leekepreeken
Beperking van den invoer
Prikkeldraad
Idee van dr. Colijn
Economische Raad
aangenomen
Ook in de A.J.C.
ZATERDAG 14 MEI
mmmm
OP HET BINNENHOF
De functie Kamerlid-gesalari
eerd bestuurder
aj^ben
NAT. AUSPICATO-VIERING
Aan de bruine Iegieoenen!
EEN ANTIEK „GETSKE"
Met de Kleine H. Theresia ten
strijde tegen de georganiseerde
goddeloosheid!
KONINGEN VAN DE WOESTIJN IN EEN DIERENTUIN
Te Whipsnade nabij Londen is een nieuwe dierentuin geopendwaar
in de dieren zooveel mogelijk in natuurlijke omgeving zijn onder
gebracht
PRODUCTIE VAN MARGARINE
Toenemende achteruitgang
KAASUITVOER
NAAR DUITSCHLAND
Bevordering gewenscht
MINDER POSTBESTELLINGEN
De regeling gaat 22 Mei in
Audiëntie
Idee van Dr. Colyn
De sluizen van welsprekendheid
David wist het beter!
439
®r heerscht een gedrukte stemming in
I ,Ze samenleving van vandaag. Er hangt
dreigends in de lucht als voor een
aar onweer, 't Is niet de oorlogszwoelte
zomer van 1914; 't is niet de revo-
van den
*-angst, die vele volkeren na den wapen-
stand heeft aangegrepen en vastgehou-
n- 't Is het vage gevoel, dat de huidige
°Homische crisis niet uit haar dieptepunt
11 los komen zonder een of andere cata-
r°Phale gebeurtenis, 't Is het gevoel, dat
n ernstigen zieke in zijn laatste dagen
®rvalt: het voorbije leven lijkt zoo ij del;
was er veel moois en verdienstelijks
Reh maken geweest; maar zelfzucht en
rek aan edelmoedigheid deden telkens
rzaken aan het edele en grijpen naar het
öegere- Nu, in het licht van den dood, blijkt
smalle maar versmade weg de eenig
ed> terwijl het breede, verlokkende, veel
reden pad recht van het einddoel heeft
betre,
afgevi
den
°ord. Maar het is nu te laat den goe-
£>at
Weg nog eens opnieuw te gaan....
v gevoel van verkeerd te zijn gegaan,
P vast te zijn geloopen is het, wat onze
"henleving beangstigt. In en na den
- c°ten oorlog hebben allerlei leeraars klaar
gfista.
bieuW(
an om een nieuwen weg te wijzen om
s middelen voor geluk en welvaart
te geven. Maar in deze dagen zwijgen
s de economen; niemand weet het meer,
ade voorspellingen zijn mislukt, alle
öwrekeningen hebben gefaald, alle theorieën
aze verzinsels zijn gebleken.
beeft
tijd,
één groote troost: de geschiedenis
taeer van deze en zelfs erger dan deze
en gekend. Zóó een was de periode op
grens van onze jaartelling, toen de
j^einsche cultuur over haar hoogtepunt
Was en in overbeschaving ging weg-
öe ken. Ook toen hing er iets dreigends in
g lucht; de wereld gevoelde, dat er iets
eOren moest. Maar lang nog nadat het
nder was geschied, nadat een God was
ensch geworden, had geleefd en wonderen
^"rocht in het land van Palestina, duurden
Verwarring en onzekerheid yoort. De
gebeurtenis van het kruisoffer
graf
Van de opstanding van Christus uit het
k uit eigen macht, trok slechts in zeer
Perkten kring te Jeruzalem de aandacht.
aar tien dagen na het opstijgen ten hemel
b den Verlosser zou de wereld door een
Olijke manifestatie van boven ver
lui!^611' da,b er een nieuw tijdperk was inge-
Toen te Jeruzalem duizenden verga-
6ertl waren uit alle windstreken, stak er
storm op bij helderen hemel, zóó als
.fnooit iemand beleefd had. En uit een
Ren ^an 20rgvuldiS gesloten huis kwamen
v°udige mannen naar buiten, meeren-
s visschers, ongeletterde lieden. Op
etlarie hoofden daalden vurige tongen neer
UQ begonnen een taal te spreken, welke
s^0lt vernomen was; een taal, welke ver-
Qr.ari Werd door Parthen en Mediers, door
jjj^ken en Romeinen en Egyptenaren tege
ls zij wisten niet waarover zich meer
lejVerw°nderen, over het feit dat deze Galli-
W ,6 visschers zich in zooveel talen
^er verstaanbaar maakten, of over de
Va yvelke dezen verkondigden, een leer
Üefde van een God, die mensch was
v^en en door lijden en dood de straffen
te ,°ns had afgewend, maar nu ook eisch-
at wij elkanders broeders zouden zijn
^2lin voorbeeld van liefde zouden volgen.
