j
fpÉlppÈE
I
Personeel
Plaats dan een „Omroeper"
voor 60*000 gezinnen.
Het afscheid van Lt.-Gen. L. F. Insinger Motorcursus voor veldwachters
m
VERDI'S REQUIEM
K
S».
I
4o^iA -JU
HBS*'
iotograai dan QQ* «en kiekje komt maken, 1* bun geluk volmaak*,
VERDI'S REQUIEM
Korte analyse
kïw - - y/JJ - ha— iju*
l—i r-r
tff* -Ud UMbt/L* C&ÓV
ii ecwUv jyX-.'CA tfk - M4
o. k:.
DE BEGIJNKERK
Rond een Tentoonstelling
STOOMVAARTLIJNEN
NIEUWE HAARLEMSCHE
DE AFTREDENDE COMMANDANT
VAN HET VELDLEGER. LUITENANT-
GENERAAL E F. INSINGER nam Don
derdag afscheid van de troepen te Ede.
EEN CURSUS IN MOTORKENNIS
ten behoeve van gemeente- en rijks
veldwachters wordt te Amsterdam ge
houden, zulks op initiatief van den
Commissaris der Koningin hl
Noord-Holland,
..MJm
DE HEER L. NOOTER, bekend figuur in
onderwijskringen is op 72-jarigen leef
tijd te Amsterdam overleden,
WANNEER HET WEER WAT ZACHTER IS GEWORDEN, mogen ze weer zonder Jasje buiten spelen ]g het zonnetje en wanneer de
HET BEROEMDE DIERENPARK STELLINGEN bij Ham burg. Op W Mei zal het 25
teer geleden zijn dat de dierenhandelaar Carl Hagenbeek dezen beroemden dierentuin stichttm,
Verdi componeerde een dertigtal opera's, en
kele kleine werken voor a capella en slechts
één groot werk voor soli, koor en orkest op ge-
wijden tekst: het Requiem.
Dit werk doet, vooral ons Noorderlingen,
daarom nog niet als gewijde muziek aan. Het is
concertmuziek. Muziek met een echt-wereldsch
karakter. Men herkent er direct den operacom
ponist in, die - van dramatische uitbeeldingen
en scherpe tegenstellingen houdt. En als Zui
derling daarenboven van zoet-vloeiende melo-
diek, kleurrijke instrumentatie en weelderige
klanken.
Hiermede willen wij geenszins beweren, dat
aangegeven, doch die geheel in elkander vloeien,
te zamen één onafscheidelijk geheel vormen.
Ondersteund door het geheele orkest, vangt
het koor het ,,Dies Irae" aan. Met schrille klan
ken beeldt de componist ons den dag van gram
schap, met stamelende tonen den angst der
menschheid (quantus tremor) uit.
Dan langdurig bazuingeschal, van verre en
van dichtbij de dooden worden ten leven ge
roepen. Met alle kracht weerklinkt „Tuba mi-
rum", gevolgd door een bassolo, waarin Verdi
op bijna declameerenden toon met scherpe ty
peering in de orkestbegeleiding de ontsteltenis
van dood en natuur aangeeft (Mors stupebit
et natura).
De altsoliste verhaalt verder op treffende
wijze van het „boek, dat zal worden aangedra
gen" en „het openbaar maken van al hetgeen,
wat verborgen is" (Liber scriptus en Judex
het Requiem van Verdi geen zuiver geïnspireerd
werk is. Maar ai is Verdi's muziek dieper van
gedachte dan die zijner voorgangers, toch draagt
ze de kenmerken van 't tijdvak der negentiende-
eeuwsche overgevoelige, gedeeltelijk op uiterlijk
effect berekende kunst.
Dientengevolge zal dit Requiem meer de be
zoekers van opera en concert, dan die van pas
sie en oratorium bevredigen. Met oratorium be
doelen wü niet een werk in oratorium-vorm
zooals „Die Jahreszeiten", doch een met 'n Bij-
belsch onderwerp.
Het Requiem is verdeeld in zeven deelen.
Graduale en Tractus zijn niet getoonzet.
Het eerste deel wordt gevormd door den In-
troitus en het Kyrie. Na slechts enkele maten
inleiding van sober orkestspel zet het koor zeer
stemmingsvol, ietwat weemoedig, het Requiem
in. Aldra, bij het „et lux perpetua" hoort men
mildere klanken Bij het ,,Te decet hymnus"
wordt de bede steeds dringender, tot de herha
ling van den Introitus.
