'EX-ADVOCAAT VOOR HET HOF
Duistere practijken
4
Felix Bressart naar ons land
VRIJDAG 27 MEI
Waar hieven de school- en
liefdadigheidsgelden
Tooneel- en filmkomiek
De Portier van de Privé-
secretaresse
Zwijgen beloofd, maar
toch gesproken
Vërdachtes houding
tweeslachtig
Hoe kwam de zaak aan
het rollen?
MIDDAGZITTING
Wederom anderhalf jaar geëischt
met aftrek van drie maanden
voorarrest
Verhoor van den
verdachte
Requisitoir
De verdediging aan het
woord
DE VLAG HALFSTOK
FIETSONDERDEELEN
VERDUISTERD
In verband met de ophanden zijnde
afsluiting der Zuiderzee heeft men
te Volendam de vlag halfstok ge-
heschen ten teeken van rouw.
Verdachten voor de rechtbank
De effecten niet
verduisterd?
Na de pauze
Replieken
Een laatste woord
van verdachte
INBRAAK TE 'S GRAVENHAGE
Drie verdachten aangehouden
Voor de arrondissements-rechtbank te Alk
maar werd 9 en 10 Februari j.l. de zaak behan
deld contra mr. H. A. J. M. K., voorheen advo
caat en procureur te Alkmaar, wien toenmaals
ten laste was gelegd het zich wederrechtelijk
toeëigenen van effecten, welke hij als beheer
der van de aldaar gevestigde instelling van lief
dadigheid „Het Huis van Zessen" onder zich
had, alsook het verduisteren van belangrijke
geldsomm en (als maximum werd in de dag
vaarding genoemd een bedrag van 107.917.9tJ)
ten nadeele van de R. K. Meisjesscholen, welker
zaken hij namens de O. L. Vrouwe-Stichting te
Amersfoort beheerde.
Door den Officier van Justitie, mr. G. B. van
der Feen de Lille, werd tegen verdachte toen
drie jaren gevangenisstraf geëischt, welke eisch
de rechtbank halveerde, na verschillende ver
zachtende omstadigheden te hebben aange
voerd.
Mr. K., die werd verdedigd door mr. P. Lan
geveld te Alkmaar, ging van dit vonnis in
Hooger Beroep.
Om half 11 ving Donderdag de zitting voor
het Gerechtshof aan.
Het Hof was samengesteld als volgt: Pres.
mr. Jolles: rechter mr. v. Binsbergen; pl. rech
ter mr. E. T. Dommering; griffier mr. C. Klaas-
sen; adv.-gen. mr. Bauduin
Als getuigen waren gedagvaard mr. J. S. L.
Aghina, auditeur-militair te 's Hertogenbosch,
president van de Stichting „Het Huis van Zes
sen", te A'kmaar, H. Fedder, procuratiehouder
Rott. Bankver. te Amsterdam; W. Thebaerts,
voorheen klerk bij verdachte, Alkmaar; A. J.
de Witte, kantoorbediende te Alkmaar; D. C.
van Dijk, dir. Noorder Bank, Alkmaar; L. v. d
Vegt, gem.-ontvanger te Alkmaar; W. v. d.
Poll. gedelegeerd gem.-ontvanger te Alkmaar:
A. J. Mulder, dir. Ned. Landbouwbank, bijkan
toor Alkmaar; J. F. Wolters, overste der Zusters
v. O. L. Vr. van Amersfoort te Alkmaar, en als
getuigen deskundigen: S. J. A. Keesom, accoun
tant te Alkmaar; H. Engelgeer te Haarlem,
Rijksaccountant.
Een 7-tal getuigen, die gedagvaard waren bij
de behandeling voor de Arrondissementsrecht
bank te A'kmaar, waren thans niet opgeroepen.
Verdedigers: mr. P. Langeveld en mr. A. Prins,
Alkmaar.
Eerstgenoemde verklaarde verd. te zullen ver
dedigen voor wat betreft de zaak van het „Huis
van Zessen"; mr. Prins voor wat betreft de ver-
Op de publieke tribune bestond een normale
belangstelling, waaronder wij geen Alkmaar-
ders onderscheidden.
Verd. mr. K., aan wien het merkbaar was dat
hij reeds drie maanden in het H. v. B. vertoefd
heeft, werd door den Pres. bij den aanvang
erop gewezen, dat zijn houding eigenaardig
tweeslachtig was; eenerzijds verzocht hij het
Hof om clementie, met het oog op zijn vrouw
en kind, anderzijds voert hij een hardnekkig
verweer.
Verd. meende, dat dat zijn goed recht was.
Mr. J. S. L. Aghina, eerste getuige, legt nage
noeg dezelfde verklaring af als voor de Arr.-
Rechtbank te Alkmaar; get. beschouwt het
H. v. Z. niet a's een instelling van weldadigheid;
hij kreeg telken jare van verd. de rekening en
verantwoording ter inzage, echter zonder over
legging van effecten, gelden of bankbewijs.
Op een vraag van den Pres. hoe de zaak
eigenlijk aan het rollen kwam, zegt verdachte:
omdat degenen, die beloofd hadden te zullen
Zwijgen, hun mond niet gehouden hebben.
Van de niet verschenen get. H. Fedder, procu
ratiehouder der Rott. Bankver. te Amsterdam
Werd een schriftelijke verklaring voorgelezen,
Waarin gezegd werd, dat de in de dagvaarding
genoemde effecten indertijd op genoemde bank
berustten en nadien gelicht zijn.
