de moord op den heer eschauzier Mr. Verschuur wil redelijkheid Lugubere vondst in een pakhuis COMMUNISTISCHE PROPAGANDA Massa-arrestatie te Utrecht Schade vergoed Ontaarde zoon Schichtige Kamer leden DONDERDAG 19 MEI Verdachten gehoord Techniker en kantoorbediende in hooger beroep voor 't Haagsche Gerechtshof Het getuigenverhoor De lugubere kist De doodsoorzaak Experimenteeren VAN HET BINNENHOF Debatten over de contingen- teeringsontwerpen Waar de schoen wringt De opvolger van Ds. Lingbeek Pietluttigheden Verdachte K. ondervraagd Verklaringen van verd. P. Verdere behandeling geschorst Inhoud geheimzinnig briefje ROEKELOOZE RACE Auto tegen een boom geslagen een andere over den kop geslagen Drie dooden, vijf gewonden. MOORD TE GORCUM Landbouwersknecht wederom tot vijftien jaren gevangenisstraf veroordeeld Uitspraak van het Haagsche Hof Eenzijdige voorlichting De idee van dr. Colyn Het systeem van dr. Kortenhorst Amendementen ingetrokken Het werd half acht. „Hamerstukjes"i Ongewenschte vreem delingen De gefingeerde roofoverval in het kantoor der Vereenigde Bak kerijen te 'sGravenhage Directeur krijgt zes maanden Moordaanslag op zijn blinden vader DRAMA EINDHOVEN Lijk van den verloofde gevonden DOOR EEN TREIN GEGREPEN Op slag gedood KNOEIERIJ BIJ EEN FAILLISSEMENT Voor 120.000 valsche accepten Voor de vierde kamer van 't Gerechtshof te s Gravenhage werd Woensdag in hooger beroep behandeld de zaak tegen de beide verdachten Van den moord op den heer W. G. J. Eschau- Ster, directeur der Indische Suikerunie, in den hamiddag van Zaterdag 9 Mei 1931 te 's-Gra- Venhage, wiens lijk na het plegen van de mis daad door de verdachten in een kist werd ge borgen en naar een pakhuis aan de Wester- baenstraat te 's-Gravenhage werd gevoerd, waar bet den daarop volgenden Maandagavond door den pakhuisverhuurder Bon werd ontdekt. Verdachten zijn de 32-jarige techniker J. A. H. K. en de 22-jarige kantoorbediende J. G- W. P., die door de Haagsche rechtbank op ?0 Februari j.l. werden veroordeeld: verdachte ■K- terzake van moord en valschheid in ge schrifte tot 20 jaren gevangenisstraf, en ver dachte P. wegens medeplichtigheid aan dood slag tot 5 jaren gevangenisstraf. Zoowel de beide verdachten als de Officier Van Justitie bij de Rechtbank, die aan K„ het opzettelijk wederrechtelijk iemand van de vrij heid berooven, hebbende dat feit den dood ten gevolge, alsmede diefstal en valschheid in ge schrifte, en aan P., behalve eerstgenoemd feit °ok heling ten laste had gelegd en deswege bun veroordeeling had gevraagd voor den tijd van resp. zestien en vier jaren, waren van dit Vonnis in hooger beroep gekomen. Evenals in eerste instantie werd de verdach te K. bijgestaan door mr. F. J. M. Nederveen hit Roermond, en de verdachte P. door mr. G. S. Bourlier te Den Haag. Het Gerechtshof is als volgt samengesteld. Jhr. mr. J. L. W. C. von Weiier, president, ter. H. E. Cost Budde en mr. P. W. J. Bijnen, raadheeren; mr. B. F. Boekhold, griffier; mr A. de Visser, advocaat-generaal. Op de tribunes zijn slechts weinig belang stellende aanwezig. Er zijn 21 getuigen, o. w. 5 deskundigen, op geroepen, allen van de zijde van het O. M. He president vraagt aan de beide verdachten daarom zij in hooger beroep zijn gekomen. K. antwoordt: Omdat ik niet gedaan heb betgeen waarvoor ik veroordeeld ben. P. antwoordt: Omdat ik onschuldig ben aan bet feit van het vonnis. Eerste getuige is de commissaris van politie, de heer P. Kramer, die verklaart, het lijk van den heer Eschauzier, met touwen gebonden in een kist, ook met een touw om den hals, te hebben aangetroffen in den avond van 11 Mei bi een pakhuis aan de Westerbaenstraat no. 1 ®et. heeft van de situatie foto's laten nemen door den inspecteur Waltman. Verdachte K., door len president in de gele genheid gestald eenige >pmirkingen te maken, Vraagt of de commissaris een en ander wil me- dedeelen over het onderhoud dat hij K bi het begin van Mei had toegestaan. Get. Kramer verklaart, dat hij eerst Zondag 10 Mei had vernomen, dat K. werd verdacht Van wisselvervalsching, welke zaak door zijn col- *eSa, commissaris Paré werd behandeld. K. is teen daarvoor gearresteerd, doch zeide van de Verdwijning van den heer Eschauzier niets af te Vreten. E>e t-eer van den Heuvel, hoofd-inspecteur