Naar de bloeiende boomgaarden I Lentefeest in de Betuwe DE VIJANDEN VAN HET BIJENDORP RADIO-PROGRAM TE PAS KWAM Gabriel 1 Garcia Moreno I MAANDAG 2 MEI De mooiste routes VLIEGTUIG OVER DEN KOP Betrekkelijk goed afgeloopen Dinsdag 3 Mei 1 i De vruchtboomen prijken in den volsten voorjaarsluister De groote trek Vele wegen naar het schoone doel Naar Zeeland JONGETJE OVERREDEN DOOR DOL GEWORDEN KOE ACHTERVOLGD Het woedende dier neergeschoten Wijs me even den weg! Geen misdaad in 't spel KALVEREN VOOR... 75 CENT! En als toegift! ZIGEUNERS AAN DE GRENS Thans aan den Zeeuwsch-Vlaamschen kant Kapitale boerderij afgebrand Arme kleine VERHAAL VAN DEN DAG FAMILIE-DRAMA Met revolver geschoten Mond- en klauwzeer Lijk opgevischt TOEVALLIJDER VERONGELUKT Voorover in een waterput gevallen DOOD GEKNELD DOOR EEN AUTO GEGREPEN Slachtoffer bezweken De A. N. W. B. Toeristenbond voor Nederland meldt: De lente komt wel laat dit jaar en de voor- Jaarsbloei laat op zich wachten, maar het weerberioht voorspelt „iets zachter overdag" en iedere dag kan de verandering brengen, zoo dat allen, die verlangend uitzien naar den bloesemtooi der boomgaarden, er op mogen re kenen, dat dit lentefeest nabü is. De vruchtboo men staan te wachten op den eersten milden lentedag: op beschutte plekken is hier en daar de bloei al begonnen, binnenkort prijken heele streken in vollen voorjaarsluister en de automo bilisten, de fietser, de wandelaar, die er van ge nieten wil, moet zich paraat houden en zijn plannen maken, om klaar te zijn, als de natuur het sein geeft. Daarom is het thans wel het geschikte tijd stip, enkele wenken te geven aan hen, die er op uit willen trekken, per auto of motorrijwiel, met hun fiets of te voet, om het bloesemfeest mee te vieren. Naar de Betuwe is van ouds de groote trek om de bloeiende boomgaarden te zien en Tiel, een veelbezocht centrum in dezen voorjaarstuin, is gemakkelijk te bereiken. Van Utrecht voeren verschillende wegen daarheen, die al dadelijk den toerist midden in de voorjaarsweelde bren gen. Een mooie rit van slechts een goede 40 K.M. is via Houten, Schalkwijk, over Lekdijk met prachtige vergezichten naar het veer bü Culemborg en verder over Geldermalsen naar Tiel; een tweede leidt over Vianen, Culemborg en Geldermalsen, gedeeltelijk langs de Lek en de Linge; een andere route weer voert naar Utrecht: over Houten, het Beusichemsche veer. Zoelmond en Buren naar Tiel, midden door uitgestrekte boomgaarden. Wielrijders kunnen op den tocht voorbij de Lingebrug bij Kerk Avezaath rechtsaf slaan en verder linksaf langs een voetpad ,De Moespot" naar den weg DrumptTiel. Een vierde weg is van Utrecht over W«k bij Duurstede en Zoelen naar Tiel, door bloeiende boomgaarden en uitzicht op de bosehrijke heuvelrij tusschen Zeist en Doorn. Van Tiel uit is een mooie tocht over Tuil naar Gorinehem, grootendeels langs den Waaldijk en terug, langs den Lingedijk over Leerdam, Acquoij en Buren. Vol afwisseling is een tocht van Tiel over het Ecken Wielsche veer, Ame- Tongen naar Amersfoort, of van Tiel via Ingen naar het station Ede en dwars door de Betuwe leiden wegen naar Arnhem, over IJzendoom OpheusdenDriel en Elden; over IJzendoom— OchtenDodewaard, of over DodewaardHien —Valkenburg en Eist. Van Nijmegen uit, of met Nijmegen als doel leiden ook verscheidene wegen, doch een mooi Betuwsch landschap met veel vruchtboomen, zooals die van Nijmegen over Lent, langs den Waaldijk via Ochten naar Tiel; van station Ede over WageningenZettennaar Nijmegen en terug over Heteren; van station Rhenen over den Grebberberg, Ophousdensche veer en Dode waard naar Nijmegen, of van Arnhem over Huissen, Bemmel en Lent naar Nijmegen. Aanbevelenswaardige routes zijn ook die van VHertogenbosch over Hedel, Zalt-Bommel, Tuil, Varik naar Tiel, of van Gorinehem over den Merwededijk naar Giessendam, dan langs de Giessen door r\jke boomgaarden, langs Slinge- land, Noordeloos en Meerkerk naar Leerdam en over den Lngedijk naar Gorinehem terug, een