UIT DEN GEMEENTERAAD Ongekende terreur! UITVOERING ONGEVALLENWET LOONSVERLAGING NS. DONDERDAG 12 MEI GENERAAL SNIJDERS Eere-comité gevormd Weet de Regeering dat? Is er nog iets te bereiken? De Economische Raad Vrijdag in stemming DE TWEE MOMENTEN Naar een nieuwe orde Ha; TWEEDE CRISISCONGRES De Regeering moet krachtiger optreden de crisis en den import Huldiging van den oud-opper bevelhebber bij zijn tachtigsten ver jaardag DRAMA UIT JALOUSIE Twee menschen doodgeschoten BRAND TE TANDJONG KARANG Zeven toko's vernield DE EERSTE SPADE IN DEN GROND Voor het Retraitehuis te Heerlen De Philipsbedrijfspolitie luistert 's nachts aan de brievenbussen der Eindhovenaren Protestvergadering te Roosendaal OP HET BINNENHOF AANSLAG OP GEZAGHEBBER Slachtoffer van moedeloosheid Zijn bediende zwaar gewond KOELIE-AANSLAG Behandeling voor den Landraad Minister Verschuur uitgenoodigd een herziening in over weging te nemen Amendementen aangenomen Motie-Ter Laan c.s. Het voornaamste bezwaar Prof. dr. J. A. Veraart over: „Quadragesimo Anno en de eischen onzei practische politiek MR. P. RINK Afscheid resident Van Aken B. en W. hadden den gemeenteraad voor gerekend, dat er over het loopende be- pootingsjaar voor steun aan "uitgetrokken werkloozen f 550.000 meer noodig zouden ZlJn dan op de begrooting is uitgetrokken 6n voor uitkeeringen van het Burgerlijk P'mbestuur aan gesteunden f 580.000 meer. •Tezamen dus een tekort van f 1.130.000.. In totaal zullen de uitkeeringen aan werk lozen en ondersteunden van het B. A. pt jaar waarschijnlijk het enorme bedrag f 2.264.000 van de Haarlemsche ge meentekas vorderen. Dat zijn cijfers, die tot overpeinzing stemmen. B. en W. acht ten dan ook dezen toestand zeer ernstig 6n zij kwamen met maatregelen bij den paad om althans voorloopig met de steun verlening door te kunnen gaan. Deze paatregelen bestonden eenerzijds in bezui niging op uitgaven en anderzijds in ver hooging van inkomsten, waarvan 't meest ihgrij pende voorstel wel was, dat om partem voor de berekening der gemeente- tondsbelasting in de 2e klasse te plaatsen, wat een verhooging van de belasting mee brengt. Op deze wijze konden B. en W. ®en bedrag van f 543.000 verkrijgen. Over ne nog ontbrekende zeven ton wilden B. ten^' den Raad later nog eens laten Pra" Yait half twee gistermiddag tot half elf gisterenavond heeft de Raad zich met deze °orstellen en den financieelen toestand der gemeente bezig gehouden en wan- ?eer men alleen de lengte der debatten n overweging neemt, mag de Haarlemsche jprgerij tevreden zijn over de zorg van nare vertegenwoordigers voor de gemeen ds. Of het resultaat gisteren evenredig ™as aan den stroom van welsprekendheid, pe op het Prinsenhof uitvloeide, mag ech- p worden betwijfeld. Het slot toch was, pt de voorstellen van B. en W. ongewij- igd werden aangenomen. "it den Raad kwam de opmerking, dat p toelichting, die B. en W. bij hun voor tellen hadden gegeven, te sober was en 01e klacht was gegrond en werd de schuld an den langen duur der debatten. Wet houder Slingenberg was niet erg gelukkig pet zijn verontschuldiging van dit ver- .aitn. Er was zoo'n groote haast bij de be handeling van het voorstel, zeide hij, dat r geen tijd overbleef voor een betere voor leiding. Maar hij had tijdig kunnen be enken, dat plichtsgetrouwe raadsleden 11 dat zijn de leden van den Haarlemschen a.ad immers allen willen weten op welke pjze zou worden bezuinigd. Uit de op- 0thming der posten was dit niet op te diaken en ook de betrokken commissies ?J?t uitzondering van de commissie van „"®tand voor de financiën waren niet phoord. Het bleek ook, dat op verschillen ds Posten was geschrapt zonder dat B. en hJ- eigenlijk wisten hoe de bezuiniging zou paats hebben. En nu moge het waar zijn, dat - op een begrooting van vijf ton voor et Groote Gasthuis allicht f 20.000 zijn te lert begrijpelijk was het, dat de raads- eden vroegen hoe die bezuiniging zou r,laats hebben en reeds bij voorbaat vast- iden hoe het niet moest gebeuren. Dit as ook het geval voor „Onderwijs" en m°r den post „onderhoud van straten en egen". Hierop was f 70.000 geschrapt en de Wethouder motiveerde dat met de me- yedeeiing, dat van de op de begrooting j tgetrokken f 190.000 op 1 Mei nog maar 10.000 gebruikt was. In tijden als waarin leven kunnen dergelijke dictatoriale tpuinigingen noodig zijn. Wij prijzen arlem ook gelukkig met zijn krachtigen moedigen wethouder van financiën, maar het verzoek om wat uitvoeriger voor leiding van de voorstellen was waarlijk geen luxe. Alle raadsleden waren het eens, dat de h°dtoestand, die ontstaat door de uit- Gering aan werkloozen en gesteunden ethouder Slingenberg legde er den na- v Vfk op, dat - zich in alle groote steden etzelfde verschijnsel doet gelden