alcohol en ben lindsey
Het standpunt der Regeering
Mgr. C. v. d, Vent
jeugd veracht
Te weinig vreugde
EEN ONJUIST BEELD?
PATER ANGELUS
JURRIUS O.P.+
De ongevallenwet
KON. OLIE
V
VRIJDAG 13 MEI
üe noodkreet van een
^merikaansch meisje
ZICHZELF
Geen feitelijk tekort
Instelling veelzijdige
commissie
Slijk der aarde
Ook gij, boter?
6 pCt. Dividend
Eri k an heden-
tfc heeft daaraan schuld? De moeders,
Schol haar kinderen naar de hoogere
stuurden? De scholen, omdat zij
tóp en meisjes tezamen opvoedden? De
°tver S en meisies zelf, omdat zij van een
kererzadigbare nieuwsgierigheid naar ze-
>tQertgeheimenissen zijn bezeten? Zoowel de
hebbQers als de scholen als de jeugd zelf
fle schuld, verklaart Sally Martin. Maar
^he ste schuld ligt o.i. bij de theoreti
cs Pndergravers van de moraal, die vol-
het recept van Ben Lindsey stelselma-
fler{ geesten van jnog en oud met hun ver-
R.K. VOLKSBOND
V ergadering
Dg an ^en Centralen Raad
De financieele positie van
het staatsbedrijf P. T. T.
Wat gaat er gebeuren?
Negen duizend ontslagen?
Een werkzaam en heilig
priesterleven
De Provinciaal der Dominicanen
plotseling te Nijmegen
overleden
ALS DE LENTE DE BOOMEN TQ01T
v
In de bloeiende Betuwe bij Eist
\OP HET BINNENHOF
Moties van de heeren C. Kuiper
en K. ter Laan ingetrokken
Aanlokkelijke toezeggingen
Toch verdere studie?
De sociale zijde
Op een ander spoor
Rechtvaardige toepassing
Pro memorie
Contingenteering
DE COMMISSIE-WELTER
Wanneer komt het rapport?
LOONSVERLAGING
BIJ PHILIPS
Ook door de metaalbewerkers
afgewezen
loowo0^uitsch tijdschrift, dat door onge-
"Üze •|onSeren geredigeerd wordt op een
lïiagj", Welke het teneen'enmale ongeschikt
öan X00r een plaats op welke leestafel
6u °°k, heeft kortgeleden een speciaal
&ieki!rr uitgegeven, gewijd aan het jonge
Zelfde belangrijk is dit nummer niet.De-
at^.,;; schaamtelooze vrijmoedigheid en
Van sche en dilettantische behandeling
flo0r hoogst serieuze vraagstukken, waar-
kerm,p i redactie van dit tijdschrift zich
Uitino- komen °°k in dit nummer tot
den Z00(iat het geclassificeerd moet wor-
land "der de hoogst ongewenschte buiten-
floor kioskenlectuur, die nog steeds niet
biaat lnvoerverboden of contingenteerings-
fle pb-11 wordt getroffen. De zorg voor
Wari -°mische welvaart schijnt nog altijd
v°lks er dan die voor de moraliteit des
Iw dit overigens beter ongelezen te laten
die omL komt evenwel één bijdrage voor,
teehtK aar schrijnende en wanhopige op-
ai Wg ,id waard is te worden aangehaald,
tred ft alleen maar om den vrijen moraal-
eetl t^er? hier te lande te toonen tot welk
in jjp'agische verwording hun leerstellingen
ten Practijk leiden en noodzakelijk m oe-
eiden.
tiejsi y Martin, een Amerikaansch society-
openr> dat met een welhaast ontstellende
üer^p^tigheid haar deelname aan de ze-
®rwildering der huidige Amerikaansche
haar bekent, schrijft uit de volheid van
het „7>t walging toe verzadigd gemoed o.a.
yolgende:
ta'rtfipblaug heb ik meegedaan aan dans-
^eisi van c°llege-jongens en college-
c°hni en altÜd stroomde daarbij de al-
ZiCh °f zij dronken waren? Zij voelden
koffjp ziek en misselijk dat zij met heete
SejL ?,n ÜscomPressen moesten worden bij-
aUis t v°°r zij hleek en waggelend naar
jone buden worden gebracht. Zoowel met
als met meisjes was dit het geval."
flat k toestand noemt zij zoo algemeen,
k g5,et overbodig is om statistische cijfers
Veej :en. Nog nooit hebben in Amerika zoo-
thgjbuge menschen zelfmoord gepleegd als
hws- Nog nooit maakten zooveel jonge
^U6ri hen in Amerika zich schuldig aan
ty(w ,5 misdaden. „In de stad, waar ik
loj!schrijft zij „werden onlangs alle
16 tjv.hs en meisjes der hoogere klassen van
flaarh--18 iaar geneeskundig onderzocht, en
floorJ hleek, dat 27 procent van hen reeds
afschuwelijke geslachtsziekte waren
Voyhke bedenksels vergiftigen.
