kiezers en gekozenen De Boeteweek OPENLIJKE SMALENDE GODSLASTERING Prikkeldraad aanneming van de motie-Utrecht BEGING de partijraad een fout? Nu het Wetsontwerp aangenomen is MAANDAG 6 JUNI REGELING VAN DEN BOTERINVOER DE GRAAL STEUN AAN MELKVEEHOUDERIJ LOTING DIENSTPLICHT HAARLEMSCH DIOCESAAN KRUIS VERBOND Jaarvergadering te Amsterdam Opgepast!... DE COLORADO-KEVER Conferentie te Parijs Zilveren ambtsjubileum ^trecht^e?ing Van de Spijzigde motie- ring van 6 J°ngste Partijraadsvergade- toevaiiie Kath°Ueke Staatspartij, en de in «Het v it™66 samenvallende polemiek B°ciaal-ri0° over het stemmen van drie sterdam mocratische Raadsleden te Am- öleenteweX<?°r dC salarisverlaging der ge- Verschii]e? ieden' Hebben bladen van zeer Vfaag te h 6 ricHting ertoe gebracht, de öe kiezers espreken- of Het wel juist is, dat kep 0ve zicH in afkeurenden zin uitspre- quaestie don?, h0Uding' in een bepaalde In Vr °or de gekozenen aangenomen, grams in°eger tijden, toen de partij-pro- s°ortige _^ang kwamen, hebben wij gelijk- grgumenf emieken met ongeveer dezelfde Men?,? al reeds genoten, gevaardio-, °6n: een Pr°gram bindt den af- Wet. die b? dat is 111 strijd met de Grond- °f rügges?aalt' dat Hij stemt zonder last strijd met riaak' dus is zoo'n program in kjk gewild 6 d°0r de Grondwet uitdrukke- van de vr«heid en onafhankelijkheid Haar ^aar iS in We nu allemaal wel overheen. t°Hiier n? 'and geen enkele partij meer Van de kiezpv ?am' Het gaat ook niefc aan> zonder tS tC vergen. dat zij iemand kie- Ptmten van n Weten- hoe hU over de hoofd- denkt. ijet princiPieelen en actueelen aard te komen i??8 middel, om dit te weten leggen en'h m een Partij Program voor ülstemt. r>p te vragen, of hij daarmee *riJ. daaron°atndidaat"in"spe is volk°men ar evenzeer 4 antwoorden, wat hij wil antwoord onhe? de kiezer vrij* °m' als dlt Tha?6 stellen.edigend iS' hem niet can" ^es Katholi? dUaest'e eenigszins anders. e Pachtwet o-A senatoren hebben tegen orpen s emd, waardoor deze ver- e katholieke ?afc 1X1 de Tweede Kamer vóór gestL?den er zonder uitzonde- ir Qdaar hadden. Wonderheid hu °ntevre'denheid bij velen, ni?rst blekenboeren- ha? 16 2iJn ri„eJe °ntevredenen van mee- waa 6ld Hadden dez~ tegenstemmers ge- War °P Ha a? Strild met het program, waren. Gaarding ervan, gekozen Weldra bleek berusten. Toen Werd dlH in den Part? ölotlc-Utrecht in deze motk. r"ad behandeld te worden dit °P een misverstand te werd de r* 'en Partiir tle~Utrecht ingediend motie t ad behandeld te woi d6Ze zps Kathe,f'd het.tegenstemmen "eze zes Katb'.i "et. tegenstemmen van ?eer' niet. Van° 'e f! senat°ren „betreurd". ®prake. zarhl-'??uring" was zelfs geen r gekozen. bare vorm was dus pa?ijr? °vergroote r derheid van den öiotig nam' n' >erig debat, deze geen Priaa°" Maar cnk dit debat werd Uturne1 hard W00rd t°fc de zes tegen- Me? S gesProken. rechte wij terloops eVen op, dat ten on- de aanmL?n T" bl3den is gezegd, dat nederlaag dezer motie beteekende een H^n ten 16 V00r het Partijbestuur. Volko men geari?eCbt6" P('t Partijbestuur had gestelde mn?8erd één al'nea uit de voor- Ult bij oen? och rappen, omdat daar- *°rd*n SZS?** lezing zou kunnen H'tgesprokejj 'at de Partijraad had strijd met 't'p deze zes senatoren in de'd. En d arT>JProgram hadden gehan- aUnea. r°m schrapte Utrecht deze Hat de aid aangenomen g; wijzigde motie daarna fcht een nede? was in geen enkel op" agje, voor >t aag, zelfs niet een neder- öoch au partijbestuur. an rie8 n°C)tdvraag: was de aanne- ?Hg van de6 n?C)^dvraagwas de °ut van dpr 'n ",Rtreurende motie nu een °nafb°Ut' omdalir?raad? En wel speciaal Hankmn daardoor de vrijheid Hgetastv d van de gekozenen v en werd teWij Hteenen d,f Hioetpn op de meest stellige wijze 'ets, w 'sten. De Partijraad deed rlnan 't si,;. Hij ten volle bevoegd was zeer f°riHuipc, deze Partijraadsvergade- tig .Precies, n.de de voorzitter dit nog eens den lflleldlng aar aanleiding van de prach- 2- °Ver 't d°°r den heer Suring