de moord op den heer eschauzier
Mr. Verschuur wil redelijkheid
Lugubere vondst in een pakhuis
COMMUNISTISCHE
PROPAGANDA
Massa-arrestatie
te Utrecht
Schade vergoed
Ontaarde zoon
Schichtige Kamer
leden
DONDERDAG 19 MEI
Verdachten gehoord
Techniker en kantoorbediende in
hooger beroep voor 't Haagsche
Gerechtshof
Het getuigenverhoor
De lugubere kist
De doodsoorzaak
Experimenteeren
VAN HET BINNENHOF
Debatten over de contingen-
teeringsontwerpen
Waar de schoen wringt
De opvolger van
Ds. Lingbeek
Pietluttigheden
Verdachte K. ondervraagd
Verklaringen van verd. P.
Verdere behandeling
geschorst
Inhoud geheimzinnig
briefje
ROEKELOOZE RACE
Auto tegen een boom geslagen
een andere over den kop
geslagen
Drie dooden, vijf
gewonden.
MOORD TE GORCUM
Landbouwersknecht wederom tot
vijftien jaren gevangenisstraf
veroordeeld
Uitspraak van
het Haagsche Hof
Eenzijdige voorlichting
De idee van dr. Colyn
Het systeem van
dr. Kortenhorst
Amendementen
ingetrokken
Het werd half acht. „Hamerstukjes"i
Ongewenschte vreem
delingen
De gefingeerde roofoverval in het
kantoor der Vereenigde Bak
kerijen te 'sGravenhage
Directeur krijgt zes
maanden
Moordaanslag
op zijn blinden vader
DRAMA EINDHOVEN
Lijk van den verloofde
gevonden
DOOR EEN TREIN GEGREPEN
Op slag gedood
KNOEIERIJ
BIJ EEN FAILLISSEMENT
Voor 120.000 valsche accepten
Voor de vierde kamer van 't Gerechtshof te
s Gravenhage werd Woensdag in hooger beroep
behandeld de zaak tegen de beide verdachten
Van den moord op den heer W. G. J. Eschau-
Ster, directeur der Indische Suikerunie, in den
hamiddag van Zaterdag 9 Mei 1931 te 's-Gra-
Venhage, wiens lijk na het plegen van de mis
daad door de verdachten in een kist werd ge
borgen en naar een pakhuis aan de Wester-
baenstraat te 's-Gravenhage werd gevoerd, waar
bet den daarop volgenden Maandagavond door
den pakhuisverhuurder Bon werd ontdekt.
Verdachten zijn de 32-jarige techniker J. A.
H. K. en de 22-jarige kantoorbediende J.
G- W. P., die door de Haagsche rechtbank op
?0 Februari j.l. werden veroordeeld: verdachte
■K- terzake van moord en valschheid in ge
schrifte tot 20 jaren gevangenisstraf, en ver
dachte P. wegens medeplichtigheid aan dood
slag tot 5 jaren gevangenisstraf.
Zoowel de beide verdachten als de Officier
Van Justitie bij de Rechtbank, die aan K„ het
opzettelijk wederrechtelijk iemand van de vrij
heid berooven, hebbende dat feit den dood ten
gevolge, alsmede diefstal en valschheid in ge
schrifte, en aan P., behalve eerstgenoemd feit
°ok heling ten laste had gelegd en deswege
bun veroordeeling had gevraagd voor den tijd
van resp. zestien en vier jaren, waren van dit
Vonnis in hooger beroep gekomen.
Evenals in eerste instantie werd de verdach
te K. bijgestaan door mr. F. J. M. Nederveen
hit Roermond, en de verdachte P. door mr.
G. S. Bourlier te Den Haag.
Het Gerechtshof is als volgt samengesteld.
Jhr. mr. J. L. W. C. von Weiier, president,
ter. H. E. Cost Budde en mr. P. W. J. Bijnen,
raadheeren; mr. B. F. Boekhold, griffier; mr
A. de Visser, advocaat-generaal.
Op de tribunes zijn slechts weinig belang
stellende aanwezig.
Er zijn 21 getuigen, o. w. 5 deskundigen, op
geroepen, allen van de zijde van het O. M.
He president vraagt aan de beide verdachten
daarom zij in hooger beroep zijn gekomen.
K. antwoordt: Omdat ik niet gedaan heb
betgeen waarvoor ik veroordeeld ben.
P. antwoordt: Omdat ik onschuldig ben aan
bet feit van het vonnis.
Eerste getuige is de commissaris van politie,
de heer P. Kramer, die verklaart, het lijk van
den heer Eschauzier, met touwen gebonden in
een kist, ook met een touw om den hals, te
hebben aangetroffen in den avond van 11 Mei
bi een pakhuis aan de Westerbaenstraat no. 1
®et. heeft van de situatie foto's laten nemen
door den inspecteur Waltman.
Verdachte K., door len president in de gele
genheid gestald eenige >pmirkingen te maken,
Vraagt of de commissaris een en ander wil me-
dedeelen over het onderhoud dat hij K
bi het begin van Mei had toegestaan.
