DE DUITSCHE TUINBOUW
De nood onder de
1 veehouders
Prikkeldraad
Een Nederlandsche stem van
over de grenzen
Louis de Vries
te Rome
HOE ERIN TE VOORZIEN
Vele en groote bezwaren
daartegen
VRIJDAG 6 MEI
Margarine-menggehod
Is dat nationaal?
R. K. WERKLIEDENVERBOND
DE MICHELINE IS AANGEKOMEN
De op rails rijdende automobiel, de Michelinewagen, bij aankomst
te Roosendaal.
EEN STIL JUBILEUM
In „Huize Bethlehem"
te Nijmegen
NED. R.K. MIJNWERKERSBOND
Jos. Pelzer tot voorzitter gekozen
ANTON WILDGANS t
Dood gevonden
GENERAAL KAPITTEL
DER CAPUCIJNEN
Door de Italianen bewonderd
1927 f 85.808.911
1928 f 88.015.298
1929 f 86.339.332
1930 f 63.376.649
1931 (Jan.-Dec.) f 40.955.000
Jan. 1932 f 1.057.000
Febr. 1932 f 1.038.000
1927 f 3.037.057
1928 f 3.858.514
1929 f 3.293.225
1930 f 2.598.742
1931 (Jan.-Dec.) f 3.883.000
Jan. 1932 f 978.000
Febr. 1932 f 1.279.000
LOONEN AMSTERDAMSCH
GEMEENTEPERSONEEL
Schorsing van het raadsbesluit
voor ambtenaren en politie?
DE ILPERRIJWEG
Advies-Commissie Spoorwegen
Gouden professiefeest
Het Ss vaak interessant, in Duitschland
meeningen te hooren verkondigen over
Holland en de Hollanders.
De doorsnee Duitscher beschouwt Hol
land nog steeds als het land van belofte;
In Holland bestaan geen Notverordnungen,
Holland had geen oorlogsschulden, Hol
land had (heeft) geen of weinig werk
lozen, in Holland groeit veel prachtige
groente en fruit, Holland heeft mooie tul
penvelden, mooie rozentuinen, mooie dikke
e'eren komen uit Holland, de Hollandsche
boter en kaas zijn niet te evenaren; een
land, dat al dit moois en heerlijks bezit,
m°et toch een waar paradijs zijn.
Als men dan beweert, dat het in Holland
even slecht, misschien nog slechter is dan
ih Duitschland, worden veelal ongeloovig
de schouders opgehaald: zooiets kan men
zich niet voorstellen!
Toch durf ik, die nu al jaren lang in
Duitschland woon en werk, beweren, dat
de doorsnee Duitscher ondanks al zijn
Moeilijkheden beter leeft dan de Hol
lander.
Komt men in Holland, dan vindt men
den Hollander vol medelijden met zijn
Duitschen buurman.
Hoe komt dat? Wel, de Hollandsche cou
rant staat dagelijks vol met nieuws uit
»,das grosze Vaterland" en dat is meestal,
vooral den laatsten tijd, niet veel goeds;
de Hollander denkt hier een ware hel aan
te treffen, maar wat leest een Duitscher
over Holland, waarvan uw blad terecht
zegt, dat Duitschland er een besten klant
aan heeft?
Bijna niets! Zeer zelden lees ik in mijn
Duitsche krant iets over Holland, en men
schrijft daarin vooral niet, hoe slecht het
den Hollander gaat.
Hoe slecht het den Hollander gaat, weet
Ik heel goed, ik weet, hoe slecht het den
tuinders in Noord-Holland gaat en ook in
het Westland, ja, in geheel Holland, voor-
zoover het belangen heeft bij den tuin
bouw.
De Duitsche tuinder krijgt voor zijn pro-
ucten altijd een veel betere opbrengst dan
e Hollander; nemen wij alleen maar het
artikel kool, dat in Noord-Holland het
°°fdproduct is; in de wintermaanden,
wanneer de voornaamste export van kool
«aar Duitschland plaats heeft, kost kool
Mk. 2.— per 100 Kg. aan invoerrechten en
daarbij komt dan nog de vracht; nemen
wij een stad in Westfalen als voorbeeld: tot
edoelde stad komt aan vracht óók nog
ongeveer.,Mk. 2.— per 100 Kg., dit vormt
tezamen dus Mk. 4._ of f 2.30 tot f 2.40
per 100 Kg. franco plaats van bestemming.
