LEEKEPREEKEN
Zilveren St. Paulus
Ontvangst door Amsterdams
gemeentebestuur
DE NOOD DER BOEREN
Dringend beroep op de
Regeering
ZATERDAG 30 APRIL
NA HET CONFLICT IN DE
STROOCARTON
De fabrieken zoo spoedig mogelijk
in werking
PLECHTIGE UITVAART MGR. VERSTRAELEN
PP*»*';
SC
Het stoffelijk overschot van Z. H. Exc. Mgr. Verstraelen, die bij een
auto-ongeluk om het leven kwam, opgebaard in de kathedraal te
Endeh op Flores
Feestelijke receptie
Rede wethouder Kropman
Zes pioniers
MGR. C. VAN DE VEN
Zeer ernstig ongesteld
Audiëntie
Pastoor Snoeys bediend
Naar de Missie
Gelukwenschen
Dankwoord L. Guit
LOONCONFLICT IN DE VENEN
Arbeid te Nieuw-Weerdinge
hervat
DE GRAAL EN DE D. H. G. B.
Vooral een kwestie van
organisatorisch verband
REGELING BOTER-
INVOER
Wetsontwerp ingediend
Memorie van Toelichting
BEZICHTIGING VAN
DEN AFSLUITDIJK
Ten bate van het Nationaal
Crisis-Comité
Verboden te werken!
SLAPTE IN DE SCHEEPVAART
Ontslag uit vasten dienst
WEKELIJKSCHE RUSTDAG
Regeling van publiekrechtelijken
aard
DE PART AI INDONESIA
Programma van het congres
HET BELGISCH
KROONPRINSELIJK PAAR
Te Soerabaja aangekomen
437
DE KERK EN HET MILITAIRE
VRAAGSTUK
Niemand minder dan de overleden
staatsman Mgr. Nolens heeft eens ver
klaard: men moet in de politiek nooit
nooit" zeggen! Hij bedoelde daarmee, dat
de politicus nimmer te voren alle komende
situaties kan overzien en dus dom deed te
zeggen: ik zal dit of dat nooit doen of na
laten. Met een variant hierop zouden wij
geneigd zijn te schrijven: men moet ook in
de polemiek nooit „nooit" zeggen. Toen wij
de vorige week schreven, dat het nu ab
soluut uit was met het onderwerp vrede en
oorlog en katholieke kerk, toen dachten wij
niet, dat daarop een zóó sterke reactie zou
komen. Wij hebben met onze besprekingen
van de laatste weken blijkbaar een snaar
aangeraakt, die in heel wijden kring krach
tige trillingen verwekte. Zelfs in het niet-
katholieke kamp heeft men er zich mee
bezig gehouden en talrijk waren de uitin
gen van lezers en lezeressen van dit blad,
om dit punt nu eens helder en uitvoerig te
behandelen, omdat zij in hun omgeving
door andersdenkenden herhaaldelijk over
dit onderwerp werden lastig gevallen en
het toch o zoo moeilijk is om te bewijzen,
dat een zoo machtige wereldorganisatie als
de katholieke kerk terecht niet met directe
middelen meehelpt om aan den oorlog voor
goed een einde te maken.
Dit alles overwegende voldoen wij aan
het verzoek van den inzender, die in onze
vorige beschouwing aan het woord was en
geven hem gelegenheid tot openbaring van
onderstaand schrijven:
Geachte Heer!
Uw welwillendheid mijn stuk onverkort op te
nemen, geeft mij de overtuiging, dat UEd. niet
weigeren zult een kort wederwoord mijnerzijds
tot slot te doen plaatsen. De kwestie is voor mij
en vele katholieken met mij van het aller
grootste gewicht.
Bij wat wij „het militaire vraagstuk" noemen,
moeten eenige dingen scherp worden onder
scheiden.
Boven uw beschouwing schrijft u de woorden:
„Recht op Zelfbehoud" en in uw repliek op
mijn beschouwing heet het: „Denk u den toe
stand eens in, dat een overweldiger hier de
lakens komt uitdeelen, het Nederlandsch ver
biedt in scholen en kerken, in alle officieele
stukken; vreemdelingen plaatst in alle open
bare posten, etc."
Natuurlijk zal ik de laatste zijn, die het recht
op een nationale cultuur in den ruimsten zin
zou bestrijden; ook erken ik gaarne, dat er im
mer een streven bestaan heeft en nog bestaar,
om deze nationale cultuur te bewaren.
De cardinale kwestie is en blijft echter deze:
ls het geoorloofd om, ten einde dit doel ('t be
waren der nationale cultuur) te bereiken, een
massale menschenslachting op touw te zetten?