Get. Kramer verklaart, dat hij eerst Zondag
10 Mei had vernomen, dat K. werd verdacht
Van wisselvervalsching, welke zaak door zijn col-
*eSa, commissaris Paré werd behandeld. K. is
teen daarvoor gearresteerd, doch zeide van de
Verdwijning van den heer Eschauzier niets af te
Vreten.
E>e t-eer van den Heuvel, hoofd-inspecteur van
Dolitie, legt eenige verklaringen af omtrent de
s'tuatie waarin het lijk van den heer E. werd
Aangetroffen; de kleur van het gelaat was hoog-
r°od. Getuige heeft i de nabijheid van de kist
een notitieboekje van den heer E. gevonden,
Vaarin eenige aanteekeningen voorkwamen,
Vaarvan spr. zich den inhoud echter niet pre
cies herinnert. (Het boekje is ter zitting aan
wezig en wordt door get. herkend).
E»e volgende getuige, N. Harsnack, echtge-
boote van den eigenaar van het pakhuis, den
beer Bom, verklaart, dat op 8 Mei P.,
teen zij hier weder herkent bij haar is ge
feest om het pakhuis te huren.
He president vraagt thans aan dr. W. F. Hes-
tellnk, den schriftkundige een onderzoek naar
Aeii blaadje papier, dat uit het zakboekje van
ben heer E. moet zijn gescheurd. Het Hof zou
Saarne weten, of het schrift op dat blaadje
baar de meening van dr. Hesselink afkomstig
b van de hand -an den heer Eschauzier.
Hr. Hesseling zal dit met spoed onderzoeken
aa de hand van de stukken van vergelijking
geschreven door den heer E. en door verdachte
3-- en hij hoopt daaromtrent vandaag nog rap-
®°rt uit te brengen.
He heer J. M. Waltman, politie-deskundige,
beeft op het spatbord van den auto, waarmee
bet slachtoffer van de woning van Konings aan
be Prins Hendrikstraat naar het pakh'.is moet
«tin vervoerd, beschadigingen aangetroffen,
™elke door de hoeken van de kist moeten zijn
veroorzaakt. Voorts heeft hij het machine-
thrift op de door K. gebruikte kwitanties na
gegaan en vergeleken met het schrift, van de
^brijfmagjjine ten huize van K. Beide ver
bonden overeenkomstige beschadigingen in het
"Chrift
Verdachte K.: Alleen van de letter a.
Desk. Waltman: Inderdaad, zooals dat dan
in mijn rapport is toegelicht
Mr. Nederveen (verdediger van K.) vraagt
bet Hof in het bezit is van een brief van de
-A.M., die dezer dagen aan het Hof is toe
zonden, waarin overeenkomstige beschadi-
bgen van de letter a voorkomen.
Nadat de brief is opgezocht er zijn in den
atsten tijd vele brieven over deze moordzaak
bet Hof ingekomen beschouwt de heer
gen bet schrift met een loupe, om vervol
de te concludeeren, dat de a's op dezen brief
afwijkingen niet vertoonen. Mr. Nederveen
be, Verdachte overtuigen zich mede daarvan en
ainen de verklaring van den heer Waltman;
•Voegt eraan toe dat de A.T.A.M.-brief met
bik lint is geschreven.
tjgV.Abat rechercheur v. d. Mark eenige mede-
de jl?een heeft gedaan omtrent het vinden van
der welke overeenkomen met de reeds eer-
afgelegde verklaringen, wordt als deskun-
Be gehoord dr. R. R. Rochat.
Hochat heeft het lijk van den heer E.
tou®rzocht, dat werd aangetroffen met een
gr W' o.a. om den hals, waarin verschillende
kaakt®0 v°orkwamen, door dat touw veroor-
In de halshuid waren bloedingen aan-
E>e H' be kleur van het gelaat was paarsrood,
ib bood kan zijn veroorzaakt door een prop
Sbogr0 mond, of wel door het binden van het
j. dan wel door beide,
het n- ®ourlier, verdediger van P., vraagt of
is B mogelijk is, dat de prop in den mond
^bt toen het slachtoffer reeds was
- °rven.
Hr.
Rochat acht dit zeer onwaarschijnlijk.
Op een vraag van mr. Bourlier of de dood
kè.n zijn veroorzaakt door het afbinden van
den halsslagader, antwoordt dr. R. bevestigend.
Mr. Bourlier wijst erop. dat er blijkbaar geen
sporen van verweer zijn gevonden. Hij vraagt
of het mogelijk zou zijn, dat de prop na het
overlijden in den mond is gebracht.
Dr. Rochat: Theoretisch bestaat die moge
lijkheid. In het onderhavige geval acht ik het
echter zeer onwaarschijnlijk; ik heb wel de
overtuiging, dat de prop tijdens het leven van
den heer E. in diens mond is gebracht.
PresidentIemand zou b.v. 'n hartverlamming
kunnen krijgen één seconde voordat hij door
een auto wordt vermorzeld. Zou dat dan op
het slachtoffer kunnen worden aangetoond?
Dr. Rochat: Neen, waarschijnlijk niet.
