Om den „vorm
Doorzitten
PUROL
eergevoel
OOSTERSCH
RADIO-PROGRAM
EEN NATTE ZONDAG EN
E V IJ A
EN VAN HET BIJENDORP
Gabriël 1
areia
DINSDAG 17 MEI
99
Krachtige drijfveer
Pinksterdagen
FOTO'S VAN DIEREN
Woensdag 18 Mei
Bankbiljetten uit leer
Tandpijn in den oertijd
FOUTIEVE
POSTZEGELS
De slimme vader
Niet prettig
FEUILLETON muiiing
Wanneer het moet, worden ook
kostbare levens geofferd
aan den uiterlyken
vorm
gen
VERHAAL VAN
DEN DAG
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL
Si?e JaPanners hebben den slag van
janghai gewonnen. Ondanks den wilden
v£e»stand van de slecht uitgeruste soldaten
ra? 19e Chineesche armee, welke een ver-
ssing was voor de geheele wereld, hebben
troepen van den mikado hen' geduldig
brn run stellingen verjaagd en i.
uut geweld terug gedrongen,
ftet had ook niet anders gekund.
vijpe telkens weer nieuwe versterkingen, de
Vontuigen, de tanks, de enorme munitie-
dan aad bleken op te wegen tegen een
PPerheid, welke zoo wanhopig was, dat zij
waanzin geleek. Doch evenals de moed
et de eenjge m0reele hefboom was van de
"ineezen, die verknocht waren aan hun
uizen en graven, zoo was de betere bewape
nt?5 niet de eenige factor, welke de Japan
ss zoo hardnekkig maakte.
epo^ den hun tegenstanders een machtige
s estelijke drijfveer, om stand te houden,
apanners hadden er een, welke minstens
£n krachtig was.
j. r® Japanners moesten den „vorm" in acht
één en' de vorm' die in het Verre Oosten in
woord de begrippen, eer, prestige en
aardigheid samenvat. De nederlaag der
"'"eesche „landloopers" moest overweldi
gt? zijn, opdat de Japansche vorm werd
hiiH 1 zelfs wanneer de strijd ten laatste
ent i 00s zou ziJn- Tegen dit ideaal zal geen
hü JaPanner in opstand komen, al heeft
jJ er voor moeten lijden, zelfs al heeft het
lan? een dierbaar leven gekost. Want in het
Zeif van de kersenbloesem hebben allen,
dp de geringsten, een soort vereering van
®n uiterlijken vorm.
Zioo was het ook met den Koeroeniaman,
!k te Kobe zag
Ue Koeroema's zijn in Japan wat in China
tnir,. sïas zijn, d. w. z. de tweewielige rij-
aigies, die door menschen getrokken wor-
bprt ^aar terwijl de Chineesche riksjaman
edekt is met een hoop slordig om het lijf
nangende t
öirs>vuuc lompen, dragen
c° s een soort uniform.
de Japansche
■Korte, donkerblauwe vesten staan gespan-
om hun ineengedrongen bovenlijf, ter-
1J1 een broek van dezelfde kleur strak om
"h abnormaal ontwikkelde dijen en beenen
sant. Tenslotte loopen ze op platte san-
a'eh, zonder hakken.
°P een stralenden, brandend-heeten mor
- verliet ik mijn hotel te Kobe, om me
3ar het Engelsch consulaat te begeven. De
ipioniEitieke wijk bevond zich in het hooger
ew*en gedeelte van de stad. Ik liep een
mdweegs, doch de zon was zoo verzengend,
at ik niet den moed had, mijn weg te voet
oort te zetten. Daarom ging ik naar een
r°eroema-station, waar ik een krachtigen
J"el uitkoos.
-n ~?et een breeden glimlach liet de man zijn
kpi wagentje voor me omlaag en uitte en-
u/e vriendelijke woorden in pidjin, een
'ankrijk taaltje met veel Engelsche woor-
t dat in alle havens van het Verre Oosten
internationale taal dient.
Vervolgens nam hij de boomen op en be-
s°h in draf te loopen in een soepele, regel
matige beweging, terwijl de spieren van zijn
kuiten zich sterk afteekenden in de strak
gespannen stof, welke zijn beenen bedekte.
Tamelijk vlug kwamen we buiten de oude
Japansche wijken, vol vrouwen en veelkleu
rige kimono's met prachtige ceinturen.