Get. D. van Dijk, dir. Noorder Bank te Alk
maar, bestuurder van het „H. v. Z.", legt ver
klaringen af omtrent den aard dier stichting
on de inkomsten daarvan. De inwonenden be
talen 10.per maand. Uit de rekeningen
bleek, dat er een voordeelig saldo was tot een
bepaald bedrag; get. heeft dat echter nooit
gezien.
Op een vraag van den Pres. verklaart vero
K. de ontvangsten, i.e. de inkoopsommen, steeds
Verantwoord te hebben en in de kas gestort te
hebben.
Pres.: Maar de effecten hebt u verduisterd
on de rente vermeldde u toch telkens op de
tekening en verantwoording?
Verd. antwoordt bevestigend.
De Pres. leest een verklaring voor van Mi
leesberg, voorheen compagnon van verd., vol
gens welke het tekort zou ontstaan zijn door
de verduistering der effecten, het niet-inkomei:
Van de rente daarvan, alsook door het niet-
ihkomen van de inkoopsommen.
Op een vraag van den Pres. verklaart get. v
Hijk, dat Vterd. voorheen de gevolmachtigde
Was van de Zusters in Amersfoort; omdat ei
Wantrouwen ontstond tegenover K., kwam er
ben reorganisatie, een geheel nieuw bestuur
Voor de R. K. meisjesscholen. Verd. had vooi
de Noorderbank een officieele volmacht van de
O. L. Vr. Stichting; hij stortte en inde als ge
volmachtigde geld. Meestal liet hij het geld
door zijn klerk De Witte halen.
De Pres. tot verd.: Weet u waar dat geld dan
bleef?
Verd.: Neen.
De Pres. tot get.: Wat weet u van de levens
wijze van verdachte?
Get. v. Dijk: Daar weet ik niet veel van.
Pres.; Kwam u wel eens bij hem; hebt u niet
®ens gedineerd bij hem?
Get.: Eenmaal.
Pres.: Hoe was dat?
Get.: Dat was goeci m orde!
Pres.: Heeft verd. niet een Pauselijke onder
scheiding gehad en is hij daarvoor naar Rome
Begaan om te bedanken?
Get.: Ja.
Pres.: Heeft die reis geen 5000 gekost?
Get.: Dat heeft hij verklaard op een verga
dering in de pastorie.
Verd. ontkent dit ooit gezegd te hebben: de
deken weet ook niet, dat hij dat gezegd heeft
Get. v. Dijk weet, dat verschillende van de
daar aanwezigen het wel gehoord hebben.
Pres. tot verd.: Leefde u niet op te grooten
Voet?
Verd.: Wat mijn familie betreft wel; niet t
a- v. mijn gezin en mijzelf. Pas in de 2de helft
Van 1929 bemerkte ik, dat het verkeerd ging
Van 1921 af echter wist verd. dat van de effec-
tei> van het H. v. Z.
Voorts ging verd. uitvoerig in op de vragen
*aö den Pres. t. a. v. de relaties met Amers
foort, waarmee niet geregeld rekening en ver
antwoording werd afgelegd; de Zusters zon
den slechts staten, waarop vermeld, wat zij
meenden te moeten hebben; daardoor ontstona
verwarring. Verd. heeft verschillende uitgaven
voor de scholen gedaan, die niet geboekt zijn.
Op verzoek van Mr. Prins doet de Pres. voor
lezing van de volmacht van verd. voor de Noor
derbank.
Get. v. Dijk verklaart op een vraag van Mr
Prins niet tegenwoordig te zijn geweest bij de
in beslagname der boeken bij verd.; hij weet
van die boeken niet veel af, momenteel doet
get. de betalingen; de boekhouding is heele-
maal niet ingewikkeld.
Er ontstond vervolgens een gesprek tusschen
mr. Prins en get. v. Dijk, die verklaart dat de
boekhouding, zooals die bij verd. in beslag ge
nomen was niet veel zaaks 'vas.
Ondervraagd over de vergadering op de
pastorie met het Schoolbestuur verklaart
verd.. daar onder dwang een schuldbekente
nis van ƒ65.000 te nebben ge teekend; eerst
wilde men verd. ƒ93.000 aanwrijven. Bij deze
schuldbekentenis verklaarde verd. echter na
drukkelijk, dat hij vi coactus geteekend had
en dat het bedrag niet juist was.
Pastoor Micklinghof had verd. gezegd: als
je niet teekent leveren we je aan de justitie
over; en omdat deken Kengs gezegd had: wees
nu maar gedwee; zeg maar op alles ja; dan
komt alles terecht, heeft verd. aldus gehan
deld.
Pastoor Micklinghoff zeide een volmacht in
zijn zak te hebben, verd dan ongemoeid te
zullen laten.
Op een vraag van Mr. Prins of hij nog iets
weet van uitgaven voor schoolfeestjes ant
woordt get. v. Dijk ontkennend; op een vraag
van den Pres. of verd. K. veel voor de Kath.
zaak in Alkmaar gedaan heeft, antwoordt get.
bevestigend.
De volgende getuige is de heer A. J. Mulder
dir. Ned. Landbouwbank te Alkmaar, die ver
klaart, dat verd. een afschrift van een vol
macht had om namens de O.L.Vr. Stichting
te Amersfoort geldzaken te doen met de Ned.
