leekepreeken Beperking van den invoer Prikkeldraad Idee van dr. Colijn Economische Raad aangenomen Ook in de A.J.C. ZATERDAG 14 MEI mmmm OP HET BINNENHOF De functie Kamerlid-gesalari eerd bestuurder aj^ben NAT. AUSPICATO-VIERING Aan de bruine Iegieoenen! EEN ANTIEK „GETSKE" Met de Kleine H. Theresia ten strijde tegen de georganiseerde goddeloosheid! KONINGEN VAN DE WOESTIJN IN EEN DIERENTUIN Te Whipsnade nabij Londen is een nieuwe dierentuin geopendwaar in de dieren zooveel mogelijk in natuurlijke omgeving zijn onder gebracht PRODUCTIE VAN MARGARINE Toenemende achteruitgang KAASUITVOER NAAR DUITSCHLAND Bevordering gewenscht MINDER POSTBESTELLINGEN De regeling gaat 22 Mei in Audiëntie Idee van Dr. Colyn De sluizen van welsprekendheid David wist het beter! 439 ®r heerscht een gedrukte stemming in I ,Ze samenleving van vandaag. Er hangt dreigends in de lucht als voor een aar onweer, 't Is niet de oorlogszwoelte zomer van 1914; 't is niet de revo- van den *-angst, die vele volkeren na den wapen- stand heeft aangegrepen en vastgehou- n- 't Is het vage gevoel, dat de huidige °Homische crisis niet uit haar dieptepunt 11 los komen zonder een of andere cata- r°Phale gebeurtenis, 't Is het gevoel, dat n ernstigen zieke in zijn laatste dagen ®rvalt: het voorbije leven lijkt zoo ij del; was er veel moois en verdienstelijks Reh maken geweest; maar zelfzucht en rek aan edelmoedigheid deden telkens rzaken aan het edele en grijpen naar het öegere- Nu, in het licht van den dood, blijkt smalle maar versmade weg de eenig ed> terwijl het breede, verlokkende, veel reden pad recht van het einddoel heeft betre, afgevi den °ord. Maar het is nu te laat den goe- £>at Weg nog eens opnieuw te gaan.... v gevoel van verkeerd te zijn gegaan, P vast te zijn geloopen is het, wat onze "henleving beangstigt. In en na den - c°ten oorlog hebben allerlei leeraars klaar gfista. bieuW( an om een nieuwen weg te wijzen om s middelen voor geluk en welvaart te geven. Maar in deze dagen zwijgen s de economen; niemand weet het meer, ade voorspellingen zijn mislukt, alle öwrekeningen hebben gefaald, alle theorieën aze verzinsels zijn gebleken. beeft tijd, één groote troost: de geschiedenis taeer van deze en zelfs erger dan deze en gekend. Zóó een was de periode op grens van onze jaartelling, toen de j^einsche cultuur over haar hoogtepunt Was en in overbeschaving ging weg- öe ken. Ook toen hing er iets dreigends in g lucht; de wereld gevoelde, dat er iets eOren moest. Maar lang nog nadat het nder was geschied, nadat een God was ensch geworden, had geleefd en wonderen ^"rocht in het land van Palestina, duurden Verwarring en onzekerheid yoort. De gebeurtenis van het kruisoffer graf Van de opstanding van Christus uit het k uit eigen macht, trok slechts in zeer Perkten kring te Jeruzalem de aandacht. aar tien dagen na het opstijgen ten hemel b den Verlosser zou de wereld door een Olijke manifestatie van boven ver lui!^611' da,b er een nieuw tijdperk was inge- Toen te Jeruzalem duizenden verga- 6ertl waren uit alle windstreken, stak er storm op bij helderen hemel, zóó als .fnooit iemand beleefd had. En uit een Ren ^an 20rgvuldiS gesloten huis kwamen v°udige mannen naar buiten, meeren- s visschers, ongeletterde lieden. Op etlarie hoofden daalden vurige tongen neer UQ begonnen een taal te spreken, welke s^0lt vernomen was; een taal, welke ver- Qr.ari Werd door Parthen en Mediers, door jjj^ken en Romeinen en Egyptenaren tege ls zij wisten niet waarover zich meer lejVerw°nderen, over het feit dat deze Galli- W ,6 visschers zich in zooveel talen ^er verstaanbaar maakten, of over de Va yvelke dezen verkondigden, een leer Üefde van een God, die mensch was v^en en door lijden en dood de straffen te ,°ns had afgewend, maar nu ook eisch- at wij elkanders broeders zouden zijn ^2lin voorbeeld van liefde zouden volgen. gRle