Als de Hollandsche koolbouwer dit bedrag
meer kreeg voor zijn kool, was dit voldoen
de om het bedrijf rendabel te maken. Deze
begunstiging geniet de Duitsche koolbou-
Wer, en dan brengt de Duitscher zijne goe
deren meestal nog zelf naar de markt, wat
voor hem nog alweer een meerdere op
brengst van Mk. 2.— per 100 Kg. beduidt.
Bovendien geeft de Duitsche boer zich
hiet zooveel moeite voor zijn koolbouw als
de Hollander.
Dit alles is den Duitschen boer echter nog
hiet voldoende om den Hollandschen con
current van zijn markten te doen verdwij-
hen; op alle mogelijke manieren wordt ge
probeerd met grooten steun van de regee
ring meer zelfstandig te worden;—het op
richten van veilingen, vooral.in het Rijn
land, maar ook al verder Duitschland in,
bet zoo laag mogelijk houden der spoor-
vrachten; het verleenen van rijkssteun aan
bedrijven, die niet rendabel zijn; het af ge-
Ven van bouwgrond aan werkloozen,
^it alles moet en zal dienen om de Hol
landsche groenten van de markt te doen
Verdwijnen.
De uitwerking van dezen staatssteun zal
zich echter eerst in de volgende jaren vol
ledig doen gevoelen; de zelfstandig-wording
Baat langzaam maar zeker zijn weg, en als
wij zien, hoe de Duitsche boer bij deze lage
Prijzen nog steeds meer groente aan bouwt,
hoeveel méér belangstelling zal hij dan
gaan toonen, als de prijzen eens wat beter
Worden.
Er wordt wel eens beweerd, dat de Duit
scher in hart en nieren eigenlijk geen bou
wer is, maar de nood dwingt hem er toe, en
vele arbeiders, die vroeger een goed loon
In de fabrieken verdienden, zijn nu werk
loos en probeeren hun geluk in den land
bouw; de Duitsche industrie toch zal nooit
meer dat worden, wat ze geweest is; en
Zoo behouden we een sterk vergroot contin
gent landbouwers.
Nu heeft de Duitsche regeering met haar
deviezen-verordening den Hollander boven
dien nog een heel aardige verrassing be
reid; hier zien we de regeering alweer
mede helpen om den invoer te belemmeren;
zij kan niet zeggen: wij sluiten onze gren
zen voor jelui groenten, enz., dat zou den
huchteren Hollander wat al te koud op zijn
lijf vallen, maar op deze manier gaat het
ook heel goed: er zijn geen deviezen,
dus.... we kunnen niet betalen, al willen
we nóg zoo graag; daar moeten jelui nu
maar tevreden mee zijn. Wilt u een voor
beeld van de deviezen-afgave?
Ondergeteekende kreeg als lid der Han
delskammer (Kamer v. Koophandel) devie-
zen-bewilliging voor April Mk. 6000—, Mei
Mk. 5000.—, Juni Mk. 10000.—; later heb ik
echter bericht gekregen van het hoofdbe
lastingkantoor, dat ik in verband met de
weinige deviezenmiddelen, waarover de re
geering op het oogenblik beschikte, voor
April maar Mk. 3300.en voor Mei
maar Mk. 2500.— kreeg; wat mij straks
voor Juni nog afgetrokken wordt? Dat zal
vrees ik nog erger zijn. Afijn, u hebt
zelf kunnen lezen, wat de consul van Bre
men schreef aan de Kamer van Koophan
del voor West-Friesland: dat Duitschland
n.l. weldra in het geheel geen deviezen meer
zal kunnen afgeven!