tocht van 53 K.M. Een kleine rondtoer (ruim 30 K.M.) leidt van station Kesteren over Hemmen, Zetten, Andelst, Ochten, naar station Kesteren terug. De smalle wegen door de Betuwe leenen zich over het algemeen beter voor een verkeer van fietsers en motorwielrijders, dan van auto's. In een door den A. N. W. B. uitgegeven boek je, met schetskaartjes, is een twintigtal toch ten per auto en fiets door de Betuwe aangege ven, over afstanden tusschen de 30 en 50 K.M. en een zevental wandelingen (12 tot 18 K.M.). Wie per auto gaat, kan gemakkelijk eenige der aangegeven fietsroutes combineeren. Het mooi ste uitzicht bieden de dijkwegen langs de groo te rivieren. De toerist, die zijn tochten verder wil uitstrek ken, vindt zeer aan te bevelen routes voor auto's en fietsen, door Zuid-Limburg, dat als doel voor een voorjaarsuitstapje nog niet zoo algemeen bekend is al het wel verdient en dat bij Beek, Meerssen, Gronsveld, Noorbeek, Wijlre, Wittem Gulpen en vooral Eysden een belang rijke fruitcultuur heeft, meest appelboomgaar den. Te Eysden en Gronsveld zijn kersenboom gaarden die, wat uitgestrektheid betreft, ner gens in ons land worden overtroffen. Wie in den bloesemtijd de Maasvallei bij Eysden, of het Geuldal bezoekt, ziet het lieflijke Zuid-Limburg- sche landschap wel op zijn schoonst. In Zeeland, onze derde provincie op het ge bied van fruitteelt, is een mooie rondtoer van plan. 65 K.M. te maken van Goes over Wemel- dinge, Ierseke, Biezelinge, 's-Gravenpolder, Baarland, Nisse, naar Goes terug. In Noord-Holland is zeer de moeite waard een tocht naar den bloeienden Beemster, door velen boven de Betuwe gesteld. De rit voert van Amsterdam (IJ-veer) achter het Tolhuis links naar Kadoelen en over Landsmeer, Purmerend, Midden-Beemster en terug over Purmerend, II- pendam, Buiksloot, een tocht van 46 K.M. Wan delaars kunnen van het station Purmerend een rondwandeling van 15 K.M. naar Midden- Beemster en terug maken. Het hierboven vermelde A. N. W. B.-boekje beschrijft deze tochten en geeft in Zuid-Lim burg vier auto- en rijwielroutes aan en drie wandelingen en voorts ook nog tochten naar de Bangert, tusschen Hoorn en Westwoud en naar de Langeraksche polderlanden, met Gou da als uitgangspunt. Al deze routes zijn samengesteld volgens het beproefde systeem van de binnen- en buiten- landsche reiswijzers en de loop der tochten is gemakkelijk op de bijgevoegde kaartjes na 'te gaan. Hun die in de gelegenheid zijn, in den tijd van den vruchtboomenbloei er een paar dagen uit te trekken, om per auto de grens over te gaan en daar de voorjaarsweeldè op te zoeken, kan een tocht worden aanbevolen naar het Ahr- dal, of een langs den Rijn, bij Remagen en Go- desberg, of wel naar den Eifel, in de omgeving van Nideggen, gemakkelijk van Maastricht via Aken te bereiken. De bloeitijd is daar en in Zuid-Limburg meestal iets vroeger dan in de Betuwe en daér weer wat eerder dan in Noord-Holland. zijn horens een zoon van den slager tegen den muur. Een van zijn broers gaf het beest nu een slag met een hakmes op den kop, waardoor de koe even terugdeinsde. Zoodoende wist men den jongen uit zijn benarde positie te bevrijden, waarna allen, zoowel vader, zoons als knecht, zich ijlings uit de voeten maakten, achterna gezet door de dol geworden koe. Twee sprongen over een schutting, terwijl de anderen een goed heen komen zochten in den stal. De steeds wilder wordende koe vloog daarop den tuin in, alles vernielende wat binnen haar bereik kwam en wanneer een der personen met zijn hoofd boven de schutting uitkwam, stoof het dier er woedend op af. In allerijl werd de politie gewaarschuwd, die spoedig ter plaatse was. Het bleek echter zeer lastig te zijn om het dier goed onder schot te krijgen, zonder dat dit gevaar opleverde voor de omstanders en voor de politie zelf. Ten einde raad begaf de wachtmeester der marechaussee zich naar den zolder van het kaas pakhuis der firma K. de Jong. Nadat men uit het dak een aantal pannen had weggebroken, waardoor