niet st<vfn op de inwoners van de betrokken ®uen mag worden afgewenteld, maar °et worden gedragen door de inwoners tgb geheel Nederland. Dit had de geboorte hgevQigg van twee moties: de eerste, iet- hp °ngelukkig geformuleerd, was van den v 6f Joosten; de tweede van den heer Bij- et vroeg aan de regeering de lasten aan t= uitkeeringen verbonden meer gelijkma- J over alle inwoners van Nederland te ueelen. Wethouder Slingenberg betoog- j. dat B. en W. deze aansporing van den ïeaad niet noodig hadden, want dat zij ben van plan zijn in die richting stap- gj.u te doen. In dit verband stak de heer Ugenberg den heer Van Liemt een pluim jP den hoed voor wat deze reeds eenige tg^Uden geleden van de regeering had we- dra los kriJgen- Met den nieuwen aan- 2eaUg uit den Raad zouden B. en W., ver- (j ^erde de heer Slingenberg, met verjong- Vur' 11106(3 vandaag beginnen met opnieuw Va»,®e kolen te stapelen op de hoofden ties de Regeringspersonen. De beide mo- getr(^erden na die vurige toezeggingen in- bierf heer Joosten achtte den tijd geko- °Ver t01 de stichting van een crisisfonds ten te gaan teneinde op die wijze de las- V van dezen tijd over een aantal jaren te biet ulen' Wethouder Slingenberg wilde dat ,T_eweren> dat niet te eeniger tijd naar v0" Middel zou worden gegrepen, maar da' Het onverantwoordelijk als de Raad gaan gisteren nu al toe zou zijn ovcrge- t^ep ^nder opzicht was de heer Joosten narn koning dan de koning zelf en diende Ctn S de s- D- A- U- een amendement in Ce °P de gemeentefondsbelasting 100 op en te heffen inplaats van 80 zooals B. ook voorstelden. De heer Klein voelde blaar r een Heffing van 100 opcenten ste met behoud van Haarlem in de eer- kotnpiasse- HiJ wenschte hierdoor te voor- dat de lagere inkomens onevenredig gere ,r zouden worden belast dan de hoo- Zjjv, mkomens. De heer Joosten bleef met Hu y°.orstel in de lijn, die de S. D. A. P. tiiivp Jaren volgt: heffen van hooge belas- de ann' Wethouder Slingenberg wenschte te^geboden 100 opcenten niet te accep- dat i1' en motiveerde dat met te zeggen, lem verschillende belastingen in Haar- h°0Rd t jaar toch al belangrijk zijn ver- Heele 'uZi00aIs de grondbelasting, de perso- ti^- belasting en de gemeentefondsbelas- Cehteri Wethouder was ook tegen 100 op der Cn' Pmdat Haarlem op die manier on- en ^„j'utrole zou komen van de regeering tep zo i vraag is of zij dat goed zou keu- Hiiddpi° g Haarlem nog niet alle andere de vra Heeft uitgeput, nog afgezien van tröie tag of Het prettig zou zijn onder con- WetK^staan van de regeering. Ook had de 0ftidat rt0r Hezwaar tegen de 100 opcenten, ongei1,06 belastingbetalers in dit jaar met beta]pvf lg weinig inkomen zullen moeten pver °ver hun inkomen van 1931, d.w.z. Hebber,6winsten, die de bedrijven in 1930 tVetho^p baald. Tenslotte zal, volgens den ihkomp een dergelijke belasting vele tijd lap?? op de vlucht drijven. Zooals al- gUltient de s- A. P. om dit laatste ar- ®h jj° maar wie even aan Bloemendaal tighpiJmstede denkt, begrijpt de luchthar- Hef der s- D. A. P. niet goed. tinj>enVoorstel der S. D. A. P. om de belas- hog meer te verhoogen werd verwor pen en het werd voor haar een reden om tegen de geheele voordracht van B. en W. te stemmen. Natuurlijk dropen gisteren de debatten van politiek. Niet alleen door toedoen van den heer Peper, die (de hemel beware je voor zoo'n raad!) zelfs aanbeval te trachten Haarlemsche werkloozen in Rusland ge plaatst te krijgen, maar ook doordat de S. D. A. P. van de gelegenheid gebruik maak te om de in de laatste jaren gevolgde fi- nancieele politiek te hekelen, wat wethou der Slingenberg de nuchtere opmerking ontlokte, dat als hier de door de sociaal democraten aangeprezen politiek ware ge volgd, Haarlem nu nog veel dieper in den put zou zitten. Hij staafde zijn oordeel met eenige voorbeelden. De heer Reinalda trachtte ook op eenigszins'doorzichtige wij ze het odium van de door B. en W. voor gestelde maatregelen op de rechtsche frac ties te werpen en toonde zich ontstemd over de wijze waarop de voorstellen der S. D. A. P. waren ontvangen. De heer Bij voet pareerde deze listigheid in een kort betoog met juiste argumenten. De heeren Klein en Visser vestigden de aandacht op het feit, dat Haarlem nog altijd het subsidie mist voor het Middelbaar On derwijs, omdat hier voor de salarissen der leeraren nog altijd wordt afgeweken van de rijksregeling. Er bleek in den Raad ook wat dit punt betreft onder den druk der tijden een kentering te zijn gekomen en de wet houder verklaarde, dat wanneer de andere groote steden de Rijksregeling aanvaarden, Haarlem zeker niet op een eiland zal blij den. Mevrouw Scheltema vroeg aan B. en W. te willen nagaan, hoeveel voordeel de gemeente zou hebben als de werkloozen naar