kiezers en gekozenen
De Boeteweek
OPENLIJKE SMALENDE
GODSLASTERING
Prikkeldraad
aanneming van de
motie-Utrecht
BEGING de partijraad
een fout?
Nu het Wetsontwerp
aangenomen is
MAANDAG 6 JUNI
REGELING
VAN DEN BOTERINVOER
DE GRAAL
STEUN
AAN MELKVEEHOUDERIJ
LOTING DIENSTPLICHT
HAARLEMSCH
DIOCESAAN KRUIS VERBOND
Jaarvergadering te Amsterdam
Opgepast!...
DE COLORADO-KEVER
Conferentie te Parijs
Zilveren ambtsjubileum
^trecht^e?ing Van de Spijzigde motie-
ring van 6 J°ngste Partijraadsvergade-
toevaiiie Kath°Ueke Staatspartij, en de
in «Het v it™66 samenvallende polemiek
B°ciaal-ri0° over het stemmen van drie
sterdam mocratische Raadsleden te Am-
öleenteweX<?°r dC salarisverlaging der ge-
Verschii]e? ieden' Hebben bladen van zeer
Vfaag te h 6 ricHting ertoe gebracht, de
öe kiezers espreken- of Het wel juist is, dat
kep 0ve zicH in afkeurenden zin uitspre-
quaestie don?, h0Uding' in een bepaalde
In Vr °or de gekozenen aangenomen,
grams in°eger tijden, toen de partij-pro-
s°ortige _^ang kwamen, hebben wij gelijk-
grgumenf emieken met ongeveer dezelfde
Men?,? al reeds genoten,
gevaardio-, °6n: een Pr°gram bindt den af-
Wet. die b? dat is 111 strijd met de Grond-
°f rügges?aalt' dat Hij stemt zonder last
strijd met riaak' dus is zoo'n program in
kjk gewild 6 d°0r de Grondwet uitdrukke-
van de vr«heid en onafhankelijkheid
Haar
^aar iS in We nu allemaal wel overheen.
t°Hiier n? 'and geen enkele partij meer
Van de kiezpv ?am' Het gaat ook niefc aan>
zonder tS tC vergen. dat zij iemand kie-
Ptmten van n Weten- hoe hU over de hoofd-
denkt. ijet princiPieelen en actueelen aard
te komen i??8 middel, om dit te weten
leggen en'h m een Partij Program voor
ülstemt. r>p te vragen, of hij daarmee
*riJ. daaron°atndidaat"in"spe is volk°men
ar evenzeer 4 antwoorden, wat hij wil
antwoord onhe? de kiezer vrij* °m' als dlt
Tha?6 stellen.edigend iS' hem niet can"
^es Katholi? dUaest'e eenigszins anders.
e Pachtwet o-A senatoren hebben tegen
orpen s emd, waardoor deze ver-
e katholieke ?afc 1X1 de Tweede Kamer
vóór gestL?den er zonder uitzonde-
ir Qdaar hadden.
Wonderheid hu °ntevre'denheid bij velen,
ni?rst blekenboeren-
ha? 16 2iJn ri„eJe °ntevredenen van mee-
waa 6ld Hadden dez~ tegenstemmers ge-
War °P Ha a? Strild met het program,
waren. Gaarding ervan, gekozen
Weldra bleek
berusten.
Toen Werd
dlH in den Part? ölotlc-Utrecht in
deze motk. r"ad behandeld te worden
dit
°P een misverstand te
werd de r*
'en Partiir tle~Utrecht ingediend
motie t ad behandeld te woi
d6Ze zps Kathe,f'd het.tegenstemmen
"eze zes Katb'.i "et. tegenstemmen van
?eer' niet. Van° 'e f! senat°ren „betreurd".
®prake. zarhl-'??uring" was zelfs geen
r gekozen. bare vorm was dus
pa?ijr? °vergroote r derheid van den
öiotig nam' n' >erig debat, deze
geen Priaa°" Maar cnk dit debat werd
Uturne1 hard W00rd t°fc de zes tegen-
Me? S gesProken.
rechte wij terloops eVen op, dat ten on-
de aanmL?n T" bl3den is gezegd, dat
nederlaag dezer motie beteekende een
H^n ten 16 V00r het Partijbestuur. Volko
men geari?eCbt6" P('t Partijbestuur had
gestelde mn?8erd één al'nea uit de voor-
Ult bij oen? och rappen, omdat daar-
*°rd*n SZS?** lezing zou kunnen
H'tgesprokejj 'at de Partijraad had
strijd met 't'p deze zes senatoren in
de'd. En d arT>JProgram hadden gehan-
aUnea. r°m schrapte Utrecht deze
Hat de aid
aangenomen g; wijzigde motie daarna
fcht een nede? was in geen enkel op"
agje, voor >t aag, zelfs niet een neder-
öoch au partijbestuur.