Landbouwbank te Alkmaar. Verd. was een do-
mineerende figuur, die veel voor de Kath.
zaak deed in Alkmaar.
Een uitvoerige discussie ontstaat voorts tus
schen rechtbank en verd. óver de volmacht
voor de Ned. Landb. bank.
Verd. betoogde, dat de Zusters de volmacht
ontkennen; hij had hem echter wel; de ori-
gineele volmacht is hier of daar gebleven, het
zij bij Ged. Staten, bij den Raad v. State of
bij een ander college. Deze kwestie is daarom
voor verd. van belang, omdat als de Ned.
Landbouwbank het proces tegen Amersfoort,
dat circa 40.000 van die bank zegt te vor
deren, verliest, deze Bank vera, aanspreekt.
Was die volmacht er niet, dan zou het verduis
terde bedrag, dat verl. ten laste wordt gelegd
veel hooger worden.
Op een vraag van Mr. Prins verklaart get.
Mulder, dat hij nooit een origineele volmacht
gezien heeft.
De verklaringen van get. J. F. Wolters,
Moeder Overste te Alkmaar leveren geen nieu
we gezichtspunten op.
Volgende get. is W. Thebaerts, voorheen klerk
bij mr. K., die zegt niet tegenwoordig te zijn
geweest bij de overbrenging van de boeken
naar de Zusters op de Oude Gracht, zooals in
de stukken staat.
Om de 1 of 2 maanden kreeg get. de boeken
van zijn collega de Witte, om eruit te nemen,
wat hij voor zijn bescheiden voor Rijk en ge
meenten noodig had, wat hij noodig had vond
hij steeds
Uit correspondentie ontdekte get. eens, dat er
een ontvangpost van f 14000 gestort moest zijn,
die niet geboekt is.
Verd. merkt op, dat in dat tijdvak ook uit
gaven gedaan zijn door de Witte tot 'n bedrag
van 11.134,42. Op een andere manier heeft de
W. geen geld ontvangen; die betalingen moeten
dus van die f 14000 gedaan zijn. Verder staat
er in de boeken van de Witte o.a.: „aan The
baerts f 500" terwijl verd. zelf altijd Thebaerts
zijn salaris uitbetaalde.
Get. A. T. de Witte, voorheen klerk bij verd.
K., die vervolgens gehoord werd, verklaart
steeds geboekt te hebben, wat hij ontvangen
heeft. Wat de vier kwitanties van de N. B. en
de Neo. Landbouwbank betreft, die de Pres.
hem toont, deze heeft get. niet geïnd en dus
ook niet geboegkt. Tot tweemaal toe vraagt de
Pres. aan get.: „Kimt u dat onder eede ge
tuigen?
Getuige antwoordt op deze vraag bevesti
gend.
De Pres.: Is het zoo ook ten aanzien van
de gemeente-mandaten?
Get. verklaart ook deze niet geïnd te heb
ben; hij heeft ze niet geboekt.
Van een aangeteekenden brief met 14 bank
jes van 1000 van Van Ogrop weet get.
niet.
PresWaarvan hebt u daarna verschillen
de betalingen gedaan?
Get.: Daar moet ik geld van verd. vooi
ontvangen hebben.
Pres. Maar die 14.000.noch die uit
gaven zijn geboekt.
Na een onderlinge discussie waaraan ook
door verd. werd deelgenomen, verklaart get.
De Witte, dat hij bedragen, die hij aan mr. K.
overhandigde steeds als zoodanig boekte.
Verd.: Daar kreeg hü telkens een bon vooi
de ingeboekte ontvangen bedragen kloppen
echter lang niet met de bonnen.
Get. zegt niet altijd een bon gehad te
hebben.
Hierna ontstaat wederom een vraag-en-ani-
woordenspel over het geldelijk beheer door get.
De Witte gevoerd.
Verd. zegt altijd bonnen aan De Witte ge
geven te hebben: waarom den eenen keer wel
en den anderen keer niet?
N.a.v. een vraag van mr. Prins verklaart get.
Thebaert nooit van De Witte salaris te hebben
ontvangen
De Pres.- Hoe komt dan in uw boekje 50o
aan Thebaert.
Get. De Witte meent, dat mr. K. gezega
heeft: Geef me even 500 voor Thebaerts.
De zitting wordt vervolgens geschorst toi
kwart over twee.
De middagzitting vangt aan met het verhoor
van get. L. v. d. Vegt, gem.-ontvanger te Alk
maar, die t.a.v. de termijn-mandaten dezelfde
verklaringen aflegde, als voor de Arr. Recht
bank te Alkmaar; nimmer werden op get.'s
kantoor betalingen gedaan zonder die manda
ten.
Verd. tracht get. eraan te herinneren, dat dit
wel een keer het geval is geweest; toen' werden
betalingen gedaan, zonder de mandaten Get.
v. d. Poll is wel eens van het voorschrift afge
weken. Verd. heeft eens enkele mandaten mee
gekregen; daarna heeft volgens verklaringen
van get. v. d. Pol de gem.-ontvanger verbo
den hiermee door te gaan.
Heden verscheen voor het Gerechts
hof te Amsterdam in hooger beroep
mr. K., voorheen advocaat en procu
reur te Alkmaar, wegens verduiste
ringen ten nadeele van een instelling
van liefdadigheid en van de R.K.
Meisjesscholen te Alkmaar.