Als u bedenkt, dat mijn deviezen-gebruik
voor April ongeveer Mk. 10.000 bedroeg en
voor Mei hetzelfde, dan kunt u zich voor
stellen, hoe de import uit Holland belem
merd wordt, en als straks de Duitsche
boer zijn produkten op de markt brengt, is
"'et met Holland heelemaal gedaan.
Wat doet de Hollander nu om zich in de
zen benarden toestand staande te houden?
Hij klopt al reeds jaren aan de regeerings-
deuren om hulp en steun, m£ar die deuren
blijven netjes gesloten. Vooralsnog kan de
Duitscher in zijn vuistje lachen; hij vindt
't wel goed, aan Holland een zoo besten
(liever: dommen) klant te hebben!
Hoelang zijn de tuinders en handelaren
al bezig, te timmeren op de veel te hooge
vrachten in Holland, die echter niet ver-
^agd worden!
Moest de regeering niet al lang stappen
gedaan hebben bij de oosterburen, om de
invoergeschiedenis te regelen en had zij
vooral nu, bij de deviezenvermindering, niet
veel kordater behooren op te treden? Ik
meen: als goedbetalende klant van Duitsch
land mogen wij óók wel een woordje mee
spreken.
Dat de export van Hollandsche groenten
nooit meer zal worden, wat hij geweest is,
'aarvan ben ik overtuigd, maar dat we in
de huidige omstandigheden met alle mo
gelijke middelen datgene, wat wij nog aan
sxportmogelijkheid bezitten, moeten verde
digen, daarvan ben ik nog oneindig veel
"aster overtuigd.
De regeering neemt een ontzettende ver
antwoording op zich, als zij niet spoedig
helpt; die verantwoording is zoo groot, dat
ze haar als 't te laat is wel eens niet
zou kunnen.... verantwoorden.
Van hieruit moge een waarschuwing ge
hoord en begrepen worden.
A. H. BRUYN Nz.
Dortmund.
Prof. Koenraadt over
„Quadragesimo Anno"
Prof. Koenraadt van het groot-seminarie
Hoeven zal tijdens de op 28 en 29 Juni in
Haarlem te houden voorjaarsvergadering van
het R. K. Werkliedenverbond spreken over
den zendbrief van Paus Pius XI „Quadrage
simo Anno."
S-ific
De eerw. Zuster van de Derde Orde van Sint
Dominicus, die van Huize Bethlehem uit haar
weldaden verspreiden over de armen van oud-
Nijmegen, herdachten deze week in stille be
scheidenheid het feit, dat zij voor 12 jaar
haar werk van christelijke naastenliefde aan
vingen in katholiek Nijmegen. Zij namen een
breede taak op zich en volbrachten die tot he
den tot groot geestelijk en sociaal welzijn in
alle jonge vrouwen en moeders, die gedrukt gin
gen onder de zwaarte van het leven.
De Zusters van Bethlehem, de Dominicanes
sen der Derde Orde, wier stichting indertijd
werd gegrondvest door zeer eerw. pater Dl.
Kooien O.P., oud-prior van Zwolle, hebben zich
een veelzijdig arbeidsveld gekozen en stichtten
een doorgangshuis, een kindertehuis en belast
ten zich met kraamverzorging en met gezins
verzorging en tevens katholiek onderricht aan
armen van het volk.
Katholiek Nijmegen is haar voor al dit cha
ritatief en katholiek-sociaal werk grooten dank
schuldig en toonde d&t bij de jubileumherden
king. De hoog eerw. heer deken Mgr. C. Rron-
son en vele geestelijken uit Nijmegen, het be
stuur der R. K. Vereeniging tot Meisjesbescher
ming en vele werkers op katholiek-sociaal ge
bied kwamen de eerw. zusters complimenteeren.
Meer dan zestig bloemstukken werden gezon
den door velen die het werk der zusters waar-
deeren. Op den feestdag droeg de zeer eerw. pa
ter Kooien in de kapel een plechtige H. Mis op.
In de hoofdbestuursvergadering van den Ne-
derlandschen R. K. Mijnwerkersbond is met al-
gemeene stemmen tot voorzitter gekozen in de
vacature ontstaan door het overlijden van H.