Nog antwoordt spr. op een vraag van den
advocaat-generaal, dat het touw nog om den
hals zat, toen hij het lijk ten onderzoek ont
ving; het touw zat toen los, met een kruising
aan de nekzjjde.
Mr. Nederveen vraagt nader preciseering van
de doodsoorzaak, dan wel de verklaring, dat
deze niet met zekerheid is vast te stellen.
Mr. Bourlier: Er zou een derde doodsoorzaak,
thans onbekende, kunnen zijn, b.v. verstikking
door een beddekussen.
Dr. Rochat herhaalt zijn aanvankelijke ver
klaring doodsoorzaak de prop, de strop óf
beide.
Verdachte K. vertoont thans een doorsnee-
teekenlng van een menschenhoofd, waarop in
den vorm van een kegel, met de punt in den
keel, de prop is geteekend. De inhoud van
dien kegel heeft hij berekend op 136 kub. cen
timeter. Tevens haalt hij een fleschje van 136
c. M. 3 voor den dag en stopt dit zoodanig in
zijn mond, dat alleen de bodem zichtbaar
blijft. Verdachte houdt dit eenigen tijd in den
mond en concludeert daarna, dat een prop van
136 kub. centimeters in den mond niet doode-
lijk kan zijn.
Advocaat-generaal mr. De Visser: Maar wel,
wanneer het met geweld geschiedt.
De thans 16-jarige B. Visser, van beroep
„koopman", verklaart op een datum in April
op de Groenmarkt te zijn aangesproken door
iemand, die hem een kwartje gaf op voor
waarde, dat hij een brief zou brengen naar de
bank van Heldring Pierson, waar hij dan
op antwoord moest wachten en dan dit moest
terugbrengen bij genoemden heer in het Zuid-
Dr. E. C. van Rijssel. die met dr. Rochat het
sectie-onderzoek heeft verricht, verklaart om
trent de doodsoorzaak in gelijken zin als dr.
Rochat.
Rechercheur Bont is in den avond van 11
Mei met een van de inspecteurs, den heer v. d.
Heuvel, in het pakhuis geweest. In opdracht
van den heer van den Heuvel heeft hij den
doek en de lus op het hoofd van het slacht
offer verwijderd. De prop zat nog in den
mond. Men kon den doek een eind omhoog
trekken zonder het touw te verwijderen.
Getuige herkent een touw van 98 cM.
lengte en ongeveer 2/3 chf. dikte als het touw,
dat om den doek heen lag.
Mr. Bourlier meent, dat het een veel dunner
touwtje moet zijn geweest, omdat aan het dik
kere touw, ter zitting aanwezig, bloed zit, ter
wijl getuige zegt, geen bloed te hebben waar
genomen.
Wanneer spr. met het dikkere touw een
stropdemonstratie wil maken, wordt dit hem
door mr. Nederveen, verdediger van verdachte
K., belet met de opmerking: „Dat behoeft
nie'I"
Op vragen van mr. Nederveen antwoordt re
chercheur Bont, dat hij K. heeft gefouilleerd,
waarbij o.a. een beursje voor den dag is
gekomen.
Verdachte K. zegt. 's ochtends te zijn inge
sloten, na, zooals gebruikelijk te zijn gefouil
leerd, doch van een beursje was toen geen
sprake, 's Middags, dus na de fouilleering, is
hij bij commissaris Paré geroepen in verband
met de vervalsching van een wissel. Toen pas
is een beursje voor den dag gehaald.
Commissaris Kramer acht dit verklaarbaar.
Des ochtends was alleen de kwestie van weder
rechtelijke vrijheidsberooving of menschenroof
aan de orde. Dan doen voorwerpen als rin
getjes of beursjes minder ter zake, doch wel
portefeuilles met brieven, e.d. Eerst in den
middag bleek spr., dat wisselvervalsching in
het spel was, welke zaak in behandeling was
bij zijn collega Paré.
Hierna wordt tot twee uur pauze gehouden.
Na de pauze wordt eerst gehoord de 32-
jarige chauffeur G. H. van Keulen, die op 9
Mei des middags pl. m. 2 uur met een taxi op
het Buitenhof stond, toen twee heeren bij hem
kwamen, van wie de oudste zeide, dat hij hen
naar een perceel aan de Prins Hendrikstraat
100 moest rijden. De oudste heer bleek later
de heer Eschauzier te zijn geweest. Getuige
herkent in den ander den verdachte P.
Hollandsch Koffiehuis. Getuige heeft kort
daarna, toen hij bij de politie moest komen,
K. herkend als den heer, die hem op de Groen
markt de opdracht had gegeven. Het kwartje
ontving hij uit een portemonnaie, die hij later
op het politiebureau herkende.
De heer K. Th. Lammerts, directeur van de
distilleerderij en azijnfabriek „De Ooievaar"
verklaart, dat K. bij hem in dienst was en dat
hij zich op 15 April had ziek gemeld. Ook op
29" April was K. afwezig. Verdachte P. was des
tijds eveneens bij hem in dienst, doch had vóór
April z^n ontslag gekregen wegens een onbe
trouwbaarheid, t.w. een achtergehouden briefje
van 10.