vrij zicht en voldoende schietruimte werd verkregen, kon het beest, dat al meer en meer tekeer ging, met twee schoten uit een ka rabijn worden neergelegd. Het gezin van den slager was danig overstuur. De zoon, die tegen den muur gedrukt was, klaagde over pijn in zijn borst, doch het laat zich aanzien, dat het ongeval goed is afgeloopen. Zaterdagmiddag ongeveer één uur had op het vliegveld West-Schouwen in de gemeente Haam stede een vliegtuigongeluk plaats, dat nog be trekkelijk goed is afgeloopen. Het militair vliegtuig No. 526 kwam, doordat het vermoedelijk met den wind mede daalde, verkeerd op het terrein terecht. De schroef kwam in aanraking met het vliegterrein, zoodat de machine over den kop sloeg. Ongeveer 25 M. verder bleef de machine ondersteboven liggen. De bestuurder, luitenant Verwijs kwam met den schrik vrij, terwijl de sergeant-vlieger (zijn naam is nog onbekend) aan het hoofd werd ge wond, en bewusteloos in zijn zitplaats bleef hangen. Spoedig toegeschoten hulp wist echter beiden uit hun moeilijke positie te bevrijden. Na onge veer 15 minuten kwam de sergeant-vlieger bij kennis. De plaatselijke geneeskundige verleende de eerste hulp. De commandant van den juist Vrijdag ge plaatsten E.H.B.O.-post, Jhr. Röell, was direct ter plaatse. De gewonde werd ondergebracht in het bij het vliegterrein staand hotel. Het gezin van slager A van der Wal, aan den Heerenwal te Heerenveen beleefde, al dus „De Telegraaf", Donderdagmiddag angstige oogenblikken. De zoon van den slager haalde een koe uit den stal en bracht die naar de slachtplaats. Het beest was al wat wild, doch niet direct gevaarlijk. Toen men in de slachtplaats aangekomen, het dier met een schietmasker wilde dooden, bleek de kogel te licht. Het beest rukte zich los en drukte met Een passeerend chauffeur vroeg Vrijdag te Meerssen aan het tienjarig jongetje J. H. 8. hem even den weg te wijzen. Daarbij liet hij den knaap op den vrachtwagen plaats nemen. Het ventje verder kunnend missen liet hij het knaapje van den voortrijdenden vracht wagen springen. De knaap geraakte daarbij onder den wagen en kreeg de wielen over het linkerbeen. Zwaar gewond is de jongen overgebracht naar het Ziekenhuis Calvariënberg. Het been zal zeer waarschijnlijk geamputeerd moeten worden. Naar wij vernemen heeft het onderzoek van de justitie en van den deskundige dr. Hulst uit Leiden uitgewezen, dat de weduwe Th. K., die bij den brand te Wychen omkwam, door een noodlottig ongeluk aan het einde van haar leven is gekomen, zoodat niet aan misdaad mag gedacht worden. iiiii!n*mmffl!iiiii 1 9%^ 99. I Maar, terwijl de bijen op den eeriten rang van plezier stonden te springen, ging er iets verschrikkelijks gebeuren. Toen de arme aangekleede bommel ln de lucht zweefde, zei de andere bommel met een bromstem: „Ik ben geen tooneeihommel, lk ben een echte," en meteen liet le de tooneeihommel hard vallen. 100. De arme bij, die voor hommel speelde, bleef liggen zooals le lag. „We zullen Jullie het wel afleeren, ons voor den gek te houden," bromde de echte hommel en verborg zich onder het podium. Jaap de Ble rende naar de aangekleede hommel toe en legde hem op een noodbed, maar daar het arme beest niet tot bewust zijn wilde komen, begreep Jaap ook niet wat er gaande was llllltllHlllllllllllll Gramofoon-platen 6.25 Langenberg (473), 7.05 Parijs (1725). 8.00 Hilversum (AVRO). 8.00 Huizen (KRO). 10.00 Huizen (KRO). 10.15 Hilversum (AVRO), 10.40 Langenberg (473). 11.20 Brussel (508). 11.50 Parijs (1725). 1.45 Huizen, (KRO). 4.00 Huizen (KRO). 5.40 Brussel (508). 10.45 Huizen (KRO). 11.00 Hilversum (AVRO). Concerten 10.30 Hilversum (AVRO) Concert. 11,20 Daventry (1554) Orgelconcert. 11.20 Kalundborg (1153) Concert. 11.20 Langenberg (473) Concert. 12.00 Hilversum (AVRO) Orgelconcert. 12.15 Huizen (KRO) Concert. 12.20 Daventry (1554) Leonardo Kemp's orkest. 12.20 Langenberg (473) Concert. I.00 Hi lversum (AVRO) Kamerorkest. 2.20 Kalundborg (1153) Radio-orkest. 