AFSCHEID G. H. WEUSTINK Betaalmaand in de Bollenwereld De handel zwaar getroffen, maar niet geknakt ZATERDAG 30 APRIL Een treffende, algemeene huldiging HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE ELCK WAT WILS TREKJES No. 755 Kiekje MOOISTE ROUTE ter bezichtiging van de bloemboilenvclden, per auto of per fiets. ZEE Npono nOORDWIJK- BEttNEBROEK ■•BENHEBROEK-NOOtOWUR <7 .1 -Vr-' V..- •".y'vVV,ïl' ~T"~- -fc- o y?-.? --v r.;» Cr IOOBDWIJKTT^jÏ hOORDWUKERHÓUT-." Eï - ISSJt MILLE' oe Hei worts' jaar heeft de directie van Hotel Du Vieux Doelen" in Den Haag een ter plaatse bekend bollenkweeker bereid gevon den een bijzondere route samen te stellen, waarlangs per auto of per fiets de bloembol lenvelden het mooist konden worden bezichtigd. De betreffende route staat op bovenstaand kaartje aangegeven en is natuurlijk door diverse overwegingen bepaald, o.a. is gelet op de wenschelijkheid de bloembollenvelden ook te kunnen bezichtigen langs de lengte-as (aldus niet gehin derd door de telkens op korte afstanden in de breedte geplaatste windschutten)alsook is gelet op bijzonder landschappelijk schoon, op bezichtiging vanaf zekere hooge duintoppen, etc. Het vorig jaar hébben wij aan een autotocht langs deze route deel genomen en de aanwezige journalisten bleken over het algemeen van meening, dat de aangegeven weg inderdaad iets bijzon ders is. Het kaartje zélf is bij aanvraag aan Hotel du Vieux Doelen, Tournooiveld, Den Haag, gratis verkrijgbaar. De omvang en hartelijkheid van de bijeen komst, die Vrijdagmiddag in het gemeentelijk concertgebouw te Haarlem is gehouden ter hul diging van den heer G. H. Weustink bij zijn af scheid als inspecteur van het lager onderwijs in de inspectie Haarlem, heeft alle verwachtingen ver overtroffen. De vergadering was geconvoceerd in de turn zaal, maar de toeloop van belangstellenden was van dien aard, dat op het laatste moment de groote zaal in gebruik moest worden genomen en ook deze liep in de middengedeelten geheel vol, zoodat het aantal aanwezigen op ruim vijf honderd personen mag geschat worden. Er was voor deze gelegenheid een eere comité gevormd, waarvan de heer K. Brants, hoofdinspecteur van het L. O. te Haarlem, het voorzitterschap had aanvaard en waarin zitting hadden de heeren H. van Alphen, burgemeester van Zandvoort; J. Th. Born water, wethouder van Bloemendaal; Jhr. J. P. W- van Doorn, burgemeester van Heemstede; mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, lid der Eerste Kamer; P. Ouwerkerk, wethouder van Haarlemmermeer; ds. C. J. van Paassen, Haarlem; W. Rooden- burg, wethouder van Haarlem; Hoogeerw. Heer H. C. J. Sondaal, deken van Haarlem; dr. J. F. M. Sterck, oud-inspecteur van het L. O.; kol. C. W. de Visser, Bloemendaal en W. F. van Wa- veren. wethouder van Bennebroek. Zoo goed als al deze leden waren aanwezig. Verder merkten wij op den hoogeerw. heer plebaan L. A. A. M. Westerwoudt, den heer C. Maarschalk, burge meester van Haarlem, den heer baron Van Har- denbroek, burgemeester van Bennebroek; mr. dr. Veeren, gemeente-secretaris van Bloemen daal; de heeren Anema en Luyckx, inspecteurs L. O. te Amsterdam; C. Westerouen van Meete- ren, inspecteur te Hoorn; den heer Vintges, inspecteur der St. Vincentiusscholen te Am sterdam; den zeereerw. heer rector Aalberse en den weleerw. heer kapelaan Leesberg, bisschop pelijke inspecteurs van het bijzonder katholiek onderwijs in het dekenaat Haarlem; leden van de commissie van toezicht op het lager onder wijs te Haarlem; den heer A, G. Boes, oud schoolopziener te Haarlem; vele eerwaarde hee ren geestelijken uit Haarlem en omgeving; den heer W. J. B. van Liemt, wethouder van Haar lem; den nieuwen inspecteur L. O., den heer v. d. Weijer en vele anderen. De heer K. Brants was tevens vertegenwoor diger van Z. Exc. den minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Een