Het Kyrie, dat onmiddellijk bij den Introitus
aansluit, is voor solo-kwartet en koor geschre
ven. De tenorsolist zet het met een breed-gs-
houden melodie in, die door de andere solisten
en later door de koorstemmen wordt overgeno
men. Reeds vóór de Christe bereikt Verdi een
climax. Weelderig klinkt de sopraansolo boven
de andere solopartijen en het koor uit.
Dan volgt als tweede deel onmiddellijk de
Sequentia „Dies irae", in negen onderdeelen
ergo). Enkele malen hoort men hierbij het koor
angstig de woorden „Dies irae" fluisteren.
Plotseling laat Verdi weder de muziek der
aanvangsstrophen losbarsten. Orkest en koor
gillen het als het ware uit: „Dies irae, dies
illa!"
De volgende verzen zijn getoonzet voor de
sopraan-, alt- en tenorsolist. Zij bezingen de
bezorgdheid van den ten oordeel opgeroepen
mensch (Quid sum miser).
Statig en pompeus zet hierna het geheele bas-
senkoor het ,Jtex tremendae majestatis" in.
Wanneer de solisten en de andere koorpartijen
onophoudelijk het ,,Salva me" op smeekende
wijze uitroepen, herhalen de bassen nog meer
dere malen den ontzagwekkenden uitroep: „Rex
tremendae majestatis".
Vervolgd wordt in fraaien wissel- en sa
menzang door sopraan- en altsolist de smeek
bede: „Recordare Jesu.pie" en de volgende twee
verzeil
Dan volgt de schitterende, alles begeesterende
tenorsolo: „Ingemisco" (4 verzen) en de ontzag
inboezemende zang van den bassolist: „Confu-
tatis" (twee verzen). Het solistisch deel treedt
door het geheele werk, doch bijzonder hier, op
den voorgrond. Zelden hoort men zulk een aan
grijpenden, sterk imponeerenden solozang.
Als ware hiermede nog geen geweldige climax
bereikt, laat Verdi ten derde male de aanvangs
strophen inzetten. Maar wellicht geschiedde dit
om een fel contrast te verkrijgen met het slot
gebed: „Lacrimosa", dat innig en vertrouwvol
door solisten en koor, afwisselend en te zamen,
wordt gezongen en waarmede het grootste en
meest contrasteerende deel van het Requiem
besluit.
Het Offertorium: „Domine Jesu Christe" is
geheel voor solo-quartet gecomponeerd. Het is
één breede, rijk-gevarieerde melodieën-stroom,
echt iets specifieks. Verdi! Eén ondoor-
broken weelde van klank, al is de uitdrukking
der afzonderlijke zindeelen verschillend. B.v.
Hostias is lyrisch, Quam olim meer gemarkeerd.
Het Sanetus-Benedictus (Verdi behield de
eenheid van dit gezang) is voor dubbel-koor in
fuga-vorm getoonzet. De zang der acht koor-
stemmen wemelt door elkander. Het is alsof
Verdi wilde uitbeelden, dat de geheele mensch
heid Gode lof toezingt.
Het volgende deel vormt met al het overige
een opvallende tegenstelling. Het „Agnus Dei"
is hoogst eenvoudig en teeder van uitdrukking.
De aanvang is, in groot contrast met het vo
rige deel, slechts éénstemmig. De sopraan- en
altsolist zetten dit gezang in, later voegt het
koor zich bij hen aan.
De Communio: „Lux aeterna" wordt door een
trio: alt-, tenor- en bassolist, verklankt. Bijzon
der fraai is hier de orkestbegeleiding, welke
blijkbaar het ,,Lux" illustreert.
Tot slot het Responsorium: „Libera me". Na
dat de sopraansoliste de eerste zinnen heeft ge
reciteerd (herhaling door het koor), zingt zij
het „Duin veneris" op stamelenden, bevenden
toon. Hierna zet het koor voor de vierde maal
het „Dies Irae" in, hetwelk zijn uitwerking nog
steeds niet mist.
Hierna weerklinkt als een troost en verlossing
brengend woord door de sopraansoliste het
„Requiem aeternam". Dan nogmaals de recita
tiefachtige opzet van het Libera me", doch
ditmaal als een overgang naar een grootsch op
gezette fuga voor koor op denzelfden tekst. Nog
eenmaal, thans op lagen, prevelenden toon het
„Libera me" en Verdi's eenig groot en prachtvol
koorwerk is ten einde.