van Dolitie, legt eenige verklaringen af omtrent de s'tuatie waarin het lijk van den heer E. werd Aangetroffen; de kleur van het gelaat was hoog- r°od. Getuige heeft i de nabijheid van de kist een notitieboekje van den heer E. gevonden, Vaarin eenige aanteekeningen voorkwamen, Vaarvan spr. zich den inhoud echter niet pre cies herinnert. (Het boekje is ter zitting aan wezig en wordt door get. herkend). E»e volgende getuige, N. Harsnack, echtge- boote van den eigenaar van het pakhuis, den beer Bom, verklaart, dat op 8 Mei P., teen zij hier weder herkent bij haar is ge feest om het pakhuis te huren. He president vraagt thans aan dr. W. F. Hes- tellnk, den schriftkundige een onderzoek naar Aeii blaadje papier, dat uit het zakboekje van ben heer E. moet zijn gescheurd. Het Hof zou Saarne weten, of het schrift op dat blaadje baar de meening van dr. Hesselink afkomstig b van de hand -an den heer Eschauzier. Hr. Hesseling zal dit met spoed onderzoeken aa de hand van de stukken van vergelijking geschreven door den heer E. en door verdachte 3-- en hij hoopt daaromtrent vandaag nog rap- ®°rt uit te brengen. He heer J. M. Waltman, politie-deskundige, beeft op het spatbord van den auto, waarmee bet slachtoffer van de woning van Konings aan be Prins Hendrikstraat naar het pakh'.is moet «tin vervoerd, beschadigingen aangetroffen, ™elke door de hoeken van de kist moeten zijn veroorzaakt. Voorts heeft hij het machine- thrift op de door K. gebruikte kwitanties na gegaan en vergeleken met het schrift, van de ^brijfmagjjine ten huize van K. Beide ver bonden overeenkomstige beschadigingen in het "Chrift Verdachte K.: Alleen van de letter a. Desk. Waltman: Inderdaad, zooals dat dan in mijn rapport is toegelicht Mr. Nederveen (verdediger van K.) vraagt bet Hof in het bezit is van een brief van de -A.M., die dezer dagen aan het Hof is toe zonden, waarin overeenkomstige beschadi- bgen van de letter a voorkomen. Nadat de brief is opgezocht er zijn in den atsten tijd vele brieven over deze moordzaak bet Hof ingekomen beschouwt de heer gen bet schrift met een loupe, om vervol de te concludeeren, dat de a's op dezen brief afwijkingen niet vertoonen. Mr. Nederveen be, Verdachte overtuigen zich mede daarvan en ainen de verklaring van den heer Waltman; •Voegt eraan toe dat de A.T.A.M.-brief met bik lint is geschreven. tjgV.Abat rechercheur v. d. Mark eenige mede- de jl?een heeft gedaan omtrent het vinden van der welke overeenkomen met de reeds eer- afgelegde verklaringen, wordt als deskun- Be gehoord dr. R. R. Rochat. Hochat heeft het lijk van den heer E. tou®rzocht, dat werd aangetroffen met een gr W' o.a. om den hals, waarin verschillende kaakt®0 v°orkwamen, door dat touw veroor- In de halshuid waren bloedingen aan- E>e H' be kleur van het gelaat was paarsrood, ib bood kan zijn veroorzaakt door een prop Sbogr0 mond, of wel door het binden van het j. dan wel door beide, het n- ®ourlier, verdediger van P., vraagt of is B mogelijk is, dat de prop in den mond ^bt toen het slachtoffer reeds was - °rven. Hr. Rochat acht dit zeer onwaarschijnlijk. Op een vraag van mr. Bourlier of de dood kè.n zijn veroorzaakt door het afbinden van den halsslagader, antwoordt dr. R. bevestigend. Mr. Bourlier wijst erop. dat er blijkbaar geen sporen van verweer zijn gevonden. Hij vraagt of het mogelijk zou zijn, dat de prop na het overlijden in den mond is gebracht. Dr. Rochat: Theoretisch bestaat die moge lijkheid. In het onderhavige geval acht ik het echter zeer onwaarschijnlijk; ik heb wel de overtuiging, dat de prop tijdens het leven van den heer E. in diens mond is gebracht. PresidentIemand zou b.v. 