MARIA-STICI2TIN6
ELECTRICITEITSTARIEVEN VAN
HET P.E.N.
DE HERBOUW VAN „DE ADRIAAN
ZATERDAG 28 MEI
IEDEREN MIDDAG VAN
2-3 UUR POLIKLINIEK
STADSNIEUWS
Boottocht met lichamelijk gebrek-
kigen naar Alkmaar, op Donder
dag 30 Juni en Donderdag
7 Juli a.s.
DE SPAARNE-STICHTING
De Pastoor zonder kerk
TEN VOORBEELD AAN DE NEDERLANDSCHE JEUGD
Op Empire Dayhebben Engelsche padvinders te .Londen een
propaganda-optocht gehouden voor het Engelsch fabrikaat.
ELCK WAT WILS
TREKJES No. 759
voedingsproblemen van scholieren. Ook werd
enkele malen rapport uitgebracht aan den
Kinderrechter te Haarlem. Waar we kort ge
leden zijn hulp noodig hadden bij een zeer
moeilijk geval, was hij ten alle tijde bereid van
advies te dienen; door zijn doortastend optre
den werd snelle berechting mogelijk.
Wij willen dit verslag niet eindigen zonder
een dringend verzoek aan allen, die de Spaar-
nestichting met hun jaarlijksche bijdragen
steunen, dit te blijven doen.
eeniging de Hollandsche Molen, een ver-
eeniging werkend op ideëele basis is, zou
het mijns inziens volkomen in overeenstem
ming zijn met haar algemeen ideëel doel
thans, nu de Adriaan verloren is, niet den
bouw van een niet met levensechte motie
ven te verdedigen molen te bevorderen
maar mede te werken aan de bebouwing
van het terrein volgens boven aangeduide
richtlijnen.
De oplossing van het probleem dient in
handen te worden gesteld van een stede-
bouwkundige en een architect van dezen
tijd."
Er is, daar zijn wij wel zeker van, geen
Haarlemmer en geen niet-Haarlemmer, die
den molen „De Adriaan" aan het Noorder
Spaarne in zijn glorietijd niet liefhad en als
er gevaar zou hebben gedreigd dan zou iedereen
op behoud van dat aardig stukje stadsschoon,
dat door die jaren een typisch en mooi Haar-
lemsch stadsbeeld was geworden, hebben aan
gedrongen.
Hiermede is voor ons ook antwoord gegeven
op de vraag of wij het moeten waardeeren, dat
een comité zich gaat beijveren den molen weer
opgebouwd te krijgen en hiermede is ook ant
woord gegeven op de vraag of de Haarlemmers
die pogingen tot wederopbouw moeten steunen.
Dat antwoord luidt natuurlijk bevestigend en
de hoop mag worden uitgesproken, dat ieder
een eens in zijn beurs kijkt of hü voor dat doel
wat over heeft.
Maar al lijkt öns het antwoord op de vraag
of „De Adriaan" moet worden herbouwd niet
erg moeilijk, anderen verklaarden zich tegen
standers van de nherbouw. Zij denken o.i. teveel
aan het afgebrande Leidsche stadhuis en be-
toogen, dat men een oud gebouw niet moet
verniéuwen, want dat daarmede de sfeer van
het oude te loor gaat, zoodat in het nieuwe
de gloed van het oude zal worden gemist.
Maar wie zoo spreken zijn geen Haarlemmers
althans geen ras-Haarlemmers. Waren zij ras-
Haarlemmers, of geïmporteerde Haarlemmers,
die hun stad hebben leeren kennen en liefheb
ben, dan zouden zij weten, dat een vergelijking
tusschen het verlies van het Leidsche Stadhuis
en dat van „De Adriaan" ook om andere dan
de financieele zijde mank gaat. Bezat het Leid
sche Stadhuis de aantrekkelijkheid van het
oude, het mooie van „De Adriaan" zat niet in
de eerste plaats in den gloed van zijn ouder
dom (hij was nauwelijks anderhalve eeuw oud
en het asphaltpapier werd elk jaar zorgvuldig
over het heele ranke lijf verniewd), maar in
het silhouet, dat zich zoo aardig tegen de stad
en in het Spaarne weerspiegelde.