De Pres. verzoekt den get. v. d. Vegt zijn kas-
positie op 2 en 3 Sept. 1939 nog eens na te zien
ten einde klaarheid in deze zaak te krijgen.
Mr. Prins vraagt get. of Deken Rengs op
het kantoor de mandaten teekende.
Get. xntwoordt bevestigend.
Mr. Prins zegt. dat Deken Rengs het zich niet
meer herinnert, doch geneigd is te zeggen, dat
het niet zoo was.
Get. v. d. Poll, die vervolgens gehoord wordt,
herinnert zich niet een geval, waarbij hij een
mandaat uit handen gegeven heeft. Mandaten,
door K. geteekend, moeten ook aan hem uitbe
taald zijn.
Verd. herinnert aan get.'s verklaring in Alk
maar gedaan, volgens welke hij één keer een
mandaat aan De Witte heeft uitbetaald. Toen
verd. er om kwam, was er geen geld.
Pres. tot get.: Kunt u zich dat herinneren?
Get,: Neen. Het zou kunnen zijn, dat dat
ééne geval, wat genoemd wordt in de stukken,
betrekking heeft op de Jongensscholen. Het is
onmogelijk, dat er een keer mandaten zijn af
gegeven.
Pres.: Herinnert u zich wel eens aan De
Witte uitbetaald te hebben?
Get.: Zeker!
Verd. wees er op, dat get. De Witte steeds
bedragen, die hij inde en weer uitbetaalde
niet inboekte; zoo ook boekte hij niet. als hij
een bedrag op de bank stortte. Uit giro-boeken
blijkt van een betaling tot een bedrag van
20.000 aan Amersfoort; ook dat heeft get.
De Witte niet geboekt.
De adv.-gen. meent, dat deze get. slechts
looper was; het ging buiten zijn boekhouding
om.
Verd.: Andere posten boekte hij weer wel.
Mr. Prins vroeg aan get. v. d. Poll, of deken
Rengs in 1929 ten kantore kwam om de man
daten te teekenen.
Get. antwoordt bevestigend waarop mr.
Prins nogmaals verwijst naar de verklaring
van den Deken, die geneigd is te zeggen, dat
het niet zoo is.
De volgende getuige S. J. A. Keesom, accoun
tant te Alkmaar, licht zijn rapport over het
nazien der boeken nader toe. Hem is niet ge
bleken, dat boeken of bescheiden mankeerden
Pres. tot verd.: Hoeveel sa'aris genoot u.
Verd.: Ik ontving niets. Wel kreeg ik ƒ1000,
waarvan Mr. Leesberg 500 moest hebben; de
andere 500 werden besteed voor hulp, ver
lichting enz.
Na een onderlinge discussie over de man
daten vraagt de Pres. get. naar zijn oordeel
over de boekhouding.
Get. zou die in orde gevonden hebben, als
de Witte alle bedragen, die hij ontving en
uitgaf, ook geboekt had.
Get. A. Engelgeer, de andere get.-deskundige,
geeft nadere verklaringen over het verschil
tusschen de eindbedragen, genoemd in zijn
rapport en dat van den get. Keesom.
Het verhoor van dezen get. levert geen nieuwe
gezichtspunten op.
De Pres. stelt daarna eenige vragen omtrent
verdachtes familie- en gezondheidstoestand.
Verd. deelt mee, dat die niét rooskleurig is;
reeds 234 jaar is verd. zonder verdiensten; men
daarmee bedoelt verd. degenen, voor wie
hij vroeger iets deed doet niets voor verd
Zijn gezondheid laat veel te wenschen over
en doet niets goeds hopen.
Wat het bedrag van 107.000 betreft, dat
kan ik niet weggemaakt hebben, zegt verd. Al
leen in 3929 moet ƒ50.000 weggemaakt zijn;
dat is gewoon onbestaanbaar; ik had toen
ƒ20.000 inkomen.
Pres.: Hoe verklaart u dan de fouten in het
rapport der deskundigen?
Verd.: die rapporten bevatten geen fouten;
ze zijn onvolledig. Verd. wijst voorts nog op
een verklaring van een der zusters, dat in
Amersfoort niet alles geboekt werd, wat ont
vangen werd.
De Adv.-Generaé,l, Mr. Bauduin wijst er op
dat verd. voor den 7den keer een rechterlijk col
lege voor zijn zaak aan het werk zet. Hij zal
daarom kort zijn met juridische argumenten.
Hij betreurt dat het Hof zich gebonden ziet
aan de beslissing van het Hof in Den Haag.
Komende tot de zaak, acht spr. het delict
van zeer ernstigen aard; het verweer van verd.
is lichtzinnig.
Toen hij één jaar advocaat was, eigende hij
zich door bedrog en list reeds een bedrag van
ƒ30.000 toe. Het komt spr. voor, dat verd. deze
verduisteringen, hem in de dagvaarding ten
laste ge'egd, gepleegd heeft.
Wat de schoo'gelden betreft, wijst spr. op den
twijfel, omtrent het bedrag; in alle geval kan
hem verduistering van f 19.500 ten laste gelegd
worden.
De straf van 134 jaar staat z.i. in de goede
verhouding tot de gepleegde feiten; verd. heeft
schromelijk gehandeld; hij kan het niet verant
woorden, bedragen van f30.000 aan een liefda
dige instelling en f 20.000 aan de scholen te ont
trekken.