Want en dit zal ieder nationaal bewapenaar
met mij eens zijn ook de z.g.n. verdedigings
oorlogen zijn praktisch op geen ander doel ge
richt dan: vernietigen van een zoo groot mo
gelijk aantal „vijanden".
Of er nu sprake is van een aanvals- of een
verdedigingsoorlog: de basis blijft altijd dooden.
Voorop blijft dus staan, dat het moreel onge
oorloofd is met een slecht middel (doodslag)
een goed doel (bewaring der cultuur) te berei
ken.
Daar komt echter nog iets anders bij.
Vooreerst kan ernstig de vraag worden ge
steld of het in bepaalde omstandigheden, bijv.
hier in Nederland, wel eenig nut heeft een leger
te handhaven. Wie nu let op de legersterkte
der andere mogendheden, kan niet in ernst
beweren (ook al is hij dan niet óntwapenaar op
ethische gronden), dat ons kleine leger eenigen
invloed zou kunnen uitoefenen, x,
Tweedens ben ik het niet met u eens, dat een
land, dat gebukt gaat onder de macht van
een vreemden overweldiger zijn nationale cul
tuur behoeft te verliezen.
Wie denkt aan Vlaanderen en aan de typische
cultuurschatten, die de Vlamingen zelfs onder
harde, vreemde overheersching hebben weten
te bewaren, moet toch wel tot een andere ge
dachte komen, xx)
De invloed, dien ik in deze kwestie aan de
Kerk toeschrijf, moet u niet overschatten. Ik
weet wel, dat de Kerk niet over stoffelijke mid
delen beschikt om haar gezag te doen gelden.
Maar de Kerk is een groote moreele macht in
de wereld. Zij heeft niet alleen een geloofsleer,
maar ook de taak en de roeping bepaalde din
gen op doodzonde te verbieden.
En wanneer u nu zegt: de Kerk maakt zich
bespottelijk als zij de nationale „defensie" ver
biedt, dan antwoord ik-: Zij heeft zich in de
geschiedenis óók bespottelijk gemaakt, toen zij
het duel verbood en nog zooveel andere zaken,
waaraan de moderne wereld van dezen dag
zich nóg ergert.
De Kerk behoeft met een algemeen oorlogs
verbod de menschelijke natuur geen geweld aan
te doen, gelijk u beweert. Zij behoeft slechts
door bovennatuurlijke motieven te sterken het
geen er momenteel in natuurlijken afkeer van
den oorlog onder de volkeren leeft-
Door het afdrukken van dit stuk hebben
wij toch zeker alle eer bewezen niet alleen
aan den inzender maar tevens aan allen,
die aan zijn zijde zijn blijven staan. Wij
gelooven, dat nu toch wel de laatste stuk
ken door de tegenpartij in het vuur zijn
gebracht.
De opmerkzame lezer zal moeten toege
ven, dat dit laatste geschut al lang niet
zoo krachtig meer is. Wij zeggen dit niet
in triumphantelij ken zin, maar met vol
doening; we hebben n.m. de stille hoop,
dat de vele illusies, welke men begrijpelij
kerwijze omtrent een beslissende vredestaak
van de kerk heeft, tegenover het koel rede-
neerende, gezonde verstand onhoudbaar
blijken te zijn en heel onze lezerskring zal
erkennen en ook tegenover andèrsdenken-
den kan en zal verdedigen, dat de Katho
lieke Kerk ten opzichte van oorlog en vrede
geen andere houding kan en mag aanne
men, dan het Vaticaan sinds onze heugenis
heeft gevolgd.
Onze inzender geeft aanvankelijk toe,
dat niet enkel het individu maar ook de
gemeenschap recht heeft op zelfbehoud.
Maar, zegt hij: is het geoorloofd om voor
die nationale cultuur een menschenslach
ting op touw te zetten? Ook in een verde
digingsoorlog moet men anderen dooden;
het middel, de oorlog, is ongeoorloofd, dus
onzedelijk!
Kom, kom! Wanneer een inbreker uw
huis binnen sluipt, wat doet ge dan? Gaat
ge dan kalm met hem redeneeren en zegt
ge dan bij u zelf: wat baat mij eigenlijk
myn inboedel, mijn zilverwerk, mijn geld?
Wanneer ik de politie opbel gaat de man
misschien in de gevangenis; en is mijn
stoffelijk bezit wel meer waard dan 's mans
vrijheid? En wanneer iemand persoonlijk
wordt overvallen, overlegt hij dan bij zich
zelf: wanneer ik mij verdedig heb ik kans
mijn aanvaller te verwonden, misschien
wel te dooden. Ik laat hem dus maar zijn
gang gaan!