Het is opmerkelijk, dat zij, die tegen herbouw
van De Adriaan hebben gesproken of geschre
ven uitsluitend niet-Haarlemmers zijn of men-
schen, die Haarlem niet voldoende hebben
leeren waardeeren. Zij, die d esituatie van vroe
ger goed kennen, wenschen „De Adriaan" terug.
Leerzaam in dit opzicht was een soort
enquête, welke het dagblad „Het Volk" over
den herbouw van „De Adriaan" heeft gemeend
te moeten houden. Van de drie stedebouwkun
digen, di eer zich over uitlieten, verklaarden zich
de niet-Haarlemmers, de heeren Berlage en Boe
ken ook tegen heropbouw; de Haarlemmer, de
heer Friedhoff, bepleitte enthousiast de weder
geboorte van „De Adriaan". Wij laten zijn ar
gumenten hieronder volgen, doch onze lezers
mogen ook even genieten van het zeer „des
kundig" oordeel van menschen als Berlage en
Boeken.
De heer dr. H. P. Berlage, zegt het verlies
van den molen te betreuren, maar den her
bouw een dwaasheid te vinden. Hij vervplgt
aldus:
Door de welbekende vereeniging Eerste Hulp
bij Ongelukken „Snelverband" te Haarlem,
wordt sedert verscheidene jaren een boottocht
georganiseerd voor lichamelijk gebrekkigen, die
tengevolge van hun gebreken, zooals verlam
ming, misvorming, kreupelheid, kunstledematen,
enz., nimmer in staat zijn een uitstapje mede
te maken.
Bij wijze van proef organiseerde Snelverband
het vorige jaar ook een boottocht voor volwas
sen gebrekkigen, die zóó in den smaak viel bij
deze menschen, dat door haar besloten werd
deze proefneming in een definitieven jaarlijk-
schen boottocht om te zetten. Het aantal deel
nemers hieraan bedroeg het vorige jaar 60 en
gezien de uitnemende verzorging op dezen dag
bedraagt het aantal nu reeds 100.
Het vorige jaar werd een boottocht gemaakt
met de kinderen naar de Amsterdamsche
havens, alwaar hun een warme lunch werd
aangeboden in het IJ-paviljoen en een film-
voorselling op volgde.
De volwassenen aanvaardden den tocht naar
het vliegveld Schiphol via de Kagerplassen, al
waar hun eveneens een warme lunch werd aan
geboden, terwijl zij daarna over het vliegveld
werden rondgereden en in de grootste vliegtui
gen getild werden om deze van nabij te aan
schouwen.
Het behoeft geen betoog dat zij hiervan ge
noten hebben, terwijl tijdens den tocht de hu
morist Louis Contran hen op uitnemende wijze
amuseerde.
Dit jaar zal de tocht ter afwisseling plaats
hebben naar Alkmaar. Door de welwillende
houding van het bestuur der Exportveilings-
vereeniging, kreeg Snelverband de beschikking
op die dagen over het Veilingsgebouw. Hier zal
den gebrekkigen na aankomst aan feestelijk
versierde tafels een warme lunch worden aan
geboden. De volwassen gebrekkigen krijgen 30
juni na afloop hiervan in dit gebouw optreden
van Louis Contran en Mr. Conradi met zijn
jongleur en excentrieke toeren, over wiens
capaciteiten als zoodanig zij verbaasd zullen
zijn.
De kinderen krijgen 7 Juli na afloop van de
lunch poppenkast en zal de goochelaar Mr.