an rie8 n°C)tdvraag: was de aanne-
?Hg van de6 n?C)^dvraagwas de
°ut van dpr 'n ",Rtreurende motie nu een
°nafb°Ut' omdalir?raad? En wel speciaal
Hankmn daardoor de vrijheid
Hgetastv d van de gekozenen v
en
werd
teWij Hteenen d,f
Hioetpn op de meest stellige wijze
'ets, w 'sten. De Partijraad deed
rlnan 't si,;. Hij ten volle bevoegd was
zeer f°riHuipc, deze Partijraadsvergade-
tig .Precies, n.de de voorzitter dit nog eens
den lflleldlng aar aanleiding van de prach-
2- °Ver 't d°°r den heer Suring gehou-
lng van nJinTharigig wetsontwerptotwij-
ngeveer(jit Lager-0nderwijswet. Hij zei
verhr
ehf8gen ils va?! tusschen kiezers en ge-
dachf J*'oetPeeen'gszins teeren aard. In
een ^R va.:t,hm ..'""j aan twee groote ge-
kiezRye^Cr'.tw,r? Wanneer eenmaal
ten jn rip is ingediend, moeten de
°ntwe„terijpp? behandeling ervan trach-
Wb" RrP tot Wil,; daarom is over het wets-
iniei"d et door ging yan de Lager Onder-
Eerste Kamer verworpen was. Het is het
volste recht van de kiezers om op de hande
lingen der gekozenen kritiek uit te oefenen
en daarover hun treurnis, ja, zelfs hun af
keuring uit te spreken."
Aldus de voorzitter van den Partijraad,
die daarmee precies formuleerde de juiste
verhouding tusschen kiezers en gekozenen.
Wil men volhouden, dat daardoor de ge
kozenen tot marionetten worden verlaagd,
wij ontkennen dat, maar dan zal men
in gelijke krachttermen denkende en spre
kende, ook moeten zeggen, dat zij, die hier
van andere meening zijn, de kiezers verla
gen tot stemvee.
Wij zien dit alles zoo: juist om aan de ge
kozenen de grootst mogelijke vrijheid en
onafhankelijkheid te waarborgen, is het
noodig, om eraan vast te houden, dat tij
dens den zittingsduur de kiezers geen direc
tieven aan de gekozenen hebben te
geven, maar dan ook het volste recht heb
ben, om na afloop der periode de hande
lingen der gekozenen te beoordeelen, ze te
wegen, en dus ook, eventueel, ze te licht te
bevinden.
Er bestaat nu eenmaal geen recht voor
de gekozenen, om herkozen te worden. De
kiezers, die hun vertrouwen in een aftre
dend Kamerlid verloren hebben, bezitten
het volste recht, dat vertrouwen voor de
volgende periode aan een ander te schen
ken. Aan dit recht, den werkelijken grond
slag van alle democratie, mogen wij niet
laten tornen.
Iets anders is, dat men ook tegen aftre
denden de billijkheid heeft te betrach
ten. Men moet maar niet willekeurig met
hen omspringen en op frivole wijze van af
gevaardigde verwisselen. Neen, de niet-her-
kiezing van een aftredend Kamerlid is een
ernstige zaak, niet alleen voor hem, maar
ook voor de Partij. Wanneer mannen van
erkende bekwaamheid en beginseltrouw
maar zonder voldoende rede aan
den dijk worden gezet, dan zal dit op den
duur juist de besten onder ons ervan terug
houden, zich voor een candidatuur beschik
baar te stellen. Wij winnen er als Partij
niets mee integendeel! wanneer be
proefde afgevaardigden vervangen worden
door baantjesjagers en strevers.
Ook wie formeel het recht heeft iets te
doen, moet toch steeds nagaan, of het goed
en juist is, in een bepaald concreet geval
van dat recht gebruik te maken. Misbruik
van recht is mogelijk, als de Staat optreedt.
Maar ook als de kiezers dat doen.
Daarom gelde ook hier: seria serio:
ernstige dingen moeten ernstig behandeld
worden.
Geen verdere beperking
gewenscht?
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot
regeling van den invoer van boter is het vol
gende ontleend:
Met voldoening mocht de minister van Eco
nomische Zaken en Arbeid constateeren, dat
de contingenteering van boter als aanvullende
maatregel op het ontwerp Crisiszuivelwet alge
meen noodzakelijk werd geacht.
