MARIA-STICI2TIN6 ELECTRICITEITSTARIEVEN VAN HET P.E.N. DE HERBOUW VAN „DE ADRIAAN ZATERDAG 28 MEI IEDEREN MIDDAG VAN 2-3 UUR POLIKLINIEK STADSNIEUWS Boottocht met lichamelijk gebrek- kigen naar Alkmaar, op Donder dag 30 Juni en Donderdag 7 Juli a.s. DE SPAARNE-STICHTING De Pastoor zonder kerk TEN VOORBEELD AAN DE NEDERLANDSCHE JEUGD Op Empire Dayhebben Engelsche padvinders te .Londen een propaganda-optocht gehouden voor het Engelsch fabrikaat. ELCK WAT WILS TREKJES No. 759 voedingsproblemen van scholieren. Ook werd enkele malen rapport uitgebracht aan den Kinderrechter te Haarlem. Waar we kort ge leden zijn hulp noodig hadden bij een zeer moeilijk geval, was hij ten alle tijde bereid van advies te dienen; door zijn doortastend optre den werd snelle berechting mogelijk. Wij willen dit verslag niet eindigen zonder een dringend verzoek aan allen, die de Spaar- nestichting met hun jaarlijksche bijdragen steunen, dit te blijven doen. eeniging de Hollandsche Molen, een ver- eeniging werkend op ideëele basis is, zou het mijns inziens volkomen in overeenstem ming zijn met haar algemeen ideëel doel thans, nu de Adriaan verloren is, niet den bouw van een niet met levensechte motie ven te verdedigen molen te bevorderen maar mede te werken aan de bebouwing van het terrein volgens boven aangeduide richtlijnen. De oplossing van het probleem dient in handen te worden gesteld van een stede- bouwkundige en een architect van dezen tijd." Er is, daar zijn wij wel zeker van, geen Haarlemmer en geen niet-Haarlemmer, die den molen „De Adriaan" aan het Noorder Spaarne in zijn glorietijd niet liefhad en als er gevaar zou hebben gedreigd dan zou iedereen op behoud van dat aardig stukje stadsschoon, dat door die jaren een typisch en mooi Haar- lemsch stadsbeeld was geworden, hebben aan gedrongen. Hiermede is voor ons ook antwoord gegeven op de vraag of wij het moeten waardeeren, dat een comité zich gaat beijveren den molen weer opgebouwd te krijgen en hiermede is ook ant woord gegeven op de vraag of de Haarlemmers die pogingen tot wederopbouw moeten steunen. Dat antwoord luidt natuurlijk bevestigend en de hoop mag worden uitgesproken, dat ieder een eens in zijn beurs kijkt of hü voor dat doel wat over heeft. Maar al lijkt öns het antwoord op de vraag of „De Adriaan" moet worden herbouwd niet erg moeilijk, anderen verklaarden zich tegen standers van de nherbouw. Zij denken o.i. teveel aan het afgebrande Leidsche stadhuis en be- toogen, dat men een oud gebouw niet moet verniéuwen, want dat daarmede de sfeer van het oude te loor gaat, zoodat in het nieuwe de gloed van het oude zal worden gemist. Maar wie zoo spreken zijn geen Haarlemmers althans geen ras-Haarlemmers. Waren zij ras- Haarlemmers, of geïmporteerde Haarlemmers, die hun stad hebben leeren kennen en liefheb ben, dan zouden zij weten, dat een vergelijking tusschen het verlies van het Leidsche Stadhuis en dat van „De Adriaan" ook om andere dan de financieele zijde mank gaat. Bezat het Leid sche Stadhuis de aantrekkelijkheid van het oude, het mooie van „De Adriaan" zat niet in de eerste plaats in den gloed van zijn ouder dom (hij was nauwelijks anderhalve eeuw oud en het asphaltpapier werd elk jaar zorgvuldig over het heele ranke lijf verniewd), maar in het silhouet, dat zich zoo aardig tegen de stad en in het Spaarne weerspiegelde. Het is opmerkelijk, dat zij, die tegen herbouw van De Adriaan hebben gesproken of geschre ven uitsluitend niet-Haarlemmers zijn of men- schen, die Haarlem niet voldoende hebben leeren waardeeren. Zij, die d esituatie van vroe ger goed kennen, wenschen „De Adriaan" terug. Leerzaam in dit opzicht was een soort enquête, welke het dagblad „Het