Het drama der Boeren-republieken ifiMil is RADIO-PROGRAM Sproeten komen vroeg in het Sprutol. Bij alle Drogisten. DE HUWELIJKS' DE VIJANDEN VAN HET BIJEN Gabriel Garcia Moreno DONDERDAG 26 MEI 30 jaar na den vrede van Pretoria Dok na de geweldige dingen van den wereldoorlog blijft de herinnering aan de worsteling der Boeren WERELD VOL BEWONDERING Een lang voorspel Vrijheidsoorlog van 1880 De uitlanders-kwestie Oorlogsverklaring van 1890 Paul Kruger Hardnekkige guerilla De vrede Geen kunstmatige diamanten De duurste hond ter wereld Het hielp! Vrijdag 27 Mei VERHAAL Vergissen is menschelijk AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL FEUILLETON Den 31sten Mei zal het 30 jaar geleden zijn, dat ds vrede werd gesloten tusschen Engeland en de Zuid-Afrikaansche Republieken, welke een einde maakte aan een der beruchtste oor logen van de laatste honderd jaar. De ouderen onder ons herinneren zich ongetwijfeld de verontwaardiging, die zich meester maakte niet alleen van Nederland, maar van een groot deel van Europa en Amerika, toen het uit breken van den Boerenoorlog bekend werd. Een zeer lang voorspel was aan dit drama voorafgegaan. In de Napoleontische oorlogen was de Kaapkolonie in Engelsche handen over gegaan: de Engelsche bestuurders verbitter den de Hollandsche kolonisten door bü geschil len tusschen blanken en kleurlingen steeds de laatsten in het gelijk te stellen, waardoor voor de Boeren een toestand van onveiligheid ont stond. In 1836 werd daarom tot den Grooten Trek besloten, een deel der kolonisten trok over de Oranjerivier en stichtte daar den Oranje-Vrijstaat; een ander deel vestigde zich in Natal, dat na bloedigen strijd met den be luchten Zoeloe-kcning Dingaan veroverd was Nauwelijks drie jaar echter bleven de Voor trekkers in het rustig bezit van hun nieuw verworven gebied: Natal, dat zij in 1840 be zet hadden, werd in 1843 door Engeland ge annexeerd. De gekwelde Boeren voegden zich toen voor een groot deel bij hun stamgencoten in den Oranje-Vrijstaat, in de verwachting, dat ze daar althans hun zelfstandigheid konden be houden. Vergeefsche hcop; hetzelfde spelletje herhaalde zich: ook de Vrijstaat werd door de Engelschen ingelijfd. Slechts in Transvaal, het gebied over de Vaalrivier, werden de Hol landsche kolonisten niet achtervolgd. Tot ge luk der Boeren scheen de Britsche regeering ook in de bezetting van den Vrijstaat niet voldoende voordeel te zien; nadat in 1852 bij het verdrag van de Zandrivier de onafhan kelijkheid van Transvaal was erkend, werd kort daarna de Vrijstaat ontruimd. De Boeren wisten van deze vurig verlangde vrijheid niet het juiste gebruik te maken. Voortdurend gekrakeel en getwist verhinderde den opbouw van een sterken staat, een eerste vereischte, wilde men zich handhaven tegen de wispelturige Engelsche politiek. De gevol gen van deze tweedracht bleven niet uit; de ontdekking van diamant in het Zuidwesten van den Oranje-Vrijstaat verlokte de Britsche regeering in 1867 tot annexatie van de dia- manthoudende gebieden. Tien jaren later kwam de beurt aan Transvaal, dat op last van den imperialistischen Engelschen premier Dis raeli werd ingelijfd bij het Britsche Rijk. Na vergeefsche vertoogen besloten eindelijk de Boeren zichzelf recht te verschaffen. In den Vrijheidsoorlog 18801881 werden de En gelsche troepen eenige malen verslagen, waar na de liberale minister Gladstone berustte in de onafhankelijkheid van Transvaal, dat van toen af Zuid-Afrikaansche Republiek heette. Een tijdperk van voorspoed brak thans aan, dank zij vooral de uitstekende leiding van Pre sident Paul Kruger. Groote welvaart kwam in het land, toen in 1884 aan den Witwaters- rand rijke goudvelden werden ontdekt. Wei nig konden de Boeren vermoeden, dat die zelfde ontdekking den ondergang van him re publieken zou veroorzaken. De goudhonger dreef tallooze „uitlanders" naar Zuid-Afrika; om