Conradi hen in het land der wonderen bren
gen. Dit alles bezorgt dezen stakkerds een
genotvollen dag, waaraan zij, wanneer zij
weer door de zorgen van Snelverband thuis
gebracht zijn, waarvoor 38 luxe en zieken
auto's benoodigd zijn, en weer op hun leger
stede liggen, nog langen tijd met voldoening
terugdenken. Het is iets bijzonders voor hen
in hun zoo weinig bewegingsvrij bestaan.
Dank zij de spontane medewerking van het
Haarlemsche publiek en den onverflauwden ijver
der leden van Snelverband, mede dank zij de
sympathie waarmede dit werk bij het publiek
staat aangeschreven, kan dit alles voor deze
menschen gedaan worden. Als het weer nu
maar medewerkt, kunnen zij weer op een pret-
tigen dag rekenen. De tocht geschiedt met de
„Alkmaar Packet No. 5".
Nadere gewenschte inlichtingen worden o.m.
gaarne verstrekt door het secretariaat der
Bootcommissie van Snelverband, C. Visser,
Regulierstraat 25. Haarlem. Tel. 16130.
Stel daartegenover het bezonken advies van
onzen stadgenoot, den heer Friedhoff:
„ET vraagt in het kort mijn meening over
het vraagstuk, ontstaan door het afbranden
van den molen „De Adriaan". Uw voorstel
len spruiten o.a. voort uit door vele archi
tecten gepropageerde leuzen, welke in hun
algemeenheid juist zijn, echter op het geval
„Adriaan" toegepast, volkomen ondeugdelijk
blijken.
„De Adriaan" was een molen, waarbij dus
het zakelijk element primair is, het aesthe-
tische doel een logisch gevolg en in dit
geval een stedebouwkundig „accent" werd,
waardoor een ongemeen fraai stadsbeeld
ontstond. Om nu dit aesthetisch accent als
uitgangspunt te nemen en architecten naar
bruikbaren inhoud en vorm te doen zoeken
moet op een mislukking uitloopen. Er zijn
belangrijker problemen voor hen.
„De Adriaan" leidde de aandacht af van
de verworden bebouwing langs den
Spaarneoever. 't Stadsbeeld is onherstelbaar
geschaad. Het gebruik van den wind tot het
verkrijgen van arbeidskracht is nog niet zoo
hopeloos verouderd, dat dit tot een maske
rade moet leiden van een zelfde gehalte, als
het zoeken naar een stedebouwkundig accent
ter vervanging van den molen nu moet wor
den.
In zijn algemeenheid is het herbouwen
van alle oude waarden onjuist. In dit geval
is het begrijpelijk."
Wij gelooven, dat de heer Friedhoff het ge
voelen van de gemeenschap Haarlem heeft
weergegeven. Wie „De Adriaan" in zijn glorie
heeft gekend, wil hem, zoo eenigszins mogelijk,
niet missen; wie niet precies wist niet waar hij
stond, liep kans na den brand anderen na te
babbelen en te beweren, dat men oude afge
brande gebouwen nooit moet herbouwen op
straffe van veel geld te verknoeien aan iets,
dat een teleurstelling moet worden.
En nu de wensch op die plaats een ander
„accent" te doen verrijzen? Daarmee kan
ik mü vereenigen, mits met het ontwerp
een architect van onmiskenbaar talent
worde belast.
Wat voor soort bouwwerk dat „accent"
zou moeten zijn, kan ik niet zeggen. Maar
wanneer men tot het uitschrijven van een
prijsvraag besluit, moet dat m.i. bekend
zijn. Want de mededingers te laten zoeken
naar een „Idee" zou in dat geval als een
te vaag begrip, vermoedelijk niet leiden tot
het gewenschte doel.
Ik geef daarom in overweging, hetzij
aan een plaatselijke bouwkundige vereeni-
gingyjj anders aan de Mij. tot Bevordering
der Bouwkunst, te zamen met „Architec-
tura et Amicitia" de uitwerking van dit
vraagstuk op te dragen."