De nauwe winkelstraten werden wijder en
wij bereikten den luchtbrug over den spoor
weg, vanwaar een zeer stijle helling omhoog
leidde naar de consulaten. Ik maakte aan
stalten om uit te stappen, daar ik medelijden
had met den man, die me trok, maar deze
schudde trots het hoofd en begon met inge
houden kracht de helling te bestijgen. Hal
verwege haalden wij een ander wagentje in,
waarin een Engelsche dame, aan wie ik
reeds was voorgesteld, was gezeten. Ik
groette haar.
„Wat een heerlijke dag!" zei ze, terwijl
ze haar glanzende tanden liet zien. „Ik vond
het alleen jammer, dat mijn koeroema-man
zoo lui is."
Ik bekeek den man aan de disselboomen.
hij was lang zoo sterk niet als de mijne en
reeds op gevorderden leeftijd. Zwaar ging
zijn borst op en neer en heel zijn gerim
pelde figuur was samengekrompen onder de
inspanning, die hem zichtbaar drukte. Het
kwam een oogenblik bij me op, de jonge
vrouw aan te raden in mijn rijtuigje te
stappen, ter wille van den ouden man. Maar
ik kende haar aangeboren verachting voor
„inboorlingen" en was er zeker van, dat zij
niet wilde vergoelijken, wat zij noemde de
luiheid van den man, die haar trok. Daarom
zweeg ik maar. Naast elkaar werden wij dus
de helling, terwijl we samen over alles en
nog wat babbelden. Vermoedelijk zonder het
te willen, verhaastte mijn Koeroema-man
zijn stap, zoodat zijn compagnon meer en
meer moeite kreeg, om hem bij te houden.
Plotseling slaakte de jonge vrouw een kreet.
De oude Koeroema-man was in elkaar ge
zakt en de boomen van het rijtuigje gleden
hem uit de handen. Onder het gewicht van
de inzittende vrouw begon het achtervoor te
hellen.
De jonge vrouw wendde zich vol angst om
naar de dreigende helling.
Hevig verschrikt sprong ik uit mijn
wagentje, niet wetend, of ik nog den tijd
zou hebben, het ongeluk te voorkomen.
Doch nauwelijks was ik op den beganen
grond, of de oude Koeroema-man gaf in een
bovenmenschelijke inspanning met kramp
achtig vertrokken gelaat zijn wagentje een
zwenking en wierp zich tegen de wielen,
welke hij met zijn borst blokkeerde. De jonge
vrouw stapte hijgend uit. Wij keken naar
het bewegenlooze lichaam, geveld door den
ouderdom, de zon en een ongetwijfeld reeds
oude kwaal.
„Hij heeft den „vorm" gered," zei mijn
Koeroema-man rustig in zijn dialect, „en
daarmee de eer."
MiiiinnmMi
miiiiiiiiiiniQ
Feitelijk heeft men zich het eerst met
dier en fotografie beziggehouden in den
Berlijnschen Dierentuin, waar men in de
kooien coulissen had geplaatst. Met behulp
van speciaal voor de gelegenheid uitgeko
zen voer probeerde men foto's te vervaar
digen van een aantal der kooibewoners,
zooals deze zich zouden bewegen wanneer
ze in vrijheid waren.
Door de grootproductie en den lagen
prijs van foto-toestellen, die dergelijke in
strumenten voor bijna ieder bereikbaar
maakt, zijn zeer velen in staat dieren in
hun natuurlijke omgeving te nemen. On
danks de vele pogingen die reeds door de
grootste fabrieken van camera's zijn ge
daan, heeft men nog geen apparaten kun
nen vervaardigen, die een speciale ge-
I Het was een Pinkster, zoo een mensch
Niet beter kan verlangen.
Want naast de zorgen bleef de jas
Ook aan den kapstok hangen.
De zomer maakte pracht-entree
En trok den mensch naar buiten,
j En deze, in zijn overmoed,
Sloeg bijna aan het muiten!
Men leefde op en men genoot;
De vreugde moet wel echt zijn
Daar heel wat tafereeltjes op
De kiekjes vastgelegd zijn!
De Graalbeleefde zijn succes,
Het Pinksterspel was prachtig,
De aanblik op het Stadion
Subliem, geslaagd en machtig.