dezen stormloop eenigs- zins tegen te houden, gingen de Boeren zware eischen stellen voor naturalisatie en stemrecht. De Chartered Company, waarvan Cecil Rho des de belangrijke man was, stookte voortdu rend de uitlanders tegen de Zuid-Afrikaan sche regeering op: Johannesburg werd een centrum van agitatie en onrust. In 1896 werd de wereld opgeschrikt dcor den verraderlijken Jameson's raid, een inval in de Republiek door de Chartered Company, die echter dank zij de waakzaamheid der Boeren mislukte. Het werd steeds duidelijker, dat Engeland ■den oorlog zocht; hoever de Boerenregeeringen ook zouden tegemoetkomen aan de Britsche eischen, Albion was niet tevreden te stellen. Zonder den oorlog te verklaren, begon Enge land sterke troepenafdeelingen te concentree- ren aan de grenzen der Boerenrepublieken. In 1899 stelden de gesarde Boerenregeeringen een ultimatum. Toen met het Engelsche ant woord onmogelijk genoegen kon worden geno men, rukten de Boeren de grenzen over. Hoewel de Boerenrepublieken dus den oorlog hadden verklaard, leed het geen twijfel, dat En geland den strijd had uitgelokt. De publieke opinie was dan ook voor het overgroote deel tegen de Britten. Fel laakten vooral de Hol landsche bladen het imperialisme en de goud zucht van Engeland; het gevoel van stamver wantschap deed zelfs in ons nuchtere Holland een storm van verontwaardiging opgaan. Ook in Duitschland, in Frankrijk, in Amerika be sefte men, dat hier de rechtvaardigheid in het gedrang kwam; ook déAr stak men zijn mee ning niet onder stoelen en banken, maar. meer deed men niet! Intusschen hadden de Engelsche legers reeds herhaaldelijk kennis gemaakt met de voortref felijke strategie der Boeren; o.a. bij Magers- fontein waren zij verpletterend verslagen. La dy smith en Kimberley waren nauw ingesloten; in beide steden heerschte groote ellende. Het was echter te voorzien, dat deze Boeren-voor- spoed niet lang kon duren. De Engelsche re geering kon zonder ophouden nieuwe troepen naar Zuid-Afrika zenden, terwijl de Boeren reeds op hun volle sterkte waren. Een tegenvaller was ook, dat steun uit de Kaapkolonie uitbleef. On der deze omstandigheden gebeurde het onver mijdelijke: de Boeren moesten voor de overmacht zwichten; de met een groote troepenmacht op rukkende Lord Roberts slaagde er in, Kimber ley te ontzetten en Cronjé met 4000 Boeren ge vangen te nemen. Ook Ladysmith werd thans ontzet, Bloemfon tein en Pretoria door de Engelschen genomen; de beide Republieken werden geannexeerd. Paul Kruger werd door het Nederlandsche oorlogs schip „Gelderland" naar Europa overgebracht. Tevergeefs beproefde hij bij de Europeesche re geeringen hulp voor zijn landgenooten te ver krijgen: de volkeren waren op de hand der Boeren; de regeeringen achtten het diplomatie ker, niet tusschenbeide te komen! Een groot aantal boeren besloot ook na de annexatie, den krijg tot het uiterste voort te zetten. Een hardnekkige guerilla werd gevoerd onder leiding van Christiaan de Wet, die door zijn meesterlijke manoeuvres en zijn fantasti- schen moed de bewondering en geestdrift der Boerenvrienden opwekte en de Engelschen tot wanhoop dreef. Tenslotte gingen de Britsche legeraanvoer ders tot maatregelen over, die in Europa op nieuw een diepe verontwaardiging wakker rie pen. De vrouwen en kinderen der Boeren wer den in concentratiekampen samengedreven,, waar velen stierven. De hoeven werden over het geheele land stelselmatig verwoest en ver brand. Zoo werden de Boeren door voedselge brek gedwongen, hun heldhaftige verdediging te staken en het hoofd in den schoot te leg gen. Op den 31sten Mei 1902 werd te Pretoria de vrede gesloten. Ongeveer drie jaar had de worsteling tusschen het machtige Albion en de kleine Boerenrepublieken geduurd; met de grootste verbazing had de wereld de krachts ontwikkeling der oud-Hollandsche kolonisten aanschouwd: een beter compliment kon hun