Om den „vorm Doorzitten PUROL eergevoel OOSTERSCH RADIO-PROGRAM EEN NATTE ZONDAG EN E V IJ A EN VAN HET BIJENDORP Gabriël 1 areia DINSDAG 17 MEI 99 Krachtige drijfveer Pinksterdagen FOTO'S VAN DIEREN Woensdag 18 Mei Bankbiljetten uit leer Tandpijn in den oertijd FOUTIEVE POSTZEGELS De slimme vader Niet prettig FEUILLETON muiiing Wanneer het moet, worden ook kostbare levens geofferd aan den uiterlyken vorm gen VERHAAL VAN DEN DAG AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL Si?e JaPanners hebben den slag van janghai gewonnen. Ondanks den wilden v£e»stand van de slecht uitgeruste soldaten ra? 19e Chineesche armee, welke een ver- ssing was voor de geheele wereld, hebben troepen van den mikado hen' geduldig brn run stellingen verjaagd en i. uut geweld terug gedrongen, ftet had ook niet anders gekund. vijpe telkens weer nieuwe versterkingen, de Vontuigen, de tanks, de enorme munitie- dan aad bleken op te wegen tegen een PPerheid, welke zoo wanhopig was, dat zij waanzin geleek. Doch evenals de moed et de eenjge m0reele hefboom was van de "ineezen, die verknocht waren aan hun uizen en graven, zoo was de betere bewape nt?5 niet de eenige factor, welke de Japan ss zoo hardnekkig maakte. epo^ den hun tegenstanders een machtige s estelijke drijfveer, om stand te houden, apanners hadden er een, welke minstens £n krachtig was. j. r® Japanners moesten den „vorm" in acht één en' de vorm' die in het Verre Oosten in woord de begrippen, eer, prestige en aardigheid samenvat. De nederlaag der "'"eesche „landloopers" moest overweldi gt? zijn, opdat de Japansche vorm werd hiiH 1 zelfs wanneer de strijd ten laatste ent i 00s zou ziJn- Tegen dit ideaal zal geen hü JaPanner in opstand komen, al heeft jJ er voor moeten lijden, zelfs al heeft het lan? een dierbaar leven gekost. Want in het Zeif van de kersenbloesem hebben allen, dp de geringsten, een soort vereering van ®n uiterlijken vorm. Zioo was het ook met den Koeroeniaman, !k te Kobe zag Ue Koeroema's zijn in Japan wat in China tnir,. sïas zijn, d. w. z. de tweewielige rij- aigies, die door menschen getrokken wor- bprt ^aar terwijl de Chineesche riksjaman edekt is met een hoop slordig om het lijf nangende t öirs>vuuc lompen, dragen c° s een soort uniform. de Japansche ■Korte, donkerblauwe vesten staan gespan- om hun ineengedrongen bovenlijf, ter- 1J1 een broek van dezelfde kleur strak om "h abnormaal ontwikkelde dijen en beenen sant. Tenslotte loopen ze op platte san- a'eh, zonder hakken. °P een stralenden, brandend-heeten mor - verliet ik mijn hotel te Kobe, om me 3ar het Engelsch consulaat te begeven. De ipioniEitieke wijk bevond zich in het hooger ew*en gedeelte van de stad. Ik liep een mdweegs, doch de zon was zoo verzengend, at ik niet den moed had, mijn weg te voet oort te zetten. Daarom ging ik naar een r°eroema-station, waar ik een krachtigen J"el uitkoos. -n ~?et een breeden glimlach liet de man zijn kpi wagentje voor me omlaag en uitte en- u/e vriendelijke woorden in pidjin, een 'ankrijk taaltje met veel Engelsche woor- t dat in alle havens van het Verre Oosten internationale taal dient. Vervolgens nam hij de boomen op en be- s°h in draf te loopen in een soepele, regel matige beweging, terwijl de spieren van zijn kuiten zich sterk afteekenden in de strak gespannen stof, welke zijn beenen bedekte. Tamelijk vlug kwamen we buiten de oude Japansche wijken, vol vrouwen en veelkleu rige kimono's met prachtige ceinturen. De nauwe winkelstraten werden wijder en wij bereikten den luchtbrug over den spoor weg, vanwaar een zeer stijle helling