3.20 Daventry (1554) Schotsch Studio orkest. 4.00 Hilversum (AVRO) Piano-recital. 4.10 Langenberg (473) Middagconcert. 4.10 Brussel (508) Concert. 5.00 Hulzen (KRO) Concert. 5.30 Hilversum (A V R O) Accordeon- muziek. 5.50 Daventry (1554) Kwartet. 6.30 Hilversum (AVRO) Omroep-orkest. 7.20 Langenberg (473) Militaire mueiek. 7.50 Kalundborg (1153) Duitsche koor liederen. 8.05 Rome (441) Concert. 8.20 Huizen (KRO) Concert. 8.40 Daventry (1554) Kamermuziek. 9.15 Hilversum (AVRO) Kovacs Lajos. 9.20 Kalundborg (1153) Cembalo recital. 9.30 Brussel (338) Concert. 9.55 Daventry (1554) Bertini's band. 10.20 Kalunborg (1153) Dansmuziek. Tooneel en Opera 8.30 Hilversum (AVRO) „Dolores Divine", schuldig of onschuldig radio-drama van Kenneth M. Ellis. Voordrachten II.00 Hilversum (AVRO) Kookpraatje. 11.30 Huizen (KRO) Godsd. halfuurtje. 2.00 Huizen (KRO) Causerie. 3.00 Huizen (KRO) Cursus. 4.25 Huizen (KRO) Cursus. 7.00 Huizen (KRO) Lezing. 7.45 Hulzen (KRO) Causerie. Persberichten 10.00 Hilversum, Vaz Dias. 15.30 Huizen, Vaz Dias. Te Chaam (N.B.) is dezer dagen een stier kalf verkocht voor..,. 75 centen. Elders in Noord-Brabant ging iemand een door hem gekocht vrouwelijk kalf afhalen. Hij was niet weinig verbaasd in plaats van ét' 1, twee kalveren te ontvangen..., Bij informatie naar de reden, bleek dat de verkooper hem, naast zijn koop, een stierkalf als..,, gratis toegift gaf! De Zigeuners, die gedurende den jongsten winter herhaaldelijk getracht hebben vanuit België de Brabantsche en Limburgsche grenzen te overschrijden en Nederland binnen te drin gen, doch sinds eenige maanden onzichtbaar bleven, zijn thans opnieuw aan de grens ver schenen, namelijk nabij de streek van Zeeuwseh- Vlaanderens westelijk deel, ter hoogte van Aar denburg. Intusschen wordt de grens door de Nederlandsche grenswacht streng bewaakt, zoo wel bi) nacht als dag. De Zigeunertroep, die verschillende wagens met zich voert, heeft een sterkte van ongeveer vijftig personen. Te Bakel is de kapitale boerderij van den landbouwer v. d. B. afgebrand. Inboedel en landbouwmaterlalen werden, evenals een kalf, een prooi der vlammen. Vermoedelijk is de brand door kortsluiting ontstaan. Zaterdagmiddag ongeveer 12 uur geraakte het drie-jarig zoontje van den veehouder Joeke Peenstra, onder Akkrum, in een onbewaakt oogenblik in het diepe vaarwater. Hoewel het kindje spoedig daaruit werd opgehaald, mocht het niet gelukken de levensgeesten op te wek ken. Er is een tijd geweest, dat Driebergen, Doom, Soest en nog andere dorpen in den omtrek van Amersfoort, tamelijk berucht waren om de heerschende gewoonte elk geschil met het blan ke mes te beslechten. Daardoor hadden elk oogenblik gevechten plaats, die niet zelden een noodlotting verloop hadden. Op de kermissen vooral was het de mode elkander met het mes een souvenier op den wang toe te brengen; aan moordlust, haat of wrok werd daarbij niet ge dacht; men vocht eenvoudig met messen zooals men elders bij zulke gelegenheden danst of naar een vogel schiet en de dapperheid der volwassen knapen werd afgemeten naar het getal litteekens die zij droegen; zij waren daar niet minder trotsch op dan de Roodhuid op zijn bezit aan scalpen. Eigenaardig is het, dat zulk een vechtersbaas in den regel zeer gezien was onder de jonge boerinnen, die het hoofd opstaken, als zij aan den arm van den koning der bekkensnijders mochten gaan. Tijdens de kermis zag men in de herberg een goed geslepen boerenzakmes, met linten getooid, aan den zolder hangen; het behoorde aan een der boeren die in het vechten met messen geoefend was, wie nu lust had zich met hem te meten, behoefde slechts even dat mes aan te raken en men begaf zich onmid dellijk naar buiten om getuige te zijn van het duel, waarbij soms zeer gevaarlijke wonden werden toegebracht. De beste vrienden beproef den soms hun krachten tegen elkander en het gebeurde dan wel dat de een die liefhebberij met z'n leven moest betalen en de ander jaren lang van z'n vrijheid beroofd werd. Het mis. bruik van sterken drank speelde ook hier weer een hoofdrol. De jongelieden zaten opgewonden in de herbergen bijeen, de een snoefde op z'n daden, de ander lachte hem uit, een derde en vierde blies het smeulend vuur aan en het bloedige spel begon. 