'EX-ADVOCAAT VOOR HET HOF Duistere practijken 4 Felix Bressart naar ons land VRIJDAG 27 MEI Waar hieven de school- en liefdadigheidsgelden Tooneel- en filmkomiek De Portier van de Privé- secretaresse Zwijgen beloofd, maar toch gesproken Vërdachtes houding tweeslachtig Hoe kwam de zaak aan het rollen? MIDDAGZITTING Wederom anderhalf jaar geëischt met aftrek van drie maanden voorarrest Verhoor van den verdachte Requisitoir De verdediging aan het woord DE VLAG HALFSTOK FIETSONDERDEELEN VERDUISTERD In verband met de ophanden zijnde afsluiting der Zuiderzee heeft men te Volendam de vlag halfstok ge- heschen ten teeken van rouw. Verdachten voor de rechtbank De effecten niet verduisterd? Na de pauze Replieken Een laatste woord van verdachte INBRAAK TE 'S GRAVENHAGE Drie verdachten aangehouden Voor de arrondissements-rechtbank te Alk maar werd 9 en 10 Februari j.l. de zaak behan deld contra mr. H. A. J. M. K., voorheen advo caat en procureur te Alkmaar, wien toenmaals ten laste was gelegd het zich wederrechtelijk toeëigenen van effecten, welke hij als beheer der van de aldaar gevestigde instelling van lief dadigheid „Het Huis van Zessen" onder zich had, alsook het verduisteren van belangrijke geldsomm en (als maximum werd in de dag vaarding genoemd een bedrag van 107.917.9tJ) ten nadeele van de R. K. Meisjesscholen, welker zaken hij namens de O. L. Vrouwe-Stichting te Amersfoort beheerde. Door den Officier van Justitie, mr. G. B. van der Feen de Lille, werd tegen verdachte toen drie jaren gevangenisstraf geëischt, welke eisch de rechtbank halveerde, na verschillende ver zachtende omstadigheden te hebben aange voerd. Mr. K., die werd verdedigd door mr. P. Lan geveld te Alkmaar, ging van dit vonnis in Hooger Beroep. Om half 11 ving Donderdag de zitting voor het Gerechtshof aan. Het Hof was samengesteld als volgt: Pres. mr. Jolles: rechter mr. v. Binsbergen; pl. rech ter mr. E. T. Dommering; griffier mr. C. Klaas- sen; adv.-gen. mr. Bauduin Als getuigen waren gedagvaard mr. J. S. L. Aghina, auditeur-militair te 's Hertogenbosch, president van de Stichting „Het Huis van Zes sen", te A'kmaar, H. Fedder, procuratiehouder Rott. Bankver. te Amsterdam; W. Thebaerts, voorheen klerk bij verdachte, Alkmaar; A. J. de Witte, kantoorbediende te Alkmaar; D. C. van Dijk, dir. Noorder Bank, Alkmaar; L. v. d Vegt, gem.-ontvanger te Alkmaar; W. v. d. Poll. gedelegeerd gem.-ontvanger te Alkmaar: A. J. Mulder, dir. Ned. Landbouwbank, bijkan toor Alkmaar; J. F. Wolters, overste der Zusters v. O. L. Vr. van Amersfoort te Alkmaar, en als getuigen deskundigen: S. J. A. Keesom, accoun tant te Alkmaar; H. Engelgeer te Haarlem, Rijksaccountant. Een 7-tal getuigen, die gedagvaard waren bij de behandeling voor de Arrondissementsrecht bank te A'kmaar, waren thans niet opgeroepen. Verdedigers: mr. P. Langeveld en mr. A. Prins, Alkmaar. Eerstgenoemde verklaarde verd. te zullen ver dedigen voor wat betreft de zaak van het „Huis van Zessen"; mr. Prins voor wat betreft de ver- Op de publieke tribune bestond een normale belangstelling, waaronder wij geen Alkmaar- ders onderscheidden. Verd. mr. K., aan wien het merkbaar was dat hij reeds drie maanden in het H. v. B. vertoefd heeft, werd door den Pres. bij den aanvang erop gewezen, dat zijn houding eigenaardig tweeslachtig was; eenerzijds verzocht hij het Hof om clementie, met het oog op zijn vrouw en kind, anderzijds voert hij een hardnekkig verweer. Verd. meende, dat dat zijn goed recht was. Mr. J. S. L. Aghina, eerste getuige, legt nage noeg dezelfde verklaring af als voor de Arr.- Rechtbank te Alkmaar; get. beschouwt het H. v. Z. niet a's een instelling van weldadigheid; hij kreeg telken jare van verd. de rekening en verantwoording ter inzage, echter zonder over legging van effecten, gelden of bankbewijs. Op een vraag van den Pres. hoe de zaak eigenlijk aan het rollen kwam, zegt verdachte: omdat degenen, die beloofd hadden te zullen Zwijgen, hun mond niet gehouden hebben. Van de niet verschenen get. H. Fedder, procu ratiehouder der Rott. Bankver. te Amsterdam Werd een schriftelijke verklaring voorgelezen, Waarin gezegd werd, dat de in de dagvaarding genoemde effecten indertijd op genoemde bank berustten en nadien gelicht zijn. Get. D. van Dijk, dir. Noorder Bank te Alk maar, bestuurder van het „H. v. Z.", legt ver klaringen af omtrent den aard dier stichting on de inkomsten daarvan. De