omhoog leidde naar de consulaten. Ik maakte aan stalten om uit te stappen, daar ik medelijden had met den man, die me trok, maar deze schudde trots het hoofd en begon met inge houden kracht de helling te bestijgen. Hal verwege haalden wij een ander wagentje in, waarin een Engelsche dame, aan wie ik reeds was voorgesteld, was gezeten. Ik groette haar. „Wat een heerlijke dag!" zei ze, terwijl ze haar glanzende tanden liet zien. „Ik vond het alleen jammer, dat mijn koeroema-man zoo lui is." Ik bekeek den man aan de disselboomen. hij was lang zoo sterk niet als de mijne en reeds op gevorderden leeftijd. Zwaar ging zijn borst op en neer en heel zijn gerim pelde figuur was samengekrompen onder de inspanning, die hem zichtbaar drukte. Het kwam een oogenblik bij me op, de jonge vrouw aan te raden in mijn rijtuigje te stappen, ter wille van den ouden man. Maar ik kende haar aangeboren verachting voor „inboorlingen" en was er zeker van, dat zij niet wilde vergoelijken, wat zij noemde de luiheid van den man, die haar trok. Daarom zweeg ik maar. Naast elkaar werden wij dus de helling, terwijl we samen over alles en nog wat babbelden. Vermoedelijk zonder het te willen, verhaastte mijn Koeroema-man zijn stap, zoodat zijn compagnon meer en meer moeite kreeg, om hem bij te houden. Plotseling slaakte de jonge vrouw een kreet. De oude Koeroema-man was in elkaar ge zakt en de boomen van het rijtuigje gleden hem uit de handen. Onder het gewicht van de inzittende vrouw begon het achtervoor te hellen. De jonge vrouw wendde zich vol angst om naar de dreigende helling. Hevig verschrikt sprong ik uit mijn wagentje, niet wetend, of ik nog den tijd zou hebben, het ongeluk te voorkomen. Doch nauwelijks was ik op den beganen grond, of de oude Koeroema-man gaf in een bovenmenschelijke inspanning met kramp achtig vertrokken gelaat zijn wagentje een zwenking en wierp zich tegen de wielen, welke hij met zijn borst blokkeerde. De jonge vrouw stapte hijgend uit. Wij keken naar het bewegenlooze lichaam, geveld door den ouderdom, de zon en een ongetwijfeld reeds oude kwaal. „Hij heeft den „vorm" gered," zei mijn Koeroema-man rustig in zijn dialect, „en daarmee de eer." MiiiinnmMi miiiiiiiiiiniQ Feitelijk heeft men zich het eerst met dier en fotografie beziggehouden in den Berlijnschen Dierentuin, waar men in de kooien coulissen had geplaatst. Met behulp van speciaal voor de gelegenheid uitgeko zen voer probeerde men foto's te vervaar digen van een aantal der kooibewoners, zooals deze zich zouden bewegen wanneer ze in vrijheid waren. Door de grootproductie en den lagen prijs van foto-toestellen, die dergelijke in strumenten voor bijna ieder bereikbaar maakt, zijn zeer velen in staat dieren in hun natuurlijke omgeving te nemen. On danks de vele pogingen die reeds door de grootste fabrieken van camera's zijn ge daan, heeft men nog geen apparaten kun nen vervaardigen, die een speciale ge- I Het was een Pinkster, zoo een mensch Niet beter kan verlangen. Want naast de zorgen bleef de jas Ook aan den kapstok hangen. De zomer maakte pracht-entree En trok den mensch naar buiten, j En deze, in zijn overmoed, Sloeg bijna aan het muiten! Men leefde op en men genoot; De vreugde moet wel echt zijn Daar heel wat tafereeltjes op De kiekjes vastgelegd zijn! De Graalbeleefde zijn succes, Het Pinksterspel was prachtig, De aanblik op het Stadion Subliem, geslaagd en machtig. O Pinksteren en Pinksterspel, Wij hadden niet te klagen, Wat wij beleefden, waren echt Geslaagde Pinksterdagen! MARTIN BERDEN. 