Volk" over den herbouw van „De Adriaan" heeft gemeend te moeten houden. Van de drie stedebouwkun digen, di eer zich over uitlieten, verklaarden zich de niet-Haarlemmers, de heeren Berlage en Boe ken ook tegen heropbouw; de Haarlemmer, de heer Friedhoff, bepleitte enthousiast de weder geboorte van „De Adriaan". Wij laten zijn ar gumenten hieronder volgen, doch onze lezers mogen ook even genieten van het zeer „des kundig" oordeel van menschen als Berlage en Boeken. De heer dr. H. P. Berlage, zegt het verlies van den molen te betreuren, maar den her bouw een dwaasheid te vinden. Hij vervplgt aldus: Door de welbekende vereeniging Eerste Hulp bij Ongelukken „Snelverband" te Haarlem, wordt sedert verscheidene jaren een boottocht georganiseerd voor lichamelijk gebrekkigen, die tengevolge van hun gebreken, zooals verlam ming, misvorming, kreupelheid, kunstledematen, enz., nimmer in staat zijn een uitstapje mede te maken. Bij wijze van proef organiseerde Snelverband het vorige jaar ook een boottocht voor volwas sen gebrekkigen, die zóó in den smaak viel bij deze menschen, dat door haar besloten werd deze proefneming in een definitieven jaarlijk- schen boottocht om te zetten. Het aantal deel nemers hieraan bedroeg het vorige jaar 60 en gezien de uitnemende verzorging op dezen dag bedraagt het aantal nu reeds 100. Het vorige jaar werd een boottocht gemaakt met de kinderen naar de Amsterdamsche havens, alwaar hun een warme lunch werd aangeboden in het IJ-paviljoen en een film- voorselling op volgde. De volwassenen aanvaardden den tocht naar het vliegveld Schiphol via de Kagerplassen, al waar hun eveneens een warme lunch werd aan geboden, terwijl zij daarna over het vliegveld werden rondgereden en in de grootste vliegtui gen getild werden om deze van nabij te aan schouwen. Het behoeft geen betoog dat zij hiervan ge noten hebben, terwijl tijdens den tocht de hu morist Louis Contran hen op uitnemende wijze amuseerde. Dit jaar zal de tocht ter afwisseling plaats hebben naar Alkmaar. Door de welwillende houding van het bestuur der Exportveilings- vereeniging, kreeg Snelverband de beschikking op die dagen over het Veilingsgebouw. Hier zal den gebrekkigen na aankomst aan feestelijk versierde tafels een warme lunch worden aan geboden. De volwassen gebrekkigen krijgen 30 juni na afloop hiervan in dit gebouw optreden van Louis Contran en Mr. Conradi met zijn jongleur en excentrieke toeren, over wiens capaciteiten als zoodanig zij verbaasd zullen zijn. De kinderen krijgen 7 Juli na afloop van de lunch poppenkast en zal de goochelaar Mr. Conradi hen in het land der wonderen bren gen. Dit alles bezorgt dezen stakkerds een genotvollen dag, waaraan zij, wanneer zij weer door de zorgen van Snelverband thuis gebracht zijn, waarvoor 38 luxe en zieken auto's benoodigd zijn, en weer op hun leger stede liggen, nog langen tijd met voldoening terugdenken. Het is iets bijzonders voor hen in hun zoo weinig bewegingsvrij bestaan. Dank zij de spontane medewerking van het Haarlemsche publiek en den onverflauwden ijver der leden van Snelverband, mede dank zij de sympathie waarmede dit werk bij het publiek staat aangeschreven, kan dit alles voor deze menschen gedaan worden. Als het weer nu maar medewerkt, kunnen zij weer op een pret- tigen dag rekenen. De tocht geschiedt met de „Alkmaar Packet No. 5". Nadere gewenschte inlichtingen worden o.m. gaarne verstrekt door het secretariaat der Bootcommissie van Snelverband, C. Visser, Regulierstraat 25. Haarlem. Tel. 16130. Stel daartegenover het bezonken advies van onzen stadgenoot, den heer Friedhoff: „ET vraagt in het kort mijn meening over het vraagstuk, ontstaan door het afbranden van den molen „De