O Pinksteren en Pinksterspel,
Wij hadden niet te klagen,
Wat wij beleefden, waren echt
Geslaagde Pinksterdagen!
MARTIN BERDEN.
1 (Nadruk verboden).
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiimiiiinniniiiiiiiiiiiiiiinmiiiiiniiiiiimminiiimniiiiifliiiiuiimiiiniiii
Amateur- en beroepsfotograaf kunnen dus
beiden met gelijke middelen werken.
Het fotografeeren van dieren het zij
hier nogmaals vermeld is zeker geen ge
makkelijke taak. Wanneer U het eens pro
beert, zult U ervaren hoeveel moeilijkheden
het reeds oplevert om een musch, die in de
zon zit, goed te fotografeeren en hoeveel
geduld ervoor noodig is een hert, dat zich
op een open plek in het bosch heeft ge
waagd, goed voor de lens te krijgen.
De meeste fouten worden wel gemaakt
bij het opnemen van vogels. Velen weten
bijv. niet, dat steeds het beeld zooals het
op de plaat komt aan een minimum op
pervlakte gebonden is, wijl men het an
ders niet vermag te vergrooten. Zoo mag
men b.v. een kraaienden haan, die onge
veer 30 c.m. groot is, niet kleiner dan
1 c.m., dus dertigvoudig verkleind, op de
plaat zetten. Werkt de amateur nu met
een camera met een lichtsterkte van 4 y,
en een brandwijdte (Brennweite) van
15 c.m., dan mag de haan op slechts 4J4 M.
worden genomen; het gebeurt echter zeer
vaak dat het éBer op dezen afstand de
glanzende lens bemerkt en.... de opname
is mislukt.
Het consigne blijft dus steeds: kalmte en
geduld. Het heeft immers geen doel er
maar op los te fotografeeren met het eeni
ge resultaat dat men op het gereede posi
tief niets anders kan ontdekken dan eenige
lijnen, die ongeveer den omtrek van den
persoon of het voorwerp in quaestie aan
geven. De bij dit artikel afgedrukte foto
doet U duidelijk zien, dat de fotograaf, die
haar opnam zich zonder eenigen twijfel
geruimen tijd heeft beziggehouden om een
interessante en karakteristieke houding
van den kop op de plaat te krijgen. Het
was hem er niet enkel om te doen een foto
te nemen zonder meer, doch bovendien om
hem, die zich b.v. meer met dieren bezig
houdt, een waardevol document te ver
schaffen.
Aan dit genoegen kan men een meer
duurzaam karakter geven, doordat men vele
der mooie en interessante dierentooneeltjes
op schilderachtige bosch- of duinplekjes op
de gevoelige plaat vastgelegt. Vele erva
ren jagers zullen U kunnen vertellen, dat
een goedgelukte verschalking met de ca
mera den jager zeker niet minder bevredi
ging geeft dan een goedgeraakt schot met
het jachtgeweer. De amateur-fotograaf
moet op dit gebied nog een groote dosis
handigheid en oefening verkrijgen, voor
dat hij zoo ver is, dat hij niet alleen katten
en honden, doch ook b.v. boschhanen, wil-
Gramofoonplaten
6.20 Langenberg (473)
7.05 Parijs (1725)
8.00 Hilversum V.A.R.A.
8.15 Huizen, N.C.R.V,
11.50 Parijs (1725)
12.05 Huizen N.C.R.V.
4.20 Kalundborg (1155)
4.50 Brussel (508)
5.30 Hilversum V.A.R.A.
7.20 Parijs (1725)
7.20 Rome (441)
10.25 Huizen N.C.R.V.
11.15 HilversuM V.A.R.A.
Concerten.
6.50 Langenberg (473) Orkestconcert
Hilversum V.A.R.A.