Heden las ik in een circulaire: „18 October
a.s. zal het St. Vincentius-Seminarie van de
„Congregatie der Missie" (Lazaristen) te Wern-
houtsburg, gemeente Zundert, 50 jaar bestaan."
Vijftig jaren. Wat al geestelijke kostbaarhe
den roept dit jubileum van „het eerste Neder-
landsche Missiehuis" op in onzen geest! Hoe
veel priesters heeft dit Missie-seminarie reeds
aan de Missiën en aan de Kerk in Nederland
en Europa gegeven! Tracht eens te schatten
het aantal zielen, dat door de telgen van dit
hoogstaand College tot God gebracht en terug
gebracht zijn, hoe onnoemlijk veel genaden en
zegeningen er door Wernhoutsche priesterban-
den zijn uitgestort, geheel de wereld over, in
die vijftig jaren!
Hoeveel priesters hebben hun eerste oplei
ding, de bescherming en ondersteuning van
hun eerste stappen op het pad naar hun hoog
heilig ideaal te danken aan deze stichting van
de Zonen van den H. Vincentius a Paulo! Ge
sunt ze terugvinden in de rangen van diezelfde
Lazaristen, maar gij zult ze ook ontmoeten in
de kloosters en abdijen, in de parochies en op
de seminarie-catheders der bisdommen, in de
Missiehuizen en de verste missie-velden van
andere Congregaties, geheel de wereld over.
De circulaire roept op tot feestvieren, tot ju
belen op dien schoonen dag.
Men zegt soms dat onze tijd verzadigd is van
jubilea. Geen week gaat voarbij of onze aan
dacht wordt gevraagd voor een of andere groot
heid in de letterkundige, militaire of technische
wereld. En terecht. Laat het menschdom zijn
grooten vereeren na hun dood, ofschoon wat
meer waardeering bij het leven dier mannen
en vrouwen vaak zeer gewenscht was.
Maar als er ooit reden is tot vereering en
vreugde, voor onze Roomsche harten, dan is
het bij het feestgetij van zoo'n Missiehuis, dat
voor zoovele de weg geweest is naar het H.
Priesterschap en door die priesters voor zoo
oneindig veel meer den weg naar den Hemel.
Moge dit hoogtij ons nogmaals duidelijk ma
ken wat een geestelijke waarde zoo'n Missiehuis
vertegenwoordigt en mogen de tallooze vrien
den van Wernhoutsburg het dit jaar niet ver
geten.
Wanneer in eene parochie de Missieactie
wordt bevorderd, dan zal ongetwijfeld het ge
loofsleven der parochianen tot hoogen bloei ge
raken. Daarom is het zulk een verheugend ver
schijnsel, dat in de parochie van den H. Engel-
mundus, onzen vaderlandschen Geloofsverkon
diger, de echte Missiegeest leeft. Maar ook onze
nieuwe parochie van O. L. Vrouw van Altijddu-
renden Bijstand te Santpoort heeft het voor
recht daarin te mogen deelen. Immers met de
hooge goedkeuring van Zijne Hoogwaardige
Excellentie, den Bisschop van Haarlem, is de
tweede Missienaaikrans van Velsen gebracht
onder de nieuwe parochie te Santpoort. Iedere
week komen daar de nijvere werksters te za
men om hun missieliefde uit te beelden in kun
stig naald- en borduurwerk voor de behoeftige
Missiekerken, terwijl ze ongetwijfeld ook hun
eigen parochiekerk niet zullen vergeten in den
stoffelijken paramenten-nood. Als patronesse
van onzen Missienaaikring, gevestigd Hoofdstr.
162 te Santpoort (dorp), werd gekozen de H.
Moeder Anna. Leidster is Mejuffrouw A. J.
