UIT DEN GEMEENTERAAD
Ongekende terreur!
UITVOERING ONGEVALLENWET
LOONSVERLAGING NS.
DONDERDAG 12 MEI
GENERAAL SNIJDERS
Eere-comité gevormd
Weet de Regeering dat?
Is er nog iets te bereiken?
De Economische Raad
Vrijdag in stemming
DE TWEE MOMENTEN
Naar een nieuwe orde
Ha;
TWEEDE CRISISCONGRES
De Regeering moet krachtiger
optreden
de crisis en den import
Huldiging van den oud-opper
bevelhebber bij zijn
tachtigsten ver
jaardag
DRAMA UIT JALOUSIE
Twee menschen doodgeschoten
BRAND TE TANDJONG
KARANG
Zeven toko's vernield
DE EERSTE SPADE IN
DEN GROND
Voor het Retraitehuis te Heerlen
De Philipsbedrijfspolitie luistert
's nachts aan de brievenbussen
der Eindhovenaren
Protestvergadering te Roosendaal
OP HET BINNENHOF
AANSLAG OP GEZAGHEBBER
Slachtoffer van moedeloosheid
Zijn bediende zwaar gewond
KOELIE-AANSLAG
Behandeling voor den Landraad
Minister Verschuur uitgenoodigd
een herziening in over
weging te nemen
Amendementen aangenomen
Motie-Ter Laan c.s.
Het voornaamste bezwaar
Prof. dr. J. A. Veraart over:
„Quadragesimo Anno
en de eischen onzei
practische
politiek
MR. P. RINK
Afscheid resident Van Aken
B. en W. hadden den gemeenteraad voor
gerekend, dat er over het loopende be-
pootingsjaar voor steun aan "uitgetrokken
werkloozen f 550.000 meer noodig zouden
ZlJn dan op de begrooting is uitgetrokken
6n voor uitkeeringen van het Burgerlijk
P'mbestuur aan gesteunden f 580.000 meer.
•Tezamen dus een tekort van f 1.130.000.. In
totaal zullen de uitkeeringen aan werk
lozen en ondersteunden van het B. A.
pt jaar waarschijnlijk het enorme bedrag
f 2.264.000 van de Haarlemsche ge
meentekas vorderen. Dat zijn cijfers, die
tot overpeinzing stemmen. B. en W. acht
ten dan ook dezen toestand zeer ernstig
6n zij kwamen met maatregelen bij den
paad om althans voorloopig met de steun
verlening door te kunnen gaan. Deze
paatregelen bestonden eenerzijds in bezui
niging op uitgaven en anderzijds in ver
hooging van inkomsten, waarvan 't meest
ihgrij pende voorstel wel was, dat om
partem voor de berekening der gemeente-
tondsbelasting in de 2e klasse te plaatsen,
wat een verhooging van de belasting mee
brengt. Op deze wijze konden B. en W.
®en bedrag van f 543.000 verkrijgen. Over
ne nog ontbrekende zeven ton wilden B.
ten^' den Raad later nog eens laten Pra"
Yait half twee gistermiddag tot half elf
gisterenavond heeft de Raad zich met deze
°orstellen en den financieelen toestand
der
gemeente bezig gehouden en wan-
?eer men alleen de lengte der debatten
n overweging neemt, mag de Haarlemsche
jprgerij tevreden zijn over de zorg van
nare vertegenwoordigers voor de gemeen
ds. Of het resultaat gisteren evenredig
™as aan den stroom van welsprekendheid,
pe op het Prinsenhof uitvloeide, mag ech-
p worden betwijfeld. Het slot toch was,
pt de voorstellen van B. en W. ongewij-
igd werden aangenomen.
"it den Raad kwam de opmerking, dat
p toelichting, die B. en W. bij hun voor
tellen hadden gegeven, te sober was en
01e klacht was gegrond en werd de schuld
an den langen duur der debatten. Wet
houder Slingenberg was niet erg gelukkig
pet zijn verontschuldiging van dit ver-
.aitn. Er was zoo'n groote haast bij de be
handeling van het voorstel, zeide hij, dat
r geen tijd overbleef voor een betere voor
leiding. Maar hij had tijdig kunnen be
enken, dat plichtsgetrouwe raadsleden
11 dat zijn de leden van den Haarlemschen
a.ad immers allen willen weten op welke
pjze zou worden bezuinigd. Uit de op-
0thming der posten was dit niet op te
diaken en ook de betrokken commissies
?J?t uitzondering van de commissie van
„"®tand voor de financiën waren niet
phoord. Het bleek ook, dat op verschillen
ds Posten was geschrapt zonder dat B. en
hJ- eigenlijk wisten hoe de bezuiniging zou
paats hebben. En nu moge het waar zijn,
dat
- op een begrooting van vijf ton voor
et Groote Gasthuis allicht f 20.000 zijn te
lert begrijpelijk was het, dat de raads-
eden vroegen hoe die bezuiniging zou
r,laats hebben en reeds bij voorbaat vast-
iden hoe het niet moest gebeuren. Dit
as ook het geval voor „Onderwijs" en
m°r den post „onderhoud van straten en
egen". Hierop was f 70.000 geschrapt en
de Wethouder motiveerde dat met de me-
yedeeiing, dat van de op de begrooting
j tgetrokken f 190.000 op 1 Mei nog maar
10.000 gebruikt was. In tijden als waarin
leven kunnen dergelijke dictatoriale
tpuinigingen noodig zijn. Wij prijzen
arlem ook gelukkig met zijn krachtigen
moedigen wethouder van financiën,
maar het verzoek om wat uitvoeriger voor
leiding van de voorstellen was waarlijk
geen luxe.