Daventry (1554) Orgelconcert
Huizen, N.C.R.V., Concert
Kalundborg (1153) Concert
Langenberg (473) Symphoniecon-
cert uit München
Hilversum, V.A.R.A., Septet
12.15 Huizen, N.C.R.V., Concert
12.20 Langenberg (473) Concert
Daventry (1554) Orkest
Kalundborg (1153) Kerkconcevt
Kalundborg (1153) Concert
Daventry (1554) Sted. Orkest
Hilversum, V.A.R.A., Pianorecital
Huizen, N.R.C.V., Concert
Daventry (1554) Orgelconcert
Brussel (508) Sonateconcert
Brussel (508) Dansmuziek
Kalundborg (1153) Deensche avond
Huizen, N.C.R.V., Orkestconcert uit
Utrecht
Hilversum, V.A.R.A., Concert
Brussel (338) Concert
Hilversum, V.A.R.A.-orkest
Daventry (1554) Kwintet
Kalundborg (1153) Dansmuziek
Daventry (1554) Dansmuziek
Tooneel en Opera
7.20 Daventry (1554) Eerste acte van
Wagner's „Der fliegende Hollander"
Langenberg (473) Opera „Gioconda"
van A. Ponchielli
Brussel (508) Opera „Samson en Da-
lilah", St. Saëns
Parijs (1725) Operette „Nina Rosa",
Romberg
Rome (441) ,,L'Arleriana, Opera in
drie acten van F. Cilea
11.15
11.20
11.00
11.20
11.20
12.00
.12.50
1.20
2.50
2.50
3.00
3.00
4.05
4.20
5.50
7.50
8.00
8.10
8.20
9.30
9.40
9.50
10.20
7.20
7.20
7.50
8.05
2.15
6.00
6.45
10.15
10.15
Voordrachten.
Hilversum, V.A.R.A., Onze Keuken
Hulzen, N.C.R.V., Voor de landbou
wers
Huizen, N.C.R.V., Duitsche sagen
Persberichten
Huizen, Vaz Dias
Hilversum, Vaz Dias
Een klein station aan een locaalspoorweg. 't
Is Zondag en het regent. Het heeft den heelen 1
dag al geregend. Op een zijpad staat een trein:
een locomotief met twee wagens. De trein
dampt, de regen valt, 'n paar stations- en trein,
beambten gapen.
Een half uur later is er nog niets in de
situatie veranderd.
Een dikke heer stormt 't station binnen met
een hond van twijfelachtig ras. De hond is
alleen van buiten nat; de heer schijnt zich ook
van binnen rijkelijk bevochtigd te hebben.
De heer kijkt speurend door 't loket, totdat
z'n blik op een gapenden beambte blijft rusten:
„Wanneer vertrekt de trein van 6.40?"
,,Om 10 over half zeven en hij is al drie
kwartier weg", bromt de aangesprokene.
„En hoe laat gaat de volgende?"
„Over twee uur", en het klinkt als: loop
naar de maan!
't Is 7.30; de trein op het zijpad dampt nog
steeds. Even later stormt de dikke meneer
weer op het loket af.
„Wat hebt u me nou verteld? Er staat nog
een trein van 7.50 op de dienstregeling".
De man aan 't laatje kijkt medelijdend over
zijn bri. 1
„Kijkt u 't dan zelf na", stufit de ander op.
De beambte verwijdert zich, zonder iets te
zeggen. Dat is te veel.
De dikke meneer wordt woest. Hij stelt de
vraag of de beambten er voor 't publiek zijn
of het publiek voor de beambten en trekt een
gezicht alsof hij die vraag zelf heeft uitge
vonden.
De hond begint erbarmelijk te huilen, zooals
een hond kan doen die drijfnat is en zich ver
veelt.
De conducteur van den dampenden trein is
uitgegaapt; h ijloopt langzaam naar den dikken
heer en zegt:
,Dat is een tusschentrein, een z.g. vraagtee-
kentrein. Gaat alleen Zondags als er minstens
veertig kaartjes zijn verkocht."
't Is 7.38. De dikke heer tikt tegen het glas-
ruijt van 't loket; hij kijkt op eens vroolijk,
schrander en zegevierend.
„Ik vertrek 7.50. Geef me negen en dertig
kaartjes naar 't volgende station en één naar
de stad."
De situatie is als by tooverslag veranderd.
De machinist, de stoker, de conducteur en de
beambte achter 't loket, staan perplex.
't Is 7.45. De trein is voorgereden; de loco
motief dampt zwaarder. De dikke heer heeft
vani den stationsbeambte veertig kaartjes ge
kregen voor 12.35, die hij me voorname on
verschilligheid in z'n vestzak brengt. Een
tweede beambte is naderby gekomen en knipt
stuk voor stuk de veertig kaartjes.
Zegevierend wil de overwinnaar in den trein
stappen.