Scheenaart. We hopen van harte, dat deze
kerkelijk goedgekeurde Missienaaikring een
nieuw tijdperk van bloei zal ingaan, en dat zijn
leden, wanneer de pastoor zonder kerk een be
roep doet op hun edelmoedigheid, ook hem
gaarne zullen blijven helpen. Mag ik onder het
Octaaf van Sacramentsdag nog eens aanbeve
len, en vandaag extra, extra, onze actie voor
de inzameling van oud goud en zilver ten be
hoeve van H. Vaatwerk en Tabernakel??
Nog steeds komt de bouwpastoor deze mate
rialen te kort. Ziet dus uw bezit eens na, en
overweegt het schoone doel, de meerdere eer
en glorie van den Eucharistischen Christus. Bij
voorbaat dankt U hartelijk
Iedere Haarlemmer zal 't met mij eens zijn dat
de heer Berlage blijkens dit geschrijf niet weet
waar „De Adriaan" stond. Hoe zou hij an
ders den raad kunnen geven een prijsvraag te
doen uitschrijven om een „Idee" te vinden, of 'n
architect of een combinatie van vereenigingen
op te dragen een stedebouwkundige oplossing
te vinden voor het geval aan het Noorder
Spaarne? De bebouwing en de toestand aan
het Noorder Spaarne is van dien aard, dat
daartoe niemand in staat is, die ook rekening
Wil houden met de financiën.
Het oordeel van den heer Boeken bewijst al
even sterk, dat iemand aan het woord is, die
van de situatie aan 't Noorder Spaarne niet op
de hoogte is'. Hij zegt:
„Zeer in het kort geformuleerd komt mijn
meening hierop neer:
Ook ik betreur den ondergang van den
Haarlemschen molen. Herbouw van dezen
molen zal evenwel alleen dienen te geschie
den indien daar ter plaatse in dezen tijd
inderdaad 'n molenbedrijf gevraagd wordt.
Herbouw om andere reden zou dwaasheid
zijn.
Laat men in de plaats van den molen zulk
een bouwwerk oprichten, hetzij groot of
klein, laag of hoog, dan dient men zich af
te vragen:
le. Wat in dezen tijd gevraagd wordt,
2e. Wat past in het stedebouwkundig ka
rakter van de stadswijk en brengt dit ka
rakter zoo noodig tot ontwikkeling.
3. Of nien het bijzondere van de situatie
zoo goed mogelijk tot zijn recht kan laten
komen.
Daar de eigenares van de ruïne, de ver-
Rijksstraatweg 367, Haarlem (Noord).
Zusterhuis „St. Catharina", Gironum. 52458.
St. Bonifacius-Missiehuis
Hoorn, postrek. 120937.
P.S. De vergadering onzer zelatricen wordt
gehouden Woensdag 1 Juni te half 9 uur, n.m.
Wie de ziel van een ander redt, redt zijn
eigen zieL
gestapelde narigheden verdooven moetdie
éventjes verlossende droom, waarvan de oner
varen Raleigh niets begrijptnou ik geef 't
iedereen te doen
En dit alles voor 'n publiek, dat 't zoo heel
anders gewend was!
Dat dit publiek Ghéon nog niet in alles kan
verwerken, was nog zoo erg nieteven later
kwam er dan wel weer 'n zin, die met 'n lachje
en 'n knikje als 'n treffer werd geïncasseerd
Maar dit was toch te veel ineens!
Dit neemt niet weg, dat 't „stompzinnige ge
deelte" wel altijd te onderscheiden zal blij
venEn als je dan ziet hoe na de pauze nog
'n paar heeren, thuis behoorend op de eerste
rij en voor de genoodigden (feitelijk heel ergens
anders!) luid converseerend en lachend binnen
komen terwijl ze zien, dat 't stuk en dan
zóó'n stuk! alweer lang aan de gang is
dan geef je 'n beroemde actrice wel 'n beetje
gelijk als ze nog jong van 't tooneel afscheid
neemt met de bittere woorden: „Ik walg van 't
vee in avondtoilet".
Voor 'n dikke donatie mag men zich dan ook
wel iets veroorloven niewaar? En daar mag ook
heusch wel wat voor verdragen worden!!