Alle raadsleden waren het eens, dat de
h°dtoestand, die ontstaat door de uit-
Gering aan werkloozen en gesteunden
ethouder Slingenberg legde er den na-
v Vfk op, dat - zich in alle groote steden
etzelfde verschijnsel doet gelden niet
st<vfn op de inwoners van de betrokken
®uen mag worden afgewenteld, maar
°et worden gedragen door de inwoners
tgb geheel Nederland. Dit had de geboorte
hgevQigg van twee moties: de eerste, iet-
hp °ngelukkig geformuleerd, was van den
v 6f Joosten; de tweede van den heer Bij-
et vroeg aan de regeering de lasten aan
t= uitkeeringen verbonden meer gelijkma-
J over alle inwoners van Nederland te
ueelen. Wethouder Slingenberg betoog-
j. dat B. en W. deze aansporing van den
ïeaad niet noodig hadden, want dat zij
ben van plan zijn in die richting stap-
gj.u te doen. In dit verband stak de heer
Ugenberg den heer Van Liemt een pluim
jP den hoed voor wat deze reeds eenige
tg^Uden geleden van de regeering had we-
dra los kriJgen- Met den nieuwen aan-
2eaUg uit den Raad zouden B. en W., ver-
(j ^erde de heer Slingenberg, met verjong-
Vur' 11106(3 vandaag beginnen met opnieuw
Va»,®e kolen te stapelen op de hoofden
ties de Regeringspersonen. De beide mo-
getr(^erden na die vurige toezeggingen in-
bierf heer Joosten achtte den tijd geko-
°Ver t01 de stichting van een crisisfonds
ten te gaan teneinde op die wijze de las-
V van dezen tijd over een aantal jaren te
biet ulen' Wethouder Slingenberg wilde
dat ,T_eweren> dat niet te eeniger tijd naar
v0" Middel zou worden gegrepen, maar
da' Het onverantwoordelijk als de Raad
gaan gisteren nu al toe zou zijn ovcrge-
t^ep ^nder opzicht was de heer Joosten
narn koning dan de koning zelf en diende
Ctn S de s- D- A- U- een amendement in
Ce °P de gemeentefondsbelasting 100 op
en te heffen inplaats van 80 zooals B.
ook voorstelden. De heer Klein voelde
blaar r een Heffing van 100 opcenten
ste met behoud van Haarlem in de eer-
kotnpiasse- HiJ wenschte hierdoor te voor-
dat de lagere inkomens onevenredig
gere ,r zouden worden belast dan de hoo-
Zjjv, mkomens. De heer Joosten bleef met
Hu y°.orstel in de lijn, die de S. D. A. P.
tiiivp Jaren volgt: heffen van hooge belas-
de ann' Wethouder Slingenberg wenschte
te^geboden 100 opcenten niet te accep-
dat i1' en motiveerde dat met te zeggen,
lem verschillende belastingen in Haar-
h°0Rd t jaar toch al belangrijk zijn ver-
Heele 'uZi00aIs de grondbelasting, de perso-
ti^- belasting en de gemeentefondsbelas-
Cehteri Wethouder was ook tegen 100 op
der Cn' Pmdat Haarlem op die manier on-
en ^„j'utrole zou komen van de regeering
tep zo i vraag is of zij dat goed zou keu-
Hiiddpi° g Haarlem nog niet alle andere
de vra Heeft uitgeput, nog afgezien van
tröie tag of Het prettig zou zijn onder con-
WetK^staan van de regeering. Ook had de
0ftidat rt0r Hezwaar tegen de 100 opcenten,
ongei1,06 belastingbetalers in dit jaar met
beta]pvf lg weinig inkomen zullen moeten
pver °ver hun inkomen van 1931, d.w.z.
Hebber,6winsten, die de bedrijven in 1930
tVetho^p baald. Tenslotte zal, volgens den
ihkomp een dergelijke belasting vele
tijd lap?? op de vlucht drijven. Zooals al-
gUltient de s- A. P. om dit laatste ar-
®h jj° maar wie even aan Bloemendaal
tighpiJmstede denkt, begrijpt de luchthar-
Hef der s- D. A. P. niet goed.
tinj>enVoorstel der S. D. A. P. om de belas-
hog meer te verhoogen werd verwor
pen en het werd voor haar een reden om
tegen de geheele voordracht van B. en W.
te stemmen.
Natuurlijk dropen gisteren de debatten
van politiek. Niet alleen door toedoen van
den heer Peper, die (de hemel beware je
voor zoo'n raad!) zelfs aanbeval te trachten
Haarlemsche werkloozen in Rusland ge
plaatst te krijgen, maar ook doordat de S.
D. A. P. van de gelegenheid gebruik maak
te om de in de laatste jaren gevolgde fi-
nancieele politiek te hekelen, wat wethou
der Slingenberg de nuchtere opmerking
ontlokte, dat als hier de door de sociaal
democraten aangeprezen politiek ware ge
volgd, Haarlem nu nog veel dieper in den
put zou zitten. Hij staafde zijn oordeel met
eenige voorbeelden. De heer Reinalda
trachtte ook op eenigszins'doorzichtige wij
ze het odium van de door B. en W. voor
gestelde maatregelen op de rechtsche frac
ties te werpen en toonde zich ontstemd
over de wijze waarop de voorstellen der
S. D. A. P. waren ontvangen. De heer Bij
voet pareerde deze listigheid in een kort
betoog met juiste argumenten.