't Was kermis in Driebergen. De herberg zat vol met jongens en meisjes, die zongen en dronken; de viool kraste en in een gedeelte van het vertrek bewogen zich de paren, die, dank zij het veelvuldig gebruik van roode je never met suiker, in vrij opgewonden toestand verkeerden. Te midden van die feestvierende dorpelingen zat een vreemdeling, een stadsbewoner, wiens weg door het dorp voerde en die de herberg binnen getreden was om eenige oogenblikken uit te rusten. Na zich langen tijd aan den vreemdsoortigen dans en het gejoel en gezang te hebben verlustigd, viel zijn oog op een ver sierd mes dat met het blank geslepen lemmet naar beneden aan den zolder hing. Geheel onbekend met het heerschend gebruik om op de dagen die in 't bijzonder aan de vreugde zijn gewijd elkander het gelaat te kerven, stond hij uit nieuwsgierigheid van zijn plaats op om het mooie mes eens van nabij te bezien. Aanstonds kwam een breed geschouderde jonge boer naast hem staan, wiens eene wang door een diepe kloof in tweeën gesplitst was en die ook een stukje van zijn neus miste. „Bevalt u dat mes, mijnheer?" vroeg hij. „Het ziet er goed uit; maar waarom hangt het daar aan den zolder?" „U moogt het wel aanraken.,., gerust ga je g'ang maar." De stedeling nam werktuigelijk het lemmet tusschen de vingers en gaf als z'n meening te kennen dat het een voortreffelijk mes was. Eensklaps hield het dansen op; de knapen en meisjes hielden de oogen op den vreemde ling gevestigd. „Hij heeft het mes aangeraakt," zeiden ze; de violist hield zelfs op met krassen. ,,Ik ben tot uw dienst, mijnheer," zei de breedgeschouderde boer, terwijl hij het blin kende mes van z'n sieraden ontdeed en in de hand nam. De vreemdeling zag hem met groote oogen aan. „U moet met me vechten," hernam de boer. „Ik met je vechten? Kom, man, je raaskalt." Dit zeggende wilde de vreemdeling naar z'n plaats terugkeeren, doch de boer legde hem de zware hand op den schouder en sprak: „Dat gaat hier zoo niet, heerschap; je hebt m'n mes aangeraakt en bent dus verplicht met mij te vechten." ,,En als ik dat nu niet verkies?" „Dan zullen wij je t wel leeren." „Maar weet je wel man, dat het zeer ge vaarlijk is met zulke messen te vechten?" vroeg de stedeling. „Dat zijn maar praatjes; die hier kermis wil houden moet meedoen, of hl) wil of niet." „Een aardige gewoonte," glimlachte de vreemdeling. „Maar hoe wil je, dat ik zal vechten? Ik ben niet gewoon een mes in m'n zak te dragen. „Hier, mijnheer! hier mijnheer! hoorde men van verschillende kanten roepen, en er werden hem meer dan vijf en twintig blinkende mee. sen tegelijk aangeboden. ,,'t Is heel vriendelijk," hernam hij bedaard; „maar ik zal liever van een ander wapen ge bruik maken." Het was lang vóór dat de hermunting in ons land plaats had; op de oude dubbeltjes kon men schier geen wapen of letter meer zien; ze wa ren geheel afgesleten en sommige hadden zeer scherpe kanten. De vreemdeling haalde z'n beurs uit z'n zak, zocht het scherpste dubbeltje op en zei: „Ik ben gereed". De boeren zagen elkander verwonderd aan. „Wil je daarmee vechten?" vroeg de breed geschouderde boer. „Zooals je ziet; laten we maar naar buiten gaan." „Maar ik kan zoo'n klein ding niet tusschen m'n vingers houden; ik wil met m'n mes vech ten." „Heel goed; je kunt je mes behouden, maar ik vecht met dit kleine wapen." Nieuwe verbazing; men begon te gelooven, dat de vreemdeling krankzinnig was en som migen wilden tusschen beiden treden om den strijd te voorkomen, maar hij zei, zoo bedaard mogelijk: „Maak u over mij niet ongerust; ik wil dien vechtersbaas eens een les geven en als hij er niet slecht afkomt, tracteer ik jullie allen." De boer haalde minachtend de schouders op en de partijen begaven zich naar buiten, ge