Maar alalaten we nou niet nijdig eindi
gen. In elk geval: er is zoo goed mogelijk ge
werkt,en 'n leerzame ervaring is geen
schandekan zelfs 'n voordeel zijn.
Als iedereen nou maar aanneemt, dat dit alles
geschreven is uit sympathie voor 'n amateur
club, die ons in de loop der jaren waarachtig
lief is geworden, en waarvan de successen ons
even blij stemden als die van eigen omgeving,
dan zijn we meer dan tevreden.
Al geven we direct toe, dat het onvermoeide
bestuur van „dit groote gezin", dat altijd hon
ger heeftdaar praktisch niet veel verder
mee komt. 'n Goeie verstaanderweet de
penningmeester wel op te zoekenwant ieder
een is natuurlijk alweer vergeten, dat 't giro
nummer 98246 is.
Neem de rol van Osborne, de tragische filo
soof, die, vóór ie heentrekt naar de uitval, die
gewoon e enmoord beteekent, z'n horloge en z'n
ring aan Stanhope geeften dan met 'n hui
veringwekkend lachje zegt: „Je kunt t nooit
wetenNee, die opdracht was te zwaar.
Dat z'n gelaat 'n masker bleefnou ja
daar kun je in deze omstandigheidheden mee
accoord gaanwant bijna alle gezichten van
die vier doodenjaren zullen dat wel ongeveer
geweest zijnMaardoor dat masker heen
moesten we toch zien al het leed van 'n-on
schuldig veroordeeldezoo was 't stuk nou
eenmaal, dat geheel van binnen uit moest
komen.
Stanhope heeft zich zelf overtroffenen
kwam wel 't dichtst bij wat we in dit geval dan
de werkelijkheid mogen noemen. Trotter, de ko
lonel, de kok en de sergeant hadden niet de
zwaarste taken te verrichten, en konden er zich
dan ook gemakkelijker doorheen slaan. De eer
ste spreekt nog steeds te veel met 'n vaartje,
waardoor men op de helft van de zaal al weinig
meer aan z'n zinnen heeft. De tweede is of
ik moet de verkeerde hebben in één jaar met
sprongen vooruit gegaan.
Ondanks de misvatting 'n brutaliteit kan
't toch niet geweest zijn zitten w eelk jaar
toch weer met verbazing te kijken naar 't groote
verschil met 't overige. Hier worden inderdaad
verschil met 't overige. Hier worden inderdaad
spelers gekweekt in 'n tempo, dat min of meer
verbijsterten zoo ligt dan misschien ook
meteen de heele vergissing bloot
De Duitsche krijgsgevangene'n rolletje
van twee of drie minutenwaarin 'n heel
leven ligtsnikkend van doorgestane emotie
moet ie binnenkomensmeekend moet ie
bedelen om 't behoud van z'n liefste bezit
z'n allesde brieven van thuis't is geen
doen gewoon.
En dan om nog één ding te noemen die
woeste drinkpartij, om de ellende te ver
getendie krankzinnig geforceerde pret, om
tenminste 'n uur in 'n roes te zijn, die voor 'n
arm stukje van die verloren levens de opeen-
ledereen, die maar bij benadering kan voe
len, wa t'n oorlog beteekent, zal moeten toe
geven, dat hier niets te veel is gezegd.,we
weten trouwens allemaal, dat het woord „over
dreven" al 'n spot op zich zelf zou zijn.
Bij zoo'n tooneelwerk staat ijzeren regie
machteloos wanneer de rollen niet zijn toever
trouwd aan de grootsten onder de grooten, wier
„talent van af de wieg", en hun training van
vele jaren hen 't recht verleenen, zich aan zoo
iets te geven.