die Pinkstermanifestatie te Jeru- tiiie- beteekende niet de plotselinge bekee- g^tu'Vari iieel de wereld. Maar allen, die v&0 'Seri Waven geweest van de nederdaling jw hen H. Geest te Jeruzalem, keerden <je r bun landstreek terug èn vertelden van h^^bbderbare dingen, welke zij beleefd en- In Azië en Griekenland en zelfs in Werd over hit wonderbare feit ge- btch En als korfc haarna de leerlingen °ver de wereld verspreidden om 5che S' leer te Prehiken, vonden zij men- bw twistende over de eeuwigheidspro- ble. eUien. eUe De Geest Gods zelf had de alge- aandacht voor Christus' liefdeleer b^ag<i' Het zou nog eeuwen van strijd bieejj^h en lijden kosten, eer de leer alge- Ie^,. aanvaard werd. Maar de Geest had ^chf en niemand was in staat om zijn bt tegen te houden. ^■1(1 w bun voorspellingen van geluk en *v3.a»»4- alle profeten van onzen tijd ge- ie6r art en vrede, de geschiedenis kan ons is. jyo' boe en waar de juiste weg te vinden g altijd bidden jaarlijks millioenen in hog bd in Gods kerk den H. Geest af. En 4bd is die H. Geest bereid neer te *ïet jsen Zijn groote wonderen te wrochten. niet meer noodig, dat Hij een storm ^■jft en in vurige tongen verschijnt om erauten aan te wijzen. Wie oogen "ie Vi001 te zien en ooren om te hooren, he Venht overal de gezalfden des Heeren, beieVe aarders en verkondigers, ook de 6taat f Van he eenig ware leer. Maar helaas ,6 vreezen, dat ondanks oneindige ieer .^hansei ^achti m°herne heidendom minder hen p 8 Zal zijn dan in de eerste eeuw na j>eest Va°oten Pinkstermorgen, omdat de b, djgb bef de zoo weinig levendig is onder öft bem moeten ontsteken, b®t eer ^ers is de groote groeikracht van 'Uge ljes e christendom geweest, de onder eet o he> het voorbeeld van naastenliefde thedre, °atechumenen. Daar waren geen ?6redlev,a en> haar was geen schitterende v°hge keSt' haar was niets uiterlijks in de eb. rIc, wat de heidenen kon aantrek- b'6 Va,nar Was een harde afstootende leer, ,.Zebbeheersching, van vasten en ^eer ^ansen, de doorbraak van Christus' V,Vab kruisiging van eigen vleesch m uaar ^„4. Igf 4eih Was een eisch van rechtvaardig- ïi^aar was niet aanlokkelijks om tot b 'een uWen godsdienst over te gaan Ueifi alle schepsel tegenover God. En dat lokte edele geesten in een wereld, waar zooveel onrechtvaardigheid en ongelijkheid was. En in de studie van den nog zoo kort geleden gestorven Godmensch leerden de eerste christenen met verzaking van eigen lusten, met afleggen van haat en vijandschap, de naastenliefde als de eerste deugd en vonden in die leer een ongekenden vrede des har ten. En zóózeer werden zij door die liefde- leer veranderd, dat heel hun uiterlijk en hun-leven-naar-buiten er door gekenmerkt werd. En de overige heidenen zagen daarin het kenteeken van den christen, van den aanhanger van den nieuwen godsdienst, als zij met verbazing tot elkaar zeiden: zie, hoe zij elkander liefhebben? Die onderlinge liefde werd het aantrekkingspunt voor de jonge kerk. In vurige tongen was de H. Geest ver schenen: een geest van liefde is op den eersten Pinksterdag neergedaald. En daar door is het aanschijn der aarde veranderd. Gods liefde kwam in den mensch: en de eene mensch bracht de liefde op den ander over. Een geest van liefde bezielde Gods kerk en bracht haar tot wasdom. Ziedaar het geheim om het „aanschijn der aarde te vernieuwen" ook voor onzen tijd. Men zoekt naar een oplossing voor de groote wereldproblemen; men vraagt om uitkomst; men eischt een wonder om een andere wereld te kunnen maken. En de weg is aangewezen; het middel is bij de hand. Maar: zij hebben ooren en hooren niet, zij hebben oogen en zien niet. Was het groote verwijt aan de oude heidenen, dat in hun tijd „homo homini lupus", de eene mensch een wolf was voor den andere; het verschil met thans is alleen, dat de wolven zijn samengegroept en de eene troep