niet gemaakt worden! Door dezen oorlog hadden de Engelschen zich ongetwijfeld een slechten naam verworven; het moet hun echter nagegeven worden, dat zij spoe dig na den vrede alles gedaan hebben, om de Boeren te verzoenen. Een oogenblik werd gepro beerd het land te verengelschen, maar snel won het inzicht veld, dat men de beste tactiek zou volgen wanneer den Boeren zoo veel mogelijk zelfstandigheid en vrijheid werd gelaten. Onder de Boeren zelf teekenden zich twee richtingen af: een onverzoenlijke, nationalistische partij onder De Wet en anderen stelden zich tegenover Botha, Smuts en de hunnen, die trachtten in het Britsche imperium een zoo gunstig mogelijke plaats voor hun land te veroveren. Ook heden ten dage duurt die politieke strijd nog voort; Weer is een record geslagen, En men spreekt dus van geslaagd, Nu de snelheid van den laatste Weer een ietsje méér bedraagt. Met een tienmotorig vliegtuig Maakte men een vlugge vlucht, En de winnaar kijkt natuurlijk Na zijn ritje op-gelucht! Hij is winnaar, triomphator, Dé beroemdheid van zijn land, En u ziet dan, onder sportnieuws, Zijn portret ook in de krant. Totnatuurlijk, tien-motorig Vijftien, twintig, dertigwordt. En dan telkens zult u lezen Van een nieuw en mooi record! Wéér beroemdheid, wéér portretje, De prestatie was niet slecht Maar het laatste snelheids-eitje Wordt, geloof ik, nööit gelegd! MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) S llffillIIIHIIIIIIIllllI uit het feit, dat thans de Nationalistische partij in de meerderheid is, blijkt wel zonneklaar dat de Boeren nog altijd een sterk saamhoorigheids- gevoel en stambewustzijn hebben. Dertig jaren zijn een lange tijd, en vooral in onze snellevende wereld wordt de eene gebeur tenis spoedig door de andere op den achtergrond gedrongen. Maar ook de geweldige Wereldoorlog met zijn nasleep is niet in staat geweest, uit onze her innering die heroieke worsteling van een klein volk om zijn bedreigde vrijheid te verdringen. Namen als Kruger, Steyn, Cronjé, Joubert, Botha, de Wet en vele andere zullen niet licht vergeten worden en voor ons Nederlanders heb ben woorden als Elandslaagte, Modderrivier, Spionkop nog altijd een bijzonderen klank. Men schrijft ons van bevoegde zijde: Kortelings ging door de pers een uit Amerika afkomstig sensationeel bericht, dat een Ame- rikaansch geleerde erin geslaagd zou zijn door een nieuw procédé diamanten kunstmatig te produceeren. Opheldering in deze kwestie is nu verkregen door een interview, dat prof. Mc Kee van de Columbia Universiteit aan den verslaggever van het „Juwelers Circular" toe stond. De professor verklaarde ten eerste, dat hem niet gelukt was diamanten te doen 'ont staan, die van eenig belang voor den juweelen- handel zouden kunnen zijn, O.a. zeide hij dat de verkregen steentjes zeer kleine waren, maar tot poeder verwerkt als slijpmiddel gebruikt kunnen worden. Toen men den professor er op wees, dat on reine natuurlijke diamanten, z.g.n. ,.bort", voor industrieele doeleinden thans voor een lageren prijs te verkrijgen zijn dan de kostprijs van zijn product, was hij zeer verbaasd. De professor voegde er nog aan toe, dat hij in den laatsten tijd twee uitvindingen gedaan had, en wel een met betrekking tot de diamant en de andere met betrekking tot de productie van synthe tische wol, maar dat hem het laatste meer in teresseerde. De duurste hond ter wereld zal wel 'n bulldog zijn, die op 't oogenblik negen maanden oud is en reeds zes eerste prijzen heeft gewonnen. Den eigenaar van den hond werd na de ten toonstelling 180.000 francs voor het prachtige dier geboden maar hij verklaarde, dat hij het voor geen geld ter wereld wilde missen. Men kan dezen fantastischen prijs ten d'eele verkla ren uit 't feit, dat momenteel in Engeland de bulldog het meest geliefde hondenras is. Sinds 1875 is er in Engeland een bulldogclub, dat wil zeggen een vereeniging, waarvan