Adriaan". Uw voorstel len spruiten o.a. voort uit door vele archi tecten gepropageerde leuzen, welke in hun algemeenheid juist zijn, echter op het geval „Adriaan" toegepast, volkomen ondeugdelijk blijken. „De Adriaan" was een molen, waarbij dus het zakelijk element primair is, het aesthe- tische doel een logisch gevolg en in dit geval een stedebouwkundig „accent" werd, waardoor een ongemeen fraai stadsbeeld ontstond. Om nu dit aesthetisch accent als uitgangspunt te nemen en architecten naar bruikbaren inhoud en vorm te doen zoeken moet op een mislukking uitloopen. Er zijn belangrijker problemen voor hen. „De Adriaan" leidde de aandacht af van de verworden bebouwing langs den Spaarneoever. 't Stadsbeeld is onherstelbaar geschaad. Het gebruik van den wind tot het verkrijgen van arbeidskracht is nog niet zoo hopeloos verouderd, dat dit tot een maske rade moet leiden van een zelfde gehalte, als het zoeken naar een stedebouwkundig accent ter vervanging van den molen nu moet wor den. In zijn algemeenheid is het herbouwen van alle oude waarden onjuist. In dit geval is het begrijpelijk." Wij gelooven, dat de heer Friedhoff het ge voelen van de gemeenschap Haarlem heeft weergegeven. Wie „De Adriaan" in zijn glorie heeft gekend, wil hem, zoo eenigszins mogelijk, niet missen; wie niet precies wist niet waar hij stond, liep kans na den brand anderen na te babbelen en te beweren, dat men oude afge brande gebouwen nooit moet herbouwen op straffe van veel geld te verknoeien aan iets, dat een teleurstelling moet worden. En nu de wensch op die plaats een ander „accent" te doen verrijzen? Daarmee kan ik mü vereenigen, mits met het ontwerp een architect van onmiskenbaar talent worde belast. Wat voor soort bouwwerk dat „accent" zou moeten zijn, kan ik niet zeggen. Maar wanneer men tot het uitschrijven van een prijsvraag besluit, moet dat m.i. bekend zijn. Want de mededingers te laten zoeken naar een „Idee" zou in dat geval als een te vaag begrip, vermoedelijk niet leiden tot het gewenschte doel. Ik geef daarom in overweging, hetzij aan een plaatselijke bouwkundige vereeni- gingyjj anders aan de Mij. tot Bevordering der Bouwkunst, te zamen met „Architec- tura et Amicitia" de uitwerking van dit vraagstuk op te dragen." Heden las ik in een circulaire: „18 October a.s. zal het St. Vincentius-Seminarie van de „Congregatie der Missie" (Lazaristen) te Wern- houtsburg, gemeente Zundert, 50 jaar bestaan." Vijftig jaren. Wat al geestelijke kostbaarhe den roept dit jubileum van „het eerste Neder- landsche Missiehuis" op in onzen geest! Hoe veel priesters heeft dit Missie-seminarie reeds aan de Missiën en aan de Kerk in Nederland en Europa gegeven! Tracht eens te schatten het aantal zielen, dat door de telgen van dit hoogstaand College tot God gebracht en terug gebracht zijn, hoe onnoemlijk veel genaden en zegeningen er door Wernhoutsche priesterban- den zijn uitgestort, geheel de wereld over, in die vijftig jaren! Hoeveel priesters hebben hun eerste oplei ding, de bescherming en ondersteuning van hun eerste stappen op het pad naar hun hoog heilig ideaal te danken aan deze stichting van de Zonen van den H. Vincentius a Paulo! Ge sunt ze terugvinden in de rangen van diezelfde Lazaristen, maar gij zult ze ook ontmoeten in de kloosters en abdijen, in de parochies en op de seminarie-catheders der bisdommen, in de Missiehuizen en de verste missie-velden van andere Congregaties, geheel de wereld over. De circulaire roept op tot feestvieren, tot ju belen op dien schoonen dag. Men zegt soms dat onze tijd verzadigd is van jubilea. Geen week gaat voarbij of onze aan dacht wordt gevraagd voor een of andere groot heid in de letterkundige, militaire