Het
koningspaar Karei
en Zita naar Madera
BEGR00T1NG EEN MOEDIGE DAAD
Staatsgreep mislukt
Moskou teleurgesteld
door Amerika
Verkiezingslawaai
in Memel
DE WOEDE VAN EEN KEIZER
Harde werkelijkheid
weerspiegeld
K
DONDERDAG 28 APRIL
Groote angst voor Zita
BEZUINIGEN ZEGT
HOOVER
Uit Centrumskringen
Nazi's worden werkwillig
Onaangename ervaring van
wijlen Kard. Piffl
Conservatieve
intriganten
Het koningspaar op een geheime
plek aan den Donau aan
boord gebracht van
een Engelsche
monitor
Aan boord van den
Monitor
Dood van Karei
De
Geruchten om de „Germania"
hooge regeeringskosten ver
stikken den particulieren
ond ernemingsgeest
Vaderlandlievend Neurenberg
Herinneringen aan vredeswerk
van Paus Benedictus XV
Een indruk van Pius X
Brieven uit Engeland
Geruchten omtrent Mac Donald's
aftreden als Premier; zijn
peer schap te wachten?
Populariteit versmaad
Nieuwe invoerrechten
De Eerste Minister
PRINS VON BÜLOW
NAAR DE BOLLENVELDEN
Extra treinen
INKWARTIERINGSWET
Tegemoetkoming aan gewetens- en
gemoedsbezwaren bepleit
LUCHTVERKEER
De Zomerdienst brengt uitbreiding
Pas twee dagen nadat het Koninklijk
paar in Hongarije per vliegtuig was
aangekomen en in de abdij van Ti-
hany was geïnterneerd, kwam ik in Boeda
pest aan. De Tsjechische mobilisatie had
den treinenloop verstopt. Vliegtuigen
mochten niet verkeren. Ik kwam tenslotte
zoo goed en kwaad als het ging met een
Donau-stoomboot naar Boedapest. In mijn
hart als journalist was ik razend. Want ik
voelde mij een weinig belachelijk, daar ik
bekend had gemaakt, dat ik keizer Karei
zou spreken en een beslissend interview met
hem zou hebben. En juist op dien 20en
October was hij er van door gegaan.
De aanwezigheid van den souverein be-
teekende voor Hongarije een onmetelijk ge
vaar. Het liep 't risico militair te worden
bezet door de naburige staten en dan voor
langen tijd. De minister van Buitenland-
sche Zaken, graaf Banffy, was beducht
voor het uiteenvallen van zijn land. Ik
confereerde eiken dag met hem.
„Wij hebben onze loyaliteit getoond", zei-
de hij, „door onze eigen soldaten tegen den
koning te laten marcheeren".
Men zond naar de abdij van Tihany den
eenen onderhandelaar na den anderen, om
keizer Karei er toe te bewegen, af te dan
ken. Maar tevergeefs. Hij zou, als het moest,
het land verlaten, maar nooit afstand doen
van zijn prerogatieven als gezalfd drager
van de Kroon van St. Stefanus. Den der
den November vond hij een middel om mij
door een vertrouwenspersoon volgende ver
klaring te doen toekomen:
„Ik verlaat Hongarije, door overmacht
gedwongen, op bevel van een gouvernement,
waarvan ik een andere houding had ver
wacht. Ik wensch van mijn zijde de gevaren
te vermijden, die mijn land bedreigen.
Maar ik vrees, dat het niet in mijn macht
zal staan. Mijn tegenwoordigheid levert den
vijanden van Hongarije alleen maar het
voorwendsel, om reeds lang voorgenomen
plannen tot uitvoering te brengen. Mijn
vertrek zal hen niet ontwapenen. Ik ver
dien de oppositie niet der groote mogend
heden, wier tegenstander ik in mijn hart
nooit ben geweest. Komt er een dag, dat ik
zal kunnen terugkeeren, dan zal ik het al
leen doen om Hongarije te dienen. Ik heb
daarom gemeend geen afstand te kunnen
doen van onverjaarbare rechten, die voor
mij bindend zijn".
Bij het aanbreken van den dag woonde
ik het scheepgaan van ex-koning Karei en
ex-koningin Zita op de monitor „Clowo-
wora" bij. Dit had enorme moeite gekost.
Heel den nacht had ik in mijn auto over
onmogelijke wegen gereden. Eindelijk had
ik het uithoekje van den Donau-oever ont
dekt, waar de Britsche vaartuigen verbor
gen lagen. Zij lagen in de schaduw van
een groote brug, waarop de extra-trein,
die van Tihany was gekomen, reeds stond.
In den mist kwam een kleine optocht naar
beneden. Troepen presenteerden het geweer.
Officieren waren in groot tenue. Karei gaf
de keizerin den arm. De keizerin was reeds
maandenlang in blijde verwachting, maar
zij had een draagstoel geweigerd. De moe
dige vrouw was, zooals altijd, geheel op de
hoogte van de situatie. Zij zag er zelfs goed
geluimd uit, alsof het onverwachte van deze
plechtigheid haar door den schilderachtigen
kant, die eraan vastzat, frappeerde.
