Het drama der Boeren-republieken
ifiMil is
RADIO-PROGRAM
Sproeten komen vroeg in het
Sprutol. Bij alle Drogisten.
DE HUWELIJKS'
DE VIJANDEN VAN HET BIJEN
Gabriel
Garcia Moreno
DONDERDAG 26 MEI
30 jaar na den vrede
van Pretoria
Dok na de geweldige dingen van
den wereldoorlog blijft de
herinnering aan de
worsteling der
Boeren
WERELD VOL BEWONDERING
Een lang voorspel
Vrijheidsoorlog van 1880
De uitlanders-kwestie
Oorlogsverklaring van 1890
Paul Kruger
Hardnekkige guerilla
De vrede
Geen kunstmatige
diamanten
De duurste hond ter
wereld
Het hielp!
Vrijdag 27 Mei
VERHAAL
Vergissen is menschelijk
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL
FEUILLETON
Den 31sten Mei zal het 30 jaar geleden zijn,
dat ds vrede werd gesloten tusschen Engeland
en de Zuid-Afrikaansche Republieken, welke
een einde maakte aan een der beruchtste oor
logen van de laatste honderd jaar. De ouderen
onder ons herinneren zich ongetwijfeld de
verontwaardiging, die zich meester maakte
niet alleen van Nederland, maar van een groot
deel van Europa en Amerika, toen het uit
breken van den Boerenoorlog bekend werd.
Een zeer lang voorspel was aan dit drama
voorafgegaan. In de Napoleontische oorlogen
was de Kaapkolonie in Engelsche handen over
gegaan: de Engelsche bestuurders verbitter
den de Hollandsche kolonisten door bü geschil
len tusschen blanken en kleurlingen steeds de
laatsten in het gelijk te stellen, waardoor voor
de Boeren een toestand van onveiligheid ont
stond. In 1836 werd daarom tot den Grooten
Trek besloten, een deel der kolonisten trok
over de Oranjerivier en stichtte daar den
Oranje-Vrijstaat; een ander deel vestigde zich
in Natal, dat na bloedigen strijd met den be
luchten Zoeloe-kcning Dingaan veroverd was
Nauwelijks drie jaar echter bleven de Voor
trekkers in het rustig bezit van hun nieuw
verworven gebied: Natal, dat zij in 1840 be
zet hadden, werd in 1843 door Engeland ge
annexeerd.
De gekwelde Boeren voegden zich toen voor
een groot deel bij hun stamgencoten in den
Oranje-Vrijstaat, in de verwachting, dat ze
daar althans hun zelfstandigheid konden be
houden. Vergeefsche hcop; hetzelfde spelletje
herhaalde zich: ook de Vrijstaat werd door
de Engelschen ingelijfd. Slechts in Transvaal,
het gebied over de Vaalrivier, werden de Hol
landsche kolonisten niet achtervolgd. Tot ge
luk der Boeren scheen de Britsche regeering
ook in de bezetting van den Vrijstaat niet
voldoende voordeel te zien; nadat in 1852 bij
het verdrag van de Zandrivier de onafhan
kelijkheid van Transvaal was erkend, werd
kort daarna de Vrijstaat ontruimd.
De Boeren wisten van deze vurig verlangde
vrijheid niet het juiste gebruik te maken.
Voortdurend gekrakeel en getwist verhinderde
den opbouw van een sterken staat, een eerste
vereischte, wilde men zich handhaven tegen
de wispelturige Engelsche politiek. De gevol
gen van deze tweedracht bleven niet uit; de
ontdekking van diamant in het Zuidwesten
van den Oranje-Vrijstaat verlokte de Britsche
regeering in 1867 tot annexatie van de dia-
manthoudende gebieden. Tien jaren later
kwam de beurt aan Transvaal, dat op last van
den imperialistischen Engelschen premier Dis
raeli werd ingelijfd bij het Britsche Rijk.
Na vergeefsche vertoogen besloten eindelijk
de Boeren zichzelf recht te verschaffen. In
den Vrijheidsoorlog 18801881 werden de En
gelsche troepen eenige malen verslagen, waar
na de liberale minister Gladstone berustte in
de onafhankelijkheid van Transvaal, dat van
toen af Zuid-Afrikaansche Republiek heette.
Een tijdperk van voorspoed brak thans aan,
dank zij vooral de uitstekende leiding van Pre
sident Paul Kruger. Groote welvaart kwam
in het land, toen in 1884 aan den Witwaters-
rand rijke goudvelden werden ontdekt. Wei
nig konden de Boeren vermoeden, dat die
zelfde ontdekking den ondergang van him re
publieken zou veroorzaken.
De goudhonger dreef tallooze „uitlanders"
naar Zuid-Afrika; om dezen stormloop eenigs-
zins tegen te houden, gingen de Boeren zware
eischen stellen voor naturalisatie en stemrecht.