^ijggens Sally Martin, die tal van voor-
flflw ,en ervaringen uit haar onmiddellijke
®?mg aanhaalt, geven de meest trieste
'kaansche society-films slechts een
WCld van de matelooze ontaarding,
ieUgtfhh de hedendaagsche Amerikaansche
V"® drankzucht en losbandigheid is
'Clp Sevallen. Neo-Malthusianisme, sa-
**iis evmg vóór het huwelijk, volslagen ge-
S^an schaamtegevoel en kuischheid,
en de jeugd, juist in de zgn.
'«en standen. En dit alles wordt niet al-
voilj ~h.et afgekeurd en bestreden, maar voor
Coiitn normaal gehouden. Zoo be-
t men het ook als „normaal", dat
st ln Sally Martin's woonplaats zoowel
r's ai als de theaters, als in de ho-
Cuh in de restaurants, als in de dansge-
Cen kortom overal dronken men-
C aantreft. Men drinkt er om het drin-
,h als er geen drank is verveelt men
Clip Wanneer men geen alcohol schenkt,
fle zijn vrienden. Het zijn vooral
die gjpbhectueelen en de beter gesitueerden,
Cflj^h openlijk bedrinken. Men geldt een-
Ct f.Voor een zonderling, wanneer men
6h Dit zijn dus de afschuwelijke
flfQogj'b^zinwekkende resultaten van een
Crss egging, waaraan de dranksmokke-
C(je millioenen dollars verdienen en dui-
Csp menschen hun leven naar ziel en
Verhezen.
"Car e stelt de schrijfster de vraag:
^°f_fpbm moeten wij jongens en meisjes
tfflden W01'den, om enkele drinkebroers te
hottgb. die, dronken of nuchter, toch ten-
Iïet. by het leger des heils belanden?
Ccie °aat hier om jongens en meisjes met
i h on en vai> goeden huize. Zij wor-
!e r bptgeofferd aan een theorie. En zij zel-
Cie ;re,Vren dat. Wij van de jongere gene-
Cacht n zoo'n leven niet leiden. Wij
Cn het in ons binnenste. Maar wij
g6est gebracht in den verfoeilijken kud-
öe
h?eihel?Shandigheden maken ons ziek. Wij
i0rgeu .den ganschen nacht en zijn des
'evetl a?. treurig van afschuw over onze
"Cr en 's avonds gaat het precies
t>6 bippt3, den vorigen keer. Ik wed, dat
s ukki,r van ons» jongens en meisjes,
vhtigp -Zouden zijn, wanneer deze koorts-
"ij sm J naar opwinding eens ophield.
On2e achten naar een reinere wereld.
t.Coej. buders, die ons moesten helpen,
C of "hun tijd met confereeren, verdedi-
.fls prp„arvl°eken ons. Eigenlijk is dat voor
p!*1 WH ies hetzelfde. Ondertusschen wach-
xb aiji P redding. Wij wachten reeds lang
m '^chio!1100 van het wachten geworden.
>er rr„" zullen wij eens heelemaal niet
fl s er p willen worden."
dp7oen triestere bekentenis denkbaar
v Ssch)R« vertwijfelde opmerking, dat eens
eab de ip 00k het laatste innerlijk verzet
e ^d tegen deze ten hemelschreien-
v.^rjrr bfstanden zal zijn uitgeroeid?
Cj^grïpbmrika! De economische nood,
e het heden kampt, is nauwelijks
Van*^56110 vergadering van den Centralen
pb tied. R. k. Volksbond zal worden
sti-o^aif pl P. Maandag 6 Juni a.s., des morgens
i^at 23 ti 111 de Sociëteit „St. Bavo", Smede-
flti e 4e aarle»-
"'et v6rmeldt o. m. de verkiezing van
t aftredp centraal bestuur wegens perio-
en van de heeren P. Dekker, Th. J.
te steiier,S fn h- H. van Rooyen. De aftreden-
^eCenh ZLCh herkiesbaar. Tot 6 Mei a.s. is
eid tot het stellen van candidaten.
van belang tegenover den zielenood, waar
aan zijn jeugd, zijn toekomst dreigt ten
gronde te gaan. Wanneer zal het eindelijk
eens meer waarde gaan hechten aan de
eeuwige waarde van de ziel van zijn kinde
ren dan aan de wisselvallige en zeer tijde
lijke waarde of onwaarde zijner effecten in
de lekke brandkast?