Daar heb je de rol van 'n Hibbert, die simu
leert uit angst, die met alle geweld z'n lijf wil
bergen en wiens desertie-pogingen door Stan
hope worden verijdeld, 't Eene oogenblik is ie
dol van woede om de tegenwerking, om even
daarna bevend van angst en schrik in de loop
van Etanhope's revolver te starenWeer 't
volgende moment moet ie uitbarsten in 'n
schrille schaterlach, die aan krankzinnigheid
grenstdan moet ie wezenloos daar staan
als 'n gebroken hoopje mensch, om te eindigen
in 'n hartstochtelijk gehuil. Het feit, dat hier
'n invaller werkte, doet niets aan de zaak af
'n ander had 't ook niet gered.
Dan de jonge Raleigh, vol enthousiasme voor
't nieuwe, ongezieneblij als 'n kind bij de
mededeeling, dat ie mee mag om 'n uitval te
leiden
En al vonden we hem een van de besten,
vooral in z'n scène van de terugkomst, als ie
gansch verslagen, geknakt op de brits van de
zoo juist gesneuvelde Osborne neerploft, we
konden toch de zich telkens weer opdringende
herinnering aan z'n vroegere creaties niet weg
gewerkt krijgen.
Wat was je toen keurig, kerel, in je rol van
de opgeknooptevoor de helft werd je wel
geholpen door Ghéon zelfmaar die andere
helft moest er toch ook zijnen die wès
erEn dit is dan eigenlijk het groote ver
schil: Ghéon vergde niet 't onmogelijke, die
nam genoegen met beschaafdheid, natuur en
soberheid, met eerlijk aanvoelen van z'n niet
overdreven pretentiesSheriff eischt meer
dan alles!
begin" heel andere dan de tegenwoordige
(groei over de heele linie zei 'k al).
Ze begonnen met 'n kluchtje van twintig mi
nutenvoor zes „acteurs".
De meneer, die de regie had, bestelde twaalf
boekjes voor die zes.
De leverancier va die boekjes keek erg raar
bij 't ontvangen van die bestellingen z'n
gezicht vroeg: „Wat moeten ze met 'n dozijn
boekjes doen voor zes spelers?"
Maar de meneer van de regie was er we!
achteren dat bleek al heel gauw.
Na de eerste repetitie waren er vier hun
boekje kwijten nummer vijf had 't in z'n
broekzak zittenwaar het uit kwam als 'n
tot bal geknepen hoopje papier-snippers
Later werden er nog vier boekjes bijbesteld!
Zoo begon de eerste toeneel-uitvoering. Het
stukje speelde in de tegenwoordige tijdwant
't ging over 'n geëlectriseerde leunstoelen
de acturs waren gekleed in vijftiende-eeuwsche
ridder- en edelknapen-pakjesom 't maar
zoo interessant mogelijk voor hen te maken!
'n Volgend jaar kregen we .,'t Spook van
Beerburg", daarna „Bolsjewisten"'t aantal
boekjes werd minder, doch ging toch nog boven
't normale
Toen „De geleerde Nazei"'n flinke stap
vooruit was dat aler kwam „spel" in
er werd begrepen
Weer 'n jaar later vergissingen voorbehou
den „De ingebeelde ziekte" van Molière me
liefst!
En dan kwam de groote sprong naar Henri
Ghéon
En de beenen bleken niet t ekort te zijn ge
weestmaar er was dan ook getraind!
En met 't volste recht mochten we schrijven
toen, dat we Henri Ghéon zelf daarbij tegen
woordig hadden willen zien, om mee te genieten
van de resultaten van z'n werk. Want hü
schreef immers voor clubs van ernstig wil
lende, zijn kunst aanvoelende jongelui!
„Holland ként Ghéon nog niet" moesten
we met wat spijt nog neerpennenmaar dat
sloeg niet op de kranige vertolkers en hun
leideren 't zou beter gegaan zijnen
heel lang goed gebleven ookals Ghéon
nog maar wat méér geschikte werken had kun
nen afleverenof tenminste niet alléén had
gestaan in zijn zoo zuivere visie op de roeping
van het Katholieke Tooneel!