1 (Nadruk verboden). liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiinniniiiiiiiiiiiiiiinmiiiiiniiiiiimminiiimniiiiifliiiiuiimiiiniiii Amateur- en beroepsfotograaf kunnen dus beiden met gelijke middelen werken. Het fotografeeren van dieren het zij hier nogmaals vermeld is zeker geen ge makkelijke taak. Wanneer U het eens pro beert, zult U ervaren hoeveel moeilijkheden het reeds oplevert om een musch, die in de zon zit, goed te fotografeeren en hoeveel geduld ervoor noodig is een hert, dat zich op een open plek in het bosch heeft ge waagd, goed voor de lens te krijgen. De meeste fouten worden wel gemaakt bij het opnemen van vogels. Velen weten bijv. niet, dat steeds het beeld zooals het op de plaat komt aan een minimum op pervlakte gebonden is, wijl men het an ders niet vermag te vergrooten. Zoo mag men b.v. een kraaienden haan, die onge veer 30 c.m. groot is, niet kleiner dan 1 c.m., dus dertigvoudig verkleind, op de plaat zetten. Werkt de amateur nu met een camera met een lichtsterkte van 4 y, en een brandwijdte (Brennweite) van 15 c.m., dan mag de haan op slechts 4J4 M. worden genomen; het gebeurt echter zeer vaak dat het éBer op dezen afstand de glanzende lens bemerkt en.... de opname is mislukt. Het consigne blijft dus steeds: kalmte en geduld. Het heeft immers geen doel er maar op los te fotografeeren met het eeni ge resultaat dat men op het gereede posi tief niets anders kan ontdekken dan eenige lijnen, die ongeveer den omtrek van den persoon of het voorwerp in quaestie aan geven. De bij dit artikel afgedrukte foto doet U duidelijk zien, dat de fotograaf, die haar opnam zich zonder eenigen twijfel geruimen tijd heeft beziggehouden om een interessante en karakteristieke houding van den kop op de plaat te krijgen. Het was hem er niet enkel om te doen een foto te nemen zonder meer, doch bovendien om hem, die zich b.v. meer met dieren bezig houdt, een waardevol document te ver schaffen. Aan dit genoegen kan men een meer duurzaam karakter geven, doordat men vele der mooie en interessante dierentooneeltjes op schilderachtige bosch- of duinplekjes op de gevoelige plaat vastgelegt. Vele erva ren jagers zullen U kunnen vertellen, dat een goedgelukte verschalking met de ca mera den jager zeker niet minder bevredi ging geeft dan een goedgeraakt schot met het jachtgeweer. De amateur-fotograaf moet op dit gebied nog een groote dosis handigheid en oefening verkrijgen, voor dat hij zoo ver is, dat hij niet alleen katten en honden, doch ook b.v. boschhanen, wil- Gramofoonplaten 6.20 Langenberg (473) 7.05 Parijs (1725) 8.00 Hilversum V.A.R.A. 8.15 Huizen, N.C.R.V, 11.50 Parijs (1725) 12.05 Huizen N.C.R.V. 4.20 Kalundborg (1155) 4.50 Brussel (508) 5.30 Hilversum V.A.R.A. 7.20 Parijs (1725) 7.20 Rome (441) 10.25 Huizen N.C.R.V. 11.15 HilversuM V.A.R.A. Concerten. 6.50 Langenberg (473) Orkestconcert Hilversum V.A.R.A. Daventry (1554) Orgelconcert Huizen, N.C.R.V., Concert Kalundborg (1153) Concert Langenberg (473) Symphoniecon- cert uit München Hilversum, V.A.R.A., Septet 12.15 Huizen, N.C.R.V., Concert 12.20 Langenberg (473) Concert Daventry (1554) Orkest Kalundborg (1153) Kerkconcevt Kalundborg (1153) Concert Daventry (1554) Sted. Orkest Hilversum, V.A.R.A., Pianorecital Huizen, N.R.C.V., Concert Daventry (1554) Orgelconcert Brussel (508) Sonateconcert Brussel (508) Dansmuziek Kalundborg (1153) Deensche avond Huizen, N.C.R.V., Orkestconcert uit Utrecht Hilversum, V.A.R.A., Concert Brussel (338) Concert Hilversum, V.A.R.A.