Sally Martin heeft den vrijgeesten, die de
jeugd zonder moraal en zonder zelfbeheer-
sching willen opvoeden tot de slavernij der
matelooze passies, een schrikwekkenden
spiegel voorgehouden. Mogen zij er in kij
ken en zien hoe leelijk zij zijn. Hebben wij
niet het volste recht en den heiligen plicht,
met alle kracht en overtuiging ons te ver
zetten tegen een ieder, die, bewust of on
bewust, onze kinderen tracht te besmetten
met de ziekte der Amerikaansche jeugd?
De bekende schrijver der „Oproerige
Krabbels" in „Het Volk" heeft ontdekt, dat
er te weinig vreugde is in zijn partij.
Dan is het naar hij te verstaan geeft
bij de katholieken anders en beter.
En na vermeld te hebben, hoe men te
Tilburg in de meest blije stemming feest
vierde bij het jubileum eener geestelijke
Orde, gaat hij voort:
„Ook wij kunnen daar een voorbeeld aan
nemen. Ik heb het geval van Eén Mei hiel
en daar en overal eens aandachtig bekeken.
Heel veel goeds, zeker! Een oneindige stij
ging bij vroeger, zonder twijfel! Maar geen
feest genoeg. Te veel dansvan ande
ren, te veel voorgedraag, te veel geredevoer.
Te weinig vreugde. En wie aan die
vreugde de volle maat niet geeft, vindt
straks het chagrijn met het heft in han
den. Alléén onze jeugd heeft er iets van in
de gaten, en trommelt en hupst en zingt
huizen-hoog, al moet óók daar op den duur
meer vaart in komen
Vreugde, schoone vonk der goden. Neder
land wacht op u. Maar vooral het Roode
Nederland!"
Er is dus te weinig vreugde in het socia
listische kamp. En te weinig feest op „Eén
Mei," ondanks de „oneindige stijging bij
vroeger."
Kan men er zich over verwonderen?
Natuurlijk niet.
Of meent men, dat stelselmatig het z.g.
„evangelie der ontevredenheid" kan worden
gepredikt, zonder dat dit wrange vruchten
afwerpt en de gemoederen verbittert en
verzuurt?
Door hun jarenlange agitatie en niet
minder door hun telkens weer oplaaiende
onderlinge twisten hebben de socialisten in
wijden kring een sfeer geschapen, waarin
voor de vreugde maar al te weinig plaats
overbleef.
Heel wat levensblijheid is daardoor ver
nietigd, of in de kiem gesmoord. Heel wat
wantrouwen gezaaid, dat onherstelbaar en
ten slotte zich ook keerde tegen den eigen
partijgenoot.
Vooral het Roode Nederland wacht op
meer vreugde, zegt de schrijver in *Het
Volk."
Wij gelooven hem graag.
Maar wil hij zijn wensch verwezenlijkt
zien, dan zal er iets moeten veranderen, en
niet weinig, in het wezen en in de propa
ganda van het socialisme!
P. S.
Het bestuur van den Centralen Bond van
Nederlandsch Post-, Telegraaf- en Telefoon
personeel (C.B.P.T.T.) schrijft ons:
De meening heeft ingang gevonden, dat ook
bij het Staatsbedrijf P.T.T., tengevolge van de
slechte tijdsomstandigheden, over het begroo-
tingsjaar 1932 op een tekort moet worden ge
rekend. De opbrengst bij P.T.T., die over de
eerste maanden van dit jaar beneden de raming
is gebleven, geeft oogenschijnlijk aan deze mee
ning steun.
Hierdoor ontstaat echter een onjuist beeld
van de werkelijke, kerngezonde financieele po
sitie van dit Staatsbedrijf. Op de P.T.T.-begroo-
ting voor 1932 is n.l. bij voorbaat een post van
vier millioen gulden gereserveerd, die als winst
saldo in de schatkist wordt gestort. Pas wanneer
het tekort grooter zou worden dan 4 millioen
gulden, zou van een begin van een werkelijk
tekort gesproken mogen worden.
Het bestuur van den C.B.P.T.T. schrijft nu,
dat deze vooruit gereserveerde winstpost van
vier millioen gulden niet op eenige wettelijke
verplichting steunt en daarom verlangd mag
worden, dat dit bedrag in de bedrijfskas blijft.
Uit het feit, dat nog niets er op wijst, dat
dit inderdaad zal geschieden, moet, aldus ge
noemd bestuur, de groote ontstemming ver
klaard worden, die dezer dagen onder het
P.T.T.-personeel valt waar te nemen. Het per
soneel weet, dat er van een feitelijk tekort
nog geen sprake is en is desondanks plotseling
overvallen met een zeer groot aantal extra
bezuinigingsmaatregelen (los van en nog vóór
het bekend worden van het rapport der Bezui-
nigingscommissie-Welter), waarin ook het pu
bliek belang betrokken wordt.