gRle die Pinkstermanifestatie te Jeru-
tiiie- beteekende niet de plotselinge bekee-
g^tu'Vari iieel de wereld. Maar allen, die
v&0 'Seri Waven geweest van de nederdaling
jw hen H. Geest te Jeruzalem, keerden
<je r bun landstreek terug èn vertelden van
h^^bbderbare dingen, welke zij beleefd
en- In Azië en Griekenland en zelfs in
Werd over hit wonderbare feit ge-
btch En als korfc haarna de leerlingen
°ver de wereld verspreidden om
5che S' leer te Prehiken, vonden zij men-
bw twistende over de eeuwigheidspro-
ble.
eUien.
eUe
De Geest Gods zelf had de alge-
aandacht voor Christus' liefdeleer
b^ag<i' Het zou nog eeuwen van strijd
bieejj^h en lijden kosten, eer de leer alge-
Ie^,. aanvaard werd. Maar de Geest had
^chf en niemand was in staat om zijn
bt tegen te houden.
^■1(1 w
bun voorspellingen van geluk en
*v3.a»»4-
alle profeten van onzen tijd ge-
ie6r art en vrede, de geschiedenis kan ons
is. jyo' boe en waar de juiste weg te vinden
g altijd bidden jaarlijks millioenen in
hog bd in Gods kerk den H. Geest af. En
4bd is die H. Geest bereid neer te
*ïet jsen Zijn groote wonderen te wrochten.
niet meer noodig, dat Hij een storm
^■jft en in vurige tongen verschijnt om
erauten aan te wijzen. Wie oogen
"ie Vi001 te zien en ooren om te hooren,
he Venht overal de gezalfden des Heeren,
beieVe aarders en verkondigers, ook de
6taat f Van he eenig ware leer. Maar helaas
,6 vreezen, dat ondanks oneindige
ieer .^hansei
^achti m°herne heidendom minder
hen p 8 Zal zijn dan in de eerste eeuw na
j>eest Va°oten Pinkstermorgen, omdat de
b, djgb bef de zoo weinig levendig is onder
öft bem moeten ontsteken,
b®t eer ^ers is de groote groeikracht van
'Uge ljes e christendom geweest, de onder
eet o he> het voorbeeld van naastenliefde
thedre, °atechumenen. Daar waren geen
?6redlev,a en> haar was geen schitterende
v°hge keSt' haar was niets uiterlijks in de
eb. rIc, wat de heidenen kon aantrek-
b'6 Va,nar Was een harde afstootende leer,
,.Zebbeheersching, van vasten en
^eer ^ansen, de doorbraak van Christus'
V,Vab kruisiging van eigen vleesch
m uaar ^„4.
Igf
4eih Was een eisch van rechtvaardig-
ïi^aar was niet aanlokkelijks om tot
b 'een uWen godsdienst over te gaan
Ueifi
alle schepsel tegenover God. En dat lokte
edele geesten in een wereld, waar zooveel
onrechtvaardigheid en ongelijkheid was. En
in de studie van den nog zoo kort geleden
gestorven Godmensch leerden de eerste
christenen met verzaking van eigen lusten,
met afleggen van haat en vijandschap, de
naastenliefde als de eerste deugd en vonden
in die leer een ongekenden vrede des har
ten. En zóózeer werden zij door die liefde-
leer veranderd, dat heel hun uiterlijk en
hun-leven-naar-buiten er door gekenmerkt
werd. En de overige heidenen zagen daarin
het kenteeken van den christen, van den
aanhanger van den nieuwen godsdienst, als
zij met verbazing tot elkaar zeiden: zie, hoe
zij elkander liefhebben? Die onderlinge
liefde werd het aantrekkingspunt voor de
jonge kerk.
In vurige tongen was de H. Geest ver
schenen: een geest van liefde is op den
eersten Pinksterdag neergedaald. En daar
door is het aanschijn der aarde veranderd.
Gods liefde kwam in den mensch: en de
eene mensch bracht de liefde op den ander
over. Een geest van liefde bezielde Gods
kerk en bracht haar tot wasdom.
Ziedaar het geheim om het „aanschijn
der aarde te vernieuwen" ook voor onzen
tijd. Men zoekt naar een oplossing voor de
groote wereldproblemen; men vraagt om
uitkomst; men eischt een wonder om een
andere wereld te kunnen maken. En de weg
is aangewezen; het middel is bij de hand.