gehou- lng van nJinTharigig wetsontwerptotwij- ngeveer(jit Lager-0nderwijswet. Hij zei verhr ehf8gen ils va?! tusschen kiezers en ge- dachf J*'oetPeeen'gszins teeren aard. In een ^R va.:t,hm ..'""j aan twee groote ge- kiezRye^Cr'.tw,r? Wanneer eenmaal ten jn rip is ingediend, moeten de °ntwe„terijpp? behandeling ervan trach- Wb" RrP tot Wil,; daarom is over het wets- iniei"d et door ging yan de Lager Onder- Eerste Kamer verworpen was. Het is het volste recht van de kiezers om op de hande lingen der gekozenen kritiek uit te oefenen en daarover hun treurnis, ja, zelfs hun af keuring uit te spreken." Aldus de voorzitter van den Partijraad, die daarmee precies formuleerde de juiste verhouding tusschen kiezers en gekozenen. Wil men volhouden, dat daardoor de ge kozenen tot marionetten worden verlaagd, wij ontkennen dat, maar dan zal men in gelijke krachttermen denkende en spre kende, ook moeten zeggen, dat zij, die hier van andere meening zijn, de kiezers verla gen tot stemvee. Wij zien dit alles zoo: juist om aan de ge kozenen de grootst mogelijke vrijheid en onafhankelijkheid te waarborgen, is het noodig, om eraan vast te houden, dat tij dens den zittingsduur de kiezers geen direc tieven aan de gekozenen hebben te geven, maar dan ook het volste recht heb ben, om na afloop der periode de hande lingen der gekozenen te beoordeelen, ze te wegen, en dus ook, eventueel, ze te licht te bevinden. Er bestaat nu eenmaal geen recht voor de gekozenen, om herkozen te worden. De kiezers, die hun vertrouwen in een aftre dend Kamerlid verloren hebben, bezitten het volste recht, dat vertrouwen voor de volgende periode aan een ander te schen ken. Aan dit recht, den werkelijken grond slag van alle democratie, mogen wij niet laten tornen. Iets anders is, dat men ook tegen aftre denden de billijkheid heeft te betrach ten. Men moet maar niet willekeurig met hen omspringen en op frivole wijze van af gevaardigde verwisselen. Neen, de niet-her- kiezing van een aftredend Kamerlid is een ernstige zaak, niet alleen voor hem, maar ook voor de Partij. Wanneer mannen van erkende bekwaamheid en beginseltrouw maar zonder voldoende rede aan den dijk worden gezet, dan zal dit op den duur juist de besten onder ons ervan terug houden, zich voor een candidatuur beschik baar te stellen. Wij winnen er als Partij niets mee integendeel! wanneer be proefde afgevaardigden vervangen worden door baantjesjagers en strevers. Ook wie formeel het recht heeft iets te doen, moet toch steeds nagaan, of het goed en juist is, in een bepaald concreet geval van dat recht gebruik te maken. Misbruik van recht is mogelijk, als de Staat optreedt. Maar ook als de kiezers dat doen. Daarom gelde ook hier: seria serio: ernstige dingen moeten ernstig behandeld worden. Geen verdere beperking gewenscht? Aan de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot regeling van den invoer van boter is het vol gende ontleend: Met voldoening mocht de minister van Eco nomische Zaken en Arbeid constateeren, dat de contingenteering van boter als aanvullende maatregel op het ontwerp Crisiszuivelwet alge meen noodzakelijk werd geacht. Hij kan evenwel niet meegaan met de opvat ting van die leden, die een verder gaande be perking van den invoer gewenscht ach ten. Deze verdere beperking beoogt immers niet meer zuiver en alleen aanvullend te werken op het complex aanhangige steunmaatregelen, doch in directen zin steun verleenen aan den binnenlandschen zuivelprijs door inkrimping van den normalen Invoer. Het motief van dezen maatregel is voorloopig uitsluitend gelegen zooals reeds in de Me morie van Toelichting gezegd is in de ver wachting, dat. hangende het ontwerp Crisis zuivelwet, tot overmatigen invoer en speculatie ven opslag van buitenlandsche boter zou wor den ovefgegaan. Dit is ook de reden, dat deze contingentee ring een provisorisch karakter draagt en de toe lichting in afwachting, zoo sober gesteld bleef. Een groote Russische zending, waarop