ensemble uit de Haarlemsche orkestver- eeniging luisterde de bijeenkomst op met eenige muzieknummers. Nadat de heer en mevrouw Weustink, wie een fraaie bouquet bloemen was geoffreerd, de zaal waren binnengeleid en plaats hadden genomen vóór het met palmen en groen versierde po dium, heette de heer W. Vis, hoofd eener school te Hoofddorp en voorzitter van het huldigings comité, allen welkom. Hij wees er op, dat de groote opkomst, de met bloemen en planten versierde zaal wel een feestelijken indruk ge ven, maar dat het voor den heer Weustink van daag geenszins een feestdag kon zijn nu hij nog in de kracht van zijn leven door de wet ge dwongen wordt zijn functie neer te leggen van inspecteur 1. o. van de allergrootste inspectie in ons land, een ambt, waaraan hij zijn beste krachten heeft gegeven. Maar spr. noemde den levenslust van den heer Weustink ook een ge luk, want ,,u vindt," zeide hij, „wel weer an der werk" en hij hoopte, dat de heer Weustink ook daarbij de belangen van het onderwijs niet uit het oog zou verliezen. De belangstelling voor den heer Weustink uit zich, zoo zeide hij, in deze onverwachte opkomst, die het noodig maakte feêri grootere zaal te huren dan aan vankelijk in de bedoeling lag. Toen eenige maanden geleden het initiatief werd genomen tot deze huldiging werd direct allerwegen de al lergrootste medewerking ondervonden. Er kon een commissie worden samengesteld uit alle geledingen van het lager onderwijs. Na eenigen tijd was het zelfs noodig een tweede commissie te benoemen en een derde commissie zou er misschien gekomen zijn, maar dat is niet ge beurd, zoodat de huldiging voor den heer Weustink met dezen dag zal afloopen. Na den nadruk te hebben gelegd op de groote verdien sten van den scheidenden inspecteur, bood hij hem namens het personeel, werkzaam bij - het lager onderwijs, een prachtige radio-installatie met inscriptie als geschenk aan en sprak de hoop uit, dat deze hem in de dagen van rust, die hem nu gegund zullen worden, veel genoe gen zou verschaffen. „Bij u thuis," zeide hij, „is ook alles in orde gemaakt, zoodat u straks slechts het contact zult hebben in te stellen om al direct van uw nieuw bezit te kunnen genie ten." Officier Oranje Nassau Tweede spreker was de heer K. Brants, hoofdinspecteur van het L. O. te Haarlem, die tevens de eigenlijke feestrede hield. Ik sta hier niet, zeide hij, op de eerste plaats als voorzitter van het eere-comité, maar als vertegenwoordiger van den Minister van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen, die mij per brief heeft opgedragen hem hier te ver vangen. Het spreekt vanzelf, dat ik mij met groote vreugde van deze eervolle opdracht kwijt. Vooral waar het een zoo voortreffelijk man als den heer Weustink geldt. H. M. de Koningin heeft u uw eervol ontslag verleend onder betuiging van dank voor de vele en uit muntende diensten, die u aan het onderwijs hebt bewezen. Dat is zoo maar geen frase ge weest, maar die dank mag en moet hier her haald worden. Wat gij gedaan hebt en mogen doen met uw prachtige persoonlijke eigenschap pen gedurende de vele jaren, dat gij het onder wijs hebt gediend en vooral in de jaren van uw inspecteurschap is aan de aandacht der regeering niet ontgaan. Zij, die in nauweren kring met u hebben verkeerd, weten hoe en thousiast gij uw taak hebt vervuld, met uw liefde voor het schoolkind, uw liefde voor de school, uw enthousiasme voor de vaderlandsche en nationale gedachte, welke in het onderwijs tot uiting komt, uw liefde voor het Oranjehuis. De belangen van het onderwijs hebt gij hoog gehouden. Het is mij een genoegen u mede te deelen, dat de minister mij heeft opgedragen u te melden, dat het H. M. de Koningin heeft behaagd u te benoemen tot Officier in de Orde van Oranje Nassau (langdurig applaus) en ik verzoek mevrouw Weustink de bloem, die ge nu op uw jaslapel