De Visscherij Afstraffing Van de Pers-tribune Prikkeldraad Groote moeilijkheden REGELING OPSLAG Om advies gevraagd KOSTPRIJS MELK Ingang 1 Mei 1932 Door de tarwewet! Vogelvrij. DINSDAG 24 MEI öat DE CRISIS-ZUIVELWET Wordt de margarine voor de lage volksklasse toch te duur? Vertegenwoordiging van den handel Heffing op con sumptiemelk In afwachting van de instelling der Crisis Zuivel Centrale Maria Omdracht te Nijmegen Een richtprijs van minstens gemid deld 6 ct. per K.G. gevraagd ZOETWATERVISSCHERIJ ONBILLIJKE TOESTAND Buitenlandsche bakkers bevoordeeld boven Nederlandsche De Chineesche Kreeft De Congresrelis naar Ierland Vroegere uitreiking der Belastingbiljetten Vrijhandelaar aan 't woord Loon en productiekosten Katholiek en socialist UITVOERBEPERKING Boter, vleesch en bloemen Wormstekigheid bij appel en peer Gouden Kloosterfeest Ook de visscherij verkeert in groote moei lijkheden, naar de redenen hiervan behoeven wij niet in het duister te ^sten: het zijn de contingenteeringsmaat- tegelen van de verschillende regeeringen, hoofdzakelijk van Frankrijk, de invoerrech- h-'ti in Engeland en vanzelfsprekend de hopreciatie van het pond en de moeilijk- hgden, welke ontstaan door de scherpe de viezen-bepalingen van Duitschland. Visch is natuurlijk een zeer gevoelig arti- hel, omdat de kwestie van bederf hierbij een groote rol speelt. Nu klagen de IJmui- her reeders o.a. dat uit den vreemde zeer Veel visch wordt ingevoerd. Bovendien ver onderstellen zij, dat er onder de visch, die als Nederlandsche visch naar Frankrijk Vvordt geëxporteerd, ook buitenlandsche 2lch bevindt, waardoor het ons toegestane Ootitingent ten nadeele van ons zelf wordt Verminderd. De cijfers, welke hieromtrent ^strekt worden, zijn niet volledig; van daar, dat een betere voorlichting gevraagd Vv°rdt, een klacht trouwens, die niet alleen visch betrekking heeft. In de weken van 1 Maart tot 30 April j.l. zijn er volgens de offers van dr. Kortenhorst van de Neder- aOdsche stoomtreilers, totaal sterkte 192, oirca 117 tot 143 opgelegd, hetgeen een be- is, dat de buitenlanders een veel groo ve- rol spelen dan vroeger. Deze laatste v°erden in die periode 1.163.316 K.G. visch aan, hetgeen een respectabele hoeveelheid *s- De aanvoer geschiedt voornamelijk van hit IJsland en de IJslandsche visch, die dan Ms Nederlandsche wordt doorgevoerd, zou Oovendien den naam van ons Nederlandsch Product schade doen. Men vraagt daarom ""ogeeringssteun. Bovendien zijn er nog an- Rre lasten, welke zwaar drukken, bijvoor- h®eld de bedrijfslasten, terwijl natuurlijk het loon vraagstuk een niet onbelangrijke Ï01 speelt Daarbij komen de retributies vooi zen verkoop van visch in de Staatshallen, R hooge tarieven van water, gas en elec- 'riciteit, waarover algemeen geklaagd V'ordt, terwijl ook het dokken een kostbare geschiedenis kan worden genoemd. De heer Jo Polderman vraagt namens het Reders-bestuur aan de Regeering, rekening houdende met het feit, dat de visscherij hiet het eenige Nederlandsche bedrijf is, dat in de misère zit en dat men zoo min hogelijk financieele lasten op de overheid Pioet leggen, slechts invoerrechten op visch, P°or buitenlandsche schepen in Nederland se havens aangebracht, dan wel op an- öere wijze door het buitenland in Nederland geïmporteerd, benevens ontheffing dan wel Vermindering van de zware kosten, die van Vegeeringswege op het bedrijf drukken. Hot is typeerend, dat vrij veel visch over de DuitSche grenzen in Nederland binnen komt en dat nog wel buiten den Nederland- Sen handel om. Dit is in zekeren zin door- v°or, maar wordt door Frankrijk in minde- V'hg van ons contingent gebracht. Verder ^onscht men dat 't bedrag, dat door event, invoerrechten zou worden geheven, in een Potje zou worden gestopt, (hoeveel van zulke Piet potjes worden er in den laatsten tijd Piet al gemaakt) waaruit bedragen beschik bar worden gesteld voor speciale belangen, et visscherijbedrijf hakende. ^Pij maken melding van deze plannen, Oder in verder commentaar te treden, Rngezien exacte cijfers ons op het oogen- ük niet ten dienste staan. Wij behoeven o tuur lijk niet door