Hij leefde te royaal en kocht auto's. Zijn le
venshouding was niet ernstig; hij had een ver
antwoordelijke positie en genoot een bijna on-
schokbaar vertrouwen der Kerkelijke autori
teiten.
Wat spr. het meest tegenstaat, is de manier,
waarop verd. aan een veroordeeling tracht te
ontkomen, door een en ander op den armen
boekhouder te schuiven. Spr. ziet geen aanlei
ding om de preventieve hechtenis in mindering
te brengen en sluit zich aan bij den eisch van
het O.M. te Alkmaar, van 134 jaar gevangenis
straf.
Het eerst komt aan het woord mr. A. Prins,
die zich de vrijheid wil veroorloven het bewijs
van de verduistering aan te tasten en het von
nis van de rechtbank te Alkmaar aan critiek te
onderwerpen.
Op de eerste plaats is niet bewezen, dat verd.
de gelden tot een bedrag van f79.650.72 onder
zich heeft gehad.
Verd. is bijna nooit zelf op de Noorder Bank
geweest; een pertinente verklaring daarvan is
door de getuigen nooit gegeven; evenzoo t.a.v.
de Ned. Landbouwbank. Niettemin neemt de
rechtbank aan, dat verd. die gelden heeft ont
vangen.
Uit de stukken t.a.v. de vordering van de O. L.
Vr. Stichting op de Ned. Landbouwbank blijkt
herhaaldelijk, dat het bestuur dier Stichting de
volmacht ontkent; verd. daartegenover verklaart
wel die volmacht te hebben gehad. Juridisch
staat echter niet vast, dat er een origineele vol
macht is geweest; daarom zijn geen gelden van
de O. L. Vr. Stichting verduisterd; hoogstens
heeft er een oplichting plaats gehad.
Komende tot de termijn-mandaten, betoogt
Pl., dat gezien de autoriteit van verd. inder
tijd te Alkmaar de uitbetalingen heel goed
gedaan kunnen zijn, zonder de mandaten; de
zwakke verklaringen van de get. v. d. Poll en v.
d. Vegt versterken Pl. in deze meening.
Komende tot den post ƒ45000, ontstaan door
de posten onder Mr. K. geboekt door get. de
Witte, komt het Pl. merkwaardig voor, dat get.
de W. gelden afdroeg zonder bonnen; Pl. noemt
de heele boekhouding een jamboel.
Uit de feiten, dat verschillende bonnen ont
breken, verdachte zelf uitgaven deed en de
boekhouding een jamboel was, mag men niet
concludeeren, dat al die gelden door verdachte
verduisterd zijn. Voorts meent Pl., dat de verkla
ringen van de W. niet ten volle betrouwbaar
moeten worden geacht, omdat zijn boekhou
ding niet in orde is.
Blijft nog over een bedrag van ƒ3000 onge
veer; waar de deskundige rapporten een ver
schil van circa ƒ15000 aantoonen, meent Pl.,
dat over dit bedrag ook moeilijk zekerheid kan
bestaan.
Ook ta.v. de boekhouding van de O. L. Vr.-
stichting heeft Pl. geen helderheid gekregen;
De bekende Duitsche film- en tooneelspeiei
Felix Bressart zal dezen zomer een tournee
door ons land maken, waarbij hij Je hoofdrol
zal vervullen n een Duitsch-Nederlandsche re
vue. Felix Bressart, die thans 37 iaar oud is,
werd geboren in een klein Duitsch dorpje aan
de Nederlandsche grens, doch groeide op te
Berlijn, waar hij het Fransche gymnasium be
zocht. Van zijn schooljaren verklaarde Bres
sart zelf eens, dat hij zou liegen, als hij zei-
de, dat de jaren op het Fransche gymnasium
zijn prettigste tijd was geweest. Speciaal mei,
meetkunde en algebra stond hij op voet van
oorlog; voor rekenkundige vraagsukken op te
lossen bleek Felix Bressart ten eenenmale on
geschikt. Ook nu nog beweert hij ernstig, dat
deze ongeschiktheid voor alle soorten van re
kenen hem soms bij het afsluiten van contrac
ten nog parten speelt. Zijn lievelingsvakken
waren talen en geschiedenis. Hoewel zijn ta
lent als komiek zich nog niet had geopenbaard,
wilde Felix Bressart, toen hij de school haa
doorloopen, tooneelspeler worden, doch zijn
vader, die koopman was, wilde hiervan niets
weten. Hij vond het veel beter, dat zijn zoon
een behoorlijk koopman werd en plaatste hem
daarom op het kantoor van een kennis van
hem. Hoewel Felix er zich niet al te best thuis
gevoelde, voldeed hij toch zoo goed, dat hu
binnen korten tijd tot Fransch correspondent
der firma werd benoemd. Doch na een jaai
hield hij het kantoorleven niet langer uit. Hu
deserteerde en begaf zich naar de tooneei-
school van Maria Moissi (de eerste vrouw van
Alexander Moissi). Maria Moissi achtte Felix
Bressart voor het tooneel geschikt en na een
maandenlange studie was hij c.ndelijk zoo
ver, dat hij kon optreden. Zijn debuut vond u.
Würzburg plaats in de rol van Malovolio. De
oorlogsjaren maakten een einde aan zijn
nauwelijks begonnen artistieke loopbaan. Fe
lix Bressart werd als artillerie-verkenner naai
de loopgraven aan het Westfront gezonden.