loert om den anderen te verscheuren. Het persoonlijk belang wroet even hard als ooit te voren, maar daarnaast houdt het groepsbelang den socialen vrede op verren afstand. De geestesverwarring is even groot als twintig eeuwen terug. Aan de christenen van ot.zen tijd evenals aan die der eerste eeuw de taak, om door edelmoedigheid aan de wereld den weg naar den waren vrede te wijzen! Het goede voorbeeld alleen is al overmachtig. Maar hoe eenvoudig ,t ook mogen schijnen, de beoefening der naastenliefde eischt een heldenstrijd met zichzelf. Karakters heb ben wij noodig, mannen en vrouwen, die met verzaking van eigen belang, daden van liefde tot den evenmensch stellen zóó, dat ook de heidenen van onzen tijd weer zeg gen: ziet, hoe zij elkander liefhebben. En dan zullen met een hernieuwd en ver jongd christendom, orde, welvaart en vrede terugkeeren. Dis is ten allen tijde de overtuiging der Kerk geweest; daarom bad en bidt zij altijd nog den H. Geest: vervul de harten uwer geloovigen en: ontsteek in hen het vuur uwer liefde HOMO SAPIENS Het comité van voorbereiding verzocht ons plaatsing van het volgende: Van de transen van den eeuwen trotseeren- den, eenig schoonen Domtoren van het Sticht klinkt een klaroenstoot. Op naar Utrecht! Op ter Pinksterwapenschouw! Over de beemden en landouwen, over de pol derlanden en heidevlakten van Oost tot West en van Noord tot Zuid weergalmt het signaal. Hierop is gewacht en het wordt gehoord. Door de bruine divisies. Niet echter door hen, di zich met het „Ha- kenkreuz" tooien. Doch wel door hen, die zich als „milites Christi" lieten inlijven in het Vredesleger met het Kruis van Christus en het banier. Het vredesleger zeven eeuwen geleden gefor meerd door den bruinen opperbevelhebber: St. :ge - 1Cvu.,^u,- Smalle doorgang aan den Minder- n°ver iedereen, van gelijkheid van broedersingel te Roermond Franciscus van Assisië. Zeven eeuwen oud doch steeds verjongd en vernieuwd en nog steeds paraat. Op naar Utrecht! De Franciscannsche strijders met ridderidea len gaan zich verzamelen en maken zich op om in gesloten formaties pp te trekken naar de oude bisschopstad. Op ter Pinksterschouw! Als ware het een tweede Pinksterkapittel eens te Assisië gehouden toen de groote aanvoerder nog leefde! Bezield en verwarmd door het Pinkstervuur dat zal uitlaaien uit de harten van honderden en nog eens honderden om een nieuw daden program te beschouwen en te ontvouwen, ge schikt en aangepast aan onzen modernen tijd. Van Utrecht uit: nieuw licht en nieuw le ven! Van Utrecht uit: nieuwe opbloei en nieuwe actie Thans zal gezamenlijk worden opgetrokken naar het gemeenschappelijk doel, onder de tweehoofdige leiding vani de Franciscanen en van de Capucijnen. Het hoogste kerkelijk gezag in Nederland be tuigt niet alleen instemming, doch zal den dag aanvangen en sluiten met de schoone liturgi sche plechtigheden. Immers Z. H. Excellentie Mgr. J. H. G. Jan sen, Aartsbisschop van Utrecht, heeft zich be reid verklaard een Pontificale Hoogmis in de ruime kerk van O. L. Vrouw ten Hemelopne ming op te dragen, opgluisterd door den uit- nemenden zang van het parochiaal zangkoor. Tijdens het Pontificaal Lof met H. Sacra mentsprocessie, waarmede de Auspicato-vie- ring zal worden besloten, zal Z. H. Exc. Bgr. de Aartsbisschop een toespraak houden. In de groote vergaderingen, die onder lei ding zullen staan van pastoor G. F. v. d. Meer uit Rotterdam, in stede van pastoor G. W. Bol der uit Utrecht, die verhinderd is wegens ziekte, zullen alleszins bevoegde sprekers het onderwerp van vele zijden belichten. Pater Richardus O.M.Cap.: „Onder de pau selijke banier langs nieuwe wegen." Dr. H. W. Moller: „De Derde Orde en onze Maatschappij." Pater Perpetuus Pallant O. F. M.: „Ons Franciscaansch Dadenprogram." Op naar Utrecht op den tweeden Pinkster dag. Op ter viering van den vijftigsten