het Burgerlijk Armbestuur zouden worden verwezen. Over deze uitlating had zij een roffelvuur van verwijten te verdu ren van den heer van Liemt, wethouder voor het armwezen. Deze deelde mede, dat van een verlaging der normen geen sprake kon zijn. De debatten hebben gisteren een treurig beeld opgehangen van den financieelen toestand der gemeente Haarlem, maar de Raad heeft de moeilijkheden nuchter onder het oog gezien en wij hebben met name met genoegen naar de bondige en goed ge argumenteerde zakelijke opmerkingen ge luisterd van den heer Castricum, die het standpunt der rechtsche fracties verdedigde. Onze bewondering werd niet geringer na de kleineering van den heer Reinalda, die het betoog van den heer Castricum betitelde als een bestrijding beneden maat. Die be wering was ongegrond. Het is intusschen te wenschen, dat B. en W. er in zullen slagen de Regeering te over tuigen, dat er langzamerhand in Haarlem een noodtoestand ontstaat en dat spoedige hulp dringend noodig is. Het was na dit debat voor den heer van Kessel een heele toer om nog de aandacht van den Raad te krijgen voor zijn voorstel om aan een drietal ontslagen arbeiders een gratificatie te geven. Dezen zijn vroeger in dienst der gemeente Schoten geweest en daarna in lossen dienst door Haarlem over genomen. De heer van Kessel wees er op, dat de gemeente Haarlem in alle geval voor die menschen zal moeten betalen, hetzij via het Burgerlijk Armbestuur, hetzij door het uitbetalen van een gratificatie. Hij achtte het juister en voor de betrokkenen grooter voldoening, als zij een gratificatie zouden krijgen. Hij stelde voor 10 per week te geven. De heer Baas wilde 300 per jaar geven en de S.D.A.P. kon zich ten behoeve van deze arbeiders niet hooger opwerken dan tot een voorstel eenige guldens per week te geven. De heer Van Kessel boekte een gedeeltelijk succes: het voorstel-Baas werd aangenomen. Hij kreeg niet alles wat hij verlangde, maar kon tevreden zijn over zijn initiatief. Door het later uur viel ook het voorstel van B en W., om ook de autobus-concessie aan de Haarlemsche Brockway, die in 1933 afloopt, te verlengen tot 1938, een minder grondige behandeling ten deel. Het was een belangrijk onderwerp, omdat de uiteinde lijke goede regeling van het verkeer in onze stad daar nauw verband mede houdt. De verkeersregeling in Haarlem lijkt naar niets en wordt erg geschaad door het feit, dat er in Haarlem twee concurreerende maat schappijen zijn. De Raad ging met de verlenging accoord. Ware er tijd geweest, dan zou hierover dunkt ons een vrij langdurig debat zijn ont staan, waarbij over de verklaringen van wethouder Gerritsz nog wel het een en an der te zeggen zou zijn geweest. Maar het was middernacht geworden en alle raadsleden verlangden naar bed. Op het tweede crisis-congres van de Alge- meene R.K. Werkgevers-Vereeniging, dat een dezer dagen in den Haag werd gehouden, en waarop volgens den voorzitter Mr. Steen- berghe, het beleid der regeering in de crisis niet afbrekend, doch opbouwend is becritiseerd, sprak de heer B. J. M. van Spaendonck over Hij begon met zijn voldoening uit te drukken over het feit, dat in de kringen van de indu- strieelen en daarbuiten de inzichten van zeer velen zijn gewijzigd en neigen naar een meer actieve handelspolitiek. Dit congres wil de regeering wijzen welke nieuwe gereedschappen zij in dit verband in haar politieke timmerkist noodzakelijk nog moet aanschaffen en wil haar demonstree- ren hoe zij die gereedschappen heeft te han- teeren. Tegen den overmatigen invoer is door de re geering opgetreden door de indiening van de Crisis-invoerwet, die helaas twee maanden noo dig had om de beide Kamers te passeeren en nog gehavend werd door het amendement-Oud, dat het Parlement over de wenschelijkheid van al lerlei contingenteeringen wil laten oordeelen. De regeering heeft van haar door deze wet verleende beperkte bevoegdheid niet voldoende gebruik gemaakt. Veel te weinig artikelen zijn gecontingenteerd. Voorts wordt bij de bepaling van het tempo en van den omvang der contingenteeringsmaat- regelen een Invloed aan buitenlandsche regee ringen en belanghebbenden toegekend, die om gekeerd evenredig is aan de mate, waarin het buitenland met onze belangen rekening houdt. Een groot gedeelte van het kwaad is te ver helpen, wanneer men alle betrokken partijen wenscht toe te laten in de commissies, die het voorbereidende werk doen. Intusschen zal ook de crisis-invoerwet, al wordt zij nog zoo royaal toegepast, niet in staat zijn een blijvend herstel te waarborgen aan het heele bedrijfsleven; die kan alleen komen van een weer opnieuw openen der exportmogelijk heden voor ons land. De tweede spreker, Dr. L. G. Kortenhorst, be handelde: Ook deze spreker begon met het