-orkest Daventry (1554) Kwintet Kalundborg (1153) Dansmuziek Daventry (1554) Dansmuziek Tooneel en Opera 7.20 Daventry (1554) Eerste acte van Wagner's „Der fliegende Hollander" Langenberg (473) Opera „Gioconda" van A. Ponchielli Brussel (508) Opera „Samson en Da- lilah", St. Saëns Parijs (1725) Operette „Nina Rosa", Romberg Rome (441) ,,L'Arleriana, Opera in drie acten van F. Cilea 11.15 11.20 11.00 11.20 11.20 12.00 .12.50 1.20 2.50 2.50 3.00 3.00 4.05 4.20 5.50 7.50 8.00 8.10 8.20 9.30 9.40 9.50 10.20 7.20 7.20 7.50 8.05 2.15 6.00 6.45 10.15 10.15 Voordrachten. Hilversum, V.A.R.A., Onze Keuken Hulzen, N.C.R.V., Voor de landbou wers Huizen, N.C.R.V., Duitsche sagen Persberichten Huizen, Vaz Dias Hilversum, Vaz Dias Een klein station aan een locaalspoorweg. 't Is Zondag en het regent. Het heeft den heelen 1 dag al geregend. Op een zijpad staat een trein: een locomotief met twee wagens. De trein dampt, de regen valt, 'n paar stations- en trein, beambten gapen. Een half uur later is er nog niets in de situatie veranderd. Een dikke heer stormt 't station binnen met een hond van twijfelachtig ras. De hond is alleen van buiten nat; de heer schijnt zich ook van binnen rijkelijk bevochtigd te hebben. De heer kijkt speurend door 't loket, totdat z'n blik op een gapenden beambte blijft rusten: „Wanneer vertrekt de trein van 6.40?" ,,Om 10 over half zeven en hij is al drie kwartier weg", bromt de aangesprokene. „En hoe laat gaat de volgende?" „Over twee uur", en het klinkt als: loop naar de maan! 't Is 7.30; de trein op het zijpad dampt nog steeds. Even later stormt de dikke meneer weer op het loket af. „Wat hebt u me nou verteld? Er staat nog een trein van 7.50 op de dienstregeling". De man aan 't laatje kijkt medelijdend over zijn bri. 1 „Kijkt u 't dan zelf na", stufit de ander op. De beambte verwijdert zich, zonder iets te zeggen. Dat is te veel. De dikke meneer wordt woest. Hij stelt de vraag of de beambten er voor 't publiek zijn of het publiek voor de beambten en trekt een gezicht alsof hij die vraag zelf heeft uitge vonden. De hond begint erbarmelijk te huilen, zooals een hond kan doen die drijfnat is en zich ver veelt. De conducteur van den dampenden trein is uitgegaapt; h ijloopt langzaam naar den dikken heer en zegt: ,Dat is een tusschentrein, een z.g. vraagtee- kentrein. Gaat alleen Zondags als er minstens veertig kaartjes zijn verkocht." 't Is 7.38. De dikke heer tikt tegen het glas- ruijt van 't loket; hij kijkt op eens vroolijk, schrander en zegevierend. „Ik vertrek 7.50. Geef me negen en dertig kaartjes naar 't volgende station en één naar de stad." De situatie is als by tooverslag veranderd. De machinist, de stoker, de conducteur en de beambte achter 't loket, staan perplex. 't Is 7.45. De trein is voorgereden; de loco motief dampt zwaarder. De dikke heer heeft vani den stationsbeambte veertig kaartjes ge kregen voor 12.35, die hij me voorname on verschilligheid in z'n vestzak brengt. Een tweede beambte is naderby gekomen en knipt stuk voor stuk de veertig kaartjes. Zegevierend wil de overwinnaar in den trein stappen. „En een hond?" vraagt de kaartjesknipper. De dikke heer kijkt verbaasd en half wezen loos. De klok wijst 7.49. „Ik heb het kaartje voor den hond nog niet geknipt," herneemt de beambte. „Voor den hond?" schreewt de dikke heer, „maar man, wat praat je? Ik heb toch veer tig kaartjes gekocht en „U moet een apart biljet hebben voor den hond; dat is nou eenmaal niet anders." De meneer wordt, donkerrood van woede; uit z'n mond schiet een stroom vanon- hoffeiykheden. De wijzer van de stationsklok springt op X. De chef roept: „Vooruit!" P.S. Krantenbericht: Een