De Chartered Company, waarvan Cecil Rho
des de belangrijke man was, stookte voortdu
rend de uitlanders tegen de Zuid-Afrikaan
sche regeering op: Johannesburg werd een
centrum van agitatie en onrust. In 1896 werd
de wereld opgeschrikt dcor den verraderlijken
Jameson's raid, een inval in de Republiek door
de Chartered Company, die echter dank zij de
waakzaamheid der Boeren mislukte.
Het werd steeds duidelijker, dat Engeland
■den oorlog zocht; hoever de Boerenregeeringen
ook zouden tegemoetkomen aan de Britsche
eischen, Albion was niet tevreden te stellen.
Zonder den oorlog te verklaren, begon Enge
land sterke troepenafdeelingen te concentree-
ren aan de grenzen der Boerenrepublieken.
In 1899 stelden de gesarde Boerenregeeringen
een ultimatum. Toen met het Engelsche ant
woord onmogelijk genoegen kon worden geno
men, rukten de Boeren de grenzen over.
Hoewel de Boerenrepublieken dus den oorlog
hadden verklaard, leed het geen twijfel, dat En
geland den strijd had uitgelokt. De publieke
opinie was dan ook voor het overgroote deel
tegen de Britten. Fel laakten vooral de Hol
landsche bladen het imperialisme en de goud
zucht van Engeland; het gevoel van stamver
wantschap deed zelfs in ons nuchtere Holland
een storm van verontwaardiging opgaan. Ook
in Duitschland, in Frankrijk, in Amerika be
sefte men, dat hier de rechtvaardigheid in het
gedrang kwam; ook déAr stak men zijn mee
ning niet onder stoelen en banken, maar.
meer deed men niet!
Intusschen hadden de Engelsche legers reeds
herhaaldelijk kennis gemaakt met de voortref
felijke strategie der Boeren; o.a. bij Magers-
fontein waren zij verpletterend verslagen. La
dy smith en Kimberley waren nauw ingesloten;
in beide steden heerschte groote ellende. Het
was echter te voorzien, dat deze Boeren-voor-
spoed niet lang kon duren. De Engelsche re
geering kon zonder ophouden nieuwe troepen
naar Zuid-Afrika zenden, terwijl de Boeren reeds
op hun volle sterkte waren. Een tegenvaller was
ook, dat steun uit de Kaapkolonie uitbleef. On
der deze omstandigheden gebeurde het onver
mijdelijke: de Boeren moesten voor de overmacht
zwichten; de met een groote troepenmacht op
rukkende Lord Roberts slaagde er in, Kimber
ley te ontzetten en Cronjé met 4000 Boeren ge
vangen te nemen.
Ook Ladysmith werd thans ontzet, Bloemfon
tein en Pretoria door de Engelschen genomen;
de beide Republieken werden geannexeerd. Paul
Kruger werd door het Nederlandsche oorlogs
schip „Gelderland" naar Europa overgebracht.
Tevergeefs beproefde hij bij de Europeesche re
geeringen hulp voor zijn landgenooten te ver
krijgen: de volkeren waren op de hand der
Boeren; de regeeringen achtten het diplomatie
ker, niet tusschenbeide te komen!
Een groot aantal boeren besloot ook na de
annexatie, den krijg tot het uiterste voort te
zetten. Een hardnekkige guerilla werd gevoerd
onder leiding van Christiaan de Wet, die door
zijn meesterlijke manoeuvres en zijn fantasti-
schen moed de bewondering en geestdrift der
Boerenvrienden opwekte en de Engelschen tot
wanhoop dreef.
Tenslotte gingen de Britsche legeraanvoer
ders tot maatregelen over, die in Europa op
nieuw een diepe verontwaardiging wakker rie
pen. De vrouwen en kinderen der Boeren wer
den in concentratiekampen samengedreven,,
waar velen stierven. De hoeven werden over
het geheele land stelselmatig verwoest en ver
brand. Zoo werden de Boeren door voedselge
brek gedwongen, hun heldhaftige verdediging
te staken en het hoofd in den schoot te leg
gen.
Op den 31sten Mei 1902 werd te Pretoria de
vrede gesloten. Ongeveer drie jaar had de
worsteling tusschen het machtige Albion en
de kleine Boerenrepublieken geduurd; met de
grootste verbazing had de wereld de krachts
ontwikkeling der oud-Hollandsche kolonisten
aanschouwd: een beter compliment kon hun
niet gemaakt worden!