Na den oorlog keerde hij naar Berlijn terug,
waar hij bü Tischmann een engagement kreeg
voor een tournee door Beieren. Daarna speelae
hij eenigen tijd te Brunswijk en te Hannover.
Toen zijn contract bij het Duitsche theater te
Hannover afliep, weigerde hij een nieuw, daai
hij naar Berlijn wilde gaan om te filmen. Hoe
men hem ook van zijn voornemen zocht ai
te brengen, het hielp niet; hi- nad absoluut
geen connecties en geen enkele filmagent wilae
hem aannemen. Teneinde raad ging hij maai
weer tooneelspelen. Eerst in het Rose-Theater
te Berlijn en vervolgens in het Albert-Theater
te Dresden. Hier leerde hü ook zün toekom
stige vrouw Friederike Lehner. kennen. Deze
Ik wil thans alleen verzoeken het zóó te re-
gelen, dat ik vóór 1 Sept. a.s. in vrüheid kom.
Schriftelijk zette ik reeds uiteen, hoe ontzettend
ik getroffen ben, en de eenige hoop, die ik heb,
is, dat ik met September weer kan beginnen
aan datgene, waarvoor ik in het H. v. B. hard
gewerkt heb
Voorts dankt verd. den president voor de
uitnemende leiding, waardoor hü dezen ontzet-
tenden dag voor hem mogelijk heeft gemaakt.
De pres. sloot hierop de zitting en bepaalde
de uitspraak op Donderdag 3 Juni.
van een correspondeerende boekhouding is
niets gebleken.
Het eenige houvast zit in de verklaringen van
get. Engelgeer, die niet kan verklaren, dat het
geld verduisterd is; hü zegt alleen, dat het weg
is.
Pl. concludeert, dat het Hof verd. daarop niet
mag veroordeelen.
Juridisch staat niet vast, dat er een origineele
volmacht is geweest voor de Ned. Landb. Bank.
Voor de arrondissements-rechtbank te Am
sterdam stond de 34-jarige magazü'nmeester G.
Ph. terecht, verdacht van verduistering. De man
is gedetineerd in het Huis an Bewaring.
Verdachte wordt ten laste gelegd, dat hü te
zamen en in vereeniging met één of meer an
dere personen zich in het tweede halfjaar van
1930 en in den loop van 1931 te Weesp verschil
lende rüwielonderdeelen. toebehoorende aan de
N. V. „Magneet Rüwielfabriek", heeft toege
ëigend.
Verd. had deze voorwerpen zooals kettin
gen, pedalen, balhoofdstellen, tandwielen e. a.
onderdeelen uit hoofde van zijn dienstbetrek
king als magazünmeester onder zün berusting.
Subsidiair wordt hem diefstal ten laste gelegd.
Verd. verklaart, dat hü de onderdeelen heeft
doorgegeven aan zekeren H. J. C. te Hilversum,
die ze verder heeft verkocht. De heer J. G. Ver-
donner, directeur der Magneetfabriek te Weesp
zegt, dat de controle over het algemeen goed
was.
De boekhouder van de fabriek, de heer E.
Biene, verklaart dat er geen tekort aan rijwiel-
kettingen is geconstateerd.
De verdediger mr. Van Zutphen merkt op, dat
vele kettingen ten laste zijn gelegd.
Nadat nog een tweetal getuigen is gehoord,
dat door middel van den tusschenpersoon C.
die zich hierna zal hebben te verantwoorden
wegens heling onderdeelen had gekocht, is
het woord aan den vertegenwoordiger van het
O. M., den Officier van Justitie, mr. Reiling.
Spr. acht het primair ten laste gelegde, het
voortgezet misdrijf van vedduistering, bewezen.
Voor een zeer aanzienlijk bedrag is de fabriek
door verd. benadeeld. Hü heeft grovelijk mis
bruik gemaakt van het in hem gestelde ver
trouwen, zoodat een voorwaardelüke straf niet
ter plaatse is, mede omdat het hier een voort*
gezet misdrijf geldt.
Rekening houdend met het gunstig reclassee-
ringsrapport eischt de Officier een gevangenis
straf van tien maanden met aftrek van den
tüd in voorarrest doorgebracht.
Op het hooren van den eisch barst verd. in
Pl. meent, dat het Hof niet anders kan doen, I
dan verd. vrü te spreken van verduisteringen snikken uit.
ten nadeele van de scholen. Men kan verd. niet i Het woord is aan den verdediger, mr. Van
houden aan het bedrag van 20.000, als het niet j Zutphen. Pl. voert aan, dat verd. door geldge-
staat op een deskundige basis; zelfs verdachte brek tot zijn daad is gekomen. Reeds toen hü
kan dat bedrag niet verklaren of specificeeren. trouwde had hü belastingschuld. Het gezin
Tenslotte komt Pl. nog op de wüziging der werd gedrukt door het afbetalingssysteem
dagvaarding door het O. M. te Alkmaar, welke
wüziging hü aan de hand van het Wetb. v.
Strafrecht onjuist en niet toelaatbaar oordeelt
na een beschikking van de rechtbank.
Pl. meent, dat ook het Hof deze wüziging als
niet-geschied moet beschouwen.
Mr. P. Langeveld zegt met ambitie de ver
dediging van verd. op zich te hebben genomen;
Voorts wüst verdediger er op, dat z.i. de con-
tróle bij de fabriek geheel onvoldoende was;
verd. is daardoor voor de verleiding bezweken.