'n hartverlamming kunnen krijgen één seconde voordat hij door een auto wordt vermorzeld. Zou dat dan op het slachtoffer kunnen worden aangetoond? Dr. Rochat: Neen, waarschijnlijk niet. Nog antwoordt spr. op een vraag van den advocaat-generaal, dat het touw nog om den hals zat, toen hij het lijk ten onderzoek ont ving; het touw zat toen los, met een kruising aan de nekzjjde. Mr. Nederveen vraagt nader preciseering van de doodsoorzaak, dan wel de verklaring, dat deze niet met zekerheid is vast te stellen. Mr. Bourlier: Er zou een derde doodsoorzaak, thans onbekende, kunnen zijn, b.v. verstikking door een beddekussen. Dr. Rochat herhaalt zijn aanvankelijke ver klaring doodsoorzaak de prop, de strop óf beide. Verdachte K. vertoont thans een doorsnee- teekenlng van een menschenhoofd, waarop in den vorm van een kegel, met de punt in den keel, de prop is geteekend. De inhoud van dien kegel heeft hij berekend op 136 kub. cen timeter. Tevens haalt hij een fleschje van 136 c. M. 3 voor den dag en stopt dit zoodanig in zijn mond, dat alleen de bodem zichtbaar blijft. Verdachte houdt dit eenigen tijd in den mond en concludeert daarna, dat een prop van 136 kub. centimeters in den mond niet doode- lijk kan zijn. Advocaat-generaal mr. De Visser: Maar wel, wanneer het met geweld geschiedt. De thans 16-jarige B. Visser, van beroep „koopman", verklaart op een datum in April op de Groenmarkt te zijn aangesproken door iemand, die hem een kwartje gaf op voor waarde, dat hij een brief zou brengen naar de bank van Heldring Pierson, waar hij dan op antwoord moest wachten en dan dit moest terugbrengen bij genoemden heer in het Zuid- Dr. E. C. van Rijssel. die met dr. Rochat het sectie-onderzoek heeft verricht, verklaart om trent de doodsoorzaak in gelijken zin als dr. Rochat. Rechercheur Bont is in den avond van 11 Mei met een van de inspecteurs, den heer v. d. Heuvel, in het pakhuis geweest. In opdracht van den heer van den Heuvel heeft hij den doek en de lus op het hoofd van het slacht offer verwijderd. De prop zat nog in den mond. Men kon den doek een eind omhoog trekken zonder het touw te verwijderen. Getuige herkent een touw van 98 cM. lengte en ongeveer 2/3 chf. dikte als het touw, dat om den doek heen lag. Mr. Bourlier meent, dat het een veel dunner touwtje moet zijn geweest, omdat aan het dik kere touw, ter zitting aanwezig, bloed zit, ter wijl getuige zegt, geen bloed te hebben waar genomen. Wanneer spr. met het dikkere touw een stropdemonstratie wil maken, wordt dit hem door mr. Nederveen, verdediger van verdachte K., belet met de opmerking: „Dat behoeft nie'I" Op vragen van mr. Nederveen antwoordt re chercheur Bont, dat hij K. heeft gefouilleerd, waarbij o.a. een beursje voor den dag is gekomen. Verdachte K. zegt. 's ochtends te zijn inge sloten, na, zooals gebruikelijk te zijn gefouil leerd, doch van een beursje was toen geen sprake, 's Middags, dus na de fouilleering, is hij bij commissaris Paré geroepen in verband met de vervalsching van een wissel. Toen pas is een beursje voor den dag gehaald. Commissaris Kramer acht dit verklaarbaar. Des ochtends was alleen de kwestie van weder rechtelijke vrijheidsberooving of menschenroof aan de orde. Dan doen voorwerpen als rin getjes of beursjes minder ter zake, doch wel portefeuilles met brieven, e.d. Eerst in den middag bleek spr., dat wisselvervalsching in het spel was, welke zaak in behandeling was bij zijn collega Paré. Hierna wordt tot twee uur pauze gehouden. Na de pauze wordt eerst gehoord de 32- jarige chauffeur G. H. van Keulen, die op 9 Mei des middags pl. m. 2 uur met een taxi op het Buitenhof stond, toen twee heeren bij hem kwamen, van wie de oudste zeide, dat hij hen naar een perceel aan de Prins Hendrikstraat 100 moest rijden. De oudste heer bleek later de heer Eschauzier te zijn geweest. Getuige herkent in den ander den verdachte P. Hollandsch Koffiehuis. Getuige heeft kort daarna, toen hij bij de politie moest komen, K. herkend als den heer, die hem op de Groen markt de opdracht had gegeven. Het kwartje ontving hij uit een portemonnaie, die hij later op het politiebureau herkende. De heer K. Th. Lammerts, directeur van de distilleerderij en azijnfabriek „De Ooievaar" verklaart, dat K. bij hem in dienst was en dat hij zich op 15 April had ziek gemeld. Ook op 29" April was K. afwezig. Verdachte P. was des tijds eveneens bij hem in dienst, doch had vóór April z^n ontslag gekregen wegens een onbe trouwbaarheid, t.w. een achtergehouden briefje van 10. Verdachte P. licht dit toe,hij had inderdaad een post vergeten te boeken, doch dit zou den volgenden morgen in orde zijn gebracht. Van oneerlijkheid is nooit eenige sprake geweest. Spr. was hoogst verwonderd toen hij later ver nam, dat oneerlijkheid de aanleiding zou zijn geweest. Na zijn ontslag is verdachte nog twee weken de kas blijven waarnemen. Getuige: Twee dagen, en een vrije week om 