J. Stins, de waarnemend voorzitter en bonds-
secretaris, de heer Jos. Pelzer.
Uit Weenen wordt ons bericht dat Anton
Wildgans Dinsdagmorgen dood in zijn villa te
Moedling is gevonden. De doodsoorzaak schijnt
hartverlamming te zijn.
Met hem verdwijnt een persoonlijkheid van
het tooneel onzer dagen.
Pater Stanislaus, rovinciaal der Capucijnen,
vertrekt Vrijdag 6 Mei met Pater Vitus, Custos,
naar Rome om deel te nemen aan het gene
raal kapittel van de Capucijnerorde, dat 16—17
Mei a.s. te Rome wordt gehouden. Tijdens zijn
afwezigheid zal Pater Robertus, Rector der Ca
pucijnen, Dorpsweg 60 Rotterdam (Zuid) als
Vicarius Provinciaal het bestuur der Capucij-
nenprovincie waarnemen.
Bij gelegenheid van den verjaardag van H. K-
H. de Prinses heeft de Nederlandsche gezant
alle in Rome wonende en vertoevende Neder
landers te zijnen huize uitgenoodigd.
De feestelijke stemming werd niet weinig ver
hoogd door de aanwezigheid van het tooneel-
gezelschap van Louis de Vries, die eenige be
langrijke dichtwerken ten gehoore bracht: „De
Bode" uit de Gijsbrecht en „Scheepspraat" van
Huygens. Met groote aandacht hebben de aan
wezige geestelijke heeren, de dames en heeren
van de Nederlandsche kolonie het prachtige
Nederlandsch aangehoord. Niet minder mooi
waren de twee voordrachten van Annie Fol-
lender: „Het Witte Paard" van Adema van
Scheltema en „Het ruischen van het ranke riet",
van Guido Gezelle, welke gedichten met veel
gevoel ten gehoore werden gebracht.
Ten slotte droeg mevrouw Kiek „De Kraai"
van Willem van Doorn voor.
De gezant verklaarde in een toespraak het
volgende:
„De aanwezigheid van het Nederlandsche
tooneelgezelschap van Louis de Vries is iets,
wat ons Nederlanders de laatste dagen heeft
vervuld. We hebben de laatste dagen aan niets
anders kunnen denken. Ik moet zeggen, dat ik
persoonlijk zeer sceptisch stond tegenover het
voornemen van De Vries in Rome te komen
reciteeren; ik vond het een waagstuk, want
immers er zijn zoo weinig Nederlanders in Rome
en de Italianen verstan hem niet.
Toen men mij dan ook vroeg Mussolini uit
te noodigen, heb ik werkelijk moeite hiervoor
gedaan. Mussolini bezoekt zeldzaam avondvoor
stellingen, maar toch bestond de mogelijkheid,
dat hij de uitnoodiging aan zou nemen. Toen
echter mij een heel beleefd briefje bereikte, dat
de Duce niet komen kon, was ik opgelucht, want
ik zag mij al zitten met Mussolini ergens in
een loge in een leegen schouwburg. Dat schrik
beeld bezorgde mij een slapeloozen nacht.
Maar gelukkig is alles goed gegaan. De zaal
was goed en met een uitgezocht publiek bezet
en de Italianen verstaan hem niet.
de Vries en de Vries en zijn gezelschap ge
sproken heb waren zeer geestdriftig. De critiek
in alle Italiaansche bladen is zonder uitzonde
ring gunstig en onze begaafde Nederlander
Louis de Vries is door de geheele Italiaansche
pers beschouwd als één der grootste tooneel-
spelkunstenaars in Europa.
Ik prijs rnjj daarom gelukkig, dat Louis de
Vries bereid gevonden is op onze receptie te
komen voordragen; wij zouden niet beter den
verjaardog van onze prinses hebben kunnen
vieren.
Ten slotte werd aan de Prinses een telegram
gezonden namens de geheele Hollandsche ko
lonie.