Door dezen oorlog hadden de Engelschen zich
ongetwijfeld een slechten naam verworven; het
moet hun echter nagegeven worden, dat zij spoe
dig na den vrede alles gedaan hebben, om de
Boeren te verzoenen. Een oogenblik werd gepro
beerd het land te verengelschen, maar snel won
het inzicht veld, dat men de beste tactiek zou
volgen wanneer den Boeren zoo veel mogelijk
zelfstandigheid en vrijheid werd gelaten. Onder
de Boeren zelf teekenden zich twee richtingen
af: een onverzoenlijke, nationalistische partij
onder De Wet en anderen stelden zich tegenover
Botha, Smuts en de hunnen, die trachtten in het
Britsche imperium een zoo gunstig mogelijke
plaats voor hun land te veroveren. Ook heden
ten dage duurt die politieke strijd nog voort;
Weer is een record geslagen,
En men spreekt dus van geslaagd,
Nu de snelheid van den laatste
Weer een ietsje méér bedraagt.
Met een tienmotorig vliegtuig
Maakte men een vlugge vlucht,
En de winnaar kijkt natuurlijk
Na zijn ritje op-gelucht!
Hij is winnaar, triomphator,
Dé beroemdheid van zijn land,
En u ziet dan, onder sportnieuws,
Zijn portret ook in de krant.
Totnatuurlijk, tien-motorig
Vijftien, twintig, dertigwordt.
En dan telkens zult u lezen
Van een nieuw en mooi record!
Wéér beroemdheid, wéér portretje,
De prestatie was niet slecht
Maar het laatste snelheids-eitje
Wordt, geloof ik, nööit gelegd!
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden) S
llffillIIIHIIIIIIIllllI
uit het feit, dat thans de Nationalistische partij
in de meerderheid is, blijkt wel zonneklaar dat
de Boeren nog altijd een sterk saamhoorigheids-
gevoel en stambewustzijn hebben.
Dertig jaren zijn een lange tijd, en vooral in
onze snellevende wereld wordt de eene gebeur
tenis spoedig door de andere op den achtergrond
gedrongen.
Maar ook de geweldige Wereldoorlog met zijn
nasleep is niet in staat geweest, uit onze her
innering die heroieke worsteling van een klein
volk om zijn bedreigde vrijheid te verdringen.
Namen als Kruger, Steyn, Cronjé, Joubert,
Botha, de Wet en vele andere zullen niet licht
vergeten worden en voor ons Nederlanders heb
ben woorden als Elandslaagte, Modderrivier,
Spionkop nog altijd een bijzonderen klank.
Men schrijft ons van bevoegde zijde:
Kortelings ging door de pers een uit Amerika
afkomstig sensationeel bericht, dat een Ame-
rikaansch geleerde erin geslaagd zou zijn door
een nieuw procédé diamanten kunstmatig te
produceeren. Opheldering in deze kwestie is
nu verkregen door een interview, dat prof. Mc
Kee van de Columbia Universiteit aan den
verslaggever van het „Juwelers Circular" toe
stond. De professor verklaarde ten eerste, dat
hem niet gelukt was diamanten te doen 'ont
staan, die van eenig belang voor den juweelen-
handel zouden kunnen zijn, O.a. zeide hij dat
de verkregen steentjes zeer kleine waren, maar
tot poeder verwerkt als slijpmiddel gebruikt
kunnen worden.
Toen men den professor er op wees, dat on
reine natuurlijke diamanten, z.g.n. ,.bort", voor
industrieele doeleinden thans voor een lageren
prijs te verkrijgen zijn dan de kostprijs van
zijn product, was hij zeer verbaasd. De professor
voegde er nog aan toe, dat hij in den laatsten
tijd twee uitvindingen gedaan had, en wel een
met betrekking tot de diamant en de andere
met betrekking tot de productie van synthe
tische wol, maar dat hem het laatste meer in
teresseerde.
De duurste hond ter wereld zal wel 'n bulldog
zijn, die op 't oogenblik negen maanden oud is
en reeds zes eerste prijzen heeft gewonnen.
Den eigenaar van den hond werd na de ten
toonstelling 180.000 francs voor het prachtige
dier geboden maar hij verklaarde, dat hij het
voor geen geld ter wereld wilde missen. Men
kan dezen fantastischen prijs ten d'eele verkla
ren uit 't feit, dat momenteel in Engeland de
bulldog het meest geliefde hondenras is. Sinds
1875 is er in Engeland een bulldogclub, dat wil
zeggen een vereeniging, waarvan de eigenaars
en fokkers van bulldoggen lid zijn. Dezer da
gen had nog een hond'ententoonstelling plaats,
waarop niet minder dan 56 van de mooiste
bulldoggen waren te bewonderen.
Hoe komt het toch, zei een EngeLschman
tegen een Schot, dat Schotten vaak veel meer
succes in zaken hebben dan Engelschen?
