Overeenkomst Prikkeldraad Wijsheid in vestzak UIT DE S.D.A.P., De plicht van den schrijver Volkenbondsdag De moordenaar DINSDAG 17 MEI gasten R.-Katholiek in menig op ziet - als een medestrijder naast zich P- s. DE POST PROTESTEERT Voor kortere werkweek NATIONALE EN INTER NATIONALE ZANG WEDSTRIJD HET GROOTSCHE WERK DER ZUIDERZEE-DROOGLEGGING De Zuiderzeewerken nabij den Oever uit de lucht gezien Palestrinakoor BOTER NAAR DUITSCHLAND Geen wijziging contingent Een woord ter opwekking SOMBERE VOORUITZICHTEN De Boskoopsche cultuur Kleine hoop j Wij wezen reeds eerder op de over- 0Iïlst, welke de „Christelijke Volks- C*" de politieke organisatie der ge- Vl8e protestanten in Duitschland ver- nt met de groote christelijke partijen n onzent. VaftÖ spralien WÜ 111 verband daarmee een mogelijke samenwerking dier par- Jtlet het centrum. e "Standaard" schrijft in gelijken geest. den >.Christelijken Volksdienst" te ttt'611 gelcarakteriseerd als een „echt '-revolutionnaire partij", gaat zij voort: tp"^eze partij heeft een zwaren strijd kpiiV?eren. Vooreerst is het niet gemak- kat!; in den hartstochtelijken politieken jiti P °m de problemen der Duitsche po- hai ^e*kens het zuiver anti-revolution- ,re Pad te onderkennen en te bewan- tof6??' ^aar voorts richt zich deze partij Cn het Christelijk geweten, d.w.z. tot de o5fclëntie, die den band aan het Woord sWhi. erkent, en hierdoor wekt zij niet vitirit woede van alle ongeloof, maar het zii °ok menigmaal op haren weg Ei„ Protest der geloovigen, die hun ver ben 6 in hun keuze niet willen erken- ïei^!l ontmoet uit den aard der zaak de- ten verwijten, welke de anti-rev. partij o onzent voor den voet werden ge spen. ben^ verwht hijv., dat zij zich laat span- o voor Rome's zegekar, ten-? orSaan van de partij, de „Chris- ken Volksdienst" merkt op en on? n wiJ zulk verschijnsel ook ten Sa ent niet? dat dit verwijt van een Van ngaan met Rome menigmaal komt tiin den kant dergenen, die altijd bereid sluite°m 6en bond met het CJentrum te ^^aar opmerkelijk is de ervaring,, die doet, antirevolutionnair in Duitschland op- ~F> deze n.l., dat, wanneer hij den sla Voert voor de Christelijke grond- KjSen van den Staat en de maatschap- gi^hij ais van zeif ,jeil getrouwen be «cht Hu- Zonder zijn zelfstandigen strijd ge de kracht van eigen beginsel op te e eh, kan hij niet wel anders dan zulk hf,„ R.-Katholiek als een medestrijder e6roeten." s*et is natuurlijk wederkeerig. En het ®ekt ook eigenlijk vanzelf. C1^ voor Nederland geldt, geldt in prin- Öaar evenzeer voor Duitschland, al zijn de omstandigheden dan anders, hijea slotte komt het toch ook in den po- Ue ph en socialen strijd hoofdzakelijk op vta Mensbeschouwing aan, op de tj, der grondslagen voor Staat te aatschappij, op de steeds scherpere stelling tusschen geloof en on- i* drieste vorm, waarin dit laatste zich t0(.°n2en tijd vertoont, dringt niet minder <ia Samenwerking en verweer, dan in de toen bij ons Schaepman met Kuy- en Loh'man het z.g. „Monsterverbond" smakelijkheid maakte, en in het Duit- l0r rÜk de leiders van het Centrum ge- l!ütilge protestanten als „hospitanten" in Partij opnamen. eeh gecombineerde vergadering van Ij. Parochiëele kiesvereenigingen te Den het e heeft prof. Veraart gesproken over Ojg^hderwerp „Quadragesimo Anno en de etl van onze praktische politiek", Natuurlijk beteekent, dat er een ge- (J^Politieke rede is afgestoken. ziih wijze zette prof. Veraart de be- t(ta 6ïl's van „Rerum Novarum" en „Qua- h m° Anno" uiteen> maar het Pikante bet slot der rede: •.Onafwijsbaar is in dit verband het democratisch program-ministerie en bet zal goed zijn, dat men zich in °«zen kring aan die eenige reëele ge dachte op politiek gebied begint te bennen en oppast voor het zoet gefluit der vogelaars, die ons nog altijd met öe verouderde ideologie van de coali- tie bijv. willen lokken. Men begrijpe een program als in 1929 zonder den vasten wil om een parlementaire ïeeeering te vormen, die de uitvoering j'a.n zulk een program mogelijk maakt, s het zuiverste volksbedrog. En ieder °hzer moet er van gruwen om daar- aah direct of indirect mee te werken." Hik a gaf onder de toehoorders natuur ".