Verdachte P. licht dit toe,hij had inderdaad
een post vergeten te boeken, doch dit zou den
volgenden morgen in orde zijn gebracht. Van
oneerlijkheid is nooit eenige sprake geweest.
Spr. was hoogst verwonderd toen hij later ver
nam, dat oneerlijkheid de aanleiding zou zijn
geweest. Na zijn ontslag is verdachte nog
twee weken de kas blijven waarnemen.
Getuige: Twee dagen, en een vrije week om
'n andere betrekking te zoeken, maar toen was
P. niet meer in functie.
Mr. Nederveen: Hoe groot was het salaris
van K.?
Get. Lammerts: Twintig gulden per week.
De hoofdinspecteur van politie J. L. Halsteyn
trof op 15 April in het bureau Prinsestraat den
jongen Visser aan, die een kwitantie bij zich
had, welke vermoedelijk valsch was. Get. heeft
deze kwitantie, waarop de bank van Heldring
Pierson was vermeld, in beslag genomen,
zoomede een fleschje met een vulpenhouder
ten huize van K., dien hij met den penhouder
heeft laten schrijven. De jongen Visser herken
de K. als dengene, die hem den brief had ge
geven. K. stond toen in de gang tusschen
twee rechercheurs in, en getuige met den jon
gen op de trap.
De President: (tot den heer Halsteyn): Hebt
u den jongen den verdachte K. aangewezen,
of hebt u den jongen laten kiezen uit een rij
personen?
Get. Halsteyn: Het is mogelijk dat ik ge
vraagd heb: Is dat degene, die je op de Groen
markt heef" aangesproken.
Mr. Cost Budde (raadsheer): Wanneer u als
gewoonte aanneemt, dat u laat kiezen uit een
rij personen, dan is de waarborg toch veel
grooter.
Getuige Halsteyn beaamt dit.
Rechercheur J. Boekhout verklaart even
eens, dat de jongen den verd. K. op het poli
tiebureau heeft herkend in verband met de
wisselaffaire.
Toen aan Visser de portemonnaie werd ge
toond, had V. daarvan reeds een beschrijving
gegeven, die met de werkelijkheid klopte.
Verdachte K.: Dat staat niet in het proces
verbaal. Wèl, dat Visser de portemonnaie her
kende, nadat men hem dit voorwerp als zoo
danig had getoond.
Getuige Boekhout: Ik wist aanvankelijk van
het bestaan van een portemonnaie in dit ver
band niet af.
Getuige Bont zegt, dat hij aanvankelijk
alleen den verdachte K. op last van commis
saris Kramer heeft gefouilleerd, en later deed
hij dat tezamen met rechercheur Boekhout op
last van commissaris Paré.
Dr. Hesselink, schriftkundige, verklaart thans,
dat het blaadje papier dat uit het boekje van
den heer Eschauzier was gescheurd, een hand
schrift van den heer E. zelf bevat. Het mist
de kenmerken van namaak, het is volkomen
vlot geschreven en het vertoont alle eigen
schappen van het handschrift van den heer
Eschauzier.
(Verdachte K. snikt).
De heer P. Eschauzier, een broer van het
slachtoffer verklaarde, dat het bewuste zak
boekje van zijn broer afkomstig was. Het
schrift op het meergenoemde briefje lijkt vol
gens spr. zeer veel op dat van zijn broer.
De President leest hierop het bedoelde
hieronder door ons gepubliceerde briefje
voor.
Getuige Eschauzier acht den stijl niet dien
van zijn broer. De handteekening is sterk ge
lijkend, doch het kleine schrift kan get. niet
herkennen.
Getuige Bom, de eigenaar van het pakhuis
aan de Westerbaenstraat, geeft eenige inlich
tingen omtrent het vinden van het lijk in den
avond van 11 Mei, toen getuige toevallig het
pakhuis even binnenging.
Getuige J. Wiechers, horlogemaker, verklaart
dat P. op 8 Mei bij hem is gekomen om een
kist te koopen en dat K. den volgenden dag de
Den Haag, 18 Mei '32.
Het is den communist Wijnkoop door de
Kamer niet toegestaan den Minister van Kolo
niën te interpelleeren over voedselvoorziening
vraagstukken in Nederlandsch-Indië. Dit al
meermalen met het pathos, waarover een aan
hanger van Moskou voor dergelijke gevallen be
schikt, uitgebuite object komt vanzelf aan de
orde, zoodra de Kamer de onlangs ingediende
Indische suppletoire begrooting behandelt. En
voorzitter van Schaïk zag dan ook geheel de
Kamer minus natuurlijk de communisten zijn
voorstel, om deze interpellatie niet toe te staan,
steunen. Men is het er algemeen over eens, dat
deze zaak van groot gewicht is en zeer urgent,
maar het heeft niets geen zin, terwijl spoedig
een gelegenheid bestaat, om deze kwestie te be
handelen, nog eens een extra gelegenheid te
gaan scheppen in een tijd, waarin de Kamer
met de noodige efficiency iedere minuut benut
ten moet.