waar schijnlijk in het Voorloopig Verslag wordt ge doeld, is na de inwerkingtreding der contin genteering hier te lande ten invoer aange boden, doch deze zending is nog niet ten in voer toegelaten en in entrepot opgeslagen, wijl hier niet onomstootelijk vaststond, dat deze partij vóór het uitvaardigen van het Koninklijk besluit te goeder trouw was verzonden. Een nog hangend onderzoek betreffende deze quaestie zal moeten uitwijzen, in hoeverre deze partij op grond der bestaande bepalingen al dan niet moet worden toegelaten. De Tiltenberg te Vogelenzang Op Woensdag 8 Juni a.s. des namiddags te 3 uur zal de plechtige inwijding plaats hebben van het Moederhuis der Vrouwen van Naza reth, Huize ,JDe Tiltenberg" te Vogelenzang. De plechtigheden zullen worden verricht door Z. D. Exc. Mgr. Aengenent, Bisschop van Haarlem. Meening der Eerste Kamerleden Aan het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer onzake het wetsontwerp, houdende tijdelijke maatregelen tot hulpverleening aan de melk veehouderij is het volgende ontleend: Eenige leden waren van oordeel, dat de nood toestand, waarin het veehouderij- en zuivelbe drijf zich thans bevindt, een gevolg is van het kapitalistisch distributiestelsel, waardoor op al lerlei gebied dagelijks groote verspilling van ar beidskracht plaats heeft. Deze leden waren nu van meening, dat men de oplossing zal moeten zoeken in een groote vermindering van de bo- terproductie, en dat men niet de zekerheid seeft, dat bij aanneming van dit ontwerp de verleende steun geheel aan de boeren ten goede zal ko men. Ook waren zij van oordeel, dat de be voegdheid, hier aan de regeering gegeven, te groot is. Andere leden meenden zich ernstig te moe ten verzetten tegen een verhooging van de mar- garineprijzen. Dat ingevolge het amendement- Boon een hoeveelheid goedkoope margarine zal worden gedistribueerd, kan naar hun meening den last voor het gezin van den minderen stand niet noemenswaard verlichten. De allerarmsten zijn niet diegenen, die zich het eerst aanmel den voor een bon. Weer andere leden meenden de vraag te moe ten stellen of de Regeering ernaar zal streven om door verschillende middelen, als daar zijn versobering van den Staatsdienst, verlaging van den kostprijs van fabrikaten en producten, ver mindering van pachten, kortom door inperking van uitgaven op elk gebied, het leven goedkoo- per te maken, dan wel of zü heil zoekt in een incidenteele steunpolitiek voor allerlei bedreigde industrieele en landbouwproducten. Vele leden konden zich met het wetsontwerp vereenigen; zij erkenden de onvermijdelijkheid ervan. De loting ter bepaling van den ingeschre vene, die in elke gemeente of in elke groep van gemeenten het eerst in aanmerking omt om tot gewoon dienstplichtige te worden bestemd, geschiedt in het openbaar voor de lichting 1934 op Vrijdag 17 Juni om 14 uur, te 's-Gra- venhage, In de „Weeskamer", Binnenhof 8. De loting geschiedt uit een getal genummer de biljetten, overeenkomende met het getal der personen, vermeld in het alphabetische register der gemeente Amsterdam, van de lichting 1931. De Kerk heeft het initiatief genomen, om een begin te maken aan het beëindigen van crisis en malaise. Paus en Bisschoppen hebben de katho lieken verzocht, deze week bijzonder te hei ligen door gebed en boete, om van God verkorting te krijgen van dezen tijd van ellende. Maar vergeten mag niet worden, dat deze week niet alleen een smeeken beteekent om beëindiging van de crisis, maar tevens een eerherstel inhoudt voor de versmading, waarmede de wereld, waarvan we allen een onderdeel zijn, Gods grootheid en goedheid heeft bejegend. In den eersten brief van St. Jan lezen we: „Wie niet liefheeft kent God niet, want God is de Liefde." Mag en moet dit woord niet bizonder worden toegepast op onze tegenwoordige sa menleving? De huidige toestand in de wereld gelijkt op een chaos: wat de natuur schijnt te eischen. kan door de menschelijke samenle ving