^leiding tot de vraag: ken var Wafc moet er dan na de verkiezin Oils (j3,0 1933 gebeuren?" Hoe dienen wij regeeringstoestand in de naaste 6chijn,st v°or te stellen, „nu de coalitie aar voorgoed heeft afgedaan en een ®vepe Saan met de sociaal-demokraten Pfof blijkt afgewezen"? vp eraa-rt's antwoord kwam volgens *üer0£)rslag in »De Morgen" in het kort &oecl neer, dat een katholiek program zeer samenwerking met de S.D.A.P. en zjj °P het gezuiverd standpunt, waar- lbetina bet Haarlemsch Congres thans is gebrac, ataan. tot uitvoering kan worden a3rt da Als voorbeeld haalde prof. Ver- aan de Gemeentepolitiek thans erdarn in samenwerking met beide hij b Sevoerd. den °U(ie coalitie blijft het toch de dood Pot. ^eren^ken geest heeft de professor een pa vragensteller beantwoord, door er gehjk rUlt °p te wijzen, dat ons land wel Parlementair geregeerd kan worden b 13 Zich5 m°2elijkheden dan die, waarop ®rei)jt k nu 8enoeg heeft blind gestaard, S^he^j1611 worden me^ een voldoende ^ch ziet, maakt prof. Veraart het Pcilyjj. kunst der politiek niet al te hoezeer onze knapste en meest verantwoordelijke katholieke koppen zich ook voor geweldig vraagstukken-com plex gesteld zien (onze R.K. Staatspartij wijdde alleen al aan het vraagstuk van het parlementarisme een heele politieke retrai te! Prof. Veraart draagt de oplossing in zijn vestzakje rond: Samenwerking met de S.D.A.P. in een demokratisch program-ministerie! Na „Haarlem" toch is het standpunt der S.D.A.P. „gezuiverd" en Ei! ziet hoe goed en aangenaam het is, als broeders saam te wonenin Amsterdam! Prof. schijnt niet veel tijd gehad te hebben om in de soc.-dem. pers te lezen, dat de S.D.A.P. na „Haarlem" nog even Marxistisch is als daarvóór, noch ook schijnt het tot hem doorgedrongen, hoe juist de jongste gebeurtenissen met de salariskorting te Amsterdam bewezen hebben, dat samen werking met de S.D.A.P. een heel precair iets is, dat de Katholieken toch altijd nog een tikje méér verantwoordelijkheidsgevoel bezitten dan de soci's en dat deze laatsten met ons wèn willen samenwerken, als wij voor hen maar steeds de kastanjes uit het vuur willen halen en h u n het nobele ge baar gunnen. Prof. had ten bewijze van zijn stelling geen ongelukkiger voorbeeld kunnen aan halen dan juist Amsterdam. Voorloopig lijkt het ons dan ook maar veiliger, de wijsheid uit het vestzakje van prof. Veraart met ietwat kritisch oog te bekijken. We staan trouwens steeds 'n beetje wan trouwend tegenover voorlichters, die met het grootste gemak de moeilijkste proble men weten op te lossen. Ondanks den uittocht of de afsnij ding van den linkervleugel schijnt er toch nog wel iets te haperen aan de harmonie in de S.D.A.P. Dezer dagen bevatte „Het Volk" een schrijven van den partijvoorzitter Oude geest, dat aldus begon: „Het is wonderlijk, welke zonderlinge geest er plotseling in onze leden gevaren is", en waarin hij er zich over beklaagde, dat de heer Wibaut door „een aantal partij genooten" persoonlijk verantwoordelijk werd gesteld voor een bro chure, welke de heer Kleerekoper had ge schreven, en voor een manifest, door het Partijbestuur gepubliceerd, na bespreking in een vergadering, waarin Wibaut afwe zig was. De heer Oudegeest vond dit van het be doeld „aantal partijgenooten" tegenover den heer Wibaut „niet vriendelijk", en hij knoopte er de volgende algemeene beschou wing aan vast: Het zou er met de partij slecht gaan uitzien, wanneer alle besluiten een stemmig in het P.B. werden genomen, want dan zouden de verschillende op vattingen, die in de partij leven, niet in het P.B. vertegenwoordigd zijn. Het zou er nóg erger gaan uitzien, wanneer er geen besluiten konden worden genomen buiten aanwezig heid van eenig lid, zelfs wanneer het Wibaut is. Maar het ergste zou zijn, wanneer, zooals in dit geval, bij ieder besluit ,,een aantal partijgenooten" zou gaan onderzoeken, hoe ieder P.B.