Ds. Lingbeek is dan eindelijk door een der
ondersten van de lijst der Hervormde Gerefor
meerde Staatspartij opgevolgd. Op de plaats
van den predikant met den oud-testamentischen
baard zetelt thans de heer B. G. Peereboom,
een luitenant, wien al wat martiaal is, althans
in zijn uiterlijk, vreemd is en wiens leeftijd oor
zaak was. dat de Kamerleden, zoodra de aan
vaarding van het mandaat door den heer Peere
boom bekend werd, mr. van Hellenberg Hubar
de Genestet's bekende regels: „Dra ben je nu
niet meer Benjamin" in het oor fluisterden.
Minister Verschuur is, naar hij dezen middag
meedeelde, de vorige week in tamelijk wrevelige
stemming zijn Pinksterweekend ingegaan; de
Kamer had hem met hare houding tegenover
de thans bij haar om goedkeuring in behande
ling zijnde contingenteeringsontwerpen ietwat
kregelig gemaakt. We veronderstellen, dat de
bewindsman tijdens de Pinksterdagen hi)
woonde o.a. het prachtige Graalspel in het Sta
dion te Amsterdam by wel weer wat zal zijn
by getrokken. Maar hedenmiddag trok dr. Kor-
tenhorst, al stelde hy dan voorop, dat het niet
tegen dezen minister persooniyk ging, weer zóó
van leer tegen de „zonderlinge visie" van de
Regeering op de levensbelangen van het land,
tegen „het défaitistisch beleid van sommige
departementen", tegen ,,de by na volkomen mis
kenning van wat krachtens de Crisisinvoerwet
had behooren te geschieden", dat de bui van
het einde der vorige week weer kwam opzetten
en Minister Verschuur de Kamer eens kort
maar krachtig aan het verstand bracht, dat hy
van haar toch wel wat meer redeiykheid ver
wacht had.
De groote grief van den bewindsman is, dat
men, schichtig gemaakt door allerlei adressen
en klachten van bepaalde groepen betrokkenen,
eenvoudig geen acht meer slaat op het goed,
dat door de reeds genomen maatregelen is be
reikt. Men verliest zich in allerlei détails, die
in het groote geheel eigeniyk pietluttigheden
zyn, en men spreekt geen woord over het ver
heugende feit, dat in sommige op deze wüze
geholpen bedryven de geweldige daling van de
tewerkgestelde arbeiders reeds is opgevangen, ja,
hun aantal soms al weer met 10 20pCt. is
toegenomen. De een dringt aan op coulance by
de uitvoering der Crisisinvoerwet en komt
thans, nu die coulance betracht wordt, klagen
over de vertraging, die eruit voortvloeit. De an
der staat, terwyi hy steeds waarschuwde, matig
te zijn met het gebruik, dat van de Crisisinvoer
wet zou worden gemaakt, thans weer met de
conclusie klaar, er maar mee uit te scheiden,
als dank zii de aanvankelijk aanbevolen matig-
kist per auto is komen halen. De kist was
groot en kon slechts met moeite in den auto
worden geplaatst.
Get. mej. Baden, wonende tegenover het
perceel waar het misdrüf is geschied, heeft ge
zien, dat daar op 9 Mei een kist werd ge
transporteerd per auto.
Get. Th. J. Mulder, kantoorbediende by Hel
dring Pierson heeft den jongen met een
kwitantie op naam van den heer Eschauzier
bij zich gehad aan het loket, doch daar hy de
zaak niet vertrouwde, heeft hij den jongen
teruggestuurd en in overleg met zyn chef de
politie gewaarschuwd.
De heer W. J. Pabst. die secretaris van den
heer Eschauzier was, geeft eenige inlichtingen
omtrent diens financieele relaties en omtrent
diens handschrift en gewoonten.
Ten slotte wordt verdachte K. nader onder
vraagd. Op vragen van den president zegt hy
met den heer Eschauzier een handelsrelatie te
hebben gehad naar aanleiding van een uit
vinding van hem, K., waarvoor deze 100.000
van den heer E. te vorderen zou hebben. Daar
de heer E. deze vordering niet voldeed, zou
K. hem hebben willen dwingen. Reeds eerder
was getracht hem daartoe te bedwelmen, om
hem dan een schuldbekentenis te laten teeke
nen. Daarna kwam het plan om hem op 9 Mei
af te persen. Dit zou in het pakhuis moeten
hebben geschieden.
President: Waarom niet op uw kamer?
Verdachte K.: Dat zou slechts tot 5 uur mo
gelyk zyn geweest, want daarna zou men by
my thuis wel komen vragen, waar de heer E.
bleef. Dit is trouwens ook gebeurd.
President: Het was dan toch wel 'n heel
vreemde methode.
Waarom bent u niet meegegaan om den heer
E. te halen?
Verdachte K.: Ik had een verstuikte voet.
President: Toen de heer E. eenmaal by u
binnen was, is er toen een verklaring voorge
lezen?
Verdachte K.: Omtrent de op te richten N.V.
President: P. was daarby aanwezig. Kenden
de heer E. en P. elkaar?
K.: Neen, alleen van den autorit van dien
middag.