Hij kan evenwel niet meegaan met de opvat
ting van die leden, die een verder gaande be
perking van den invoer gewenscht ach
ten. Deze verdere beperking beoogt immers niet
meer zuiver en alleen aanvullend te werken op
het complex aanhangige steunmaatregelen,
doch in directen zin steun verleenen aan den
binnenlandschen zuivelprijs door inkrimping
van den normalen Invoer.
Het motief van dezen maatregel is voorloopig
uitsluitend gelegen zooals reeds in de Me
morie van Toelichting gezegd is in de ver
wachting, dat. hangende het ontwerp Crisis
zuivelwet, tot overmatigen invoer en speculatie
ven opslag van buitenlandsche boter zou wor
den ovefgegaan.
Dit is ook de reden, dat deze contingentee
ring een provisorisch karakter draagt en de toe
lichting in afwachting, zoo sober gesteld bleef.
Een groote Russische zending, waarop waar
schijnlijk in het Voorloopig Verslag wordt ge
doeld, is na de inwerkingtreding der contin
genteering hier te lande ten invoer aange
boden, doch deze zending is nog niet ten in
voer toegelaten en in entrepot opgeslagen, wijl
hier niet onomstootelijk vaststond, dat deze
partij vóór het uitvaardigen van het Koninklijk
besluit te goeder trouw was verzonden.
Een nog hangend onderzoek betreffende deze
quaestie zal moeten uitwijzen, in hoeverre deze
partij op grond der bestaande bepalingen al
dan niet moet worden toegelaten.
De Tiltenberg te Vogelenzang
Op Woensdag 8 Juni a.s. des namiddags te
3 uur zal de plechtige inwijding plaats hebben
van het Moederhuis der Vrouwen van Naza
reth, Huize ,JDe Tiltenberg" te Vogelenzang.
De plechtigheden zullen worden verricht door
Z. D. Exc. Mgr. Aengenent, Bisschop van
Haarlem.
Meening der Eerste Kamerleden
Aan het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer
onzake het wetsontwerp, houdende tijdelijke
maatregelen tot hulpverleening aan de melk
veehouderij is het volgende ontleend:
Eenige leden waren van oordeel, dat de nood
toestand, waarin het veehouderij- en zuivelbe
drijf zich thans bevindt, een gevolg is van het
kapitalistisch distributiestelsel, waardoor op al
lerlei gebied dagelijks groote verspilling van ar
beidskracht plaats heeft. Deze leden waren nu
van meening, dat men de oplossing zal moeten
zoeken in een groote vermindering van de bo-
terproductie, en dat men niet de zekerheid seeft,
dat bij aanneming van dit ontwerp de verleende
steun geheel aan de boeren ten goede zal ko
men. Ook waren zij van oordeel, dat de be
voegdheid, hier aan de regeering gegeven, te
groot is.
Andere leden meenden zich ernstig te moe
ten verzetten tegen een verhooging van de mar-
garineprijzen. Dat ingevolge het amendement-
Boon een hoeveelheid goedkoope margarine zal
worden gedistribueerd, kan naar hun meening
den last voor het gezin van den minderen stand
niet noemenswaard verlichten. De allerarmsten
zijn niet diegenen, die zich het eerst aanmel
den voor een bon.
Weer andere leden meenden de vraag te moe
ten stellen of de Regeering ernaar zal streven
om door verschillende middelen, als daar zijn
versobering van den Staatsdienst, verlaging van
den kostprijs van fabrikaten en producten, ver
mindering van pachten, kortom door inperking
van uitgaven op elk gebied, het leven goedkoo-
per te maken, dan wel of zü heil zoekt in een
incidenteele steunpolitiek voor allerlei bedreigde
industrieele en landbouwproducten.
Vele leden konden zich met het wetsontwerp
vereenigen; zij erkenden de onvermijdelijkheid
ervan.
De loting ter bepaling van den ingeschre
vene, die in elke gemeente of in elke groep van
gemeenten het eerst in aanmerking omt om
tot gewoon dienstplichtige te worden bestemd,
geschiedt in het openbaar voor de lichting
1934 op Vrijdag 17 Juni om 14 uur, te 's-Gra-
venhage, In de „Weeskamer", Binnenhof 8.
De loting geschiedt uit een getal genummer
de biljetten, overeenkomende met het getal der
personen, vermeld in het alphabetische register
der gemeente Amsterdam, van de lichting 1931.
De Kerk heeft het initiatief genomen,
om een begin te maken aan het beëindigen
van crisis en malaise.
Paus en Bisschoppen hebben de katho
lieken verzocht, deze week bijzonder te hei
ligen door gebed en boete, om van God
verkorting te krijgen van dezen tijd van
ellende.
Maar vergeten mag niet worden, dat deze
week niet alleen een smeeken beteekent om
beëindiging van de crisis, maar tevens een
eerherstel inhoudt voor de versmading,
waarmede de wereld, waarvan we allen een
onderdeel zijn, Gods grootheid en goedheid
heeft bejegend.