feit te con- stateeren, dat er een snelle verandering heeft plaats gegrepen in de houding der Nederland- sche economisten ten opzichte der actieve han delspolitiek. De inkrimping van den Nederland- schen export, de daling van de conjunctuur is van te zeer ontstellenden aard geweest Cijfers hierover toonen dit overduidelijk. En een blik op onze betalingsbalans is in staat om ook den meest optimistischen vrijhandelaar aan het twijfelen te brengen. Het gaat niet langer meer aan om aandacht te besteden aan de belangen van anderen, die ons met tolmuren en gedepre- cieerde valuta's aanvallen en zich trachten op te sluiten in een autarkie. Wij leven in een oorlogstoestand, waarin wij elkander nu een maal tot nadeel zijn. Een gezonde politiek moet ernaar streven boven alles de koopkracht van ons volk in stand te houden. Daartoe moet het parool ge geven worden: „Nederland koope slechts daar, waar het buitenland van ons koopt en daarom betalen wil." Terug dus tot het zuivere ruil handelssysteem. Onze strijdkrachten moeten mobiel gemaakt worden in grootere mate dan tot nu toe is ge schied. Een strenger optreden tegen de oneven redige contingenteeringspolitiek van andere landen tegen het onze is gewenscht. Evenals het streven naar een betere regeling van het deviezenverkeer, door het opheffen van de di verse restricties. Alleen actieve handelspolitiek kan ons uit het moeras helpen. De mobilisatie is noodzakelijk, omdat in dezen oorlog zal gelden: wee den overwonnene! In de besprekingen, die hierop volgden, schetste Mr. Dr. Louis Regout de moeilijkheden der Maastrichtsche aardewerkindustrie, en ver klaarde o.a. dat, wanneer door invoerbelemme- ringen de binnenlandsche consumptie zich weer zou richten tot de eigen producten, het zou kunnen blijken, dat dergelijke belemmerin gen volstrekt niet steeds de exportbedrijven be- nadeelen. Hij wenschte geen protectie door dik en dun, doch pleitte voor een gematigde beper king voor maatregelen dus, die werkelijk ge matigd zijn en werkelijk beperken. En daar hapert in de contingenteeringspolitiek der re geering nog veel aan. Verschillende sprekers behandelden vervolgens de tapijtindustrie, het sigaren- en sigaretten- bedrijf, de metaalindustrie, de textielindustrie, den schoenenafzet, het wolbedrijf, de leder- markt, het Belgisch brood en den broodprijs in het algemeen, terwijl de laatste, de heer Se niors A Maas begon met te constateeren, dat dit congres heeft aangetoond, dat- 't gezegdein ern stige tijden moet men niet vergaderen, want dan ontmoedigt men elkaar, niet altijd waar is. Er is hier ook een weg gewezen, die tot een oeteren toestand kan leiden. Men heeft zich hier be paald tot het beschouwen van de kwestie uit sluitend uit een oogpunt van handelspolitiek en het is bij deze beschouwingen gebleken hoe zeer diegenen onbekwaam zijn, van wier be kwaamheid de welvaart van ons land in deze zware tijden afhangt. Het is te hopen, dat dit congres verbetering brengt in den toestand; wat alleen kan worden bereikt wanneer aan zjn eischen kracht wordt bijgezet. Wat weer alleen dan mogelijk is, wanneer aansluiting met ande ren, met het Werkliedenverbond, met landbouw en veeteelt, wordt gezocht. Zoo moet thans de leuze zijn: Nederlanders, in het belang van het heele land, vereenigt U. (Gedeeltelijk geplaatst in een vorige oplaag). Op 29 Sept. a.s. zal de oud-opperbevelhebber van Land- en Zeemacht, generaal C. J. Snij ders, zijn tachtigsten verjaardag vieren. Onder voorzitterschap van den -oud-minister van oorlog, het Tweede Kamerlid J. J. C. v a n D ij k heeft zich een comité gevormd, dat voor nemens is den generaal bij de huldiging een legpenning in goud aan te bieden, met beel tenis en opschrift en voorts een bronzen ge denkplaat aan te brengen in het Gedenkteeken voor Leger en Vloot te Scheveningen. dat de herinnering levendig houdt aan de plichtsbe trachting van de gemobiliseerde weermacht in de jaren 1914 tot 1918. Teneinde het voor ieder mogelijk te maken aan de huldiging deel te nemen, wordt de bij drage bepaald op 0.10; elk grooter bedrag is natuurlijk van harte welkom. Tot het verzamelen der bijdragen zal de me dewerking worden ingeroepen o.m. van ver- eenigingen en organisaties, waarvan oud-gemo- biliseerden en militairen als zoodanig deel uit maken. Voorts kunnen de bijdragen worden gezonden aan den penningmeester van het co mité, adres Wilhelminastraat 119, den Haag, of worden gestort op de postrekening van het „Comité huldiging Generaal Snijders", giro nummer 195172 Kantoor 's Gravenhage. Mogelijk overblijvende gelden zullen worden aangewend ten behoeve van oud-militairen van Land- en Zeemacht. In het eere-comité, waarvan Z. K. H. Prins Hendrik beschermheer is, hebben zitting de Mi nister van