Een Zuidelijk getint werk, dat in korten tijd
een algemeen repertoire-stuk is geworden en
zeer zeker nog langen tijd zal blijven.
NASCHRIFT. Tot een volkomen welslagen
van Verdi's Requiem draagt een goede bezetting
der solopartijen veel bij. Het is juist gezien, de
vervulling dier partijen op te dragen aan een
bestaand solo-quartet, wiens leden geheel met
elkander vertrouwd zijn. De zang der dames
Vincent en Luger en die der heeren Van Tulder
en Ravelli is in die mate op elkander ingesteld,
dat men een uiterst gave, sublieme vertolking
der soli kan verwachten.
Achter de drukke Jansstraat, onmiddellijk
onder de schaduw als het waree van de oude
St. Baafskerk aan de Groote Markt, op een
pleintje, waar tal van Haarlemmers nooit een
voet zetten, maar dat door de omwonenden
hoofdzakelijk als snelleren verbindingsweg
wordt gebruikt, en verder voornamelijk wordt
gefrequenteerd door bezoekers van het Con
certgebouw mitsgaders een aantal vracht-goe
deren-auto's, welke er hun standplaats hebben,
ligt, in ongetwijfeld schilderachtige omgeving',
de Begijnkerk, een der oudste gebouwen van
Haarlem.
Tengevolge van de activiteit van den voor
ganger dezer oude kerk, in de laatste jaren
der zestiende eeuw agn de uit Frankrijk uitge
weken Protestantsche Réfugiés, toegewezen,
staat dit oude kerkgebouw op het oogenblik
eenigszins in het teeken der publieke belang
stelling.
De met de geestelijke zorg der Waalsche Ge
meente van Haarlem en Omstreken belaste ds.
F. Ch. Krafft, en de Kerkeraad der Waalsche
Gemeente, gesteund door de particuliere bij
dragen van belangstellende geloovigen van dat
Kerkgenootschap en andere Haarlemsche in
gezetenen, zijn reeds verscheidene jaren bezig
met de restauratie-werkzaamheden aan het
oude gebouw, dat ongetwijfeld van historisch
belang is en zeker waard is goed geconserveerd
te worden. Onnoodig te zeggen, dat hieraan
reeds duizenden guldens werden ten koste ge
legd.
En dat de restauratie-werken met piëteit en
historischen zin worden uitgevoerd, onder lei
ding van architect Kok en in overleg met ds.
Krafft, daarvan konden we ons gisterenmiddag
persoonlijk overtuigen bij een bezoek aan het
kerkgebouw met zijn dependenties, waarin nu
een interessante en uit oudheidkundig oogpunt
werkelijk belangrijke geschiedkundige tentoon
stelling is georganiseerd.
We denken niet, dat alle tentoonstellingbe
zoekers ons voorbeeld zullen" volgen, ook al
zou men hen daartoe uitnoodigen en ds.
Krafft, die zijn Zwitsersche afkomst ook hier
in Holland niet verloochent, in zijn stoutmoedi
ge ladder- en torenklimmerijen zullen nadoen.
Maar toch krijgt men eerst dan een volledig
en zeker gefundeerd inzicht in den bouw en
de samenstelling van dit nog vrij hooge kerk
gebouw, en in zijn latere gedeeltelijke vertim
mering en inrichting tot particuliere woning,
een bestemming, welke het inmiddels weer zal
gaan verliezen, om voor meer sociale doelein
den te worden ingericht.
Wat men dan vooral opmerken zal, zijn de
weer zichtbaar gemaakte colonnetten tegen de
hooge zijmuren, welke eerst met een kalklaag
bedekt waren. Voorts de practische verruiming
onder het orgel, verkregen door de verwijdering
van eenige hooge, bovendien nog door gordij
nen afgesloten banken. Een en ander draagt
zeer zeker bij om de stemming in de kerkruimte
minder koud en zwaar te maken.
De tentoonstelling, door ds. Krafft georgani
seerd, is ook uit historisch oogpunt zeer inte
ressant. Men kan er bijvoorbeeld, behalve een
aantal zeer oude protestantsche Bijbeldrukken
in verschillende talen, het zilveren Avondmaal-
gerief bewonderen uit 1640, dat heden ten dage
nog wordt gebruikt, een oude ijzeren geldkist,
met een nog uitstekend werken gecompliceerd
slot, eveneens zeker meer dan drie eeuwen oud.