Maar: zij hebben ooren en hooren niet, zij
hebben oogen en zien niet. Was het groote
verwijt aan de oude heidenen, dat in hun
tijd „homo homini lupus", de eene mensch
een wolf was voor den andere; het verschil
met thans is alleen, dat de wolven zijn
samengegroept en de eene troep loert om
den anderen te verscheuren. Het persoonlijk
belang wroet even hard als ooit te voren,
maar daarnaast houdt het groepsbelang
den socialen vrede op verren afstand. De
geestesverwarring is even groot als twintig
eeuwen terug. Aan de christenen van ot.zen
tijd evenals aan die der eerste eeuw de taak,
om door edelmoedigheid aan de wereld den
weg naar den waren vrede te wijzen! Het
goede voorbeeld alleen is al overmachtig.
Maar hoe eenvoudig ,t ook mogen schijnen,
de beoefening der naastenliefde eischt een
heldenstrijd met zichzelf. Karakters heb
ben wij noodig, mannen en vrouwen, die
met verzaking van eigen belang, daden van
liefde tot den evenmensch stellen zóó, dat
ook de heidenen van onzen tijd weer zeg
gen: ziet, hoe zij elkander liefhebben. En
dan zullen met een hernieuwd en ver
jongd christendom, orde, welvaart en vrede
terugkeeren.
Dis is ten allen tijde de overtuiging der
Kerk geweest; daarom bad en bidt zij altijd
nog den H. Geest: vervul de harten uwer
geloovigen en: ontsteek in hen het
vuur uwer liefde
HOMO SAPIENS
Het comité van voorbereiding verzocht ons
plaatsing van het volgende:
Van de transen van den eeuwen trotseeren-
den, eenig schoonen Domtoren van het Sticht
klinkt een klaroenstoot.
Op naar Utrecht!
Op ter Pinksterwapenschouw!
Over de beemden en landouwen, over de pol
derlanden en heidevlakten van Oost tot West
en van Noord tot Zuid weergalmt het signaal.
Hierop is gewacht en het wordt gehoord.
Door de bruine divisies.
Niet echter door hen, di zich met het „Ha-
kenkreuz" tooien. Doch wel door hen, die zich
als „milites Christi" lieten inlijven in het
Vredesleger met het Kruis van Christus en
het banier.
Het vredesleger zeven eeuwen geleden gefor
meerd door den bruinen opperbevelhebber: St.
:ge - 1Cvu.,^u,- Smalle doorgang aan den Minder-
n°ver iedereen, van gelijkheid van broedersingel te Roermond
Franciscus van Assisië. Zeven eeuwen oud
doch steeds verjongd en vernieuwd en nog
steeds paraat.
Op naar Utrecht!
De Franciscannsche strijders met ridderidea
len gaan zich verzamelen en maken zich op om
in gesloten formaties pp te trekken naar de
oude bisschopstad.
Op ter Pinksterschouw!
Als ware het een tweede Pinksterkapittel eens
te Assisië gehouden toen de groote aanvoerder
nog leefde!
Bezield en verwarmd door het Pinkstervuur
dat zal uitlaaien uit de harten van honderden
en nog eens honderden om een nieuw daden
program te beschouwen en te ontvouwen, ge
schikt en aangepast aan onzen modernen tijd.
Van Utrecht uit: nieuw licht en nieuw le
ven!
Van Utrecht uit: nieuwe opbloei en nieuwe
actie
Thans zal gezamenlijk worden opgetrokken
naar het gemeenschappelijk doel, onder de
tweehoofdige leiding vani de Franciscanen en
van de Capucijnen.
Het hoogste kerkelijk gezag in Nederland be
tuigt niet alleen instemming, doch zal den dag
aanvangen en sluiten met de schoone liturgi
sche plechtigheden.
Immers Z. H. Excellentie Mgr. J. H. G. Jan
sen, Aartsbisschop van Utrecht, heeft zich be
reid verklaard een Pontificale Hoogmis in de
ruime kerk van O. L. Vrouw ten Hemelopne
ming op te dragen, opgluisterd door den uit-
nemenden zang van het parochiaal zangkoor.
Tijdens het Pontificaal Lof met H. Sacra
mentsprocessie, waarmede de Auspicato-vie-
ring zal worden besloten, zal Z. H. Exc. Bgr.
de Aartsbisschop een toespraak houden.
In de groote vergaderingen, die onder lei
ding zullen staan van pastoor G. F. v. d. Meer
uit Rotterdam, in stede van pastoor G. W. Bol
der uit Utrecht, die verhinderd is wegens
ziekte, zullen alleszins bevoegde sprekers het
onderwerp van vele zijden belichten.