Defensie, mr. dr. L. N. Deckers en de oud-ministers mr. P. W. A. Cort van der Linden, N. Bosboom en J. J. Rambonnet. BUITENZORG, 11 Mei (Aneta). De gouver neur van Sumatra's Oostkust seint, dat een agent van de veldpolitie te Goenoeng Sahilang, Bala Samoei, die meende dat zijn vrouw over spel pleegde, uit jaloezie schoten loste op drie zijner collega's. Hij verwondde bij zijn arres tatie den posthuiscommandant en twee agen ten. Een zijner collega's werd direct gedood, terwijl een ander zwaar gewond werd en later overleed, zoodat er totaal bij dit drama twee dooden zijn gevallen. De gearresteerde dader is thans rustig. Hij was in het bezit van pa tronen doordat hij wachtdienst had. TELOK BETONG, 10 Mei (ANETA) Een groote brand brak te Tandjong Karang uit en vernielde zeven Chineesche toko's. De gebou wen waarin de toko's gevestigd waren, waren eigendom van de firma Lauw Tjan te Batavia. De brandweer verrichtte schitterend werk. De schade bedraagt 50.000.—, terwijl een toko slechts verzekerd was. De gebouwen waren ech ter niet verzekerd. Met eenig ceremonieel heeft Z.H.Exc. Mgr. Dr. W. G. Lemmens bisschop van Roermond Dinsdagmiddag de eerste spade in de grond gé- stoken voor de grondwerken van het nieuwe en grootsche Retraitehuis te Heerlen, dat thans gaat verrijzen naast het Aambosch en boven op den Molenberg. Z.H.Exc. was vergezeld van den HoogEerw. Deken Nicolal, burgemeester van Grindsven prof. Dr. Ferron, den architect ir. Peutz en den aannemer, den heer Bartels. Nadat Ir. Peutz den bisschop eenige inlich tingen verstrekt had, huldigde Z. H. Exc. al lereerst de nagedachtenis van Mgr. Schrijnen z. g., wiens naam voorgoed aan dit retraitehuis zal blijven verbonden. Vervolgens bracht hij dank aan den vicaris- generaal Mgr. Bouduin, aan deken Nicolai, Prof. Dr. Ferron, die volgens hun eigen woor den als schooiers, maar dan als eerlijke schooiers door het Limburgsche land getogen zijn om het geld te bedelen dat voor den bouw noodzakelijk was. Ook bracht Mgr. dank aan den burgemeester, den architect en den aannemer. Daarna stak Z. H. Exc. de spade in den grond. Het Tweede Kamerlid de heer De Visser heeft aan den Minister van Justitie de volgende vra gen gesteld: Is het de Regeering bekend, dat bij een goed deel der bevolking van Eindhoven met stijgen' de ontstemming wordt kennis genomen van het wederrechtelijk optreden van de Philipsbedrijfs politie, die zich veroorlooft, ook buiten de ter reinen der Philipsfabrieken als politie op te treden en een ongekende terreur op bepaalde bewoners toepast? Is het der Regeering bekend, dat deze par ticuliere politie onder leiding van haar zooge- naamden inspecteur in de stad vaak politie diensten ten uitvoer legt en er zelfs niet tegen op ziet daarbij van vuurwapens gebruik te maken? Is het der Regeering bekend, dat genoemde bedrijfspolitie zich herhaaldelijk schuldig maakt aan hinderlijk volgen van personen en hierbij zoover gaat, de huizen van bepaalde personen dag en nacht te bewaken, vaak door de brie venbus poogt te beluisteren welke gesprekken binnenshuis worden gevoerd en door de gor dijnen tracht te bespieden welke handelingen in woningen van de betrokkenen worden ver richt? Is het der Regeering bekend, dat genoemde bedrijfspolitie vaak vervolgingen doet instellen zonder dat de vervolgden er iets van weten, dat tegen hen proces verbaal is opgemaakt en dat ook bestraffing ten gevolge daarvan plaats heeft? Wil de Regeering oogenblikkelijk maatregelen treffen, dat aan dit optreden van de Philips bedrijfspolitie een einde wordt gemaakt en, in dien een onderzoek naar een en ander wordt ingesteld, zich niet uitsluitend doen voorlich ten door de politioneele autoriteiten, die dit optreden blijkbaar billijken? In een Dinsdagavond in het Gildenhuis te Roosendaal gehouden vergadering van de afd. Roosendaal :an den R.K. Bond van Spoor- en Trampersoneel „St. Raphael", om te pro testeeren tegen de aangekondigde loonsverla ging, werd o.m. mededeeling gedaan van een zoo juist nog ontvangen schrijven van het hoofdbestuur van „St. Raphael" omtrent het standpunt van den Minister van Waterstaat. In dit schrijven werd n.l. bericht, dat blijkens het ingenomen standpunt van den minister, het spoorwegpersoneel wel niet aan loonsverlaging zou kunnen ontkomen, maar dat den organisa ties werd verzocht alsnog in overleg te treden met de directie der Ned. Spoorwegen. Hieruit leidde men af, dat er nog wel het een of ander te bereiken zou zijn. Na nog uitvoerige besprekingen werd als re sultaat daarvan aan het slot der vergadering een motie aangenomen van den volgenden in houd: „De afdeeling Roosendaal, enz., gehoord de inleiding betreffende de te verwachten loons verlaging ad 10 pet., verklaart zich solidair met het terzake