verjaardag der uitvaardiging van de Derde Orde Encycliek .Auspicato" van den grooten Tertiaris Paus Leo XIII roemrijker gedachtenis. Het zal zijn de 17e Mei dat de stille Karmel van Egmond, aan den voet der duinen, een machtige gebedscentrale wordt voor geheel ons land. Dagelijks stroomen de inschrijvingen van nieuwe leden binnen. Iedereen ontvangt koste loos een prentje van de lieve Heilige, met het Noveengebed en den naam van den aanvrager ten bewijze van lidmaatschap aan de gebeds actie. Theresia, alvorens te sterven, beloofde het, en de gebedsverhooringen bewijzen het voort durend: Zij had aan God niets geweigerd op aarde hu zou God ter belooning haar niets wei geren in den hemel. Door de heiligverklaring op 17 Mei 1925 heeft de Kerk ons vertrouwen in haar macht en in hare belofte bevestigd. We keeren dan onze na tionale gebedsactie tot Haar tegen de nationale ramp, tegen de wereldplaag, de economische en sociale ontreddering. Wij vragen de verbetering der maatschappelijke toestanden. Die kan alleen van boven komen. Maar vergist u niet. Weet het wel! Er ligt een vloek op de maatschappij De vloek der ge organiseerde goddeloosheid! Vol verontwaardi ging zuchtte eertijds de gewijde schrijver: De goddelooze zegt in zijn hart: er is geen God! Maar tegenwoordig schalt de godslastering door de luchten, wordt uitgeschreeuwd op de straten, wordt officieel in hoogescholen gedoceerd. Een leger van zeven milloen vormt het „Verbond van strijdende Godloozen" in Rusland. En hoeveel duizenden misschien ook millioenen buiten de Sovjetgrenzen, wachten met verbeten ongeduld op het geschikte oogenblik, om met geweld den naam van God weg te vagen van de aarde en organiseeren voorloopig slechts hun sluwheid en bedrog. In Duitschland heeft een katholiek staatsman een daad gesteld. „Geen recht voor de godde loosheid" beteekent de ontbinding der commu nistische organisaties der Godloozen, door dr. H. Brüning gelast. Wij, die geen staatsmacht in handen hebben, wij sluiten onze rangen om den standaard van de kleine H. Theresia en wij bidden gezamenlijk tot God voor ons zelve en voor allen, om een kinderlijk, nederig, zachtmoedig hart jegens Hem en jegens alle menschen. „Heer, Die gezegd hebt: Tenzij ge wordt als kleine kinderen, zult gij niet ingaan in het rijk der hemelen", verleen ons, smeeken wij, de schreden der H. Maagd Theresia in ootmoed en eenvoud zoodanig te volgen, dat wij de eeuwige belooningen verkrijgen." Laten wij door intense gebedsactie het ver harde menschelijk gemoed kalmeeren, het verzet tegen de straffende hand Gods breken, het egïsme tegen den evenmensch bannen. Dan zal de Vader in den hemel ons genadig zijn. Komt allen kloppen aan de poort van den Karmel van Egmond, laat u opnemen in het lidmaatschap van de Novene. J. W. M. WEVERS, S.M.M., Karmel Rector. Egmond a.d. Hoef, 10 Mei 1932. De aflevering van het maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek bevat de volgende cijfers omtrent de hier te lande in bedrijf zijnde margarinef abri eken. 1927 1928 1929 1930 1931 Aantal ondernem. 16 16 14 17 18 Hoeveelheid marg. (X 1 mill. K.G. netto-gewicht) a. vervaardigd 140,8 139,9 132,7 127,6 111,3 b. afgeleverd m. binnenl. best. 62,4 66,5 71,2 70,8 66,2 c. afgeleverd m. buitenl. best. 77,6 73,4 61,7 57,6 45,3 Personeel pl.m. 15 Sept. (X 100) 51 49 41 30 26 Het groote concern heeft in 1931 opnieuw een gedeelte van zijn productie van margarine naar zijn buitenlandsche fabrieken overge bracht, terwijl het voortging de productie hier te lande in een kleiner aantal fabrieken te concentreeren. Tegelijkertijd stelden wederom een aantal andere ondernemingen nieuwe mar- garinefabrieken in bedrijf. De totale productie van margarine bleef in 1931 ruim 16 millioen K.G. of 13 pet. achter bij die van het vorige jaar. Dit is reeds het vier de achtereenvolgende