Pater Richardus O.M.Cap.: „Onder de pau
selijke banier langs nieuwe wegen."
Dr. H. W. Moller: „De Derde Orde en onze
Maatschappij."
Pater Perpetuus Pallant O. F. M.: „Ons
Franciscaansch Dadenprogram."
Op naar Utrecht op den tweeden Pinkster
dag.
Op ter viering van den vijftigsten verjaardag
der uitvaardiging van de Derde Orde Encycliek
.Auspicato" van den grooten Tertiaris Paus
Leo XIII roemrijker gedachtenis.
Het zal zijn de 17e Mei dat de stille Karmel
van Egmond, aan den voet der duinen, een
machtige gebedscentrale wordt voor geheel ons
land. Dagelijks stroomen de inschrijvingen van
nieuwe leden binnen. Iedereen ontvangt koste
loos een prentje van de lieve Heilige, met het
Noveengebed en den naam van den aanvrager
ten bewijze van lidmaatschap aan de gebeds
actie.
Theresia, alvorens te sterven, beloofde het,
en de gebedsverhooringen bewijzen het voort
durend: Zij had aan God niets geweigerd op
aarde hu zou God ter belooning haar niets wei
geren in den hemel.
Door de heiligverklaring op 17 Mei 1925 heeft
de Kerk ons vertrouwen in haar macht en in
hare belofte bevestigd. We keeren dan onze na
tionale gebedsactie tot Haar tegen de nationale
ramp, tegen de wereldplaag, de economische en
sociale ontreddering. Wij vragen de verbetering
der maatschappelijke toestanden. Die kan alleen
van boven komen.
Maar vergist u niet. Weet het wel! Er ligt
een vloek op de maatschappij De vloek der ge
organiseerde goddeloosheid! Vol verontwaardi
ging zuchtte eertijds de gewijde schrijver: De
goddelooze zegt in zijn hart: er is geen God!
Maar tegenwoordig schalt de godslastering door
de luchten, wordt uitgeschreeuwd op de straten,
wordt officieel in hoogescholen gedoceerd. Een
leger van zeven milloen vormt het „Verbond van
strijdende Godloozen" in Rusland. En hoeveel
duizenden misschien ook millioenen buiten de
Sovjetgrenzen, wachten met verbeten ongeduld
op het geschikte oogenblik, om met geweld den
naam van God weg te vagen van de aarde en
organiseeren voorloopig slechts hun sluwheid en
bedrog.
In Duitschland heeft een katholiek staatsman
een daad gesteld. „Geen recht voor de godde
loosheid" beteekent de ontbinding der commu
nistische organisaties der Godloozen, door dr.
H. Brüning gelast.
Wij, die geen staatsmacht in handen hebben,
wij sluiten onze rangen om den standaard van
de kleine H. Theresia en wij bidden gezamenlijk
tot God voor ons zelve en voor allen, om een
kinderlijk, nederig, zachtmoedig hart jegens Hem
en jegens alle menschen. „Heer, Die gezegd hebt:
Tenzij ge wordt als kleine kinderen, zult gij niet
ingaan in het rijk der hemelen", verleen ons,
smeeken wij, de schreden der H. Maagd Theresia
in ootmoed en eenvoud zoodanig te volgen, dat
wij de eeuwige belooningen verkrijgen."
Laten wij door intense gebedsactie het ver
harde menschelijk gemoed kalmeeren, het verzet
tegen de straffende hand Gods breken, het
egïsme tegen den evenmensch bannen. Dan zal
de Vader in den hemel ons genadig zijn.
Komt allen kloppen aan de poort van den
Karmel van Egmond, laat u opnemen in het
lidmaatschap van de Novene.
J. W. M. WEVERS, S.M.M.,
Karmel Rector.
Egmond a.d. Hoef, 10 Mei 1932.
De aflevering van het maandschrift van het
Centraal Bureau voor de Statistiek bevat de
volgende cijfers omtrent de hier te lande in
bedrijf zijnde margarinef abri eken.
1927 1928 1929 1930 1931
Aantal ondernem. 16 16 14 17 18
Hoeveelheid marg.
(X 1 mill. K.G.
netto-gewicht)
a. vervaardigd 140,8 139,9 132,7 127,6 111,3
b. afgeleverd m.
binnenl. best. 62,4 66,5 71,2 70,8 66,2
c. afgeleverd m.
buitenl. best. 77,6 73,4 61,7 57,6 45,3
Personeel pl.m. 15
Sept. (X 100) 51 49 41 30 26
Het groote concern heeft in 1931 opnieuw
een gedeelte van zijn productie van margarine
naar zijn buitenlandsche fabrieken overge
bracht, terwijl het voortging de productie hier
te lande in een kleiner aantal fabrieken te
concentreeren. Tegelijkertijd stelden wederom
een aantal andere ondernemingen nieuwe mar-
garinefabrieken in bedrijf.