draagt, te vervangen door den bouton, die verbonden is aan deze onder scheiding. Mevrouw Weustink voldeed aan dit verzoek. Het zal u niet verwonderen, zoo ging de heer Brants voort, dat het mij een groote blijdschap is u als eerste met deze onderscheiding geluk te wenschen en u dank te zeggen voor uw vele werk ten bate van het onderwijs in uw wel besteed leven verricht. Daarna vervolgende als voorzitter van het eere-comité wees hij er op hoe de menschen, die ambtelijk met den heer Weustink in aan raking zijn gekomen, zijn werk hoogelijk waar- deeren. Voor alles wat de heer Weustink in het belang der kinderen en de scholen heeft gedaan bracht spr. hem hartelijk dank. „Schei den is een weinig sterven", maar spr. zag voor den heer Weustink vele lichtpunten. Hij ver laat den dienst in volle vitaliteit. Zijn oog is niet verduisterd, zijn knieën knikken niet. Hoe- velen hebben een dergelyken afscheidsdag nim mer bereikt. Gelukkig is wel de heer Weustink op deze wijze afscheid te mogen nemen. Het inspecteurschap L. O. is geen gemakkelijke taak. Toezicht houden brengt menigmaal moei lijkheden mede en dat de heer W. moeilijke momenten heeft gehad is wel zeker, zeide spr., maar dat is voor niemand aanleiding geworden zich op dezen dag van de huldiging te ont houden. Het spijt allen zeer, dat de heer Weus tink heen gaat en voor zijn werk brengen allen hem dank. De heer Weustink gaat rusten, maar „un homme d'esprit ne s'ennuie jamais", „een ontwikkeld mensch verveelt zich nooit" en zoo zal de heer Weustink ook ongetwijfeld gelegenheid genoeg vinden om zich op ander gebied verdienstelijk te maken. Er zal een klein verschil zijn met vroeger. De spanning is er wat uit. Spr. wenschte den heer W. toe, dat hij nog lang van zijn betrekkelijke rust zou mogen profiteeren. „Rust gun ik u niet", zeide spr., „rust begeert ge ook niet, blijf daarom het onderwijs dienen en als ge onze vergade ringen bezoekt, zult ge er steeds een gewensch- te gast zijn. Gods Zegen zij met u en uw vrouw". Tijdens de pauze, die nu volgde, werden ver- verschingen rondgediend. De secretaris van het huldigingscomité deed voorlezing van een brief, waarbij de heer Mr. J. N. J. F. Heerkens Thijssen mededeelde door een andere vergadering verhinderd te zijn deze bijeenkomst by te wonen. Eenzelfde bericht van verhindering was ook ingekomen van de inspecteurs van Loon en Sterringa. De zusters van de Theresia-school te Bloemendaal en van het St. Veronicagesticht deelden mede. dat haar regel haar belet de bijeenkomst bij te wo nen, doch zü brachten dank voor wat de heer Weustink voor de scholen heeft gedaan. Na de pauze voerden verschillende heeren het woord. De heer Dr. J. F. M. Sterck bracht in her innering den tyd, dat hij zelf afscheid nam als inspecteur en concludeerde daaruit dat de tijd snel gaat. Hü sprak met waardeering over het werk van den heer Weustink, maar vond in dit afscheid een lichtpunt Scha baet" zeide men vroeger en spr. hoopte, dat de schade, die de inspectie Haarlem door het vertrek van den heer Weustink lijdt, baat zal beteekenen voor de Nederlandsche letteren, want hij ver trouwde, dat de heer Weustink met zijn ca paciteiten ook op dat gebied zich daar nu op zou gaan toeleggen. Ds. van Paassen bracht aan den scheiden, den inspecteur den dank over van de Protes- tantsch-Christelijke scholen. Met volmaakte onpartijdigheid heeft de heer Weustink, zeide hij, het onderwijs gediend. In het bijzonder dankte hij hem voor de vele adviezen, die de Protestantsche scholen van hem hadden mo gen ontvangen. Veel scholen zijn onder zijn leiding tot stand gekomen. Hij wenschte hem toe een langen en helderen levensavond en hoopte, dat ook zijn politieke loopbaan vruch ten zou dragen. De Hoogeerw. heer deken Sondaal wees op de verdiensten van den heer Weustink, waar. óver hij zich zeer verheugde en vroeg zich af waar