'n andere betrekking te zoeken, maar toen was P. niet meer in functie. Mr. Nederveen: Hoe groot was het salaris van K.? Get. Lammerts: Twintig gulden per week. De hoofdinspecteur van politie J. L. Halsteyn trof op 15 April in het bureau Prinsestraat den jongen Visser aan, die een kwitantie bij zich had, welke vermoedelijk valsch was. Get. heeft deze kwitantie, waarop de bank van Heldring Pierson was vermeld, in beslag genomen, zoomede een fleschje met een vulpenhouder ten huize van K., dien hij met den penhouder heeft laten schrijven. De jongen Visser herken de K. als dengene, die hem den brief had ge geven. K. stond toen in de gang tusschen twee rechercheurs in, en getuige met den jon gen op de trap. De President: (tot den heer Halsteyn): Hebt u den jongen den verdachte K. aangewezen, of hebt u den jongen laten kiezen uit een rij personen? Get. Halsteyn: Het is mogelijk dat ik ge vraagd heb: Is dat degene, die je op de Groen markt heef" aangesproken. Mr. Cost Budde (raadsheer): Wanneer u als gewoonte aanneemt, dat u laat kiezen uit een rij personen, dan is de waarborg toch veel grooter. Getuige Halsteyn beaamt dit. Rechercheur J. Boekhout verklaart even eens, dat de jongen den verd. K. op het poli tiebureau heeft herkend in verband met de wisselaffaire. Toen aan Visser de portemonnaie werd ge toond, had V. daarvan reeds een beschrijving gegeven, die met de werkelijkheid klopte. Verdachte K.: Dat staat niet in het proces verbaal. Wèl, dat Visser de portemonnaie her kende, nadat men hem dit voorwerp als zoo danig had getoond. Getuige Boekhout: Ik wist aanvankelijk van het bestaan van een portemonnaie in dit ver band niet af. Getuige Bont zegt, dat hij aanvankelijk alleen den verdachte K. op last van commis saris Kramer heeft gefouilleerd, en later deed hij dat tezamen met rechercheur Boekhout op last van commissaris Paré. Dr. Hesselink, schriftkundige, verklaart thans, dat het blaadje papier dat uit het boekje van den heer Eschauzier was gescheurd, een hand schrift van den heer E. zelf bevat. Het mist de kenmerken van namaak, het is volkomen vlot geschreven en het vertoont alle eigen schappen van het handschrift van den heer Eschauzier. (Verdachte K. snikt). De heer P. Eschauzier, een broer van het slachtoffer verklaarde, dat het bewuste zak boekje van zijn broer afkomstig was. Het schrift op het meergenoemde briefje lijkt vol gens spr. zeer veel op dat van zijn broer. De President leest hierop het bedoelde hieronder door ons gepubliceerde briefje voor. Getuige Eschauzier acht den stijl niet dien van zijn broer. De handteekening is sterk ge lijkend, doch het kleine schrift kan get. niet herkennen. Getuige Bom, de eigenaar van het pakhuis aan de Westerbaenstraat, geeft eenige inlich tingen omtrent het vinden van het lijk in den avond van 11 Mei, toen getuige toevallig het pakhuis even binnenging. Getuige J. Wiechers, horlogemaker, verklaart dat P. op 8 Mei bij hem is gekomen om een kist te koopen en dat K. den volgenden dag de Den Haag, 18 Mei '32. Het is den communist Wijnkoop door de Kamer niet toegestaan den Minister van Kolo niën te interpelleeren over voedselvoorziening vraagstukken in Nederlandsch-Indië. Dit al meermalen met het pathos, waarover een aan hanger van Moskou voor dergelijke gevallen be schikt, uitgebuite object komt vanzelf aan de orde, zoodra de Kamer de onlangs ingediende Indische suppletoire begrooting behandelt. En voorzitter van Schaïk zag dan ook geheel de Kamer minus natuurlijk de communisten zijn voorstel, om deze interpellatie niet toe te staan, steunen. Men is het er algemeen over eens, dat deze zaak van groot gewicht is en zeer urgent, maar het heeft niets geen zin, terwijl spoedig een gelegenheid bestaat, om deze kwestie te be handelen, nog eens een extra gelegenheid te gaan scheppen in een tijd, waarin de Kamer met de noodige efficiency iedere minuut benut ten moet. Ds. Lingbeek is dan eindelijk door een der ondersten van de lijst der Hervormde Gerefor meerde Staatspartij opgevolgd. Op de plaats van den predikant met den oud-testamentischen baard zetelt thans de heer B. G. Peereboom, een luitenant, wien al wat martiaal is, althans in zijn uiterlijk, vreemd is en wiens leeftijd oor zaak was. dat de Kamerleden, zoodra de aan vaarding van het