S. P. O.
De wereldkrtsis doet zich aan den Ne-
derlandschen veehoudersstand aller
pijnlijkst gevoelen:
de kostelijke melk, waaruit de niet min
der kostelijke melkproducten als boter,
kaas, enz. bereid worden, is tengevolge van
internationale overproductie en handels
belemmeringen, ten gevolge ook van onge
looflijke buitenlandsche concurrentie, der
mate in prijs gedaald, dat het veehouders-
bedrijf al sinds geruimen tijd niet meer
loonend uitgeoefend kan worden en ontel
baar vele, tot voor korten tijd welvarende
boeren in de grootste zorgen geraakt zijn
of dreigen te geraken.
We kunnen onze Nederlandsche zuivel
producten niet kwijt.
Duitschland verhoogde in het na
jaar van 1930 zijn invoerrechten van 28 tot
50 mark per 100 K.G. boter, en in Maart
van dit jaar nogmaals van 50 tot 100 mark,
met dien verstande, dat een contingent
van 5 millioen K.G. tegen een invoerrecht
van 50 mark per 100 K.G. per jaar bleef
toegestaan; hierbij kwam nog de zeer
schaarsche deviezen-toewijzing, welke voor
den handel zéér fnuikend was.
Frankrijk ging tot contingenteering
over; in het eerste kwartaal van dit jaar
werd daar een import van 800 ton botei
toegestaan; uit vrees voor al te hooge prij
zen in het binnenland, werd het contingent
daar gelukkig eenigszins verhoogd en voor
kaas werd een vrij normaal contingent toe
gewezen; voor overige melkproducten (ge
condenseerde melk en melkpoeder) werd
slechts een contingent van 60% toege
staan.
België was intusschen een belangrijk
afzetgebied geworden, vooral sinds de moei
lijkheden met den afzet in Duitschland,
maar de vreugde was niet van langen duur,
daar zich in België de concurrentie met de
Deensche boter ook des te sterker deed
gevoelen; en zoo juist per 1 Mei is
ook België tot contingenteering van boter
(en vleesch) overgegaan.
Engeland belemmerde den import uit
het pond en bovendien nog door een invoer -
Nederland automatisch door den val van
recht van 10%, een Invoerrecht, waar
van de uit de Dominions geïmporteerde
boter vrijgesteld Heef (na de binnenkort te
Ottawa Canada te houden ekonomi-
sche conferentie zal dit Invoerrecht mis
schien wel tot 20 worden verhoogd)zeer
sterk wordt onze boter dus op de Engelsche
markt door de boter uit de Dominions be
concurreerd! En ook Denemarken zet in
Engeland zijn beste beentje voor.
Als we nu weten, dat naar de hier ge
noemde landen rond 90 procent van onzen
zuivelexport afgezet placht te worden, dan
kunnen wij bevroeden, hoe treurig het met
onzen export gesteld moet zijn en hoe de
Nederlandsche veehouderij steeds dieper in
den put moet raken.
Hoe noodlottig-sterk de uitvoer spe
ciaal van boter terugliep blijkt overigens
uit onderstaand staatje:
in tonnen (1000 K.G.)
1927 47.952
1928 46.941
1929 47.320
1930 41.909
1931 32.958
Januari 1932 1.061 (2.277)
Februari 1932 853 (1.819)
(De tusschen haakjes genoemde hoeveel
heden geven den export aan gedurende de
overeenkomstige periode in 1931).
Tot overmaat van ramp is daar nog
bijgekomen een boter-import uit het bui
tenland, welke de stoutste verbeelding tart:
in tonnen
1927 1.833
1928 2.324
1929 2.027
1930 1.994
1931 4.031
Januari 1932 1.252 (423)
Februari 1932 1.606 (260)
Zoo werken dus twee factoren samen om
Nederland men vergeve ons de uitdruk
king te doen stikken in de boter.
En men ziet wel, dat vooral in de eerste
maanden van 1932 de toestand hopeloos is
geworden.
Dit klemt te méér, als we bij boven
staande in- en uitvoercijfers de betrekke
lijke waarde-cijfers in het oog nemen.