Kwesitie van hersens, beste kerel, ant
woordde de Schot, jullie moet .neer visch eten,
zooals wij. Geef mij tien shilling en ik zal je
een visch sturen, zooals mijn vrouw ze mij
altijd voorzet. Dat is goed voor Je hersens.
De Engelscrman gaf tien shilling en ontving
den visch.
Den volgenden dag ontmoette hij den Schot
weer.
Nou, zei deze, hoe was mijn visch?
Heerlijk.
En merk je al, dat je hersens beter werken.
Neen, daar voel ik niets van. Maar tien
shilling is toch wel een hoop geld voor een
visch, nietwaar?
Zie je wel, daar heb je 't al. Je begint
al verstandiger te worden.
HUIZEN, 1875 M. Algemeen Programma
verzorgd door de N.C.R.V. 8.00 Schrift
lezing 8.15—9.30 Gramofoonpl 10.30
Ziekendienst 11.00 Gramofoonpl. 12.15—
2.00 Concert. H. Hermann (viool), T. G. v. d.
Haar (viool), H. v. d. Horst Jr. (cello) en
mevr. R. A. v. d. HorstBleekrode (piano) -
2.30 Indisch programma m.m.v. L. Kruithoi-
van Diggelen (zang), Dina Appeldoorn (piano)
en T. Kruithof (voordracht) 4.30 Gramo
foonpl. 5.00 Voor Postzegelverzamelaars
5.30 Voor amateur-fotografen 6.00 Causerie
door H. J. Stenvoort 6.30 Gramofoonpl.
6.40 Causerie door A J. Herwig 7.10 Causerie
over gort en havermout 7.45 M. K. "W.
Gerisch: De Wezer 8.00 Concert door de
H. O V. o.l.v. F. Schuurman m.m.v. A. Woua
lait). 0.a. Symphonia in F, Bach 9.0U
Causerie „In de Eempolder." 9.30 -10 30
Vervolg concert. O.a. Ouv. „Oberon" en fragtn.
„La damnation de Faust" Berlioz. c.a. 10.00
Vaz Dias 10.3011.30 Gramafoonplaten-
coneert.
HILVERSUM, 296 M. 6.45—12.00 V.A.R.A.
1200—4.00 A.VR.O. 4,00—8,00 V.A.R.A,
8.00—11.00 V.P.R.O. 11.00—12.00 V.A.R.A.
6.457.00 en 7.307.45 Gymnastiekles 8.00
Gramofoonpl. 10.15 Voordracht door A.
Bouwmeester 10.30 V.A.R.A,-septet o,l,v, Is,
Eyl 12.00 Omroeporkest o.l.v. N. Treep en
Gramofoonpl. 2.00 Dr. P. Klinkenberg.
Fridjof Nansen (voor scholen) 2.30 Vervolg
orkestconcert 3.004.00 Concert uit Cafe-
Restaurant .Atlanta" te Rotterdam 4.0u
Orgelspel door Joh. Jong 5.00 V.A.R.A. -
orkest o.l.v. H. de Groot 6,00 Gramofoonpl, -
6.15 Vervolg concert 6.40 Gramofoonpl.
7,00 V.A.R.A.-orkest o.l.v. H, de Groot M,mv
J. Jong (orgel) 8.30 Concert. Cora de Lan
genvan Rijn (alt-mezzosopraan) en J.
Spaanderman (piano) 9.00 Dr. B. Haga.
Geestelijk leven in Indië 9.30 Vervolg concert
10.05 Vaz Dias 10.15 Declamatie door Ai-
bert van Dalsum 10.45 Gramofoonpl. 11.00
12.00 Gramofoonpl. (V.A.R.A.).
DAVENTRY, 1554 M. 10.35 Morgen
wijding 12.20 Em. Starkey en zijn orkest
I.05 Orgelconcert W. Vale 1.50 Gramfoonpl.
4.35 Studio-orkest onder leiding van G.
Daines 5.35 Kinderuur 6.50 Mozart's piano
variaties door M. Cole 8.20 Vaudeville
9.55 „Requiem Mass" van Fr. d'Erlanger. BBC-
orkest, National Chorus en solisten o.l.v. a.
Boult 10.5512.20 Savoy Hotel Orpheans
(Evtl. Nachtegalenzang)
PARIJS „Radio Paris" 1725 M. 8.05 en
12.50 Gramofoonpl. 8.20 Faust-concert o.l.v.
E. Bigot. O.a. uit „Faust", Gounod en
„Damnation de Faust", Berlioz.
LANGENBERG, 473 M. 7.25—7.50 Gramo
foonpl. 7.50—8.20 Orkestconcert 11.40—
12.20 Gramofoonpl. 1.20—2.50 Concert o.l.v.
Kühn 2.50 Gramofoonpl. 5.206.35 Puc-
ciniconcert 8.35 Symphonie C gr t. Haydn
(Uit Königsberg) 9.05 Rettung, drama van
H. Kesser 10.00 Concert o.l.v. Eysoldt. O.a.
negende rhapsodie, Liszt.