inwonenden be talen 10.per maand. Uit de rekeningen bleek, dat er een voordeelig saldo was tot een bepaald bedrag; get. heeft dat echter nooit gezien. Op een vraag van den Pres. verklaart vero K. de ontvangsten, i.e. de inkoopsommen, steeds Verantwoord te hebben en in de kas gestort te hebben. Pres.: Maar de effecten hebt u verduisterd on de rente vermeldde u toch telkens op de tekening en verantwoording? Verd. antwoordt bevestigend. De Pres. leest een verklaring voor van Mi leesberg, voorheen compagnon van verd., vol gens welke het tekort zou ontstaan zijn door de verduistering der effecten, het niet-inkomei: Van de rente daarvan, alsook door het niet- ihkomen van de inkoopsommen. Op een vraag van den Pres. verklaart get. v Hijk, dat Vterd. voorheen de gevolmachtigde Was van de Zusters in Amersfoort; omdat ei Wantrouwen ontstond tegenover K., kwam er ben reorganisatie, een geheel nieuw bestuur Voor de R. K. meisjesscholen. Verd. had vooi de Noorderbank een officieele volmacht van de O. L. Vr. Stichting; hij stortte en inde als ge volmachtigde geld. Meestal liet hij het geld door zijn klerk De Witte halen. De Pres. tot verd.: Weet u waar dat geld dan bleef? Verd.: Neen. De Pres. tot get.: Wat weet u van de levens wijze van verdachte? Get. v. Dijk: Daar weet ik niet veel van. Pres.; Kwam u wel eens bij hem; hebt u niet ®ens gedineerd bij hem? Get.: Eenmaal. Pres.: Hoe was dat? Get.: Dat was goeci m orde! Pres.: Heeft verd. niet een Pauselijke onder scheiding gehad en is hij daarvoor naar Rome Begaan om te bedanken? Get.: Ja. Pres.: Heeft die reis geen 5000 gekost? Get.: Dat heeft hij verklaard op een verga dering in de pastorie. Verd. ontkent dit ooit gezegd te hebben: de deken weet ook niet, dat hij dat gezegd heeft Get. v. Dijk weet, dat verschillende van de daar aanwezigen het wel gehoord hebben. Pres. tot verd.: Leefde u niet op te grooten Voet? Verd.: Wat mijn familie betreft wel; niet t a- v. mijn gezin en mijzelf. Pas in de 2de helft Van 1929 bemerkte ik, dat het verkeerd ging Van 1921 af echter wist verd. dat van de effec- tei> van het H. v. Z. Voorts ging verd. uitvoerig in op de vragen *aö den Pres. t. a. v. de relaties met Amers foort, waarmee niet geregeld rekening en ver antwoording werd afgelegd; de Zusters zon den slechts staten, waarop vermeld, wat zij meenden te moeten hebben; daardoor ontstona verwarring. Verd. heeft verschillende uitgaven voor de scholen gedaan, die niet geboekt zijn. Op verzoek van Mr. Prins doet de Pres. voor lezing van de volmacht van verd. voor de Noor derbank. Get. v. Dijk verklaart op een vraag van Mr Prins niet tegenwoordig te zijn geweest bij de in beslagname der boeken bij verd.; hij weet van die boeken niet veel af, momenteel doet get. de betalingen; de boekhouding is heele- maal niet ingewikkeld. Er ontstond vervolgens een gesprek tusschen mr. Prins en get. v. Dijk, die verklaart dat de boekhouding, zooals die bij verd. in beslag ge nomen was niet veel zaaks 'vas. Ondervraagd over de vergadering op de pastorie met het Schoolbestuur verklaart verd.. daar onder dwang een schuldbekente nis van ƒ65.000 te nebben ge teekend; eerst wilde men verd. ƒ93.000 aanwrijven. Bij deze schuldbekentenis verklaarde verd. echter na drukkelijk, dat hij vi coactus geteekend had en dat het bedrag niet juist was. Pastoor Micklinghof had verd. gezegd: als je niet teekent leveren we je aan de justitie over; en omdat deken Kengs gezegd had: wees nu maar gedwee; zeg maar op alles ja; dan komt alles terecht, heeft verd. aldus gehan deld. Pastoor Micklinghoff zeide een volmacht in zijn zak te hebben, verd dan ongemoeid te zullen laten. Op een vraag van Mr. Prins of hij nog iets weet van uitgaven voor schoolfeestjes ant woordt get. v. Dijk ontkennend; op een vraag van den Pres. of verd. K. veel voor de Kath. zaak in Alkmaar gedaan heeft, antwoordt get. bevestigend. De volgende getuige is de heer A. J. Mulder dir. Ned. Landbouwbank te Alkmaar, die ver klaart, dat verd. een afschrift van een vol macht had om namens de O.L.Vr. Stichting te Amersfoort geldzaken te doen met de Ned. Landbouwbank te Alkmaar. Verd. was een do- mineerende figuur, die veel voor de Kath. zaak deed in Alkmaar. Een uitvoerige discussie ontstaat voorts tus schen rechtbank en verd. óver de volmacht voor de Ned. Landb. bank. Verd. betoogde, dat de Zusters de volmacht ontkennen; hij had hem echter wel; de ori- gineele