ingenomen standpunt van het hoofdbestuur; wijst iedere loonsverlaging als zijnde in hooge mate onbillijk af, vertrouwt, dat het hoofdbestuur alles zal doen om de verlaging tegen te houden, in samenwerking met andere vakbonden, zoo mogelijk mede door den Perso- neelraad." BUITENZORG, 11 Mei (Aneta). Op den ge zaghebber van Sinabang, den heer A. Hof, werd door een Inlander Njasouman, van wien men vermoedde dat hij krankzinnig was een aanslag gepleegd. De Gouverneur van Atjeh seinde heden: De gezaghebber van Sinabang meldt nader, dat Njaseuman niet krankzinnig was doch levens moede in verband met huiselijke zorgen. Hij is weduwnaar met drie jonge kinderen en had groote moeite om in zijn levensonderhoud te voorzien. Hij verklaarde daarom den dood te willen zoeken, waarvoor hij de in Atjeh ge bruikelijke methode volgde van het plegen van een aanslag. Uit het voorloopig onderzoek blijkt, dat het feit op zichzelf staat en geen politieken onder grond heeft. BUITENZORG, 11 Mei. (Aneta.) Omtrent den aanslag pp den gezaghebber van Sinabang. den heer A. Hoff, seinde de Gouverneur van Atjeh, dat Njaseuman, van wien men aanvankelijk vermoedde, dat hij krankzinnig was, de wo ning van den gezaghebber binnendrong en den heer Hoff aanviel, waarbij deze zeer licht ge wond werd. Een bediende van den heer Hoff werd echter zeer zwaar gewond. De dader werd onmiddellijk gearresteerd. BANJOEWANGI, 10 Mei. (ANETA) Voor den Landraad alhier zal op 19 Mei a.s. de zaak van Bajoe Kidoel behandeld worden, n.l. de zaak van den aanslag van vier Madoereesche koelies op de employes Huysmans en Heyligers, die afschuwelijk met kapmessen werden ver wond, doch tenslotte hersteld zijn. DEN HAAG, 11 Mei '32. Met het ontwerp tot instel! ng van den Eco- nomischen Raad is de Kamer heden gauw klaar geweest. Door de geweldige opruiming, gisteren onder den vloed van amendementen gehouden, waren een aantal amendementen, p latere arti kelen, die de consequentie vormden van de gis teren verworpene of ingetrokkene, komen te ver vallen, zoodat de rest van de wet niet veel tijd meer vergde. A.s. Vrijdag heeft de eindstemming plaats en wordt het ontwerp met groote meer derheid van stemmen aangenomen. Zelfs de stem van Baron van Voorst tot Voorst zal het kunnen verwerven. Immers, hij zag zijn amendement, om naast de erkenning van Middenstandsraad en Nijverheidsraad ook de mogelijkheid van erkenning van thans nog niet bestaande adviescolleges open te houden, met 52 tegen 19 stemmen aanvaard. Dientenge volge kan in de toekomst de landbouw een eigen adviescollege vormen en kan de Kroon dit col lege als zelfstandig erkend adviescollege in het stelsel van den Economischen Raad inschakelen. Aangezien de Katholieke agrarische deskundige het terecht of ten onrechte als een nadeel voor den landbouw beschouwt, als b.v. de land bouwbelangen in een vaste of bijzondere com missie van den Economischen Raad zouden wor den behandeld, omdat zij dan kans zouden kun nen loopen, tezeer in verband met andere eco nomische belangen te worden bezien, is door de aanneming van zijn amendement zijn bezwaar ondervangen. Want het erkende adviescollege brengt rechtstreeks aan de Regeering advies uit, terwijl de adviezen van de vaste en bijzondere commissies steeds den Raad eerst passeeren. Dit was heden wel de belangrijkste wijziging. Daarnaast is nog aangenomen het amende ment-J o e k e s, waarover we gisteren reeds schreven en dat ten doel heeft, buiten twijfel te stellen, dat over een onderwerp, waarover een der erkende colleges wordt gehoord, ook nog het advies van den Economischen Raad kan worden ingewonnen. En tenslotte is op art. 8, regelende de bijzondere commissies ad hoc, die de Raad kan instellen, een amende ment-V an Hëllenberg Hubar aanvaard, dat ook voor die bijzondere commissies in de wet vastlegt, dat daarin althans voor een deel leden van den hoofdraad moeten zitting heb ben. Dit alweer ter verzekering van de meer dere eenheid in het systeem. De vele woorden, in den loop der jaren in de Tweede Kamer reeds gewijd aan de toe passing van de Ongevallenwet 1921, hebben op 17 Maart van het vorige jaar, toen er over een bijzonder geval een debat was ontstaan naar aanleiding van een adres van iemand, die zich gedupeerd voelde, tot een motie-K. ter Laan geleid, die de Regeering uitnoodigde, eene herziening te overwegen van het hoofdstuk der wet, dat den omvang en de berekening van de schadeloosstellingen regelt. Daarna heeft de fractiegenoot van den heer K. ter Laan, de heer Drop, aan het Voorloopig Verslag van de Arbeidsbegrooting een nota over dezelfde ma terie toegevoegd, waarop Minister Verschuur uitvoerig bij zijne Memorie van Antwoord ge reageerd heeft. Thans is deze kwestie aan de orde gekomen en is