ROME, 441 M. 8.10 Gramofoonpl. 9.05
Concert m.m.v. strijkkwartet en I. W. Baxkany
(sopraan).
BRUSSEL, 508 en 338 M. 508 M. 12.20 Trio-
voorjaar, koop tijdig een pot
Dat Netty Belman aan den man is gekomen,
hoeft niemand te verwonderen. Het heeft mij en
onze buren altijd verbaasd, dat het niet eerder
gebeurd is. Want Netty was het mooiste meisje
van heel de straat. En de straat is lang! En er
wonen veel mooie meisjes in, en nog veel meer
die zich verbeelden mooi te zijn.
Netty was over de dertig toen ze trouwde met
den agent van het nieuwe weekblad voor de
streek. Het is soms moeilijk te verklaren, hoe
een aardig, levenslustig en werkzaam meisje niet
aan een vrijer kan komen, terwijl er honderden,
die leelijk, somber en lui zijn maar den arm be
hoeven uit te steken om er een te vangen. Bo
vendien wisten we, dat Netty wel graag zou
trouwen en ook geen overdreven eischen stelde.
Allemaal in de buurt waren we dan ook zeer
verrast en verheugd, toen we op een goeden dag
in het nieuwe weekblad de namen van Netty
Belmans en Andries Burgerhof als ondertrouw
den in den Burgerlijken Stand lazen. Er was
echter iets mysterieus in het geval. We waren
er zeker van dat Netty niet de gebruikelijke
maanden of jaren met Andries Burgerhof had
gevrijd. Hoe kwamen die twee bij elkaar? Zelfs
toen beiden al een jaar getrouwd waren, lieten
ze daarover nog niets los.
Toen ik op een avond gezellig bij de jongge
huwden aan tafel zat, heeft ze mij die historie
eens verteld. Ik moest echter beloven er met nie
mand over te spreken; daarom schrijf ik het
verhaal
„Je kent me", zei Netty, „ik ben altijd een fat
soenlijk en net meisje geweest, wat niet weg
nam dat ik het vooruitzicht ongetrouwd te blij
ven, verschrikkelijk vond. Ik voelde me nu een
maal voor het huwelijk bestemd en was er ook
zeker van een man gelukkig te maken. Die over
tuiging hielp me intusschen weinig; hoe 't kwam
is me niet duidelijk, maar er kwam niemand op
me af en ik was te fier om aan iemand op te
dringen: Wat moest ik doen? Ik wilde wel op
passende wijze het mogelijke wagen, om, laat ik
er maar ronduit zeggen, aan den man te komen.
Toen schoot me te binnen, dat ik 't eens moest
riskeeren met een huwelijks-advertentie. Ik
dacht daarbijwie weet, of er niet heel wat jon
gelui of mannen van middelbaren leeftijd zijn,
die even als ik geen relaties hebben met het an
dere geslacht, en op die manier in de gelegen
heid komen, om, zij 't wat op zakelijke manier,
kennis te maken.
Een paar dagen later kon men in het dagblad
dat hier veel gelezen wordt, de volgende adver
tentie lezen:
JONGE DAME,
30 jaar, aangenaam uiterlijk, levendig karakter,
niet geheel onbemiddeld, zoekt langs dezen weg
kennis te maken met heer tusschen 30 en 40
jaren. Brieven met portret poste restante
No. 1241.
Ge kunt wel denken dat ik in de eerste dagen
vol verwachting leefde. Toen ik aan 't postkan
toor na een dag of drie, vier, een vijftal brieven
kon opnemen, had ik wel van pleizier kunnen
dansen. Mijn vreugde duurde niet lang, de vijf
brieven waren een verpletterende teleurstelling
voor me. Het bleken namelijk geen antwoorden
van mannelijke candidaten te wezen, maar een
voudig brieven van andere bladen, waarin ik
werd aangespoord, de bijgaande, uit het
dagblad geknipte advertentie ook eens aaD hun
kantoor ter plaatsing op te geven. Dat was alles!
het was een gezellige desillusie voor me.
Het ergste kwam nog. Een dag later kreeg ik
bezoek van een meneer van het nieuwe week
blad die me de publiciteit van die nieuwe krant
geweldig ophemelde en me op honderd manie
ren verzekerde, dat een annonce, eenmaal ge
plaatst in zijn blad, zeker succes zou hebben.