mandaat door den heer Peere boom bekend werd, mr. van Hellenberg Hubar de Genestet's bekende regels: „Dra ben je nu niet meer Benjamin" in het oor fluisterden. Minister Verschuur is, naar hij dezen middag meedeelde, de vorige week in tamelijk wrevelige stemming zijn Pinksterweekend ingegaan; de Kamer had hem met hare houding tegenover de thans bij haar om goedkeuring in behande ling zijnde contingenteeringsontwerpen ietwat kregelig gemaakt. We veronderstellen, dat de bewindsman tijdens de Pinksterdagen hi) woonde o.a. het prachtige Graalspel in het Sta dion te Amsterdam by wel weer wat zal zijn by getrokken. Maar hedenmiddag trok dr. Kor- tenhorst, al stelde hy dan voorop, dat het niet tegen dezen minister persooniyk ging, weer zóó van leer tegen de „zonderlinge visie" van de Regeering op de levensbelangen van het land, tegen „het défaitistisch beleid van sommige departementen", tegen ,,de by na volkomen mis kenning van wat krachtens de Crisisinvoerwet had behooren te geschieden", dat de bui van het einde der vorige week weer kwam opzetten en Minister Verschuur de Kamer eens kort maar krachtig aan het verstand bracht, dat hy van haar toch wel wat meer redeiykheid ver wacht had. De groote grief van den bewindsman is, dat men, schichtig gemaakt door allerlei adressen en klachten van bepaalde groepen betrokkenen, eenvoudig geen acht meer slaat op het goed, dat door de reeds genomen maatregelen is be reikt. Men verliest zich in allerlei détails, die in het groote geheel eigeniyk pietluttigheden zyn, en men spreekt geen woord over het ver heugende feit, dat in sommige op deze wüze geholpen bedryven de geweldige daling van de tewerkgestelde arbeiders reeds is opgevangen, ja, hun aantal soms al weer met 10 20pCt. is toegenomen. De een dringt aan op coulance by de uitvoering der Crisisinvoerwet en komt thans, nu die coulance betracht wordt, klagen over de vertraging, die eruit voortvloeit. De an der staat, terwyi hy steeds waarschuwde, matig te zijn met het gebruik, dat van de Crisisinvoer wet zou worden gemaakt, thans weer met de conclusie klaar, er maar mee uit te scheiden, als dank zii de aanvankelijk aanbevolen matig- kist per auto is komen halen. De kist was groot en kon slechts met moeite in den auto worden geplaatst. Get. mej. Baden, wonende tegenover het perceel waar het misdrüf is geschied, heeft ge zien, dat daar op 9 Mei een kist werd ge transporteerd per auto. Get. Th. J. Mulder, kantoorbediende by Hel dring Pierson heeft den jongen met een kwitantie op naam van den heer Eschauzier bij zich gehad aan het loket, doch daar hy de zaak niet vertrouwde, heeft hij den jongen teruggestuurd en in overleg met zyn chef de politie gewaarschuwd. De heer W. J. Pabst. die secretaris van den heer Eschauzier was, geeft eenige inlichtingen omtrent diens financieele relaties en omtrent diens handschrift en gewoonten. Ten slotte wordt verdachte K. nader onder vraagd. Op vragen van den president zegt hy met den heer Eschauzier een handelsrelatie te hebben gehad naar aanleiding van een uit vinding van hem, K., waarvoor deze 100.000 van den heer E. te vorderen zou hebben. Daar de heer E. deze vordering niet voldeed, zou K. hem hebben willen dwingen. Reeds eerder was getracht hem daartoe te bedwelmen, om hem dan een schuldbekentenis te laten teeke nen. Daarna kwam het plan om hem op 9 Mei af te persen. Dit zou in het pakhuis moeten hebben geschieden. President: Waarom niet op uw kamer? Verdachte K.: Dat zou slechts tot 5 uur mo gelyk zyn geweest, want daarna zou men by my thuis wel komen vragen, waar de heer E. bleef. Dit is trouwens ook gebeurd. President: Het was dan toch wel 'n heel vreemde methode. Waarom bent u niet meegegaan om den heer E. te halen? Verdachte K.: Ik had een verstuikte voet. President: Toen de heer E. eenmaal by u binnen was, is er toen een verklaring voorge lezen? Verdachte K.: Omtrent de op te richten N.V. President: P. was daarby aanwezig. Kenden de heer E. en P. elkaar? K.: Neen, alleen van den autorit van dien middag. President: Heeft de heer E. toen gezegd: Als ik morgen dood ben kryg je niets? Verdachte K.: Inderdaad. Dat heeft P. on- afhankelyk van my eveneens verklaard. President: Toen de heer E. niet toeschiete- lyk bleek, hebt u hem toen gebonden en een