Achter het paar kwamen drie officieren
der Entente en dan eenige Hongaarsche,
onder wie zich bevonden de gevolmachtigde
minister van de regeering, Kanya, en de
men allen de oeverhelling op, toen het
Apostolische nuntius Mgr. Schioppa. De
keizer had een pelsmantel over de schou
ders, want het was heel koud. Een paar boe-
rer naderden en hadden bescheiden boe
ketjes bloemen in de hand. Maar de sol
daten lieten hen niet door. De Engelsche
commandant had zijn kleine kajuit aan
de verbannenen afgestaan en ik herinner
mij, dat de keizerin met heldere stem tot
haar hofdame, gravin Von Schoenberg,
zeider
„Kijk toch eens Agnes, hoe bewonderens
waardig wij worden ingekwartierd".
Toen de trein naar Boedapest moest ver
trekken, werd het vaarwelzeggen op een
gevoelige manier afgekort. Niettegenstaan
de de vinnige verwijten van een Franschen
kolonel, die meende, dat het fatsoenlijk was
te blijven, totdat de monitor vertrok, klom-
sein van vertrek werd gegeven. Alvorens in
den coupé te stappen, wierp ik nog een oog
opslag op de rivier en zag daar een curieus
schouwspel, waarover een filosoof lange
overwegingen zou kunnen houden. Karei
van Habsburg was uit de kajuit gekomen
en trad op de brug van het schip met de
vriendelijke houding van iemand, die nog
eens hartelijk afscheid wilde nemen van de
personen, die hem hadden begeleid. Hij be
merkte linkr van hem niets anders dan een
stel ruggen, die zich naar den trein haas
ten. Op den cever zelf stonden nog maar
drie personen: een plaatselijke veldwach
ter, een politie-agent van den geheimen
dienst en een bijna honderjarige herder,
wien wij niet aan het verstand konden
brengen, dat het niet Frans Jozef was, die
scheep was gegaan. We hoorden een paar
korte Engelsche bevelen. De veldwachter
sloeg aan zijn kepi, de geheime politie
man nam zijn bolhoed af en eigenlijk alleen
de oer-oude herder, die zijn gevouwen han
den bewoog naar aard der beschaafde Chi-
neezen, wenschte den onfortuinlijken mo
narch een goede reis.
Weinige weken later moest keizer Karei
op Madera sterven. Hij stierf van psy-
siologische el'ende. Maar het gebrek
aan geld heeft niet weinig bijgedragen tot
zijn vroegtijdigen dood. ..adera heeft in
den winter een uitstrkend klimaat, is zelfs
uitstekend voor tuberculeuzen, onder voor
waarde, dat zij zich niet in het gebergte
wagen. Welnu, uit zuinigheid, omdat er niet
genoeg geld was om in de hotels aan de
kust te wonen, moest Karei een villa ac
cepteren, die men hem gratis aanbood en
die gelegen was eenige kilometers buiten
In drie vorige artikelen behandelde
onze Parijsche diplomatieke mede
werker den terugkeer van Keizer
Karei na zijn eersten staatsgreep en
de vredespogingen van dezen Vorst
in den oorlog en besprak de gebeur
tenissen, die voorafgingan aan den
tweeden staatsgreep. In dit artikel
schildert hij het dramatisch vertrek
der koninklijke verbannenen per En
gelsche monitor naar Madera.
Funchal. De nevels verstoorden al heel gauw
zijn ondermijnd gestel.
Maar laat ik niet op de gebeurtenis
vooruit-loopen. Ik kwam nog met de Habs-
burgers in contact en zou nog een lang ge
sprek hebben met keizerin Zita. Dat was
22 Januari 1922. Een der kleine aartsherto
gen was in Zwitserland ziek geworden. Zijn
moeder had verlof gevraagd, om hem te
mogen bezoeken in een kliniek van Zürich,
waar hij werd verpleegd. In dien tijd waren
de mogendheden van de kleine Entente, op
geschrikt door de twee pogingen, die het
jaar te voren ter restauratie waren gedaan,
ten prooi aan een schier hysterischen angst,
welken ik ik beken het ruiterlijk niet
begreep. Karei stond op het punt om weg
te sterven in de nevels van Funchal. Hon
garije was omringd door drie zwaar bewa
pende mogendheden. Oostenrijk dacht er
niet aan, om binnenkort of lang een restau
ratie te ondersteunen. De Duitsche publieke
meening stond vijandig tegenover de Habs-
burgers. Frankrijk, Engeland en Italië had
den plechtig gezworen zich met alle kracht
te verzetten tegen iedere nieuwe poging. In
één woord, er bestond niet het allerminste
gevaar. En toch moest er een besluit van
de ambassadeursconferentie afkomen, om
Zita te veroorloven twee dagen haar ziek
kind te bezoeken.
In dit document werd aan de keizerin een
plechtige waarschuwing, die door de om
standigheden bespottelijk werkte, gegeven,
voor het geval dat zij van haar aanwezig
heid in Zwitserland gebruik zou willen ma
ken, om aan het hoofd van haar zeven kin
deren de Hongaarsche monarchie te gaan
herstellen!