niet meer worden geboden; talloos vele werkwilligen loopen werkloos rond; de vrucht van nijvere levens wordt in enkele dagen tot puin en gruis geslagen; hetgeen tot nu toe als een zegen van den hemel beschouwd werd, een vruchtbare oogst, is voor een deel der samenleving een aanlei ding tot verarming. Bij alle controversen en meeningsver- schillen over de oorzaken dezer crisis en over de middelen tot beëindiging er van, wijst de Kerk op de eerste plaats op de deugd van liefde naar den geest van Chris tus Het missen van deze deugd is de grond oorzaak, het beoefenen van deze deugd is het groote, beginnende middel tot herstel van alle nooden. De wereld wil God niet kennen: weten schap en techniek hebben God buiten ge sloten. De groote uitvindingen waren louter het resultaat van stoffelijk vermogen; heel het wereldgebeuren moest mechanisch-ma- terialistisch verklaard worden. Ik weet het wel, dat nu een andere, meer spiritueele wind waait door de kringen van de groote wetenschap, maar we leven in een tijd, waarin tot de massa is afgedaald de dwaling van enkele professoren uit het na bije verleden. En zoo is de samenleving er een, die steunt op de materie; alles wat des geestes is moest worden uitgebannen; alles is stof en niets dan stof. Maar een wereld van enkel stof is een wereld zonder God en zoo is men gekomen tot een stoffelijke volkshuishouding zon der zedelijke ordening, tot een handel zon der deugd van rechtvaardigheid, tot een huwelijk zonder zedelijkheid, tot een gezag in het gezin, dat genot en geen plicht meer kent; tot een vrijheid, die losbandig heid genoemd moet worden; in het kort: tot een levensopvatting zonder moraal, tot een sociale verhouding, die gebroken heeft met de eeuwige wijsheid van het Evangelie. Zoo heeft de wereld God uitgeschakeld, zoo had zij de kennis van God verloren, maar daarmede heeft zij tevens verloren de grootste Godsgave: de liefde. Want wat de wereld nog liefde noemt, is zelfzucht en eigenbaat. Wat de wereld liefde noemt, is maar al te vaak anderen vertrappen, om zelf beter té worden. Wat de wereld liefde noemt, uit zich in n (Slot). 'niei?et door !f ging van de Lager Onder- te li?1?® teeli ?n Heer Suring alleen een Hitvnehten om den Partijraad in Dal? en u ,de Hoofdpunten van dit stefd a ':onrier?u Brljke wetsontwerp. OpheiJHH .mt „H Hem vragen worden ge- ander punt nadere ?tne, V( :«eden w f gGn' ,maar werd alle ntoeiaa gleden. Het zou door mij ook als wanneer Jen onjuist bestreden ziin &r'n had voorgesteld! 05r°ken. ilne Je raad zou hebben uitge- tev. de- lnf naar zijn meening over een &?est4d w^rH? inrvde Kamer zou moe" Hein me de vriihew Ware 'n strijd ge" f X\arn 8n ona^hankelijk- ls®n, H- ae'mot??;tonf1 de zaak gis- jHg w;,s H t af„.° utrecht in behande- d van Pach ?e,men in de Eerste Ka- 8* da' ?sKathoTielWas geschied, en wel tsonte-erp hadden se.nat°ren t'gen dit the r ln den Pnrf? gesternd. De kiezers Ske????«»en ft?ad HiJeen, waren Taan Y-' i te kennen om daarover hun Uit rti ec- ook da? n iel geven- De Partij- zoo belamtrilte ath°neke sena- gJke Pachtwet in de De critiek van de andere groep kan evenmin worden aanvaard. Ongetwijfeld, principieel, in abstracto, behoort openlijke godslastering strafbaar te worden gesteld, niet omdat zij menschelijke gevoelens krenkt, doch omdat zij den aan God ook in het openbare leven verschuldig- den eerbied aantast, doch praktisch, in con- creto, is strafbaarstelling op dezen grond niet mogelijk. Wat is het geval? De openlijke eerbied door en in den staat aan God verschuldigd, wordt niet alleen aangetast door smalende godslastering, doch door iedere openlijke godslastering; ja zelfs zal in de meeste gevallen een rustig, wetenschappelijk gehouden anti-godsdien stig betoog veel schadelijker kunnen wer ken dan een smalende, grove beleedigende godslastering dit vermag te doen. De overheid, die op laatstgenoemden rechtsgrond de strafbaarstelling zou basee ren, doch de strafbaarheid