Zulk een redeneering houdt geen enkel
normaal mensch. Wie eigen veiligheid of
die van zijn dierbaren in gevaar ziet, wie
zijn eigendommen belaagd weet, die verde
digt zich of zijn bezit zonder verdere rede
neering: de gevolgen zijn voor rekening
van den misdadiger, die zonder eenig recht
de grenzen der rechtvaardigheid over
schrijdt. Precies hetzelfde geldt voor de
gemeenschap. Maar dan is ook de bewe
ring: „verdedigingsoorlog is gelijk aan
moord" het summum van een onjuiste ver
gelijking.
Of nu verdediging der nationale cultuur,
van vrijheid en vaderland wel een verdedi
gingsoorlog waard is? Wij kunnen niet ge
looven, dat inzender deze vraag in ernst
stelt. De laatste jaren hebben ook de min
der bedeelden gelegenheid gehad over de
grenzen, in andere landen, te vertoeven.
Bovendien maakt de tegenwoordige voor
lichting in woord en beeld de wereld aan
ieder bekend tot in de uiterste hoeken. En
wat is na iederen zwerftocht in den vreem
de steeds de conclusie? „Er gaat toch maar
niets boven mijn eigen land!" In ieder ge
val, bij den één moge die vaderlandsliefde
grooter zijn dan bij den andere: ieder
houdt volle vrijheid een ander vaderland
dan zijn geboorteland te kiezen. Maar de
gemeenschap heeft het recht van allen, die
in rustige tijden van veiligheid en welvaart
profiteeren, ook in tijden van nood en
neergang hulp en steun te eischen. Tegen
over rechten moeten plichten staan. Dat
heeft altijd in de menschheid geleefd, zoo
lang de wereld bestaat. Dat leeft nog, ge
zien de hartstochtelijkheid waarmee Polen
en Tsjechen, Hongaren en Serviërs zich na
den grooten oorlog in eigen staatsverband
vormden.
Tegenover deze verschijnselen kan men
met meer of minder temperament staan,
nergens is een aanwijzing te vinden, die
het de kerk zou mogelijk maken een natio
nale defensie te verbieden. Want, let wel,
hierom alleen gaat het. Dat een aanvals
oorlog al heel gemakkelijk door de kerk
veroordeeld zal worden is vanzelfsprekend.
Maar men wil, dat de kerk het hebben van
een nationale defensie zal verbieden; dan
eerst ziet men kans den oorlog te voorko
men. Om twee redenen wordt hiermee iets
onzinnigs gevraagd. Ten eerste kan het
toch niet zondig en onzedelijk genoemd
worden om een mes te bezitten. Eerst wan
neer men met dat mes zonder goede reden
iemand doodt of verwondt begaat men een
ongeoorloofde daad. De kerk kan zich dus
onmogelijk met goed recht mengen in
vraagstukken van nationale defensie. Nooit
toch kan van te voren bewezen worden, dat
zulk een leger als aanvalswapen zal worden
gebruikt. Hebben christen soldaten niet ooit
Weenen en daarmee heel West-Europa te
gen een Turksche invasie verdedigd? Ook
tegen binnenlandsche onlusten kan een le
ger noodig zijn. De kerk kan dus in natio
nale defensievraagstukken nooit ingrijpen.
En ten tweede; gesteld eens het alleron
waarschijnlijkste was waar: eenige Euro-
peesche landen zouden onder invloed der
kerk hun leger en vloot afschaffen. Een
aantal zou het zeker niet doen, waar
onder b.v. Rusland en Japan. Moeten wij
de dwaasheid van deze stelling nog verder
uitwerken? Haar neerschrijven alleen is al
voldoende om de ongerijmdheid te doen
inzien.
Alles bijeen komen wij dus weer tot ons
uitgangspunt terug: men vraagt van de
kerk een onmogelijke uitspraak, wanneer
men van haar eischt, dat zij haar onderda
nen zal verbieden hun nationalen dienst
plicht te vervullen. Niet alleen voert die
eisch, zooals wij zagen, tot allerlei onge
rijmdheden, men dringt daarmee ook de
kerk op een terrein, dat het hare niet is.
De kerk heeft onder veel meer ook tot taak
vrede en naastenliefde te prediken en te
bevorderen. Zij heeft dit alle eeuwen door
gedaan, al naar de tijdsomstandigheden.
Zij doet dit in onzen tijd op de eenig mo
gelijke en eenig juiste wijze door behalve
voortdurend tot rechtvaardigheid en naas
tenliefde aan te sporen, de leuze der ge
lijktijdige internationale ontwapening te
propageeren. De historie zal later voor
wie thans nog niet zien wil of kan aan-
toonen, dat zij in deze ook weer den juisten
weg gevolgd heeft.