De nota eindigde met de bedreiging:
„Indien de ex-koning of de ex-koningin
op eenigerlei wijze de een of andere restau
ratie zou ondersteunen of het instellen van
een regentschap ten voordeele en gunste
van eenig lid der familie Habsburg zou be
werken of indien de ex-koning zou verla
ten of trachten te verlaten de residentie,
die hem in aangewezen, dan zouden de ge
allieerde mogendheden zich verplicht zien,
de twee souvereinen definitief te internee
ren in een van haar verst afgelegen bezit
tingen, waar zij aan een scherpe bewaking
zouden worden onderworpen".
Angst voor de ex-keizerin
In het ziekenhuis van Zürich bewaakte
de adviseur van de Zwitsersche legatie
Egger, met behulp van politie, dag en
nacht alle bewegingen der keizerin. Men
beschuldigde haar ervan, dat zij in haar
koffer een groote proclamatie had medege
bracht, waarip keizer Karei voor goed af
stand deed van den Hongaarschen troon
ten gunste van zijn zoor Otto. Vol angst
bevalen de mogendheden, dat Zita, aan wie
men eerst had toegestaan haar kindje te
verplegen tot 31 Januari, reeds op 21 Ja
nuari moest vertrekken. Over een nieuw
oponthoud wilde men zelfs niet spreken.
Op den vastgestelden datum leidde de
Zwitsersche politie haar naar de Fransche
grenzen. Zij nam een trein naar Bordeaux.
Toen zij daar aankwam, was ik in gezel
schap van haar broeder, prins Sixtus van
Bourbon, op het perron. De speciale com
missaris was hoffelijk, maar zeer ongerust.
Ik trachtte hem aan het verstand te bren
gen, dat de keizerin niet gemakkelijk een
monarchistische samenzwering in de stad
Bordeaux op touw kon zetten en dat het
menschelijk zou zijn, haar een nacht rust
te gunnen. Hij was van dezelfde meening,
maar ging toch eerst met het Ministerie
van Buitenlandsche Zaken telefoneeren, om
de machtiging te verkrijgen, de reizigster
tot den volgenden dag te laten blijven.
Den volgenden morgen was de keizerin
heelemaal uitgerust. Zij ontving mij in zeer
goede stemming in het bescheiden hotel,
vlak bij het station.
„Verbeeldt u zich", zeide zij, „hoe ver
schrikkelijk gevaarlijk ik ben geworden en
dat mijn kinderen zelfs door alle mogelijke
instanties en autoriteiten bewaakt worden,
Uw ambassadeur te Bern, Allizé, is een man
van onbuigbare strengheid. Mijn kinderen,
waarvan de oudste negen jaar en de jongste
achttien maanden is, mogen niet eens over
Parijs reizen".
Toen zij deze woorden sprak, toonde de
keizerin een merkwaardige, vreemde vroo-
lijkheid.
Dan begon zij mij een lang verhaal te
doen over de gebeurtenissen, dat mijn lezers
belangstelling zal inboezemen.
MOSKOU, via Kowno, 27 April. (V. D.) Of
ficieel wordt thans bevestigd, dat de regee
ring der Vereenigde Staten besloten heeft de
Sovjet-Unie noch de jure, noch de facto te
erkennen en dat de houding der Amerikaansche
regeering tegenover Rusland ook verder onge
wijzigd zal blijven.
Deze mededeeling heeft in politieke kringen
te Moskou groote ontevredenheid veroorzaakt,
aangezien men gemeend heeft, dat Litwinov te
Genève met Stimson een onderhoud zou heb
ben, waarin algemeen-politieke Russische kwes
ties zöuden kunnen worden behandeld.
MEMEL, 27 April. (W. B.) In geheel Memel
hebben in den afgeloopen nacht groote balda
digheden plaats gehad in verband met de Lit-
tausche verkiezingspropaganda.
Opgeschoten jongens liepen met groote bor
den, waarop allerlei verkiezingsleuzen waren
geplakt door de straten. Aan alle huizen en
openbare gebouwen werden plakkaten aange
bracht en zelfs de standbeelden in de stad
bleven van deze versieringen niet verschoond.
Hierbij bleef het echter niet. In verschillen
de straten werden de muren van de huizen met
teer besmeerd en hier en daar werden de ven
sters van bewoonde huizen met groote aan
plakbiljetten dichtgeplakt.
Voornamelijk had men het voorzien op het
gebouw van de courant „Memeier Dampfboot".
De politie, die wilde ingrijpen, werd met wa
pens bedreigd en ze zag zich genoodzaakt te
rug te trekken.
Geheel Memel verkeert in groote opwinding.
Naar wü uit goede bron vernemen, komt het
bestuur van de Pruisische Centrumspartij Zon
dag 1 Mei te Berlijn bijeen, om de houding der
partij, aan te nemen na den uitslag der ver
kiezingen, te bepalen. Wegens het groote ge
wicht der besprekingen zal ook de leider van
het Rijkscentrum, Mgr. Kaas, aan de verga
dering deelnemen.
De hoofdredacteur van de „Germania", dr.