„En een hond?" vraagt de kaartjesknipper.
De dikke heer kijkt verbaasd en half wezen
loos. De klok wijst 7.49.
„Ik heb het kaartje voor den hond nog niet
geknipt," herneemt de beambte.
„Voor den hond?" schreewt de dikke heer,
„maar man, wat praat je? Ik heb toch veer
tig kaartjes gekocht en
„U moet een apart biljet hebben voor den
hond; dat is nou eenmaal niet anders."
De meneer wordt, donkerrood van woede;
uit z'n mond schiet een stroom vanon-
hoffeiykheden. De wijzer van de stationsklok
springt op X. De chef roept: „Vooruit!"
P.S. Krantenbericht:
Een lastig reiziger
Gisteravond werd proces-verbaar opgemaakt
tegen den rentenier K. uit H., die, aan 't sta
tion D. wat ruw en onhebbeiyk optrad. Hij zal
zich wegens handtastelijkheden en beleediging
van beambten te verantwoorden hebben.
de zwijnen of herten met goed resultaat zal
kunnen fotografeeren. Heeft men echter
liefde voor dit werk en weet men wat men
van zijn hulpmiddelen mag verwachten,
dan leidt een dergelijke bezigheid vanzelf
tot een grootere vertrouwdheid met de
natuurlijke omgeving die den amateur dan
veel van haar mooie geheimen zal doen ge
bruik van een bloedhond, vooropgesteld na-
nieten.
Dat de mensch ook in den oertijd reeds
veel last van zijn kiezén en tanden moet
hebben gehad, ondanks zijn gezonde leef'
wijze, hebben onderzoekingen bij opgegra
ven schedels uit den vóór-historischen tijd,
duidelijk bewezen.
Van de negen schedels, die men op het
Donau-eilandje Czepel in Hongarije aan
trof, en uit het steenen tijdperk dateeren,
hadden er zeven met caries aangestoken
tanden.
In Engeland vond de onderzoeker Mum
mer onder 32 schedels uit het bronzen tijd
perk er zeven, onder 56 schedels van de
ijzer-periode 24, onder 143 uit het Romein-
sche tijdvak 41 en onder 76 uit het Angel-
Saksische tijdvak 12 met aangetoken tanden
en kiezen.
llllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllll!
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
Want toen le beneden kwam hoorde ie stemmen. Het waren geen
Wemmen van bijen, neen van hommels. „Een natuurverschijnsel,"
hoorde Jaap de hommels zeggen en het was maar goed, dat ie nog
altija rond draaide, want toen de hommels wegliepen om andere
Baleerden te waarschuwen, maakte Jaap dat ie wegkwam.
Toen Jaap de Bie weer in het bijendorp aankwam, liet le zich bij
de koningin aanmelden. „Beste koningin," zei Jaap, „ik zal u nooit
meer komen storen, maar ik weet heele bergen honing te liggen."
En hij vertelde van zijn reis in het wagentje en hoe hij in het,
hommelpaleis een massa honing had ontdekt.
■IIIIIII1IIIIIIII11I1M
China is het eerste land geweest, dat in
plaats van munten bankpapier uitgaf. Deze
eerste bankbiljetten waren uit leer vervaar
digd en aan het ontstaan is een eigenaar
dige geschiedenis verbonden. Er leefde eens
een keizer U-ti genaamd, die zeer in geld
verlegenheid zat (wat ook heden nog wel
eens voorkomt!)
Hij had echter een zeer bekwaam thesau
rier en deze werd aangezocht om middelen
te beramen, teneinde de schatkist van het
Hemelsche Rijk weer wat te vullen. Deze
minister van financiën kwam op een lumi
neus idee. Het was toentertijd usantie, dat
alle prinsen en hoogwaardigheidsbekleders
slechts in tegenwoordigheid van den „Zoon
des Hemels" (zoo werden de Chineesche kei
zers betiteld) toegelaten konden worden
met een leeren masker voor het gelaat.
De vernuftige schatmeester liet toen een
decreet uitvaardigen, waarbij deze maskers
alleen mochten worden vervaardigd van
wit hertenleder, afkomstig van de keizer
lijke domijnen. Er ontstond groote vraag
naar dit leder, de prijs steeg en het geld
vloeide ruim in des keizers kas. Sedert dien
tijd had het leder in China een zekere
koerswaarde en de eerste banknoten wer
den van dit leer vervaardigd. In enkele af
gelegen gedeelten van China zijn ze zelfs
thans nog in gebruik.