President: Heeft de heer E. toen gezegd: Als
ik morgen dood ben kryg je niets?
Verdachte K.: Inderdaad. Dat heeft P. on-
afhankelyk van my eveneens verklaard.
President: Toen de heer E. niet toeschiete-
lyk bleek, hebt u hem toen gebonden en een
prop in den mond gedaan?
Verdachte K.: Dat hebben wU, P. en ik. te
zamen gedaan en daarna den heer E. in bed
gelegd. Ik heb den doek met vlekkenwater in
den mond van den heer E. gestopt en zou
daarop een kist gaan halen.
President: En toen hebt u P. opgedragen de
wacht te houden en een slag te geven als
de heer E. zich zou bewegen?
Verdachte K.: Ja, maar niet te hard. Daarop
ben ik de kist gaan halen, waarna wy den heer
E. in de kist hebben geborgen en naar het
pakhuis overgebracht.
President: En toen bent u kalm 'n glaasje
bier gaan drinken, inkt gaan halen, den auto
gaan terugbrengen, enz.? Als men dat met u
ook eens had gedaan. Jammer genoeg mag dat
niet gebeuren!
U hebt dus den heer E. maar aan zijh lot
overgelaten?
Verdachte K.: Ik dacht niet anders, dan dat
P. voor hem zou zorgen. Toen ik gezocht werd
door de politie voor de financieele aangelegen
heid, ben ik naar de politie gegaan, na P. te
hebben verzocht voor den heer E. te zorgen.
Mr. de Visser: Waarom bent u Zondag niet
naar het pakhuis teruggegaan? U had P. op
gedragen een advertentie te plaatsen om te
zeggen, dat alles in orde was.
Verdachte K.: Inderdaad, en ik ben niet
naar het pakhuis teruggegaan, omdat ik den
sleutel ervan niet had. P. had den sleutel van
my ontvangen en zou voor de noodige leeftocht
van den heer E. zorgen, nadat hy hem zou
hebben losgemaakt.
Verdachte P. verklaart nog, dat dubbel touw
werd gebruikt, omdat dit niet zoo in de huid
zou snijden als enkel touw.
In „Central" is verdachte by den heer E.
geweest, waar hy zich aan den heer E. be
kend maakte als vriend van K.. met het ver
zoek te willen meegaan naar diens kamer.
Aanvankelyk vond de heer E, die erkende, geld
schuldig te zyn aan K. maar dit op zyn
wyze met hem te zullen verrekenen dit
meegaan niet prettig, maar ten slotte stemde
hy erin toe. Toen de heer E. na den rit boven
was, hebben K. en verdachte hem na een ge
sprek over de geldaangelegenheid, den heer E.
vastgegrepen, volgens afspraak en in opdracht
van K. Plotseling nam verdachte een sterke
aetherlucht waar. Nadat de heer E. op bed
was gelegd en K. teruggekeerd, is de heer E.
door hen beiden in een kist gedragen en per
auto naar het pakhuis overgebracht. Ik
vreesde, dat de heer E. al dood was.
Mr. De Visser: Waarom bent '1 dan toch
nog papier gaan koopen?
Verdachte P.: Ik wist niet, waarvoor K. dat
noodig had.
Mr. De Visser: En verder zyn jullie biertjes
gaan drinken en „boodschappen" gaan doen.
Te ruim kwart over vijf deelt de President
mede. dat de verdere behandeling zal worden
geschorst tot morgenochtend 10 uur.
Mr. Nederveen zou in de gelegenheid willen
zijn, alsnog den veldwachter te hooren, die ge
tuige is geweest by het onderzoek naar het
briefje. Verder vraagt spr. schorsing van de
behandeling voor langeren termyn, tenzy het
Hof de echtheid van het door pleiter overge
legde briefje aanneemt, zooals dat door dr.
Hesselink is verklaard.
Het Hof begeeft zich in raadkamer.
Na twintig minuten raadkamer deelt de
President mede, dat het Hof een nader onder
zoek naar de echtheid van het blaadje papier
gelast en daartoe de stukken in handen van
den rechter-commissaris stelt.
Te 5.35 wordt de zitting gesloten.
De behandeling der zaak zal op nader te be
palen datum worden voortgezet.
Naar wy, in verband met de behandeling
van de rechtzaak Eschauzier vernemen, moet
het briefje, gescheurd uit de agenda van den
heer E. en gevonden in een oud pak van ver
dachte K. als volgt luiden:
„Best K. Conform afspraak zou je heden
avond thuis biyven. Ik heb dan ook geruimen
tyd hier op je gewacht, doch je bleef onzicht
baar en dat nog wel op onze eerste conferentie
iri 1931. Je begrypt dat gaat my verdomd er
geren. Memoreer toch, dat ik je honderddui
zend gulden schuldig ben en dat ik uit dien
hoofde mag verwachten, dat je my met meer
voorkomendheid en respect behandelt. Ik ben
morgenavond terzelfder tyd hier.
(w.g. W. ESCHAUZIER).
Liefst 4 dagen had je noodig om myn laat-
sten brief te beantwoorden. Loe tida bisamen-
jaoet lebih lekas binatang! (in haast)."