volmacht is hier of daar gebleven, het zij bij Ged. Staten, bij den Raad v. State of bij een ander college. Deze kwestie is daarom voor verd. van belang, omdat als de Ned. Landbouwbank het proces tegen Amersfoort, dat circa 40.000 van die bank zegt te vor deren, verliest, deze Bank vera, aanspreekt. Was die volmacht er niet, dan zou het verduis terde bedrag, dat verl. ten laste wordt gelegd veel hooger worden. Op een vraag van Mr. Prins verklaart get. Mulder, dat hij nooit een origineele volmacht gezien heeft. De verklaringen van get. J. F. Wolters, Moeder Overste te Alkmaar leveren geen nieu we gezichtspunten op. Volgende get. is W. Thebaerts, voorheen klerk bij mr. K., die zegt niet tegenwoordig te zijn geweest bij de overbrenging van de boeken naar de Zusters op de Oude Gracht, zooals in de stukken staat. Om de 1 of 2 maanden kreeg get. de boeken van zijn collega de Witte, om eruit te nemen, wat hij voor zijn bescheiden voor Rijk en ge meenten noodig had, wat hij noodig had vond hij steeds Uit correspondentie ontdekte get. eens, dat er een ontvangpost van f 14000 gestort moest zijn, die niet geboekt is. Verd. merkt op, dat in dat tijdvak ook uit gaven gedaan zijn door de Witte tot 'n bedrag van 11.134,42. Op een andere manier heeft de W. geen geld ontvangen; die betalingen moeten dus van die f 14000 gedaan zijn. Verder staat er in de boeken van de Witte o.a.: „aan The baerts f 500" terwijl verd. zelf altijd Thebaerts zijn salaris uitbetaalde. Get. A. T. de Witte, voorheen klerk bij verd. K., die vervolgens gehoord werd, verklaart steeds geboekt te hebben, wat hij ontvangen heeft. Wat de vier kwitanties van de N. B. en de Neo. Landbouwbank betreft, die de Pres. hem toont, deze heeft get. niet geïnd en dus ook niet geboegkt. Tot tweemaal toe vraagt de Pres. aan get.: „Kimt u dat onder eede ge tuigen? Getuige antwoordt op deze vraag bevesti gend. De Pres.: Is het zoo ook ten aanzien van de gemeente-mandaten? Get. verklaart ook deze niet geïnd te heb ben; hij heeft ze niet geboekt. Van een aangeteekenden brief met 14 bank jes van 1000 van Van Ogrop weet get. niet. PresWaarvan hebt u daarna verschillen de betalingen gedaan? Get.: Daar moet ik geld van verd. vooi ontvangen hebben. Pres. Maar die 14.000.noch die uit gaven zijn geboekt. Na een onderlinge discussie waaraan ook door verd. werd deelgenomen, verklaart get. De Witte, dat hij bedragen, die hij aan mr. K. overhandigde steeds als zoodanig boekte. Verd.: Daar kreeg hü telkens een bon vooi de ingeboekte ontvangen bedragen kloppen echter lang niet met de bonnen. Get. zegt niet altijd een bon gehad te hebben. Hierna ontstaat wederom een vraag-en-ani- woordenspel over het geldelijk beheer door get. De Witte gevoerd. Verd. zegt altijd bonnen aan De Witte ge geven te hebben: waarom den eenen keer wel en den anderen keer niet? N.a.v. een vraag van mr. Prins verklaart get. Thebaert nooit van De Witte salaris te hebben ontvangen De Pres.- Hoe komt dan in uw boekje 50o aan Thebaert. Get. De Witte meent, dat mr. K. gezega heeft: Geef me even 500 voor Thebaerts. De zitting wordt vervolgens geschorst toi kwart over twee. De middagzitting vangt aan met het verhoor van get. L. v. d. Vegt, gem.-ontvanger te Alk maar, die t.a.v. de termijn-mandaten dezelfde verklaringen aflegde, als voor de Arr. Recht bank te Alkmaar; nimmer werden op get.'s kantoor betalingen gedaan zonder die manda ten. Verd. tracht get. eraan te herinneren, dat dit wel een keer het geval is geweest; toen' werden betalingen gedaan, zonder de mandaten Get. v. d. Poll is wel eens van het voorschrift afge weken. Verd. heeft eens enkele mandaten mee gekregen; daarna heeft volgens verklaringen van get. v. d. Pol de gem.-ontvanger verbo den hiermee door te gaan. Heden verscheen voor het Gerechts hof te Amsterdam in hooger beroep mr. K., voorheen advocaat en procu reur te Alkmaar, wegens verduiste ringen ten nadeele van een instelling van liefdadigheid en van de R.K. Meisjesscholen te Alkmaar. De Pres. verzoekt den get. v. d. Vegt zijn kas- positie op 2 en 3 Sept. 1939 nog eens na te zien ten einde klaarheid in deze zaak te krijgen. Mr. Prins vraagt get. of Deken Rengs op het kantoor de mandaten teekende. Get. xntwoordt bevestigend. Mr. Prins zegt. dat Deken Rengs het zich niet meer herinnert, doch geneigd is te zeggen, dat het niet zoo was. Get. v. d. Poll, die vervolgens gehoord wordt, herinnert