de algemeene waardeering voor den heer Weustink vandaan komt. Spr. zeide, dat dit komt, omdat de heer Weustink het onderwijs in al zijn geledingen zoo kostelijk heeft behartigd. Ik zou tekort schieten, aldus spr., als ik niet een bijzonder woord van dank bracht aan den heer Weustink voor wat hü voor het katholiek bijzonder onderwijs in Haarlem en het deke naat Haarlem heeft gedaan. Dat onderwijs is tijdens het inspecteurschap van den heer Weus tink zeer uitgebreid en de heer Weustink heeft daaraan zijn beste krachten gegeven. Namens leeken en religieusen dankte spr. hem daar. voor. Op één merkwaardigheid wenschte de Hoogeerw. deken nog te wijzen en wel hierop, dat de heer Weustink een zaak nooit half deed. Als hy een advies gaf, was dat geheel uitge werkt. Zich aansluitend by den wensch van Ds. van Paassen wenschte spr. den heer Weus tink een helderen, heerlijken levensavond tee. De heer Korenstra sprak namens de direc teuren van de drie kweekscholen in Haarlem en hoopte, dat zij niet voor goed van den heer Weustink afscheid nemen, maar dat zy hem vele jaren in de examencommissies zullen zien. De heer Hellinga dankte den heer Weustink als voorzitter van de vereeniging van hoofden van scholen voor den steun, dien deze vereeniging immer van hem ondervonden had. De heer Bongertman voerde het woord namens de vereeniging van gymnastiekleraren. En ten slotte verkreeg de heer W. Roodenburg, wethouder van Haarlem het woord, als ver tegenwoordiger van het gemeentebestuur van Haarlem. Hij dankte den heer Weustink voor den immer ondervonden steun en medewerking, zyn adviezen waren immer grondig en wel doordacht en spr. troostte zich met de ge dachte, dat de heer Weustink voor het Haar lemsche onderwys behouden blijft. Hij is immers lid van de commissie voor onderwijsaangele- genheden. Moge dat nog vele jaren het geval zijn en onder Gods besten zegen, besloot spr. Dan kwam het dankwoord van den heer Weustink. Hij vertelde, dat hij met groote zorg dezen dag had tegemoet gezien, omdat hij af scheid moet nemen van een ambt, dat hem zeer lief was geworden en van zoovele personen, die hem lief zijn. Maar naast spijt was spr. zeer dankbaar tot God, omdat hij dezen dag in volle gezondheid mag beleven, een gezond heid, die hem in staat heeft gesteld zich te weiden aan den arbeid in een ambt, dat hem uit den aard van zijn wezen misschien innig lief was. Hij prees het onderwijs in Haarlem De Hollanders kochten viermaal zooveel bloemen Mei wordt altijd de prettigste maand van het jaar genoemd, de lentemaand bij uitstek, de maand van nieuw, jong leven, eierleggende vogeltjes, veulens en kalveren. Wij houden van de Meimaand, omdat dan het gure winterweer voorby is en de hagelbuien van het nukkige April tot het verleden behooren. Mei is een maand voor den kunstenaar, voor den dichter, voor de modemagazijnen, voor de auto-hande laars. Er is echter thans een categorie vaderlanders, die de Meimaand met groote vrees heeft zien naderen. Dat zijn de menschen uit de bollen streek, die volgens traditie dan debet en credit moeten verrekenen, geld moeten ontvangen en als het kan minder uitgeven. Mei is voor den bollenkweeker en handelaar een maand van cheques, kwitanties en giro's; een maand van vriendelijke ontvangst-briefjes, deurwaarders en dreigementen. •- Dit jaar is Mei voor deze menschen een kwel ling! Wat zal er van de internationale betalingen terecht komen? Als hy mij niet kan betalen be taal ik hem ook niet.en betalen is voor niemand juist in deze dagen een pretje. Enge land zal goed betalen, maar men ontvangt 30 pet. minder dan geraamd was; Scandinavië voelt niets voor afrekenen en wacht liever tot onze dierbare gulden wat gezakt is. Ja waarlijk, het standvastige gedrag van onzen gulden kan men in deze hooge landen maar niet uitstaan en men is vast van meening, dat er vandaag of morgen een