of technische wereld. En terecht. Laat het menschdom zijn grooten vereeren na hun dood, ofschoon wat meer waardeering bij het leven dier mannen en vrouwen vaak zeer gewenscht was. Maar als er ooit reden is tot vereering en vreugde, voor onze Roomsche harten, dan is het bij het feestgetij van zoo'n Missiehuis, dat voor zoovele de weg geweest is naar het H. Priesterschap en door die priesters voor zoo oneindig veel meer den weg naar den Hemel. Moge dit hoogtij ons nogmaals duidelijk ma ken wat een geestelijke waarde zoo'n Missiehuis vertegenwoordigt en mogen de tallooze vrien den van Wernhoutsburg het dit jaar niet ver geten. Wanneer in eene parochie de Missieactie wordt bevorderd, dan zal ongetwijfeld het ge loofsleven der parochianen tot hoogen bloei ge raken. Daarom is het zulk een verheugend ver schijnsel, dat in de parochie van den H. Engel- mundus, onzen vaderlandschen Geloofsverkon diger, de echte Missiegeest leeft. Maar ook onze nieuwe parochie van O. L. Vrouw van Altijddu- renden Bijstand te Santpoort heeft het voor recht daarin te mogen deelen. Immers met de hooge goedkeuring van Zijne Hoogwaardige Excellentie, den Bisschop van Haarlem, is de tweede Missienaaikrans van Velsen gebracht onder de nieuwe parochie te Santpoort. Iedere week komen daar de nijvere werksters te za men om hun missieliefde uit te beelden in kun stig naald- en borduurwerk voor de behoeftige Missiekerken, terwijl ze ongetwijfeld ook hun eigen parochiekerk niet zullen vergeten in den stoffelijken paramenten-nood. Als patronesse van onzen Missienaaikring, gevestigd Hoofdstr. 162 te Santpoort (dorp), werd gekozen de H. Moeder Anna. Leidster is Mejuffrouw A. J. Scheenaart. We hopen van harte, dat deze kerkelijk goedgekeurde Missienaaikring een nieuw tijdperk van bloei zal ingaan, en dat zijn leden, wanneer de pastoor zonder kerk een be roep doet op hun edelmoedigheid, ook hem gaarne zullen blijven helpen. Mag ik onder het Octaaf van Sacramentsdag nog eens aanbeve len, en vandaag extra, extra, onze actie voor de inzameling van oud goud en zilver ten be hoeve van H. Vaatwerk en Tabernakel?? Nog steeds komt de bouwpastoor deze mate rialen te kort. Ziet dus uw bezit eens na, en overweegt het schoone doel, de meerdere eer en glorie van den Eucharistischen Christus. Bij voorbaat dankt U hartelijk Iedere Haarlemmer zal 't met mij eens zijn dat de heer Berlage blijkens dit geschrijf niet weet waar „De Adriaan" stond. Hoe zou hij an ders den raad kunnen geven een prijsvraag te doen uitschrijven om een „Idee" te vinden, of 'n architect of een combinatie van vereenigingen op te dragen een stedebouwkundige oplossing te vinden voor het geval aan het Noorder Spaarne? De bebouwing en de toestand aan het Noorder Spaarne is van dien aard, dat daartoe niemand in staat is, die ook rekening Wil houden met de financiën. Het oordeel van den heer Boeken bewijst al even sterk, dat iemand aan het woord is, die van de situatie aan 't Noorder Spaarne niet op de hoogte is'. Hij zegt: „Zeer in het kort geformuleerd komt mijn meening hierop neer: Ook ik betreur den ondergang van den Haarlemschen molen. Herbouw van dezen molen zal evenwel alleen dienen te geschie den indien daar ter plaatse in dezen tijd inderdaad 'n molenbedrijf gevraagd wordt. Herbouw om andere reden zou dwaasheid zijn. Laat men in de plaats van den molen zulk een bouwwerk oprichten, hetzij groot of klein, laag of hoog, dan dient men zich af te vragen: le. Wat in dezen tijd gevraagd wordt, 2e. Wat past in het stedebouwkundig ka rakter van de stadswijk en brengt dit ka rakter zoo noodig tot ontwikkeling. 