In de groote steden zal, naar in de pers
werd medegedeeld, van de 4 postbestellingen er
één vervallen; in de kleinere steden en op het
platteland wordt de tweede bestelling opge
heven.
Een groot aantal P.T.T.-kantoren en hulp
kantoren zal zeer binnenkort slechts 5 of 6 uur
per dag worden opengesteld.
Het gevolg hiervan kan niet anders zijn dan
dat handel en verkeer hiervan mede de nadee-
lige gevolgen zullen ondervinden. Op deze
wijze meent de Administratie P.T.T. eenige dui
zenden personen in sommige dagbladen
reeds geschat op 9000 te kunnen ontslaan,
waarvan de groote massa op Maatschappelijk
Hulpbetoon en Armenzorg zal zijn aangewezen.
Het bestuur voornoemd heeft groote onrust
onder ,het P.T.T.-personeel geconstateerd, ook
onder dat deel, dat tenslotte den dienst gaande
zal moeten houden, omdat dit laatste, door
nieuwe werktijdverlenging, arbeidsvoorwaarden
krijgt opgelegd, die aan de ouderen nog slechts
uit de jaren omstreeks 1900 bekend zijn.
Het bestuur van den C.B.P.T.T. zal zich tot
verschillende officieele instanties wenden om
te waarschuwen tegen de z.i. noodlottige ge
volgen van een en ander beperking van dien
sten en sterke uitbreiding werkloosheid en
daarbij den eisch stellen, dat de vier millioen
gulden winst, die vóóruit op de begrooting is
gereserveerd, in de kas van het Staatsbedrijf
P.T.T. behoort te blijven.
Z. H. Exc. Mgr. C. v. d. Ven, bisschop van
Alexandrie (V. S) die reeds eenigen tijd ernstig
ongesteld was, is volgens telegrafisch bericht
aan de „Maasbode", op bijna 67-jarigen leeftijd
overleden.
Mgr. C. van de Ven, 16 Juni 1865 te Oirschot
geboren, studeerde aan de Seminaries van het
bisdom Den Bosch. Reeds als student op het
groot-Seminarie te Haaren gold Mgr. van de
Ven onder zijn collega's als een philosophisch
en theologisch gezag en als geleerde genoot hij
in Amerika een groot vertrouwen. Tijdens zijn
laatsten overtocht naar zijn vaderland werd hij
verrast met de promotie tot eere-doctor in de
letteren van de Katholieke Universiteit van
Pittsburg.
Ook om zijn karakter werd hij algemeen ge
respecteerd.
Mgr. Godschalk wijdde 31 Mei 1890 den veel-
belovenden leviet tot priester in de Kathedraal
van St. Jan te 's-Hertogenbosch. In 1890 tot
kapelaan benoemd in New-Iberia van het bis
dom Natches, had hij reeds in 1891 zijn eerste
pastoor-plaats te Jennings en in 1892 zijn
tweede te Lakes-Charles gekregen. Van hieruit
bediende de nieuwe pastoor vele missie-bijpos-
ten en leidde een echt missionarisleven. In 1902
volgde zijn benoeming als pastoor te Baton-
Rouge; meteen werd hij consultor van den bis
schop. Twee jaren later, 10 Augustus 1904, volg
de zijn benoeming tot bisschop van Natchitoches
Monseigneur was toen 39 jaar oud. In 1910 werd
zijn bisschopszetel op last van Paus Pius X
verplaatst naar Alexandrie, een bisdom, dat
sinds 1853 bestond, en waar hem drie Fransche
bisschoppen waren voorafgegaan. Monseigneur
stichtte in zijn diocees, dat een blanke en een
zwarte bevolking heeft, vele nieuwe missie-bij-
posten, bouwde kerken en te Alexandrie een
weeshuis, waarvan hij persoonlijk het bestuur
voerde.
De rust, welke Mgr. voor eenige jaren in zijn
geboorteplaats Oirschot kwam zoeken, werd toen
enkele dagen verstoord door een spontane en
geestdriftige hulde, zooals onze Katholieke Bra
banders, door traditie van eeuwen, dat weten
te doen.
Heel het Bossche diocees, heel de Bossche
geestelijkheid, die toen meeleefden in de hulde
aan een harer groote zonen gebracht, zal nu
treuren bij de lijkbaar van den kerkvorst, die
in de Vereenigde Staten van Amerika rusteloos
en met gebruik van al zijn groote talenten, zoo
onnoembaar veel heeft gedaan voor de verbrei
ding van Gods Kerk en tot heil der aan hem
toevertrouwde zielen.