de eigenaars en fokkers van bulldoggen lid zijn. Dezer da gen had nog een hond'ententoonstelling plaats, waarop niet minder dan 56 van de mooiste bulldoggen waren te bewonderen. Hoe komt het toch, zei een EngeLschman tegen een Schot, dat Schotten vaak veel meer succes in zaken hebben dan Engelschen? Kwesitie van hersens, beste kerel, ant woordde de Schot, jullie moet .neer visch eten, zooals wij. Geef mij tien shilling en ik zal je een visch sturen, zooals mijn vrouw ze mij altijd voorzet. Dat is goed voor Je hersens. De Engelscrman gaf tien shilling en ontving den visch. Den volgenden dag ontmoette hij den Schot weer. Nou, zei deze, hoe was mijn visch? Heerlijk. En merk je al, dat je hersens beter werken. Neen, daar voel ik niets van. Maar tien shilling is toch wel een hoop geld voor een visch, nietwaar? Zie je wel, daar heb je 't al. Je begint al verstandiger te worden. HUIZEN, 1875 M. Algemeen Programma verzorgd door de N.C.R.V. 8.00 Schrift lezing 8.15—9.30 Gramofoonpl 10.30 Ziekendienst 11.00 Gramofoonpl. 12.15— 2.00 Concert. H. Hermann (viool), T. G. v. d. Haar (viool), H. v. d. Horst Jr. (cello) en mevr. R. A. v. d. HorstBleekrode (piano) - 2.30 Indisch programma m.m.v. L. Kruithoi- van Diggelen (zang), Dina Appeldoorn (piano) en T. Kruithof (voordracht) 4.30 Gramo foonpl. 5.00 Voor Postzegelverzamelaars 5.30 Voor amateur-fotografen 6.00 Causerie door H. J. Stenvoort 6.30 Gramofoonpl. 6.40 Causerie door A J. Herwig 7.10 Causerie over gort en havermout 7.45 M. K. "W. Gerisch: De Wezer 8.00 Concert door de H. O V. o.l.v. F. Schuurman m.m.v. A. Woua lait). 0.a. Symphonia in F, Bach 9.0U Causerie „In de Eempolder." 9.30 -10 30 Vervolg concert. O.a. Ouv. „Oberon" en fragtn. „La damnation de Faust" Berlioz. c.a. 10.00 Vaz Dias 10.3011.30 Gramafoonplaten- coneert. HILVERSUM, 296 M. 6.45—12.00 V.A.R.A. 1200—4.00 A.VR.O. 4,00—8,00 V.A.R.A, 8.00—11.00 V.P.R.O. 11.00—12.00 V.A.R.A. 6.457.00 en 7.307.45 Gymnastiekles 8.00 Gramofoonpl. 10.15 Voordracht door A. Bouwmeester 10.30 V.A.R.A,-septet o,l,v, Is, Eyl 12.00 Omroeporkest o.l.v. N. Treep en Gramofoonpl. 2.00 Dr. P. Klinkenberg. Fridjof Nansen (voor scholen) 2.30 Vervolg orkestconcert 3.004.00 Concert uit Cafe- Restaurant .Atlanta" te Rotterdam 4.0u Orgelspel door Joh. Jong 5.00 V.A.R.A. - orkest o.l.v. H. de Groot 6,00 Gramofoonpl, - 6.15 Vervolg concert 6.40 Gramofoonpl. 7,00 V.A.R.A.-orkest o.l.v. H, de Groot M,mv J. Jong (orgel) 8.30 Concert. Cora de Lan genvan Rijn (alt-mezzosopraan) en J. Spaanderman (piano) 9.00 Dr. B. Haga. Geestelijk leven in Indië 9.30 Vervolg concert 10.05 Vaz Dias 10.15 Declamatie door Ai- bert van Dalsum 10.45 Gramofoonpl. 11.00 12.00 Gramofoonpl. (V.A.R.A.). DAVENTRY, 1554 M. 10.35 Morgen wijding 12.20 Em. Starkey en zijn orkest I.05 Orgelconcert W. Vale 1.50 Gramfoonpl. 4.35 Studio-orkest onder leiding van G. Daines 5.35 Kinderuur 6.50 Mozart's piano variaties door M. Cole 8.20 Vaudeville 9.55 „Requiem Mass" van Fr. d'Erlanger. BBC- orkest, National Chorus en solisten o.l.v. a. Boult 10.5512.20 Savoy Hotel Orpheans (Evtl. Nachtegalenzang) PARIJS „Radio Paris" 1725 M. 8.05 en 12.50 Gramofoonpl. 8.20 Faust-concert o.l.v. E. Bigot. O.a. uit „Faust", Gounod en „Damnation de Faust", Berlioz. LANGENBERG, 473 M. 7.25—7.50 Gramo foonpl. 7.50—8.20 Orkestconcert 11.40— 12.20 Gramofoonpl. 1.20—2.50 Concert o.l.v. Kühn 2.50 Gramofoonpl. 5.206.35 Puc- ciniconcert 8.35 Symphonie C gr t. Haydn (Uit Königsberg) 9.05 Rettung, drama van H. Kesser 10.00 Concert o.l.v. Eysoldt. O.a. negende rhapsodie, Liszt. ROME, 441 M. 8.10 Gramofoonpl. 