Verd. staat goed bekend, doch hij is zeer ner
veus. Pl. dringt met klem aan op een voor
waardelüke veroordeeling, subsidiair clementie.
Vervolgens had zich voor de Rechtbank te
verantwoorden de fabriekschef N. C„ wonende
te Hilversum, vroeger werkzaam bü de Mag-
neetfabrieken, verdacht van diefstal en heling.
De man is thans gedetineerd in het Huis van
Bewaring.
Hem wordt ten laste gelegd, dat hü een of
wist hem er toe te bewegen naar Reinhardt te
Weenen te gaan. Reinhardt ontving Bressan
zeer vriendelük en liet hem eenige rollen voor
spelen, waarvan het resultaat was, dat hü oen
contract van drie jaar kreeg. In het eerste
jaar van zün Weensch engagement kreeg Bres
sart bezoek van Viktor Bamowsky, die hem
een contract te Berlün aanbood. Reinhardt
annuleerde het bestaande contract en Bressart
zag zün hartewensch in vervullinr gaan: hü
speelde te Berlün. O.a. heeft hü tezamen met
Elizabeth Bergner „Naar het U lükt" van
Shakespeare gespeeld. Als filmspeler geniet
Felix Bressart eerst sinds kort bekendheid. Het
was in 1930, dat hü voor het eerst voor he„
witte doek optrad. Zün eerste film was „Der
Kampf mit dem Drachen" spoed g gevolgd door
meerdere andere. Een züner grootste su„
cessen oogstte hü in „De Prive-secretaresse".
Ondanks alle lauweren, welke hü bü de film
oogst, zou Bressart echter het gewone spreek-
tooneel niet gaarne willen missen* „Bü het
tooneel trekt mü de „opbouw" en de persoon
van de figuur, die ik moet belichamen zoo
aan", zegt hü, „de film daarentegen begint
nooit pm zoo te zeggen met „het begin van
de rol", hegeen volgens haar oerbeginselen is.
Daarom zou ik waarschijniük ook in de stom
me film nooit iets hebben bereikt."
Deze mededeelingen willen volstrekt geen
aansporing zün om de revue van Felix Breo-
sart te bezoeken. Alvorens daartoe over te gaan
leze men eerst de beoordeeling, die in
dit blad over de revue zal geschreven worden.
Het zou al te gewaagd zün reeds te voren een
revue aan te bevelen, vooral wanneer deze uit
het buitenland komt
hü kende de treurige omstandigheden van zijn meer torpedonaven heeft weggenomen, toebe-
vrouw en kind. Pl. heeft er geen spijt van ge- borende aan de N.V. Magneet Rijwielfabrieken.
hacl In de tweede plaats is hem de heling van de
Hij herinnert aan de behandeling te Alk- f do°r deb eersten verd. weggenomen rijwiel-
maar, waar hij eens de verdediging voerde in J onderdeelen ten laste gelegd,
een volle zaal, waarbij - zooals prof. Taverne 7erd- bekent het tenlaste gelegde. Als eerste
schrijft het onsympathieke publiek tegen- getuige in deze zaak wordt de verdachte in de
woordig was, dat vraagt om de uitspraak van i eerste zaak gehoord. Hü verklaart, dat hu als
den schuldige; met een soort wraakgevoel, dat magazijnchef verschillende onderdeelen wegnam
op sadisme gelükt en verkocht aan verdachte voor ongeveer de
Pl. beschrijft de depressie van verd., die als j helft van den prijs,
advocaat niets misdaan heeft, doch niet meer 1 De bedrijfsleider van de fabriek, den heer
als lid van de balie kan gaan werken. J- v- d. Berg, geeft een uitvoerige uiteenzetting
Op het oogenblik, dat hij op het punt staat van controlesysteem dat in de fabriek wordt
weer iets te verdienen, zal hü gevangenisstraf gebruikt. Niets wordt afgegeven zonder een bon
moeten ondergaan. Hü heeft in het H. v. B. I Vcrd-: "Ik heb alles op bonnen gekregen."
gezeten als een gevangene. Kan men het hem President mr. Huysinga: „Dat lijkt me vreemd
als jurist kwalük nemen, dat hü niet tegen de Het aantal onderdeelen moet toch met de afge-
moeilijkheden opzag om bü het Hof, hem wel- i leverde fietsen overeenstemmen."
bekend, een uitspraak uit te. lokken, waar hü De rijwielhandelaar v. W. te Hilversum ver-
zich bü neer zal leggen. klaart, dat hij van verd. een groot aantal rijwiel-
Pi. herinnert eraan, hoe verd. in Alkmaar onderdeelen heeft gekocht. Verdachte had zich
over het paard werd getild en hoe hij aan ver- voorgedaan als tusschenpersoon.
schillende hooge autoriteiten, o.a. Mgr. Schioppa Pe Officier van Justitie achtte het voortgezet
gastvrüheid verleende. Hü deed veel werk voor misdrijf van diefstal en de heling bewezen. Spr
de katholieke zaak; o.a. hield hij 45 lezingen overwoog dat aan de fabriek groote schade is
voor het Dr Schaepmanfonds. Zün boekhou- toegebracht en hij eischte tenslotte dezelfde
ding had gevoerd moeten worden door deskun- straf als tegen den vorigen verdachte, namelijk
digen en niet door een eenvoudig man, als get. een gevangenisstraf van tien maanden met af-
De Witte was, zooals gebleken is. trek van het voorarrest.