prop in den mond gedaan? Verdachte K.: Dat hebben wU, P. en ik. te zamen gedaan en daarna den heer E. in bed gelegd. Ik heb den doek met vlekkenwater in den mond van den heer E. gestopt en zou daarop een kist gaan halen. President: En toen hebt u P. opgedragen de wacht te houden en een slag te geven als de heer E. zich zou bewegen? Verdachte K.: Ja, maar niet te hard. Daarop ben ik de kist gaan halen, waarna wy den heer E. in de kist hebben geborgen en naar het pakhuis overgebracht. President: En toen bent u kalm 'n glaasje bier gaan drinken, inkt gaan halen, den auto gaan terugbrengen, enz.? Als men dat met u ook eens had gedaan. Jammer genoeg mag dat niet gebeuren! U hebt dus den heer E. maar aan zijh lot overgelaten? Verdachte K.: Ik dacht niet anders, dan dat P. voor hem zou zorgen. Toen ik gezocht werd door de politie voor de financieele aangelegen heid, ben ik naar de politie gegaan, na P. te hebben verzocht voor den heer E. te zorgen. Mr. de Visser: Waarom bent u Zondag niet naar het pakhuis teruggegaan? U had P. op gedragen een advertentie te plaatsen om te zeggen, dat alles in orde was. Verdachte K.: Inderdaad, en ik ben niet naar het pakhuis teruggegaan, omdat ik den sleutel ervan niet had. P. had den sleutel van my ontvangen en zou voor de noodige leeftocht van den heer E. zorgen, nadat hy hem zou hebben losgemaakt. Verdachte P. verklaart nog, dat dubbel touw werd gebruikt, omdat dit niet zoo in de huid zou snijden als enkel touw. In „Central" is verdachte by den heer E. geweest, waar hy zich aan den heer E. be kend maakte als vriend van K.. met het ver zoek te willen meegaan naar diens kamer. Aanvankelyk vond de heer E, die erkende, geld schuldig te zyn aan K. maar dit op zyn wyze met hem te zullen verrekenen dit meegaan niet prettig, maar ten slotte stemde hy erin toe. Toen de heer E. na den rit boven was, hebben K. en verdachte hem na een ge sprek over de geldaangelegenheid, den heer E. vastgegrepen, volgens afspraak en in opdracht van K. Plotseling nam verdachte een sterke aetherlucht waar. Nadat de heer E. op bed was gelegd en K. teruggekeerd, is de heer E. door hen beiden in een kist gedragen en per auto naar het pakhuis overgebracht. Ik vreesde, dat de heer E. al dood was. Mr. De Visser: Waarom bent '1 dan toch nog papier gaan koopen? Verdachte P.: Ik wist niet, waarvoor K. dat noodig had. Mr. De Visser: En verder zyn jullie biertjes gaan drinken en „boodschappen" gaan doen. Te ruim kwart over vijf deelt de President mede. dat de verdere behandeling zal worden geschorst tot morgenochtend 10 uur. Mr. Nederveen zou in de gelegenheid willen zijn, alsnog den veldwachter te hooren, die ge tuige is geweest by het onderzoek naar het briefje. Verder vraagt spr. schorsing van de behandeling voor langeren termyn, tenzy het Hof de echtheid van het door pleiter overge legde briefje aanneemt, zooals dat door dr. Hesselink is verklaard. Het Hof begeeft zich in raadkamer. Na twintig minuten raadkamer deelt de President mede, dat het Hof een nader onder zoek naar de echtheid van het blaadje papier gelast en daartoe de stukken in handen van den rechter-commissaris stelt. Te 5.35 wordt de zitting gesloten. De behandeling der zaak zal op nader te be palen datum worden voortgezet. Naar wy, in verband met de behandeling van de rechtzaak Eschauzier vernemen, moet het briefje, gescheurd uit de agenda van den heer E. en gevonden in een oud pak van ver dachte K. als volgt luiden: „Best K. Conform afspraak zou je heden avond thuis biyven. Ik heb dan ook geruimen tyd hier op je gewacht, doch je bleef onzicht baar en dat nog wel op onze eerste conferentie iri 1931. Je begrypt dat gaat my verdomd er geren. Memoreer toch, dat ik je honderddui zend gulden schuldig ben en dat ik uit dien hoofde mag verwachten, dat je my met meer voorkomendheid en respect behandelt. Ik ben morgenavond terzelfder tyd hier. (w.g. W. ESCHAUZIER). Liefst 4 dagen had je noodig om myn laat- sten brief te beantwoorden. Loe tida bisamen- jaoet lebih lekas binatang! (in haast)." SOERABAJA, 17 Mei. (Aneta.) Op den weg van Soerabaja naar Grissee hebben drie auto's een wilde race gehouden, met het gevolg dat één wagen tegen een boom optornde en een andere wagen over den kop sloeg. Het ongeluk eischte zeven