lastig reiziger Gisteravond werd proces-verbaar opgemaakt tegen den rentenier K. uit H., die, aan 't sta tion D. wat ruw en onhebbeiyk optrad. Hij zal zich wegens handtastelijkheden en beleediging van beambten te verantwoorden hebben. de zwijnen of herten met goed resultaat zal kunnen fotografeeren. Heeft men echter liefde voor dit werk en weet men wat men van zijn hulpmiddelen mag verwachten, dan leidt een dergelijke bezigheid vanzelf tot een grootere vertrouwdheid met de natuurlijke omgeving die den amateur dan veel van haar mooie geheimen zal doen ge bruik van een bloedhond, vooropgesteld na- nieten. Dat de mensch ook in den oertijd reeds veel last van zijn kiezén en tanden moet hebben gehad, ondanks zijn gezonde leef' wijze, hebben onderzoekingen bij opgegra ven schedels uit den vóór-historischen tijd, duidelijk bewezen. Van de negen schedels, die men op het Donau-eilandje Czepel in Hongarije aan trof, en uit het steenen tijdperk dateeren, hadden er zeven met caries aangestoken tanden. In Engeland vond de onderzoeker Mum mer onder 32 schedels uit het bronzen tijd perk er zeven, onder 56 schedels van de ijzer-periode 24, onder 143 uit het Romein- sche tijdvak 41 en onder 76 uit het Angel- Saksische tijdvak 12 met aangetoken tanden en kiezen. llllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllll! liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii Want toen le beneden kwam hoorde ie stemmen. Het waren geen Wemmen van bijen, neen van hommels. „Een natuurverschijnsel," hoorde Jaap de hommels zeggen en het was maar goed, dat ie nog altija rond draaide, want toen de hommels wegliepen om andere Baleerden te waarschuwen, maakte Jaap dat ie wegkwam. Toen Jaap de Bie weer in het bijendorp aankwam, liet le zich bij de koningin aanmelden. „Beste koningin," zei Jaap, „ik zal u nooit meer komen storen, maar ik weet heele bergen honing te liggen." En hij vertelde van zijn reis in het wagentje en hoe hij in het, hommelpaleis een massa honing had ontdekt. ■IIIIIII1IIIIIIII11I1M China is het eerste land geweest, dat in plaats van munten bankpapier uitgaf. Deze eerste bankbiljetten waren uit leer vervaar digd en aan het ontstaan is een eigenaar dige geschiedenis verbonden. Er leefde eens een keizer U-ti genaamd, die zeer in geld verlegenheid zat (wat ook heden nog wel eens voorkomt!) Hij had echter een zeer bekwaam thesau rier en deze werd aangezocht om middelen te beramen, teneinde de schatkist van het Hemelsche Rijk weer wat te vullen. Deze minister van financiën kwam op een lumi neus idee. Het was toentertijd usantie, dat alle prinsen en hoogwaardigheidsbekleders slechts in tegenwoordigheid van den „Zoon des Hemels" (zoo werden de Chineesche kei zers betiteld) toegelaten konden worden met een leeren masker voor het gelaat. De vernuftige schatmeester liet toen een decreet uitvaardigen, waarbij deze maskers alleen mochten worden vervaardigd van wit hertenleder, afkomstig van de keizer lijke domijnen. Er ontstond groote vraag naar dit leder, de prijs steeg en het geld vloeide ruim in des keizers kas. Sedert dien tijd had het leder in China een zekere koerswaarde en de eerste banknoten wer den van dit leer vervaardigd. In enkele af gelegen gedeelten van China zijn ze zelfs thans nog in gebruik. Zonnebrand en Stukloopen van Huid en Voeten verzacht en geneest Doos 30. Tube 80 ct.' Bij Apoth. Drogisten Eenige jaren geleden werd een nieuwe postzegel versierd met de beeltenis van Co lumbus met een verrekijker, hoewel de ver rekijker pas een eeuw na den dood van den ontdekker werd