zich niet een geval, waarbij hij een mandaat uit handen gegeven heeft. Mandaten, door K. geteekend, moeten ook aan hem uitbe taald zijn. Verd. herinnert aan get.'s verklaring in Alk maar gedaan, volgens welke hij één keer een mandaat aan De Witte heeft uitbetaald. Toen verd. er om kwam, was er geen geld. Pres. tot get.: Kunt u zich dat herinneren? Get,: Neen. Het zou kunnen zijn, dat dat ééne geval, wat genoemd wordt in de stukken, betrekking heeft op de Jongensscholen. Het is onmogelijk, dat er een keer mandaten zijn af gegeven. Pres.: Herinnert u zich wel eens aan De Witte uitbetaald te hebben? Get.: Zeker! Verd. wees er op, dat get. De Witte steeds bedragen, die hij inde en weer uitbetaalde niet inboekte; zoo ook boekte hij niet. als hij een bedrag op de bank stortte. Uit giro-boeken blijkt van een betaling tot een bedrag van 20.000 aan Amersfoort; ook dat heeft get. De Witte niet geboekt. De adv.-gen. meent, dat deze get. slechts looper was; het ging buiten zijn boekhouding om. Verd.: Andere posten boekte hij weer wel. Mr. Prins vroeg aan get. v. d. Poll, of deken Rengs in 1929 ten kantore kwam om de man daten te teekenen. Get. antwoordt bevestigend waarop mr. Prins nogmaals verwijst naar de verklaring van den Deken, die geneigd is te zeggen, dat het niet zoo is. De volgende getuige S. J. A. Keesom, accoun tant te Alkmaar, licht zijn rapport over het nazien der boeken nader toe. Hem is niet ge bleken, dat boeken of bescheiden mankeerden Pres. tot verd.: Hoeveel sa'aris genoot u. Verd.: Ik ontving niets. Wel kreeg ik ƒ1000, waarvan Mr. Leesberg 500 moest hebben; de andere 500 werden besteed voor hulp, ver lichting enz. Na een onderlinge discussie over de man daten vraagt de Pres. get. naar zijn oordeel over de boekhouding. Get. zou die in orde gevonden hebben, als de Witte alle bedragen, die hij ontving en uitgaf, ook geboekt had. Get. A. Engelgeer, de andere get.-deskundige, geeft nadere verklaringen over het verschil tusschen de eindbedragen, genoemd in zijn rapport en dat van den get. Keesom. Het verhoor van dezen get. levert geen nieuwe gezichtspunten op. De Pres. stelt daarna eenige vragen omtrent verdachtes familie- en gezondheidstoestand. Verd. deelt mee, dat die niét rooskleurig is; reeds 234 jaar is verd. zonder verdiensten; men daarmee bedoelt verd. degenen, voor wie hij vroeger iets deed doet niets voor verd Zijn gezondheid laat veel te wenschen over en doet niets goeds hopen. Wat het bedrag van 107.000 betreft, dat kan ik niet weggemaakt hebben, zegt verd. Al leen in 3929 moet ƒ50.000 weggemaakt zijn; dat is gewoon onbestaanbaar; ik had toen ƒ20.000 inkomen. Pres.: Hoe verklaart u dan de fouten in het rapport der deskundigen? Verd.: die rapporten bevatten geen fouten; ze zijn onvolledig. Verd. wijst voorts nog op een verklaring van een der zusters, dat in Amersfoort niet alles geboekt werd, wat ont vangen werd. De Adv.-Generaé,l, Mr. Bauduin wijst er op dat verd. voor den 7den keer een rechterlijk col lege voor zijn zaak aan het werk zet. Hij zal daarom kort zijn met juridische argumenten. Hij betreurt dat het Hof zich gebonden ziet aan de beslissing van het Hof in Den Haag. Komende tot de zaak, acht spr. het delict van zeer ernstigen aard; het verweer van verd. is lichtzinnig. Toen hij één jaar advocaat was, eigende hij zich door bedrog en list reeds een bedrag van ƒ30.000 toe. Het komt spr. voor, dat verd. deze verduisteringen, hem in de dagvaarding ten laste ge'egd, gepleegd heeft. Wat de schoo'gelden betreft, wijst spr. op den twijfel, omtrent het bedrag; in alle geval kan hem verduistering van f 19.500 ten laste gelegd worden. De straf van 134 jaar staat z.i. in de goede verhouding tot de gepleegde feiten; verd. heeft schromelijk gehandeld; hij kan het niet verant woorden, bedragen van f30.000 aan een liefda dige instelling en f 20.000 aan de scholen te ont trekken. Hij leefde te royaal en kocht auto's. Zijn le venshouding was niet ernstig; hij had een ver antwoordelijke positie en genoot een bijna on- schokbaar vertrouwen der Kerkelijke autori teiten. Wat spr. het meest tegenstaat, is de manier, waarop verd. aan een veroordeeling tracht te ontkomen, door een en ander op den armen boekhouder te schuiven. Spr. ziet geen aanlei ding om de preventieve hechtenis in mindering te brengen en sluit zich aan bij den eisch van het O.M. te Alkmaar, van 134 jaar gevangenis straf. Het