-lid ge stemd heeft. Dan zou het partijbestuur als collectiviteit niet meer kunnen optreden en dan zou de groepsvor ming bedenkelijken omvang aan nemen. Het is vanzelfsprekend, dat partij- brochures niet door alle partijbe stuurders vóór de verspreiding kunnen worden doorgelezen. Dit gebeurt door secretaris en voorzitter, die slechts nagaan of hetgeer. gepubliceerd wordt niet tegen het belang der partij of tegen de waarheid is en voldoende waarde heeft voor de verspreiding, overigens den inhoud latend voor de verantwoording des schrijvers. Wij onthouden ons van commentaar. Maar het kan toch wel dienstig zijn van deze mededeelingen en beschouwingen ken nis te nemen en er eventueel aan te her inneren. P. S. De besturen der tien grootste afdeelingen van den Centralen Bond van P. T. T.-perso- neel, die Zaterdag te Utrecht hebben verga derd, hebben het volgende telegram aan den directeur-generaal der P. T. T. en aan den Postraad verzonden: „De vergadering van de tien grootste afdee lingen van den C. B. P. T. T. deelt U mede, dat het veel te groote en daardoor goeddeels onnoodige corps der hoogere ambtenaren als een looden last op het staatsbedrijf drukt. Pro ductieve arbeid wordt door vele der hoogst be zoldigde ambtenaren bü het bedrijf niet ver richt integendeel, hun voortdurend experi menteeren kost duizenden guldens. De besturen verzoeken U, naast het groot aantal statistie ken, dat door het hooger personeel over de ambtenaren in lageren rang is samengesteld, nu eens door een kleine commissie van buiten staanders een rapport te doen samenstellen over hetgeen de ambtenaren met een jaar wedde boven de 4000 stuk voor stuk en uur voor uur als productief werk oplevereh. De bestuten zijn overtuigd, dat een zoodanig onderzoek zal uitwijzen, dat een zeer groot aantal z.g. bedrijfsleiders totaal overbodig is." Aan den Minister van Waterstaat werd het volgende telegram verzonden: „De besturen der tien grootste afdeelingen van den C. B. P. T. T. te Utrecht bijeen besprekende de afbraak van de P. T. T.-diensten en het aangekondigde massa-ontslag tegen 1 Juli as.; doet een be roep op den Minister van Waterstaat om te be reiken dat het staatsbedrijf der P. T. T. in plaats van de werkloosheid te vergrooten, o.m door verkorting van de wekelijksche werkweek, welke bij de P. T. T. op 48, 51 en meer uren is vastgesteld, een flink aantal hulpkrachten, die zonder wachtgeld en pensioen op straat wor iiaw etenuxk. aa» ctuhaid An brood helnt." Dit groot concours der Liedertafel „Onder linge Oefening" brengt aan de feestcommissie de voldoening van hooge belangstelling. De lijst toch der aanbieders van feestgaven opent met: H. M. de Koningin, H. M. de Ko ningin-Moeder, H. K. H. Prinses Juliana, jhr. mr. dr. A. Röell, Commissaris der Koningin in N.-Holland. Het Provinciaal Bestuur van N.- Holland; W. P. de Vlugt, burgemeester van Am sterdam en het Gemeentebestuur van Amster dam. Van groote waardeering, ook op muzikaal gebied, getuigen in hét Eere-Comité namen als dr. Willem Mengelberg, dr. Rudolf Mengelberg. Sem Dresden, directeur van het Amsterdamsch Conservatorium. Zondagmiddag (Eerste Pinksterdag) 's mid dags half twee sprak de heer M. Degen, voor zitter van „Onderlinge Oefening" een hartelij- ken welkomstgroet, waarna wethouder E. Boek man in een feestrede namens Burgemeester en Wethouders de jubileerende Vereeniging felici teerde met al wat in die 50 jaren op cultureel gebied door haar verricht is. Hierna nam de wedstrijd een aanvang. Aan de