9.05 Concert m.m.v. strijkkwartet en I. W. Baxkany (sopraan). BRUSSEL, 508 en 338 M. 508 M. 12.20 Trio- voorjaar, koop tijdig een pot Dat Netty Belman aan den man is gekomen, hoeft niemand te verwonderen. Het heeft mij en onze buren altijd verbaasd, dat het niet eerder gebeurd is. Want Netty was het mooiste meisje van heel de straat. En de straat is lang! En er wonen veel mooie meisjes in, en nog veel meer die zich verbeelden mooi te zijn. Netty was over de dertig toen ze trouwde met den agent van het nieuwe weekblad voor de streek. Het is soms moeilijk te verklaren, hoe een aardig, levenslustig en werkzaam meisje niet aan een vrijer kan komen, terwijl er honderden, die leelijk, somber en lui zijn maar den arm be hoeven uit te steken om er een te vangen. Bo vendien wisten we, dat Netty wel graag zou trouwen en ook geen overdreven eischen stelde. Allemaal in de buurt waren we dan ook zeer verrast en verheugd, toen we op een goeden dag in het nieuwe weekblad de namen van Netty Belmans en Andries Burgerhof als ondertrouw den in den Burgerlijken Stand lazen. Er was echter iets mysterieus in het geval. We waren er zeker van dat Netty niet de gebruikelijke maanden of jaren met Andries Burgerhof had gevrijd. Hoe kwamen die twee bij elkaar? Zelfs toen beiden al een jaar getrouwd waren, lieten ze daarover nog niets los. Toen ik op een avond gezellig bij de jongge huwden aan tafel zat, heeft ze mij die historie eens verteld. Ik moest echter beloven er met nie mand over te spreken; daarom schrijf ik het verhaal „Je kent me", zei Netty, „ik ben altijd een fat soenlijk en net meisje geweest, wat niet weg nam dat ik het vooruitzicht ongetrouwd te blij ven, verschrikkelijk vond. Ik voelde me nu een maal voor het huwelijk bestemd en was er ook zeker van een man gelukkig te maken. Die over tuiging hielp me intusschen weinig; hoe 't kwam is me niet duidelijk, maar er kwam niemand op me af en ik was te fier om aan iemand op te dringen: Wat moest ik doen? Ik wilde wel op passende wijze het mogelijke wagen, om, laat ik er maar ronduit zeggen, aan den man te komen. Toen schoot me te binnen, dat ik 't eens moest riskeeren met een huwelijks-advertentie. Ik dacht daarbijwie weet, of er niet heel wat jon gelui of mannen van middelbaren leeftijd zijn, die even als ik geen relaties hebben met het an dere geslacht, en op die manier in de gelegen heid komen, om, zij 't wat op zakelijke manier, kennis te maken. Een paar dagen later kon men in het dagblad dat hier veel gelezen wordt, de volgende adver tentie lezen: JONGE DAME, 30 jaar, aangenaam uiterlijk, levendig karakter, niet geheel onbemiddeld, zoekt langs dezen weg kennis te maken met heer tusschen 30 en 40 jaren. Brieven met portret poste restante No. 1241. Ge kunt wel denken dat ik in de eerste dagen vol verwachting leefde. Toen ik aan 't postkan toor na een dag of drie, vier, een vijftal brieven kon opnemen, had ik wel van pleizier kunnen dansen. Mijn vreugde duurde niet lang, de vijf brieven waren een verpletterende teleurstelling voor me. Het bleken namelijk geen antwoorden van mannelijke candidaten te wezen, maar een voudig brieven van andere bladen, waarin ik werd aangespoord, de bijgaande, uit het dagblad geknipte advertentie ook eens aaD hun kantoor ter plaatsing op te geven. Dat was alles! het was een gezellige desillusie voor me. Het ergste kwam nog. Een dag later kreeg ik bezoek van een meneer van het nieuwe week blad die me de publiciteit van die nieuwe krant geweldig ophemelde en me op honderd manie ren verzekerde, dat een annonce, eenmaal ge plaatst in zijn blad, zeker succes zou hebben. Ik was natuurlijk vreeselijk verlegen tijdens dat bezoek, want ik begreep, dat die man op de een of andere manier mijn geheim kende. On danks al z'n praten was ik toch niet te vinden voor het plaatsen eener huwelijksannonce. Ik zei maar, dat ik niets te adverteeren had. maat aan de manier waarop hij lachte, zag ik dat bi) beter wist. Ik zond hem eindelijk met een be leefd praatje weg. Twee dagen daarna presen teerde hij zich opnieuw. Hij was niet alleen; een alleraardigst meisje van vier jaar stond naast hem; de kleine die daar zit. Het arme ding zag er wat