De totale productie van margarine bleef in
1931 ruim 16 millioen K.G. of 13 pet. achter bij
die van het vorige jaar. Dit is reeds het vier
de achtereenvolgende jaar, dat achteruitgang
te zien geeft. Behalve aan eerstgenoemden
maatregel van het concern is de vermindering
der binnenlandsche productie in 1931 in hoofd
zaak toe te schrijven aan de vermindering van
het prijsverschil tusschen margarine en natuur
boter, gevolg van sterke daling der boterprij-
zen. Onder deze omstandigheden nam in
vergelijking met 1930 het binnenlandsch
verbruik van margarine af met bijna 5 mil
lioen K.G. of 7 pet., terwijl dat van natuur
boter toenam met millioen K.G. of onge
veer 15 pet.
De Nederlandsche Vereeniging van Kaashan
delaren, gevestigd te Gouda, heeft aan den Mi
nister van Economische Zaken en Arbeid een
schrijven gezonden van den volgenden inhoud:
De Nederlandsche Vereeniging van Kaas
handelaren, gevestigd te Gouda, nam met be
langstelling kennis van de plannen, welke bij
de regeering bestaan ten aanzien van de melk
veehouderij en zuivelbereiding, doch meent toch
op het volgende nog de aandacht te moeten
vestigen:
Eén der belangrijkste oorzaken van den nood
toestand in die bedrijven is wel de belemmering,
welke allerwegen aan onzen kaasexport in den
weg wordt gelegd en wel speciaal aan onzen
uitvoer naar Duitschland.
Steeds minder deviezen worden beschikbaar
gesteld zoodat het langzamerhand ondoenlijk
gaat worden ook op Duitschland, tot op heden
het grootste afzetgebied der Hollandsche kaas,
zaken te doen.
Speciaal tegenover Duitschland heeft Neder
land een machtig wapen in handen: onze ex
port, in geld uitgedrukt, naar dat land is klei
ner dan de import vanuit Duitschland naar Ne
derland. De z.g. Contingenteeringswet is toch
zeker een prachtig middel in de handen van de
Nederlandsche regeering om de export-moge
lijkheden op Duitschland in de door producen
ten en handelaren gewenschte banen te leiden.
Dit alles in aanmerking nemende, meent
onze vereeniging Uw Excellentie eerbiedig te
mogen verzoeken in het belang van de zuivel
producten en dientengevolge ook van den han
del, alle pogingen in het werk te stellen de ex
portmogelijkheden. van het. product kaas zoo
sterk mogelijk te bevorderen.
Eenige weken geleden is gemeld, dat in ge
meenten met minder dan 5000 inwoners de
derde postbestelling zal worden opgeheven.
Deze opheffing zal, volgens de „Telegraaf", voor
de gemeenten, waarin zulks mogelijk is, ingaan
tegelijk met de nieuwe zomerdienstregeling,
d.w.z. op 22 Mei a.s.
Wat betreft de opheffing van een der vier
bestellingen in de groote steden, daarover heeft
de Postraad nog geen definitief advies uitge
bracht.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de
volgende week Maandag, Woensdag en Zater.
dag geen audiëntie verleenen.
DEN HAAG, 13 Mei '32.
Mr. Oud vertelde heden in de Kamer, dat hij
soms in particuliere gesprekken met medeleden
het verwijt te hooren krijgt, hun toch zoo'n
leelijke kool gestoofd te hebben met het amen
dement, dat hij indertijd op de Crisisinvoerwet
indiende, om voor ieder contingenteerings-
besluit goedkeuring bij de wet voor te schrij
ven.
We kunnen ons voorstellen, dat er sommigen
in de Kamer zijn, die spijt hebben van de stem,
toen aan dat amendement gegeven. Want in
stede van weinig debat veroorzakende ontwer
pen, in plaats van in stilte onder 's Voorzitters
hamer verglijdende stukken zooals eenige
maanden optimisten in de Kamer ze zagen
blijken de voorstellen, waarbij de Regeering het
placet van de Kamer op haar contingenteerings-
maatregelen vraagt, uitgelezen debatontwerpen,
die ieder keer opnieuw voor- en tegenstanders
op de achterste beenen tegenover elkander
brengen en den met werk overhoopten Minister
van Economische Zaken en Landbouw maar
dwingen, in de Kamer te zijn, terwijl zijn de
partement hem vrijwel niet missen kan. Bo
vendien heeft dit verloop van zaken dit na
deel in onze oögen, dat de Minister in het voor
uitzicht van dagenlang debat in de Kamer hui
verig wordt, om in te grijpen, waar volgens zijn
kijk op de zaak dat ingrijpen noodzakelijk zijn
zou.