Bulah, heeft eenige maanden geleden een
zwaar automobiel-ongeluk gehad, zoodat hij
zijn ambt niet meer kan waarnemen. Er moet
een nieuwe hoofdredacteur benoemd worden.
Een Berlijnsch democratisch blad heeft in ver
band hiermede een bericht gelanceerd, dat de
richting der „Germania" veranderd zou wor
den. De uitgeefster van het Katholieke Cen
trumsblad ontkent dit ten stelligste. Het blad
zal door en door een Centrumsblad blijven, zoo
als het altijd is geweest.
RICHMOND (Virginia), 27 April. Op de
gouverneursconferentie heeft Hoover een lang
durige redevoering gehouden, waarin hij op
nieuw eischte, dat zoo groot mogelijke spaar
zaamheid zal worden betracht voor alle posten
op de staatsbegrooting.
Een verlaging der uitgaven noemde de pre
sident de grootste nationale noodzakelijkheid.
De algemeen hooge belastinglast verhindert een
economisch herstel en remt den particulieren
ondernemingsgeest.
Hoover constateerde, dat het totaal der na
tionale en plaatselijke uitgaven gestegen is van
2900 millioen dollar in 1913 op 13.200 millioen
in 1932. Het laatste cijfer bevat 9800 millioen
dollar aan uitgaven van staten en gemeenten.
In dezelfde periode stegen de kosten voor de
regeering van 8 op 20 procent van de natio
nale inkomsten, terwijl de totale schuld opliep
van 4800 tot 30.600 millioen.
BERLIJN, 27 April. (V. D.) De leider van de
N. S. D. A. P. zal Donderdagmorgen vroeg te
Berlijn aankomen. Eerst dan zullen beslissin
gen worden genomen betreffende de verder door
de N. S. D. A. P. te volgen tactiek.
De Nationaal Socialisten zullen van 9 Mei
a.s. af weer deelnemen aan de zittingen van de
Rijksdagcommissies.
De Nationaal Socialistische Rijksdagfractie
zal verschillende moties bij de komende zit
ting van den Rijksdag indienen, o.a. een ver
zoek aan den Rijkspresident tot ontbinding van
den Rijksdag, een onderzoek naar de gebruikte
middelen voor de Hindenburg-propaganda, bij
de Rijkspresidentsverkiezingen, terwijl ook be
sproken zal worden de ontbinding der S. A. en
S. S.-troepen.
NEURENBERG, 27 April. De gemeente
van Neurenberg heeft in zijn heden gehouden
geheime zitting besloten Rijkspresident von
Hindenburg het eere-burgerschap der stad te
verleenen.
Verder wordt de Schultheiss-Alle. welke
voorbij het Gevallenen-monument loopt, om
gedoopt in Hindenburg-Allee.
De rijkspresident heeft deze onderscheidin
gen in dank aangenomen.
Verder is besloten den Wodan-platz om te
doopen in Friedrich Ebertplatz, ter herinne
ring aan den eersten rijkspresident.
In verband met het overlijden van den kardi
naal-aartsbisschop van Weenen is het interes
sant te herinneren aan een passage in het laat
ste deel van de geruchtmakende memoires van
prins von Bülow.
Zooals men zich herinnert, was de voorma
lige Duitsche rijkskanselier in 1914'15 naar
Rome gezonden met de bijzondere zending om
te beletten, dat Italië de zijde zou kiezen van
de geallieerden. Von Bulow had een bijzondere
voorliefde voor Italië en beschikte er door zijn
huwelijk met een Italiaansche over bijzondere
relaties. Voor den toenmaals regeerenden Paus
Benedictus XV had hij een groote persoonlijke
vereering. Over de vredespogingen van dezen
Paus schrijft de voormalige kanselier:
Paus Benedictus XV streefde naar vrede,
krachtig en voorzichtig, met welwillendheid
voor alle partijen, met groote wijsheid, zonder
ooit de grenzen te overschrijden, die hem door
zijn geestelijke functie waren gesteld als een
waar vertegenwoordiger op aarde van den Vorst
des Vredes.
Ik zal het steeds als een eer beschouwen dat
mijn pogingen zijn steun ondervonden. Hij
wenschte, dat de Habsburg-monarchie bleef be
staan, daar Oostenrijk de laatste katholieke
groote mogendheid was. Maar hij zag helder
in, dat er oorlog moest komen, als de dubbel
monarchie bleef aarzelen om Trente af te staan.
De Paus had Italië, zijn vaderland lief, en
wenschte dat Italië's aspiraties werden ver
vuld voor zoover dit vereenigbaar was met het
voortbestaan der katholieke dynastie in Weenen.
Doch tot hoogste plicht rekende hij zich, zoo
spoedig mogelijk een eind aan de slachting te
maken of in ieder geval den oorlog zooveel mo
gelijk te beperken.
Benedictus XV belastte kardinaal Piffl,
aartsbisschop van Weenen met de opdracht om
in dezen geest te spreken met den ouden kei
zer Frans Jozef. De vier-en-tachtig-jarige mo
narch ontving den kardinaal, die bescheiden
en voorzichtig de wenschen van den H. Vader
overbracht.