verwaarloosd uit, wat me nog te weeker stemde; ik kon niet nalaten het oP mijn schoot te nemen en het eens danig I® knuffelen. Spoedig kwam het gesprek op het kind en ik vernam, dat de man Andries Burger hof heette en sinds anderhalf jaar weduwnaar was. Hij zelf en het kind waren bij een oude tante in pension, maar 't leven was er niet pleizierig. Na over 't een en ander te hebben gebabbeld, stelde hij me opnieuw voor, de annonce (hij gaf nu ronduit toe van een post ambtenaar te weten wie „poste restante 1241" was) in zijn blad te plaatsen; met een gulden of wat voor een advertentie te betalen, maakte ik mezelf en een ander misschien gelukkig. Ten slotte liet ik me bepraten en de advertentie verscheen in het nieuwe weekblad. Drie dagen er na vond ik een brief voor me aan de post. Buiten op straat scheurde ik de enveloppe zenuwachtig open. Jawel: ditmaal en portret en een brief! Maar dien man kende ik! Het was waarachtig de vertegenwoordiger van het nieuwe weekblad. Wat zal ik u nu nog zeggen? We werden het eens en besloten spoedig te trouwen; ik was den hemel te rijk, misschien vooral ter wille van het lieve arme kind dat ik verzorgen mocht. Eén ding zat me echter wat dwars. Waarom had Andries me nog eerst een advertentie van twee gulden vijf en twintig op gedrongen? Niet dat ik dat geld niet kon missen, maar ik begreep er niets van. Ik vroeg hem er naar. „Ja, zie je," antwoordde hij, „als agent van m'n weekblad wilde ik mijn geluk niet te dan ken hebben aan een concurrent." We moesten alle drie hartelijk lachen om dit antwoord. Voor ik van de gelukkig gehuwden afscheid nam, moest ik nogmaals beloven er niet over te praten. En die belofte hou ik! concert 5.20 Concert o.l.v. Kumps 6.20 en 6.50 Gramofoonp,. 8.20 dito 8.45 Uit Parijs: La vie de poête en derde acte van „Louise", beide Charpentier. Hiema tot 11.20 Concert o.l.v. Walpot 338 M.12.20 Gramo foonpl. 5.20 Concert o.lv. Fr. André 6.2U en 6.50 Gramofoonpl. 8.20 Radio-tooneel 8.50 Concert uit het Conservatorium. Hiema tot 11.20: zie 508 M ZEESEN, 1635 M. 8.35 zie Langer.berg 10.35 Berichten en hierna concert door de Ber liner Konzertverein o.l.v. Clemens Schmalstich. VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS Aan het familiediner zit een bijziende dame naast een heer met een schedel zóó onvrucht baar als een ijsveld aan de Noordpool. Toen de maaltijd halverwege was, liet deze kaal hoofdige heer zijn vork vallen. Als hij zich bukt om die op te rapen, verkeert de bijziendeüi?t dame in de veronderstelling, dat de kellner een nieuw gerecht opdient, en zonder aarzelen zegt ze: „O, dank u! Ik houd niet van meloen." Maar vóór de koningin bij den uitgang van de zaal was. hoorde ze een harden knal. Holderdebolder vloog alles door elkaar. Men hoorde niets dan gillenToen werd het plotseling heel stil en de koningin en Jaap keken elkaar aan. Toen de koningin en de anderen weer overeind wilden kruipen, zagen ze ineens iets geks. Daar voor hen stond in plaats van de honingpomp een groote dikke hommel. „Ik zat in de pomp ver borgen," schreeuwde de hommel uit. „Ik heb alles gezien en zal het aan mijn burgemeester mededeelen." iiilllllllflllllllllllllIlllliillllllllllllllIB Alle aèonné^S bV}remlaue?Jeb^leon?e?cMktheiatotweTkendoOTf 7^0 m bU een ongeval met f 9 C/1 bij verlies van een hand f 1 OC bij verlies van een Cfi bi) een breuk van t A/l bij verlies van "n ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen OUvlr» verlies van belde armen, belde beenen of beide oogen doodelijken afloop f £OU,m een voet of een oog IZfOt" duim of wijsvinger f OU,m been of arm Tl/manderen vinger jUiMlUlüUIUUilUUlillllil uiimiiiiiiniiiiiiiia CS Voor de Lelie van Quito, de Zalige Mariana •van Jezus, de patrones van de hoofdstad, liet hij in het Congres een som voteeren om de reli kwieën van de Heilige in een kostbare schrijn aan de bevolking ter vereering uit