uitgevonden. Dergelijke ver gissingen komen meer voor op postzegels, en zijn van groot belang, daar juist de zegels met dergelijke fouten de grootste waarde voor verzamelaars hebben. Een verkeerde druk, een onjuist getal, die bij ongeluk op een zegel geraken, kunnen den prijs ver menigvuldigen. Zoo werd op een veiling voor 'n Zuid-Afrikaansche postzegel van 4 pence, waarop een kleine drukfout voorkwam, 81 pond geboden. Een ander voorbeeld zijn eenige Britsch-Indische zegels, die voorzien waren met den verkeerden kop van koningin Victoria. Op de eerste zegels van de Duitsche repu bliek kwamen drie smeden voor, die op een aambeeld hamerden. Deskundigen wezen onmiddellijk op het feit, dat de houding van deze smeden absoluut onmogelijk was, een scheen linksch te zijn en allen hadden de hemdsmouwen naar buiten ^opgestroopt, inplaats van naar binnen, zooals dat bij smeden de gewoonte is. Deze onjuiste voor stelling verdween dan ook spoedig van deze postzegels. Terzelfdertijd verscheen een postzegel van Jamaica, dat een volkomen onjuist wapen droeg; en de uitgave van een postzegel uit Chili veroorzaakte zelfs een langdurig pro ces. In de teekening bevond zich namelijk een portret van een bekend lid van de regee ring van Chili, en de beeltenis van deze populaire persoon verwekte een algemeen hoofdschudden. Het portret gaf de uitdruk king weer van een dronkaard en werd door den persoon zelf als een zware beleediging opgevat, zoodat de zegels onmiddellijk wer den ingetrokken. Op het gebied van natuurlijke historie zijn ook veel onjuistheden voorgekomen. Bloe men, die geheel verkeerd geteekend zijn en dieren, die de natuur niet kent, zijn geen zeldzaamheid. Ongeveer 25 jaar geleden werd een postzegel van New Foundland uit gegeven, waarop een rob, die inplaats van de bekende vinvormige voeten doodgewone pooten had. Vader: „Mijn zoontje krijgt drie stuiver zakgeld per dag." Vriend: „Maar dat is veel te veel voor 'n kind van zes jaar." Vader: „Ja, maar we hebben muntgas." Vriend: „Wat heeft dat ermee te maken?" Vader: „Wel, ik heb hem den gasmeter laten zien, en gezegd, dat dit zijn spaarpot was." „Een roode neus te hebben is toch niet erg prettig; zoo juist sprak weer iemand mij midden op straat aan en vroeg of 'k ook leege flesschen te koop had." „Waarom heb je gulden" uitgeknipt?" „Voor je moeder." „Aardig van je, dat zal ze leuk vinden. „Ze zal het niet te zien krijgen." dat artikel „Hoe rond te komen met 100 d//p n A/i n n/>V °P blad zUn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f bil levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor 7C/Ï bU een ongeval met 9C/J by verlies van een hand f 1 QC by verlies van een f Gfl bijeen breuk van (Af) by verlies van "h WC/t//l/fc u ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen i OU\/Umm verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen doodeiyken afloop een voet of een oog A+itJm duim of wijsvinger been of arm anderen vinger 17 vier jaren waren de liberalen er Ij. g, aSd verschillende concessies op den Van veroveren die den goeden invloed ÏJ0l.ei aet concordaat belemmerden. Garcia Êaf die de Kerk absoluut vrij wilde zien, Stogj eze concessies prijs, waarvan hy de H. lïetln- kennis stelde. Öey nieuwe congres zou uit 30 afgevaardig- 3»staan, 3 voor elke provincie. De leeftijd *1°hn ''aar en een ze^ere welstand was als £)e v°°rgestreven. 'uti° ®atlg van zaken bracht echter de revo lt aireu buiten zichzelf en een nieuw op- ?