tevens zou be perken tot de smalende openlijke godslas tering zou hinken op twee gedachten en niet consequent handelen. Strafbaarstelling van iedere openlijke godslastering is in een land met een ge mengd godsdienstige bevolking niet te ver wezenlijken, terwijl zij inderdaad met het begrip godsdienstvrijheid, gelijk dit ten on zent historisch is gegroeid en wordt be grepen, in strijd zou komen. Het moge te betreuren zijn, doch onder de feitelijke omstandigheden en verhou dingen, waarin wij leven, was het (wilde een verwijt van te hinken op twee gedachten worden ontgaan en een logisch opgebouwde en welgefundeerde strafbepaling worden verkregen), niet anders mogelijk, dan voor de strafbaarstelling van de openlijke sma lende godslastering als rechtsgrond te aan vaarden de hierin gelegen ernstige kren king van godsdienstige gevoelens. En dat de katholiek in het openbaar staatkundig leven rekening blijkt te houden met de feitelijke omstandigheden en verhoudingen en niet meer mag verlangen dan in ver band hiermede kan worden geëischt, is in menige Encycliek door de Pausen geleerd. In populaire verhandelingen is de op merking gemaakt, dat het geen pas geeft, dat wel beleedigingen den mensch aange daan, worden gestraft, doch niet beleedi gingen, welke tegen God zijn gericht. Men zij hiermede voorzichtig. Het straffen van beleedigingen tegen God behoort niet tot het gebied der wereldlijke overheid. God wordt dagelijks millioenen malen belee- digd, zoowel door uiterlijke gedragingen als door inwendige gedachten of begeer ten. Een overheid die dit alles strafbaar zou willen stellen, zou de grenzen, aan hare bevoegdheid gesteld, in ernstige mate over schrijden. De overheid straft een daad niet omdat zij in zich zedelijk slecht, „zonde", is, doch omdat zij ordeverstorend werkt, voor het algemeen welzijn schadelijk is. Door het betoog: „is beleediging van den mensch strafbaar, dan behoort een beleediging van God dit zeer zeker te zijn" wordt het probleem derhalve niet opgelost. Openlijke godslastering behoort niet strafbaar te worden gesteld omdat zij naar de meening der moraal-theologen de aller zwaarste zonde is, doch omdat zij in de hoogste mate orde-verstorend werkt en schadelijk is voor het algemeen welzijn, zulks om die redenen, wijl zij aantast 1. den openlijken eejbied door en in den staat aan God verschuldigd; 2. het fundament waarop het gezag is gevestigd en waaraan dit zijn kracht ontleent; 3. de godsdienstige gevoelens der bevolking. De openlijke eerbied aan God verschul digd, en de grondslagen van het gezag wor den aangetast door iedere openlijke gods lastering, de godsdienstige gevoelens daar entegen worden dieper en ernstiger ge kwetst, naarmate de vorm, waarin de open lijke godslastering is gekleed, aanstoote lij ker is. ook hieruit blijkt, dat terecht, waar niet iedere openlijke godslastering strafbaar kon worden gesteld en deze moest worden beperkt tot de smalende, als rechts grond voor de strafbaarstelling werd ge nomen de krenking van godsdienstige ge voelens. Met bovenstaande zijn niet alle moeilijke kwesties en vragen, deze materie betref fende, besproken; het zou evenwel te ver voeren op deze dieper in te gaan. Hoofdzaak is, dat ik heb willen trachten aan te toonen, dat de nieuwe strafbepaling niet alleen voor de katholieken alleszins aanvaardbaar is en beantwoordt aan het geen in concreto (niet in abstracto) redelijkerwijze door hen kon worden ver langd, doch ook dat de Minister er in is geslaagd op buitengewoon scherpzinnige wijze een oplossing te vinden in een vraag stuk, dat door velen voor onoplosbaar werd gehouden. Van de praktische toepassing der bepaling moge men al geen te hooge verwachtingen koesteren, het feit blijft bestaan, dat in ons strafwetboek niet meer tevergeefs naar een strafbepaling tegen ergerlijke openlijke godslastering zal wor den gezocht. Een overheid, die zou toela ten, dat smalende godslasteringen straffe loos openlijk worüen