volgd door al de boeren en boerinnen, die een wijden kring om hen trokken. „Als je nu maar beginnen wilt", sprak de stedeling, het dubbeltje tusschen duim en wijs vinger opgeheven houdend. De vechtlustige boer was zonderling te moe de, toen hij zag dat de vreemdeling zoo kalm bleef; hij zette zich in postuur en deed een uit val, die voorzeker ieder ander duur te staan zou zijn gekomen, doch de vreemdeling ont week hem behendig, sprong met onbegrijpelijke vlugheid om hem heen en reet met het kleine wapen z'n linkerwang van boven tot onder open, zoodat het bloed onmiddellijk met een Straal tusschen z'n halsdoek liep. Er ging één kreet van verbazing op onder de toeschouwers. „Hebt ge er genoeg van?" vroeg de vreemde ling, een stap achteruit doende. Een nieuwe, woedende uitval van den boer was het ant woord, doch nu ten koste van z'n rechterwang. Hij kermde van pijn en woede en spande al z'n krachten in om z'n tegenpartij te treffen, maar ontving telkens een nieuwe wond en dit duurde zóó lang tot z'n gelaat onkenbaar ge worden was van het bloed en hij zich eindelijk overwonnen moest verklaren. „Heeft nog iemand lust zich met mij te me ten?" vroeg de vreemdeling. De boeren deinsden ontsteld terug, dooh de vreemdeling wierp glimlachend het dubbeltje weg en begaf zich weer naar de herberg. Waar bleek, dat hij een beroemd scherm meester uit de hoofdstad was. Sedert lang woonde de 28-jarige J. W. K. te Maastricht niet meer samen met zijne eeht- genoote, die baar intrek nam bij P. in de Capu- cijnenstraat. K. kwam keer op keer ter plaatse herrie schoppen. De familie P. had hiervan voortdurendd hinder. Donderdagnacht was er weer herrie op straat. Daarbij heeft K. den 32-jarige P. in den buik geschoten. P. die ernstig gewond werd ils opge nomen in het Ziekenhuis. De kogel was Vrijdag avond nog niet kunnen verwijderd worden. K. is nog dienzelfden nacht gearresteerd. Op hem werd in beslag genomen een met scherp geladen revolver, waaruit twee schoten gelost waren. Vrijdagnamiddag is K. voorgeleid voor den Officier van Justitie en ingesloten. In de Zuidelijke provincie breidt het mond en klauwzeer zich nog steeds uit; o. a. worden in Noord-Brabant nog voortdurend nieuwe ge vallen geconstateerd. Zeer talrijke stallen zijn besmet. Thans is de ziekte ook in Zeeuwsch- Vlaanderen uitgebroken, n.l. onder een vee stapel in de gemeente Westdorpe. Uit de Waal bij Drunen is Zaterdag opgevischt het lijk van een der twep Nijmeegsche jongelui, die op 10 April per kanp de Waal waren opge varen en sindsdien vermist werden. Op den Wolfsberg te Pey (Limburg) is de 22-jarige van K., die aan vallende ziekte leed, bi) het ophalen van een emmer water voor over in den put geschoten. Toen men den on gelukkige boven bracht, constateerde een ge neesheer dat de levensgeesten reeds waren ge weken. In het grensplaatsje Breyll nabü de gevaar- lüke bocht aan de kerk is een tragisch ongeval gebeurd. Toen de 26-jarige mej. Hollzstrischer uit Breyll nabü genoemde bocht uit een auto bus wilde stappen, passeerde er juist een vracht wagen van de Gebr. van Wylick uit Venlo. De juffrouw raakte tusschen den vrachtauto en den muur zoo ernstig bekneld, dat zü spoedig na het ongeval overleed. Den chauffeur treft geen schuld. Het slachtoffer was gehuwd en moeder van twee kinderen. De 37-jarige groentekoopman J. Paardekoo- per uit de Wiekstraat te Rotterdam, is op den Straatweg te Hillegersberg, terwijl hü achter een wagen met sinaasappelen liep, door een auto aangereden en tegen de straat gesmakt Met een ernstige inwendige verbloeding en een hersenschudding is hü in het ziekenhuis aan den Bergweg opgenomen, waar hü aan zün verwondingen is bezweken. jinnnimnmmimmniiiinD FEUILLETON EinminnmnnttimmitiiTiniTniiTTnrfflTmiTmnBTmmnmmiimnmmnimiminiTiminmnmiminiiraiinmiiiUR; 6 In wanhoop begrepen de weinig overgebleven mannen van beteekenis, dat het eerst nood- zakelüke was zich te ontdoen van het bloed- zuigerpaar Robles-Urvina. Werkelijk stond in April 