In de Synodale Boeken, sinds 1563 aanwezig,
vindt men o.a. nog de handteekeningen en ver
slagen van Busken Huet, (18261886) den fljn-
zinnigen letterkundige en criticus, #die eenige
jaren de predikantsfunctie der Waalsche Ge
meente te Haarlem vervulde.
Uit een en ander blijkt genoeg, dat er voor de
liefhebbers van geschiedenis en architectuur op
deze weliswaar bescheiden gehouden, maar des
ondanks interessante tentoonstelling, wel een
en ander te genieten valt. Deze tentoonstelling
wordt hedenavond om acht uur geopend met
een causerie van ds. Krafft over het gebouw
der Waalsche Kerk en het Begijnhof, zoowel uit
historisch als uit artistiek oogpunt. De heer M.
W. H. Biele, organist van de Waalsche Kerk en
een soliste hebben hun medewerking beloofd.
Ds. Krafft en eenige dames van het comité
zullen de bezoekers rondleiden en desgewenscht
voorlichten. De toegang is vrij.
Historische gegevens.
Hieronder voor belangstellenden nog eenige
historische gegevens, welke wij verzamelden uit
het vorig jaar van de hand van mevrouw Jo M.
SterckProot verschenen geschiedkundig
werkje: Haarlem's Oudste Tijden.
Reeds in den loop der dertiende eeuw schonk
de pastoor van Sint Bavo, Arnold v. Sassen-
heim, precies in den jare 1262 zijn woonhuis,
erf, tuin, weiden en boomgaard ten erve aan
de Begijnen, een gemeenschap van vrome vrou
wen, zooals men weten zal omstreeks 1207 in
het gebied van Luik ontstaan, en waarvan vóór
dien tijd te 's Gravenzande een afdeeling werd
aangetroffen. Op de groote, toen nog onbe
bouwde, ruimte, begrens door Sint Jansstraat,
Bakenessergracht en Klokhuisplein, breidde dit
oude of Ronde Bagijnhof, ook wel Groote of
Faly (voile- of sluier) begijnhof genoemd, zich
uit tot een vijftigtal woninkjes met op het
ruime middenhof een kerk, bediend door een
zelf gekozen pastoor.
Nadat het eerste Haarlemsche kerkje in 1348
door brand was vernield, werden de kerk en
het onderstuk van den toren gebouwd, die daar
nu nog bestaan.
Het oudste Haarlemsche kleinkinder
schooltje zal wel bij de Begijnen gezocht moeten
worden, en is na de Hervorming in het St.
Barbara-gasthuis ondergebracht. Met dit Be
gijnhof was Haarlem weer alle andere Hol-
landsche steden ver vooruit; want eerst bijna
100 jaar later (1346) komen de Begijnen zich
vestigen in Amsterdam. Ook het- Leidschen Be
gijnhof dateert eerst van 1293.
BINNENLANDSCHE HAVENS
IJMUIDEN aangekomen 20 April: Astarte, s.,
Bremen; Galgewater, s„ La Plata; Karolos, s.,
Marianopel; Trier, s„ Japan; Ariadne, s., Middl
Zee laatst R'dam.
21 April: Medon, s., Java; Roek, s., Londen;
IJstroom, S., Hamburg; Hontestroom, Lon
den; Gateshead, s„ Newcastle; Queenworth, s.,
Sunderland.
21 April: Santa Theresa, s., Hamburg.
Vertrokken 20 April: Regina, s., Londen;
Arantza Mendi, s„ Immingham; Nereus, s., Ko
penhagen; Rhein, s„ Hamburg; Costa Rica, s„
idem; Kreta, s„ Bremen.
Vertrokken 21 April: Ardgarroch, s., Port Tal
bot; Hohenstein, s„ Hamburg; Gera, s., idem.
Uitgaande vastgemaakt; Fortuna, m.s., Ant
werpen.
IJMUIDEN. Aangekomen 21 April; Stanislas,
s.. Leith; Wharfe, s., Goole; Vechtstroom, s„
Huil. Vertokken 21 April: Alf, s., Newcastle;
Valk, m.s., Rouaan; Guipuzcoa, s., Sunderland.
AMSTERDAM aangekomen 20 April: Ver
trouwen, R'dam, repareeren, Werf Kromhout,
Astarte, Bremen, stukgoed en hout, De Ruy-
terkade, Van Es van Ommeren; Galgewater,
La Plata, lijnzaad, Engelsche boeien, Ruys
Co.; Karolos, Marianopel, steenkolen, Rietlan
den, Humber Handel Mij.