geuit, zou in de oogen van het geloovig deel der bevolking zich schuldig maken aan ernstig plichtsverzuim en haar autoriteit verzwakken. De regeering en speciaal Minister Donner heeft met dit ontwerp een daad gesteld van groote beteekenis; aan de vele argu menten die er voor pleiten, dat Nederland nog steeds behoort te worden aangemerkt als een christelijke staat, is een zeer waar devol toegevoegd; openlijk is erkend, dat de overheid de burgers tegen al te diep gaande krenking hunner godsdienstige ge voelens behoort te beschermen, alsmede dat ook naar de meening der overheid de smalende godslastering de ergerlijkste kren king voor het godsdienstig gevoel is. Dit is een feit van niet te onderschatten be teekenis. Mr. Dr. F. A. BIJVOET.. een handel, waar men elkander dood con curreert, in het moderne huwelijk, waar liefde, die slechts voldoening van eigen hartstochten zoekt; in den klassenstrijd, waar haat wordt gefokt; in een politiek van baantjesjagerij en listig gekuip; in de inter nationale verhoudingen, waar eng nationaal belang vaak de schoonste wereldplannen in duigen laat vallen. Wat de wereld liefde noemen durft, het is eigenbaat en zelfzucht, omdat de wereld God niet wilde kennen en daarom tot eigen schade en schande den smaak van Goddelijke liefde vergeten kon. Wie niet liefheeft, kent God niet, omdat God de Liefde zelve is. Daarom heeft Gods goedheid in gelijke mate, waarin de harten der menschen ver kilden, de devotie tot het liefdevolle Hart van den Godmensch doen hernieuwen en herleven. Daarom wijzen Paus en Bisschoppen er op, dat de grondslag, waarop alleen het be ëindigen der crisis mogelijk is, de liefde is, gemodelleerd naar de liefde van Jezus' H. Hart. En zie dan hier, waarin de liefde van Jezus verschilt van de liefde der wereld. De liefde der wereld is baatzuchtig, om dat ze uitsluitend een zinnelijk-stoffelijk karakter draagt de liefde van Jezus is onbaatzuchtig, omdat ze geestelijk van aard is. Wanneer de reden van ons beminnen ge legen is in aardsche aantrekkelijkheid, zoo als in lieftalligheid, in stoffelijken rijkdom, in wereldschen invloed, dan beloopen we vanzelfsprekend het gevaar, de liefde voor anderen te verkrachten tot een middel om er zelf beter van te worden. Maar wanneer de beweegreden van onze liefde gelegen is in het Goddelijk gebod, wanneer we weer in de schepselen leeren zien de evenbeelden van God en in het leven het Christuswoord weer tot praktijk maken: wat gij den minste der mijnen doet, dat doet ge aan Mij, ziet dan zal onze liefde er een zijn, zooals Jezus te beminnen wist: een liefde, die eigenbaat doodt; een liefde, die in niets zich zelve zoekt; een liefde, die de eer van God en de belangen der naasten weet te behartigen, ook al zal het ons zelve offers kosten. Moge zoo door heel het katholieke volk het octaaf van het H. Hartfeest worden gevierd. We zullen van dit octaaf een bid- en boeteweek maken, om God eerherstel te ge ven voor het groote wereldtekort in liefde, waaraan ook wij schuld dragen. En zelf zullen we van deze liefdeweek het leven mee indragen: het vaste besluit om Jezus' liefde na te volgen; een liefde, die niet zich zelve zoekt, maar de eer van God en de belangen der naasten. Zoo zullen we medewerken den grondslag te hernieuwen, waarop alleen waar geluk weer bloeien kan. L.B. Zondagmiddag heeft het Diocesaan Kruisver- bond in het Bisdom Haarlem zijn 28ste jaarver gadering gehouden in het Joannes Roothaan huis te Amsterdam. Nadat de voorzitter, de heer H. B. v. d. Sande, de bijeenkomst met den christelijken groet had geopend, zongen allen het Sobriëtaslied. Het kost, aldus de voorzitter, in deze dagen weer moeite de aandacht te vragen voor de blauwe vaan en den strijd, die onder dat vaan wordt gestreden, omdat er vele dingen zijn, welke men belangrijker acht. Het belang der drankbestrijding echter mag nooit uit het oog worden verloren. Medegedeeld werd, dat de heer Korthagen bij enkele candidaatstelling