HOMO SAPIENS.
x) Zie, wat wij in onze vorige beschouwing
schreven over de Nederlandsche mobilisatie in
1914, welke ons volk buiten den oorlog hield.
H. S.
xx) Vlaanderen is niet overweldigd, maar
gedwongen om met een ander ras in één ge
meenschap op voet van gelijkheid sa
men te leven. H. S.
Vrijdagmiddag zijn de partijen betrokken bij
het conflict in de stroocarton-industrie op het
provinciehuis te Groningen bijeengekomen, ten
einde de liquidatie der staking te bespreken.
Overeengekomen is, dat de fabrieken zoo
spoedig mogelijk in werking zullen worden ge
steld. Enkele fabrieken zullen Maandag 2 Mei
a.s. reeds weer beginnen. De arbeiders zullen
geleidelijk worden opgeroepen, doch zij behoe
ven zich zelf niet bij de fabrieken aan te
melden.
Vrijdagmorgen werd de tweede dag van het
St. Paulusfeest ingezet met een H. Mis in de
kapel van het Bagijnhof, opgedragen door deken
dr. G. C. van Noort, voor de zielerust van de
overleden hoofdbestuurders van St. Paulus.'De
kapel was geheel met afgevaardigden bezet, be
nevens talrijke leden van de afdeeling Amster
dam.
Onder het H. Misoffer gingen velen ter H.
Tafel. Na het Evangelie sprak Deken van Noort
een kort woord tot de St. Paulusmannen, waar
in hü de verdiensten van de oprichters dezer
belangrijke R. K. organisatie huldigde.
Om elf uur volgde in de Koopmansbeurs de
officieele ontvangst door het gemeentebestuur.
Hierbij waren tegenwoordig wethouder Krop
man alsmede de R. K. raadsleden mej. N. A. C.
Crielars, A. J. Dingemans, W. Steinmetz en A.
A. van Hamersveld.
Wethouder Kropman sprak de aanwezigen toe.
In deze omgeving de Amsterdamsche
Koopmansbeurs wordt, naar ik meen, niet
dikwijls gesproken over de heiligen der Katho
lieke Kerk. Uw feest geeft mij intusschen
daartoe alle aanleiding. Uw patroonheilige is
immers de H. Paulus van het Kruis, dien de
H. Kerk gisteren heeft herdacht. De H. Pau
lus van het Kruis is een trouwe comparant,
telkens wanneer het gemeentebestuur overleg
pleegt met het gemeente-personeel, in de
Dienst-Commissie en in het Georganiseerd
Overleg en bij tal van andere gelegenheden
en ik verzeker U, dat de kennismaking steeds
aangenaam is! Dat kan ook niet anders, om
dat deze heilige een organisatie patroneert, die
krachtig georganiseerd is, niet alleen, maar
die ook zoo uitstekend het belang van haar
leden weet te doen harmonieeren met het ai-
gemeen belang.
Tweeërlei heeft mij getroffen in de geschie
denis van uw Bond. Het eerste initiatief ging
uit van zes Utrechtsche arbeiders in dienst
der gasfabriek. Zes eenvoudige katholieken
zagen in 1900 de noodzakelijkheid in van ka
tholieke organisatie, dat is dus in een tijd,
waarin het katholieke zelfbewustzijn nog pas
begon te groeien en waarin de katholieken
nog volop te kampen hadden tegen allerlei
vooroordeelen tegen organisatie op confessi-
oneelen grondslag.
Wanneer het Amsterdamsche Gemeentebe
stuur U vandaag gelukwenscht, óók, omdat uw
organisatie van een weldoende beteekenis is
voor het werk der overheid, dan brengt het
over alle gemeentelijke grenzen heen, dus zon
der gemeentelijk chauvinisme, hulde aan die
zes Utrechtsche gaswerkers.
En het tweede, wat mij heeft getroffen, was,
dat die zes Utrechtsche initiatiefnemers gas
werkers waren. Misschien is het geen toeval,
dat nog tot op heden in Amsterdam bij net
gasbedrijf bekende figuren van het katholiek
overheidspersoneel werkzaam zijn. Ik zie sym
boliek in het geval: gaswerkers zijn lichtbren
gers en ongetwijfeld heeft St. Paulus in het
katholieke organisatiewezen meermalen licht
gebracht door bij menige moeilijke situatie
krachtig en duidelijk het katholieke beginsel
voorop te zetten.
Al kent het Amsterdamsche Gemeentebestuur
uiteraard uw Amsterdamsche afdeeling
welke trouwens de grootste is het best, het
weet toch ook wel, dat de Bond in zijn geheel
Naar „De Msb." verneemt is Woensdag bij
de familie te Oirschot telegrafisch bericht ont
vangen, dat Z.H. Exc. Mgr. C. v. d. Ven, bis
schop van Alexandria (Louisiana U. S. A.) zeer
ernstig ongesteld is. Voor zijn leven wordt het
ergste gevreesd.