eerst komt aan het woord mr. A. Prins, die zich de vrijheid wil veroorloven het bewijs van de verduistering aan te tasten en het von nis van de rechtbank te Alkmaar aan critiek te onderwerpen. Op de eerste plaats is niet bewezen, dat verd. de gelden tot een bedrag van f79.650.72 onder zich heeft gehad. Verd. is bijna nooit zelf op de Noorder Bank geweest; een pertinente verklaring daarvan is door de getuigen nooit gegeven; evenzoo t.a.v. de Ned. Landbouwbank. Niettemin neemt de rechtbank aan, dat verd. die gelden heeft ont vangen. Uit de stukken t.a.v. de vordering van de O. L. Vr. Stichting op de Ned. Landbouwbank blijkt herhaaldelijk, dat het bestuur dier Stichting de volmacht ontkent; verd. daartegenover verklaart wel die volmacht te hebben gehad. Juridisch staat echter niet vast, dat er een origineele vol macht is geweest; daarom zijn geen gelden van de O. L. Vr. Stichting verduisterd; hoogstens heeft er een oplichting plaats gehad. Komende tot de termijn-mandaten, betoogt Pl., dat gezien de autoriteit van verd. inder tijd te Alkmaar de uitbetalingen heel goed gedaan kunnen zijn, zonder de mandaten; de zwakke verklaringen van de get. v. d. Poll en v. d. Vegt versterken Pl. in deze meening. Komende tot den post ƒ45000, ontstaan door de posten onder Mr. K. geboekt door get. de Witte, komt het Pl. merkwaardig voor, dat get. de W. gelden afdroeg zonder bonnen; Pl. noemt de heele boekhouding een jamboel. Uit de feiten, dat verschillende bonnen ont breken, verdachte zelf uitgaven deed en de boekhouding een jamboel was, mag men niet concludeeren, dat al die gelden door verdachte verduisterd zijn. Voorts meent Pl., dat de verkla ringen van de W. niet ten volle betrouwbaar moeten worden geacht, omdat zijn boekhou ding niet in orde is. Blijft nog over een bedrag van ƒ3000 onge veer; waar de deskundige rapporten een ver schil van circa ƒ15000 aantoonen, meent Pl., dat over dit bedrag ook moeilijk zekerheid kan bestaan. Ook ta.v. de boekhouding van de O. L. Vr.- stichting heeft Pl. geen helderheid gekregen; De bekende Duitsche film- en tooneelspeiei Felix Bressart zal dezen zomer een tournee door ons land maken, waarbij hij Je hoofdrol zal vervullen n een Duitsch-Nederlandsche re vue. Felix Bressart, die thans 37 iaar oud is, werd geboren in een klein Duitsch dorpje aan de Nederlandsche grens, doch groeide op te Berlijn, waar hij het Fransche gymnasium be zocht. Van zijn schooljaren verklaarde Bres sart zelf eens, dat hij zou liegen, als hij zei- de, dat de jaren op het Fransche gymnasium zijn prettigste tijd was geweest. Speciaal mei, meetkunde en algebra stond hij op voet van oorlog; voor rekenkundige vraagsukken op te lossen bleek Felix Bressart ten eenenmale on geschikt. Ook nu nog beweert hij ernstig, dat deze ongeschiktheid voor alle soorten van re kenen hem soms bij het afsluiten van contrac ten nog parten speelt. Zijn lievelingsvakken waren talen en geschiedenis. Hoewel zijn ta lent als komiek zich nog niet had geopenbaard, wilde Felix Bressart, toen hij de school haa doorloopen, tooneelspeler worden, doch zijn vader, die koopman was, wilde hiervan niets weten. Hij vond het veel beter, dat zijn zoon een behoorlijk koopman werd en plaatste hem daarom op het kantoor van een kennis van hem. Hoewel Felix er zich niet al te best thuis gevoelde, voldeed hij toch zoo goed, dat hu binnen korten tijd tot Fransch correspondent der firma werd benoemd. Doch na een jaai hield hij het kantoorleven niet langer uit. Hu deserteerde en begaf zich naar de tooneei- school van Maria Moissi (de eerste vrouw van Alexander Moissi). Maria Moissi achtte Felix Bressart voor het tooneel geschikt en na een maandenlange studie was hij c.ndelijk zoo ver, dat hij kon optreden. Zijn debuut vond u. Würzburg plaats in de rol van Malovolio. De oorlogsjaren maakten een einde aan zijn nauwelijks begonnen artistieke loopbaan. Fe lix Bressart werd als artillerie-verkenner naai de loopgraven aan het Westfront gezonden. Na den oorlog keerde hij naar Berlijn terug, waar hij bü Tischmann een engagement kreeg voor een tournee door Beieren. Daarna speelae hij eenigen tijd te Brunswijk en te Hannover. Toen zijn contract bij het Duitsche theater te Hannover afliep, weigerde hij een nieuw, daai hij naar Berlijn wilde gaan om te filmen. Hoe men hem ook van zijn voornemen zocht ai te brengen, het hielp niet; hi- nad absoluut geen connecties en