is gekozen als hoofdbe stuurslid in de vacature-Schalkwijk, De rekening en verantwoording van den pen ningmeester, loopende over bedrag aan inkom sten en uitgaven van 2072, werd goedgekeurd. Aan het jaarverslag van den secretaris ont- leenen wij, dat het ledental van 1438 tot 1182 en het aantal afdeelingen van 39 tot 35 ver minderde. De geheelonthouders blijven percents gewijze winnen. Het verslag, dat voorts een volledig oterzicht gaf van wat in het algemeen en in de afdee lingen is verricht, werd goedgekeurd. De begrooting werd op het vastgestelde be drag van 1600 vastgesteld. Vervolgens werden de verslagen der commis sies uitgebracht en goedgekeurd. Bij de gelegenheid tot het stellen van vragen en het doen van mededeelingen brengt de afge vaardigde van Amsterdam-West ter sprake het gebruik van likeurhoudende bonbons, hetgeen z.i. niet met de principes van geheelonthouders overeen is te brengen. Van bestuurszijde wordt geopperd dat het wel heel moeilijk is ten deze een gedragslijn vast te stellen. De nieuwe drankwet is er om te ver hinderen, dat artikelen verkocht worden buiten verguningszaken, welke meer alcohol inhouden dan een zeker percentage. Men kan er toch wel op vertrouwen, dat echte geheelonthouders weigeren zulke lekkernijen te gebruiken, waarvan men weet, dat ze alcohol houdende bestanddeelen bevatten. De Rotterdamsche afdeeling St. Laurentius brengt onder de aandacht van het H.B. dat er nog katholieke jeugdbladen zijn, waarin drank advertenties voorkomen. Naar aanleiding daarvan ontspint zich een discussie waarin in het algemeen de houding van de 'jeugdorganisaties ten opzichte van de drankbestrijding wordt besproken. Betreurd wordt dat in enkele gevallen geen rekening daarmee wordt gehouden en dat nog in enkele lokaliteiten voor het jeugdwerk drank wordt geschonken en door sommige jeugdver- eenigingen excursies naar brouwerijen worden ondernomen. Op voorstel van Den Haag wordt besloten er bij de legerautoriteiten op aan te dringen drankmisbruik door militairen, o.a. in de can- tines, tegen te gaan. Het voorstel van het H.B. om het huishoude lijk reglement aan te vullen, wordt aangenomen. Db aanvulling zal bestaan uit de volgende be- palingen: Leden-geheelonthouders verplichten zich tot onthouding van alle alcoholische dran ken. Leden-afschaffers mogen alleen bier of f?Ulken- Zi' maken van deze dranken geen gebruik uitsluitend om het drankgebruik lichten zich in het gebruik daarvan op- ailend matig te zijn. Zij mogen geen alcoho- uscne dranken gebruiken op vergaderingen of h1 ,een'gerlei wijze van bijeenkomst van drank bestrijders, of op openbare vergaderingen van socialen of politieken aard. Zij mogen in den voormiddag geen alcoholisehen drank gebruiken en ook geen opwekkenden drank nemen voor den maaltijd. Zij moeten, wanneer zij gebruik ma- Ter jongste Partijraadsvergadering heeft Prof. Aalberse in zijn sobere „mededeelin gen" een goedig, vaderlijk woordje gespro ken, dat een goede plaats behoort te vinden. En wij zouden niet kunnen zeggen, wat men in gemoede méér en beter van hem had mogen verwachten. Een onzer Katholieke bladen schijnt van 'n andere opinie te zijn, waar het schrijft: „Wij zullen niet verhelen, dat wij, in de zen tijd meer hadden verwacht van deze politieke speech. Van belang zijn de vra gen: wat deed de fractie om den nood van. de massa te lenigen, en van nog meer be lang: welke lessen heeft zij uit den econo- mischen chaos getrokken en wat denkt zij in de toekomst te doen. De „preek" het „vaderlijke woord", ge lijk het genoemd is, is goed bedoeld, doch het is onvoldoende. Het is al meer gezegd, dat 'n mensch, die in ellende verkeert, niet in de beste stem ming is om zich met hooger dingen bezig te houden, om te gaan zitten mediteeren over de zonden der wereld, waaraan hij zich niet of althans slechts in zc„- beperk te mate schuldig weet...." „Hiermede heeft de fractieleider niet of zeer onvoldoende rekening gehouden. Zijn