Z.H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de
volgende week Dinsdag en Donderdag geen
audiëntie verleenen.
Z. H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht zal
de volgende week alleen Woensdag audiëntie
verleenen.
Z. H. Exc. de Bisschop van Breda zal Zater
dag dezer week en Zondag, Dinsdag, Woens
dag, Donderdag, Vrijdag en Zaterdag der vol
gende week geen audiëntie verleenen.
Pastoor C. J. Snoeys, te Neerkant is door
een beroerte getroffen en van de H.H. Sacra
menten der Stervenden voorzien.
Woensdag 27 dezer vertrok naar de Missie
van Noorwegen pater G. de Paepe van de Con
gregate der Paters Maristen.
een machtige en heilzame organisatie is. Uw
Bond is nauw betrokken geweest en nog be
trokken, bij al die moderne problemen, waar
mee de overheid en haar personeel te maken
hebben.
Reeds in 1911 werd op uw Bondsvergadering
door den tegenwoordigen Minister van Water
staat, mr. P. Reymer, een inleiding gehouden
over medezeggenschap en het gemeentebe
stuur van Amsterdam acht zich gelukkig te
kunnen getuigen, dat de gemeente Amsterdam
vóórging, het G. O. te Amsterdam dateert van
October 1916.
Als ik de geschiedenis van St. Paulus zóó
overzie, dan mag ik zeggen, het is een goed
ding voor de Overheid, dat St. Paulus bestaat.
De Bond heeft zich vrij gehouden van goed-
koope agitatie en demagogie; de Bond was
steeds reëel en de practische voordeelen en
de moreele waarde van die houding zijn met
gering.
Op dezen, uwen feestdag, is het mij een ge
noegen, U, namens B. en W. van Amsterdam,
hier in de hoofdstad welkom te heeten, U ge
luk te wenschen met uw jubileum en U de
verzekering te geven, dat het gemeentebestuur
U gaarne huldigt voor hetgeen uw organisa
tie, in het belang der leden, en het belang
der gemeenschap, heeft gepresteerd.
De bondsvoorzitter, de heer L. C-ult, beant
woordde mr. Kropman. Spr. dankte voor de ont
vangst en waardeerde het, hoe door het Am
sterdamsche gemeentebestuur het werk der mo
derne katholieke organisatie op prijs wordt ge
steld. In Amsterdam is de samenwerking tus-
schen gemeentebestuur en organisaties op den
goeden weg, ten voorbeeld aan het geheele land.
Na afloop der officieele ontvangst ver-
eenigden zich de afgevaardigden aan een ge
meenschappelijke ontvangst, waarna om half
twee in het Cornelius Broerehuis de receptie
aanving.
In het veendistrict Nieuw Weerdinge is Vrijdag
morgen de arbeid algemeen hervat op basis
van 10 procent loonsverlaging.
De Donderdag door de plaatsel. afdeelingen
der arbeidersbonden met de verveners gevoerde
besprekingen hebben geen resultaat gehad.
In verband met de opheffnig der staking is
voor arbeiders uit Nieuw Weerdinge, die in het
veen geen werk vinden, de Rijkswerkverschaf
fing weder opengesteld.
In de overige distri' -en duurt de staking
voort. Er zijn nog 1500 a 1700 arbeiders bij be
trokken.
Aan de WelEerw. Heeren Districts-adviseurs
en afdeelings-adviseurs der R. K. Sportvereeni-
gingen is, zoo lezen wij in „St. Bavo", het vol
gend schrijven gericht:
„Bjj besluit van 6 Maart 1932 heeft Z. H.
Excellentie de Bisschop van Haarlem bekend
gemaakt, dat de „damesafdeelingen van den
D. H. .G. B. moeten overgaan naar de Graal."
Het is ons gebleken, dat omtrent dit besluit,
bij de afdeelingen van den D.H.G.B., verschil
lende misverstanden bestaan, vooral wat be
treft de practische toepassing, waardoor velen
zich noodeloos ongerust maken.
Het kan dus zijn nut hebben, een nadere
uiteenzetting te geven van enkele punten,
waardoor zeer zeker verschillende moeilijkhe
den weg zullen vallen.