Ik was natuurlijk vreeselijk verlegen tijdens
dat bezoek, want ik begreep, dat die man op de
een of andere manier mijn geheim kende. On
danks al z'n praten was ik toch niet te vinden
voor het plaatsen eener huwelijksannonce. Ik zei
maar, dat ik niets te adverteeren had. maat
aan de manier waarop hij lachte, zag ik dat bi)
beter wist. Ik zond hem eindelijk met een be
leefd praatje weg. Twee dagen daarna presen
teerde hij zich opnieuw. Hij was niet alleen;
een alleraardigst meisje van vier jaar stond
naast hem; de kleine die daar zit. Het arme
ding zag er wat verwaarloosd uit, wat me nog
te weeker stemde; ik kon niet nalaten het oP
mijn schoot te nemen en het eens danig I®
knuffelen. Spoedig kwam het gesprek op het
kind en ik vernam, dat de man Andries Burger
hof heette en sinds anderhalf jaar weduwnaar
was. Hij zelf en het kind waren bij een oude
tante in pension, maar 't leven was er niet
pleizierig. Na over 't een en ander te hebben
gebabbeld, stelde hij me opnieuw voor, de
annonce (hij gaf nu ronduit toe van een post
ambtenaar te weten wie „poste restante 1241"
was) in zijn blad te plaatsen; met een gulden
of wat voor een advertentie te betalen, maakte
ik mezelf en een ander misschien gelukkig. Ten
slotte liet ik me bepraten en de advertentie
verscheen in het nieuwe weekblad.
Drie dagen er na vond ik een brief voor me
aan de post. Buiten op straat scheurde ik de
enveloppe zenuwachtig open. Jawel: ditmaal
en portret en een brief! Maar dien man kende
ik! Het was waarachtig de vertegenwoordiger
van het nieuwe weekblad.
Wat zal ik u nu nog zeggen?
We werden het eens en besloten spoedig te
trouwen; ik was den hemel te rijk, misschien
vooral ter wille van het lieve arme kind dat ik
verzorgen mocht. Eén ding zat me echter wat
dwars. Waarom had Andries me nog eerst een
advertentie van twee gulden vijf en twintig op
gedrongen? Niet dat ik dat geld niet kon missen,
maar ik begreep er niets van. Ik vroeg hem er
naar.
„Ja, zie je," antwoordde hij, „als agent van
m'n weekblad wilde ik mijn geluk niet te dan
ken hebben aan een concurrent."
We moesten alle drie hartelijk lachen om dit
antwoord. Voor ik van de gelukkig gehuwden
afscheid nam, moest ik nogmaals beloven er
niet over te praten. En die belofte hou ik!
concert 5.20 Concert o.l.v. Kumps 6.20 en
6.50 Gramofoonp,. 8.20 dito 8.45 Uit
Parijs: La vie de poête en derde acte van
„Louise", beide Charpentier. Hiema tot 11.20
Concert o.l.v. Walpot 338 M.12.20 Gramo
foonpl. 5.20 Concert o.lv. Fr. André 6.2U
en 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Radio-tooneel
8.50 Concert uit het Conservatorium. Hiema
tot 11.20: zie 508 M
ZEESEN, 1635 M. 8.35 zie Langer.berg
10.35 Berichten en hierna concert door de Ber
liner Konzertverein o.l.v. Clemens Schmalstich.
VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER
WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN
RADIOGIDS
Aan het familiediner zit een bijziende dame
naast een heer met een schedel zóó onvrucht
baar als een ijsveld aan de Noordpool. Toen
de maaltijd halverwege was, liet deze kaal
hoofdige heer zijn vork vallen. Als hij zich
bukt om die op te rapen, verkeert de bijziendeüi?t
dame in de veronderstelling, dat de kellner een
nieuw gerecht opdient, en zonder aarzelen zegt
ze: „O, dank u! Ik houd niet van meloen."
Maar vóór de koningin bij den uitgang van de zaal was. hoorde ze
een harden knal. Holderdebolder vloog alles door elkaar. Men hoorde
niets dan gillenToen werd het plotseling heel stil en de koningin
en Jaap keken elkaar aan.
Toen de koningin en de anderen weer overeind wilden kruipen,
zagen ze ineens iets geks. Daar voor hen stond in plaats van de
honingpomp een groote dikke hommel. „Ik zat in de pomp ver
borgen," schreeuwde de hommel uit. „Ik heb alles gezien en zal
het aan mijn burgemeester mededeelen."
iiilllllllflllllllllllllIlllliillllllllllllllIB
Alle aèonné^S bV}remlaue?Jeb^leon?e?cMktheiatotweTkendoOTf 7^0 m bU een ongeval met f 9 C/1 bij verlies van een hand f 1 OC bij verlies van een Cfi bi) een breuk van t A/l bij verlies van "n
ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen OUvlr» verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen doodelijken afloop f £OU,m een voet of een oog IZfOt" duim of wijsvinger f OU,m been of arm Tl/manderen vinger
jUiMlUlüUIUUilUUlillllil
uiimiiiiiiniiiiiiiia
CS
Voor de Lelie van Quito, de Zalige Mariana
•van Jezus, de patrones van de hoofdstad, liet
hij in het Congres een som voteeren om de reli
kwieën van de Heilige in een kostbare schrijn
aan de bevolking ter vereering uit te stellen.