tuimeling komt. Met andere landen is het al even slecht. Natuurlijk zullen er ver rekeningen plaats hebben, maar alles zal moeite kosten en veel verlies zal geaccepteerd moeten worden. Ongetwijfeld is de bloembollenhandel zwaar en de onderwijzers, die zich allen met liefde en toewijding geven aan him werk. Haarlem heeft zeer vele oude scholen, zeide hy, en het onder wijs in deze inspectie mag wedüveren met dat in de allerbeste van ons vaderland. Daar van afscheid te nemen, de banden te verbreken, kost spr. veel moeite. Daarna bedankte hy beurtelings alle sprekers, in het bijzonder den heer Brants, dien hij dankte voor de hooge onderscheiding. Hij dankte ook de leden van het eere-comité en van het huldigingscomité en allen voor het aangeboden geschenk, waarin hij altijd het blijk van sympathie zal zien, dat hem vandaag gegeven is. Hij dankte allen voor hun liefde en vriendschap. De heer Weustink besloot zyn toespraak met den wensch: God zegene uw per soon, uw werk, uw familie. Hierna werd een „lang zal hy leven" aange heven en werd de bijeenkomst door den heer Vis gesloten. Het was een mooie, waardige huldiging, die getuigenis aflegde van de groote sympathie, die de heer Weustink in alle kringen van het onderwps geniet. door de tijden getroffen; de dagen van rozengeur en maneschijn zijn voorbij en de luxe die er by sommigen heerschte is reeds lang ter ziele ge gaan. De kweekers zijn er wel het ergste aan toe. Zij hebben het geheele jaar hun land be werkt en de producten verkocht en nu ze het geld moeten ontvangen om tot het volgende jaar te kunnen leven, vangen ze bot. De ban kiers kunn enniet meer die soepelheid van voorheen toepassen, zij geven zoo goed als geen nieuwe credieten en moeten zelf alle moeite doen om het toch al sterk gedaalde dividend te handhaven. De buitenstaander werd de laatste weken ge troffen door een opmerkelijke toename van het aantal faillissementen in de bollenwereld. Eeni ge goed bekend staande Naamlooze Vennoot schappen bleken gesneuveld te zijn. Men moet dit feit echter niet te tragisch opvatten. In cri sis-tijden sneuvelen zij het eerst, die reeds op zwakke beenen stonden. Het meerendeel van de gefailleerde zaken stond reeds langen tijd als uiterst zwak bekend en ingewijden wisten, dat een catastrophe niet kon uitblijven. Over het algemeen mag men echter aannemen, zoo ver zekerde men ons van zeer bevoegde zijde, dat de bona-fide handel niet geknakt is en dat de nemen. Er is altyd al een percentage beunhazen ge weest, dat zeker om de twee of drie jaar een curator in huis zag komen. Dat neemt niet weg, dat de zaken er in de bollenstreek zeker niet florissant voorstaan. De prijzen van de grondstoffen zijn met 30 pet. verlaagd, dat kan men een behoorlijk percen tage noemen. Maar de opbrengst van de bollen is met 70 a 80 pet. gedaald, waardoor een ab solute wanverhouding ontstaat. Inderdaad is er momenteel een te veel aan producten, maar over een paar jaar is deze overvloed wel weer verdwenen. Er zyn ver schillende bollenmenschen, die in hun leven meer van zulke perioden hebben meegemaakt. Over de tariefmuren behoeven wij nauwelijks te spreken, daarover is reeds meer dan vol doende geschreven en gemopperd. De kweekers behouden het vertrouwen in het product. Nog altijd ligt de geheele wereld voor de bloembollen open, al doen zich thans zware moeilijkheden bij den export voor. Ons natio nale product is onmisbaar! Wel typeerend mag het gedrag van onze eigen landgenooten genoemd worden. Geen een bloem is een oneervolle dood gestorven! Als er een teveel aan kool is, kan men onze huismoe ders aansporen meer kool te eten. Maar meer dan twee dagen in de week stelt men er toch geen prijs op. Wat anders is het met de bloemen Vastgesteld mag worden, dat de Nederlander viermaal zooveel bloemen kocht als verleden jaar. Waren de bloemen duur, dan kocht hij