cijfers aan te toonen, ook hier ellende heerscht, want wat °°r het eene exportbedrijf geldt, geldt ook °°r het andere, terwijl de artikelen, welke °°r de binnenlandsche markt dienen, na- gotioeg alle door het buitenland zwaar °rden beconcurreerd. De eenzijdig gerichte achten niettegenstaande de groote ver spillen in de verschillende bedrijfstakken, jUhen ook slechts door eenzijdige maatrege- Worden bestreden. Men heef öf te con- tin Senteeren en deze contingenteering op °eltreffende wijze uit te voeren óf men eeft over te hellen tot een hopelijk inci- spteeie algemeene protectie, met nadruk vat het slechts tijdelijk bedoeld is. Zelfs de srstokte vrijhandelaar weet, dat bescher- 'hg Van ons bedrijfsleven in dit stadium P de krisis geboden is. too: De „N. Rott. Crt." bevatte dezer dagen ingezonden stuk, waarvan de schrijver rhde over het bericht, dat te Maastricht s doodkist in processie was rondgedragen, Ps in verband met den nood der tijden, hg v°iSende commentaar werd er door aan vastgeknoopt: het°°r °nze Inwendige Zending is daar in w donkere Zuiden nog een groote taak hit ?elegd, n.l. het zaad van het Evangelie 6ie te strooien, opdat de harten van hen ge h°g ronddolen in de duisternis worden ^hr voor den levenden God ons in Sa.arftus geopenbaard, tot wien ieder kan die .haet al zijn nooden en behoeften en whiet ledig doet wederkeeren degene die Hcht111 geloof en vertrouwen tot Hem gRb Wordt den Protéstantschen coalitie- Pen rf wel moeilijk gemaakt vol te hou- \v0r: «at ze met Rome stoelen op denzelfden el des geloofs. is duideliïk van welke zijde dit fraaie ^as kwam> en wat er de bedoeling van tJR laatste alinea laat hieromtrent geen RRel over. de redactie van de C.H. „Nederlan- bj Baf het stukje stof tot een afstraffing ezen niet bepaald malschen vorm: 1®tte op de verwarring van onder- Al ri die Plaats heeft in de laatste alinea. h$Ch rest gaat over een kerkelijk, dogma- feestelijk onderwerp. Doch blijkbaar is het den schrijver niet daarom te doen; niet om de bestrijding van hetgeen hij „hei dendom" noemt, niet om evangelisatie. Maar om een houw naar de rechtsche samenwerking. Dat is reeds daarom niet voornaam, om dat het woord „Coalitie" zelden en de uit drukking „stoelen op één wortel" vrijwel nooit wordt gebruikt. Men zou dan deze termen terzij moeten laten. Maar vooral is ergerlijk, dat men voor een blijkbaar politiek doel zich uitlaat over ker- kelijk-dogmatische problemen. En dus de kerk in dienst stelt van, ja de dienstmaagd maakt van de politiek. Reeds 'n grijn kerkelijke belangstelling, ware het aanwezig, zou afhouden van zulk een gedrag. Hier behoeft geen woord bij. Alleen zou men de opmerking kunnen maken, dat de strijd tegen Rome in ons land vooral en sinds lang een strijd is tegen de Rechtsche samenwerking. Dit bleek de vorige week ook weer bij het debat over de motie-Drop in de Tweede Kamer. De staatkundig gereformeerde afgevaar digde, die zich in dat debat mengde en ge weldig tegen „de kerk van Rome" te keer ging, bracht er eveneens de coalitie bij te pas, of liever te onpas. 't Is altijd hetzelfde liedje, dat in vroeger jaren ook de liberalen en andere partijen van Links uit den treure gezongen hebben, wanneer het in hun kraam bruikbaar leek, en dat men wel zal b 1 ij v e n zingen, zoo lang er kans bestaat op Rechtsche samen werking, alle verklaringen omtrent den dood der coalitie ten spijt. P. S. De Nederlandsche Bond van den Margarine- handel en de Vereeniging van den Nederland- schen Margarine-detailhandel hebben een adres aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden, waaraan wij het volgende ontleenen: Nadat de ondergeteekenden, de heeren U. C. Brinkers en J. Velgersdük, resp. voor zitter van den Nederlandschen Bond van den Margarinehandel en voorzitter van den Neder landschen Margarine-detailhandel, er bij het college op hebben aangedrongen, dat de handel zitting moet hebben in de Crisis-Zuivelcentrale, wijl het moeilijk aan te nemen is, dat b.v. de consumenten een lid in de Crisis-Zuivelcentrale zouden hebben, terwijl de handel slechts een plaats zou krijgen in de Commissie