slachtoffers, waarvan er twee gedood werden en vyf gewond. De vierde kamer van 't Haagsche Gerechtshof wees Woensdag arrest in de zaak tegen den 28-jarigen landbouwer C. S., uit Woerden, die door de Rechtbank te Dordrecht op 23 Januari j.l. is veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf wegens doodslag, gepleegd op notaris Courrech Staal te Gorinchem. Overeenkomstig den eisch van den advocaat-generaal heeft het Hof het vonnis van de Dordtsche Rechtbank bevestigd. heid by de contingenteering de maatregelen slechts een zeer klein percentage van den totaal-invoer blyken te treffen. De: derde, die weer hamerde op snelheid by het treffen der maatregelen, komt weer met de klacht, dat er gebreken zyn in de voorbereiding, hoewel die voorbereiding volgens den Minister zóó secuur, zóó hyper-Nederlandsch plaats heeft, dat eigen iyk de gevraagde snelheid van het proces er door in het gedrang komt. En zoo gaat het door. Het biykt wel, dat de Kamer een gebruik maakt van haar goed- keuringsrecht, dat allerminst klopt met de groote lijn, waarlangs zy zich daarby bewegen moest. Hiertegen heeft Minister Verschuur te recht zoo groot bezwaar, dat hii de amende menten, die op de percentages willen gaan af dingen, onaannemelyk verklaarde. Hy is zich zóózeer bewust, dat hy van de hem gegeven bevoegdheid een zeer matig gebruik maakt, dat hy meent, een blyk van vertrouwen van de Kaber te mogen vergen. Trouwens de Kamer is voor de uitwerking in finesses van de regeling allerminst een geschikt college. Wanneer men ziet, dat de deskundige commissie-Spanjaard de verschillende maat regelen zeer grondig bestudeert en toetst aan den invloed, dien zy op andere bedryfstakken zullen uitoefenen, dan moet men den bewinds man toegeven, dat hy niet kan toelaten, dat op initiatief van een of ander uit den aard der zaak veel eenzydiger voorgelicht Kamerlid een wyziging in de ontworpen maatregelen wordt aangebracht. Dit sluit allerminst in want dit verwyt zal hem natuuriyk wel weer treffen dat de Mi nister een buitengewoon strakke houding aan neemt. Hy is b.v. na het debat bereid, op ideeën van mej. Katz en den heer IJzerman in te gaan en zoodra mogelyk tot vergrooting van het contingent van bepaalde soorten damescon- fectie- en leeren schoeisel over te gaan. Wat dit laats» artikel betreft, moet dan eerst de groote voorraad tengevolge van den zeer overmatlgen invoer in het verleden verwerkt zyn. Ten aanzien van het denkbeeld van dr. Coiyn, om voortaan alleen by contingenteeringsbeslui- ten, die verder gaan dan handhaving van den status quo, de goedkeuring van de Kamer te eischen, heeft Minister Verschuur opgemerkt, dat onmogelyk uit de feiten is af te lezen, wat in een bepaald geval eigeniyk onder den status quo te verstaan valt. Het ligt er maar heelemaal aan we schreven dit verleden week reeds welke basisjaren men tot grondslag van zyn redeneering neemt. Ook de Minister stelde vast, dat handhaving van den status quo in bepaalde gevallen tot een ruïne voor den betrokken be- dryfstak leiden kan. Thans volgt de Regeering dit systeem, dat zy met inachtneming van de tegenwoordige koop kracht, invoer en uitvoer zoekt naar een rege ling, die zooveel mogelyk de vroegere verhou ding tusschen binnenlandsche en buitenlandsche productie benadert. Dr. Kortenhorst, die heden weder verdedigde: ingrypen over de geheele linie en dan later zien, waar de contingenteering tegen buiten landsche concessies getemperd kan worden, heeft de Minister geantwoord, dat zyn systeem neerkomt op een ingrypen in het blinde weg, hetwelk ons kleine landje, dat nu eenmaal tegenover de andere groote landen de noodige voorzichtigheid in acht moet nemen, meer scha den dan baten zal. Déér juist wringt de schoen, dat onze levensbelangen, waarmede de Regee ring ondanks haar „zonderlinge visie" dageiyks met zorg zich bezighoudt, voor zoo'n belangryk deel in de handen van buitenlandsche regeerin gen rusten. Om deze reden heeft de Minister ook bezwaar tegen het denkbeeld, om de postpakketten tot een waarde van 40 óók onder de contingen teering te doen vallen. Dr. Kortenhorst, van wien dit denkbeeld eerder te verwachten is dan van de vryhandelaars, die bly moesten zyn met zulk een achterdeurtje, doch niettemin sputter den, kwam zelfs met een