°°r .ercl te Gugyaquil beproefd, dat echter Ikte v. trouw de militairen absoluut mis- .er dan voeWe de bevolking de ^or6ri 'Ükheid van de verkiezing van Garcia 5'Jij president en men verzocht hem 4oretl '".ikheid van de verkiezing van Garcia "Jij 3 Jpt president en men verzocht hem hij te willen herroepen, hetgeen Bij verontwaardiging van zich wierp. °Pening van het congres 16 Mei 186y Qa-rcia Moreno met zyn grootsch plan de constitutie in katholieken geest te vernieu wen er den nadruk op leggende dat van de al of niet aanneming daarvan de toekomst van de Republiek afhing. In de boodschap aan het Congres gaf hy gedetailleerd verslag van zyn handelingen en legde zyn voorloopig pre sidentschap neer opdat het congres tot keuze van een nieuwen President zou kunnen over gaan. Herkozen weigerde hy opnieuw, zoodat men ten einde raad Manuel Ascarubi koos, die hem onmiddeliyk tot Minister van Financiën benoemde. De terugtrekking uit de opperste leiding bracht echter groote onrust onder de bevol king. Om hieraan een einde te maken en het vertrouwen te versterken droeg men h:u ook het opperbevelhebberschap van het leger op. Nu werd het ontwerp der nieuwe constitutie door de afgevaardigden in studie genomen; alle artikelen werden aan een nauwgezet on derzoek onderworpen. Verschillende artikelen ondervonden hevige bestrijding van sommige afgevaardigden, doch de onverschrokken ont werper stond op zijn post en wist n.et overtui gende welsprekendheid het ontwerp ongewy- zigd te doen aannemen. Garcia Moreno had gezegevierd! Als waar achtig christen staatsman geloofde hy dat God Zyn Zoon evengoed op aarde gezonden had om de naties als de zielen te regeeren. Aan het hoofd van het sociale lichaam moest de Kerk als Bruid van Christus staan als bron der waarheid van het recht, de gerechtig heid, de orde en den vrede. De staat was belast met wat des staats was', op de eerste plaats optreden als verdediger der Kerk tegen ae boozen om de vrije uitoefening van haar gees- teiyke gaven ongehinderd te kunnen volbren gen en op de tweede plaats opdat de kinderen der Kerk volop zouden kunnen genieten van tijdelyke gaven en goederen die de Meester beloofd had aan hen die eerst zochten het koninkrijk Gods en Zyne gerechtigheid. Zoo was dan realiteit geworden het groot- sche en onverschrokken werk van Garcia Moreno door zyn vyanden betiteld als het meest buitensporige ondernemen, in de volle 19e eeuw aangedurfd en uitgevoerd. Het eerste artikel van de katholieke con stitutie van Ecuador begon in naam van God aldus: „De godsdienst van de republiek is de Roomsch Katholieke met uitsluiting van alio andere. Zy zal alle rechten en prerogatieven genieten welke hem volgens de w®t Gods en en de kanonieke beschikkingen toekomen. De staatkundige Instituties zullen verplicht zijn haar te verdedigen en haar te doen respectee ren." Dit artikel werd' met op 2 na algemeene stemmen aangenomen. Het volgend artikel hiermede aansluitend: „Elk burger zal van zyn rechten vervallen ver klaard worden die een door de Kerk verboden instituut of vereeniging aanhangt." Met dit debat wilde Garcia Moreno elk ambtenaar, welke ook, uitsluiten van het lid maatschap der Vrymetselary en iedereen weet hoe rykeiyk de Regeeringen van Europa en Amerika met deze heeren, die zich daarby heel welvarend gevoelen, voorzien waren. Dat hy dit artikel niet voor niets liet opnemen on dervond in 1874 de Consul van Ecuador te Brussel die zich by de Vrymetselary had laten inlyven. Het kostte hem zyn positie. By het laatste artikel voegde hy nog de vol gende clausule: „Niemand kan kiezer zyn, noch gekozen, noch ambtenaar worden in wel ken graad ook, die niet den katholieken