1859 een deel van het leger tegen hen op, verklaarde hen vervallen van de Regeering, welke werd overgedragen aan een Voorloopig Bewind. Aan Garcia Moreno werd het presi dentschap hiervan aangeboden. Behalve de kuststreek, die bezet was door de troepen van Robles-Urvina, steunde geheel Ecuador het Voorloopig Bewind. Garcia Moreno bevond zich te Lima toen hü de tüding van züne benoeming ontving en slaagde er in op slinksche wüze langs geheime paden Quito te bereiken. Hij had in Lima den indruk gekregen, dat de Feruaansche regeering slechts den val van Robles verlangde om vriendschappelijk met Ecuador te kunnen on derhandelen. Toen Garcia Moreno na zijn ver- moeienden tocht 25 Mei te Quito aankwam, wachtte hem een nieuwe verrassing (afwisse ling, meestal van de onaangename soort, heeft hij in zün leven wel gehad): Robles rukte met zijn troepen op de hoofdstad aan. Met een klein aantal slecht geoefende en be wapende mannen trok hij ln zün nieuwe kwa liteit van veldheer op Robles en zün vuur vreters af. Bij Tembuco stootten den 3en Juni de vüandelüke troepen op elkaar en werd Gar cia Moreno, ondanks zün heldenmoed en doods verachting, strijdende in de eerste gelederen, met zün in korten tüd bü elkaar gezocht leger tje, totaal in de pak gehakt. Het werd een complete déroute en ofschoon het laatst van allen, moest ook hü zyn heil zoeken in de vlueht om niet in handen van Robles te val len. Zelf bracht hij de tüding van het onheil naar Quito, waar hü de overige leden van het Voorloopig Bewind overtuigde van de onmo gelijkheid van verderen gewapenden tegen stand. Men moest met onderhandelen trachten verder te komen. Daarom stelde hü voor met Peru te gaan praten. Het eerstnoodzakelükste was van Robles-Urvina bevrüd te worden. Zün rteenlng vond instemming en hü werd naar President Castilla afgevaardigd. De nieuwe tocht daarheen was opnieuw vol gevaren en men vraagt zich af hoe heeft de man het uitgehouden. Het kostte hem buiten gewone moeite de kust te bereiken, daar Urvina zich, coute que coute, van hem meester wilde maken. Het gelukte hem alle hinderlagen te ontgaan en Payta in Peru ongemerkt binnen te komen. Intusschen had het nobele tweetal Robles-Urvina Quito ingenomen en beoorloog den zü het Voorloopig Bewind, dat zich in de Noordelüke Provincies had teruggetrokken. De buit werd verdeeld: Robles plunderde en roofde in Quito, terwül Urvina de kuststreek als brok kreeg toegewezen. De onderhandelingen met President Castillo van Peru hadden een kort verloop. Garcia Mo reno had hem heel gauw door. Hü verlangde met mooie woorden een stuk van Ecuador en wachtte slechts op den man om deze zaak za kelijk met hem op te knappen. Garcia Moreno beraadde zich snel, verbrak de relaties met Castillo, den nieuwen weldoener van Ecuador, en vertrok in het geheim naar Guayaquil, waar hü, zü het ook met groot gevaar voor eigen leven, een beroep ging doen op Generaal Fran co, satelliet van Robles-Urvina, met wien hü het al vroeger te kwaad had gehad, aan wiens vaderlandsliefde hij nog niet geheel twüfelde. In een onderhoud met Franco, die wel vreemd zal hebben opgezien hem nu al weer te zien verschünen en nu nog wel in het hol van den leeuw, bepleitte hü in een gloeiende speech met een beroep op zün vaderlandsliefde, een sa mengaan met het Voorloopig Bewind om het land van den smaad van Urvina-Robles te bevrüden en een oorlog met Peru te voorko men. Maar zooals de waard is zoo vertrouwt hü zün gasten. Garcia Moreno was te goed en te nobel voor het geboefte, dat in naam van een geboeide democratie de macht van Ecua dor in handen hield. Franco luisterde aan dachtig en had alles begrepen, doch op zijn manier. Robles-Urvina verdrüven, zün chefs, waarom niet, maar dan hü President van Ecu ador en niet Garcia Moreno. In alle stilte gaf hü order hem te arresteeren. Gelukkig kon hü, tüdig gewaarschuwd voor het gevaar, de bergen in vluchten. Het rommelde verder in Ecuador. Te Quito kwamen berichten binnen, dat de kustprovin