Doch de keizer liet hem zelfs niet uitspreken.
Zijn oude gelaat werd purper van woede. Hij
greep den kardinaal bij den arm en wees hem
de deur.
Frans Jozef was een ware zoon der Kerk, een
vroom en practiseerend katholiek, vervolgt Bu
low, maar zijn gevoelens als Habsburger waren
hem te machtig geworden."
Zelfs Bethmann-Holweg, Bülow's opvolger
heeft deze houding van den Oostenrijkschen
heerscher scherp afgekeurd. Blijkens de me
moires schreef hij: Ik durf zelfs de bruus
ke en onverzoenlijke houding van keizer Frans
Jozef niet te vermelden, die doof bleef zoowel
voor de brieven van onzen soeverein als zelfs
voor de pleidooien van den Paus."
Dat de staatsman von Bülow de houding en
talenten van Benedictus XV als diplomaat wist
te waardeeren, wekt geen verwondering. Te
vermeldenswaardiger is hetgeen de oud-rijks
kanselier schrijft over Pius X.
„Zelden heb ik een mensch ontmoet, wiens
geest zoo onthecht was, als dezen Paus. Hij
scheen boven den stof verheven en geheel in
zichzelven gekeerd. Geen spoor van de aarde
was meer aan hemTegenover Pius X
voelden ook niet-katholieken zich in de tegen
woordigheid van een innig goed, diep gods-
LONDEN, 25 April 1932
oionel House, de beroemde Amerikaansche
staatsman, die als vriend en raadgever
van president Wilson gedurende de oor
logsjaren onberekenbaren invloed uitgeoefend
heeft op de wereldpolitiek, heeft eens gezegd,
dat een ambassadeur niet te populair mag zijn.
Men zou hetzelfde kunnen zeggen van een be
grooting. Het laatste budget, dat Mr. Winston
Churchill als kanselier der schatkist in het
conservatieve kabinet-Baldwin indiende, was
zeer populair; achteraf bezien was het een
slecht en oneerlijk budget.
Mr. Snowden's eerste begrooting in 1930 ver
heugde zich eveneens in zekere populariteit; zij
was minder oneerlijk, maar bleek ten slotte
niet veel beter te zijn dan die van zijn voor
ganger. Mr. Snowden's laatste begrooting, door
hem opgesteld vóór de algemeene verkiezingen,
als kanselier in de Nationale regeering, legde
allen klassen der bevolking drukkende lasten
op, en kon dus niet „populair" zijn; zij werd
desniettemin als een goede begrooting geprezen
omdat zü rekening hield met de sombere wer
kelijkheid. Zoo is er ook in het budget van Mr.
Neville Chamberlain niets, waardoor het popu
lair zou kunnen zijn. Het is even stroef en
realistisch, maar ook even eerlijk als dat van
zijn voorganger. En ofschoon kritiek uitgeoefend
wordt op bepaalde détails, erkent de openbare
meening bijna eenstemmig, dat deze begrooting
een moedige daad is.
De belastingbetalers zijn eenigszins teleurge
steld. Een deel der pers had in hen de hoop
aangewakkerd, dat de inkomstenbelasting ver
minderd zou worden met hetzelfde bedrag (6 d.
in het pond), waarmede Mr. Snowden haar een
half jaar geleden had moeten verhoogen; er
hadden geruchten de ronde gedaan omtrent
verlichting van den belastingdruk voor gezins
hoofden. Met stelligheid had men gerekend op
verlaging van de bierbelasting, zoodat aandee-
len van bierbrouwerijen op de Londensche
beurs scherp opgeloopen waren. De verleiding
om althans op één of twee punten voldoening
te schenken aan het publiek, is steeds groot
voor een kanselier, die immers als staatsman
persoonlijk belang heeft by een gunstige be
oordeeling van zijn beleid door de kiezers. Mr.
Chamberlain had door middel van manipula
ties, die helaas niet vreemd zijn aan de meeste
beheerders der staatsfinanciën, althans kleine
gunsten kunnen bewijzen aan enkele klassen
der bevolking. Hij heeft dit versmaad, en men
zegt, dat dientengevolge al zijn kansen om in-
plaats van Mr. Baldwin ooit aan het hoofd
der conservatieve partij geplaatst te worden,
verkeken zijn.
En toch prijst de ernstige pers hem, gelijk
sinds lang geen kanselier der schatkist
geprezen is. Dat hij populariteit versmaad
heeft, en voor den dag gekomen is met 'n be
grooting, die de harde werkelijkheid weerspie
gelt, dwingt eerbied af. Onder de Labourregee-
ring, en ook in 't laatste jaar van 't kabinet-
Baldwin, hebben wij begrootingen gekend, welke
de toekomst (thans 't heden) zwaar belastten.
Mr. Chamberlain daarentegen heeft aan de toe
komst gedacht.