jaar, dat achteruitgang te zien geeft. Behalve aan eerstgenoemden maatregel van het concern is de vermindering der binnenlandsche productie in 1931 in hoofd zaak toe te schrijven aan de vermindering van het prijsverschil tusschen margarine en natuur boter, gevolg van sterke daling der boterprij- zen. Onder deze omstandigheden nam in vergelijking met 1930 het binnenlandsch verbruik van margarine af met bijna 5 mil lioen K.G. of 7 pet., terwijl dat van natuur boter toenam met millioen K.G. of onge veer 15 pet. De Nederlandsche Vereeniging van Kaashan delaren, gevestigd te Gouda, heeft aan den Mi nister van Economische Zaken en Arbeid een schrijven gezonden van den volgenden inhoud: De Nederlandsche Vereeniging van Kaas handelaren, gevestigd te Gouda, nam met be langstelling kennis van de plannen, welke bij de regeering bestaan ten aanzien van de melk veehouderij en zuivelbereiding, doch meent toch op het volgende nog de aandacht te moeten vestigen: Eén der belangrijkste oorzaken van den nood toestand in die bedrijven is wel de belemmering, welke allerwegen aan onzen kaasexport in den weg wordt gelegd en wel speciaal aan onzen uitvoer naar Duitschland. Steeds minder deviezen worden beschikbaar gesteld zoodat het langzamerhand ondoenlijk gaat worden ook op Duitschland, tot op heden het grootste afzetgebied der Hollandsche kaas, zaken te doen. Speciaal tegenover Duitschland heeft Neder land een machtig wapen in handen: onze ex port, in geld uitgedrukt, naar dat land is klei ner dan de import vanuit Duitschland naar Ne derland. De z.g. Contingenteeringswet is toch zeker een prachtig middel in de handen van de Nederlandsche regeering om de export-moge lijkheden op Duitschland in de door producen ten en handelaren gewenschte banen te leiden. Dit alles in aanmerking nemende, meent onze vereeniging Uw Excellentie eerbiedig te mogen verzoeken in het belang van de zuivel producten en dientengevolge ook van den han del, alle pogingen in het werk te stellen de ex portmogelijkheden. van het. product kaas zoo sterk mogelijk te bevorderen. Eenige weken geleden is gemeld, dat in ge meenten met minder dan 5000 inwoners de derde postbestelling zal worden opgeheven. Deze opheffing zal, volgens de „Telegraaf", voor de gemeenten, waarin zulks mogelijk is, ingaan tegelijk met de nieuwe zomerdienstregeling, d.w.z. op 22 Mei a.s. Wat betreft de opheffing van een der vier bestellingen in de groote steden, daarover heeft de Postraad nog geen definitief advies uitge bracht. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem zal de volgende week Maandag, Woensdag en Zater. dag geen audiëntie verleenen. DEN HAAG, 13 Mei '32. Mr. Oud vertelde heden in de Kamer, dat hij soms in particuliere gesprekken met medeleden het verwijt te hooren krijgt, hun toch zoo'n leelijke kool gestoofd te hebben met het amen dement, dat hij indertijd op de Crisisinvoerwet indiende, om voor ieder contingenteerings- besluit goedkeuring bij de wet voor te schrij ven. We kunnen ons voorstellen, dat er sommigen in de Kamer zijn, die spijt hebben van de stem, toen aan dat amendement gegeven. Want in stede van weinig debat veroorzakende ontwer pen, in plaats van in stilte onder 's Voorzitters hamer verglijdende stukken zooals eenige maanden optimisten in de Kamer ze zagen blijken de voorstellen, waarbij de Regeering het placet van de Kamer op haar contingenteerings- maatregelen vraagt, uitgelezen debatontwerpen, die ieder keer opnieuw voor- en tegenstanders op de achterste beenen tegenover elkander brengen en den met werk overhoopten Minister van Economische Zaken en Landbouw maar dwingen, in de Kamer te zijn, terwijl zijn de partement hem vrijwel niet missen kan. Bo vendien heeft dit verloop van zaken dit na deel in onze oögen, dat de Minister in het voor uitzicht van dagenlang debat in de Kamer hui verig wordt, om