De heeren Klein en Visser vestigden de
aandacht op het feit, dat Haarlem nog altijd
het subsidie mist voor het Middelbaar On
derwijs, omdat hier voor de salarissen der
leeraren nog altijd wordt afgeweken van de
rijksregeling. Er bleek in den Raad ook wat
dit punt betreft onder den druk der tijden
een kentering te zijn gekomen en de wet
houder verklaarde, dat wanneer de andere
groote steden de Rijksregeling aanvaarden,
Haarlem zeker niet op een eiland zal blij
den. Mevrouw Scheltema vroeg aan B. en
W. te willen nagaan, hoeveel voordeel de
gemeente zou hebben als de werkloozen
naar het Burgerlijk Armbestuur zouden
worden verwezen. Over deze uitlating had
zij een roffelvuur van verwijten te verdu
ren van den heer van Liemt, wethouder voor
het armwezen. Deze deelde mede, dat van
een verlaging der normen geen sprake kon
zijn.
De debatten hebben gisteren een treurig
beeld opgehangen van den financieelen
toestand der gemeente Haarlem, maar de
Raad heeft de moeilijkheden nuchter onder
het oog gezien en wij hebben met name
met genoegen naar de bondige en goed ge
argumenteerde zakelijke opmerkingen ge
luisterd van den heer Castricum, die het
standpunt der rechtsche fracties verdedigde.
Onze bewondering werd niet geringer na de
kleineering van den heer Reinalda, die het
betoog van den heer Castricum betitelde
als een bestrijding beneden maat. Die be
wering was ongegrond.
Het is intusschen te wenschen, dat B. en
W. er in zullen slagen de Regeering te over
tuigen, dat er langzamerhand in Haarlem
een noodtoestand ontstaat en dat spoedige
hulp dringend noodig is.
Het was na dit debat voor den heer van
Kessel een heele toer om nog de aandacht
van den Raad te krijgen voor zijn voorstel
om aan een drietal ontslagen arbeiders een
gratificatie te geven. Dezen zijn vroeger in
dienst der gemeente Schoten geweest en
daarna in lossen dienst door Haarlem over
genomen. De heer van Kessel wees er op,
dat de gemeente Haarlem in alle geval voor
die menschen zal moeten betalen, hetzij via
het Burgerlijk Armbestuur, hetzij door het
uitbetalen van een gratificatie. Hij achtte
het juister en voor de betrokkenen grooter
voldoening, als zij een gratificatie zouden
krijgen. Hij stelde voor 10 per week te
geven. De heer Baas wilde 300 per jaar
geven en de S.D.A.P. kon zich ten behoeve
van deze arbeiders niet hooger opwerken
dan tot een voorstel eenige guldens per
week te geven. De heer Van Kessel boekte
een gedeeltelijk succes: het voorstel-Baas
werd aangenomen. Hij kreeg niet alles wat
hij verlangde, maar kon tevreden zijn over
zijn initiatief.
Door het later uur viel ook het voorstel
van B en W., om ook de autobus-concessie
aan de Haarlemsche Brockway, die in 1933
afloopt, te verlengen tot 1938, een minder
grondige behandeling ten deel. Het was een
belangrijk onderwerp, omdat de uiteinde
lijke goede regeling van het verkeer in onze
stad daar nauw verband mede houdt. De
verkeersregeling in Haarlem lijkt naar niets
en wordt erg geschaad door het feit, dat er
in Haarlem twee concurreerende maat
schappijen zijn.
De Raad ging met de verlenging accoord.
Ware er tijd geweest, dan zou hierover
dunkt ons een vrij langdurig debat zijn ont
staan, waarbij over de verklaringen van
wethouder Gerritsz nog wel het een en an
der te zeggen zou zijn geweest.
Maar het was middernacht geworden en
alle raadsleden verlangden naar bed.
Op het tweede crisis-congres van de Alge-
meene R.K. Werkgevers-Vereeniging, dat een
dezer dagen in den Haag werd gehouden, en
waarop volgens den voorzitter Mr. Steen-
berghe, het beleid der regeering in de crisis niet
afbrekend, doch opbouwend is becritiseerd,
sprak de heer B. J. M. van Spaendonck over
Hij begon met zijn voldoening uit te drukken
over het feit, dat in de kringen van de indu-
strieelen en daarbuiten de inzichten van zeer
velen zijn gewijzigd en neigen naar een meer
actieve handelspolitiek.
Dit congres wil de regeering wijzen welke
nieuwe gereedschappen zij in dit verband in
haar politieke timmerkist noodzakelijk nog
moet aanschaffen en wil haar demonstree-
ren hoe zij die gereedschappen heeft te han-
teeren.
Tegen den overmatigen invoer is door de re
geering opgetreden door de indiening van de
Crisis-invoerwet, die helaas twee maanden noo
dig had om de beide Kamers te passeeren en nog
gehavend werd door het amendement-Oud, dat
het Parlement over de wenschelijkheid van al
lerlei contingenteeringen wil laten oordeelen.
De regeering heeft van haar door deze wet
verleende beperkte bevoegdheid niet voldoende
gebruik gemaakt. Veel te weinig artikelen zijn
gecontingenteerd.
Voorts wordt bij de bepaling van het tempo
en van den omvang der contingenteeringsmaat-
regelen een Invloed aan buitenlandsche regee
ringen en belanghebbenden toegekend, die om
gekeerd evenredig is aan de mate, waarin het
buitenland met onze belangen rekening houdt.
Een groot gedeelte van het kwaad is te ver
helpen, wanneer men alle betrokken partijen
wenscht toe te laten in de commissies, die het
voorbereidende werk doen.