Hjj heeft niet aüeen rekening gehou
den met de inkomsten van dit, maar ook met
die van het volgende jaar. Hij heeft niet ge
speculeerd op een commercieel herstel, waar
door de inkomsten voor de volgende begroo
ting zullen stijgen, maar dat ook kan uitblij
ven. Hy heeft bovenal gestreefd naar een door-
en-door gezonde financieele politiek, waardoor
't vertrouwen in Engelands hersteld crediet zal
worden bevestigd en versterkt. Hij verwacht
dat de inkomstenbelasting 34.000.000 minder
zal opbrengen, maar dat de nieuwe tarieven
meer zullen opbrengen dan dat. Hebben die
tarieven bovendien een uitbreiding van den
handel tengevolge, dan bestaat de mogelykheid
dat de kanselier der schatkist over een jaar
de concessies zal kunnen doen, die thans nog
achterwege gebleven zijn. Maar dit zal dan
tevens hieraan te danken zyn, dat ditmaal de
lasten, die op de natie drukken, onverminderd
blüven.
De meeste kritiek is op de begrooting uitge
oefend geworden door hen, die 'n typisch
tarief-budget verwacht hadden. Reeds in
voorgaande maanden had de nationale regee
ring veel verwüten te hooren gekregen, omdat
ijzer en staal onbeschermd waren gebleven, en
zoozeer rekende men er op, dat deze begrooting
tarieven ten bate van de staalfabrieken zou
brengen, dat de aandeelen dier ondernemingen
aan de Londensche beurs gestadig opgeloopen
waren. Maar de voorstanders van invoerrech
ten, die de meeste redenen tot ontevredenheid
op Mr. Chamberlain meenden te hebben, wer
den ruimschoots schadeloos gesteld door de ta-
riefverhoogingen, wdke onmiddeliyk op de be
grooting volgden, en zich over büna de geheele
linie uitstrekten. Van heden af zal een recht
van 33 1/3 pCt. geheven worden op een groot
aantal staalproducten; verscheidene van de
destijds ingestelde 10 pCt.-tarieren op andere
artikelen zijn verdubbeld, verdrievoudigd en
zelfs meer dan dat. Volgens sommige critici is
de regeering nog steeds niet ver genoeg gegaan.
Mr. Amery, die lid geweest is van de beide
kabinetten-Baldwin en een leidende plaats in
neemt onder de conservatieve imperialisten,
heeft in een redevoering de tarieven als te laag
gebrandmerkt. Te Swansea is op een vergade
ring van zeven-en-vijftig afdeelingen van den
Industrieelen Bond in Zuid Wales de eisch ge
steld, dat alle ijzer- en staalproducten aan
een tarief onderworpen zullen worden. Maar
beschouwt men de zaak van meer algemeen
standpunt, zonder rekening te houden met de
belangen van bepaalde industrieele groepen,
dan verbaast men zich erover hoe Engeland,
na drie kwart eeuw van vrühandel, in een om
mezien geworden is tot een rasecht protectio
nistisch land. Een zaak, die een jaar geleden
nog even hopeloos scheen te staan als in het
begin dezer eeuw, heeft plotseling gezegevierd,
maar eerst thans, nu de jongste tariefmaat
regelen bekend geworden zyn, wordt men zich
bewust van den geweldigen omvang der zege
praal.
Wij kunnen de verbolgenheid van Mr. Lloyd
George en andere liberalen tegen hun nomi
nale partygenooten in het kabinet begrijpen.
Wat aanvankeiyk een nood-tarief leek, dat ge
rechtvaardigd werd door de noodzakelijkheid
de handelsbalans in evenwicht te brengen en
dumpen tegen te gaan, is geleidelijk uitgegroeid
tot een principieel stelsel van industrieele be
scherming. Dit stelsel wordt uitgewerkt en ver
volmaakt onder een kabinet, aan welks hoofd
Mr. Ramsay MacDonald staat, en waarin nog
principieeler vryhandelaars, zooals Sir Herbert
Samuel, zitting hebben. Kunnen wy ons erover
verbazen, dat die liberalen, die tijdens den
stembusstrijd uitriepen: MacDonald en Samuel
worden door de conservatieven misbruikt om
den vryhandel te vermoorden! thans hun voor
spellingen door de feiten bewaarheid meenen
te zien?
Het is waar dat de Samuel-groep in parle
ment en regeering zich met de nieuwe taneven
niet vereenigt, en dat Sir Herbert Samuel mor
gen, evenals eenigen tyd geleden by de behan
deling van het Invoerrechten-ontwerp, tegen de
tariefpolitiek spreken, en Woensdag waarschijn-
ïyk ook ertegen stemmen zal. Maar er is geen
sprake van dat hij en zijn geestverwanten in
die politiek aanleiding vinden uit de regeering
te treden. Zü kunnen tegen de tarieven pro
testeeren zooveel zy willen, zoolang zy zitting
blijven houden in het kabinet, schenken zy deze
protectionistische regeering hun vollen moreelen
steun. Hieruit kunnen de liberale kiezers geen
andere gevolgtrekking maken dan dat het ka
binet in zyn huidige samenstelling, ondanks de
tarieven, een volstrekte noodzakeiykheid is,
zelfs in 'de oogen der liberale leiders. Maar in
dien tarieven geiyk liberalen steeds beweerd
hebben het land noodlottig moeten worden,
hoe kan dan een regeering, die ze afkondigt,
een nationale noodzakeiykheid zyn?