van Advies, wijzen zij erop, dat in de Memorie van Ant woord geen of weinig gezegd wordt van wat de minister zich denkt van den loop der prijzen van de consumptiemelk. De gedachte schijnt te zijn, dat deze prijzen wel die van de industrie- melk zullen volgen. Door de verlaging van het mengpercentage, waarvoor ondergeteekenden den minister zeer dankbaar zijn, is echter te vreezen, dat de minister het bedrag dat hij meent noodig te hebben, niet zal kunnen be reiken. Wel wordt een poging gedaan het be- noodigde bedrag te bereiken door een heffing van 20 25 cent per K.G. op de margarine. De adressanten willen dienaangaande in alle bescheidenheid opmerken, dat de margarine, het volksvoedsel bij uitnemendheid geworden, daar- foor toch voor de lagere volksklasse te duur zal worden. Een menggebod alleen kan daarom, naar in het eerste adres van ondergeteekenden is uiteengezet, niet de voldoende opbrengst geven. Daarom dringen ondergeteekenden er nogmaals op aan ook een heffing op de con sumptiemelk te bevorderen, door de verleening van een melkmonopolie aan de melkveehouders organisaties en de voorgenomen heffing op margarine te laten vervallen. Deze heffing zou een evenredige belasting van het geheele volk beteekenen. Door de heffing op margarine wordt juist de margarine-gebruiker het sterkst getroffen. Zonder in de lofwaardige bemoeiingen van de Regeering in dezen te wil len treden, meenen ondergeteekenden, dat een prijszetting van de consumptiemelk op betrek kelijk eenvoudige wijze ware te bereiken, zon der dat tot een melkdistributie-stelsel zou moeten worden overgegaan. Uit de meerdere opbrengst zou ook de onmis bare toeslag voor de kaasproducenten kunnen worden gevonden, wat tengevolge heeft, dat niet een verschuiving onder kaas- en consumptie melkproducten zal plaats hebben, die met het menggebod alleen ongetwijfeld plaats heeft. Indien ook aan de kaasproducenten voldoende steun zou worden verleend, zouden deze produ centen gemakkelijker dan eenig ander tot pro ductie-beperking kunnen komen, met hand having van een toch nog loonend bedrijf. Naar wij vernemen, heeft de minister van Binnenlandsche Zaken en Arbeid aan het Crisis-Zuivel-Bureau verzocht advies te mogen ontvangen omtrent de details der regelingen, die in afwachting van de instelling der Crisis- Zuivel-Centrale reeds thans getroffen zouden kunnen worden, om de aangelegenheid van den opslag van boter in koel- en vriesruimten bevre digend te doen verloopen. In het bijzonder ver zocht de minister, dat het bureau onmiddellijk aanvangt met het opstellen van een advies om trent een administratieve regeling ten aanzien van de plaats en de wijze van opslag, de hoe veelheid, die opgeslagen zal of kan worden, de uitoefening van de controle, het vaststellen van den prijs van de boter op het oogenblik van den opslag en dergelijke. Voorts heeft de minister bericht, het even eens zeer gewenscht te achten, dat de gewone opzet van kaas doorgaat. In verband daarmee ligt het in de bedoeling, dat bij eventueel later te treffen regelingen, evenals bij de boter, ten aanzien van de kaas rekening zal worden ge- Ijpuden met de risico's, die aan dezen opslag verbonden zijn. Het ligt in de rede, dat aan deze toezegging voorschriften kunnen worden verbonden met betrekking tot de wijze van op slag, controle, administratie enz. Zondag had te Nijmegen de jaarlijksche Om- dracht plaats van de Nijmeegsche schooljeugd naar de Lourdesgrot op St. Anna. Een paar duizend kinderen namen deel aan dezen om- dracht, welke ditmaal een voorbereiding was voor het in Augustus te houden Maria-Congres te Nijmegen. De' Omdracht werd opgeluisterd door eenige muziekcorpsen en kreeg meer kleur door tallooze vlaggen en sierlijke emblemata. De kinderen verzamelden zich voor de Lourdesgrot, waar een plechtig Lof werd gehouden, gecelebreerd door den Zeer Eerwaarden Heer Schots, waarna de kleinen werden toegesproken. De groote Maria- omdracht zal dit jaar te Nijmegen gehouden worden op Zondag 7 Augustus, ter gelegenheid van het Maria-Congres. De Crisis-Veeteelt- en Zuivelcommissie der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, heeft zich met de volgende twee verzoeken tot de leden der Tweede Kamer gericht: In de Memorie van Antwoord inzake de tij delijke maatregelen tot hulpverleening aan de melkveehouderij op bladz. 