de al of niet noodzakelijkheid van eene herziening der Ongevallenwet in den breede bezien. Na een inleiding van den voorsteller der motie heeft de heer Drop in een zeer uitvoerig en zeer minutieus op allerlei speciale gevallen ingaand betoog den Minister alsnog trachten te overtuigen, dat de huidige toepas sing van de wet tot ongewenschte en onbil lijke toestanden leidt. Wèl schijnt hü tot de conclusie te zijn gekomen, dat de formuleering van de wet zelf een rechtvaardige en hem be vredigende toepassing mogelijk maakt. Maar met dat al is hij natuurlijk nog lang niet, waar hij wezen wil, want, zooals hij de zaak ziet, deugt nu eenmaal de uitvoering van de wet in tal van gevallen niet. En daarom kwam hü in de noodzakelijkheid, de motie in dier voege te wyzigen, dat zü thans de wenschelükheid uitspreekt van een onderzoek naar de vraag, of inderdaad de wet wordt uitgevoerd op een wijze, die volledig strookt met haar sociale strekking en haar sociale doel, en dat zü voor dat onderzoek de instelling vraagt van een commissie, waarin vertegenwoordigers van de Regeering, van de Rüksverzekeringsbank, van de verschillende beroepsorganen en uit werk gevers- en werknemerskringen zitting moeten hebben. Men is van oordeel en van Katholieke züde werd dit ook door den heer Kuiper geuit dat de uitvoering te verzekerings technisch is en teveel vastzit aan de mate, waarin de medicus het percentage van de ar beidsongeschiktheid vaststelt. Daarbü ontstaat, doordat men niet voldoende rekening houdt met de sociale omstandigheden, waarin de door een ongeval getroffen verzekerde verkeert, eene divergentie tusschen de schattingsinvaliditeit en de werkelükheidsinvaliditeit. En dit leidt in een vrü aanzienlek aantal gevallen tot te lage uitkeeringen en tot groote ellende voor den betrokkene. De heer Kuiper die evenals trouwens de beide sociaal-democraten voor de wet zelf groo te waardeering heeft heeft dit in een rustig en minder dan dat van den heer Drop zich in détails verliezend betoog uiteengezet. Ook hü is van meening, dat de uitvoering van de Ongevallenwet niet geheel op de hoogte van haar tijd staat. Want het moge volgens hem onloochenbaar zün, dat de groote oorzaak van de werkloosheid de crisis is, dit neemt niet weg, dat een deel van de werkloozen zün werk gelegenheid heeft verloren door verbeterin gen in de techniek van het bedrüf. door ra tionalisme enz. Deze laatste aan het bedrüf zelf inhaerente oorzaak maakt natuurlük in nog veel erger mate het vinden van werk moei- lük voor hen, die door een ongeval gedeeltelük invalide zün, zoodat het alleszins rationeel zou zün, zoo men bü de vaststelling van de schade loosstelling, die uit het ongeval voortvloeit, naast dê mate van verminderde arbeidsge schiktheid meer dan totnogtoe ging rekening houden met de mate, waarin de overblijvende arbeidsgeschiktheid kan worden productief ge maakt. Maar of dit nu allemaal moet worden bewerkstelligd door een groote commissie te gaan instellen, die allerlei gevalletjes moet gaan uitpluizen? Het nut van zulk een me thode betwüfelen wij ten zeerste. Want ook de heer Kuiper kwam met een motie, welke die van de sociaal-democraten nog overvleugelde. Hü wil mede de Beroepswet en de wet op de Rüksverzekeringsbank in dit onderzoek be trekken. Was de, heer Snoeck-Henkemans het wel eenigermate met het uitgangspunt van den heer Kuiper eens, voor een commissie voelde hij niet veel en hij wees in dat verband op het voorbeeld van een vroegere commissie, die ook eens op het gebied van het verzekeringsrecht gevalletjes zou gaan uitpluizen en toen ondanks haar oproep uit de betrokken kringen niet één geval kreeg opgegeven. De anti-revolutionnair Smeenk had meer waardeering voor de uit voering der wet, terwül i r. Vos waarschuwde, toch vooral voorzichtig te zijn met critiek op de medici, die een heel moeilijke taak hebben, een taak, die niet weinig wordt verzwaard door het feit, dat zü nogal eens met simulanten hebben te doen. Morgen krügen wü mr. V e r s c h u u r's standpunt te vernemen. Hü ving reeds heden zijn rede even aan en hü was, toen hij de methode, om zulk een breede kwestie aan de hand van allerlei incidenteele gevalletjes te behandelen, vriendelük hekelde, zoo gezellig en bekwaam debatteerend aan den gang, dat mr. Marchant, die altüd glunder naar dezen be windsman luistert, droogjes zich liet ont snappen: „Jammer! U was net zoo op dreef!", toen het bleek, dat de rest van het betoog pas morgen komen zou. Dat met de uitvoering van de Ongevallenwet alles voor honderd procent in orde is, wil Mi nister Verschuur dat erkende hü heden reeds natuurlük niet beweren. Maar er is toch alleszins reden tot tevredenheid, al geeft hij gaarne toe en zal hü daarnaar ook han delen dat aan