Een antwoord op deze vraag is nog steeds niet
gegeven. Er is evenwel een punt, voor welks
beteekenis Sir Herbert Samuel zeker niet on-
bevatteiyk zal zyn. Tarieven leveren een ryke
bron van inkomsten voor de schatkist op. zy
leveren zelfs meer op naarmate zy slechter
aan hun beschermend doel beantwoorden, zy
dragen dus bfl tot het herstel der nationale
financiën. Dit behoeft voor Sir Herbert geen
reden te zyn de tarief-politiek te steunen; hy
kan dit trouwens niet doen zonder gevaar te
loopen, dat zyn partygenooten hem verbieden
langer in het kabinet te biyven. Maar wel kan
hij in het nationaal belang deel blyven uitma
ken van een regeering die, langs welken weg
dan ook, de financiën naar een veilige haven
loodst.
Mr. Ramsay MacDonald is naar Genève ge
reisd, geëscorteerd door zyn geneesheer
en zyn oogarts, die beiden liever gehad
hadden dat hy eenige weken rustig in zyn ge
liefd Lossiemouth was gaan doorbrengen. Zij
hebben hem evenwel zekere beloften afgedwon
gen: hy zal niet meer dan zooveel uren per dag
werken, en een redelijk deel van zyn tyd aan
ontspanning wyden. Mr. MacDonald is steeds
een man geweest op wiens woord men aan kan;
alleen wanneer hy belooft zijn gezondheid te
zullen ontzien, is het nu en dan noodig hem
aan zyn belofte te herinneren.
Ofschoon hy juist een hevigen aanval van
zyn oogkwaal gehad had, bestond er niet de
minste kans dat zyn geneesheeren hem zouden
kunnen weerhouden van zijn voorgenomen reis
naar Genève. Hij zal op 16 Juni persooniyk de
conferentie te Lausanne by wonen, en naar men
beweert, ligt het in zyn voornemen, hieraan
een behandeling van het Oost-Europeesche pro
bleem (een uitbreiding van het z.g. Donau-
vraagstuk) te verbinden. Met het oog hierop
wilde hy, na de mislukte Donau-conferentie te
Londen, in persooniyk contact treden met de
leidende staatslieden te Genève, en ofschoon
de berichten uit deze stad op het oogenblik
uiterst schaarsch zyn, wyzen de jongste tele
grammen er toch op, dat Mr. MacDonald in
zyn besprekingen met de heeren Tardieu, Brü-
ning, Grandi en, naar men gelooft, ook Stim
son, op meer dan één punt met succes zyn
overredingskracht heeft doen gelden. Mr. Mac
Donald is in particuliere besprekingen met
buitenlandsche collega's meestal veel gelukkiger
dan op de vele conferenties, die hy sinds 1929
bijeengeroepen heeft zonder ze behoorlyk voor
te bereiden.
Zyn kort verbhjf te Parys was niet alleen
belangryk om het onderhoud dat hij met M.
Tardieu had, en om het plotselinge besluit van
den Franschen Premier den Britschen Eersten
Minister naar Genève te vergezellen, maar ook
omdat het zyn eerste bezoek aan de Fransche
hoofdstad was, sinds hy in Juni 1929 aan het
hoofd der regeering kwam te staan. De Fran
schen waren steeds geneigd geweest hierachter
„iets te zoeken", en misschien niet geheel ten
onrechte. Maar thans schieten de heeren Mac
Donald en Tardieu, die gedurende de Londen
sche vlootconferentie op niet al te hartelijken
voet stonden, wonderlyk goed met elkaar op.
Gedeeltelijk in verband met de noodzakelijk
heid, waarin de Eerste Minister verkeert, zich
persooniyk te ontzien, gedeeltelyk ook wegens
zyn deelname aan de a.s. conferentie te Lau
sanne, zijn oogenblikkelyk verblyf te Genève,
en andere beslommeringen van internationa
len aard, worden zyn functies thans grooten-
deels waargenomen door Mr. Baldwin die, met
den titel van Lord President of the Council,
feitelyk een soort onder-Eerste Minister is.
Dit heeft den laatsten tyd weer het aanzien
gegeven aan geruchten, volgens welke Mr. Bald
win opnieuw Eerste Minister zou worden, terwyl
Mr. MacDonald tot peer zou worden verheven.
Deze geruchten, die ook in buitenlandsche
bladen opgenomen zyn, worden verspreid door
een kleine groep conservatieven, die steeds te
gen Mr. MacDonald geïntrigeerd hebben.
Merkwaardig is het, dat diezelfde groep werkt
voor de vervanging van Mr. Baldwin door Mr
Chamberlain. Deze evenwel aast evenmin op de
>iaats van zyn chef, als Mr. Baldwin eraan
denkt Mr. MacDonald van den troon te stooten
De conservatieve leiders zyn ervan overtuigd,
dat om verschillende redenen Mr. MacDonald
thans als leider onontbeerlyk is. Zy verlangen
niets anders dan dat hy zich in acht zal nemen.
dienstig en nederig man, ondanks al zyn fel«
telyke waardigheid.