een bouquetje voor in den salon; nu zijn ze goedkoop en nu permitteerd hij zich de luxe al zyn vaasjes ten nutte te maken. Bloemen heeft men nooit te veel in huis! Een aardig weekgeldje is er door heel wat bloemenvcnters verdiend. Met vijf gulden op zak gingen ze naar de veiling, kochten een kar vol en namen een treintje naar een verder gelegen plaats, waar ze de glorie van ons vaderland in minder dan geen tijd kwyt waren. Onze zegsman was van meening, dat er heel wat werkloozen op deze wijze een aardig duitje hadden kunnen verdienen. Het geheele land is lang niet bewerkt geworden, tot in de uitet- ste hoeken van ons kikkerlandje houdt men van bloemen! Hij achtte echter de hooge steun- verleening een rem voor deze menschen om met werken wat geld te verdienen! Deze op vatting laten we echter voor zyn rekening. De betaalmaand in de bollenstreek gaat dus morgen in. De billioenen zullen millioenen wor den, de millioenen duizenden, de duizenden slechts honderden. Harde klappen zullen er worden uitgedeeld, veel teleurstellingen zullen er gedragen moeten worden. Maar het is een hoopvol verschynsel, dat onze kweekers doordrongen zyn van de natio nale eer, die zij hebben hoog te houden. Zy blijven vertrouwen stellen in 't vak, zy blyven liefde voelen voor hun bloemen, zy zullen vol houden, desnoods tot het allerbitterste end! En voor het raam van een kweekertje, dat zijn inkomen tot op een kwart verminderd zal zien, werden nieuwe, frissche, stralende tulpen in een fonkelend kristallen vaasje gezet.... De vacante raadszetel der S. D. A. P. Naar wij vernemen, heeft thans de heer IJ. Agterhof, de laatste eandidaat van de lijst der S. D. A. P., alhoewel snds geruimen tyd geen lid meer dier partij, zijn benoeming als raadslid ter voorzie ning in de vacature Winkelman, aangenomen. Het echtpaar CastienHandgraaf te Sant poort herdenkt 16 Mei zyn zestig-jarige echt- vereeniging. De heer P. A. Castien werd 19 September 1849 te Zandvoort geboren en geniet een goede gezondheid; zijn gezichtsvermogen is echter niet te best meer. Mej. J. A. CastienHandgraaf werd 27 No vember te Santpoort geboren. Het feit, dat zy tot heden zelf nog haar wasch verzorgt, pleit zeker voor een goede gezondheid. Reeds 58 jaar bewonen zij het huis Voorplaats 11, Santpoort. De bruidegom is destijds nog werkzaam geweest aan de Zuidpier te IJmuiden en jarenlang by de graving van het Noordzeekanaal. Mevrouw Weustink versiert den heer Weustink met den bouton van Officier in de Orde van Oranje Nassau De ware gebeurtenis, waarvan het verhaal hier volgt, heeft plaats gehad in het landelijke stadje Beekduin, zoo'n gemoedelijk stipje Hol land, waar zoowat alle menschen elkaar kennen en waar niets voor de gemeenschap verborgen blyft. Er was ook een gemeente-arts.... en er was een gemeente-verpleegster. Dat is niets buitengewoons't wordt dan ook alleen medegedeeld, omdat deze twee per sonen de hoofdrollen in het kluchtje hebben vervuld. Verder moet er iets gezegd worden van het decor, waarin een niet onbelangrijk gedeelte zich heeft afgespeeld. Zooals bijna overal elders, had je ook in Beek duin 'n buurt, laten we zeggen: wijk, die zoo on geveer beschouwd kan worden als de verzamel plaats van de vertegenwoordigers der minste volksklassezoo'n buurt, waaraan letterlyk en figuurlijk 'n luchtje waswaar zoowat alles woonde, dat ergens anders niet terecht kon enfin, u begrijpt 't wel. En u begrypt tevens, dat de gemeente-arts we noemen hem vandaag „Dokter Pieterse" en de gemeente-verpleegster laten we „Zuster Klaassen" zeggen in meergenoemde buurt 'n belangryk gedeelte van hun arbeids terrein vonden. Natuurlyk had die buurt 'n bijnaam.... Ja, 't spijt me voor de min of meer „gevoe lige" lezersmaar die buurt werd rauw-weg „De vlooienhoek" genoemd. Nu zou 't 'n kleine moeite geweest zijn, om van dat woord iets anders te maken.... maar