In den eersten brief van St. Jan lezen
we: „Wie niet liefheeft kent God niet, want
God is de Liefde."
Mag en moet dit woord niet bizonder
worden toegepast op onze tegenwoordige sa
menleving?
De huidige toestand in de wereld gelijkt
op een chaos: wat de natuur schijnt te
eischen. kan door de menschelijke samenle
ving niet meer worden geboden; talloos vele
werkwilligen loopen werkloos rond; de
vrucht van nijvere levens wordt in enkele
dagen tot puin en gruis geslagen; hetgeen
tot nu toe als een zegen van den hemel
beschouwd werd, een vruchtbare oogst, is
voor een deel der samenleving een aanlei
ding tot verarming.
Bij alle controversen en meeningsver-
schillen over de oorzaken dezer crisis en
over de middelen tot beëindiging er van,
wijst de Kerk op de eerste plaats op de
deugd van liefde naar den geest van Chris
tus
Het missen van deze deugd is de grond
oorzaak, het beoefenen van deze deugd is
het groote, beginnende middel tot herstel
van alle nooden.
De wereld wil God niet kennen: weten
schap en techniek hebben God buiten ge
sloten. De groote uitvindingen waren louter
het resultaat van stoffelijk vermogen; heel
het wereldgebeuren moest mechanisch-ma-
terialistisch verklaard worden.
Ik weet het wel, dat nu een andere, meer
spiritueele wind waait door de kringen van
de groote wetenschap, maar we leven in een
tijd, waarin tot de massa is afgedaald de
dwaling van enkele professoren uit het na
bije verleden.
En zoo is de samenleving er een, die
steunt op de materie; alles wat des geestes
is moest worden uitgebannen; alles is stof
en niets dan stof.
Maar een wereld van enkel stof is een
wereld zonder God en zoo is men gekomen
tot een stoffelijke volkshuishouding zon
der zedelijke ordening, tot een handel zon
der deugd van rechtvaardigheid, tot een
huwelijk zonder zedelijkheid, tot een gezag
in het gezin, dat genot en geen plicht
meer kent; tot een vrijheid, die losbandig
heid genoemd moet worden; in het kort:
tot een levensopvatting zonder moraal, tot
een sociale verhouding, die gebroken heeft
met de eeuwige wijsheid van het Evangelie.
Zoo heeft de wereld God uitgeschakeld,
zoo had zij de kennis van God verloren,
maar daarmede heeft zij tevens verloren de
grootste Godsgave: de liefde.
Want wat de wereld nog liefde noemt,
is zelfzucht en eigenbaat.
Wat de wereld liefde noemt, is maar al te
vaak anderen vertrappen, om zelf beter té
worden.
Wat de wereld liefde noemt, uit zich in
n (Slot).
'niei?et door !f ging van de Lager Onder-
te li?1?® teeli ?n Heer Suring alleen een
Hitvnehten om den Partijraad in
Dal? en u ,de Hoofdpunten van dit
stefd a ':onrier?u Brljke wetsontwerp.
OpheiJHH .mt „H Hem vragen worden ge-
ander punt nadere
?tne, V( :«eden w f gGn' ,maar werd alle
ntoeiaa gleden. Het zou door mij ook als
wanneer Jen onjuist bestreden ziin
&r'n had voorgesteld!
05r°ken. ilne Je raad zou hebben uitge-
tev. de- lnf naar zijn meening over een
&?est4d w^rH? inrvde Kamer zou moe"
Hein me de vriihew Ware 'n strijd ge"
f X\arn 8n ona^hankelijk-
ls®n, H- ae'mot??;tonf1 de zaak gis-
jHg w;,s H t af„.° utrecht in behande-
d van Pach ?e,men in de Eerste Ka-
8* da' ?sKathoTielWas geschied, en wel
tsonte-erp hadden se.nat°ren t'gen dit
the r ln den Pnrf? gesternd. De kiezers
Ske????«»en ft?ad HiJeen, waren
Taan Y-' i te kennen om daarover hun
Uit rti ec- ook da? n iel geven- De Partij-
zoo belamtrilte ath°neke sena-
gJke Pachtwet in de
De critiek van de andere groep kan
evenmin worden aanvaard.
Ongetwijfeld, principieel, in abstracto,
behoort openlijke godslastering strafbaar te
worden gesteld, niet omdat zij menschelijke
gevoelens krenkt, doch omdat zij den aan
God ook in het openbare leven verschuldig-
den eerbied aantast, doch praktisch, in con-
creto, is strafbaarstelling op dezen grond
niet mogelijk.
Wat is het geval?