in te grijpen, waar volgens zijn kijk op de zaak dat ingrijpen noodzakelijk zijn zou. Wij voelen op dezen grond veel voor een idee, dezen middag door Dr. Colijn aan de hand ge daan. Hij heeft, toen hij zijn stem aan de Cri sisinvoerwet gaf, deze wet gezien als niet meer dan een middel, om tegen overmatigen invoer maatregelen te kunnen nemen. Als instrument ter radicale wijziging van onze handelspolitiek al is hfj daar op zichzelf niet tegen is de wet nooit bedoeld. Daarvoor juist diende het amendement-Oud. Het gaf aan de Kamer op hare beurt het middel, om dadelijk, wanneer de Regeering andere doeleinden dan het voor opgestelde ging nastreven, haar op de vingers te tikken. Tegengaan van overmatigen invoer In een bepaald bedrijf nu komt volgens Dr. Colijn neer op handhaven van den status quo van den invoer in dat bedrijf. En nu wenscht hij voor maat regelen, die kennelijk alleen dit doel beoogen, de controle van de Kamer af te schaffen. Voor verder gaande contingenteerings-besluiten moet dan weer telkens een bekrachtigings-ontwerp worden ingediend. Dit systeem zou inderdaad zoowel aan de Regeering als aan de Kamer veel tijd bespa ren, al kan men natuurlijk ook weer van mee ning verschillen, wat men in bepaalde gevallen onder handhaving van den status quo heeft te verstaan. Contingenteering tot 100 pCt. kan daarmede, als de maatregel te laat genomen wordt, wel eens allerminst gelijk staan. Doch van den anderen kant staat dan weer, dat bij aanvaarding van dit systeem-Colijn de an- ti-revolutionnaire leider komt er bij de replie ken op terug, want Mr. Oud, de „Urheber" van het tegenwoordig stelsel, stond er huiverig te genover de Regeering in ieder geval ten aanzien van de contingenteering tot 100 pCt. de handen vrijer heeft en vlotter kan doortas ten. Dat dit gedeeltelijk dicht doen van de invoer- sluizen de sluizen der welsprekendheid wagen wijd opengooit, is thans wel weer even duide lijk als bij den maatregel tegen den vleeschim- port gebleken. Evenals toen splitste de Kamer zich weer in de partij, die vindt, dat men veel te ver gaat, en de andere partij, die snakt naar meer. Het is uiterst moeilijk, te deze zake een standpunt te kiezen. Men baseert natuurlijk ook in de Kamer zijne meening op cijfers. En dezelfde cijfers, die den een tot volbloed-con- tingenteerder maken, doen den ander fel tegen stander zijn. Rechts zitten de meeste voorstan ders, al legde de Christelijk-Historische Me juffrouw Katz ons uit, dat de contingenteering van b.v. dames-confectie kant noch wal raakt. Hetzelfde zeggen van links Mr. Vos, de heer IJzerman en Mr. Oud, maar daar tegenover voeren de Katholieken Van der Meys en Locke- feer aan, dat een gemiddelde invoer in de ja ren 1927, '28, '29 en '30 van 1.255.000 K.G. en een in 1931 plotseling tot 2.160.000 K.G. opge- loopen invoer toch wel onweerlegbaar op een overmatigen invoer in dit laatste jaar wijzen. Dezelfde cijfers doen den heer Van der Heeg, den leider van de Sociaal-democratische ar beiders-organisatie in het kleedingbedrijf, wel ke in de Kamer vertegenwoordigd is door Me juffrouw De Jong, de zijde der Regeering kiezen ten aanzien van de confectie. Evenveel verschil van meening bestaat ten opzichte van de wollen- en halfwollen stoffen, de tricot goederen en het schoeisel. De industrie, die dit laatste artikel produ ceert, is volgens de heeren IJzerman en Mr. Oud achterlijk. Zij heeft het aan zich zelf te danken, als zij bij het buitenland ten achter blijft. De heer Lockefeer van zijn kant ontkent dit, doch zelfs al zou het waar zijn, dat deze industrie niet even gesupermechaniseerd is als de buitenlandsche, dan nóg zou hij vóór den maatregel zijn, omdat hij van die overdreven mechanisatie ook de nadeelen ziet en het trou wens niet aangaat, om zulk een reden eenvou dig duizenden arbeiders broodeloos te maken. Ad rem