Intusschen zal ook de crisis-invoerwet, al
wordt zij nog zoo royaal toegepast, niet in staat
zijn een blijvend herstel te waarborgen aan het
heele bedrijfsleven; die kan alleen komen van
een weer opnieuw openen der exportmogelijk
heden voor ons land.
De tweede spreker, Dr. L. G. Kortenhorst, be
handelde:
Ook deze spreker begon met het feit te con-
stateeren, dat er een snelle verandering heeft
plaats gegrepen in de houding der Nederland-
sche economisten ten opzichte der actieve han
delspolitiek. De inkrimping van den Nederland-
schen export, de daling van de conjunctuur is
van te zeer ontstellenden aard geweest Cijfers
hierover toonen dit overduidelijk. En een blik
op onze betalingsbalans is in staat om ook den
meest optimistischen vrijhandelaar aan het
twijfelen te brengen. Het gaat niet langer meer
aan om aandacht te besteden aan de belangen
van anderen, die ons met tolmuren en gedepre-
cieerde valuta's aanvallen en zich trachten op
te sluiten in een autarkie. Wij leven in een
oorlogstoestand, waarin wij elkander nu een
maal tot nadeel zijn.
Een gezonde politiek moet ernaar streven
boven alles de koopkracht van ons volk in
stand te houden. Daartoe moet het parool ge
geven worden: „Nederland koope slechts daar,
waar het buitenland van ons koopt en daarom
betalen wil." Terug dus tot het zuivere ruil
handelssysteem.
Onze strijdkrachten moeten mobiel gemaakt
worden in grootere mate dan tot nu toe is ge
schied. Een strenger optreden tegen de oneven
redige contingenteeringspolitiek van andere
landen tegen het onze is gewenscht. Evenals
het streven naar een betere regeling van het
deviezenverkeer, door het opheffen van de di
verse restricties. Alleen actieve handelspolitiek
kan ons uit het moeras helpen.
De mobilisatie is noodzakelijk, omdat in
dezen oorlog zal gelden: wee den overwonnene!
In de besprekingen, die hierop volgden,
schetste Mr. Dr. Louis Regout de moeilijkheden
der Maastrichtsche aardewerkindustrie, en ver
klaarde o.a. dat, wanneer door invoerbelemme-
ringen de binnenlandsche consumptie zich
weer zou richten tot de eigen producten, het
zou kunnen blijken, dat dergelijke belemmerin
gen volstrekt niet steeds de exportbedrijven be-
nadeelen. Hij wenschte geen protectie door dik
en dun, doch pleitte voor een gematigde beper
king voor maatregelen dus, die werkelijk ge
matigd zijn en werkelijk beperken. En daar
hapert in de contingenteeringspolitiek der re
geering nog veel aan.
Verschillende sprekers behandelden vervolgens
de tapijtindustrie, het sigaren- en sigaretten-
bedrijf, de metaalindustrie, de textielindustrie,
den schoenenafzet, het wolbedrijf, de leder-
markt, het Belgisch brood en den broodprijs in
het algemeen, terwijl de laatste, de heer Se
niors A Maas begon met te constateeren, dat dit
congres heeft aangetoond, dat- 't gezegdein ern
stige tijden moet men niet vergaderen, want dan
ontmoedigt men elkaar, niet altijd waar is. Er
is hier ook een weg gewezen, die tot een oeteren
toestand kan leiden. Men heeft zich hier be
paald tot het beschouwen van de kwestie uit
sluitend uit een oogpunt van handelspolitiek
en het is bij deze beschouwingen gebleken hoe
zeer diegenen onbekwaam zijn, van wier be
kwaamheid de welvaart van ons land in deze
zware tijden afhangt. Het is te hopen, dat dit
congres verbetering brengt in den toestand;
wat alleen kan worden bereikt wanneer aan zjn
eischen kracht wordt bijgezet. Wat weer alleen
dan mogelijk is, wanneer aansluiting met ande
ren, met het Werkliedenverbond, met landbouw
en veeteelt, wordt gezocht. Zoo moet thans de
leuze zijn: Nederlanders, in het belang van het
heele land, vereenigt U.
(Gedeeltelijk geplaatst in een vorige oplaag).
Op 29 Sept. a.s. zal de oud-opperbevelhebber
van Land- en Zeemacht, generaal C. J. Snij
ders, zijn tachtigsten verjaardag vieren.
Onder voorzitterschap van den -oud-minister
van oorlog, het Tweede Kamerlid J. J. C. v a n
D ij k heeft zich een comité gevormd, dat voor
nemens is den generaal bij de huldiging een
legpenning in goud aan te bieden, met beel
tenis en opschrift en voorts een bronzen ge
denkplaat aan te brengen in het Gedenkteeken
voor Leger en Vloot te Scheveningen. dat de
herinnering levendig houdt aan de plichtsbe
trachting van de gemobiliseerde weermacht in
de jaren 1914 tot 1918.
Teneinde het voor ieder mogelijk te maken
aan de huldiging deel te nemen, wordt de bij
drage bepaald op 0.10; elk grooter bedrag is
natuurlijk van harte welkom.
Tot het verzamelen der bijdragen zal de me
dewerking worden ingeroepen o.m. van ver-
eenigingen en organisaties, waarvan oud-gemo-
biliseerden en militairen als zoodanig deel uit
maken. Voorts kunnen de bijdragen worden
gezonden aan den penningmeester van het co
mité, adres Wilhelminastraat 119, den Haag,
of worden gestort op de postrekening van het
„Comité huldiging Generaal Snijders", giro
nummer 195172 Kantoor 's Gravenhage.