geen enkele filmagent wilae hem aannemen. Teneinde raad ging hij maai weer tooneelspelen. Eerst in het Rose-Theater te Berlijn en vervolgens in het Albert-Theater te Dresden. Hier leerde hü ook zün toekom stige vrouw Friederike Lehner. kennen. Deze Ik wil thans alleen verzoeken het zóó te re- gelen, dat ik vóór 1 Sept. a.s. in vrüheid kom. Schriftelijk zette ik reeds uiteen, hoe ontzettend ik getroffen ben, en de eenige hoop, die ik heb, is, dat ik met September weer kan beginnen aan datgene, waarvoor ik in het H. v. B. hard gewerkt heb Voorts dankt verd. den president voor de uitnemende leiding, waardoor hü dezen ontzet- tenden dag voor hem mogelijk heeft gemaakt. De pres. sloot hierop de zitting en bepaalde de uitspraak op Donderdag 3 Juni. van een correspondeerende boekhouding is niets gebleken. Het eenige houvast zit in de verklaringen van get. Engelgeer, die niet kan verklaren, dat het geld verduisterd is; hü zegt alleen, dat het weg is. Pl. concludeert, dat het Hof verd. daarop niet mag veroordeelen. Juridisch staat niet vast, dat er een origineele volmacht is geweest voor de Ned. Landb. Bank. Voor de arrondissements-rechtbank te Am sterdam stond de 34-jarige magazü'nmeester G. Ph. terecht, verdacht van verduistering. De man is gedetineerd in het Huis an Bewaring. Verdachte wordt ten laste gelegd, dat hü te zamen en in vereeniging met één of meer an dere personen zich in het tweede halfjaar van 1930 en in den loop van 1931 te Weesp verschil lende rüwielonderdeelen. toebehoorende aan de N. V. „Magneet Rüwielfabriek", heeft toege ëigend. Verd. had deze voorwerpen zooals kettin gen, pedalen, balhoofdstellen, tandwielen e. a. onderdeelen uit hoofde van zijn dienstbetrek king als magazünmeester onder zün berusting. Subsidiair wordt hem diefstal ten laste gelegd. Verd. verklaart, dat hü de onderdeelen heeft doorgegeven aan zekeren H. J. C. te Hilversum, die ze verder heeft verkocht. De heer J. G. Ver- donner, directeur der Magneetfabriek te Weesp zegt, dat de controle over het algemeen goed was. De boekhouder van de fabriek, de heer E. Biene, verklaart dat er geen tekort aan rijwiel- kettingen is geconstateerd. De verdediger mr. Van Zutphen merkt op, dat vele kettingen ten laste zijn gelegd. Nadat nog een tweetal getuigen is gehoord, dat door middel van den tusschenpersoon C. die zich hierna zal hebben te verantwoorden wegens heling onderdeelen had gekocht, is het woord aan den vertegenwoordiger van het O. M., den Officier van Justitie, mr. Reiling. Spr. acht het primair ten laste gelegde, het voortgezet misdrijf van vedduistering, bewezen. Voor een zeer aanzienlijk bedrag is de fabriek door verd. benadeeld. Hü heeft grovelijk mis bruik gemaakt van het in hem gestelde ver trouwen, zoodat een voorwaardelüke straf niet ter plaatse is, mede omdat het hier een voort* gezet misdrijf geldt. Rekening houdend met het gunstig reclassee- ringsrapport eischt de Officier een gevangenis straf van tien maanden met aftrek van den tüd in voorarrest doorgebracht. Op het hooren van den eisch barst verd. in Pl. meent, dat het Hof niet anders kan doen, I dan verd. vrü te spreken van verduisteringen snikken uit. ten nadeele van de scholen. Men kan verd. niet i Het woord is aan den verdediger, mr. Van houden aan het bedrag van 20.000, als het niet j Zutphen. Pl. voert aan, dat verd. door geldge- staat op een deskundige basis; zelfs verdachte brek tot zijn daad is gekomen. Reeds toen hü kan dat bedrag niet verklaren of specificeeren. trouwde had hü belastingschuld. Het gezin Tenslotte komt Pl. nog op de wüziging der werd gedrukt door het afbetalingssysteem dagvaarding door het O. M. te Alkmaar, welke wüziging hü aan de hand van het Wetb. v. Strafrecht onjuist en niet toelaatbaar oordeelt na een beschikking van de rechtbank. Pl. meent, dat ook het Hof deze wüziging als niet-geschied moet beschouwen. Mr. P. Langeveld zegt met ambitie de ver dediging van verd. op zich te hebben genomen; Voorts wüst verdediger er op, dat z.i. de con- tróle bij de fabriek geheel onvoldoende was; verd. is daardoor voor de verleiding bezweken. Verd. staat goed bekend, doch hij is zeer ner veus. Pl. dringt met klem aan op een voor waardelüke veroordeeling, subsidiair clementie. Vervolgens had zich voor de Rechtbank te verantwoorden de fabriekschef N. C„ wonende te Hilversum, vroeger werkzaam bü de Mag- neetfabrieken, verdacht van diefstal en