jurytafel namen plaats de heeren J. Hagens jr., Ol. Koop, H. Lindeboom, Isr. J. Olman (voorzitter), Jac. Presburg. Het podium was het eerst beschikbaar gesteld voor vier vrouwenkoren, Honneur aux Dames! „Vrouwenkoren" was een plomp, grof woord! Ik gebruik het den geheelen wedstrijd niet meer. Als tweede afdeeling trad het eerst op een gezelschap van 38 Amsterdamsche R.K. jonge dames „Cantantes Gaudeamus" onder leiding van Louis Schwirtz. Het koor had goede mo menten in het verplicht koor „Herfstliedje" van Isr. J. Olman. Heel veel goede dingen echter bleven nog verborgen, ook in 't Palestrina- nummer. Geen concurrent voor den lsten prijs. Toen trad Jac. Zwaan naar voren met 36 Haarlemsche schoonen en zette als rasecht ar tist alle goede eigenschappen van Olman's „Herfstliedje" in een helder licht. Op toon ge zongen, edel-fijn voorgedragen en ook met zijn Palestrina-gezang keurig van klank en prachtig in stijl, was dit al dadelijk een gooi naar den eersten prijs. Maar de podiumrijpe Willem Hespe met „Crescendo", Noordscharwoude deed ook mooie dingen, toonde mooie stemverhoudingen en liet zeer schoone klanken genieten. Ook op toon. En toen nu Piet Hespe met zijn „Utrechtsch Dames-koor" den tekst schitterend-duidelijk had naar voren gebracht en subliem van klank en op toon had laten zingen, kwamen in de pauze meerdere lieve dames vragen: of ik het wist! Lieve kinderen, wie den eersten prijs niet heeft, kan ik u namens de Pers wel zeggen, verder moet u de jury vragen, ik mocht soms u verkeerdelijk inlichten. De juistheid dezer „Orakeltaal" werd klaar bewezen door de uitspraak der jury: le prijs „Crescendo", Noordscharwoude, alg. st. 2e Pit Hespe's Dameskoor, Utrecht 32 3en Haarlemsch koor 4 tegen 1 stem. 4e Cantantes Gaudeamus. alg. stemmen. Na de pauze: Derde Afd. Gemengde Koren. Verplicht koor: „O, Heerlijk Meer". Een bewon dering van het Abcouder Meer in cabaretstijl. De gemoedelijke motieven van „Daar ging ereis een patertje" en „O, Bokkie, bokkie, bèh", zullen deze hymne aan de natuur zeker maken tot een geliefd repertoirenummer voor onze ge mengde koren. Dit is geen spot; de heer Jac. Presburg staat als musicus te Berlijn hoog aangeschreven in alle opzichten. Alléén, bij de verheerlijking van ons naburig meer is de juiste geest niet over hem vaardig geworden. Van de vijf mededingende vereenigingen was de eerste die serieus de aandacht trok „Am sterdam" onder Henk Duiker. Onmiddellijk daarna „Preciosa" directrice mej. Alida v. d. Kwast, wier prestaties leden onder de mede werking van een tenor die uitstekend toon wist te houden, maar door een monotone stemvor- ming het ensemble verstoorde. Kernachtig is het verplicht koor en met zeer mooie momenten in „Zondagmorgen" van Jac. Bonset als vrij nummer was de voordracht van G. Leenders met „D.O.V.V.", al leed ook dit koor aan de algemeene kwaal van gebrek aan sonore mannenstemmen „Beverwijk", onder Leo Pielage, was wat zwaarwichtig in het verplichte en nogal onfor tuinlijk van samenklank in zijn onmogelijk Brahmsnummer. „Erato" bedierf alles met „Du Hirte Israels". Dezelfde jury, maar nu Jac. Presburg als voorzitter, besliste als volgt: le prij3 „D.O.V.V.", Amsterd-, alg. stemmen. 2en „Preciosa", Amsterd., 4 tegen I stemm. 3en „Amsterdam", Amsterdam, alg. stemm. 4en „Beverwijk", kl. koor, Beverw. 