Zijn geloof en zijn godsvrucht gingen in het
bijzonder uit naar het H. Sacrament. Veelvuldig
•waren zijn bezoeken voor het altaar. Zijn geheele
houding verried zijn intense devotie. Eiken Zon
dag ging hij ter H. Tafel, alsmede op door de
weeksche feestdagen. Meermalen zag men hem
met de kaars in de hand den priester verge
zellen door de stad, wanneer deze de H. Teer
spijze bracht aan een zieke.
Aan de vele daden van diepe geloofsover
tuiging zou Garcia Moreno er in 1873 nog eene
voegen, voldoende om zijn roem en naam voor
altijd te vestigen.
Pater Proano had, om den bijzonderen zegen
des Hemels over de Republiek af te roepen,
voorgesteld, Ecuador officieel aan het Heilig
Hart van Jezus toe te wilden. Garcia Moreno.
ijverig lid van het Apostolaat des Gebeds, ging
met enthousiasme hierop in. Het Derde Natio
nale Concilie van Quito bood een uitnemende
gelegenheid de zaak te bespreken en de bijeen
komst van het Congres, de kans, het verlangen
van zijn hart te bepleiten en tot wet te ver
heffen. 13 April 1873 nam het Concilie het
voorstel met geestdrift over, waarna Garcia
Moreno het Congres verzocht een decreet uit te
vaardigen, waarbij Kerk en Staat zich vereenig-
den om de Opperheerschappij van Jezus Chris
tus in de Republiek te erkennen. Onder den
invloed van zijne welsprekendheid werd het
volgende voorstel aangenomen:
De Senaat en Kamer van Afgevaardigden
van Ecuador, vereenigd in Congres nemen
aan: „Artikel 1: De Republiek Ecuador wijdt
zich toe aan het Allerheiligst Hart van Je
zus, Hem aannemende tot Patroon en Be
schermer.
Artikel 2: Tot nationaal feest van den aller-
eersten rang wordt verheven, het feest van
het Allerheiligst Hart van Jezus.
Artikel 4: Dit feest zal in alle Kathedrale
kerken van de Republiek door de Diocesane
Prelaten met den hoogsten luister gevierd
worden. In alle Kathedralen moet een altaar
aan het Allerh. Hart van Jezus zijn toegewijd
en zal op kosten van den Staat een mar
meren steen worden aangebracht waarop dit
decreet zal worden vermeld.
Zonder tegenstand werd het ontwerp in
het Congres aangenomen. Een groot schilderij
voorstellende het Allerh. Hart van Jezus, met
een wereldbol in de hand als Eeuwige Koning
der naties, werd in de zaal van het Congres
aangebracht. Drie dagen voor de plechtige toe
wijding was geheel Ecuador, zelfs de meest
afgelegen dorpen in vlaggentooi. De solemneele
opdracht had plaats in de Kathedraal te
Quito waarheen Garcia Moreno met Minis
ters en hoogwaardigheidsbekleeders zich „au
grand Gala" begeven hadden.
De Aartsbisschop sprak het eerst in naam
der Kerk de acte van toewijding uit, waarna
Garcia Moreno namens den Staat de toewij
ding voorlas.
Dit feit, eenig in de wereldgeschiedenis had
plaats in 1873. Jaren later zal het opper
machtig geworden liberalisme deze grandioze
daad van Garcia Moreno te niet doen door
een decreet.
Het schilderij werd uit de Congreszaal ver
wijderd en de nationale feestdag ongedaan
gemaakt.
Het katholieke volk is echter zijn Heiland
getrouw gebleven en te midden van de libe
rale vervolging viert het elk jaar met den
grootsten luister den feestdag van het Aller
heiligst Hart, dat het nog steeds beschouwt
als een der voornaamste feesten van het jaar.
Wij hebben hierboven reeds vermeld hoe zijn
grootste hartstocht uitging naar recht en ge
rechtigheid en wij kunnen ons eenigermate
voorstellen welken indruk de overweldiging
van de Pauselijke Staten en van Rome, den
20en Sept. 1870 op hem maakten. Pius IX pro
testeerde tegen de onrechtvaardige bezetting
in Zjjn Encycliek van 1 November 1870. Deze
Encycliek kwam de eerste dagen van 1871 te
Ecuador aan. Na lezing was de maat bij Gar
cia Moreno, die het onrecht stap voor stap
gevolgd had, vol Als niemand protestterde hij
dan wel. En den 18en Januari verscheen in
het Staatsblad een krachtig protest gericht
aan den Minister van Buitenlandsche Zaken
van den overweldiger der Pauselijke
Staten. Na de misdaad tegen recht en gerech
tigheid te hebben vastgelegd gaat hij verder.