7 staat, dat de re geering voornemens is te streven naar een richtprijs der melk van tenminste 5 cent per K.G. Uit de zinsnede, welke daarop volgt, krij gen wij den indruk, dat het de bedoeling is te streven naar een prijs van gemiddeld 5 cent. Als deze niet bereikt wordt in den zomer en overschreden wordt in den winter, zal zelfs het werkelijk gemiddelde lager dan 5 cent kunnen zijn. Het is in verband hiermede, dat wij besloten dringend te verzoeken te willen streven naar een richtprijs van minstens gemiddeld 6 cent per K.G. Dit wordt 1 cent per Liter en Dij 3000 Liter per koe ƒ30.per koe meer. Wij zijn overtuigd, op grond der bedrijfs gegevens van vorige jaren en andere becijfe ringen, dat de veehouders bij 6 cent per Liter als regel nog geen loon zullen verdienen. Een stevige druk naar verlaging der productiekos ten zal bij 6 cent per K.G. blijven bestaan; andere maatregelen, om den veehouders het voortzetten van hun bedrijf mogelijk te maken, zullen nog wel noodzakelijk blijken. Naast dit dringend verzoek besloten wij, overtuigd dat onze organisatie ook deze zienswijze onderschrijft, U op de wenschelijk- heid te wijzen den steunmaatregel te laten in gaan per 1 Mei 1932, zoodat het groote kwan tum, dat na 1 Mei voor ongekend lage prijzen reeds is afgezet, alsnog wordt gesteund. Wij begrijpen, dat inzonderheid voor de consump tiemelkers, een nauwkeurige uitvoering hiervan wat lastig zal zijn, doch dit komt ons van on dergeschikt belang voor. In de hoop en het vertrouwen, dat U aan deze roepstem aan dacht zult willen schenken, waarvoor vriende lijk onzen dank. Het Tweede Kamerlid Van Hellenberg Hu bar heeft aan den Minister van Econo mische Zaken en Arbeid de volgende vragen gesteld I. is de Minister niet van oordeel, dat het onbillijk is, dat buitenlandsche bakkers hun producten onbelemmerd mogen invoeren, terwijl hun Nederlandsche concurrenten gedwongen worden grondstoffen te verwerken waarvan de prijs ingevolge Overheidsmaatregelen (Tarwe wet) verhoogd is? II. Is de Minister niet van oordeel, dat het op den weg der Regeering ligt te bevorderen, dat aan dezen onbillijken toestand een einde komt? III. Wil de Minister meedeelen het resultaat van het overleg, door den toenmaligen Minis ter van Binnenlandsche Zaken en Landbouw in de vergadering der Tweede Kaamer der Staten- Generaal van 15 December 1931 toegezegd, no pens het verzoek van ondergeteekende om een „compenseerend invoerrecht" op brood te hef fen? IV. Indien het antwoord op vraag 5 ontken nend moet luiden, wil de Minister dan meedee len de gronden, waarop het oordeel van den Mi nister steunt? De afdeeling Zoetwatervisscherij van de Ned. Heidemaatschappij heeft Zaterdag te Amster dam haar algemeene vergadering gehouden. De voorzitter, de heer J. v. d. Mortel, stelde vast, dat door de crisis de prijzen sterk zijn gedaald en de toestand van de zoetwatervisscherij zeer ongunstig is geworden. De zeelt-afzet zal groote moeilijkheden met zich brengen, terwijl de vangsten ook niet gun stig zijn. Het uitzetten van pootvisch zal mede groote moeilijkheden opleveren, nu geen regee- ringssteun te wachten is. De zoetwatervisscherij wordt voorts bedreigd door waterverontreiniging, waarvoor van de regeering geen steun te wach ten is, de verschijning in ons land van de Chi neesche kreeft en de overtollige plantengroei in verschillende vischwateren berokkent veel scha de. Tegen het laatste vooral moet ernstig wor den opgetreden. De verschillende verslagen werden goedge keurd. Besloten werd de uitkeering van het ongeval lenfonds wederom voor een jaar te verdubbelen en te brengen op 400 en 500, zonder contri- butieverhooging. De vertegenwoordiger van den minister van Arbeid, de heer Brouwer, deelt mede, dat de re geering nog wel geld beschikbaar heeft voor het uitzetten van pootvisch, maar niet zooveel als anders, omdat in den herfst van 1931 buitenge