4 t. 1 st. 5en „Erato", A'dam, algem. stemmen. Het vervolg van den wedstrijd bracht Pink steravond in het krijt 9 mannenkoren. Derde afdeeling. Olivier Koop schreef hiervoor op tekst van Marie W. Vos zijn compositie „De vlaggen." Met dit werk betreedt de componist geen nieuwe of moderne banen, hij werkt zijn ge dachten in dit derde afdeelingwerk ook uit den aard der zaak niet breed uit. Maar hij legt den uitvoerenden een zwaren, emstigen maatstaf aan in de rhythmus, die dan ook niet naliet- aan meerdere dirigenten vreemde bewegingen te ontwringen. Onze oude vriend H. Pielage kwam met „St. Caecilia" Haarlem, een goed maar niet superieur koor, waarmede hij toch best wist te werken, vooral in zijn vrij koor, een ouderwetsch gezang „Ave Verum" van Jos. Beltjens. E en vrijwel aanne melijke uitvoering. Jacob Hamel had honderd man onder zijn bevelen, een koor uit Zandvoort. Hiermede gaf ie een zeer enthousiaste uitvoering van het verplichte nummer en bezorgde hierdoor aan Olivier Koop een daverende ovatie. Mannenzangvereen. „d'Oranjeboom", Rotter dam, onder directie van Otto de Vaal, leverde 45 jongens een goede prestatie, inzonderheid met zeer schoonen p.p.-klanken in „Vale ca- rissima." In deze afdeeling was een opmerkelijke ver schijning: Mannenzangvereeniging „De Jood- sche Stem", Den Haag, directeur Jos. Vran- ken Jr. Deze kooraanvoerder heeft als rasecht artist zijn ensemble tot een schoon koorinstrument weten te maken, evenwichtig van klankver houding en opgevoerd tot een peil van be schaafdheid hetwelk door de geachte rivalen van dezen avond niet bereikt werd. Het deed ons genoegen Koop's compositie ook van deze zijde belicht te zien. Ook de Jiddische „Kir- chenglocken" van Jos. Vranken werden voor treffelijk gezongen. Jos. Vraniken Jr. heeft dezen avond smaak vol werk geleverd. De andere rivalen waren niet minder of niet beter dan het gemiddelde peil der derde afdeeling. Dezelfde jury, thans onder presidium van Olivier Koop, gaf de volgende beslissing: Mannenkoren Derde Afdeeling: len prijs „Onderling Hulpbetoon's Mannen koor", Zandvoort, alg. stemmen. 2en prijs: R. K. Mannenkoor „St. Caecilia", Haarlem, 4 tegen 1. 3en prijs: Mannenkoor „D'Oranjeboom", Hotter dam, 4 tegen 1. 4en prsij: „De Joodsche Stem", Den Maag, 3 tegen 2. 4en prijs: „Zang na Arbeid", Amsterdam, 3 tegen 2. 5en prijs: Larensch Mannenkoor, Laren, 3 tegen 2. 5en prijs: Loodgieters Mannenkoor, Amster dam, 4 tegen 1, ANTON TER STEEGE. Het Palestrinakoor, onder leiding van Jos. Vranken Sr., zal onder auspiciën van de con. cert.directie Johan Koning, een uitvoering van Geestelijke Muziek geven ten bate van het Kaagsche crisis-comité, op Donderdag 19 Mei in de Groote of Sint Jakobskerk te Den Haag. De „Nieuwe Eeuw" publiceert een interview, dat door iemand van de „Everyman" werd afge nomen aan Chesterton. Wij halen daaruit aan, wat Chesterton denkt over de plicht van den modernen schrijver: „Zoolang die vreeselijke chaos van de idee- en zal aanhouden, geloof ik, dat het goed is, dat de schrijver strijdt tegen de verwarring zelf. Zijn rol is vooral de regelen van het mensche- Hjk leven vast te stellen. Als de orde hersteld was, en als we een gezonde en geordende maat schappij hadden, ik geef toe, dat dan de kun stenaars zich zouden kunnen tevreden stellen met kunstenaar-zijn. Ik zou zelfs de rechten van de kunst-voor-de-kunst wat kunnen uit breiden. Maar op het oogenblik is het hard noo- dig, dat de wereld weer rechtgezet wordt, dat het de plicht van letterkundigen is, hervormers te zijn. Als de wanorde nog wat verder gaat, dan zullen we in het leven niet de minste plaats meer kunnen vinden voor het genoegen of voor de fantaisie. Zelfs iemand, die een gewoon ple ziertje verschaft, de schrijver van detective romans ik, bijvoorbeeld zal geen recht van bestaan meer hebben. Niemand zal het recht van bestaan zooals tegenwoordig hebben. Wat het verschrikkelijke is in ons geval, is dat te veel dingen tegelijkertijd gestorven zijn. Ik denk, dat het hatelijk zou zijn de suggestie op te werpen, dat de protestantsche godsdienst bij die slachtoffers hoort." Het Comité voor Economisch Verweer heeft het volgende telegram aan den minister van Buitenlandsche Zaken gezonden: Van betrouwbare zijde vernemen wij, dat aan het Landwirtschaftsministerium te Berlijn niets bekend is van voorstellen onzer regeering tot wijziging botercontingent