De openlijke eerbied door en in den staat
aan God verschuldigd, wordt niet alleen
aangetast door smalende godslastering,
doch door iedere openlijke godslastering;
ja zelfs zal in de meeste gevallen een rustig,
wetenschappelijk gehouden anti-godsdien
stig betoog veel schadelijker kunnen wer
ken dan een smalende, grove beleedigende
godslastering dit vermag te doen.
De overheid, die op laatstgenoemden
rechtsgrond de strafbaarstelling zou basee
ren, doch de strafbaarheid tevens zou be
perken tot de smalende openlijke godslas
tering zou hinken op twee gedachten en
niet consequent handelen.
Strafbaarstelling van iedere openlijke
godslastering is in een land met een ge
mengd godsdienstige bevolking niet te ver
wezenlijken, terwijl zij inderdaad met het
begrip godsdienstvrijheid, gelijk dit ten on
zent historisch is gegroeid en wordt be
grepen, in strijd zou komen.
Het moge te betreuren zijn, doch onder
de feitelijke omstandigheden en verhou
dingen, waarin wij leven, was het (wilde een
verwijt van te hinken op twee gedachten
worden ontgaan en een logisch opgebouwde
en welgefundeerde strafbepaling worden
verkregen), niet anders mogelijk, dan voor
de strafbaarstelling van de openlijke sma
lende godslastering als rechtsgrond te aan
vaarden de hierin gelegen ernstige kren
king van godsdienstige gevoelens. En dat
de katholiek in het openbaar staatkundig
leven rekening blijkt te houden met de
feitelijke omstandigheden en verhoudingen
en niet meer mag verlangen dan in ver
band hiermede kan worden geëischt, is in
menige Encycliek door de Pausen geleerd.
In populaire verhandelingen is de op
merking gemaakt, dat het geen pas geeft,
dat wel beleedigingen den mensch aange
daan, worden gestraft, doch niet beleedi
gingen, welke tegen God zijn gericht. Men
zij hiermede voorzichtig. Het straffen van
beleedigingen tegen God behoort niet tot
het gebied der wereldlijke overheid. God
wordt dagelijks millioenen malen belee-
digd, zoowel door uiterlijke gedragingen
als door inwendige gedachten of begeer
ten. Een overheid die dit alles strafbaar
zou willen stellen, zou de grenzen, aan hare
bevoegdheid gesteld, in ernstige mate over
schrijden.
De overheid straft een daad niet omdat
zij in zich zedelijk slecht, „zonde", is, doch
omdat zij ordeverstorend werkt, voor het
algemeen welzijn schadelijk is. Door het
betoog: „is beleediging van den mensch
strafbaar, dan behoort een beleediging
van God dit zeer zeker te zijn" wordt het
probleem derhalve niet opgelost.
Openlijke godslastering behoort niet
strafbaar te worden gesteld omdat zij naar
de meening der moraal-theologen de aller
zwaarste zonde is, doch omdat zij in de
hoogste mate orde-verstorend werkt en
schadelijk is voor het algemeen welzijn,
zulks om die redenen, wijl zij aantast 1.
den openlijken eejbied door en in den staat
aan God verschuldigd; 2. het fundament
waarop het gezag is gevestigd en waaraan
dit zijn kracht ontleent; 3. de godsdienstige
gevoelens der bevolking.
De openlijke eerbied aan God verschul
digd, en de grondslagen van het gezag wor
den aangetast door iedere openlijke gods
lastering, de godsdienstige gevoelens daar
entegen worden dieper en ernstiger ge
kwetst, naarmate de vorm, waarin de open
lijke godslastering is gekleed, aanstoote
lij ker is. ook hieruit blijkt, dat terecht,
waar niet iedere openlijke godslastering
strafbaar kon worden gesteld en deze moest
worden beperkt tot de smalende, als rechts
grond voor de strafbaarstelling werd ge
nomen de krenking van godsdienstige ge
voelens.
Met bovenstaande zijn niet alle moeilijke
kwesties en vragen, deze materie betref
fende, besproken; het zou evenwel te ver
voeren op deze dieper in te gaan.
Hoofdzaak is, dat ik heb willen trachten
aan te toonen, dat de nieuwe strafbepaling
niet alleen voor de katholieken alleszins
aanvaardbaar is en beantwoordt aan het
geen in concreto (niet in abstracto)
redelijkerwijze door hen kon worden ver
langd, doch ook dat de Minister er in is
geslaagd op buitengewoon scherpzinnige
wijze een oplossing te vinden in een vraag
stuk, dat door velen voor onoplosbaar werd
gehouden. Van de praktische toepassing
der bepaling moge men al geen te hooge
verwachtingen koesteren, het feit blijft
bestaan, dat in ons strafwetboek niet meer
tevergeefs naar een strafbepaling tegen
ergerlijke openlijke godslastering zal wor
den gezocht. Een overheid, die zou toela
ten, dat smalende godslasteringen straffe
loos openlijk worüen geuit, zou in de oogen
van het geloovig deel der bevolking zich
schuldig maken aan ernstig plichtsverzuim
en haar autoriteit verzwakken.