was ook de waarschuwing van de heeren Van der Meys en Lockefeer aan 't adres van diegenen, die in het belang van de scheep vaart Dr. Vos hamerde hierop den invoer niet tezeer willen belemmeren. Vergeet gij niet, aldus de Katholieke afgevaardigden, dat, zoo men niet ingrijpt, de ondergang der binnenland sche industrie een nieuwen gevoeligen klap óók voor Uw scheepvaart beteekenen zal, omdat zij zich daarmede den aanvoer van de grondstof fen dezer industrie zal zien ontgaan? Boven dien gispten zij, dat van de linkerzijde, waar in hoofdzaak de sputteraars tegen de contingen teering an sich zetelen, altijd alleen maar cri- tiek en geen enkel concreet tegenvoorstel komt. Natuurlijk zijn ook weer klachten over de voorbereiding van de verschillende maatrege len, in het bijzonder het niet voldoende hooren van de betrokenen, geuit. Hierover en ook over de noodzakelijkheid van den maatregel, die in het belang van particulieren postpakketten tot een waarde van 40.buiten de contingen teering blijven doet, zal de Minister in zijn ant woord wel voldoende licht verspreiden. Het ont aardde af en toe weer bedenkelijk in een ge valletjes-debat met voorlezing van brieven en zelfs rijmpjes uit betrokken kringen. Het ontwerp tot instelling van den Economi- schen Raad is zonder hoofdelijke stemming- aanvaard. Alleen David Wijnkoop wist het weer beter. Hij had bij de debatten weliswaar voortdurend door afwezigheid geschitterd, doch dit nam niet weg, dat hij de zaak volkomen door had en met aplomb aanteekening ver langde, dat hij tegen was, omdat dit nieuwe li chaam volgens zijn roode visie weer een stap verder beteekent naar de „zoogenaamde orga nische of fascistische inrichting van het staats apparaat". Het is nog steeds een raadsel, welke en hoe groote gevolgen de jongste scheuring in de S.D.AJ?. voor de partij hebben zal. Eerst bij de komende Kamerverkiezin gen zal de rekening kunnen worden opge maakt. Er zijn optimisten; er zijn pessimisten. Maar intusschen blijkt wel, dat de scheu ring dóórwerkt, ook in neven-organisaties der partij, zooals trouwens genoeg voor speld is. In de jeugd-organisatie, de A. J. C., is de invloed der scheuring al heel goed merk baar. Blijkens het communiqué van een hoofd bestuursvergadering deden zich door de op richting van de O.S.P. in een vijftiental aldeelingen grootere en kleinere moeilijk heden voor. Op voorstel van het bestuur van de af- deeling Rotterdam werden 21 Rotterdam- sche leden geroyeerd, wegens het geven van niet te dulden tegenleiding. Op voorstel van het bestuur van de afdeeling Amster dam werd besloten Evert Boom, Charles Brands, Dries Gosman en Jan Moll te royeeren, wegens het zich schuldig maken aan handelingen in strijd met de belangen van de A.J.C. De geroyeerden zijn te Rotterdam al be gonnen met de oprichting van een nieuwe jeugd-organisatie de S(ocialistische)A(rbei- ders) J(eugdorgansatie). Men zegt, dat men onafhankelijk staat van elke politieke par tij en dat men de leden in 't algemeen so cialistisch wil opvoeden, maar 't is duidelijk, dat dit niets anders is dan een jeugdgroep van de O.S.P. In Rotterdam begint men met 87 leden. 't Zijn wèl ondeugende jongelui! Maar., ze hebben den aard naar niemand vreemds, die opstandige A.J.C.-ers. Hebben de grootste leiders in hun jonge jaren ook niet hun heil gezocht en gevon den in opstandigheid en afscheiding? En heeft de groote Frank van der Goes in Haarlem niet gezegd, dat dit eigenlijk het ideaal is?! (Ingezonden). Een der besluiten op de laatst gehouden bondsvergadering van „St Paulus", den Ned. R.K. Bond van Overheidspersoneel, genomen, heeft den inkt in de journalistieke inktpotten heftig in beroering gebracht. Ja zelfs een professorale vulpen kwam er door in beweging. Typisch is het hierbij op te merken, dat heel deze artikelenstroom in en buiten onze Katho lieke pers