heling. De man is thans gedetineerd in het Huis van Bewaring. Hem wordt ten laste gelegd, dat hü een of wist hem er toe te bewegen naar Reinhardt te Weenen te gaan. Reinhardt ontving Bressan zeer vriendelük en liet hem eenige rollen voor spelen, waarvan het resultaat was, dat hü oen contract van drie jaar kreeg. In het eerste jaar van zün Weensch engagement kreeg Bres sart bezoek van Viktor Bamowsky, die hem een contract te Berlün aanbood. Reinhardt annuleerde het bestaande contract en Bressart zag zün hartewensch in vervullinr gaan: hü speelde te Berlün. O.a. heeft hü tezamen met Elizabeth Bergner „Naar het U lükt" van Shakespeare gespeeld. Als filmspeler geniet Felix Bressart eerst sinds kort bekendheid. Het was in 1930, dat hü voor het eerst voor he„ witte doek optrad. Zün eerste film was „Der Kampf mit dem Drachen" spoed g gevolgd door meerdere andere. Een züner grootste su„ cessen oogstte hü in „De Prive-secretaresse". Ondanks alle lauweren, welke hü bü de film oogst, zou Bressart echter het gewone spreek- tooneel niet gaarne willen missen* „Bü het tooneel trekt mü de „opbouw" en de persoon van de figuur, die ik moet belichamen zoo aan", zegt hü, „de film daarentegen begint nooit pm zoo te zeggen met „het begin van de rol", hegeen volgens haar oerbeginselen is. Daarom zou ik waarschijniük ook in de stom me film nooit iets hebben bereikt." Deze mededeelingen willen volstrekt geen aansporing zün om de revue van Felix Breo- sart te bezoeken. Alvorens daartoe over te gaan leze men eerst de beoordeeling, die in dit blad over de revue zal geschreven worden. Het zou al te gewaagd zün reeds te voren een revue aan te bevelen, vooral wanneer deze uit het buitenland komt hü kende de treurige omstandigheden van zijn meer torpedonaven heeft weggenomen, toebe- vrouw en kind. Pl. heeft er geen spijt van ge- borende aan de N.V. Magneet Rijwielfabrieken. hacl In de tweede plaats is hem de heling van de Hij herinnert aan de behandeling te Alk- f do°r deb eersten verd. weggenomen rijwiel- maar, waar hij eens de verdediging voerde in J onderdeelen ten laste gelegd, een volle zaal, waarbij - zooals prof. Taverne 7erd- bekent het tenlaste gelegde. Als eerste schrijft het onsympathieke publiek tegen- getuige in deze zaak wordt de verdachte in de woordig was, dat vraagt om de uitspraak van i eerste zaak gehoord. Hü verklaart, dat hu als den schuldige; met een soort wraakgevoel, dat magazijnchef verschillende onderdeelen wegnam op sadisme gelükt en verkocht aan verdachte voor ongeveer de Pl. beschrijft de depressie van verd., die als j helft van den prijs, advocaat niets misdaan heeft, doch niet meer 1 De bedrijfsleider van de fabriek, den heer als lid van de balie kan gaan werken. J- v- d. Berg, geeft een uitvoerige uiteenzetting Op het oogenblik, dat hij op het punt staat van controlesysteem dat in de fabriek wordt weer iets te verdienen, zal hü gevangenisstraf gebruikt. Niets wordt afgegeven zonder een bon moeten ondergaan. Hü heeft in het H. v. B. I Vcrd-: "Ik heb alles op bonnen gekregen." gezeten als een gevangene. Kan men het hem President mr. Huysinga: „Dat lijkt me vreemd als jurist kwalük nemen, dat hü niet tegen de Het aantal onderdeelen moet toch met de afge- moeilijkheden opzag om bü het Hof, hem wel- i leverde fietsen overeenstemmen." bekend, een uitspraak uit te. lokken, waar hü De rijwielhandelaar v. W. te Hilversum ver- zich bü neer zal leggen. klaart, dat hij van verd. een groot aantal rijwiel- Pi. herinnert eraan, hoe verd. in Alkmaar onderdeelen heeft gekocht. Verdachte had zich over het paard werd getild en hoe hij aan ver- voorgedaan als tusschenpersoon. schillende hooge autoriteiten, o.a. Mgr. Schioppa Pe Officier van Justitie achtte het voortgezet gastvrüheid verleende. Hü deed veel werk voor misdrijf van diefstal en de heling bewezen. Spr de katholieke zaak; o.a. hield hij 45 lezingen overwoog dat aan de fabriek groote schade is voor het Dr Schaepmanfonds. Zün boekhou- toegebracht en hij eischte tenslotte dezelfde ding had gevoerd moeten worden door deskun- straf als tegen den vorigen verdachte, namelijk digen en niet door een eenvoudig man, als get. een gevangenisstraf van tien maanden met af- De Witte was, zooals gebleken is. trek van het voorarrest. Pl. wüst er voorts op, hoe verd.'s vrouw en De verdediger, mr. Frankenhuis, pleitte een kind hem noodig hebben 1 voorwaardelüke veroordeeling, subsidiair