tevredenheid altijd deze ge vaarlijke kant zit, dat men geneigd raakt, het streven naar nog meer verbetering achter wege te laten. Over bovengenoemd onderwerp sprak Prof. Dr. J. A. Veraart in de gecombineerde vergade ring van de kiesvereenigingen der parochies Elandstraat, Beeklaan en Kamperfoelieplein in het Agnes-patronaat te 's-Gravenhage. Spr. begon met uiteen te zetten, het verschil tusschen de twee momenten van de katholieke sociale politiek: de verschüning van Rerum No varum in 1891 en de verschijning van Quadra gesimo Anno in 1931. Zwaartepunt in de eer ste encycliek was de bestrijding van de on- menschelijke toestanden, die door de ontwikke ling der moderne industrie voor de arbeiders waren ontstaan. De in het productie-proces van de 19e eeuw tot ellende gebrachte arbeiders klasse was het felle punt van aanklacht van Leo XIII. Dat heeft dan ook geïnspireerd de hervormings-gezinde politiek van de tachtiger jaren tot den oorlogstüd. De houding van Leo XIII heeft met de werkzaamheid der Duitsche katheder-socialisten en later ook met die van de revisionistische socialisten geleid tot den op bouw van de sociale wetgeving zooals die in bü- na alle beschaafde landen geleidelijk is vol groeid. Na den oorlog brak een nieuwe beweging zich baan. De grootste ellende was geweken; de sociale wetgeving hand in hand met de ac tie der vakvereenigingen had een arbeiders klasse geschapen, die niet meer door het pro ductie-proces ten gronde ging en die in vele gevallen als resultaat van dat productie-proces een eenigszins redelük bestaan kon boeken. Maar daarmee was nog niets geschied tegen den alles beheerschenden misstand van het ka pitalisme zelf, dat niet slechts voortging met een productiewüze, die zich niet richtte op re delijke voorziening in de redehjke behoeften, maar die zelfs de kapitalistische hoofdtendenz van productie en winst nog vergrootte en ge boren zag worden de ontaarding van de over- heersching der super-ondernemingen over het geheele economische en maatschappelijke leven. De katholieke en andere hervornaings-ge- zinde sociologen en economisten van den na- oorlogschen tüd streefden naar een aantasting van dit hoog kapitalisme. Een deel van hen zag heil in economische revolutie; men denke aan het Russische voorbeeld. Een ander deel wendde zich geheel tot socialisatie, maar stuitte daarbij op de onoplosbare moeilükheid van de internationale verhoudingen en bovendien op de onmogelükheid om aannemelük te maken, dat een redelük productie-proces zonder een af zonderlijke ondernemersgroep uitvoerbaar was. De realisten onder de hervormers kozen den weg der publiekrechtehjke bedrüfs-organisa- tie, die al het bruikbare in de bestaande eco nomische organisatie aanvaardde, maar op de krachtigste wijze deze ordening wilde vervor men tot een nieuwe orde, die aan producenten en consumenten een evenwichtige verzorging van de redelüke belangen zou waarborgen. Het is deze groep die haar krachtigsten steun heeft gekregen door de groote daad van Pius XI in de encycliek Quadragesimo Anno. Daarin wordt het hoog-kapitalisme op de scherpste wüze veroordeeld. Maar dat is niet het voor naamste. Herstel van het leidend beginsel der Volkshuishouding wordt geëischt en een op bouw van het bedrüfsradenstelsel voorgesteld. Deze gedachten zün het nu, die leiding moe ten geven aan onze nieuwe sociale politiek. Zoowel de Kamerclub als de Regeering, die alleen met onze medewerking mogelijk kan zün, moeten zich er met volle kracht op toe leggen, dat de generatie van Q. A. niet achterblüve bü die van Rerum Novarum. En men mag er zelfs bijvoegen, dat het tempo heel wat sneller moet worden genomen dan b.v. door de katholieken van de negentiger jaren is geschied Naar de „N. R. Ct." verneemt, stelt mr. P, Rink zich dezen zomer niet meer beschikbaar voor het lidmaatschap van de Eerste Kamer. MENADO, 10 Mei (ANETA) De Resident van Menado, de heer A. Ph. van Aken, heeft het gewestelijk bestuur overgedragen aan den assistent-resident van de afdeeling, den heer J. Oberman. De plechtigheid werd bijgewoond door alle Europeesche ambtenaren, de districts hoofden, den burgemeester en de kapiteins der Arabieren en Chineezen, alsmede door de ver tegenwoordigers van de handelswereld. Na een Kernachtige rede van den Resident beant woordde de dienstdoende Resident, de heer Oberman, diens woorden en vervolgens bracht een 1000-tal Inlandsche schoolkinderen een aubade. Resident van Aken en züne familie vertrokken per s.s. „Eu entsz" van de Kon. Paketvaart Mü. naar Atjeh. Het uitgeleide was treffend. Het scheidend gezin werd voorafge gaan door twee tjakalele-corpsen en een corps huzaren, gevormd uit de oud-strüders van de Minahassa.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9