Donderdagmiddag om drie uur is te Nijme
gen nadat het H. Oliesel nog kon worden
toegediend plotseling overleden de hoogeerw.
pater Angelus Jurrius O.P., provinciaal van de
Nederlandsche provincie der paters Dominica
nen.
De thans ontslapene werd den len Januari
1876 te Nijmegen geboren. Hij studeerde aan
het St. Dominicus-college te Nijmegen, trad in
de orde der Dominicanen den 12en Septem
ber 1893 en werd den 12en Augustus 1900 door
Mgr. van Baars, apostolisch-vicaris van Cu
racao tot priester gewijd. Na enkele jaren hoo
gere studie aan de universiteit van Amsterdam
werd pater Jurrius in 1907 benoemd tot pro
fessor in de chemie en later tot novicenmeester
in het Dominicanenklooster te Zwolle.
In 1909 werd hij door Mgr. van de Wetering
benoemd tot inspecteur van het aartsbisschop
pelijk schooltoezicht in de dekenaten Deventer
en Zwolle en in 1910 tot adviseur van den
bond van katholieke openbare onderwijzers in
het Aartsbisdom Utrecht.
Na de vervulling van deze belangrijke posten
werd pater Jurrius in Mei 1928 aan het hoofd
gesteld van de Nederlandsche provincie der
Dominicanen, die hü tot nu toe bestuurde.
Een begaafd priester
Met den Hoogeerw. Pater Jurrius is een bui
tengewoon verdienstelijk en begaafd priester
heengegaan. Als Provinciaal wist hij de achting
en sympathie van allen te verwerven, doch ook
in de daarvoor liggende periode deed hij uit
stekend werk. De moraal-theologie had zijn bij
zondere liefde en het waren niet alleen zijn
Ordegenooten, die hem als moralist op prijs
wisten te stellen.
Zijn studie voor het doctoraat had hij reeds
beëindigd, doch gepromoveerd is hij nimmer,
omdat hü onverwachts benoemd werd tot pro
fessor.
Tijdens het provincialaat van den Hoogeerw.
Pater van Breda, oefende de overledene de func
tie uit van secretaris van den Provinciaal en
het was in deze jaren, dat hij met kracht werk
te aan de verbetering en uitbreiding van de stu
die. Hij zond verschillende Ordegenooten naar
de universiteiten te Rome en Freiburg, naar
Frankrijk en Engeland, waar ze hun aanvullen
de studies volbrachten.
Als Provinciaal stichtte hij het Dominicaner
College te Neerbosch en in zijn provin
cialaat werd tevens begonnen met den bouw
van het nieuwe klooster te Nijmegen. Helaas
heeft hij de plechtige inwijding van dit kloos
ter niet meer mogen beleven.
Op Zaterdag 23 April bracht de Hoogeerw. Pa
ter Jurrius nog een bezoek aan de pastorie van
de kerk van den H. Thomas van Aquine aan de
Vechtstraat te Amsterdam en den daarop vol
genden Woensdag had hij reeds het voornemen
gemaakt, ter gelegenheid van het vertrek van
Mgr. Verriet, den dag in de Amsterdamsche
pastorie door te brengen, toen hij plotseling
door een ongesteldheid werd overvallen.
De ziekte liet zich niet ernstig aanzien en de
laatste dagen voelde Pater Jurrius zich zelfs
weer opgeknapt. Donderdagmiddag echter ver
anderde eensklaps de toestand en geheel on
verwacht kwam de dood.
In November 1929 ondernam Pater Jurrius
een visitatiereis naar Cura?ao en Portorico,
waarvan hfj in Mei 1930 terugkeerde.
DEN HAAG, 12 Mei '32.
Het debat over de uitvoering van de Onge
vallenwet heeft een bevredigend verloop gehad,
een zóó bevredigend verloop, dat zich zelfs het
zeldzame feit voordeed van de intrekking eener
sociaal-democratische motie. De heer Kuiper
had de zijne ook wel reeds ingetrokken, het
geen niet zoo'n wonder is, want aan de rech
terzijde is men op dit stuk nu eenmaal altijd
wat toegevender, maar K. ter Laan sloeg, toen
zijn motie (die met het eerstgeboorterecht, al
werd zij later overvleugeld door haar Katholieke
concurrente) wederom alleen stond, de kans op
aanneming zoo laag aan, dat ook hij capituleer
de en haar terugnam.