De uitvoer bedroeg in geldswaarde in:
De invoer bedroeg in geldswaarde in:
Bij een zóó ruim aanbod op de binnen-
landsche markt, bij zoo ontstellend lage
prijzen der uit het buitenland geïmpor
teerde boter (tegen welke prijzen niet te
concurreeren valt) moet de in het binnen
land te bedingen prijs wel miniem zijn.
En zoo is het ook inderdaad.
Wat komt er van den melkprijs terecht,
als de onvervalschte natuurboter in den
groothandel f 1.en in den kleinhandel
f 1.10 a f 1.15 opbrengt?
Het veehoudersbedrijf is bij de fabelach
tig lage prijzen van heden niet alleen niet
loonend meer, neen, er moet geld bij
en 't is waar, wat we hier en daar al ge
schreven vonden: wij, consumenten, leven
op 't oogenblik voor een goed deel van de
armoede der boeren.
Daaraan moet spoedig een einde komen,
wil de veehoudersstand niet jammerlijk ten
gronde gaan.
Dat heeft ook de regeering ingezien en
daarom kwam zij met een krisis-zuivelwet;
in 't kort samengevat komt het plan van
de regeering hierop neer:
er wordt een zuivel-contröle ingesteld,
welke een krisis-zuivelfonds te beheeren
krijgt; dit fonds vergaart zich gelden door
het verkoopen van merken, waarvan de
zuivelproducten, dus ook de Kaas, voorzien
zullen moeten zijn voor den verkoop in het
binnenland; door middel van uitkeeringen
uit dit fonds wordt het veehoudersbedrijf
gesteund, in dien zin, dat men voor z'n
melk een zekeren (bedoeld is natuurlijk:
een eenigszins behoorlijken) prijs zal kun
nen maken.
Tot dit doel zal alle margarine met bo
ter vermengd moeten worden, maximaal
half om half; de prijs van de margarine
zal gelijk blijven, maar op de In deze me
lange verwerkte boter zal een accijns wor
den geheven, die (slechts) 4/5 bedraagt van
dien, welke op onvermengde boter geheven
wordt.
De minister wil dus heel het Nederland
sche volk, ook de margarine-gebruikers,
dwingen, het surplus aan boter te con-
sumeeren, en wél tegen een (door merken
verduurderde) prijs, waaruit het zuivel-
fonds mede gevoed kan worden.
Het wetsontwerp spreekt van een „richt
prijs" voor de melk, die zoodanig wordt
berekend, dat de boter dienovereenkomstig
moet opleveren f 1.20 per Kg.
Wel zelden zal een zóó goed bedoeld
wetsontwerp zóó veel en o.i. zoo gerecht
vaardigde kritiek uitgelokt hebben.
Kritiek van allen kant.
Van den Federatieven Alg. Ned. Zuivel-
bond, van de coöperatieve verkoopvereeni-
gingen, van de centrale landbouw-organi-
saties, van de kaasproducenten, van de
margarine-industrie, enz. enz.
Geopperd worden vooral de volgende be
zwaren:
1. de regeering neemt den „richtprijs"
voor de melk zóódanig, dat de boter dien
overeenkomstig f 1.20 per Kg. moet ople
veren; dit beteekent echter, dat de melk
bij de huidige waarde der ondermelk met
niet meer dan netto 4 cent betaald zal
kunnen worden, dat Is 2 cent minder dan
algemeen noodig geacht wordt;
2e. de gemengde boter zal een gevaarlijke
concurrente worden voor de boter zelf;
eenmaal ingevoerd zijnde, zal het melange
product niet meer van de markt verwijderd
kunnen worden en de boterproducenten zul
len in de toekomst nog bezwaarlijk een be
hoorlijken prijs voor hun product kunnen
maken;
3. onze boter-contröle, waarmede wij er
na jarenlange moeite in geslaagd zijn, onze
boter een wereldreputatie te bezorgen, komt
door een menggebod in gevaar; de Neder
landers zullen weer evenals voorheen
als boterknoeiers aangezien worden;
4. door het menggebod voor margarine
zullen de armsten der armen nog voor
betrekkelijk het grootste deel het gelag
moeten betalen;
5. In het wetsontwerp schuilt een groote
onbillijkheid tegenover de margarine-fabri
kanten, die hun product, ondanks henzelf,
enorm veel duurder zien worden, die
allen voor groote bedragen verpakkingsarti
kelen in voorraad hebben, die groote ka
pitalen noodig zullen hebben om de te ver
werken boter te betrekken;
6. In geval het ontwerp wet wordt, zullen
de margarine-fabrikanten, makelaars in
oliën en vetten, olieslagers en raffineerders
in Nederland de helft of meer van hun per
soneel moeten ontslaan, terwijl de veemen,
stoomvaartmaatschappijen en andere trans
portondernemers de behandeling van een
hoeveelheid grondstoffen, ter grootte van
circa 30 millioen Kg. per jaar zullen moeten
missen, waardoor de werkloosheid weder
om aanzienlijk verhoogd zal worden;
7. het is zeer twijfelachtig of met 50 pet.