Zonnebrand en Stukloopen
van Huid en Voeten
verzacht en geneest
Doos 30. Tube 80 ct.' Bij Apoth. Drogisten
Eenige jaren geleden werd een nieuwe
postzegel versierd met de beeltenis van Co
lumbus met een verrekijker, hoewel de ver
rekijker pas een eeuw na den dood van den
ontdekker werd uitgevonden. Dergelijke ver
gissingen komen meer voor op postzegels, en
zijn van groot belang, daar juist de zegels
met dergelijke fouten de grootste waarde
voor verzamelaars hebben. Een verkeerde
druk, een onjuist getal, die bij ongeluk op
een zegel geraken, kunnen den prijs ver
menigvuldigen. Zoo werd op een veiling voor
'n Zuid-Afrikaansche postzegel van 4 pence,
waarop een kleine drukfout voorkwam,
81 pond geboden. Een ander voorbeeld zijn
eenige Britsch-Indische zegels, die voorzien
waren met den verkeerden kop van koningin
Victoria.
Op de eerste zegels van de Duitsche repu
bliek kwamen drie smeden voor, die op een
aambeeld hamerden. Deskundigen wezen
onmiddellijk op het feit, dat de houding
van deze smeden absoluut onmogelijk was,
een scheen linksch te zijn en allen hadden
de hemdsmouwen naar buiten ^opgestroopt,
inplaats van naar binnen, zooals dat bij
smeden de gewoonte is. Deze onjuiste voor
stelling verdween dan ook spoedig van deze
postzegels.
Terzelfdertijd verscheen een postzegel van
Jamaica, dat een volkomen onjuist wapen
droeg; en de uitgave van een postzegel uit
Chili veroorzaakte zelfs een langdurig pro
ces. In de teekening bevond zich namelijk
een portret van een bekend lid van de regee
ring van Chili, en de beeltenis van deze
populaire persoon verwekte een algemeen
hoofdschudden. Het portret gaf de uitdruk
king weer van een dronkaard en werd door
den persoon zelf als een zware beleediging
opgevat, zoodat de zegels onmiddellijk wer
den ingetrokken.
Op het gebied van natuurlijke historie zijn
ook veel onjuistheden voorgekomen. Bloe
men, die geheel verkeerd geteekend zijn en
dieren, die de natuur niet kent, zijn geen
zeldzaamheid. Ongeveer 25 jaar geleden
werd een postzegel van New Foundland uit
gegeven, waarop een rob, die inplaats van
de bekende vinvormige voeten doodgewone
pooten had.
Vader: „Mijn zoontje krijgt drie stuiver
zakgeld per dag."
Vriend: „Maar dat is veel te veel voor 'n
kind van zes jaar."
Vader: „Ja, maar we hebben muntgas."
Vriend: „Wat heeft dat ermee te maken?"
Vader: „Wel, ik heb hem den gasmeter
laten zien, en gezegd, dat dit zijn spaarpot
was."
„Een roode neus te hebben is toch niet erg
prettig; zoo juist sprak weer iemand mij
midden op straat aan en vroeg of 'k ook
leege flesschen te koop had."
„Waarom heb je
gulden" uitgeknipt?"
„Voor je moeder."
„Aardig van je, dat zal ze leuk vinden.
„Ze zal het niet te zien krijgen."
dat artikel „Hoe rond te komen met 100
d//p n A/i n n/>V °P blad zUn ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen f bil levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor 7C/Ï bU een ongeval met 9C/J by verlies van een hand f 1 QC by verlies van een f Gfl bijeen breuk van (Af) by verlies van "h
WC/t//l/fc u ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen i OU\/Umm verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen doodeiyken afloop een voet of een oog A+itJm duim of wijsvinger been of arm anderen vinger
17
vier jaren waren de liberalen er
Ij. g, aSd verschillende concessies op den
Van veroveren die den goeden invloed
ÏJ0l.ei aet concordaat belemmerden. Garcia
Êaf die de Kerk absoluut vrij wilde zien,
Stogj eze concessies prijs, waarvan hy de H.
lïetln- kennis stelde.