3. Of nien het bijzondere van de situatie zoo goed mogelijk tot zijn recht kan laten komen. Daar de eigenares van de ruïne, de ver- Rijksstraatweg 367, Haarlem (Noord). Zusterhuis „St. Catharina", Gironum. 52458. St. Bonifacius-Missiehuis Hoorn, postrek. 120937. P.S. De vergadering onzer zelatricen wordt gehouden Woensdag 1 Juni te half 9 uur, n.m. Wie de ziel van een ander redt, redt zijn eigen zieL gestapelde narigheden verdooven moetdie éventjes verlossende droom, waarvan de oner varen Raleigh niets begrijptnou ik geef 't iedereen te doen En dit alles voor 'n publiek, dat 't zoo heel anders gewend was! Dat dit publiek Ghéon nog niet in alles kan verwerken, was nog zoo erg nieteven later kwam er dan wel weer 'n zin, die met 'n lachje en 'n knikje als 'n treffer werd geïncasseerd Maar dit was toch te veel ineens! Dit neemt niet weg, dat 't „stompzinnige ge deelte" wel altijd te onderscheiden zal blij venEn als je dan ziet hoe na de pauze nog 'n paar heeren, thuis behoorend op de eerste rij en voor de genoodigden (feitelijk heel ergens anders!) luid converseerend en lachend binnen komen terwijl ze zien, dat 't stuk en dan zóó'n stuk! alweer lang aan de gang is dan geef je 'n beroemde actrice wel 'n beetje gelijk als ze nog jong van 't tooneel afscheid neemt met de bittere woorden: „Ik walg van 't vee in avondtoilet". Voor 'n dikke donatie mag men zich dan ook wel iets veroorloven niewaar? En daar mag ook heusch wel wat voor verdragen worden!! Maar alalaten we nou niet nijdig eindi gen. In elk geval: er is zoo goed mogelijk ge werkt,en 'n leerzame ervaring is geen schandekan zelfs 'n voordeel zijn. Als iedereen nou maar aanneemt, dat dit alles geschreven is uit sympathie voor 'n amateur club, die ons in de loop der jaren waarachtig lief is geworden, en waarvan de successen ons even blij stemden als die van eigen omgeving, dan zijn we meer dan tevreden. Al geven we direct toe, dat het onvermoeide bestuur van „dit groote gezin", dat altijd hon ger heeftdaar praktisch niet veel verder mee komt. 'n Goeie verstaanderweet de penningmeester wel op te zoekenwant ieder een is natuurlijk alweer vergeten, dat 't giro nummer 98246 is. Neem de rol van Osborne, de tragische filo soof, die, vóór ie heentrekt naar de uitval, die gewoon e enmoord beteekent, z'n horloge en z'n ring aan Stanhope geeften dan met 'n hui veringwekkend lachje zegt: „Je kunt t nooit wetenNee, die opdracht was te zwaar. Dat z'n gelaat 'n masker bleefnou ja daar kun je in deze omstandigheidheden mee accoord gaanwant bijna alle gezichten van die vier doodenjaren zullen dat wel ongeveer geweest zijnMaardoor dat masker heen moesten we toch zien al het leed van 'n-on schuldig veroordeeldezoo was 't stuk nou eenmaal, dat geheel van binnen uit moest komen. Stanhope heeft zich zelf overtroffenen kwam wel 't dichtst bij wat we in dit geval dan de werkelijkheid mogen noemen. Trotter, de ko lonel, de kok en de sergeant hadden niet de zwaarste taken te verrichten, en konden er zich dan ook gemakkelijker doorheen slaan. De eer ste spreekt nog steeds te veel met 'n vaartje, waardoor men op de helft van de zaal al weinig meer aan z'n zinnen heeft. De tweede is of ik moet de verkeerde hebben in één jaar met sprongen vooruit gegaan. Ondanks de misvatting 'n brutaliteit kan 't toch niet geweest zijn zitten w eelk jaar toch weer met verbazing te kijken naar 't groote verschil met 't overige. Hier worden inderdaad verschil met 't overige. Hier worden inderdaad spelers gekweekt in 'n tempo, dat min of meer verbijsterten zoo ligt dan misschien ook meteen de heele vergissing bloot De Duitsche krijgsgevangene'n rolletje van twee of drie minutenwaarin 'n heel leven ligtsnikkend van doorgestane emotie moet ie binnenkomensmeekend moet ie bedelen om 't behoud