Dat waren mooie avondenen er behoefde
aan dat knusse, familie-achtige samenzijn niets
veranderd te wordennee, 't hóórde er zoo
bij't was de Ghéon-sfeer.
En nu opeens die geweldige sprong naar
Sherriff
Naar Sherriffde schrijver van het ont
zettende wereld-drama: „De groote reis", ver
taald en gespeeld in de voornaamste landen
van Europa'n stuk, barstensvol geladen met
al de tragiek van 'n afschuwelijke wereldkrijg!
Laten we eerlijk zijnen beginnen te zeg
gen, dat er door S. F. L.-spelers iets is gepres
teerd, dat ontzag afdwingtze hadden 't niet
beter kunnen doen.
En dan gaat dit ontzag voor tachtig procent
naar de altijd nog maar onzichtbare zwoeger,
die met deze jongemannen te bereiken weet.
wat we overal elders tevergeefs zullen zoeken.
Maar die sprong was nu heusch te ge
waagdjammer!
Men heeft ons om open critiek gevraagd
vroeger ennuen buiten dathet werk
van deze „keurtroep" is ons té sympathiek, dat
het verzwijgen van een waarschuwing 'n klein
soort misdaad zou zijn.
De afstand tusschen het Ghéon-genre en dit
laatste is te grootafgezien nog van de
vraag, of er ooit wel een amateursgezelschap
gevonden zal worden, dat „De groote reis" mag
aandurven.
Elk woord in dit stukelk gebaar, elke
blik, elke handleiding zeteekend 'n kreet, 'n
schreeuw, 'n doods-grinniken met elk tafe
reel wordt 'n wanhopige menschheid sneller
naar de onvermijdelijke afgrond gedreven
Zelfs elke „mop" in dit dramaelke kwink
slag, elke lach is de kreun, de zucht, de gil van
'n machteloos slachtoffer, dat met duivelsche
„langzaamheid" wordt doodgemarteld.
Van Ghéon naarSherriff.
De Katholieke Haarlemmers misschien nog
enkelen daar buiten zijn zoo zoetjesaan nu
wel bekend gvmaakt met 't interieur van net
stokoude, doch o zoo trouwe gebouw in de even
zoo oude Zoetestraat, waar nou al 'n reeks
jaren het St. Franciscus-Liefdewerk is gehuis
vest.
Het is daar nog net zoo primitief als in de
vroegere Gezellen- en Militairentehuizen, met
die hol-gesleten trappen en drempels
Maar dan zóó gezellig-primitief, dat je 't
jammer zöu vinden als men daar nog méér van
die loffelijke pogingen tot moderniseering ging
aanwenden
En tochom 'n reden, die straks duidelijk
zal worden hoop 'k zou je ditmaal ge
wenscht hebben, dat het publiek van de Jaar
feesten 'n heel andere omgeving had ont
moet'r. milieu van „strenge ingetogenheid"
zou 'k bijna zeggen'n vloerbedekking bij
voorbeeld, die tot „voorzichtigheid" maande
en 'n sobere, misschien sombere wand-beklee
dingen dannou ja, om kort te gaan:
'n „waarschuwend geheel"dat vooraf zoo
ongeveer zou aankondigen wat er te wachten
stondMogelijkik herhaal: moge
lijk— zou dan deze tooneeluitvoering 'n meer
bevredigend verloop hebben gehadinzon
derheid voor de wakkere executanten, die niet
minder hun best deden dan vorige jaren.
Maar laten we niet beginnen bij 't einde, en
liever es even nagaan: 't verbijsterend „gevall"
van 'n haast niet bij te houden groei over 'n
geheele linie.
Toen het S. F. L. begon was er meteen al 'n
tooneelclubdat was direct goed gezien van
de leiderswant er zijn maar weinig knapen,
die je met comedie-spelen niet vasthoudt
Nou waren de meeste snaken van dat „eerste