woon veel pootvisch is uitgezet. Over de Chineesche kreeft is veel drukte ge maakt, maar spr. gelooft, dat voor ernstige on gerustheid geen reden bestaat. Nadat nog enkele huishoudelijke zaken waren besproken, werd de vergadering gesloten. Aan de officieele reis naar het 31ste Intern. Euch. Congres te Dublin van 17 tot 29 Juni zullen, behalve H.H. D.D. Hoogw. Mgr. J. H. G. Jansen, Aartsbisschop van Utrecht, Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van Den Bosch, Mgr. J. Smit, Mgr. B. Eras, prelaat H. Stöcker, Abt van Berne, Deken dr. Van Noort, eenige Ordes Provinciaals en meer dan 37 priesters deel nemen. Op de sectievergaderingen zullen als sprekers optreden de zeereerw. heer J. L. van Mulukora pastoor te Nijmegen, bestuurslid van het Euch. Secretariaat, met het onderwerp: „Wat men van Eucharistisch Nederland verwachten kan' en de zeereerw. heer L. J. Willenborg, pastoor te Bloemendaal en bestuurslid van den Ned. Euch. Bond met het onderwerp: „Het Intern. Ziekenapostolaat." De verhandeling door het plaatselijk comité Dublin aangegeven, n.l. „Het werk der Iersche missionarissen in Holland", is samengesteld door den weleerw. zeergel. pater B. Kannegie- ter O.E.S.A. van de universiteit van Würzburg. Prof. dr. Aurelius Pompen O.F.M., de offi cieele afgevaardigde van de R.K. Universiteit, zal op een der avond voor de congressisten spreken over „Het geloofsleven van Ierland en zijn beteekenis voor onze beschaving". Met het oog op de naaste voorbereidingen raden wij interessanten aan zich alsnog zoo spoedig mogelijk op te geven of programma's aan te vragen bij het Bureau Ned. Euch. Bond, Bagijnhof 32, Amsterdam; Euch. Secretariaat, Brakkenstein, Nijmegen; Reisbureau Centropa, Oude Gracht 75, Utrecht. De minister van Financiën heeft aan de in specteurs der belastingen opgedragen met alle hun ten dienste staande middelen een vroegere uitreiking van de aanslagbiljetten te bevorde ren, aangezien zulks van belang is voor regel matige en vlugge invordering van belasting gelden. 't Is „maar" in 'n ingezonden stuk Doch daarom niet minder raak, dat de heer I. Menko Sz. van Enschede inde „Nieuwe Rotterd. Crt." den tegenstanders van de contingenteering de les leest. „Veel wordt den laatsten tijd voor en tegen contingenteering gesproken. De de batten in de Tweede Kamer in de zittingen op 13 en 18 Mei gaven zeer tegenstrijdige zienswijzen, en de taak van Z.Exc. Minister Verschuur is geen gemakkelijke. Maar hoe de tegenstanders van contin genteering (dr. Vos in de Tweede Kamer op 13 Mei) kunnen beweren, dat de beta lingsbalans door contingenteering in gevaar wordt gebracht, is mij een raadsel. Waar onze export van alle kanten wordt bemoeilijkt en de betaüng door het buiten land evenzeer, terwijl ons land wordt vol gestopt met artikelen uit den vreemde, zie ik hierdoor eerder zoowel de handels- als de betalingsbalans in gevaar komen. Laat ik u zeggen, dat ik steeds een warm voorstander van vrijhandel ben geweest en dat het mij ten zeerste spijt, dit niet meer te kunnen zijn. Waar de tolmuren door bijna alle landen, waarheen wij voorheen konden exporteeren, hoog worden opgetrok ken of onze export door sterke contingen teering wordt bemoeilijkt, is het niet meer doenlijk, het oude standpunt te handhaven. Moeten wij en mogen wij nog langer dulden, dat ons land het vuilnisvat van Europa, Japan en zelfs van Rusland blijft? Is het den tegenstanders van contingenteering bekend, dat, om bij de katoenindustrie te blijven, er meer dan 50 pCt., in vele fabrie ken zelfs meer dan 60 pCt. van de weefge touwen stilstaan? En dat, terwijl de invoer van ruw en bewerkt goed steeds blijft door gaan. Reeds een half jaar lang vragen vele k^toen-industrieelen den minister om hulp door contingenteering, maar tot nog toe te vergeefs. Of men er nu nog mede begint, tenzij in zeer sterke mate, zal voorloopig geen effect sorteeren. Nederland is volge propt met buitenlandsche katoenen goede ren, waarvan veel tegen dumping-prijzen is ingevoerd. Engeland heeft de laatste maanden enorme quantiteiten ruw doek ingevoerd, waarvan zelfs geen invoerrechten