van z'n liefste bezit z'n allesde brieven van thuis't is geen doen gewoon. En dan om nog één ding te noemen die woeste drinkpartij, om de ellende te ver getendie krankzinnig geforceerde pret, om tenminste 'n uur in 'n roes te zijn, die voor 'n arm stukje van die verloren levens de opeen- ledereen, die maar bij benadering kan voe len, wa t'n oorlog beteekent, zal moeten toe geven, dat hier niets te veel is gezegd.,we weten trouwens allemaal, dat het woord „over dreven" al 'n spot op zich zelf zou zijn. Bij zoo'n tooneelwerk staat ijzeren regie machteloos wanneer de rollen niet zijn toever trouwd aan de grootsten onder de grooten, wier „talent van af de wieg", en hun training van vele jaren hen 't recht verleenen, zich aan zoo iets te geven. Daar heb je de rol van 'n Hibbert, die simu leert uit angst, die met alle geweld z'n lijf wil bergen en wiens desertie-pogingen door Stan hope worden verijdeld, 't Eene oogenblik is ie dol van woede om de tegenwerking, om even daarna bevend van angst en schrik in de loop van Etanhope's revolver te starenWeer 't volgende moment moet ie uitbarsten in 'n schrille schaterlach, die aan krankzinnigheid grenstdan moet ie wezenloos daar staan als 'n gebroken hoopje mensch, om te eindigen in 'n hartstochtelijk gehuil. Het feit, dat hier 'n invaller werkte, doet niets aan de zaak af 'n ander had 't ook niet gered. Dan de jonge Raleigh, vol enthousiasme voor 't nieuwe, ongezieneblij als 'n kind bij de mededeeling, dat ie mee mag om 'n uitval te leiden En al vonden we hem een van de besten, vooral in z'n scène van de terugkomst, als ie gansch verslagen, geknakt op de brits van de zoo juist gesneuvelde Osborne neerploft, we konden toch de zich telkens weer opdringende herinnering aan z'n vroegere creaties niet weg gewerkt krijgen. Wat was je toen keurig, kerel, in je rol van de opgeknooptevoor de helft werd je wel geholpen door Ghéon zelfmaar die andere helft moest er toch ook zijnen die wès erEn dit is dan eigenlijk het groote ver schil: Ghéon vergde niet 't onmogelijke, die nam genoegen met beschaafdheid, natuur en soberheid, met eerlijk aanvoelen van z'n niet overdreven pretentiesSheriff eischt meer dan alles! begin" heel andere dan de tegenwoordige (groei over de heele linie zei 'k al). Ze begonnen met 'n kluchtje van twintig mi nutenvoor zes „acteurs". De meneer, die de regie had, bestelde twaalf boekjes voor die zes. De leverancier va die boekjes keek erg raar bij 't ontvangen van die bestellingen z'n gezicht vroeg: „Wat moeten ze met 'n dozijn boekjes doen voor zes spelers?" Maar de meneer van de regie was er we! achteren dat bleek al heel gauw. Na de eerste repetitie waren er vier hun boekje kwijten nummer vijf had 't in z'n broekzak zittenwaar het uit kwam als 'n tot bal geknepen hoopje papier-snippers Later werden er nog vier boekjes bijbesteld! Zoo begon de eerste toeneel-uitvoering. Het stukje speelde in de tegenwoordige tijdwant 't ging over 'n geëlectriseerde leunstoelen de acturs waren gekleed in vijftiende-eeuwsche ridder- en edelknapen-pakjesom 't maar zoo interessant mogelijk voor hen te maken! 'n Volgend jaar kregen we .,'t Spook van Beerburg", daarna „Bolsjewisten"'t aantal boekjes werd minder, doch ging toch nog boven 't normale Toen „De geleerde Nazei"'n flinke stap vooruit was dat aler kwam „spel" in er werd begrepen Weer 'n jaar later vergissingen voorbehou den „De ingebeelde ziekte" van Molière me liefst! En dan kwam de groote sprong naar Henri Ghéon En de beenen bleken niet t ekort te zijn ge weestmaar er was dan ook getraind! En met 't volste recht mochten we schrijven toen, dat we Henri Ghéon zelf daarbij tegen woordig hadden willen zien, om mee te genieten