Mogelijk overblijvende gelden zullen worden
aangewend ten behoeve van oud-militairen van
Land- en Zeemacht.
In het eere-comité, waarvan Z. K. H. Prins
Hendrik beschermheer is, hebben zitting de Mi
nister van Defensie, mr. dr. L. N. Deckers en
de oud-ministers mr. P. W. A. Cort van der
Linden, N. Bosboom en J. J. Rambonnet.
BUITENZORG, 11 Mei (Aneta). De gouver
neur van Sumatra's Oostkust seint, dat een
agent van de veldpolitie te Goenoeng Sahilang,
Bala Samoei, die meende dat zijn vrouw over
spel pleegde, uit jaloezie schoten loste op drie
zijner collega's. Hij verwondde bij zijn arres
tatie den posthuiscommandant en twee agen
ten. Een zijner collega's werd direct gedood,
terwijl een ander zwaar gewond werd en later
overleed, zoodat er totaal bij dit drama twee
dooden zijn gevallen. De gearresteerde dader
is thans rustig. Hij was in het bezit van pa
tronen doordat hij wachtdienst had.
TELOK BETONG, 10 Mei (ANETA) Een
groote brand brak te Tandjong Karang uit en
vernielde zeven Chineesche toko's. De gebou
wen waarin de toko's gevestigd waren, waren
eigendom van de firma Lauw Tjan te Batavia.
De brandweer verrichtte schitterend werk. De
schade bedraagt 50.000.—, terwijl een toko
slechts verzekerd was. De gebouwen waren ech
ter niet verzekerd.
Met eenig ceremonieel heeft Z.H.Exc. Mgr.
Dr. W. G. Lemmens bisschop van Roermond
Dinsdagmiddag de eerste spade in de grond gé-
stoken voor de grondwerken van het nieuwe
en grootsche Retraitehuis te Heerlen, dat thans
gaat verrijzen naast het Aambosch en boven
op den Molenberg.
Z.H.Exc. was vergezeld van den HoogEerw.
Deken Nicolal, burgemeester van Grindsven
prof. Dr. Ferron, den architect ir. Peutz en
den aannemer, den heer Bartels.
Nadat Ir. Peutz den bisschop eenige inlich
tingen verstrekt had, huldigde Z. H. Exc. al
lereerst de nagedachtenis van Mgr. Schrijnen
z. g., wiens naam voorgoed aan dit retraitehuis
zal blijven verbonden.
Vervolgens bracht hij dank aan den vicaris-
generaal Mgr. Bouduin, aan deken Nicolai,
Prof. Dr. Ferron, die volgens hun eigen woor
den als schooiers, maar dan als eerlijke
schooiers door het Limburgsche land getogen
zijn om het geld te bedelen dat voor den
bouw noodzakelijk was. Ook bracht Mgr. dank
aan den burgemeester, den architect en den
aannemer.
Daarna stak Z. H. Exc. de spade in den
grond.
Het Tweede Kamerlid de heer De Visser heeft
aan den Minister van Justitie de volgende vra
gen gesteld:
Is het de Regeering bekend, dat bij een goed
deel der bevolking van Eindhoven met stijgen'
de ontstemming wordt kennis genomen van het
wederrechtelijk optreden van de Philipsbedrijfs
politie, die zich veroorlooft, ook buiten de ter
reinen der Philipsfabrieken als politie op te
treden en een ongekende terreur op bepaalde
bewoners toepast?
Is het der Regeering bekend, dat deze par
ticuliere politie onder leiding van haar zooge-
naamden inspecteur in de stad vaak politie
diensten ten uitvoer legt en er zelfs niet tegen
op ziet daarbij van vuurwapens gebruik te
maken?
Is het der Regeering bekend, dat genoemde
bedrijfspolitie zich herhaaldelijk schuldig maakt
aan hinderlijk volgen van personen en hierbij
zoover gaat, de huizen van bepaalde personen
dag en nacht te bewaken, vaak door de brie
venbus poogt te beluisteren welke gesprekken
binnenshuis worden gevoerd en door de gor
dijnen tracht te bespieden welke handelingen
in woningen van de betrokkenen worden ver
richt?
Is het der Regeering bekend, dat genoemde
bedrijfspolitie vaak vervolgingen doet instellen
zonder dat de vervolgden er iets van weten, dat
tegen hen proces verbaal is opgemaakt en dat
ook bestraffing ten gevolge daarvan plaats
heeft?
Wil de Regeering oogenblikkelijk maatregelen
treffen, dat aan dit optreden van de Philips
bedrijfspolitie een einde wordt gemaakt en, in
dien een onderzoek naar een en ander wordt
ingesteld, zich niet uitsluitend doen voorlich
ten door de politioneele autoriteiten, die dit
optreden blijkbaar billijken?
In een Dinsdagavond in het Gildenhuis te
Roosendaal gehouden vergadering van de afd.
Roosendaal :an den R.K. Bond van Spoor- en
Trampersoneel „St. Raphael", om te pro
testeeren tegen de aangekondigde loonsverla
ging, werd o.m. mededeeling gedaan van een
zoo juist nog ontvangen schrijven van het
hoofdbestuur van „St. Raphael" omtrent het
standpunt van den Minister van Waterstaat. In
dit schrijven werd n.l. bericht, dat blijkens het
ingenomen standpunt van den minister, het
spoorwegpersoneel wel niet aan loonsverlaging
zou kunnen ontkomen, maar dat den organisa
ties werd verzocht alsnog in overleg te treden
met de directie der Ned. Spoorwegen. Hieruit
leidde men af, dat er nog wel het een of ander
te bereiken zou zijn.