cies Franco een speciale macht wilden toeken nen. Robles ült op deze tüding naar Guayaquil om dit gevaar te bezweren, wordt door de man nen van Franco overrompeld en gevangen ge nomen en zonder vorm van proces naar het buitenland gedeporteerd. Op dit bericht Btelt de „held" Urvina zich aanstonds ter beschikking van Franco. Ook hü wordt gevangen genomen en volgt denzelfden weg als zün vriend Robles. Met dieven moet men dieven vangen 1 Ecua dor was van de bloedige tweelingen onverwacht bevrüd geworden. Een zucht van verlichting ging door het ge- heele land. Zou het werkelük een goede ruil zijn, vroeg men zich angstig af, Franco's ante cedenten kennende. Garcia Moreno was intusschen aan de andere zijde van de Cordilleras te Rlobamba weer bo ven water gekomen en vernam daar van het Voorloopig Bewind de nieuwe situatie. Teneinde geen tüd te verliezen wilde hü met een divisie die te Rlobamba legerde, Franco onmiddellijk aanvallen, doch nog denzelfden nacht kwamen verschillende bataljons in opstand. De soldaten verspreidden zich door de stad om deze te plun deren. Zij beweerden slecht gevoed, slecht be taald te worden door het Voorloopig Bewind en waren vooral zeer ontstemd op het hoofd der Regeering, Garcia Moreno. Terwül deze allerül middelen beraamde om den toestand meester te worden, werd hü door de opstandelingen gevangen genomen en opge sloten. Zün eerste gedachte was, dat een akte van berouw wel niet misplaatst zou zün, doch gewend om de gevaren tegemoet te treden en te overwinnen en overtuigd dat zün verder leven het vaderland van eenig nut zou kunnen zün, vond zün vindingrüke geest het middel om, indien het gelukte, de muizenval te ontsnap pen. Hij sprak, autoritair als hü was, op hoogen toon den schildwacht voor zün kamer aan, die hem bewaakte, en gelastte hem als opperste Bewindvoerder van de Republiek, oogenblikke- lük de deur te openen, De man bezweek voor dit instantelük bevel en eenige oogenblikken later was Garcia Moreno in vrüheid. Een uur later bereikte hü Calpl. In allerijl een handvol trouwe, dappere mannen om zich heen verza melende, wist hü door zün welsprekendheid hen te bewegen naar Rlobamba terug te keeren om daar de muitende troepen weer onder com mando te krijgen en de voornaamste belhamels te straffen. Een krankzinnig idee en men moet Garcia Moreno heeten om zulk een overmoed te be- grüpen. Wat hem het meest ergerde was het voortdurend muiten en het gebrek aan disci pline onder de troepen. Dit spelletje zou bij hem niet lang duren. Nu weer onder dien gene raal, straks weer onder een ander dienen en als recreatie daar tusschen plunderen en drinken. Hü was uit ander hout gesneden. Betrouwbaa zouden ze worden en de schrik zou er in komen zoowaar hü Garcia Moreno heette. Riobamba lag als een stad na den storm Er heerschte complete rust. Verschillende offi cieren waren met buit beladen verdwenen, de rest, waaronder kapitein Palacios, een det. voor naamste belhamels, lagen dronken hun roes uit te slapen. Zonder een oogenblik te verliezen werd hü met andere hoofden der muiters ge arresteerd. Op de markt werd de krijgsraad op gesteld, bestaande uit veertien zwaar bewapen den te paard. Het doodvonnis werd uitgespro ken, aanstonds te voltrekken, met een half uur respijt voor de veroordeelden om zich voor te bereiden op het oordeel Gods. Daarna werder. zü zonder pardon gefusilleerd. Dit stout «n overmoedig optreden maakte diepen indruk op de soldaten, welke het niet geraden achtten het muiterü-spelletje met dezen strengen en kort aangebonden nieuwen meester te herhalen. Wie nu dacht dat hü met deze resultaten meer dan tevreden zou zün, kende Garcia Mo reno niet. Vooruit, nu de andere kerels ach terna! Het bange knaapje uit zün jeugdjaren is niet te herkennen. Vooruit, geen getalm. In het holst van den nacht achterhaalde men hei gros van den troep in Mocha. Het was stikdon ker en het goot van den regen. Alles lag in diepen rust. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 6