SOERABAJA, 17 Mei. (Aneta.) Op den weg
van Soerabaja naar Grissee hebben drie auto's
een wilde race gehouden, met het gevolg dat
één wagen tegen een boom optornde en een
andere wagen over den kop sloeg. Het ongeluk
eischte zeven slachtoffers, waarvan er twee
gedood werden en vyf gewond.
De vierde kamer van 't Haagsche Gerechtshof
wees Woensdag arrest in de zaak tegen den
28-jarigen landbouwer C. S., uit Woerden, die
door de Rechtbank te Dordrecht op 23 Januari
j.l. is veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf
wegens doodslag, gepleegd op notaris Courrech
Staal te Gorinchem. Overeenkomstig den eisch
van den advocaat-generaal heeft het Hof het
vonnis van de Dordtsche Rechtbank bevestigd.
heid by de contingenteering de maatregelen
slechts een zeer klein percentage van den
totaal-invoer blyken te treffen. De: derde, die
weer hamerde op snelheid by het treffen der
maatregelen, komt weer met de klacht, dat er
gebreken zyn in de voorbereiding, hoewel die
voorbereiding volgens den Minister zóó secuur,
zóó hyper-Nederlandsch plaats heeft, dat eigen
iyk de gevraagde snelheid van het proces er
door in het gedrang komt.
En zoo gaat het door. Het biykt wel, dat de
Kamer een gebruik maakt van haar goed-
keuringsrecht, dat allerminst klopt met de
groote lijn, waarlangs zy zich daarby bewegen
moest. Hiertegen heeft Minister Verschuur te
recht zoo groot bezwaar, dat hii de amende
menten, die op de percentages willen gaan af
dingen, onaannemelyk verklaarde. Hy is zich
zóózeer bewust, dat hy van de hem gegeven
bevoegdheid een zeer matig gebruik maakt, dat
hy meent, een blyk van vertrouwen van de
Kaber te mogen vergen.
Trouwens de Kamer is voor de uitwerking in
finesses van de regeling allerminst een geschikt
college. Wanneer men ziet, dat de deskundige
commissie-Spanjaard de verschillende maat
regelen zeer grondig bestudeert en toetst aan
den invloed, dien zy op andere bedryfstakken
zullen uitoefenen, dan moet men den bewinds
man toegeven, dat hy niet kan toelaten, dat
op initiatief van een of ander uit den aard der
zaak veel eenzydiger voorgelicht Kamerlid een
wyziging in de ontworpen maatregelen wordt
aangebracht.
Dit sluit allerminst in want dit verwyt zal
hem natuuriyk wel weer treffen dat de Mi
nister een buitengewoon strakke houding aan
neemt. Hy is b.v. na het debat bereid, op ideeën
van mej. Katz en den heer IJzerman in te
gaan en zoodra mogelyk tot vergrooting van het
contingent van bepaalde soorten damescon-
fectie- en leeren schoeisel over te gaan. Wat dit
laats» artikel betreft, moet dan eerst de groote
voorraad tengevolge van den zeer overmatlgen
invoer in het verleden verwerkt zyn.
Ten aanzien van het denkbeeld van dr. Coiyn,
om voortaan alleen by contingenteeringsbeslui-
ten, die verder gaan dan handhaving van den
status quo, de goedkeuring van de Kamer te
eischen, heeft Minister Verschuur opgemerkt,
dat onmogelyk uit de feiten is af te lezen, wat
in een bepaald geval eigeniyk onder den status
quo te verstaan valt. Het ligt er maar heelemaal
aan we schreven dit verleden week reeds
welke basisjaren men tot grondslag van zyn
redeneering neemt. Ook de Minister stelde vast,
dat handhaving van den status quo in bepaalde
gevallen tot een ruïne voor den betrokken be-
dryfstak leiden kan.
Thans volgt de Regeering dit systeem, dat zy
met inachtneming van de tegenwoordige koop
kracht, invoer en uitvoer zoekt naar een rege
ling, die zooveel mogelyk de vroegere verhou
ding tusschen binnenlandsche en buitenlandsche
productie benadert.
Dr. Kortenhorst, die heden weder verdedigde:
ingrypen over de geheele linie en dan later
zien, waar de contingenteering tegen buiten
landsche concessies getemperd kan worden,
heeft de Minister geantwoord, dat zyn systeem
neerkomt op een ingrypen in het blinde weg,
hetwelk ons kleine landje, dat nu eenmaal
tegenover de andere groote landen de noodige
voorzichtigheid in acht moet nemen, meer scha
den dan baten zal. Déér juist wringt de schoen,
dat onze levensbelangen, waarmede de Regee
ring ondanks haar „zonderlinge visie" dageiyks
met zorg zich bezighoudt, voor zoo'n belangryk
deel in de handen van buitenlandsche regeerin
gen rusten.