Na nog uitvoerige besprekingen werd als re
sultaat daarvan aan het slot der vergadering
een motie aangenomen van den volgenden in
houd:
„De afdeeling Roosendaal, enz., gehoord de
inleiding betreffende de te verwachten loons
verlaging ad 10 pet., verklaart zich solidair
met het terzake ingenomen standpunt van het
hoofdbestuur; wijst iedere loonsverlaging als
zijnde in hooge mate onbillijk af, vertrouwt, dat
het hoofdbestuur alles zal doen om de verlaging
tegen te houden, in samenwerking met andere
vakbonden, zoo mogelijk mede door den Perso-
neelraad."
BUITENZORG, 11 Mei (Aneta). Op den ge
zaghebber van Sinabang, den heer A. Hof,
werd door een Inlander Njasouman, van wien
men vermoedde dat hij krankzinnig was een
aanslag gepleegd.
De Gouverneur van Atjeh seinde heden: De
gezaghebber van Sinabang meldt nader, dat
Njaseuman niet krankzinnig was doch levens
moede in verband met huiselijke zorgen. Hij is
weduwnaar met drie jonge kinderen en had
groote moeite om in zijn levensonderhoud te
voorzien. Hij verklaarde daarom den dood te
willen zoeken, waarvoor hij de in Atjeh ge
bruikelijke methode volgde van het plegen van
een aanslag.
Uit het voorloopig onderzoek blijkt, dat het
feit op zichzelf staat en geen politieken onder
grond heeft.
BUITENZORG, 11 Mei. (Aneta.) Omtrent den
aanslag pp den gezaghebber van Sinabang. den
heer A. Hoff, seinde de Gouverneur van Atjeh,
dat Njaseuman, van wien men aanvankelijk
vermoedde, dat hij krankzinnig was, de wo
ning van den gezaghebber binnendrong en den
heer Hoff aanviel, waarbij deze zeer licht ge
wond werd. Een bediende van den heer Hoff
werd echter zeer zwaar gewond. De dader werd
onmiddellijk gearresteerd.
BANJOEWANGI, 10 Mei. (ANETA) Voor
den Landraad alhier zal op 19 Mei a.s. de zaak
van Bajoe Kidoel behandeld worden, n.l. de
zaak van den aanslag van vier Madoereesche
koelies op de employes Huysmans en Heyligers,
die afschuwelijk met kapmessen werden ver
wond, doch tenslotte hersteld zijn.
DEN HAAG, 11 Mei '32.
Met het ontwerp tot instel! ng van den Eco-
nomischen Raad is de Kamer heden gauw klaar
geweest. Door de geweldige opruiming, gisteren
onder den vloed van amendementen gehouden,
waren een aantal amendementen, p latere arti
kelen, die de consequentie vormden van de gis
teren verworpene of ingetrokkene, komen te ver
vallen, zoodat de rest van de wet niet veel tijd
meer vergde. A.s. Vrijdag heeft de eindstemming
plaats en wordt het ontwerp met groote meer
derheid van stemmen aangenomen.
Zelfs de stem van Baron van Voorst tot
Voorst zal het kunnen verwerven. Immers,
hij zag zijn amendement, om naast de erkenning
van Middenstandsraad en Nijverheidsraad ook
de mogelijkheid van erkenning van thans nog
niet bestaande adviescolleges open te houden,
met 52 tegen 19 stemmen aanvaard. Dientenge
volge kan in de toekomst de landbouw een eigen
adviescollege vormen en kan de Kroon dit col
lege als zelfstandig erkend adviescollege in het
stelsel van den Economischen Raad inschakelen.
Aangezien de Katholieke agrarische deskundige
het terecht of ten onrechte als een nadeel
voor den landbouw beschouwt, als b.v. de land
bouwbelangen in een vaste of bijzondere com
missie van den Economischen Raad zouden wor
den behandeld, omdat zij dan kans zouden kun
nen loopen, tezeer in verband met andere eco
nomische belangen te worden bezien, is door de
aanneming van zijn amendement zijn bezwaar
ondervangen. Want het erkende adviescollege
brengt rechtstreeks aan de Regeering advies uit,
terwijl de adviezen van de vaste en bijzondere
commissies steeds den Raad eerst passeeren.
Dit was heden wel de belangrijkste wijziging.
Daarnaast is nog aangenomen het amende
ment-J o e k e s, waarover we gisteren reeds
schreven en dat ten doel heeft, buiten twijfel
te stellen, dat over een onderwerp, waarover
een der erkende colleges wordt gehoord, ook
nog het advies van den Economischen Raad
kan worden ingewonnen. En tenslotte is op
art. 8, regelende de bijzondere commissies ad
hoc, die de Raad kan instellen, een amende
ment-V an Hëllenberg Hubar aanvaard,
dat ook voor die bijzondere commissies in de
wet vastlegt, dat daarin althans voor een deel
leden van den hoofdraad moeten zitting heb
ben. Dit alweer ter verzekering van de meer
dere eenheid in het systeem.
De vele woorden, in den loop der jaren in
de Tweede Kamer reeds gewijd aan de toe
passing van de Ongevallenwet 1921, hebben op
17 Maart van het vorige jaar, toen er over
een bijzonder geval een debat was ontstaan
naar aanleiding van een adres van iemand,
die zich gedupeerd voelde, tot een motie-K. ter
Laan geleid, die de Regeering uitnoodigde, eene
herziening te overwegen van het hoofdstuk der
wet, dat den omvang en de berekening van de
schadeloosstellingen regelt. Daarna heeft de
fractiegenoot van den heer K. ter Laan, de
heer Drop, aan het Voorloopig Verslag van de
Arbeidsbegrooting een nota over dezelfde ma
terie toegevoegd, waarop Minister Verschuur
uitvoerig bij zijne Memorie van Antwoord ge
reageerd heeft.