Minister Verschuur's toezeggingen waren
dan ook wel aanlokkelijk geweest. Zij culmi
neerden hierin, dat hij door een kleine commis
sie uit ambtenaren van zijn departement en
van de Rijksverzekeringsbank zal doen nagaan,
of zich uit de klachten, bij deze debatten ge
rezen, een bepaald concreet terrein laat afba
kenen, dat voldoende duidelijk omlijnd is, om
in aanmerking te kunnen komen voor een on
derzoek door eene commissie, waarin allerlei
deskundigen, mede natuurlijk vertegenwoordi
gers van de werkgevers- en arbeidersorganisa
ties, zullen zitting hebben. Nu maar dadelijk zulk
eene commissie te gaan instellen wat de
wensch was, leek den bewindsman wat over
haast en ook weinig vruchtbelovend.
Vergeten commissie
Hoezeer men trouwens tegenover de zucht
van Kamerleden, óm commissies in te stellen,
op zijn qui vive moet zijn, bewees het geval Dr.
Vos, die den Minister beloofde, eventueel tegen
de moties te zullen stemmen, indien hij het
vraagstuk der onvolwaardigen eens door eene
commissie wilde laten bezien. De liberale me
dicus zag daarbij geheel voorbij, dat in den
staatsalmanak reeds jarenlang zulk eene com
missie prijkt en wel behoorlijk toegerust met
eene subcommissie, die speciaal de positie der
onvolwaardige arbeiders in verband met de On
gevallenwet bestudeert. Wél merkte Dr. Vos
hier tegenover spijtig op, dat dit lichaam een
kapstok is, doch hij leverde met die interruptie
tegelijk een argument, om toch vooral in het
gebouw onzer sociale voorzieningen nog niet
zoo'n tweeden kapstok te gaan aanbrengen.
Mocht nu het onderzoek van de kleine ambte
naren-commissie het nut aanwijzen van ver
dere studie, dan zal de in te stellen grootere en
veelzijdige commissie eventueel vooral hebben
Kuiper aangeroerd, n.l. de vraag, of de verant-
derende bedrijfsomstandigheden met de daaraan
ook in normalen tijd verminderde kans voor
getroffenen door een ongeval op het vinden van
werk een voldoende motief vormen, om door
wetswijziging aan art. 18 van de Ongevallenwet
een andere, ruimere toepassing te waarborgen.
Aan de toepassing, zooals die thans geschiedt,
valt niet te tornen. Z(j geschiedt volgens de lij
nen, uitgestippeld door de jurisprudentie van de
beroepsinstanties. En sommigen b.v. de heer
Drop mogen nu in bepaalde gevallen klagen,
dat daarin een in hun oogen goede beslissing
van de Rijksverzekeringsbank vernietigd en al
dus voor de toekomst onmogelijk gemaakt is,
dit neemt toch niet weg, dat men nu eenmaal
niet buiten deze administratieve rechtspraak
kan. En wie rechspraak wil en dat wenscht
natuurlijk ieder'wil iets, waarop hij geen cri-
tiek wil' uitoefenen. Dat formuleerde de Minister
zoo zeer goed en bondig.
geweldig uiteenloopende en genuanceerde ge
vallen, die zich kunnen voordoen. Vooral treedt
dit aan den dag bij het vaststellen van het cau
saal verband tusschen het letsel en het ongeval.
Hier komen dikwijls bijfactoren in het spel, die
voor den leek zeer moeilijk zijn te beoordeelen
(b.v. een reeds bestaande ziekte, die ter gele
genheid van het ongeval aan het licht komt)
en die dan den buitenstaander, wanneer de
Rijksverzekeringsbank op grond van de wet
niet anders dan afwijkend beschikken kan, al
gauw het verwijt in den mond geven, dat de
wet niet sociaal wordt uitgevoerd. Hetzelfde
geldt voor de beroepsorganen, wanneer zij zich
verplicht zien, later een gunstige beschikking
van de Bank te vernietigen.
Wat Wèl kan, is ten aanzien van bepaalde
punten, waarop de jurisprudentie aan de hoed
van de wet een weg is ingeslagen, dien men lie
ver niet wenscht, de wet zelf wijzigen, zoodat
daarmede automatisch de rechter, zooals Mi
nister Verschuur het uitdrukt, „op een ander
spoor wordt gebracht". Dit is b.v. mogelijk in
betrekking tot het begrip „kostwinnerschap" of
tot de verhouding tusschen de ouders en de
kinderen, die bij hen werkzaam zijn. Want ten
aanzien van dit laatste punt is nog onlaftgs een
uitspraak van den Centralen Raad van Beroep
afgekomen, die den arbeid dezer kinderen niet
beschouwt als arbeid in den zin der Ongevallen
wet. Dit onverzekerd blijven van .een vrij be
langrijke groep, die onder de wet zou moeten
vallen, bevredigt velen niet. En hier ware dus
aanleiding, om tot wetswijziging te komen.