rede miste elk perspectief. Wij geven graag toe dat 't 'n lang niet gemakkelijke taak is, thans toekomstplan nen plannen voor de naaste toekomst, wel te verstaan te maken, maar van den leider der groote fractie mag men toch wel vooruitzien verwachten. De Staatspartij kan straks moeilijk alleen met vaderlijke woorden den strijd tegemoet gaan!" Nog een ander Katholiek blad maakt ia it verband gewag van „maatregelen, welke tevens een maatschap pelijke reconstructie inluiden, een meer planmatige crisispolitiek." Wat in de derde alinea van het eerste ci taat gezegd wordt, is pijnlijk-waar, en telkens, als we deze waarheid overwegen, krijgen wij méér medelijden met de velen, die geheel buiten hun schuld moeten ont beren „een zekeren welstand", waarvan St. Thomas gewaagde.... Maar des te zwaarder rust op hen, die het volk voorlichten moeten, dan ook de plicht, den maatschappelij k-zwakke niet nog zwak ker, niet nog armer te maken, door zijn berusting in gevaar te brengen, door te suggereeren, dat onze knappe koppen méér over zijn leed moesten nadenken en tot leniging van zijn nood nu en in de toe komst betere maatregelen moesten uit vinden en doen functionneeren. Wij vragen in gemoede: wat had onze eene collega méér verwacht van Prof. Aal- berse's politieke speech? Bleef onze Kamerfractie in gebreke, waar zij den nood van de massa kon lenigen? Zou onze collega kunnen zeggen, wélke lessen precies onze fractie uit den ekonomischen chaos heeft moeten trekken en wat zij in de toekomst zal moeten doen? Welk ander perspectief had de voorzitter in zijn speech, kunnen openen dan hij geopend heeft? Wat had de leider der groote fractie moö- ten vooruitzien? En die andere collega: Wat bedoelt deze toch, wanneer hij her haaldelijk schermt met „planmatige crisis- politiek"? Laten wij in dezen tijd toch voorzichtig zijn met oratorische vaagheden. Zij wekken zoo lichtelijk verwachtingen, die niet verwezenlijkt kunnen worden. En ook voor degenen onder ons, die haar neerschrijven, zijn zij niet zonder gevaar. 't Kan immers gebeuren, dat dezulken, die in de krant zoo gemakkelijk kritiseeren en voor allerlei moeilijkheden allerlei op lossingen zien, eenmaal geroepen worden om in het parlement hun kunsten te toonen, en dan moeten erkennen, dat de kritiek in de krant wel gemakkelijk, maar de kunst in het parlement heel moeilijk is. En zoo'n erkenning is nooit prettig! ken van bier of wijn, zich bepalen tot een enkel glas. Een amendement-Amsterdam-West om de ge heelonthouders ook te verplichten het gebruik van genotmiddelen, welke alcohol bevatten na te laten, wordt op hiervoor aangegeven gronden verworpen met 513 stemmen tegen 108 voor en 70 blanco. De heer Tieke, Hoorn, houdt een pleidooi om de gereorganiseerde jeugdbeweging sterk te hou den en sterk te maken. In de nieuwe Jeugdbeweging moet het Kruis- verbond zijn plaats hebben, een plaats die de drankbestrijding toekomt. Ten aanzien van de verschillende afdeelings- voorstellen wordt overeenkomstig het Drae-ad- vies in het H.B. besloten. «J? ^dspHe Regeering heeft het initiatief gentMnen tot bijeenroeping van een conferentie De bespreking van het gevaar hetwelk draigt door een verbreiding van coloradokever en aan de midelen om het gevaar te bestrijden. Deze conferentie zal 6 Juni a.s. te Parijs bijeenkomen. De Nederlandsche Regeering zal ter conferentie worden vertegenwoordigd door de heeren Hooft, van het departement van Buitenlandsche Zaken, ir. Bontinio. van het departement van Economische Zaken en Ar beid; ir. van Poeteren, hoofd van den Neder- landschên Plantenziektenkundigen Dienst, als mede door den landbouwconsulent te Parijs, ir. Sevenster. Zaterdag herdacht burgemeester A. de Klerk onder groote belangstelling zijn 25-jarig ambts jubileum als burgemeester van St. Maarten. Vele corporaties boden den jubileerenden bur gemeester stoffelijke blijken van waardeering &EIX1«

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5