te stellen. Zijn geloof en zijn godsvrucht gingen in het bijzonder uit naar het H. Sacrament. Veelvuldig •waren zijn bezoeken voor het altaar. Zijn geheele houding verried zijn intense devotie. Eiken Zon dag ging hij ter H. Tafel, alsmede op door de weeksche feestdagen. Meermalen zag men hem met de kaars in de hand den priester verge zellen door de stad, wanneer deze de H. Teer spijze bracht aan een zieke. Aan de vele daden van diepe geloofsover tuiging zou Garcia Moreno er in 1873 nog eene voegen, voldoende om zijn roem en naam voor altijd te vestigen. Pater Proano had, om den bijzonderen zegen des Hemels over de Republiek af te roepen, voorgesteld, Ecuador officieel aan het Heilig Hart van Jezus toe te wilden. Garcia Moreno. ijverig lid van het Apostolaat des Gebeds, ging met enthousiasme hierop in. Het Derde Natio nale Concilie van Quito bood een uitnemende gelegenheid de zaak te bespreken en de bijeen komst van het Congres, de kans, het verlangen van zijn hart te bepleiten en tot wet te ver heffen. 13 April 1873 nam het Concilie het voorstel met geestdrift over, waarna Garcia Moreno het Congres verzocht een decreet uit te vaardigen, waarbij Kerk en Staat zich vereenig- den om de Opperheerschappij van Jezus Chris tus in de Republiek te erkennen. Onder den invloed van zijne welsprekendheid werd het volgende voorstel aangenomen: De Senaat en Kamer van Afgevaardigden van Ecuador, vereenigd in Congres nemen aan: „Artikel 1: De Republiek Ecuador wijdt zich toe aan het Allerheiligst Hart van Je zus, Hem aannemende tot Patroon en Be schermer. Artikel 2: Tot nationaal feest van den aller- eersten rang wordt verheven, het feest van het Allerheiligst Hart van Jezus. Artikel 4: Dit feest zal in alle Kathedrale kerken van de Republiek door de Diocesane Prelaten met den hoogsten luister gevierd worden. In alle Kathedralen moet een altaar aan het Allerh. Hart van Jezus zijn toegewijd en zal op kosten van den Staat een mar meren steen worden aangebracht waarop dit decreet zal worden vermeld. Zonder tegenstand werd het ontwerp in het Congres aangenomen. Een groot schilderij voorstellende het Allerh. Hart van Jezus, met een wereldbol in de hand als Eeuwige Koning der naties, werd in de zaal van het Congres aangebracht. Drie dagen voor de plechtige toe wijding was geheel Ecuador, zelfs de meest afgelegen dorpen in vlaggentooi. De solemneele opdracht had plaats in de Kathedraal te Quito waarheen Garcia Moreno met Minis ters en hoogwaardigheidsbekleeders zich „au grand Gala" begeven hadden. De Aartsbisschop sprak het eerst in naam der Kerk de acte van toewijding uit, waarna Garcia Moreno namens den Staat de toewij ding voorlas. Dit feit, eenig in de wereldgeschiedenis had plaats in 1873. Jaren later zal het opper machtig geworden liberalisme deze grandioze daad van Garcia Moreno te niet doen door een decreet. Het schilderij werd uit de Congreszaal ver wijderd en de nationale feestdag ongedaan gemaakt. Het katholieke volk is echter zijn Heiland getrouw gebleven en te midden van de libe rale vervolging viert het elk jaar met den grootsten luister den feestdag van het Aller heiligst Hart, dat het nog steeds beschouwt als een der voornaamste feesten van het jaar. Wij hebben hierboven reeds vermeld hoe zijn grootste hartstocht uitging naar recht en ge rechtigheid en wij kunnen ons eenigermate voorstellen welken indruk de overweldiging van de Pauselijke Staten en van Rome, den 20en Sept. 1870 op hem maakten. Pius IX pro testeerde tegen de onrechtvaardige bezetting in Zjjn Encycliek van 1 November 1870. Deze Encycliek kwam de eerste dagen van 1871 te Ecuador aan. Na lezing was de maat bij Gar cia Moreno, die het onrecht stap voor stap gevolgd had, vol Als niemand protestterde hij dan wel. En den 18en Januari verscheen in het Staatsblad een krachtig protest gericht aan den Minister van Buitenlandsche Zaken van den