Öey nieuwe congres zou uit 30 afgevaardig-
3»staan, 3 voor elke provincie. De leeftijd
*1°hn ''aar en een ze^ere welstand was als
£)e v°°rgestreven.
'uti° ®atlg van zaken bracht echter de revo
lt aireu buiten zichzelf en een nieuw op-
?°°r .ercl te Gugyaquil beproefd, dat echter
Ikte v. trouw de militairen absoluut mis-
.er dan voeWe de bevolking de
^or6ri 'Ükheid van de verkiezing van Garcia
5'Jij president en men verzocht hem
4oretl '".ikheid van de verkiezing van Garcia
"Jij 3 Jpt president en men verzocht hem
hij te willen herroepen, hetgeen
Bij verontwaardiging van zich wierp.
°Pening van het congres 16 Mei 186y
Qa-rcia Moreno met zyn grootsch plan
de constitutie in katholieken geest te vernieu
wen er den nadruk op leggende dat van de
al of niet aanneming daarvan de toekomst
van de Republiek afhing. In de boodschap aan
het Congres gaf hy gedetailleerd verslag van
zyn handelingen en legde zyn voorloopig pre
sidentschap neer opdat het congres tot keuze
van een nieuwen President zou kunnen over
gaan. Herkozen weigerde hy opnieuw, zoodat
men ten einde raad Manuel Ascarubi koos, die
hem onmiddeliyk tot Minister van Financiën
benoemde.
De terugtrekking uit de opperste leiding
bracht echter groote onrust onder de bevol
king. Om hieraan een einde te maken en het
vertrouwen te versterken droeg men h:u ook
het opperbevelhebberschap van het leger op.
Nu werd het ontwerp der nieuwe constitutie
door de afgevaardigden in studie genomen;
alle artikelen werden aan een nauwgezet on
derzoek onderworpen. Verschillende artikelen
ondervonden hevige bestrijding van sommige
afgevaardigden, doch de onverschrokken ont
werper stond op zijn post en wist n.et overtui
gende welsprekendheid het ontwerp ongewy-
zigd te doen aannemen.
Garcia Moreno had gezegevierd! Als waar
achtig christen staatsman geloofde hy dat God
Zyn Zoon evengoed op aarde gezonden had
om de naties als de zielen te regeeren. Aan
het hoofd van het sociale lichaam moest de
Kerk als Bruid van Christus staan als bron
der waarheid van het recht, de gerechtig
heid, de orde en den vrede. De staat was belast
met wat des staats was', op de eerste plaats
optreden als verdediger der Kerk tegen ae
boozen om de vrije uitoefening van haar gees-
teiyke gaven ongehinderd te kunnen volbren
gen en op de tweede plaats opdat de kinderen
der Kerk volop zouden kunnen genieten van
tijdelyke gaven en goederen die de Meester
beloofd had aan hen die eerst zochten het
koninkrijk Gods en Zyne gerechtigheid.
Zoo was dan realiteit geworden het groot-
sche en onverschrokken werk van Garcia
Moreno door zyn vyanden betiteld als het
meest buitensporige ondernemen, in de volle
19e eeuw aangedurfd en uitgevoerd.
Het eerste artikel van de katholieke con
stitutie van Ecuador begon in naam van God
aldus:
„De godsdienst van de republiek is de
Roomsch Katholieke met uitsluiting van alio
andere. Zy zal alle rechten en prerogatieven
genieten welke hem volgens de w®t Gods en
en de kanonieke beschikkingen toekomen. De
staatkundige Instituties zullen verplicht zijn
haar te verdedigen en haar te doen respectee
ren."
Dit artikel werd' met op 2 na algemeene
stemmen aangenomen.
Het volgend artikel hiermede aansluitend:
„Elk burger zal van zyn rechten vervallen ver
klaard worden die een door de Kerk verboden
instituut of vereeniging aanhangt."
Met dit debat wilde Garcia Moreno elk
ambtenaar, welke ook, uitsluiten van het lid
maatschap der Vrymetselary en iedereen
weet hoe rykeiyk de Regeeringen van Europa
en Amerika met deze heeren, die zich daarby
heel welvarend gevoelen, voorzien waren. Dat
hy dit artikel niet voor niets liet opnemen on
dervond in 1874 de Consul van Ecuador te
Brussel die zich by de Vrymetselary had laten
inlyven. Het kostte hem zyn positie.