21 April: Trier, Japan, stukgoed, Wm. H.
Müller Co.; Ariadne, Middl. Zee laatst R'dam,
stukgoed, Levantkade, Verg. Cargadoorskantoor;
Valk, Uithoorn, ledig, IJ, Salomon's Shipp
Forw. Off.; Medon, Java, stukgoed, Borne"'
kade, Meyer Co's Scheepv. Mij.; Roek, Lob'
den, stukgoed, Handelskade, General Stea"1
Transport Cy.; IJstroom, Hamburg, stukg°e
Handelskade, Holl. Afrika Lijn; Hontestrooi®'
Londen, stukgoed, Handelskade, Holl. Stoort1"'
Mij.; Gateshead, Newcastle, stukgoed en steelt'
kolen, Rietlanden, Verg. Cargadoorskanto"1''
Queenworth, Sunderland, steenkolen, Rietla®'
den, Havenbedrijf De Rietlanden.
21 April: Santa Theresa, Hamburg, stukgoe"'
Handelskade, Wm. H. Muller Co.
AMSTERDAM. Aangekomen 21 April: Stan15'
las, Leith, stukgoed en steenkolen, J. P. Coeó'
haven, Verg. Cargadoorskantoor; Wharje'
Goole, stukgoed en steenkolen, Handelska""'
Gebr. Scheuer; Vechtstroom, Huil, stukgoed e
steenkolen, Handelskade, Holl. Stoomb. Mij-
ROTT. LLOYD.
BALOERAN, uitreis, 21 April v.m. 7 u. te
Marseille.
KEDOE, uitreis, pass. 21 April Gibraltar.
KOTA AGOENG, thuisreis, pass. 21 APn
Perim.
SOEKABOEMI, uitreis, 21 April te Singap°r®'
SIBAJAK, 21 April van Rotterdam te F®'
tavia.
KON. HOLL. LLOYD.
SALLAND, uitreis, 20 April v.m. 11 uur V®11
Las Palmas.
ZEELANDIA, uitreis, 20 April n.m. 9 uur ra®
T.flc Pfllmac
DELFLAND, 16 April van B. Aires te VÜ1®
Constitucion.
MIJ OCEAAN.
MEDON, 21 April van Java te Amsterda®"
CALCHAS, Japan n. Rotterdam, 20 April
Shanghae.
NELEUS, Rotterdam naar Japan, 19
van Penang.
POLYPHEMUS, 20 April van Genua
Boston.
MELAMPUS, 20 April van de Clyde te 1,1
verpool; vertrek 23 April anar Java.
ALCINOUS, 19 April van Padang n. Antó1-
ANCHISES, 19 April van Hongkong n. R'd®
HOLLAND—AMERIKA LIJN.
DAMSTERDIEP, Rotterdam n. Pacific ^ust'
20 April te Cristobal.
DINTELDIJK, 20 April van Seattle te F"1
land (O.), -
VEENDAM, New-York naar Rotterdam.
20 April 12 uur 's middags 792 mijlen van
logne; wordt 23 April v.m. 7 uur te Rotterd®
verwacht; passagiersontscheping 8 uur v.m-
MAASDAM, uitreis, 19 April van TamP1"0'^
BEEMSTERDIJK, 20 April van Norfolk
New-York. .t
LEERDAM, 20 April van Rotterdam D®
New-Orleans.
LEERDAM, uitreis, 21 April te Antwerpé®'
KON. NED. STOOMBOOT-MIJ.
SONGDAL, Middl. Zee naar Amsterd®111'
pass. 18 April Gibraltar.
ACHILLES, 20 April van Malaga naar r
AJAX, 20 April van Tanger naar Gibra»
AURORA, 20 April van Cadix naar
BOSKOOP, thuisreis, was 20 April 12
middags 400 mijlen van Lands End.
CERES, 20 April n.m. 6 uur 30 van Ham"
'ar Amsterdam.
FAUNA, 20 April van San Felio te Bare"101
HEBE, 20 April van Algiers te Lissabon, j,,
JASON, 20 April n.m. 6 uur van HambUfS
Antwerpen.
ORION, 20 April van Venetië naar Triest-
ORPHEUS, 20 April van Danzig te Stett1
ULYSSES, 21 April v.m. 4 uur van S1®
Hamburg.
ds
«et,
Ot,