Overigens heeft Minister Verschuur nog eens
uitnemend in groote lijnen het stelsel van de
Ongevallenwet uitgestippeld. De groote moei
lijkheid, zooals die nu eenmaal bij alle wetten
voorkomt, is ook hier, de groote hoofdregels
zoo rechtvaardig mogelijk toe te passen op de
In het algemeen genomen, ontkent Minister
Verschuur dat de wet onsociaal zou worden
uitgevoerd. De wet zelf ziet de invaliditeit als
maatschappelijke invaliditeit. En al kan het
invaliditeitspercentage nu eenmaal niet anders
dan op technisch-medische wijze, worden vastge
steld, 'n taak, die voor 'n gewoon medicus te
zwaar is en die 'n corps van gespecialiseerde ex
perts vordert, de medici, die zich met dit werk
belast zien, en ook de aanpassingsagenten, die
niets anders doen dan geval voor geval de be
drijf stechnische mogelijkheden nagaan, zijn
voldoende van de sociale zijde van hun beroep
doordrongen, om de wel eens overdreven klach
ten te ontzenuwen. Stonden b.v. niet, aldus de
bewindsman, menschen uit alle kringen aan
het graf van den pas overleden dr. Brocx, die
zijn leven aan deze taak gewijd heeft?
Juist het feit, dat de wet zoo sociaal en niet
koud en ongevoelig wordt toegepast, is volgens
Minister Verschuur een van de oorzaken, dat de
reserve van de Rijksverzekeringsbank inteert.
Doch om voor de toekomst nog verder in deze
richting te streven, wordt bovendien nog ge
werkt aan eene Commissie van Overleg, die
zooveel mogelijk eventueele klachten zal op
vangen en als een zeef zal werken tusschen de
Bank en de administratieve rechtspraak.
Was het van den Minister na al deze tege
moetkoming een overdreven vraag, een ver
keerd advies aan de heeren Kuiper en Ter Laan,
om nu hun moties maar in te trekken en ze
„pro memorie in de Handelingen te laten
staan."? Er was bovendien voor de Kamer de
groote moeilijkheid, om tusschen de moties, die
nogal op elkaar leken, te kiezen. En om de deur
dicht te doen, kwam Nestor Heemskerk
met grondwettelijke bezwaren aandragen. In
derdaad school er in beide wel een zweempje
van critiek op de rechterlijke macht. Dat tast
hare onafhankelijkheid aan. En derhalve waren
ze voor den krassen oud-minister absoluut te
veroordeelen.
De contingenteering van schoeisel, tricotgoe
deren, wollen- en halfwollen stoffen en boven-
kleeding heeft heden nog alleen den sociaal
democraat IJzerman op het spreekgestoelte ge
bracht. „Un homme averti en vaut deux". Der
halve drukte hij zich bij deze wetsontwerpen
wat voorzichtiger en minder politiek uit dan
bij de vleeschcontingenteering, toen hij na zijn
insinuatie aan rechtsche boerenvrienden, dat
zij met hun geestdriftig steunen van den maat
regel een verkiezingsspelletje speelden, door een
deel zijner fractie in den steek gelaten werd en
later tegenover de twee dappersten, die openlijk
van hun tegenovergesteld gevoelen blijk gaven,
moest terugkrabbelen per ingezonden stuk in
de Arbeiderspers. Dit neemt echter niet weg, dat
eigenlijk alleen de contingenteering der tricot
goederen 's heeren IJzermans onverdeelde in
stemming heeft.
Morgen gaat de Kamer na een comité-gene
raal voor bespreking van inwendige aangele
genheden met deze ontwerpen door. Er zijn ook
amendementen. En opnieuw zetelt Minister
Verschuur achter de Regeeringstafel. Hij heeft
in deze tijden toch wel een héél zware taak.
En des te meer moet men de wijze bewonde
ren, waarop hij zich deskundig, geestig en de
gelijk van die taak kwijt. Het moge nu een dé
tail van den Economischen Raad, een geval uit
de praktijk van de Ongevallenwet, de al of niet
noodzakelijkheid van contingenteering van een
of ander onderdeel van ons costuum betreffen,
in één week tijd staat hij ten aanzien van al
die onderwerpen zijn mannetjes. En afdoende.
Pritóteüraad
Het Tweede Kamerlid Van Rappard heeft aan
den Minister van Binnenlandsche Zaken de vol
gende vraag gesteld:
Wil de Minister mededeeien, wanneer het eer
ste deel van het rapport der Bezuinigings-com-
missie Wel ter, dat reeds eenigen tijd geleden
gereed is gekomen en aan de Regeering is aan
geboden, openbaar gemaakt zal worden?
De socialisten van alle schakeeringen
zijn wel genoodzaakt, voortdurend te
schamperen tegen de kapitalisten, tegen
de heeren met de groote inkomens, die zich
zooveel méér luxe kunnen permitteeren
dan de arme stakkers.