een Komende tot de effecten, meent pl., dat het meer clemente straf, overbrengen van de effecten naar Alkmaar op j Uitspraak over veertien dagen, grond van de verklaringen van mr. Aghina niet als verduistering mag worden beschouwd. Als voorts niet kan worden bewezen, dat het H. v. Z. een instelling van liefdadigheid is, ver- i valt het eerste gedeelte van de dagvaarding. Gaarne zag pl., dat het Hof omtrent deze I zaak een beslissing gaf. Voorts ontkent pl. dat verd. de feitelü'ke be- Na de pauze stond de derde verdachte in de verduisteringszaak ten nadeele van de Magneet- fabriek te Weesp, terecht. Aan den 26-jarigen lakker J. P. A. de G., wonende te Hilversum, wordt ten eerste dief- heerder was; dat was de directie, uit drie per- stal subsidair verduistering van torpedonaven sónen bestaande. Pl. wüst op de uitlating van mr. Aghina, die omtrent rekening en verant woording heel vlotte ideeën had en dat bü de rekening niet de gelden verantwoord werden. Pl. hoopt, dat het Hof zich zal indenken In verdachte's toestand en hem aan zijn gezin zal teruggeven, om dat aan de snijdende phi- lantropie te onttrekken; zün gezondheid is ten laste gelegd. Voorts wordt hü verdacht van medeplichtigheid aan heling. In tegenstelling met de andere verdachten ontkent verdachte hardnekkig. Hü was 20 No vember 1930 lakker in de fabriek te Weesp ge weest. Met verd. N. J. C. had hü in Hilversum een fietsenzaak opgezet, waarin zü samen in dusdanig, dat deze in het'H. v B. niet zal ver- 1 bu" P'«en t«d w"kt®n, Verdacbte **t ™t te beteren hebben geweten, dat de onderdeelen, die zü Pleiter dringt aan op desnoods een voorwaar- gebruikten of verhandelden in hun privézaak. delüke veroordeeling van distal afkomstig waren. De directeur van de rijwielfabriek, de heer Verdoner, deelt mede, dat verd. wegens slapte in het bedrijf door hem werd ontslagen. Hü was ongeveer zes jaar in betrekking bü getuige geweest. Getuige N. J. C., de verdachte in de tweede zaak, beschuldigt dezen verdachte er van, dat hü wel degelük wist dat de rüwielonderdeelen van diefstal afkomstig waren. Verd.: „Niet waar, je hebt me gezegd, dat het uit Duitschland gesmokkelde goederen waren". Een getuige décharge verklaarde, dat hü Mr. Bauduin repliceert en constateert, dat verd. een gebruik van het recht gemaakt heeft, wat veel op ,,mis"-bruik gelijkt. Wat de verdisteringen betreft, neemt spr. aan het bedrag, dat verd. zelf toegeeft; als de des kundigen een bedrag van 70.000 als verduis terd noemen, mag men zeker een bedrag van 19.000 aannemen. Spr. kan het betoog van mr. Prins niet volgen, doch wil naar aanleiding daarvan toch het preventief aftrekken, Mr. Prins merkt op, dat de deskundigen niet eena wat gekocht had van de beide firmanten» 1 art Hot Vin tnavi tnot riorH P irflrHoohro J n na spreken van verduisteringen. en dat hij toen met verd. C. (verdachte in de Mr. Langeveld bepleit nog het goed recht van I tw®ede zaak' bad afgerekend verdachte om zün belangen in H. B te zoeken. 1 ®P verzoek van den verdediger, Mr. Visch, Pl. hoopt dat het Hof hierin aanleiding zal werd de behandeling van de zaak geschorst tot vinden om de straf niet met preventief te ver- Maandag 6 Juni om nog een getuige a decharge meerderen. te dagvaarden. Verd. uitte den wensch, dat het Hof de over tuiging heeft gekregen, dat uitvoerige juridi sche motiveeeringen bü beide verdedigers ach terwege is gebleven. Het eenige, wat niet kon worden weggelaten was de kwestie over het eigendom van de gel den, omdat rekening gehouden moet worden met de ontzettende civiel-rechtelijke gevolgen voor spr., ook na zijn dood voor zün vrouw en kinderen. Spr. hoopt, dat het Hof met de ci- vielrechtélüken kant van de zaak rekening zal willen houden. Alles wat in mü omgaat aldus verd. en wül 's avonds in de Keizerstraat aangehouden mü zoo ontzettend neerdrukt, zal ik thans niet is een 23-jarige chauffeur, eveneens als ver- uitsoreken. dacht van medeplichtigheid aan deze inbraak. De recherche te 'sGravenhage heeft Woens dag in zün woning aangehouden een 20-jarigen loswerkman, als verdacht van medeplichtigheid aan diefstal, gepleegd in Februari j.l. in den Unie-winkel aan den Kranenburgerweg. Hü is in bewaring gesteld. In den namiddag is van de Haringkade aan gebracht een 36-jarige koopman, als verdaent van heling, in verband met deze inbraak, ter-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9