overweldiger der Pauselijke Staten. Na de misdaad tegen recht en gerech tigheid te hebben vastgelegd gaat hij verder. „Maar aangezien wij tot dusver nog geen steun hebben vernomen van de Mogendheden van het Oude Vasteland en Rome door de troepen van Z. M. den Koning Victor Ema nuel bezet blijft, rekenen wij het terzake on zer zwakheid en den afstand waarop wij ons bevinden tot onzen plicht te protesteeren voor God en voor de wereld in naam van het ver krachte recht en in naam van het katholieke volk van Ecuador tegen de schandelijke invasie van Rome tegen het gemis aan vrijheid waar toe de Eerbiedwaardige Opperpriester is ver oordeeld.... en ten slotte tegen de gevolgen, die nu en voor de toekomst uit dit onwaarig machtsmisbruik zullen voortkomen, tot schade van Zijne Heiligheid en de Katholieke Kerk." Tot slot doet hij een beroep op Victor Emanuel om op nobele wijze het onrecht te herstellen. Niet tevreden met dit protest, zond hü een copie aan de verschillende Regeeringen van Amerika, hen opwekkende deze heiligschennende en duizendmaal infame bezetting van Rome te veroordeelen. Maar och, geen enkele Regeering gaf gevolg aan den oproep van den grooten strijder voor de Rechtvaardigheid. Verschil lende Regeeringen bespotten hem zelfs om zijn protest. Doch Garcia Moreno meende: „Al is het ook maar de stem van een kind als hij roept om recht voor zijn vader, moet naar de stem van het kind geluisterd worden. Toen Pius IX het protest onder de oogen kreeg riep hij uit: „O, als deze man eens een machtige Koning Was, wat zou de Paus dan een steun in de wereld hebben." 21 Maart 1871 zond hij een breve met geluk- wenschen en benoemde hem Ridder 1ste klasse in de Orde van Pius IX. Deze twee groote figuren uit de 19e eeuw, beiden vervolgd doel de vrijmetselarij, verstonden zich uitstekend. Een geheele briefwisseling is bewaard gebleven om hiervan getuigenis te geven. In 1873 vroeg Garcia Moreno, na gewezen te hebben op den grooten maatschappelijken voor spoed, die het gevolg was van het naleven van den godsdienst en zijne wetten, van het Congres een dotatie voor den gevangene van het Vaticaan. Eenige dagen later schonk het Congres aan den Paus de som van 10.000 pesos „als een nietig offertje", zoo zeiden de vertegenwoor digers van het Congres aan den Pauselijken Legaat bij de overhandiging van het bedrag, „van onze kleine Republiek, welke u wel zoo goed wilt zijn aan den onsterfelijken Paus IX te geven, namens een volk dat zijne deugden vereert en zijne grootheid bewondert." Neen. neen, antwoordde de Delegaat. De Staten die zich tot zulk een hoogte weten te verheffen» zijn niet klein." Pius IX schreef opnieuw een uitbundige® brief om hem te danken. Hierop antwoord" Garcia Moreno weer. De eerste alinea's uit d> schrijven laten wij hier volgen; „Heilige Vaden Ik ben niet in staat mijne allerdiepste dank' baarheid uit te spreken van 20 October. zegen en goedkeuring die U hecht aan niU zwakke pogingen, is mij de grootste beloond]1» die ik op aarde kan ontvangen.... Maar 1 waarheid moet ik bekennen, dat wij alles aa God verschuldigd zijn, niet alleen de groeien" welvaart van deze kleine Republiek, maar ook alle middelen die ik gebruik en het verlang® dat Hij mij inspireert om voor Zijn glorie werken. Ik verdien derhalve geen enkele be!°® ning, doch vrees te meer, dat Hij op den J°®gf sten dag mij rekenschap zal vragen van goed, dat ik met Zijn bijstand had kunn t doen en niet gedaan heb. Uwe Heiligheid wel voor mij bidden en vragen, dat HU ®p vergeeft en red; dat Hij mij verlichte p sterke in alles en mij geven te moge sterv door de verdediging van het geloof en de ke.eTL Pius IX en Garcia Moreno hebben hei aandeel gehad in het Lijden van Christus. eerste werd uitgeleverd aan de gevang®®,^ waarders, de tweede aan de sluipmoorden der revolutie. (Wordt vervol Jgd'-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 10