Wij voelen op dezen grond veel voor een idee,
dezen middag door Dr. Colijn aan de hand ge
daan. Hij heeft, toen hij zijn stem aan de Cri
sisinvoerwet gaf, deze wet gezien als niet meer
dan een middel, om tegen overmatigen invoer
maatregelen te kunnen nemen. Als instrument
ter radicale wijziging van onze handelspolitiek
al is hfj daar op zichzelf niet tegen is
de wet nooit bedoeld. Daarvoor juist diende het
amendement-Oud. Het gaf aan de Kamer op
hare beurt het middel, om dadelijk, wanneer
de Regeering andere doeleinden dan het voor
opgestelde ging nastreven, haar op de vingers
te tikken.
Tegengaan van overmatigen invoer In een
bepaald bedrijf nu komt volgens Dr. Colijn neer
op handhaven van den status quo van den invoer
in dat bedrijf. En nu wenscht hij voor maat
regelen, die kennelijk alleen dit doel beoogen,
de controle van de Kamer af te schaffen. Voor
verder gaande contingenteerings-besluiten moet
dan weer telkens een bekrachtigings-ontwerp
worden ingediend.
Dit systeem zou inderdaad zoowel aan de
Regeering als aan de Kamer veel tijd bespa
ren, al kan men natuurlijk ook weer van mee
ning verschillen, wat men in bepaalde gevallen
onder handhaving van den status quo heeft te
verstaan. Contingenteering tot 100 pCt. kan
daarmede, als de maatregel te laat genomen
wordt, wel eens allerminst gelijk staan. Doch
van den anderen kant staat dan weer, dat bij
aanvaarding van dit systeem-Colijn de an-
ti-revolutionnaire leider komt er bij de replie
ken op terug, want Mr. Oud, de „Urheber" van
het tegenwoordig stelsel, stond er huiverig te
genover de Regeering in ieder geval ten
aanzien van de contingenteering tot 100 pCt.
de handen vrijer heeft en vlotter kan doortas
ten.
Dat dit gedeeltelijk dicht doen van de invoer-
sluizen de sluizen der welsprekendheid wagen
wijd opengooit, is thans wel weer even duide
lijk als bij den maatregel tegen den vleeschim-
port gebleken. Evenals toen splitste de Kamer
zich weer in de partij, die vindt, dat men veel
te ver gaat, en de andere partij, die snakt
naar meer.
Het is uiterst moeilijk, te deze zake een
standpunt te kiezen. Men baseert natuurlijk
ook in de Kamer zijne meening op cijfers. En
dezelfde cijfers, die den een tot volbloed-con-
tingenteerder maken, doen den ander fel tegen
stander zijn. Rechts zitten de meeste voorstan
ders, al legde de Christelijk-Historische Me
juffrouw Katz ons uit, dat de contingenteering
van b.v. dames-confectie kant noch wal raakt.
Hetzelfde zeggen van links Mr. Vos, de heer
IJzerman en Mr. Oud, maar daar tegenover
voeren de Katholieken Van der Meys en Locke-
feer aan, dat een gemiddelde invoer in de ja
ren 1927, '28, '29 en '30 van 1.255.000 K.G. en
een in 1931 plotseling tot 2.160.000 K.G. opge-
loopen invoer toch wel onweerlegbaar op een
overmatigen invoer in dit laatste jaar wijzen.
Dezelfde cijfers doen den heer Van der Heeg,
den leider van de Sociaal-democratische ar
beiders-organisatie in het kleedingbedrijf, wel
ke in de Kamer vertegenwoordigd is door Me
juffrouw De Jong, de zijde der Regeering kiezen
ten aanzien van de confectie.
Evenveel verschil van meening bestaat ten
opzichte van de wollen- en halfwollen stoffen,
de tricot goederen en het schoeisel.
De industrie, die dit laatste artikel produ
ceert, is volgens de heeren IJzerman en Mr.
Oud achterlijk. Zij heeft het aan zich zelf te
danken, als zij bij het buitenland ten achter
blijft. De heer Lockefeer van zijn kant ontkent
dit, doch zelfs al zou het waar zijn, dat deze
industrie niet even gesupermechaniseerd is als
de buitenlandsche, dan nóg zou hij vóór den
maatregel zijn, omdat hij van die overdreven
mechanisatie ook de nadeelen ziet en het trou
wens niet aangaat, om zulk een reden eenvou
dig duizenden arbeiders broodeloos te maken.