dat zou dan toch weer schade hebben gedaan aan het realisme van het decor. „De vlooienhoek" dus. Daar stonden 'n paar honderd woninkjes bij- eengehurkt, verdeeld over 'n tiental steegjes, slopjes, hofjes, pleintjes en scheuren. Daar woonde o.a. „Hein Kruik", de vodden-leurder daar woonde „Dronken Jet", die minstens al twee dozijn malen door dr. Pieterse en zuster Klaassen was behandeld na 'n val van de trap of 'n smak over 't hol-gesleten stoepje van haar huisje. Daar woonde „Schele Dirk", die den ge meente-veldwachter van Beekduin al meer last had bezorgd, dan alle overige bewoners van „De vlooienhoek" by elkaarkortom, 't was daar 'n buurt van oneindige gemeente-zorgenen er ging geen raadszitting voorby, of er werd over „De vlooienhoek" ge-rondvraagd of ge-in- terpelleerd. Het spreekt vanzelf, dat Dokter Pieterse en Zuster Klaassen 'n heeleboel met elkaar te ma ken hadden En 't was dus heel gewoon, dat de zuster by den dokter aan huis kwamen heel vertrouwe- lyk ook omging met mevrouw en de kinderen. Zuster Klaassen was 'n vroolyk, levenslustig meisje en daarom 'n graag geziene gast. 't Ge beurde dan ook niet zelden, dat ze 'n heelen Zondagmiddag bij de familie Pieterse doorbracht en er ook bleef dineerenallemaal voor zoo ver haar functie zulks toeliet. Want „vry" had Zuster Klaassen eigenlyk nooiten 't was niet 't minst „De vlooien hoek", die by na voortdurend haar aandacht en toewijding vroeg. Ze was er dagelyks den heelen ochtend mee kwytliep van 't eene krotje naar 't andere.... hier 'n kind met tubercu lose.... daar 'n oude vrouw met 'n open been.... verderop weer 'n paar kraam-geval- len.... Zuster Klaassen was daar 'n engel ya: liefde en plichtsvervulling in de meest gunstige beteekenisen 't meest gedegenereerde tjjpe had voor haar nog minstens een vriendelyk woord. Op 'n Zaterdagmiddag kwam Zuster Klaassen by de familie Pieterse met 'n splinternieuw kiek-toestel'n verjaringsgeschenk van haar bloedverwanten. Nou, dat was 'n attractie! Natuurlijk moest er van alle kinderen 'n foto genomen worden.en ook mevrouw, de kin derjuf en de dienstbode moesten er aan geloo- ven. Alleen de dokter zelf die tusschen haakjes erg veel van plagen hield wou zich niet la ten fotografeeren. „Als ik op de kiek ga" zei de dokter iro nisch „dan moet ik zeker weten, dat ik er goed óp komik wil absoluut niet gekiekt worden door een amateuren in geen geval door een, die 'n blauwen Maandag 'n camera heeftdat wordt tóch knoeiwerk". „Och Henri" nam mevrouw de zuster in bescherming „moet je weer plagen? Toe, doe niet zoo flauwlaat de zuster van jou nu ook 'n foto nemen „Ik dénk er niet over" bleef de dokter kop pig: „je zult zien: ze kan d'r niks van!" „Dat moet u afwachten" pakte de zuster lachend haar toestelletje weer in „Ik kom morgen met de kiekjes, en dan moet u maar es oordeelen of ik 'n stumperd ben in 't fotogra- feeren of niet!" „Goed, we zullen zien! Ik lach me ziek als er niks van terecht is gekomen!" „Maar dan spreken we dit af" dreigde de zuster „als de kiekjes goed gelukt zyn, dan laat u 't óók doen!" De dokter zat even met 'n verholen glimlachje na te denkenen zei toen: „Da's goed.... als ter niets aan mankeert, dan ga ik er ook opl" Tegen den avond van den volgenden dag kwam Zuster Klaassen triomfantelijk met de kiekjes binnen wandelen. En werkelijk: ze waren schitterendzelfs de critische blik van den dokter kon geen fouten van beteekenis ontdekken. En de dokter moest er aan gelooven. Hy ging in den tuin staan poseeren en de zus ter deed haar uiterste best, om zoo secuur mo gelijk in te stellen. Maar op 't oogenblik, dat ze 'm wou „knip pen" maakte dokter Pieterse bezwaren. „Nee zuster" deed ie wat zenuwachtig „je moet niet naar me kykendan begin ik te trillen „Te trillen, zegt u?" „Jaik zal 't nu maar bekennenmaar dat is de eigenlyke reden geweest van m'n wei geringik kan niet hebben, dat de persoon, die me kiekt, me aankijktdan ga 'k beven en begin 'k met m'n oogen te knipperen Hij zei 't zóó dood-ernstig, dat de zuster in 't geheel geen achterdocht kreegen beloofde, hem niet te zullen aankijken. De truc van dokter Pieterse gelukte, en op 't oogenblik, dat ze hem „nam", vertrok hy z'n ge zicht tot 'n leelijke grijnsen liet z'n tong ongeveer 'n decimeter uit z'n mond hangen. „Klaar" zei de zusteren 't gezicht van dokter Pieterse was alweer gewoon. „Nou.... 