De ontevredenheid der massa immers
moet voortdurend de gelederen der socia
listen aanvullen en versterken.
En hoe kan men de massa nu gemak
kelijker ontevreden maken dan door steeds
maar te wijzen op maatschappelijke onge
lijkheid en dikbuikige kapitalisten af te
beelden, die arme drommels vertrappen!
't Is voor de heeren echter altijd een
beroerd ding, dat er ook in rooden kring
particulier aan kapitalisme gedaan wordt
en dat ook onder partijgenooten salaris
sen enz. worden opgestreken, welke den
armen rooden drommel evenzoovele erger
nissen zijn.
In de socialistische pers doet men steeds
vreeselijk verontwaardigd, als in kringen
van tegenstanders gewezen wordt op dit
roode kapitalisme, waaruit telkens weer
blijkt, dat de natuur sterker is dan de
leer, maar nu heeft „Het Volk" zelf ons
zoo'n geval aan de hand gedaan en dus
mogen wij 't hier ook wel even étaleeren.
Het betreft den afvalligen Stenhuis.
Voor eenigen tijd hield Stenhuis voor de
O.S.P. een rede te Haarlem, en sprak toen
o.a. over de goed gesitueerde bestuurders
der S.D.AP. en moderne vakbeweging.
Direct hierop verscheen in „Het Volk"
van het bestuur van het N. V. V., waar
Stenhuis vroeger voorzitter van was, een
waarschuwing.
Deze waarschuwing behelsde onder an
dere dat, wanneer Stenhuis op dezen weg
bleef voortgaan, zij een boekje zouden open
doen van wat Stenhuis vroeger aan salaris
verdiende als voorzitter van N. V. V., als
Kamerlid, als secretaris van den Int. Fa-
brieksarbeidersbond enz.
Stenhuis heeft na deze bedreiging gezwe
gen als het graf, en het N. V. V.-bestuur
heeft zijn bedreiging dus niet ten uitvoer
behoeven te brengen.
„De Tribune" maakt van het heibeltje
natuurlijk echter handig gebruik door nu
te verkondigen, dat Stenhuis in zijn ver
schillende functies indertijd 'n salaris van
ongeveer veertienduizend gulden genoot,
endat „Het Volk" degenen, die in
dertijd daarop wezen, als lasteraars heeft
uitgemaakt, omdat Stenhuis toen nog
partijgenoot was.
Intusschen:
Veertienduizend gulden!
Voor een groot deel geklopt uit de zak
ken der „verdrukten", waarvoor Stenhuis
in zijn N. V. V.- en I. F. A. B.-functies met
zoo groote liefde opkwam.
Als 't gaat om het slijk der aarde, wordt
de afstand tusschen woorden en werken
wel heel groot.
Met de contingenteering van schoenen
is. het misgeloopen, omdat er veel meer
schoenen binnenkwamen dan de contin
genteering toestond.
En de contingenteering van confectie
werkte niets uit, omdat er niet naar de
hoeveelheid, doch naar de geldswaarde
werd gerekend.
Nu schijnt er ook met de contingentee
ring van boter iets niet in den haak te
zijn:
in de periode van 1 Maart1 Juli zou
mogen worden ingevoerd 529 ton boter,
er werd, volgens het „Hdbd." in die pe
riode echter geïmporteerd 700 ton; het
blad merkt verder nog op, dat Europeesch
Rusland in de laatste week van April nog
345 ton boter zond!
Terwijl het contingent voor dit land nog
niet ten volle 50 ton bedroeg!
Het contingent werd dus zeven maal
overschreden.
De vraag rijst, of we nou werkelijk
heelemaal niet contingenteeren kunnen.
Na het echec met schoenen en confectie
deze mislukking van de boter-contingen-
teering; deze boter-lawine, terwijl we
ons in Nederland suf prakkiseeren, hoe
we de binnenlandsche boter tegen kost
prijs geconsumeerd zullen krijgen!
In de Donderdag gehouden vergadering van
commissarissen van de N. V. Koninklijke Neder
landsche Maatschappij tot Exploitatie van
Petroleumbronnen in Ned. Indië werd besloten
aan de algemeene vergadering van aandeelhou
ders voor te stellen over het boekjaar 1931 een
dividend uit te keeren van 6 pet.
De Algemeene Nederlandsche Metaalbewei
kersbond te Eindhoven heeft in een drukbe
zochte vergadering op advies van het hoofdbe
stuur de voorstellen van de directie in zake de
loonsverlaging met algemeene stemmen ver
worpen.
Na de fabrieksarbeiders' hebben nu dus ook
de metaalbewerkers de loonsverlaging absoluut
verworpen.