Ad rem was ook de waarschuwing van de
heeren Van der Meys en Lockefeer aan 't adres
van diegenen, die in het belang van de scheep
vaart Dr. Vos hamerde hierop den invoer
niet tezeer willen belemmeren. Vergeet gij niet,
aldus de Katholieke afgevaardigden, dat, zoo
men niet ingrijpt, de ondergang der binnenland
sche industrie een nieuwen gevoeligen klap óók
voor Uw scheepvaart beteekenen zal, omdat zij
zich daarmede den aanvoer van de grondstof
fen dezer industrie zal zien ontgaan? Boven
dien gispten zij, dat van de linkerzijde, waar
in hoofdzaak de sputteraars tegen de contingen
teering an sich zetelen, altijd alleen maar cri-
tiek en geen enkel concreet tegenvoorstel komt.
Natuurlijk zijn ook weer klachten over de
voorbereiding van de verschillende maatrege
len, in het bijzonder het niet voldoende hooren
van de betrokenen, geuit. Hierover en ook over
de noodzakelijkheid van den maatregel, die in
het belang van particulieren postpakketten tot
een waarde van 40.buiten de contingen
teering blijven doet, zal de Minister in zijn ant
woord wel voldoende licht verspreiden. Het ont
aardde af en toe weer bedenkelijk in een ge
valletjes-debat met voorlezing van brieven en
zelfs rijmpjes uit betrokken kringen.
Het ontwerp tot instelling van den Economi-
schen Raad is zonder hoofdelijke stemming-
aanvaard. Alleen David Wijnkoop wist het
weer beter. Hij had bij de debatten weliswaar
voortdurend door afwezigheid geschitterd, doch
dit nam niet weg, dat hij de zaak volkomen
door had en met aplomb aanteekening ver
langde, dat hij tegen was, omdat dit nieuwe li
chaam volgens zijn roode visie weer een stap
verder beteekent naar de „zoogenaamde orga
nische of fascistische inrichting van het staats
apparaat".
Het is nog steeds een raadsel, welke en
hoe groote gevolgen de jongste scheuring
in de S.D.AJ?. voor de partij hebben zal.
Eerst bij de komende Kamerverkiezin
gen zal de rekening kunnen worden opge
maakt.
Er zijn optimisten; er zijn pessimisten.
Maar intusschen blijkt wel, dat de scheu
ring dóórwerkt, ook in neven-organisaties
der partij, zooals trouwens genoeg voor
speld is.
In de jeugd-organisatie, de A. J. C., is de
invloed der scheuring al heel goed merk
baar.
Blijkens het communiqué van een hoofd
bestuursvergadering deden zich door de op
richting van de O.S.P. in een vijftiental
aldeelingen grootere en kleinere moeilijk
heden voor.
Op voorstel van het bestuur van de af-
deeling Rotterdam werden 21 Rotterdam-
sche leden geroyeerd, wegens het geven van
niet te dulden tegenleiding. Op voorstel
van het bestuur van de afdeeling Amster
dam werd besloten Evert Boom, Charles
Brands, Dries Gosman en Jan Moll te
royeeren, wegens het zich schuldig maken
aan handelingen in strijd met de belangen
van de A.J.C.
De geroyeerden zijn te Rotterdam al be
gonnen met de oprichting van een nieuwe
jeugd-organisatie de S(ocialistische)A(rbei-
ders) J(eugdorgansatie). Men zegt, dat men
onafhankelijk staat van elke politieke par
tij en dat men de leden in 't algemeen so
cialistisch wil opvoeden, maar 't is duidelijk,
dat dit niets anders is dan een jeugdgroep
van de O.S.P. In Rotterdam begint men met
87 leden.
't Zijn wèl ondeugende jongelui! Maar.,
ze hebben den aard naar niemand vreemds,
die opstandige A.J.C.-ers.
Hebben de grootste leiders in hun jonge
jaren ook niet hun heil gezocht en gevon
den in opstandigheid en afscheiding? En
heeft de groote Frank van der Goes in
Haarlem niet gezegd, dat dit eigenlijk het
ideaal is?!
(Ingezonden).
Een der besluiten op de laatst gehouden
bondsvergadering van „St Paulus", den Ned.
R.K. Bond van Overheidspersoneel, genomen,
heeft den inkt in de journalistieke inktpotten
heftig in beroering gebracht.