van de resultaten van z'n werk. Want hü schreef immers voor clubs van ernstig wil lende, zijn kunst aanvoelende jongelui! „Holland ként Ghéon nog niet" moesten we met wat spijt nog neerpennenmaar dat sloeg niet op de kranige vertolkers en hun leideren 't zou beter gegaan zijnen heel lang goed gebleven ookals Ghéon nog maar wat méér geschikte werken had kun nen afleverenof tenminste niet alléén had gestaan in zijn zoo zuivere visie op de roeping van het Katholieke Tooneel! Dat waren mooie avondenen er behoefde aan dat knusse, familie-achtige samenzijn niets veranderd te wordennee, 't hóórde er zoo bij't was de Ghéon-sfeer. En nu opeens die geweldige sprong naar Sherriff Naar Sherriffde schrijver van het ont zettende wereld-drama: „De groote reis", ver taald en gespeeld in de voornaamste landen van Europa'n stuk, barstensvol geladen met al de tragiek van 'n afschuwelijke wereldkrijg! Laten we eerlijk zijnen beginnen te zeg gen, dat er door S. F. L.-spelers iets is gepres teerd, dat ontzag afdwingtze hadden 't niet beter kunnen doen. En dan gaat dit ontzag voor tachtig procent naar de altijd nog maar onzichtbare zwoeger, die met deze jongemannen te bereiken weet. wat we overal elders tevergeefs zullen zoeken. Maar die sprong was nu heusch te ge waagdjammer! Men heeft ons om open critiek gevraagd vroeger ennuen buiten dathet werk van deze „keurtroep" is ons té sympathiek, dat het verzwijgen van een waarschuwing 'n klein soort misdaad zou zijn. De afstand tusschen het Ghéon-genre en dit laatste is te grootafgezien nog van de vraag, of er ooit wel een amateursgezelschap gevonden zal worden, dat „De groote reis" mag aandurven. Elk woord in dit stukelk gebaar, elke blik, elke handleiding zeteekend 'n kreet, 'n schreeuw, 'n doods-grinniken met elk tafe reel wordt 'n wanhopige menschheid sneller naar de onvermijdelijke afgrond gedreven Zelfs elke „mop" in dit dramaelke kwink slag, elke lach is de kreun, de zucht, de gil van 'n machteloos slachtoffer, dat met duivelsche „langzaamheid" wordt doodgemarteld. Van Ghéon naarSherriff. De Katholieke Haarlemmers misschien nog enkelen daar buiten zijn zoo zoetjesaan nu wel bekend gvmaakt met 't interieur van net stokoude, doch o zoo trouwe gebouw in de even zoo oude Zoetestraat, waar nou al 'n reeks jaren het St. Franciscus-Liefdewerk is gehuis vest. Het is daar nog net zoo primitief als in de vroegere Gezellen- en Militairentehuizen, met die hol-gesleten trappen en drempels Maar dan zóó gezellig-primitief, dat je 't jammer zöu vinden als men daar nog méér van die loffelijke pogingen tot moderniseering ging aanwenden En tochom 'n reden, die straks duidelijk zal worden hoop 'k zou je ditmaal ge wenscht hebben, dat het publiek van de Jaar feesten 'n heel andere omgeving had ont moet'r. milieu van „strenge ingetogenheid" zou 'k bijna zeggen'n vloerbedekking bij voorbeeld, die tot „voorzichtigheid" maande en 'n sobere, misschien sombere wand-beklee dingen dannou ja, om kort te gaan: 'n „waarschuwend geheel"dat vooraf zoo ongeveer zou aankondigen wat er te wachten stondMogelijkik herhaal: moge lijk— zou dan deze tooneeluitvoering 'n meer bevredigend verloop hebben gehadinzon derheid voor de wakkere executanten, die niet minder hun best deden dan vorige jaren. Maar laten we niet beginnen bij 't einde, en liever es even nagaan: 't verbijsterend „gevall" van 'n haast niet bij te houden groei over 'n geheele linie. Toen het S. F. L. begon was er meteen al 'n tooneelclubdat was direct goed gezien van de leiderswant er zijn maar weinig knapen, die je met comedie-spelen niet vasthoudt Nou waren de meeste snaken van dat „eerste

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9