betaald worden, terwijl dit doek na geverfd of be drukt te zijn, vrij in het binnenland op de markt komt. Om hierin verandering te brengen, is zelfs geen wetswijziging noodig; zulks kan bij ministerieele beschikking af gedaan worden. Waarom bezitten wij niet den moed, het buitenland te laten zien, dat wij niet langer met ons laten sollen? Laten wij toch, door verandering van onze handelspolitiek, de andere landen dwingen tot gemakkelijker voorwaarden voor onzen export. Zelfs als contingenteering niet helpt, dan maar door hoogere invoerrechten voor die goederen, welke evengoed hier te lande gemaakt wor den of kunnen worden. Wij mogen niet lan ger aan „Prinzipienreiterei" doen". De redactie van het vrijhandelsblad, waarin de heer Menko zijn rake taal durf de doen opnemen, zegt in een onderschrif tje, met leedwezen en ook met verwonde ring deze stem te vernemen uit Twente, dat eens en zelfs nog tot voor zeer korten tijd als het bolwerk van den vrijhandel gold en zelfs geen gelegenheid liet voorbijgaan, zich daarop te verhoovaardigen. Het blad wil nu niet met het van ouds beproefde argumenten-materiaal uit het tuighuis van den vrijhandel komen aandragen. Twente heeft dat zelf lang genoeg gehanteerd, om er de kracht van te kennen. En de redactie meent wel te mogen betwijfelen, of het standpunt des heeren Menko inderdaad dat van het grootste deel der katoenindustriee- len is. Wij begrijpen, dat liberale bladen met stuken als van den heer Menko tamelijk verlegen moeten zitten, en dat een verweer hun niet gemakkelijk afgaat. Het is opvallend, hoe eerbiedig de redactie maar liever voor de moeilijkheden op zij gaat door te herinneren aan het vrijhan delsverleden van Twente, en door twijfel uit te spreken, of de heer Menko wel in den geest van het grootste deel der katoenindu- strieelen spreekt. Was het voor een liberale redactie niet verstandiger, leering te trekken uit het feit, dat zelfs uit Twente zülk een ingezonden stuk binnenkwam? Sinds de gevolgen van de krisis zich heviger hebben doen gevoelen en allerlei knappe en niet-knappe koppen zich dus ook zijn gaan bezinnen op remedies, welke dienstig zouden kunnen zijn om de krisis op te lossen, is ook de vraag gesteld: Welk deel maakt de factor arbeidsloon uit van de productiekosten? Sommigen meenen, dat het loon slechts een klein deel der productiekosten uit maakt; anderen daarentegen meenen, dat in de productiekosten een zeer hoog be drag aan loon begrepen is. De in ons land gegeven schattingen loo- pen tot nu zeer uiteen. Mr. Maurits meent in de „Econ. Stat. Be richten", dat de loonfactor 90 pCt. der pro ductiekosten uitmaakt. De heer Mansholt komt in de „Sociaal-Democraat" tot 80 pCt. Wij weten niet op grond van welke becij feringen deze conclusies zijn getrokken. De bekende M.-redacteur komt in „Het Volk" van 17 Mei in tegenstelling met de heeren Mauritz en Mansholt tot een zeer laag cijfer: 25 pCt. Blijkens zijn artikel kijkt hij teveel naar de directe loonkosten en te weinig naar de indirecte (loon vervat in de machines, grondstoffen en alle ande re hulpmiddelen, die bij de productie wor den aangewend). Thans komt mr. v. Rhijn zich in de „Ne derlander" in dit debat mengen door te wijzen op uitvoerige berekeningen, welke omtrent dit vraagstuk in Duitschland ver schenen zijn: De Duitsche Werkgeversvereeniging heeft een onderzoek doen instellen bij 1065 naam- looze vennootschappen, tezamen werkende met een kapitaal van 7 milliard Mark. De uitkomst van het onderzoek was, dat 70.8 pCt. der kosten aan arbeidsloon werd uitgegeven. Een ander onderzoeker, Robert Schmidt, komt voor het geheele economische leven tot 64 pet. Deze cijfers houden het midden tusschen het hooge percentage Mauritz-Mansholt eenerzijds en het lage percentage van den M.