De regeering en speciaal Minister Donner
heeft met dit ontwerp een daad gesteld
van groote beteekenis; aan de vele argu
menten die er voor pleiten, dat Nederland
nog steeds behoort te worden aangemerkt
als een christelijke staat, is een zeer waar
devol toegevoegd; openlijk is erkend, dat
de overheid de burgers tegen al te diep
gaande krenking hunner godsdienstige ge
voelens behoort te beschermen, alsmede
dat ook naar de meening der overheid de
smalende godslastering de ergerlijkste kren
king voor het godsdienstig gevoel is. Dit
is een feit van niet te onderschatten be
teekenis.
Mr. Dr. F. A. BIJVOET..
een handel, waar men elkander dood con
curreert, in het moderne huwelijk, waar
liefde, die slechts voldoening van eigen
hartstochten zoekt; in den klassenstrijd,
waar haat wordt gefokt; in een politiek van
baantjesjagerij en listig gekuip; in de inter
nationale verhoudingen, waar eng nationaal
belang vaak de schoonste wereldplannen in
duigen laat vallen.
Wat de wereld liefde noemen durft, het
is eigenbaat en zelfzucht, omdat de wereld
God niet wilde kennen en daarom tot
eigen schade en schande den smaak van
Goddelijke liefde vergeten kon.
Wie niet liefheeft, kent God niet, omdat
God de Liefde zelve is.
Daarom heeft Gods goedheid in gelijke
mate, waarin de harten der menschen ver
kilden, de devotie tot het liefdevolle Hart
van den Godmensch doen hernieuwen en
herleven.
Daarom wijzen Paus en Bisschoppen er
op, dat de grondslag, waarop alleen het be
ëindigen der crisis mogelijk is, de liefde is,
gemodelleerd naar de liefde van Jezus' H.
Hart.
En zie dan hier, waarin de liefde van
Jezus verschilt van de liefde der wereld.
De liefde der wereld is baatzuchtig, om
dat ze uitsluitend een zinnelijk-stoffelijk
karakter draagt de liefde van Jezus is
onbaatzuchtig, omdat ze geestelijk van
aard is.
Wanneer de reden van ons beminnen ge
legen is in aardsche aantrekkelijkheid, zoo
als in lieftalligheid, in stoffelijken rijkdom,
in wereldschen invloed, dan beloopen we
vanzelfsprekend het gevaar, de liefde voor
anderen te verkrachten tot een middel om
er zelf beter van te worden.
Maar wanneer de beweegreden van onze
liefde gelegen is in het Goddelijk gebod,
wanneer we weer in de schepselen leeren
zien de evenbeelden van God en in het
leven het Christuswoord weer tot praktijk
maken: wat gij den minste der mijnen doet,
dat doet ge aan Mij, ziet dan zal onze liefde
er een zijn, zooals Jezus te beminnen wist:
een liefde, die eigenbaat doodt; een liefde,
die in niets zich zelve zoekt; een liefde, die
de eer van God en de belangen der naasten
weet te behartigen, ook al zal het ons zelve
offers kosten.
Moge zoo door heel het katholieke volk
het octaaf van het H. Hartfeest worden
gevierd.
We zullen van dit octaaf een bid- en
boeteweek maken, om God eerherstel te ge
ven voor het groote wereldtekort in liefde,
waaraan ook wij schuld dragen.
En zelf zullen we van deze liefdeweek het
leven mee indragen: het vaste besluit om
Jezus' liefde na te volgen; een liefde, die
niet zich zelve zoekt, maar de eer van God
en de belangen der naasten.
Zoo zullen we medewerken den grondslag
te hernieuwen, waarop alleen waar geluk
weer bloeien kan.
L.B.
Zondagmiddag heeft het Diocesaan Kruisver-
bond in het Bisdom Haarlem zijn 28ste jaarver
gadering gehouden in het Joannes Roothaan
huis te Amsterdam.
Nadat de voorzitter, de heer H. B. v. d. Sande,
de bijeenkomst met den christelijken groet had
geopend, zongen allen het Sobriëtaslied.
Het kost, aldus de voorzitter, in deze dagen
weer moeite de aandacht te vragen voor de
blauwe vaan en den strijd, die onder dat vaan
wordt gestreden, omdat er vele dingen zijn,
welke men belangrijker acht. Het belang der
drankbestrijding echter mag nooit uit het oog
worden verloren.