't zal my benieuwen, zustertje...." „Ik ben 'r heusch niet bang voor, dokter" „Niet te haastig, niet te haastigje moet weten: ik „fotografeer" altijd heel slecht.... de beroepsfotografen hadden er ook altyd last meeze konden dien kop van mij d'r nooit fatsoenlyk óp krijgen Toen moest ie even de gang in, om stilletjes uit te proesten. Toen Zuster Klaassen de plaat ontwikkelde en tegen de lamp hield.... gaf ze 'n gilletje.... En begreep, waarom de dokter er zoo op te gen was geweest, dat ze hem aankeek „Die heeft me smerig te grazen gehad" mompelde ze. Maar opeens begonnen haar guitige oogen te schitteren „Wacht" zei ze met 'n ondeugend lachje „we zullen doktertje wel es leerenwie kaatst moet de bal verwachten Twee dagen later kwamen ze elkaar per fiets tegenen de dokter moest al z'n zelfbeheer- sching gebruiken, om niet te schaterlachen. „Wel, zuster" riep ie in 't voorby-trappen „is de kiek goed gelukt?" „Ja, dokter, prachtig!" Meer zei ze niet en reed hard door. Den volgenden dag moest ze aan z'n huis we zenen de dokter, die al teekenen van nieuwsgierigheid had gegeven, vroeg eindelyk ongeduldig, of ze nou de kiek niet meegenomen had. ,,'t Spijt me wel, dokter" antwoordde ze met 'n heel onschuldig gezichtje „maar ik heb 'r geen één meer over". „Wat zegt u? Hè?!! Wat zegt u daar? Geen een meer over?!" „Neemaar als u 'n paar dagen geduld heeft, dokter, dan krijgt u er óók eendat beloof ik u En meteen was Zuster Klaassen de deur uit. De dokter stond daar als 'n onnoozele te kij kenbegreep er niets van.... maar z'n drukke praktyk liet niet toe er lang over na te denken, 's Middags werd ie bij „Dronken Jet" geroe pen, die 'n gat in d'r hoofd was gevallen. En zóó toen ie daar binnen kwam.... gaf ie 'n schreeuw.... Want tushchen den vuilen verweerden spiegel stak z'n portret.... het portretmet de ge- meene grijns.... en de lap tong van 'n deci meter uit z'n mond...» „Mensch!"-werd ie rood van woede „hoe kom je aan dat ding?" „Van de zuster gekregen, doktermaar daar weet u toch zeker wel van, is 't niet?" „Wel nee! hoe kóm je d'r by?" „Noudat begryp Tc nietze zei er nog wel by, dat 't 'n presentje van u was.... voor alle patiënten...." De dokter gaf 'n tweeden schreeuw.... en brulde: „Je wilt toch niet zeggen, dat jullie al lemaal „Ja zeker, dokterde heele Vlooienhoek heeft zoo'n portret van ude zuster had 'r 'n heel groot pak van bij d'rnou, we vin den 't wat aardig, hoorsjonge, sjonge, wat hebben we d'r allemaal 'n lol mee gehad.... 't hangt bij iedereen op de mooiste plek van de kamer „Geef terug dat portret Maar vóór de dokter kon grijpen was Jet al, zoo suf als ze was, als 'n kat naar den spiegel gewrongen om de foto te redden. „Nee, doktervoor geen geld van de we reldneezooiets komt tcch zeker nooit meer terug!" „Ik geef 'r 'n daalder voor „Ach, dokter, laat 't me nou houwe.... wat is 'n daalderzegt u nou zelf „Twee vyftig dan!" Jet aarzelde.... maar 'n paar minuten later ging dokter Pieterse met z'n foto de deur uit. En de heele Vlooienhoek kreeg bezoek van dokter Pieterseen overal hing of stond z'n portret op de eereplaatsen bij iedereen moest hy loven en bieden dat ie 'r half gek van werd 't Duurde vyf maanden eer ie de laatste kiek uit de Vlooienhoek had weggekocht.... Toen was ie op-den-kop-af drie honderd gul den kwyt. G. N.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9