Thans is deze kwestie aan de orde gekomen
en is de al of niet noodzakelijkheid van eene
herziening der Ongevallenwet in den breede
bezien. Na een inleiding van den voorsteller
der motie heeft de heer Drop in een zeer
uitvoerig en zeer minutieus op allerlei speciale
gevallen ingaand betoog den Minister alsnog
trachten te overtuigen, dat de huidige toepas
sing van de wet tot ongewenschte en onbil
lijke toestanden leidt. Wèl schijnt hü tot de
conclusie te zijn gekomen, dat de formuleering
van de wet zelf een rechtvaardige en hem be
vredigende toepassing mogelijk maakt. Maar
met dat al is hij natuurlijk nog lang niet, waar
hij wezen wil, want, zooals hij de zaak ziet,
deugt nu eenmaal de uitvoering van de wet
in tal van gevallen niet. En daarom kwam hü
in de noodzakelijkheid, de motie in dier voege
te wyzigen, dat zü thans de wenschelükheid
uitspreekt van een onderzoek naar de vraag,
of inderdaad de wet wordt uitgevoerd op een
wijze, die volledig strookt met haar sociale
strekking en haar sociale doel, en dat zü voor
dat onderzoek de instelling vraagt van een
commissie, waarin vertegenwoordigers van de
Regeering, van de Rüksverzekeringsbank, van
de verschillende beroepsorganen en uit werk
gevers- en werknemerskringen zitting moeten
hebben.
Men is van oordeel en van Katholieke
züde werd dit ook door den heer Kuiper
geuit dat de uitvoering te verzekerings
technisch is en teveel vastzit aan de mate,
waarin de medicus het percentage van de ar
beidsongeschiktheid vaststelt. Daarbü ontstaat,
doordat men niet voldoende rekening houdt
met de sociale omstandigheden, waarin de door
een ongeval getroffen verzekerde verkeert, eene
divergentie tusschen de schattingsinvaliditeit
en de werkelükheidsinvaliditeit. En dit leidt in
een vrü aanzienlek aantal gevallen tot te lage
uitkeeringen en tot groote ellende voor den
betrokkene.
De heer Kuiper die evenals trouwens de
beide sociaal-democraten voor de wet zelf groo
te waardeering heeft heeft dit in een rustig
en minder dan dat van den heer Drop zich
in détails verliezend betoog uiteengezet. Ook
hü is van meening, dat de uitvoering van de
Ongevallenwet niet geheel op de hoogte van
haar tijd staat. Want het moge volgens hem
onloochenbaar zün, dat de groote oorzaak van
de werkloosheid de crisis is, dit neemt niet
weg, dat een deel van de werkloozen zün werk
gelegenheid heeft verloren door verbeterin
gen in de techniek van het bedrüf. door ra
tionalisme enz. Deze laatste aan het bedrüf
zelf inhaerente oorzaak maakt natuurlük in
nog veel erger mate het vinden van werk moei-
lük voor hen, die door een ongeval gedeeltelük
invalide zün, zoodat het alleszins rationeel zou
zün, zoo men bü de vaststelling van de schade
loosstelling, die uit het ongeval voortvloeit,
naast dê mate van verminderde arbeidsge
schiktheid meer dan totnogtoe ging rekening
houden met de mate, waarin de overblijvende
arbeidsgeschiktheid kan worden productief ge
maakt. Maar of dit nu allemaal moet worden
bewerkstelligd door een groote commissie te
gaan instellen, die allerlei gevalletjes moet
gaan uitpluizen? Het nut van zulk een me
thode betwüfelen wij ten zeerste. Want ook de
heer Kuiper kwam met een motie, welke die
van de sociaal-democraten nog overvleugelde.
Hü wil mede de Beroepswet en de wet op de
Rüksverzekeringsbank in dit onderzoek be
trekken.
Was de, heer Snoeck-Henkemans het
wel eenigermate met het uitgangspunt van den
heer Kuiper eens, voor een commissie voelde
hij niet veel en hij wees in dat verband op het
voorbeeld van een vroegere commissie, die ook
eens op het gebied van het verzekeringsrecht
gevalletjes zou gaan uitpluizen en toen ondanks
haar oproep uit de betrokken kringen niet één
geval kreeg opgegeven. De anti-revolutionnair
Smeenk had meer waardeering voor de uit
voering der wet, terwül i r. Vos waarschuwde,
toch vooral voorzichtig te zijn met critiek op
de medici, die een heel moeilijke taak hebben,
een taak, die niet weinig wordt verzwaard door
het feit, dat zü nogal eens met simulanten
hebben te doen.
Morgen krügen wü mr. V e r s c h u u r's
standpunt te vernemen. Hü ving reeds heden
zijn rede even aan en hü was, toen hij de
methode, om zulk een breede kwestie aan de
hand van allerlei incidenteele gevalletjes te
behandelen, vriendelük hekelde, zoo gezellig en
bekwaam debatteerend aan den gang, dat mr.
Marchant, die altüd glunder naar dezen be
windsman luistert, droogjes zich liet ont
snappen: „Jammer! U was net zoo op dreef!",
toen het bleek, dat de rest van het betoog pas
morgen komen zou.