Medegedeeld werd, dat de heer Korthagen bij
enkele candidaatstelling is gekozen als hoofdbe
stuurslid in de vacature-Schalkwijk,
De rekening en verantwoording van den pen
ningmeester, loopende over bedrag aan inkom
sten en uitgaven van 2072, werd goedgekeurd.
Aan het jaarverslag van den secretaris ont-
leenen wij, dat het ledental van 1438 tot 1182
en het aantal afdeelingen van 39 tot 35 ver
minderde. De geheelonthouders blijven percents
gewijze winnen.
Het verslag, dat voorts een volledig oterzicht
gaf van wat in het algemeen en in de afdee
lingen is verricht, werd goedgekeurd.
De begrooting werd op het vastgestelde be
drag van 1600 vastgesteld.
Vervolgens werden de verslagen der commis
sies uitgebracht en goedgekeurd.
Bij de gelegenheid tot het stellen van vragen
en het doen van mededeelingen brengt de afge
vaardigde van Amsterdam-West ter sprake het
gebruik van likeurhoudende bonbons, hetgeen
z.i. niet met de principes van geheelonthouders
overeen is te brengen.
Van bestuurszijde wordt geopperd dat het wel
heel moeilijk is ten deze een gedragslijn vast te
stellen. De nieuwe drankwet is er om te ver
hinderen, dat artikelen verkocht worden buiten
verguningszaken, welke meer alcohol inhouden
dan een zeker percentage.
Men kan er toch wel op vertrouwen, dat echte
geheelonthouders weigeren zulke lekkernijen te
gebruiken, waarvan men weet, dat ze alcohol
houdende bestanddeelen bevatten.
De Rotterdamsche afdeeling St. Laurentius
brengt onder de aandacht van het H.B. dat er
nog katholieke jeugdbladen zijn, waarin drank
advertenties voorkomen.
Naar aanleiding daarvan ontspint zich een
discussie waarin in het algemeen de houding
van de 'jeugdorganisaties ten opzichte van de
drankbestrijding wordt besproken.
Betreurd wordt dat in enkele gevallen geen
rekening daarmee wordt gehouden en dat nog
in enkele lokaliteiten voor het jeugdwerk drank
wordt geschonken en door sommige jeugdver-
eenigingen excursies naar brouwerijen worden
ondernomen.
Op voorstel van Den Haag wordt besloten er
bij de legerautoriteiten op aan te dringen
drankmisbruik door militairen, o.a. in de can-
tines, tegen te gaan.
Het voorstel van het H.B. om het huishoude
lijk reglement aan te vullen, wordt aangenomen.
Db aanvulling zal bestaan uit de volgende be-
palingen: Leden-geheelonthouders verplichten
zich tot onthouding van alle alcoholische dran
ken. Leden-afschaffers mogen alleen bier of
f?Ulken- Zi' maken van deze dranken
geen gebruik uitsluitend om het drankgebruik
lichten zich in het gebruik daarvan op-
ailend matig te zijn. Zij mogen geen alcoho-
uscne dranken gebruiken op vergaderingen of
h1 ,een'gerlei wijze van bijeenkomst van drank
bestrijders, of op openbare vergaderingen van
socialen of politieken aard. Zij mogen in den
voormiddag geen alcoholisehen drank gebruiken
en ook geen opwekkenden drank nemen voor den
maaltijd. Zij moeten, wanneer zij gebruik ma-
Ter jongste Partijraadsvergadering heeft
Prof. Aalberse in zijn sobere „mededeelin
gen" een goedig, vaderlijk woordje gespro
ken, dat een goede plaats behoort te vinden.
En wij zouden niet kunnen zeggen, wat
men in gemoede méér en beter van hem
had mogen verwachten.
Een onzer Katholieke bladen schijnt van
'n andere opinie te zijn, waar het schrijft:
„Wij zullen niet verhelen, dat wij, in de
zen tijd meer hadden verwacht van deze
politieke speech. Van belang zijn de vra
gen: wat deed de fractie om den nood van.
de massa te lenigen, en van nog meer be
lang: welke lessen heeft zij uit den econo-
mischen chaos getrokken en wat denkt zij
in de toekomst te doen.
De „preek" het „vaderlijke woord", ge
lijk het genoemd is, is goed bedoeld, doch
het is onvoldoende.
Het is al meer gezegd, dat 'n mensch, die
in ellende verkeert, niet in de beste stem
ming is om zich met hooger dingen bezig
te houden, om te gaan zitten mediteeren
over de zonden der wereld, waaraan hij
zich niet of althans slechts in zc„- beperk
te mate schuldig weet...."