Om deze reden heeft de Minister ook bezwaar
tegen het denkbeeld, om de postpakketten tot
een waarde van 40 óók onder de contingen
teering te doen vallen. Dr. Kortenhorst, van
wien dit denkbeeld eerder te verwachten is dan
van de vryhandelaars, die bly moesten zyn met
zulk een achterdeurtje, doch niettemin sputter
den, kwam zelfs met een motie. De Minister stelt
zich op het standpunt, dat deze postpakket
zendingen met confectie-artikelen rechtstreeks
van den buitenlandschen fabrikant aan parti
culieren hier te lande reeds generaties lang
practyk zyn en dat het buitenland op dit stuk
even gevoelig is als wy b.v. ten opzichte van de
kaas. Intusschen zyn hier al verschillende mis
bruiken weggenomen en zal men aan de grens
in dezen trant verder gaan.
By de artikelsgewyze behandeling van de
verschillende ontwerpen werden successieveiyk
alle amendementen ingetrokken. Alleen resteert
een amendement-v. Hellenberg Hubar op de
contingenteering van de confectie, dat echter op
's Ministers aandrang verschillende wyzigingen
onderging. Morgen, wanneer de diverse stem
mingen plaats hebben, komen we hierop terug.
Woensdagavond zou de communistische party
afdeeling Holland een politieke vergadering be
leggen in „Ons Huis" te Utrecht. In verband
hiermede werden Woensdag ongeveer dertig
personen gearresteerd, mannen, vrouwen en
kinderen, allen Duitschers, die door Hollandsche
communisten over de grens gesmokkeld waren,
daar vryvwl niemand een pas by zich had. De
Duitschers zyn naar het politiebureau overge
bracht. Een onderzoek wordt ingesteld. Men
neemt aan, dat de vreemdelingen in auto's de
grens zyn overgekomen.
Het Haagsche Gerechtshof heeft Woensdag
uitspraak gedaan in de zaak tegen den gewezen
directeur der N.V. Vereenigde bakkerijen al
daar H. Ph. Z., die door de Haagsche Recht
bank is veroordeeld tot een jaar gevangenis
straf ter zake van verduistering van een be
drag van f 9000 ten nadeele van genoemde
Vennootschap.
Door den Officier van justitie was in eerst<
instantie, mede wegens het doen van valsch
aangifte, tegen Z. 2 *4 jaar geëischt.
Het Hof heeft met eenparigheid van stem
men, beide feiten bewezen verklaard, d*cli
rekening houdend met de antecedenten var
verdachte, alsmede met de omstandigheid, da'
de schade geheel is vergoed, veroo'-'^irfo
tot zes maanden gevangenisstraf.
Woensdagavond ongeveer 7 uur pleegde 1
17-jarige Jansen uit Oud-Gastel in een cai
aan den Kalsdonkschenweg te Roosendaal eei.
moordaanslag op zyn ongeveer zestigjarigen
blinden vader. De jongeman had eenigen tyd
met zyn vader in het café zitten praten. Toen
de oude man weer weggevoerd zou worden en
zich omdraaide greep de jongen een nieuw
dolkmes en bracht daarmede zyn vader tus
schen de schouderbladen een tweetal en in de
nierstreek een steek toe. De oude man viel oj
den grond.
Dr. van Turnhout verleende de eerste ge
neeskundige hulp. waarna het slachtoffer, da
er zeer ernstig aan toe is men vreest dat d<
longen geraakt zyn naar het Charitaszieken
huis werd overgebracht.
De dader vluchtte uit het café de straat op
achtervolgd door de dochter van den café
houder. In een der aangrenzende straten kwam
zy op de achtervolging haar verloofde tegen
die zyn fiets voor den vluchteling wierp. Dezt
struikelde en kon daarop aan de politie worde:
overgeleverd.
Omtrent het motief van den moordaanslag
vermoedt men, dat huiselyke oneenighedei
tusschen de kinderen van den ouden mai
eenerzyds en den ouden man anderzyds aan
leiding tot den daad van den 17-jarigen jonge
zyn geweest.
Woensdagmiddag half zes werd een lyk dry
vende gevonden op het kruispunt van het nieu
we Strypsche Kanaal en het Julianakanaal nabij
Best. Door de politie te Best werd het lyk geïden
tificeerd als dat van C. de B., den vermoedehjken
moordenaar van zyn verloofde, welk drama 10
Mei j.L te Eindhoven heeft plaats gehad. Op
het lyk werd een blauwe sjaal en een flesch-
opener gevonden. Het lyk is naar Best en later
naar Eindhoven overgebracht.
Woensdagmiddag ongeveer half vier is aan
den Fruitweg te s Gravenhage een negenja
rige jongen Koene C., wonende Kreughel-
straat 292, door een trein overreden en gedood.
De Eerste Hulpdienst heeft het stoffelyk over
schot naar het gemeentelyk ziekenhuis aan den
Zuidwal aldaar gebracht.
BATAVIA, 17 Mei (Aneta) De Justitie heeft
een onderzoek ingesteld naar aanleiding van
het faillissement van Oen Hok Hwa. Daarby
is gebleken dat voor 112.000 valsche accepten
aanwezig waren. Voorts is gebleken dat valsch
heid gepleegd is in de boeken en manoeuvres
hebben plaats gehad met kisten manufactu
ren.