By het laatste artikel voegde hy nog de vol
gende clausule: „Niemand kan kiezer zyn,
noch gekozen, noch ambtenaar worden in wel
ken graad ook, die niet den katholieken gods
dienst beiydt". Heftige bestrijding ondervorm
dit artikel van de zijde der liberalen, doch
Garcia Moreno wees op de vorige artikelen,
waarvan dit het logisch gevolg was. Indien het
artikel niet werd aangenomen zou een Jood,
Protestant of Renegaat niet alleen Magistraat
en Minister doch ook President kunnen worden
en aldus de kaholieke constitutie enorme
schade doen.
Nu de katholieke staat gegrondvest was, her
stelde hy de burgerlyke macht cn wapende de
Regeering met die middelen om de veelvuldige
Revoluties te keeren. Hy omschreef de macht
van den President en verhielp de instabiliteit
der Regeering, deze zoo kenmerkende eigen
schap van den Republikeinschen regeerings-
vorm.
De nieuwe Constitutie werd in den lande met
14.000 tegen 1.500 stemmen aangenomen. Met
deze daad werd het kleine Ecuador te midden
van den afval der naties, de eenige geheel ka
tholieke staat der wereld.
Tot zoover was alles goed gegaan, maar wie
zal nu de nieuwe Rechtsvorm tot werkeiykheid
brengen? vroeg de bevolking zich met zorg
af. Garcia Moreno, de auctor intellectualis was
de aangewezen man. Waarom nu toch het Pre
sidentschap geweigerd? vroeg men. Een be
lofte die de welgezinden opofferde en de re
volutionairen meer wind in de zeilen zou bren
gen kon toch nooit verplichtend zyn. De natie
had hetrecht en de plicht zyn belofte te an-
nuleeren, meende men en alle slechte gevolgen
van de weigering zouden voor zyn rekening
komen. Maar Garcia Moreno had een hard
hoofd. Hoewel hy de juistheid van deze op- en
aanmerkingen inzag, wilde hy niet toegeven,
zyn vrienden lieten het daarby echter niet
en bestormden hem letteriyk met verwyten. Hy
pleegde verraad aan de natie, hy hielp de re
volutionairen, door zyn valseh eergevoel speel
de hy geheel in de kaart van de vijanden van
kerk en vaderland en aan deze vyanden die hij
zelf bestrijdde, ging hy nu het volk overgeven,
dat hem deze weigering nooit zou vergeven.
Den 20en Juli koos het congres hem dan
ook met op één na algemeene stemmen tot
president. De hernieuwde weigering werd ver
worpen en om aan alles een einde te maken
werd hem medegedeeld dat hy den volgenden
dag om twee uur 's middags in de Metropo-
litaankerk verwacht werd voor de eedsafleg
ging.
Garcia Moreno zag zich genoodzaakt zich te
onderwerpen, niet wyl hy den staat een ab
solute macht over het individu toekende, maar
wel omdat hy in de stem van het volk de
stem Gods meende te herkennen.
Het wil ons voorkpmen dat de hyperscru-
puleuse opvatting van Garcia Moreno ook
daarom onjuist was, wyl hy beloofd had geen
macht in handen te zullen houden tot de
nieuwe constitutie niet alleen gevestigd, maar
ook geconsolideerd was en de rust in het land
verzekerd. Noch het een, noch het ander was
ook maar in de verste verte bewaarheid.
De liberalen begonnen aanstonds den strijd
tegen Se nieuwe constitutie, daar deze de vrij
heid vernietigde, doch Garcia Moreno herhaal
de zyn geliefkoosd slagwoord: „Vryheid voor
alles en allen, behalve voor het kwaad en de
kwaaddoeners."
De constitutie garandeerde in werkeiykheid
alle vrijheden op voorwaarden van respect
voor: godsdienst, moraal en de publieke orde.
Een nieuw complot tegen zijn leven werd ge
smeed. Men wilde zich meester maken van de
kazernes van Quito. Guayaquil en Cuenca en
daarna Urvina als president proclameeren.
Aan het hoofd van het complot stond Manuel
Comejo. De aanslag zou 15 December plaats
vinden, maar de Voorzienigheid, die elk men-
schenleven leidt en zyn lengte bepaalt, waakte
over hem.
.(Wordt vervolgd).