
doch in ieder geval voor het einde dezer
maand van u tegemoet."
De arme Coen du Bruin wendt zich nu in
een rondschrijven tot zijn min of meer
mede-verantwoordelijke vrienden.
„Toon je solidair!"
En betaal óók een portie!
Laten we hopen, dat Coen du Bruin de
mislukking van zijn wereldhervormingspo
ging niet al te duur zal moeten betalen.
't Blijkt toch altijd nog veel gemakkelij
ker, hoogdravende revolutionnaire theo
rieën te verkondigen, dan profane, „bur
gerlijke" financieele verplichtingen na te
komen!
Coen heeft dat, als karakter-revolution-
nair, niet althans te laat overwogen.
De onderwijscommissie van den Vrijheids
bond heeft een rapport samengesteld over
het wetsontwerp-Terpstra. Ze spreekt daar
in van de tot het uiterste gedreven school-
splitsing en doelt daarbij op „de voortdu
rende oprichting van kleine scholen, vaak
eenmansschoolt j es."
Inderdaad, dat is niet te verantwoorden.
't Is alleen maar de vraag, aan welken
kant men die eenmansschooltjes zoeken
moet. De jongste statistiek maakt melding
van 21 bijzondere eenmansschooltjes en
van 213 openbare. De verhouding is dus 1
op 10, ten gunste van het bijzonder onder
wijs.
We zeggen niet dat het openbaar onder-
,wijs al die kleine schooltjes opzettelijk ge
sticht heeft, maar wie een ander iets ver
wijt, moge eerst bedenken of hetzelfde
euvel ook niet in eigen omgeving bestaat.
Zou de Vrijheidsbond, ter voorkoming
van verkeerde opvattingen in eigen kring,
het rapport der commissie niet met een
noot in dien zin willen aanvullen?