gaat over een kwestie, waarover op de bewuste vergadering van „St. Paulus" geen besluit genomen is en ook niet behoefde geno men te worden. In die artikelen gaat het over de vereenig- baarheid van de functie van gesalarieerd be stuurder- (schijnbaar gebruikt men met voor liefde hier het nietszeggende woord „vrij gestelde") -Kamerlid. Deze vereenigbaarheid der twee bezoldigde functies nu is nimmer bij „St. Paulus" aan de orde geweest en ik meen te mogen zeggen, m de geheele arbeidersbeweging niet. Het staat daar als het ware a priori vast, dat, indien iemand gesalarieerd bestuurder is, deze functie niet toelaat het Kamerlidmaatschap erbij waar te nemen of omgekeerd. Beide functies vragen zoo goed als den gehee- len mensch. De gevolgde praktijk is dan ook tot nu toe, dat indien iemand een gesalarieerd bestuur der Kamerlid werd, hij wel lid bleef van het betrokken bondsbestuur in een enkel geval met een heel kleine vergoeding, maar als ge salarieerd bestuurder (vrijgestelde) ver dween. Bij ,St. Paulus" nu heeft men het besluit ge nomen, dat het Kamerlidmaatschap onvereenig- baar is met het lidmaatschap van het dage- lijksch bestuur van den Bond. Daarbij hebben zuivere overwegingen van bondsbelang den doorslag gegeven, zoodat alle beschouwingen die in de pers aan dit besluit zijn gewijd, vrijwel langs de zaak heen gaan. Over de kwestie die in de pers ter sprake is gebracht zou nog heel wat te zeggen zijn, vooral over het feit, of de belangensfeer van bepaalde personen het meer of minder onmogelijk maakt, op juiste wijze een openbare functie te ver vullen. Als dit zou worden aanvaard als maatstaf, zal het aantal menschen tot wie men zich voor het vervullen der plaatsen in de openbare licha men kan wenden, niet voldoende zijn om de te bezetten plaatsen in te-nemen, terwijl dan bo vendien bij en ernstig onderzoek zeer waar schijnlijk zou blijken, dat een van de meest on afhankelijke posities in het maatschappelijk leven juist die van gesalarieerd bestuurder in de arbeidersbeweging is. Maar genoeg daarover. Doel van dit artikel was vast te stellen, dat men over zaken schreef, die niet aan de orde zijn geweest. Laten zij, die de verantwoordelijke taak heb ben het publiek voor te lichten, toch vooral be denken, dat door het schrijven over zaken die meer fantasie dan werkelijkheid zijn, men bij een groot aantal menschen meeningen doet postvatten, die onjuist zijn en zeker schade moe ten toebrengen aan de katholieke zaak en de verhouding der personen en groepen onderling. F. SPIT P.S. Voor zoover ons bekend, is in onze katho lieke 'fractie de vereeniging van de twee ge noemde functies alleen maar aanwezig wat de werkgevers betreft. NASCHRIFT DER REDACTIE: Volgaarne voldoen wij aan het verzoek van den heer Spit, bovenstaand stuk onder de oogen van onze lezers te brengen. Wij weten nu dat St. Paulus het veelbespro ken besluit nam, enkel en alleen, omdat, naar de meening der Bondsleden beide functies zoo goed als den geheele mensch vragen, we weten dus ook dat de vraag, of de functies gesalarieerd bestuurder-Kamerlid ver- eenigbaar zijn, in St. Paulus niet aan de orde geweest is. Wij helpen het gaarne voortzeggen, alleen zou terloops de vraag gesteld kunnen worden, waarom de heer Spit (als hij dan zoo groote bezwaren heeft tegen principieele, theoretische beschouwingen naar aanleiding van het St. Pau- lus-besluit, dat volgens hem niet juist geïnter preteerd is) eerst zoo vele dagen na datum op de vergissing (in vrijwel de geheele Nederland sche pers!) attent maakt. Intusschen: ook al zijn de bedoelde principi eele, theoretische beschouwingen in de bladen geleverd naar aanleiding van een feit dat eenigs- zins anders „ligt", dan algemeen werd aange nomen, de waarde dier beschouwingen^ blijft natuurlijk volkomen dezelfde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5