margarine gemengde boter op grond van
het onderzoek op vluchtige vetzuren onder
alle omstandigheden van onvervalschte bo
ter zal zijn te onderscheiden. In bepaalde
tijden van het jaar komt in sommige stre
ken boter voor die geen hooger vluchtige
vetzuren-cijfer heeft dan dit mengsel zal
hebben, vooral wanneer men er in slaagt
daarvoor boter te gebruiken met een hoog
vluchtige vetzuren-cijfer. Zeker valt met
een dergelijk mengpercentage niet met vol
doende nauwkeurigheid vast te stellen, in
welke verhouding de menging heeft plaats
gehad;
8. met boter vermengde margarine zal
spoedig aan bederf onderhevig zijn.
Men ziet dus wel:
aan bezwaren geen tekort!
Tóch zal de veehouderij geholpen moeten
worden.
Beangstigend probleem!
Wij stellen ons voor, over dit wetsont
werp van zoo ver-strekkende beteekenis en
over de daartegen aangevoerde bezwaren
de meening van enkele vooraanstaande
deskundigen uit kringen van belangheb
benden te vragen en in ons blad te publi-
ceeren.
Onze regëerihg stelt alle pogingen in het
werk om de binnenlandsche industrie te
steunen in den strijd tegen overmatigen in
voer uit het buitenland; of zij hierin slaagt,
of zij hierin zal kunnen slagen, dat
is 'n tweede; maar in ieder geval: de goede
wil, de goed-bedoelde poging i s er.
Zoo eischt het ook ons nationaal belang.
Volgens een persbericht besloot echter
een semi-officieel lichaam als de Ned.
Spoorwegen, om de spoorvrachten voor ver
schillende artikelen w.o. kalk en gresbuizen,
aangevoerd van bepaalde stations naar Ne
derland, onder bepaalde voorwaarden met
10 pCt. te verlagen! Aldus de buitenland
sche industrie in staat stellend hier te lan
de beter te kunnen concurreeren.
Dat gaat dus lijnrecht tegen het regee-
ringsbeleid in.
De Ned. Spoorwegen beroepen zich op de
noodzakelijkheid om ter wille van hun be
drijf, slechts rekening te houden met zuiver
commercieele overwegingen. M.a.w. het
eigenbelang der Ned. Spoorwegen gaat
vóór en is het eenige criterium, waarnaar
de directie wenscht te handelen.
Op verbruikers en handelaren wordt her
haaldelijk en met klem een beroep geJkan
tot het koopen van Nederlandsche produc
ten, ook bij een klein prijsverschil tegen
over buitenlandsche. Van hen wordt ver
wacht, dat zij nationaal zullen voelen; de
Ned. Spoorwegen zeggen: alleen ons com
mercieel belang beslist! En voor de beide
speciaal genoemde artikelen kalk en gres
buizen ontkende een inzender in de „Nieuwe
Rott." bovendien nog ter sterkste het be
staan zelfs van zulk een commercieel be
lang.