overeenkomstig onze voorstellen van 20 Februari aan minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw waarvan U afschrift werd gezonden. Wij schreven over deze aangelegenheid tevens op 21 Maart, 15 April en 6 Mei en verzoeken Uwe Excellentie dringend mede te deelen welke voorstellen gedaan zijn en in welk stadium de onderhandelingen verkeeren. Onze boterexport naar Duitschland wordt volgens het thans geldende systeem vernietigd. Comité voor Economisch Verweer: (w.g) POSTHUMA, voorzitter, (w.g.) GELUK, secretaris. Het is voorzeker niet bemoedigend op den Volkenbondsdag 18 Mei, datum waarop, nu 33 jaar geleden, de Eerste Vredesconfe rentie te Den Haag bijeenkwam te moe ten getuigen, dat zich gedurende den laat sten tijd, onder invloed van de ontwrichte nationale en internationale verhoudingen, een verzwakking van het vertrouwen in het Volkenbondsinstituut doet gevoelen. Zeker, internationaal-politieke tegenstel lingen, welke den vrede gestadig bedreigen, zijn niet weggenomen, hier en daar zelfs verscherpt; in het Verre Oosten ontwikkel de zich een conflict tot wapengeweld, waar in een droeve voorproef gezien kan worden van wat den volkeren wacht, indien ooit weer de rechtsgedachte voor bruut geweld zou moeten wijken; hooger en hooger wor den de tolmuren opgetrokken, terwijl een stelsel van benauwende contingenteering de tallooze belemmeringen, die aan een herstel der economische wereldbetrekkin gen bedreigend in den weg staan, doet toe nemen. Mag dit alles een reden zijn zich te scha ren aan de zijde van hen, die voor den Vol kenbond tot dusverre slechts een minach tend schouderophalen hadden? Of soms om zich te voegen bij de ontmoedigden, die niet beter meenen te kunnen doen dan hun handen van den Volkenbond af te trekken? Allerminst! Want is de teleurstelling be grijpelijk, verwerping of veroordeeling van het Geneefsche Instituut is een hoogst ge vaarlijke manoeuvre allereerst, een misken ning van den historischen ontwikkelings gang bovendien. Eeuwenlang dekten de Staten een onbe perkte vrijheid van internationaal handelen met de theorie der staatssouvereiniteit; eeuwenlang dreef het staats-individualisme en -egoïsme de volkeren in den krijg; en eeuwenlang meende de oppermachtige Staat blind te kunnen en te mogen zijn voor de belangen zijner medestaten. Macht door koloniaal bezit, macht door invloedssferen, macht door bewapening hegemoniehon- ger in één woord was de krachtigste drijf veer in de motievenwereld der nationale staten. En of de „idealisten" al predikten, of de economen al waarschuwden, de opper machtige Staten bleken niet enkel blind, doch ook doof te zijn. Er was een verschrik kelijke wereldoorlog, een huiveringwek kende vernietigingsorgie noodig, om dien machtslust te toornen, dat blind egoïsme te keeren. Waar, aldus leerde deze harde les, is de welvaart van het deel, zoolang het geheel kwijnt? Waar is de zekerheid voor het volk, zoolang de volkeren het geweld voorbereiden? De individueele Staat was al lengs onscheidbaar vergroeid in het geheel der wereldhuishouding: het waren de tal looze economische betrekkingen, voortge komen uit toenemende bevolking en toene mende behoeften, die deze vervlechting der economische belangen teweegbrachten. Het inzicht rijpte, dat een nieuwe volke rengemeenschap geordend diende te wor den, waarin het door drang beheerschte groeiproces der volkerenworsteling omgezet moest worden in een welbewust ordenings proces der volkerensamenleving, welker grondslagen zouden moeten zijn: erkenning van het coöperatiebeginsel, aanvaarding der Rechtsgedachte, oprechte wil tot opbouw. Was het idealisme de baanbreker geweest van dit gemeenschapsbeginsel, de zin voor de wel zeer harde na-oorlogsrealiteit bracht eerst de mogelijkheid van toepassing: de Volkenbond verrees als eerste poging tot welbewuste ordening der