motie. De Minister stelt zich op het standpunt, dat deze postpakket zendingen met confectie-artikelen rechtstreeks van den buitenlandschen fabrikant aan parti culieren hier te lande reeds generaties lang practyk zyn en dat het buitenland op dit stuk even gevoelig is als wy b.v. ten opzichte van de kaas. Intusschen zyn hier al verschillende mis bruiken weggenomen en zal men aan de grens in dezen trant verder gaan. By de artikelsgewyze behandeling van de verschillende ontwerpen werden successieveiyk alle amendementen ingetrokken. Alleen resteert een amendement-v. Hellenberg Hubar op de contingenteering van de confectie, dat echter op 's Ministers aandrang verschillende wyzigingen onderging. Morgen, wanneer de diverse stem mingen plaats hebben, komen we hierop terug. Woensdagavond zou de communistische party afdeeling Holland een politieke vergadering be leggen in „Ons Huis" te Utrecht. In verband hiermede werden Woensdag ongeveer dertig personen gearresteerd, mannen, vrouwen en kinderen, allen Duitschers, die door Hollandsche communisten over de grens gesmokkeld waren, daar vryvwl niemand een pas by zich had. De Duitschers zyn naar het politiebureau overge bracht. Een onderzoek wordt ingesteld. Men neemt aan, dat de vreemdelingen in auto's de grens zyn overgekomen. Het Haagsche Gerechtshof heeft Woensdag uitspraak gedaan in de zaak tegen den gewezen directeur der N.V. Vereenigde bakkerijen al daar H. Ph. Z., die door de Haagsche Recht bank is veroordeeld tot een jaar gevangenis straf ter zake van verduistering van een be drag van f 9000 ten nadeele van genoemde Vennootschap. Door den Officier van justitie was in eerst< instantie, mede wegens het doen van valsch aangifte, tegen Z. 2 *4 jaar geëischt. Het Hof heeft met eenparigheid van stem men, beide feiten bewezen verklaard, d*cli rekening houdend met de antecedenten var verdachte, alsmede met de omstandigheid, da' de schade geheel is vergoed, veroo'-'^irfo tot zes maanden gevangenisstraf. Woensdagavond ongeveer 7 uur pleegde 1 17-jarige Jansen uit Oud-Gastel in een cai aan den Kalsdonkschenweg te Roosendaal eei. moordaanslag op zyn ongeveer zestigjarigen blinden vader. De jongeman had eenigen tyd met zyn vader in het café zitten praten. Toen de oude man weer weggevoerd zou worden en zich omdraaide greep de jongen een nieuw dolkmes en bracht daarmede zyn vader tus schen de schouderbladen een tweetal en in de nierstreek een steek toe. De oude man viel oj den grond. Dr. van Turnhout verleende de eerste ge neeskundige hulp. waarna het slachtoffer, da er zeer ernstig aan toe is men vreest dat d< longen geraakt zyn naar het Charitaszieken huis werd overgebracht. De dader vluchtte uit het café de straat op achtervolgd door de dochter van den café houder. In een der aangrenzende straten kwam zy op de achtervolging haar verloofde tegen die zyn fiets voor den vluchteling wierp. Dezt struikelde en kon daarop aan de politie worde: overgeleverd. Omtrent het motief van den moordaanslag vermoedt men, dat huiselyke oneenighedei tusschen de kinderen van den ouden mai eenerzyds en den ouden man anderzyds aan leiding tot den daad van den 17-jarigen jonge zyn geweest. Woensdagmiddag half zes werd een lyk dry vende gevonden op het kruispunt van het nieu we Strypsche Kanaal en het Julianakanaal nabij Best. Door de politie te Best werd het lyk geïden tificeerd als dat van C. de B., den vermoedehjken moordenaar van zyn verloofde, welk drama 10 Mei j.L te Eindhoven heeft plaats gehad. Op het lyk werd een blauwe sjaal en een flesch- opener gevonden. Het lyk is naar Best en later naar Eindhoven overgebracht. Woensdagmiddag ongeveer half vier is aan den Fruitweg te s Gravenhage een negenja rige jongen Koene C., wonende Kreughel- straat 292, door een trein overreden en gedood. De Eerste Hulpdienst heeft het stoffelyk over schot naar het gemeentelyk ziekenhuis aan den Zuidwal aldaar gebracht. BATAVIA, 17 Mei (Aneta) De Justitie heeft een onderzoek ingesteld naar aanleiding van het faillissement van Oen Hok Hwa. Daarby is gebleken dat voor 112.000 valsche accepten aanwezig waren. Voorts is gebleken dat valsch heid gepleegd is in de boeken en manoeuvres hebben plaats gehad met kisten manufactu ren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9