gods dienst beiydt". Heftige bestrijding ondervorm dit artikel van de zijde der liberalen, doch Garcia Moreno wees op de vorige artikelen, waarvan dit het logisch gevolg was. Indien het artikel niet werd aangenomen zou een Jood, Protestant of Renegaat niet alleen Magistraat en Minister doch ook President kunnen worden en aldus de kaholieke constitutie enorme schade doen. Nu de katholieke staat gegrondvest was, her stelde hy de burgerlyke macht cn wapende de Regeering met die middelen om de veelvuldige Revoluties te keeren. Hy omschreef de macht van den President en verhielp de instabiliteit der Regeering, deze zoo kenmerkende eigen schap van den Republikeinschen regeerings- vorm. De nieuwe Constitutie werd in den lande met 14.000 tegen 1.500 stemmen aangenomen. Met deze daad werd het kleine Ecuador te midden van den afval der naties, de eenige geheel ka tholieke staat der wereld. Tot zoover was alles goed gegaan, maar wie zal nu de nieuwe Rechtsvorm tot werkeiykheid brengen? vroeg de bevolking zich met zorg af. Garcia Moreno, de auctor intellectualis was de aangewezen man. Waarom nu toch het Pre sidentschap geweigerd? vroeg men. Een be lofte die de welgezinden opofferde en de re volutionairen meer wind in de zeilen zou bren gen kon toch nooit verplichtend zyn. De natie had hetrecht en de plicht zyn belofte te an- nuleeren, meende men en alle slechte gevolgen van de weigering zouden voor zyn rekening komen. Maar Garcia Moreno had een hard hoofd. Hoewel hy de juistheid van deze op- en aanmerkingen inzag, wilde hy niet toegeven, zyn vrienden lieten het daarby echter niet en bestormden hem letteriyk met verwyten. Hy pleegde verraad aan de natie, hy hielp de re volutionairen, door zyn valseh eergevoel speel de hy geheel in de kaart van de vijanden van kerk en vaderland en aan deze vyanden die hij zelf bestrijdde, ging hy nu het volk overgeven, dat hem deze weigering nooit zou vergeven. Den 20en Juli koos het congres hem dan ook met op één na algemeene stemmen tot president. De hernieuwde weigering werd ver worpen en om aan alles een einde te maken werd hem medegedeeld dat hy den volgenden dag om twee uur 's middags in de Metropo- litaankerk verwacht werd voor de eedsafleg ging. Garcia Moreno zag zich genoodzaakt zich te onderwerpen, niet wyl hy den staat een ab solute macht over het individu toekende, maar wel omdat hy in de stem van het volk de stem Gods meende te herkennen. Het wil ons voorkpmen dat de hyperscru- puleuse opvatting van Garcia Moreno ook daarom onjuist was, wyl hy beloofd had geen macht in handen te zullen houden tot de nieuwe constitutie niet alleen gevestigd, maar ook geconsolideerd was en de rust in het land verzekerd. Noch het een, noch het ander was ook maar in de verste verte bewaarheid. De liberalen begonnen aanstonds den strijd tegen Se nieuwe constitutie, daar deze de vrij heid vernietigde, doch Garcia Moreno herhaal de zyn geliefkoosd slagwoord: „Vryheid voor alles en allen, behalve voor het kwaad en de kwaaddoeners." De constitutie garandeerde in werkeiykheid alle vrijheden op voorwaarden van respect voor: godsdienst, moraal en de publieke orde. Een nieuw complot tegen zijn leven werd ge smeed. Men wilde zich meester maken van de kazernes van Quito. Guayaquil en Cuenca en daarna Urvina als president proclameeren. Aan het hoofd van het complot stond Manuel Comejo. De aanslag zou 15 December plaats vinden, maar de Voorzienigheid, die elk men- schenleven leidt en zyn lengte bepaalt, waakte over hem. .(Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 7