Immers zoo redeneert hij voor eiken
wagon Belgische kalk en eiken wagon Bel
gische gresbuizen, die als gevolg der tarief
verlaging meer wordt ingevoerd, zal een
wagon binnenlandsche kalk (of in enkele
gevallen misschien een wagon Duitsche
kalk), resp. een wagon binnenlandsche
gresbuizen minder worden vervoerd. Geen
voordeel dus voor de Ned. Spoorwegen en
een belangrijk nadeel voor de Hollandsche
industrie; de Belgische gresbuizen toch
komen daardoor in een extra-gunstige
positie.
En dat in een tijd, dat onze inheemsche
kalkindustrie in bitteren nood verkeert; er
over beraadslaagt een deel der fabrieken
stil te leggen; onze schelpenzuigers werke
loos in de havens liggen; onze strandschel
pen visschers broodeloos zijn; onze gresbui-
zenfabrieken stuk voor stuk met verlies
werken!
De Belgische spoorwegen hebben voor en
kele weken vrachtverlaging aangekondigd
voor verschillende artikelen (cement, glas,
enz.) bestemd voor uitvoer; de Duitsche
spoorwegen geven „Ausnahmetarife" voor
welhaast allen uitvoer; de Nederland
sche spoorwegen stellen een premie op in
voer!
Is daar nou heusch niets aan te doen?
Heeft de Nederlandsche regeering on
danks de financieele garantie over de
Spoorwegen zou werkelijk heelemaal niets
te vertellen?
Intusschen heeft Dr. Kortenhorst den
Minister eenige vragen gesteld over het
kalk- en gresbuizengeval. We wenschen
hem veel succes!
In stadhuiskringen loopt het hardnekkig ge
rucht, dat de Regeering zou hebben besloten
het raadsbesluit van Vrijdag JJ., waarbij be
paald werd dat de ambtenaren en de politie
niet zouden worden gekort in hun salaris, te
schorsen.
Bevestiging van het gerucht konden wij tot
dusver niet krijgen.
De B.B.N., Bond van Bedrijfsautohouders in
Nederland, richtte het navolgend adres tot Ge
deputeerde Staten in Noord-Holland:
Reeds geruimen tijd wordt over den toestand
van den Ilperrijweg (gem. Ilpendam) in on
derhoud bij de Banne Landsmeer, ernstig ge
klaagd; volgens in de laatste weken ontvangen
klachten is deze toestand langzamerhand zoo
geworden, dat het bijna bü regenval onmogelijk
is den weg te berijden.
Niet alleen dat zulks in algemeenen zin aan
de bedrijfsautohouders groote schade berokkent,
meer speciaal geldt dit voor de autobus-dien
sten, die volgens de concessievoorwaarden ge
dwongen zijn, dezen weg te volgen.
Thans is betreffende dezen weg een nood
toestand ontstaan, aangezien de Banne Lands
meer den wegwerker, die nog eenige pogingen
aanwendde om den weg zoo goed en zoo kwaad
als het ging te onderhouden, met een termijn
van 8 dagen heeft ontslagen, wegens algemeen
gebrek aan fondsen.
De B.B.N. doet daarom een dringend beroep
op Gedeputeerde Staten opdat maatregelen
worden getroffen, dat deze weg weer in berijd
baren toestand wordt gebracht. Geschiedt zulks
niet spoedig, dan valt ernstig te vreezen, dat te
eeniger tijd een ongeluk gebeurt, waarbij men-
schenlevens verloren zullen gaan.
In een bespreking tusschen de directie en den
Personeelraad der Nederlandsche Spoorwegen
werd in de vacature, ontstaan door het bedan
ken als zoodanig van den heer Th. E. van Put
ten, directeur van de gemeentetram, tot voor
zitter van de commissie van advies benoemd de
heer mr. B. H. A. van Kreel, directeur van de
Deli-spoorwegmaatschappij
Broeder Martinus (ln de wereld Herman Jur-
9rens), geb. te Hemzen (D.), vierde zijn gouden
professiefeest in het missiehuis St. Michael te
Steyl (L.).