Dat met de uitvoering van de Ongevallenwet
alles voor honderd procent in orde is, wil Mi
nister Verschuur dat erkende hü heden
reeds natuurlük niet beweren. Maar er is
toch alleszins reden tot tevredenheid, al geeft
hij gaarne toe en zal hü daarnaar ook han
delen dat aan tevredenheid altijd deze ge
vaarlijke kant zit, dat men geneigd raakt, het
streven naar nog meer verbetering achter
wege te laten.
Over bovengenoemd onderwerp sprak Prof.
Dr. J. A. Veraart in de gecombineerde vergade
ring van de kiesvereenigingen der parochies
Elandstraat, Beeklaan en Kamperfoelieplein in
het Agnes-patronaat te 's-Gravenhage.
Spr. begon met uiteen te zetten, het verschil
tusschen de twee momenten van de katholieke
sociale politiek: de verschüning van Rerum No
varum in 1891 en de verschijning van Quadra
gesimo Anno in 1931. Zwaartepunt in de eer
ste encycliek was de bestrijding van de on-
menschelijke toestanden, die door de ontwikke
ling der moderne industrie voor de arbeiders
waren ontstaan. De in het productie-proces van
de 19e eeuw tot ellende gebrachte arbeiders
klasse was het felle punt van aanklacht van
Leo XIII. Dat heeft dan ook geïnspireerd de
hervormings-gezinde politiek van de tachtiger
jaren tot den oorlogstüd. De houding van Leo
XIII heeft met de werkzaamheid der Duitsche
katheder-socialisten en later ook met die van
de revisionistische socialisten geleid tot den op
bouw van de sociale wetgeving zooals die in bü-
na alle beschaafde landen geleidelijk is vol
groeid.
Na den oorlog brak een nieuwe beweging
zich baan. De grootste ellende was geweken;
de sociale wetgeving hand in hand met de ac
tie der vakvereenigingen had een arbeiders
klasse geschapen, die niet meer door het pro
ductie-proces ten gronde ging en die in vele
gevallen als resultaat van dat productie-proces
een eenigszins redelük bestaan kon boeken.
Maar daarmee was nog niets geschied tegen
den alles beheerschenden misstand van het ka
pitalisme zelf, dat niet slechts voortging met
een productiewüze, die zich niet richtte op re
delijke voorziening in de redehjke behoeften,
maar die zelfs de kapitalistische hoofdtendenz
van productie en winst nog vergrootte en ge
boren zag worden de ontaarding van de over-
heersching der super-ondernemingen over het
geheele economische en maatschappelijke leven.
De katholieke en andere hervornaings-ge-
zinde sociologen en economisten van den na-
oorlogschen tüd streefden naar een aantasting
van dit hoog kapitalisme. Een deel van hen
zag heil in economische revolutie; men denke
aan het Russische voorbeeld. Een ander deel
wendde zich geheel tot socialisatie, maar stuitte
daarbij op de onoplosbare moeilükheid van de
internationale verhoudingen en bovendien op de
onmogelükheid om aannemelük te maken, dat
een redelük productie-proces zonder een af
zonderlijke ondernemersgroep uitvoerbaar was.
De realisten onder de hervormers kozen den
weg der publiekrechtehjke bedrüfs-organisa-
tie, die al het bruikbare in de bestaande eco
nomische organisatie aanvaardde, maar op de
krachtigste wijze deze ordening wilde vervor
men tot een nieuwe orde, die aan producenten
en consumenten een evenwichtige verzorging
van de redelüke belangen zou waarborgen.
Het is deze groep die haar krachtigsten steun
heeft gekregen door de groote daad van Pius
XI in de encycliek Quadragesimo Anno. Daarin
wordt het hoog-kapitalisme op de scherpste
wüze veroordeeld. Maar dat is niet het voor
naamste. Herstel van het leidend beginsel der
Volkshuishouding wordt geëischt en een op
bouw van het bedrüfsradenstelsel voorgesteld.
Deze gedachten zün het nu, die leiding moe
ten geven aan onze nieuwe sociale politiek.
Zoowel de Kamerclub als de Regeering, die
alleen met onze medewerking mogelijk kan zün,
moeten zich er met volle kracht op toe leggen,
dat de generatie van Q. A. niet achterblüve bü
die van Rerum Novarum. En men mag er zelfs
bijvoegen, dat het tempo heel wat sneller moet
worden genomen dan b.v. door de katholieken
van de negentiger jaren is geschied
Naar de „N. R. Ct." verneemt, stelt mr. P,
Rink zich dezen zomer niet meer beschikbaar
voor het lidmaatschap van de Eerste Kamer.
MENADO, 10 Mei (ANETA) De Resident
van Menado, de heer A. Ph. van Aken, heeft
het gewestelijk bestuur overgedragen aan den
assistent-resident van de afdeeling, den heer
J. Oberman. De plechtigheid werd bijgewoond
door alle Europeesche ambtenaren, de districts
hoofden, den burgemeester en de kapiteins der
Arabieren en Chineezen, alsmede door de ver
tegenwoordigers van de handelswereld. Na een
Kernachtige rede van den Resident beant
woordde de dienstdoende Resident, de heer
Oberman, diens woorden en vervolgens bracht
een 1000-tal Inlandsche schoolkinderen een
aubade. Resident van Aken en züne familie
vertrokken per s.s. „Eu entsz" van de Kon.
Paketvaart Mü. naar Atjeh. Het uitgeleide was
treffend. Het scheidend gezin werd voorafge
gaan door twee tjakalele-corpsen en een corps
huzaren, gevormd uit de oud-strüders van de
Minahassa.