menschelijke sa menleving. Zoo is ondermijning van de Volkenbonds gedachte en haar eerste, nog onvolkomen, verwerkelijking èn een miskenning van den historischen loop der economische dingen, èn getuigenis van een gevaarlijke menta liteit: want het bankroet van den Volken bond men vergete dit niet zou betee- kenen een terugval tot tijden, waarin drangJ boven rede, macht boven recht, kortzichtig eigenbelang boven welbegrepen samenwer king ging zou beteekenen een terugtred op den steilen weg der cultuur. De Volkenbond-van-nu is geen panacée tegen de ziekten van dit overgangs-stadium in den maatschappelijken groei; evenmin kan hij bogen op imponeerende successen; hoe zou het ook kunnen? Elk volk heeft, al dus een bekende zegswijze, de regeering, die het verdient. Welnu, de menschheid heeft en zal hebben den Volkenbond, dien zij ver dient. Want den geest, dien men den Volken bond inblaast, zal hij uitademen en ademt hij uit. Zoolang het zóó is, dat de Bonds- en Vredesgedachte afstuit op een schild van onverschilligheid en cynisme, zoolang zij er nog zijn, die medelijdend glimlachen om de Geneefsche pogingen, ja zoolang zal de Vol kenbond een wankel instituut zijn op een wankelen internationalen bodem, waarover nog meer bloed zal moeten vloeien, waarin nog meer gesneuvelden begraven zullen moeten liggen, aleer men in het besef eener hoogst verantwoordelijke zending de han den aan het werk slaat: aan de organisatie eener bewust geordende wereldhuishouding. De wereld rijpt in nood; de nood zal haar brengen tot nieuwe vormen, welke idealisme en inzicht alléén niet vermochten te ver overen. Zoolang zullen de oprechte Volkenbonds vrienden op de bres staan voor het Instituut te Genève, ondanks zijn onvolkomenheid, ondanks zijn feilbaarheid, om het te be schermen tegen onwil, spot en onverschil ligheid, wel wetend dat met dit eerste begin eener nieuwe ordening, dat dus met den Volkenbond een hoogst belangrijk steun punt in de vloedgolf der wereldverwarring zou komen te vallen. Indachtig aan dit alles, daartoe aange spoord in het bijzonder door den ernst der tijden zij de herdenking van dezen Volken bondsdag een opwekking tot toenemend vertrouwen in, en oprechten moreelen steun aan wat steun en vertrouwen zoo dringend behoeft: Volkenbond en Vrede. C. J. E. DINAUX Weet u, door wie de baby van Lindbergh vermoord is? „Het Volk" van Vrijdagavond deelt het mede: het arme kind is vermoord door het. kapitalisme, door den kapitalistischen geest, en de mishandeling van Lindbergh's baby uit gouddorst „kan met een rein ge weten slechts verafschuwd worden door wie heel den walgelijken gouddorst van het kapitalisme wil vernietigen met den triomph van het socialisme." Daar zitten wij, niet-socialisten, nu met onze ontsteltenis over het afgrijselijke dra ma, met ons leed om het leed van een vader en een moeder, om het gruwelijk lijden van een onnoozel lief wicht. We meenden, dat onze ontsteltenis en ons leed echt waren, er was ons bij 't lezen van de ontzettende tijding tenminste even 'n brok in de keel geschoten, maar.dat is allemaal verbeelding geweest, om niet te zeggen: laffe huichelarij tegenover ons zelf: wij, die het kapitalisme niet willen ver nietigen met den triomph van "net socialis me, wij kunnen de mishandeling van het arme kind niet verafschuwen met een rein geweten, neen, wij zijn er vooraoover wij het socialisme niet willen zelfs mede schuldig aan: het kind immers is vermoord door het kapitalisme, door den kapitalistischen geest, en daarmee is ieder besmet, die niet..., socialist is. Het spijt ons, dat onze ontsteltenis en ons leed afgewezen worden: wij dachten beide zoo eerlijk en zoo menschelijk te méénen Maar nu op den man af: kent „Het Volk" dan geen greintje men- schelijkheid en geen greintje fatsoen meer, wanneer het kans meent te zien, uit een of andere gebeurtenis