-redacteur anderzijds. Wellicht is ook hier de middenweg de juiste en moet men 65 a 70 pCt. als het juiste cijfer aanhouden. Rudolf Wedemeyer, Mit Lohnsenkun- gen gegen die Arbeitslosigkeit, pag. 36-37. De S. D. A. P. bezemt de leden, die blij kens hun mentaliteit en hun gedrag bij haar niet thuis behooren, uit de partij. Zeer terecht. Het is een eisch van zelfbehoud. Wat doet de Katholieke Kerk? Zij stelt vast, dat de S. D. A. P. stellingen verkondigt en een levensbeschouwing hul digt, welke in strijd zijn met de leer der Kerk. Paus en Bisschoppen zijn in hun oor deel daarover volkomen eenstemmig. Leden van de S. D. A. P. kunnen dus geen lidmaten der Katholieke Kerk zijn. Nu meent het socialistische „Volksblad" evenwel een middel gevonden te hebben voor katholieke arbeiders, die lid willen zijn van socialistische organisaties, om deze moeilijkheid te overwinnen. „Het is ons bekend," aldus lezen wü in het socialistische orgaan, dat tal van ka tholieke leden van de S. D. A. P. en van de moderne vakbeweging getrouw de kerkelijke plichten vervullen. Zij gaan ook te biecht en houden hun Paschen. Maar zij verzwij gen hun lidmaatschap van de socialistische arbeidersbeweging, omdat naar hun mee ning het geloof of liever de kerk, die de geloovigen bijeenhoudt, niet bevoegd is voor te schrijven, welke maatschappijbeschou wing de geloovige er op na heeft te hou den." En triomphantelijk voegt 't blad, dat zich met deze vondst blijkbaar erg gelukkig acht, hieraan toe: „Zij omzeilen dus welbewust de klip, die het Nederlandsche Episcopaat den socialis- tischen katholieken opwerpt." Neen, antwoordt de „Limb. Koerier" hierop heel ad rem, neen, deze menschen omzeilen de klip niet; ze varen er juist boven op en zitten er hopeloos vast. Als zulke menschen hun lidmaatschap van so cialistische organisaties in de biecht wetens en willens verzwijgen, dan bezwaren zij hun geweten nog meer en zij zullen er al lerminst gerust op zijn. „Naast deze sociaal-democraten," zoo vervolgt hetzelfde blad, „staat een veel grooter aantal, dat eveneens katholiek blijft maar eenvoudig de kerk dus niet het ge loof den rug toedraait, omdat men hun de genademiddelen heeft geweigerd." Katholiek blijven en toch socialist zijn! Hoe gaarne zou de S. D. A. P. zien, dat die combinatie mogelijk was, vervolgt het Lim- burgsche katholieke blad. Het is te begrijpen, dat men van socia listische zijde met allerlei drogredenen aan komt en zich in allerlei bochten wringt om de mogelijkheid van deze combinatie aan te toonen. Daarin zal men evenwel nooit slagen. Het socialisme is in zijn wezen volkomen in strijd met de geopenbaarde waarheid, met de leer der Kerk. De uitspraken der Kerk zijn in dezen ab soluut duidelijk en aan geen enkelen twij fel onderhevig. In de groote encycliek „Quadragesimo Anno" van Pius XI is dit nogmaals en ten overvloede met klem be toogd en bewezen. Socialisme en Katholicisme sluiten el kander volkomen uit. En iemand die meent, dat hij socialist kan zijn en tegelij kertijd geloovig katholiek, maakt zichzelf iets wijs en handelt in strijd met het ge zond verstand. Alle praatjes van het „Volksblad" dienen dan ook nergens anders toe dan om twijfe laars zand In de oogen te strooien. Een goed katholiek, die nadenkt, zal zich daardoor niet laten misleiden. Pas op, medeburger, let op je woorden! Wik en weeg ze minstens tien keer, vóór je ze uitspreekt, of vóór je ze neerschrijft: één van die woorden kan voor één van je acht millioen landgenooten iets onaange naams, iets beleedigends, iets smadends inhouden, en dan: tien tegen één, dat je tegen de lamp loopt. Feitelijk behoeft een van die acht mil lioen landgenooten door dat ééne woord niet eens onaangenaam getroffen, belee- digd of gesmaad te zijn, 't is al vol doende, dat hij of zij doet alsofdat hij of zij simuleert, enkel en alleen om wille van de voldoening, je er bij te lap pen. Het helpt je ook niet, als je in al t® groote openhartigheid de eerlijke waar heid gesproken of geschreven hebt: zeg te gen 'n dief, dat ie 'n dief. zeg tegen 'n feeks, dat ze 'n feeks is, word je aan geklaagd, dan vlieg je er in, zoo zeker als wat. Zelfs al noemde je geen enkelen naam! Tenslotte is het ook niet eens noodig, dat de onaangenaam getroffen, beleedigde of gesmade persoon eenpersoon is; de partij in kwestie kan allang dood en be graven zijn ook dan weet de ver rei kende arm der gerechtigheid den snoodaard, die zijn woorden niet voorzichtig