Pl. wüst er voorts op, hoe verd.'s vrouw en De verdediger, mr. Frankenhuis, pleitte een
kind hem noodig hebben 1 voorwaardelüke veroordeeling, subsidiair een
Komende tot de effecten, meent pl., dat het meer clemente straf,
overbrengen van de effecten naar Alkmaar op j Uitspraak over veertien dagen,
grond van de verklaringen van mr. Aghina
niet als verduistering mag worden beschouwd.
Als voorts niet kan worden bewezen, dat het
H. v. Z. een instelling van liefdadigheid is, ver- i
valt het eerste gedeelte van de dagvaarding.
Gaarne zag pl., dat het Hof omtrent deze I
zaak een beslissing gaf.
Voorts ontkent pl. dat verd. de feitelü'ke be-
Na de pauze stond de derde verdachte in de
verduisteringszaak ten nadeele van de Magneet-
fabriek te Weesp, terecht.
Aan den 26-jarigen lakker J. P. A. de G.,
wonende te Hilversum, wordt ten eerste dief-
heerder was; dat was de directie, uit drie per- stal subsidair verduistering van torpedonaven
sónen bestaande. Pl. wüst op de uitlating van
mr. Aghina, die omtrent rekening en verant
woording heel vlotte ideeën had en dat bü de
rekening niet de gelden verantwoord werden.
Pl. hoopt, dat het Hof zich zal indenken In
verdachte's toestand en hem aan zijn gezin
zal teruggeven, om dat aan de snijdende phi-
lantropie te onttrekken; zün gezondheid is
ten laste gelegd. Voorts wordt hü verdacht van
medeplichtigheid aan heling.
In tegenstelling met de andere verdachten
ontkent verdachte hardnekkig. Hü was 20 No
vember 1930 lakker in de fabriek te Weesp ge
weest. Met verd. N. J. C. had hü in Hilversum
een fietsenzaak opgezet, waarin zü samen in
dusdanig, dat deze in het'H. v B. niet zal ver- 1 bu" P'«en t«d w"kt®n, Verdacbte **t ™t te
beteren hebben geweten, dat de onderdeelen, die zü
Pleiter dringt aan op desnoods een voorwaar- gebruikten of verhandelden in hun privézaak.
delüke veroordeeling van distal afkomstig waren.
De directeur van de rijwielfabriek, de heer
Verdoner, deelt mede, dat verd. wegens slapte
in het bedrijf door hem werd ontslagen. Hü
was ongeveer zes jaar in betrekking bü getuige
geweest.
Getuige N. J. C., de verdachte in de tweede
zaak, beschuldigt dezen verdachte er van, dat
hü wel degelük wist dat de rüwielonderdeelen
van diefstal afkomstig waren.
Verd.: „Niet waar, je hebt me gezegd, dat
het uit Duitschland gesmokkelde goederen
waren".
Een getuige décharge verklaarde, dat hü
Mr. Bauduin repliceert en constateert, dat
verd. een gebruik van het recht gemaakt heeft,
wat veel op ,,mis"-bruik gelijkt.
Wat de verdisteringen betreft, neemt spr. aan
het bedrag, dat verd. zelf toegeeft; als de des
kundigen een bedrag van 70.000 als verduis
terd noemen, mag men zeker een bedrag van
19.000 aannemen. Spr. kan het betoog van
mr. Prins niet volgen, doch wil naar aanleiding
daarvan toch het preventief aftrekken,
Mr. Prins merkt op, dat de deskundigen niet eena wat gekocht had van de beide firmanten»
1 art Hot Vin tnavi tnot riorH P irflrHoohro J n na
spreken van verduisteringen.
en dat hij toen met verd. C. (verdachte in de
Mr. Langeveld bepleit nog het goed recht van I tw®ede zaak' bad afgerekend
verdachte om zün belangen in H. B te zoeken. 1 ®P verzoek van den verdediger, Mr. Visch,
Pl. hoopt dat het Hof hierin aanleiding zal werd de behandeling van de zaak geschorst tot
vinden om de straf niet met preventief te ver- Maandag 6 Juni om nog een getuige a decharge
meerderen.
te dagvaarden.
Verd. uitte den wensch, dat het Hof de over
tuiging heeft gekregen, dat uitvoerige juridi
sche motiveeeringen bü beide verdedigers ach
terwege is gebleven.
Het eenige, wat niet kon worden weggelaten
was de kwestie over het eigendom van de gel
den, omdat rekening gehouden moet worden
met de ontzettende civiel-rechtelijke gevolgen
voor spr., ook na zijn dood voor zün vrouw en
kinderen. Spr. hoopt, dat het Hof met de ci-
vielrechtélüken kant van de zaak rekening zal
willen houden.
Alles wat in mü omgaat aldus verd. en wül 's avonds in de Keizerstraat aangehouden
mü zoo ontzettend neerdrukt, zal ik thans niet is een 23-jarige chauffeur, eveneens als ver-
uitsoreken. dacht van medeplichtigheid aan deze inbraak.
De recherche te 'sGravenhage heeft Woens
dag in zün woning aangehouden een 20-jarigen
loswerkman, als verdacht van medeplichtigheid
aan diefstal, gepleegd in Februari j.l. in den
Unie-winkel aan den Kranenburgerweg. Hü is
in bewaring gesteld.
In den namiddag is van de Haringkade aan
gebracht een 36-jarige koopman, als verdaent
van heling, in verband met deze inbraak, ter-