Op de eerste plaats zal deze overgang voor
al een kwestie zijn van organisatorisch ver
band. De plaatselijke groepen, kunnen éls groep
blijven bestaan met eigen leeraar en eigen
localiteit. Het Graalbestuur heeft dit altijd
zoo bedoeld, en in verschillende vergaderingen
met het bestuur der D.H.G.B., ook duidelijk
naar voren gebracht. De clubs kunnen dus
aangenomen dat zij bereid zijn, con amore
aan den overgang mee te werken blijven
bestaan met hun eigen leden, leeraar en club-
gebruiken; alleen wordt er de Graalvlag op ge
plant, het bestuur komt in handen van de
Graal
Verder wordt door het Graalbestuur niet ge-
eischt, dat alle leden nu ook onmiddellijk in
gewijd Graallid zouden willen worden, of alle
gebruiken van de Graal zouden willen naleven.
Op de derde plaats zal in de toekomst aan
de leden hetzelfde worden geboden, wat in
het verleden kon worden genoten.
Ook voor een financieele regeling bij z.g.
dubbele vereenigingen (dames- en heerenafdee-
lingen) is de Graal bereid een schikking te tref
fen.
Ondergeteekenden, resp. Voorzitter en Gees
telijk adviseur van den D. H. G. B., hebben
zich bereid verklaard, con amore mee te wer
ken aan de uitvoering der Bisschoppelijke be
palingen. Terwijl zij dit, zoover mogelijk, Dio
cesaan trachten te bewerken, doen zij hierbij
een beroep op U, opdat gij met Uw bestuur
en met het Graalbestuur over den overgang
der damesafdeelingen zoudt overleggen.
Waar door Mgr. uitdrukkelijk gewezen wordt
op de noodzakelijkheid van plaatselijk overleg,
meenen wij terecht een beroep te kunnen doen
op de Districtsadviseurs die niet alleen het
voetbal, maar ook de gymnastiek hebben te
verzorgen, opdat zij met de afdeelingadviseurs
alle pogingen in het werk zullen stellen, om
het contact te leggen tusschen hunne vereeni
gingen en het Graalbestuur, om aldus tot be
vredigende resultaten te kunnen komen.
Tenslotte zij er nog eens uitdrukkelijk op
gewezen, dat de overgang geleidelijk moet
plaats hebben, en alle plaatselijke afdeelingen
dus rustig kunnen blijven bestaan en werken,
zooals zij tot nu toe gewoon waren, tot door
het Graalbestuur met die afdeelingen contact
wordt gezocht, en onderhandelingen aange
knoopt.
w. get.: H. GORIS.
Rector BRAAKMAN.
Met aanbeveling van den Diocesanen Jeugd
raad
J. H. NTKKETi, Voorzitter,
's Gravenhage, 19 April 1932.
De R. K. Boeren-organisatie heeft aan de
R. K. fractie der Tweede Kamer een adres ge
richt, waaraan we het volgende ontleenen.
Reeds jaren lang hebben de boeren- en tuin
dersorganisaties w.o. ook onze Katholieke
Nederlandsche Boeren- en Tuindersbond ge
wezen op het dreigende gevaar, waarin het
land- en tuinbouwbedrijf in toenemende mate
verkeerde en aangedrongen op het treffen van
maatregelen, welke er toe zouden kunnen bij
dragen om dit gevaar zooveel mogelijk te kee-
ren, zoolang het nog niet te laat is.
Het doet ons echter leed te moeten consta-
teeren, dat de Regeering zich aanvankelijk
geheel op het beangstigende standpunt bleek te
stellen, dat de crisis in den land- en tuinbouw
vanzelf zou verdwijnen, indien men het uit-
ziekingsproces slechts ongestoord zijn gang liet
gaan.
Later heeft de regeering, zij het dan schoor
voetend en in menig opzicht reeds te laat, dit
standpunt opgegeven, zijn er enkele maatrege
len getroffen ten behoeve van het akkerbouw
bedrijf (tarwe, bieten, aardappelmeel) en van
eenige door natuur- en andere rampen getrof
fen streken in Noord-Holland. Deze maatrege
len waren, althans in eersten aanleg, onvol
doende, zoodat de desbetreffende bedrijven er
te weinig of te laat mee zijn geholpen.
Intusschen bleven de rundveehouderij, de
varkenshouderij, de pluimveeteelt en in het al
gemeen de bedrijven in de zandstreken, waar
de crisis zich in acuten vorm wel is waar later
dan in de akkerbouwbedrijven, maar thans toch
ook reeds gedurende zeer geruimen tijd heeft
doen gevoelen, en eveneens de zoo belangrijke
tuinbouw tot dusver van iedere hulp verstoken.