politieke munt te slaan? kan het in propagandanood zelfs het lijkje van een arme baby, het naam loos wee van 'n vader en 'n moeder en het teere medelijden met hen van iederen medemensch niet eerbiedigen? In het jaarverslag over het jaar 1931 van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Gouda en Omstreken, wordt een beschouwing gegeven over den toestand, waarin de handel in boomen en planten der Boskoopsche kwee kers komt te verkeeren. Wij teekenen het volgende er uit aan: Het afgeloopen jaar is voor de boomkweëkerij nog niet ongunstig geweest. Verre van gunstig is echter de toekomst. Instede van verbeterd is het wereldbeeld steeds meer verslechterd en daarmede wijzigen zich ook de directe vooruit zichten voor de boomkweekerij ten kwade. De snelheid, waarmede de gebeurtenissen zich in den loop der laatste jaren in eenige landen ontwikkelden, noopt ieder wel tot het aannemen van een afwachtende houding. De algemeene toestand is weinig bevorderlijk voor het aangaan van nieuwe transacties op lan gen termijn, vooral omdat oude leveranties nog niet zijn betaald en veel ook nog niet is verkocht aan derden. Tegenover exorbitant hooge prijzen, die eenige jaren geleden konden worden bedongen, staat men nu vrij plotseling voor het vrijwel ontbreken van vraag. De beperkte verkoop in het voorjaar en het uitblijven van orders in de laatste maanden, heeft in Boskoop een zekere spanning veroor zaakt. In vergelijking met andere bedrijven in ons land, lijkt de positie van de boomkweekerij nog min of meer een geprivilegieerde. De slechte toestand in den landbouw heeft deze gedreven naar den tuinbouw. Daarmede is het gevaar van overproductie aanmerkelijk vergroot. Bloembollen, voorheen een monopolie van de geestgronden, blijken teelbaar in het groot op tal van plaatsen in ons land. De tuinbouw heeft zich van den vrijen grond verplaatst naar de kassen of warenhuizen en, teneinde aan de concurrentie, vooral van Italië, het hoofd te kunnen bieden, moeten deze kassen meer en meer kunstmatig worden verwarmd. De steeds toenemende vastlegging van kapi taal en de vergrooting van het risico in een verarmd Duitschland en een protectionistisch Engeland, hebben tot gevolg een tusschenteelt of bijteelt van snijbloemen en geforceerde bol len, welke tot nadeel van Aalsmeer en den bloembollen-export strekken. De boomkweekerij, althans die van de Bos koopsche cultures, eischt echter te veel speciale kennis en vordert te veel tijd en kapitaal, om uitbreiding door buitenstaanders te zeer te vreezen. Dit geldt zoowel voor Nederland als voor het buitenland. Hierin moet de verklaring worden gezocht, dat de prijzen zoolang hoog zijn ge bleven, doch ook geeft het eenige hoop, dat zij zich zullen herstellen, indien het afzetgebied niet te zeer wordt ingekrompen. De export naar Duitschland verminderde niet onbelangrijk, terwijl deze van Engeland steeg, evenals die naar Zweden. De uitvoer naar alle andere hoofdafzetge bieden liep sterk achteruit. In meer dan een opzicht is de handel thans veel riskanter dan voorheen. Het aantal afne mers, dat niet credietwaardig is, is sterk toe genomen. Hoe meer de verkoop wordt gepous seerd, des te grooter zal het aantal slechte be talers zijn. Een opleving van den handel met Duitschland is niet te verwachten, nu dit land op eigen krachten is aangewezen en het geen kans meer heeft op nieuwe credieten. Daarbij komt nog, dat de invoerrechten naar het gewicht in steeds ongunstiger verhouding zullen komen te staan tot de waarde, nu de prijzen zoo sterk zijn gedaald. Ook deze factor zal den verkoop tegenhouden. Evenmin behoeft men op Engeland te bou wen en wat Canada betreft, daar dit land zich te verdedigen heeft tegen de Vereenigde Sta ten, kan op een stabielen handel met dit land voorloopig niet meer gerekend worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5