genoeg koos, te vinden. Met wiskunstige zekerheid bezorgt de Nederlandsche strafrechter, die o! zoo se cuur waakt voor de eer en den goeden naam van Jan en alleman (al kunnen eer en goede naam ook vrijwel afwezig geacht worden) den beleediger een vonnis. Moeilijkheden doen zich daarbij hoe genaamd niet voor: de eene partij acht zich beleedigd, de andere wordt veroordeeld. Alleen echter, wanneer de beleediging, de smaad, de laster God betreft, alleen dan weet heel de geleerde juridische wereld geen raad. De communistische en godlooze pers mag in woord en beeld God op 't schandelijkst beleedigen, smaden, belasteren, er schij nen duizend-en-één moeilijkheden te be staan, als men den dader wil treffen en be straffen. Moeilijkheden worden opgeworpen natuurlijk! van communistische zijde en van den kant der niet-tegen-den-gods- dienst-socialisten, moeilijkheden ook van vrijzinnige zijde, moeilijkheden ook uit. christelijke, ja, zelfs katholieke kringen. We zullen ons in deze moeilijkheden niet verdiepen, we erkennen, dat de materie niet gemakkelijk is. We vragen alleen maar, of de mensche- lijke geest, die zoo scherp is, wanneer hij m e n s c h e n-beleediging wil weren en be straffen, zoo hopeloos alle vernuft mist, als het geldt, beleediging, smaad en laster tegen God strafbaar te stellen. Moet alleen God in onze nette samen leving vogelvrij blijven voor iederen las teraar? Van het Koninklijk Besluit, dat voor bepaal de goederen den uitvoer naar België en Luxem burg verbiedt zonder vergunning van den minister van Economische Zaken en Arbeid, is thans de nadere uitwerking in de Staats courant verschenen. De regeling zal gelden voor boter, rundvleesch en levende runderen, varkensvleesch en levende varkens en snijbloemen. De vergunning wordt slechts verleend aan hen, die in een vroegere periode aan den uitvoer van deze artikelen naar België en Luxemburg hebben deelge nomen. Ingesteld zijn drie commissies, één voor zui vel- en melkproducten onder voorzitterschap van dr. F. E. Posthuma te Den Haag; één voor vleesch en vleeschwaren onder voorzitterschap van S. van Zwanenberg te Nijmegen en één voor snijbloemen onder voorzitterschap van J. C. Mensing te Aalsmeer. Deze voorzitters zijn belast met de uitgifte der uitvoervergunningen. Om de eerste aantasting van appels en perA door de rups (Carpocapsa), welke de aan ieder bekende wormstekigheid veroorzaakt, te voor komen, is het noodig, dat dadelijk na den bloei de appel- en pereboomen bespoten wordèn met een vloeistof, die giftig is voor deze rups. Hiervoor kan men gebruiken Parijschgroen (0.1 pCt. is 1 gr. per L. water) of loodarsenaat- poeder (0.3 pCt. is 3 gr. per L. water). Om bladverbranding te voorkomen is toe voeging van kalk (1 pCt. is 10 gr. per L.) ge wenscht. Daar de verschillende soorten (b.v. goud- reinet, bellefleur) niet gelijktijdig bloeien, kan men niet alle boomen op hetzelfde tijdstip be spuiten, doch moet men eerst de vroegbloeiende, later de laatbloeiende behandelen. Alleen een bespuiting dadelijk na den bloei geeft goede resultaten. Loodarsenaat kan toegevoegd worden aan Californische en aan Bordeauxsche pap; Pa rijschgroen alleen aan Bord. pap. Door vermenging van deze middelen ver krijgt men een sproeivloeistof, die tegelijkertijd tegen de wormstekigheid en tege de schurft- ziekte werkzaam is. Echter is tegen wormstekigheid één bespui ting voldoende, terwijl tegen de schurftziekte eenige keeren gespoten moet worden. Bjj de latere bespuitingen tegen deze ziekte kan dus toevoeging van vergif aan de pap achterwege blijven, tenzij men vreterij aan de bladeren door andere insecten (kevers, rupsen) waarneemt. Volledige gegevens over de bestrijding van de wormstekigheid zijn opgenomen in Mede- deeling no. 20 van den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen en bij de op verschil lende plaatsen werkzaam gestelde ambten n-ren van den Dienst. Op 28 Mei a.s. zal de Eer. Zuster Eutalina (Mej. Huberta Maas, geb .te Leiden) in het Liefdegesticht te Raalte (O.) haar gouden kloosterjubileum vieren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5