Het klaarblijkelijk gebrek aan inzicht bij de
Regeering in den ernst van den toestand van de
land- en tuinbouwende bevolking, de hopelooze
traagheid, waarmede de dringend noodzakelijke
maatregelen worden overwogen en het lijdelijk
toezien bij de verwoesting van onzen export,
maken het onzen van hunne verantwoordelijk
heid ten volle bewusten bestuurders uiterst moei
lijk, zoo niet onmogelijk om bij de leden hunner
organisaties het onmisbare vertrouwen in het
beleid van deze Regeering nog eenigermate te
handhaven.
Wij meenen daarom nogmaals een allerdrin
gendst beroep te moeten doen op uwe Kamer
fractie, om op de Regeering een zoo krachtig
mogelijken druk uit te oefenen, opdat door het
onverwijld treffen van doelmatige maatregelen
het allerergste nog worde voorkomen: een to
tale ineenstorting van de boeren- en tuinders
bevolking van Nederland.
Bij de Tweede Kamer is ingekomen een
wetsontwerp inzake regeling van den invoer
van boter.
Aan de Memorie van Toelichting wordt het
volgende ontleend:
Van de Commissie van Advies, ingesteld in
gevolge art. 2 van de Crisisinvoerwet, ontving
de Minister van Arbeid, H. en N. reeds bij
schrijven van 5 April advies over het onder
havige onderwerp, welk advies echter bij schrij
ven van 14 April door een nader advies ge
volgd werd, nadat van den Minister een veer-
zoek daartoe was uitgegaan in verband met de
omstandigheden, waarvan de Commissie aan
vankelijk geen kennis kon dragen.
Overeenkomstig het laatste advies der Com
missie zijn bij Kon. Besluit van 18 April 1932
regelen gesteld tot beperking van den invoer
van boter, alsmede regelen, volgens welke aan
die contingenteering uitvoering zal worden ge
geven. Het aldus by K. B. geregelde moet dus
in een wetsvoorstel worden neergelegd.
De beweegredenen, welke den Minister er toe
geleid heeft, aan de Commissie een nader ad
vies te vragen, is gelegen in de indiening van
het wetsontwerp, houdende tijdelijke maatrege
len tot hulpverleening aan de melkveehouderij.
Het was namelijk te verwachten, dat, zoodra
de toen aanhangig zijnde plannen bekend zou
den worden, op ruime schaal boter zou opge
slagen worden. Deze voorraadvorming zoude
wellicht eenige prijsstijging teweegbrengen, wel
ke prijsstyging op haar beurt buitenlandsche
boter zou aantrekken, ten gevolge waarvan voor
den binnenlandschen producent aanvankelijk
het met de thans voorgestelde steunregeling
beoogde doel afbreuk zou kunnen gedaan wor-
d Ten einde dit te voorkomen, is terstond
de totstandkoming van een contingenteerings-
maatregel bevorderd, waardoor de invoer van
boter voorloopig voor een tijdvak van 3 maan
den wordt beperkt tot 100 pCt. van den gemid
delden driemaandelijkschen invoer gedurende
de jaren 1928, 1929 en 1930.
Waar de genomen maatregel uitsluitend een
uitvloeisel is uit de thans in overweging zijnde
maatregelen tot hulpverleening aan de melk-
veehoudery, zal, zoodra deze in werking zal zyn
getreden, onderzocht worden in hoeverre alsnog
de noodzakeiykheid van een contingenteering
van den invoer van boter aanwezig zal biyken
te zyn.
Het secretariaat van het Nationaal Crisis-Co
mité deelt ons mede:
De bezichtiging van den afsluitdijk en de Zui
derzeewerken te Den Oever heeft van 1 April
tot op heden 600.opgebracht, welk bedrag
door de directie der Zuiderzeewerken aan het
Nationaal Crisis-Comité is owgemaakt.
Nu het zomerseizoen binnenkort een aanvang
neemt, mag verwacht worden, dat het bezoek
zeer sterk zal toenemen. In herinnering wordt
gebracht, dat de Afsluitdijk tot de geul uitste
kend berijdbaar is voor auto's en dat de toe-
gangspryzen zyn: 0.10 voor voetgangers er
wielrijders; 0.50 voor rytuigen en motor-rywie-
len; ƒ1.voor auto's en ƒ2.50 voor autobussen,
benevens ƒ0.10 voor eiken passagier.
PrikfeeWraad
Ja! Dat is een eigenaardig geval:
In Den Haag raakte een makelaar werk
loos; hij stelde wanhopige pogingen in het
werk om weer aan den slag te komen,
maar alles tevergeefsch; ten einde raad
wie zal zeggen, hoe langdurig en hoe pijn
lijk die beraadslaging met zichzelf geweest
is! klopte hij bij Maatschappelijk Hulp
betoon om ondersteuning aan: vrouw en
kinderen mochten toch niet verhonge
ren.
De steun werd verleend.