Ja zelfs een professorale vulpen kwam er door
in beweging.
Typisch is het hierbij op te merken, dat heel
deze artikelenstroom in en buiten onze Katho
lieke pers gaat over een kwestie, waarover op
de bewuste vergadering van „St. Paulus" geen
besluit genomen is en ook niet behoefde geno
men te worden.
In die artikelen gaat het over de vereenig-
baarheid van de functie van gesalarieerd be
stuurder- (schijnbaar gebruikt men met voor
liefde hier het nietszeggende woord „vrij
gestelde") -Kamerlid.
Deze vereenigbaarheid der twee bezoldigde
functies nu is nimmer bij „St. Paulus" aan de
orde geweest en ik meen te mogen zeggen, m de
geheele arbeidersbeweging niet.
Het staat daar als het ware a priori vast, dat,
indien iemand gesalarieerd bestuurder is, deze
functie niet toelaat het Kamerlidmaatschap
erbij waar te nemen of omgekeerd.
Beide functies vragen zoo goed als den gehee-
len mensch.
De gevolgde praktijk is dan ook tot nu toe,
dat indien iemand een gesalarieerd bestuur
der Kamerlid werd, hij wel lid bleef van
het betrokken bondsbestuur in een enkel geval
met een heel kleine vergoeding, maar als ge
salarieerd bestuurder (vrijgestelde) ver
dween.
Bij ,St. Paulus" nu heeft men het besluit ge
nomen, dat het Kamerlidmaatschap onvereenig-
baar is met het lidmaatschap van het dage-
lijksch bestuur van den Bond.
Daarbij hebben zuivere overwegingen van
bondsbelang den doorslag gegeven, zoodat alle
beschouwingen die in de pers aan dit besluit
zijn gewijd, vrijwel langs de zaak heen gaan.
Over de kwestie die in de pers ter sprake is
gebracht zou nog heel wat te zeggen zijn, vooral
over het feit, of de belangensfeer van bepaalde
personen het meer of minder onmogelijk maakt,
op juiste wijze een openbare functie te ver
vullen.
Als dit zou worden aanvaard als maatstaf,
zal het aantal menschen tot wie men zich voor
het vervullen der plaatsen in de openbare licha
men kan wenden, niet voldoende zijn om de te
bezetten plaatsen in te-nemen, terwijl dan bo
vendien bij en ernstig onderzoek zeer waar
schijnlijk zou blijken, dat een van de meest on
afhankelijke posities in het maatschappelijk
leven juist die van gesalarieerd bestuurder in de
arbeidersbeweging is.
Maar genoeg daarover.
Doel van dit artikel was vast te stellen, dat
men over zaken schreef, die niet aan de orde
zijn geweest.
Laten zij, die de verantwoordelijke taak heb
ben het publiek voor te lichten, toch vooral be
denken, dat door het schrijven over zaken die
meer fantasie dan werkelijkheid zijn, men bij
een groot aantal menschen meeningen doet
postvatten, die onjuist zijn en zeker schade moe
ten toebrengen aan de katholieke zaak en de
verhouding der personen en groepen onderling.
F. SPIT
P.S. Voor zoover ons bekend, is in onze katho
lieke 'fractie de vereeniging van de twee ge
noemde functies alleen maar aanwezig wat de
werkgevers betreft.
NASCHRIFT DER REDACTIE:
Volgaarne voldoen wij aan het verzoek van
den heer Spit, bovenstaand stuk onder de oogen
van onze lezers te brengen.
Wij weten nu dat St. Paulus het veelbespro
ken besluit nam, enkel en alleen, omdat, naar
de meening der Bondsleden beide functies zoo
goed als den geheele mensch vragen, we
weten dus ook dat de vraag, of de functies
gesalarieerd bestuurder-Kamerlid ver-
eenigbaar zijn, in St. Paulus niet aan de orde
geweest is.
Wij helpen het gaarne voortzeggen, alleen
zou terloops de vraag gesteld kunnen worden,
waarom de heer Spit (als hij dan zoo groote
bezwaren heeft tegen principieele, theoretische
beschouwingen naar aanleiding van het St. Pau-
lus-besluit, dat volgens hem niet juist geïnter
preteerd is) eerst zoo vele dagen na datum op
de vergissing (in vrijwel de geheele Nederland
sche pers!) attent maakt.
Intusschen: ook al zijn de bedoelde principi
eele, theoretische beschouwingen in de bladen
geleverd naar aanleiding van een feit dat eenigs-
zins anders „ligt", dan algemeen werd aange
nomen, de waarde dier beschouwingen^
blijft natuurlijk volkomen dezelfde.