„Maar aangezien wij tot dusver nog geen
steun hebben vernomen van de Mogendheden
van het Oude Vasteland en Rome door de
troepen van Z. M. den Koning Victor Ema
nuel bezet blijft, rekenen wij het terzake on
zer zwakheid en den afstand waarop wij ons
bevinden tot onzen plicht te protesteeren voor
God en voor de wereld in naam van het ver
krachte recht en in naam van het katholieke
volk van Ecuador tegen de schandelijke invasie
van Rome tegen het gemis aan vrijheid waar
toe de Eerbiedwaardige Opperpriester is ver
oordeeld.... en ten slotte tegen de gevolgen,
die nu en voor de toekomst uit dit onwaarig
machtsmisbruik zullen voortkomen, tot schade
van Zijne Heiligheid en de Katholieke Kerk."
Tot slot doet hij een beroep op Victor Emanuel
om op nobele wijze het onrecht te herstellen.
Niet tevreden met dit protest, zond hü een
copie aan de verschillende Regeeringen van
Amerika, hen opwekkende deze heiligschennende
en duizendmaal infame bezetting van Rome te
veroordeelen. Maar och, geen enkele Regeering
gaf gevolg aan den oproep van den grooten
strijder voor de Rechtvaardigheid. Verschil
lende Regeeringen bespotten hem zelfs om zijn
protest. Doch Garcia Moreno meende: „Al is
het ook maar de stem van een kind als hij
roept om recht voor zijn vader, moet naar de
stem van het kind geluisterd worden.
Toen Pius IX het protest onder de oogen
kreeg riep hij uit: „O, als deze man eens een
machtige Koning Was, wat zou de Paus dan
een steun in de wereld hebben."
21 Maart 1871 zond hij een breve met geluk-
wenschen en benoemde hem Ridder 1ste klasse
in de Orde van Pius IX. Deze twee groote
figuren uit de 19e eeuw, beiden vervolgd doel
de vrijmetselarij, verstonden zich uitstekend.
Een geheele briefwisseling is bewaard gebleven
om hiervan getuigenis te geven.
In 1873 vroeg Garcia Moreno, na gewezen te
hebben op den grooten maatschappelijken voor
spoed, die het gevolg was van het naleven van
den godsdienst en zijne wetten, van het Congres
een dotatie voor den gevangene van het
Vaticaan. Eenige dagen later schonk het Congres
aan den Paus de som van 10.000 pesos „als
een nietig offertje", zoo zeiden de vertegenwoor
digers van het Congres aan den Pauselijken
Legaat bij de overhandiging van het bedrag,
„van onze kleine Republiek, welke u wel zoo
goed wilt zijn aan den onsterfelijken Paus IX
te geven, namens een volk dat zijne deugden
vereert en zijne grootheid bewondert." Neen.
neen, antwoordde de Delegaat. De Staten die
zich tot zulk een hoogte weten te verheffen»
zijn niet klein."
Pius IX schreef opnieuw een uitbundige®
brief om hem te danken. Hierop antwoord"
Garcia Moreno weer. De eerste alinea's uit d>
schrijven laten wij hier volgen; „Heilige Vaden
Ik ben niet in staat mijne allerdiepste dank'
baarheid uit te spreken van 20 October.
zegen en goedkeuring die U hecht aan niU
zwakke pogingen, is mij de grootste beloond]1»
die ik op aarde kan ontvangen.... Maar 1
waarheid moet ik bekennen, dat wij alles aa
God verschuldigd zijn, niet alleen de groeien"
welvaart van deze kleine Republiek, maar
ook
alle middelen die ik gebruik en het verlang®
dat Hij mij inspireert om voor Zijn glorie
werken. Ik verdien derhalve geen enkele be!°®
ning, doch vrees te meer, dat Hij op den J°®gf
sten dag mij rekenschap zal vragen van
goed, dat ik met Zijn bijstand had kunn t
doen en niet gedaan heb. Uwe Heiligheid
wel voor mij bidden en vragen, dat HU ®p
vergeeft en red; dat Hij mij verlichte p
sterke in alles en mij geven te moge sterv
door de verdediging van het geloof en de ke.eTL
Pius IX en Garcia Moreno hebben hei
aandeel gehad in het Lijden van Christus.
eerste werd uitgeleverd aan de gevang®®,^
waarders, de tweede aan de sluipmoorden
der revolutie.
(Wordt vervol
Jgd'-