Tegen honger was het gezin dus gevri.,
waard; maar deze werklooze makelaar
was méér dan een zorgzaam echtgenoot en
vader, hij was ook psycholoog en zelfken-
ner: hij wist, dat werkloosheid ook op hem
demoraliseerend werken zou, dies wendde
de man zich daarop tot het Haagsche Cri
sis-Comité met het verzoek om gedurende
zijn werkloosheid, belangeloos als ieder an
der, op de bureelen van dat Comité te
mogen werken, waardoor hij niet alleen
zijn kennis vermeerderde, doch ook mede-
hielp aan een belangrijke sociale taak in
dienst der gemeenschap.
Het H. C. C. willigde dat verzoek in en
stelde den man te werk, doch gaf hem te
vens gelegenheid zoo dikwijls hij dat
wenschte zich van de bureelen te verwijde
ren om betaald werk te zoeken.
De vorige week bij de steun-uitbetaling
deelde Maatschappelijk Hulpbetoon kort en
bondig aan den man mede, dat hij oogen-
blikkelijk zijn medewerking aan het H. C.
C. moest staken, daar hij anders van ver
deren steun verstoken zou blijven.
De man wendde zich daarop per request
tot Prinses Juliana en verzocht haar, haar
medewerking te willen verleenen om deze
onbevredigende beslissing ongedaan te ma
ken.
Via den secretaris-generaal van het H. C.
C., den heer Cohen Stuart, ontving de man
bericht, dat H. K. H. over de genomen be
slissing ten zeerste verwonderd was.
Later heeft deze beslissing opnieuw een
onderwerp van bespreking uitgemaakt in
de vergadering van Maatschappelijk Hulp
betoon.
De beslissing werd echter gehandhaafd,
zoodat de man genoodzaakt zal zijn op
nieuw zijn dagen in demoraliseerend niets
doen te slijten.
Bij informatie bij Maatschappelijk Hulp
betoon welke redenen tot deze beslissing
hadden geleid, werd aan de „Avondpost"
medegedeeld, dat naar het oordeel van
dezen dienst iemand, die steun geniet, zich
niet veroorloven kan belangeloos werk te
verrichten, terwijl door deze belangelooze
medewerking het zoeken van betaald werk
achterwege zou blijven.
Werkelijk! Dat verwondert ons heelemaal
niet, dat Prinses Juliana verwonderd was!
Hoe kan men van iemand, die zoo'n groot
verantwoordelijkheidsgevoel blijkt te bezit
ten, veronderstellen, dat hij niet alles in
't werk zal stellen om weer bezoldigden
arbeid te krijgen?
Hoe kan men het nobele streven van zoo
iemand beantwoorden met een werkver
bod?
Ja, waarlijk:
In raadselen wandelt de mensch....
De Stoomvaart Maatschappy „Nederland
heeft haar pl.m. 200 man sterke technische
personeel, dat tot dusverre in vasten dienst
was, ontslag aangezegd en in de gelegenheid
gesteld een dagcontract te teekenen, waardoor
de mogeiykheid ontstaat, op dagen dat er geen
of minder werk is, een meer of minder groot
deel van het personeel naar huis te sturen.
Op grond van deze nieuwe overeenkomst,
waarover met de vakorganisaties nog geen over
leg is gepleegd, zijn naar het „Volk" meldt, 120
man voor 4 dagen naar huis gezonden. Waar-
schyniyk zullen er ook nog personeelleden ont
slagen moeten worden. 9
BATAVIA 28 April. (Aneta). De algemeen,
meening ter vergadering van het hoofdbestuur
van de Federatie van Europeesche Werknemers
was ten aanzien van den wekelijkschen rustdag,
dat deze behoort te worden bevorderd door een
regeling van publiekrechterlijken aard. De ver
gadering achtte, in verband met het voorstel
tot samenwerking met het Verbond van Ver
eenigingen van Landsdienaren, den tyd voor de
oprichting van een Vakverbond, dat alle vak-
vereenigingen zal omvatten, nog niet gekomen.
BATAVIA. 28 April. (Aneta). Het programma
van het congres der Partai Indonesia, dat zal
worden gehouden van 14 tot 17 Mei as. bevat
o.a. bespreking van de taak der nationale pers
in de vrijheidsbeweging van Indonesië, doel en
streven der nationale vakbeweging en het Pa-
cific-probleem.
SOERABAJA, 29 April. (Aneta). De Graaf en
3ravin De Rethy zyn alhier aangekomen. De
Graaf De Rethy bracht een groote collectie vo
gels en vlinders mede o.a. vlinders en vogels die
op Celebes werden gevangen en direct werden
geconserveerd door den het Kroonprinseiyk
paar vergezellenden Siameeschen preparateur.