Ik moet hier opkomen, gaat Bülow verder,
tegen het wyd verbreide praatje, als zou Pius X
in wereldlyke zaken, byzonder in politiek,
niet byzonder onderlegd zyn. In het lang
durige gesprek, dat ik met hem mocht heb
ben raakte hy verscheidene politieke kwesties
aan en toonde daarby een gezonden kyk en
zelfs diplomatieke scherpzinnigheid, zyn oor-
deelen over politieke personen, vorsten, minis
ters en afgevaardigden waren evenwichtig en
verstandig."
2e
3e
Op Zondag 1 Mei zulen er verschillende trei
nen van de gewone dienstregeling te Hillegom
stoppen voor het uitlaten of opnemen van rei
zigers voor een bezoek aan de bollenvelden.
Verder zullen er aanstaanden Zondag I Mei
drie goedkoope treinen ingelegd worden:
le Uit de richting EnschedeDeventerApel
doorn—Kampen en Zwolle over Amsterdam
naar Leiden.
Uit de richting Helmond—Eindhoven—Til
burg—Breda over Rotterdam naar Haarlem.
Uit de richting NymegenDoetinchem
ArnhemTiel— over Amsterdam naar Lei
den.
Strooibiljetten zyn verkrijgbaar aan alle ver-
trekstations.
Op Hemelsvaartdag, 5 Mei zullen eveneens di
verse treinen stoppen te Hillegom en zullen er
goedkoope treinen ingelegd worden uit de rich
ting Den Helder en Alkmaar nasfr Den Haag
en Rotterdam. Op dien zelfden dag zullen bo
vendien goedkoope treinen loopen van de rich
tingen Leeuwarden en Groningen over Meppel
naar Arnhem en Nijmegen en een uit de rich
ting NijmegenArnhemDoetinchem naar Am
sterdam W.P. met rondrit A.T.O. door Amster
dam en bezoek aan de studenten Roeiwedstrij-
den per stoomboot Alkmaar Packet.
Treinen uit het buitenland
Bovendien zullen op 5 Mei, Hemelvaartsdag,
niet minder dan drie extra treinen uit Duitsch-
land nar de bollenvelden rijden t.w.:
le DortmundLeidenAmsterdam:
2e Keulen—Amsterdam—Leiden:
3e Wuppertal—Amsterdam—Leiden.
Op Zondag 8 Mei voor hetzelfde doel een trein
Brussel—Den Haag en op 9 Mei nog een trein
Dortmund en Aken—Leiden—Amsterdam.
De goedkoope trein Den Haag—Rotterdam
Dordrecht; Amsterdam—Utrecht naar Tiel met
rondrit A.T.O. door de bloeiende Betuwe en ver
der per trein naar Arnhem zal óf op 5 óf op 8,
óf op 15 Mei plaats hebben.
De datum wordt nader bekend gemaakt, af-
hankeiyk van den bloei.
Blijkens het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over het ontwerp tot wijziging der In-
kwartieringswet waren eenige leden van oor
deel, dat van deze wetswyziging gebruik had
behooren te worden gemaakt om tegemoet te
komen aan gewetens- en gemoedsbezwaren.
Andere leden vroegen zich af hoe een der-
gelyke procedure te regelen ware. Practisch
zou deze aanleiding geven tot misbruiken,
meenden zy.
Op 1 Mei a,s. vangt op het Europeesch lucht
net de zomerdienst aan. Daarmede ondergaat
ook het aantal diensten van de K. L. M. en de
met haar samenwerkende buitenlandsche lucht-
vaartmaatschappyen zyn grootste uitbreiding.
Op de Londen-lijn worden vier diensten in
elke richting uitgevoerd, waarvan twee recht
streeks van en naar Amsterdam. Als byzonder-
heid valt hierbij te vermelden, dat de K L. M.
een zeer vroegen ochtenddienst zal exploiteeren
t. w. 4.40 uur van Amsterdam met aankomst te
Londen om 6.45 uur; tot en met 21 Mei zyn
deze uren een uur vroeger. In hoofdzaak zal
dit vliegtuig de nachtmail uit Scandinavië en
Nederland vervoeren, doch de K. L. M. opent
ook de gelegenheid voor reizigers voor dezen
dienst te boeken.
Op de Fransche lyn worden drie diensten
per dag in iedere richting uitgevoerd; een er
van is een sneldienst AmsterdamPariis v.v.
Op deze lyn wordt een belangryke tariefsver
laging ingevoerd.
Op Zweden worden twee snelle verbindingen
uitgevoerd, een met tusschenlanding te Ham
burg en een met tusschenlanding te Kopen
hagen.
De Deutsche Luft Hansa exploiteert haar
gebruikelyken dienst op Beriyn en in samen
werking met de Zwitsersche Maatschappy
„Swissair" op het Roergebied, Midden- en
Zuid-Duitschland en Zwitserland. De Tsjechi
sche Maatschappy voert den dienst Amster
dam—RotterdamEssenLeipzig—Praag uit.
De positie van Rotterdam in het internatio
naal luchtnet is aanmerkelyk gunstiger dan
in 1931.