„Hiermede heeft de fractieleider niet of
zeer onvoldoende rekening gehouden. Zijn
rede miste elk perspectief.
Wij geven graag toe dat 't 'n lang niet
gemakkelijke taak is, thans toekomstplan
nen plannen voor de naaste toekomst,
wel te verstaan te maken, maar van den
leider der groote fractie mag men toch wel
vooruitzien verwachten.
De Staatspartij kan straks moeilijk alleen
met vaderlijke woorden den strijd tegemoet
gaan!"
Nog een ander Katholiek blad maakt ia
it verband gewag van
„maatregelen, welke tevens een maatschap
pelijke reconstructie inluiden, een meer
planmatige crisispolitiek."
Wat in de derde alinea van het eerste ci
taat gezegd wordt, is pijnlijk-waar, en
telkens, als we deze waarheid overwegen,
krijgen wij méér medelijden met de velen,
die geheel buiten hun schuld moeten ont
beren „een zekeren welstand", waarvan St.
Thomas gewaagde....
Maar des te zwaarder rust op hen, die het
volk voorlichten moeten, dan ook de plicht,
den maatschappelij k-zwakke niet nog zwak
ker, niet nog armer te maken, door zijn
berusting in gevaar te brengen, door te
suggereeren, dat onze knappe koppen méér
over zijn leed moesten nadenken en tot
leniging van zijn nood nu en in de toe
komst betere maatregelen moesten uit
vinden en doen functionneeren.
Wij vragen in gemoede: wat had onze
eene collega méér verwacht van Prof. Aal-
berse's politieke speech?
Bleef onze Kamerfractie in gebreke, waar
zij den nood van de massa kon lenigen? Zou
onze collega kunnen zeggen, wélke lessen
precies onze fractie uit den ekonomischen
chaos heeft moeten trekken en wat zij in
de toekomst zal moeten doen? Welk ander
perspectief had de voorzitter in zijn speech,
kunnen openen dan hij geopend heeft?
Wat had de leider der groote fractie moö-
ten vooruitzien?
En die andere collega:
Wat bedoelt deze toch, wanneer hij her
haaldelijk schermt met „planmatige crisis-
politiek"?
Laten wij in dezen tijd toch voorzichtig
zijn met oratorische vaagheden.
Zij wekken zoo lichtelijk verwachtingen,
die niet verwezenlijkt kunnen worden.
En ook voor degenen onder ons, die haar
neerschrijven, zijn zij niet zonder gevaar.
't Kan immers gebeuren, dat dezulken,
die in de krant zoo gemakkelijk kritiseeren
en voor allerlei moeilijkheden allerlei op
lossingen zien, eenmaal geroepen worden
om in het parlement hun kunsten te toonen,
en dan moeten erkennen, dat de kritiek
in de krant wel gemakkelijk, maar de kunst
in het parlement heel moeilijk is.
En zoo'n erkenning is nooit prettig!
ken van bier of wijn, zich bepalen tot een enkel
glas.
Een amendement-Amsterdam-West om de ge
heelonthouders ook te verplichten het gebruik
van genotmiddelen, welke alcohol bevatten na te
laten, wordt op hiervoor aangegeven gronden
verworpen met 513 stemmen tegen 108 voor en
70 blanco.
De heer Tieke, Hoorn, houdt een pleidooi om
de gereorganiseerde jeugdbeweging sterk te hou
den en sterk te maken.
In de nieuwe Jeugdbeweging moet het Kruis-
verbond zijn plaats hebben, een plaats die de
drankbestrijding toekomt.
Ten aanzien van de verschillende afdeelings-
voorstellen wordt overeenkomstig het Drae-ad-
vies in het H.B. besloten.
«J? ^dspHe Regeering heeft het initiatief
gentMnen tot bijeenroeping van een conferentie
De bespreking van het gevaar hetwelk draigt
door een verbreiding van coloradokever en aan
de midelen om het gevaar te bestrijden.
Deze conferentie zal 6 Juni a.s. te Parijs
bijeenkomen. De Nederlandsche Regeering zal
ter conferentie worden vertegenwoordigd door
de heeren Hooft, van het departement van
Buitenlandsche Zaken, ir. Bontinio. van het
departement van Economische Zaken en Ar
beid; ir. van Poeteren, hoofd van den Neder-
landschên Plantenziektenkundigen Dienst, als
mede door den landbouwconsulent te Parijs,
ir. Sevenster.
Zaterdag herdacht burgemeester A. de Klerk
onder groote belangstelling zijn 25-jarig ambts
jubileum als burgemeester van St. Maarten.
Vele corporaties boden den jubileerenden bur
gemeester stoffelijke blijken van waardeering
&EIX1«