beroemd rekenkunstenaar I £»®faeimzuimige "«f&J d<£ Maurits Frankl gestorven DE VIJANDEN VAN HET BIJE RADIO-PROGRAM HET BRUGGETJE OVER DE SLOOT AIL f won by levenslange geheelo ongeschiktheid tot werkendoor f 7*\(i by feuilleton Lmtforth bestf de at> ig k«*s e °"V A 01 te Sr lfera.5 V iEN °V; De moeilijkste rekensommen wist hij reeds als vijfjarig kind op te lossen Buitengewoon begaafd Een jager savontuur I Dinsdag 7 Juni De Echo VERHAAL VAN DEN DAG Hoe onbeschaafden tellen A ANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN. GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL n. -Fdward DaSrvro™6"115 bU)ken' prek °j, rend en zll.j bel^' :ten UlSt - eV^ vr"11, de •md, ge» tot ber?^^} arr"enhuis te Budapest is de eens zoo Ziin Rn7 fekenkunstenaar Mauritz Frankl, in leden s levensjaar, na een lang lijden over- Mm!VabeIachtlge lo°Pbaan, gevolgd door een roern lngen val vanaf het toppunt van zijn fits svWerd door den dood afgesloten. Mau- armen i dle ver8eten en verlaten in het eehjn a?' zi-'n °°£en voor immer sloot, was een n°3 in de gouden vóóroorlogsjaren gevierd man, minstens even beroemd en Beluk rIals tegenwoordig de filmsterren. Het Vloeien h' reeds in kinderjaren in over ly^ mate zijn deel was, bleef hem echter a]ies trouw. Het ontnam hem van lieverlede niet 'v^',at het hem eerst zoo gemakkelijk en z!n„ handen geschonken had. Zijn verba- dere u begaafdheid, die op een bijzon- Voor e®c™kklnB van zijn kolossaal geheugen der 5 aI!en berustte, verdween in den loop ten<*evrun vclkomen- Zijn rijkdommen had hij Verlore Van onSelukkige speculaties totaal voor po' En zo° was den man' dle als kind gischp i'"1 Wereldwonder had gegolden, een tra- «vensavond beschoren. kleormn^3 Frankl was als de zoon van een arm bad zü baasje te FUnfkirchen geboren. Hij toen de vPdc levensjaar nog niet voleindigd, dat zijn leermaker tct de ontdeking kwam, in enkel Z00n' niet lezen of schrijven kon, bereken;6 seconden de meest gecompliceerde kwam tnf86? ult het hoofd kon maken. Hij rekenint? ervaring bij het optellen van lang von h' Z^n zoon Baf hem de eindcijfers Pier eerepj^J16 man zeIf de optelling op pa- jaar oud Tcen de klelne Frankl zes «n hoofft WES' bereikte zijn begaafdheid zulk buitenepL. dat de kleermaker besloot uit de Vo°r dezpn116 rekentalenten van zijn zoon. te maken zoowel als voor hem zelf kapitaal En Budapest 1tfad ^aurits Frankl, het eerst te óngewoon0 Woaderkind op. Hij had een bui- tici van succes- Een groot aantal mathema- w°onden nfam' 016 deze eerste séance bij- bind 'en verklaren, dat het zesjarige oijfers, ma '^vuldigscmmen met tien en tw&alf gekken en, 'fn' vierkant en kubiek wortel- bülpmiddei veel minder tijd zonder eenig *°uten uitrpk8eheel uit bet hoofd en zonder *er\ die bu^enen. kon' dan deze seleerde hee ndrongen en zoo ontving de jonge knaap een uitnood! ging voor keizer Frans Joseph zijn kunst te demonstreeren. De keizer cntving hem in tegenwoordigheid van de keizerin en eenige hoofdofficieren. Een generaal gaf hem de vraagstukken op. Een dezer vraagstukken betrof de vraag hoeveel soldij jaarlijks aan het gezamenlijk aantal manschappen van het le ger betaald werd, waarbij natuurlijk het aan tal manschappen en de gages per dag bekend gesteld was. Maurits was in W/ seconde met zijn antwoord klaar. Nu vergeleek de generaal het getal van den jongen rekenkunstenaar met zijn eigen cijfers, die van te voren waren ge reed gemaakt, en het scheen, dat Maurits Frankl een fout had gemaakt, want zijn uit komst was iets lager dan het bedrag van den generaal Nu kwam het uit, dat Maurits juist gerekend had, maar dat men had vergeten hem te zeggen, dat de manschappen op 's keizers verjaardag één dag extra tractement ontvingen. Reeds lang voor het uitbreken van den we reldoorlog verbleekte de roem van Maurits Frankl. Zijn kunst trok niet meer en ook begon hü van lieverlede zijn rekentalent te verliezen. Hij probeerde het met verschillen de bercepen, zonder er bij een te kunnen blij ven. Zijn rijdommen verdwenen nog sneller dan hü ze verworven had. In 1930 was hij gedwongen zich in het stadsarmenasyl te la ten opnemen, waar hij thans is overleden. Pctlootj -uuq m e berekeningen op papier met aIels. jn met behulp van logarithmen- pfoemd. tt^ e j«en was Maurits wereld levens 2yn p ondernam met zijn vader, die aet bmtenl mpressario was, een tournée door ^erlUn, ea behaalde in Parijs, Londen, k5eeS hy do u k etc- Broot succes- Daarna tneater-agem* '«middeling van buiten'andsche bem avond aPPen engagementen, dle opleverden ai avc>nd deze'.fde hooge gages vihgen. de grootste operazangers ont- r°eP Was tot het Weensche hof door- Borne, een Amerikaansche jager van buiten gewone grootte en lichaamskracht, was eens toen hij door eenige Indianen achtervolgd was. in een rotsspleet gevallen en had zijn geweer gebroken. Hij was echter voor het oogenblik van gevaar gered en besloot te blijven waar hij was, tot zij hun zoeken zouden opgeven. Toen hü zijn schuilplaats onderzocht, bevond hij dat het een natuur'ijk hol was, dat geen anderen ingang had dan de spleet of opening waardoor hij gevallen was. Hij bedankte de Voorzienigheid voor deze gelukkige ontdekking daar hij nu in het vervolg een veilige plaats had om zijn huiden en provisie te verbergen, maar een oogenblik later bemerkte hij, dat het hoi reeds bewoond was. In een hoek zaten twee jaguars, die zijn bewegingen met glinsterende oogen volgden. Een enkele blik zeide hem dat het jongen waren, maar een razend-makende gedachte schoot door zijn brein; het wijfje was uit, waarschijnlijk niet ver; zij kon elk oogenblik terugkeeren en hij had geen wapens dan zijn mes en den loop van zijn gebroken geweer. Terwij! hi) over zijn gevaarlijken toestand na dacht, hoorde hij een gebrul. Hij rolde een los rotsblok naar den ingang, en bevestigde dit zoo hecht als hij kon met andere steenen, stak zijn mes op den geweerloop en wachtte kalm het einde af. Een minuut ging voorbij toen plotseling een geweldige jaguar tegen het rotsblok sprong, en Borne had al zijn reuzenkracht noodig om te voorkomen dat dit toegaf. Bemerkend dat kracht den doorgang niet kon openen, begon het beest te krabben en te graven bij den in gang, en haar vreeselijk gebrul werd beant- doord door de welpen, die zich op Borne wier pen. Hij wierp ze terug, maar niet zonder eenige leelijke schrammen opgeloopen te hebben, en het lemmet van zijn mes tusschen de stee- nimimiiiiiiiiii IIIIIINIIIIIIIIIIIII De verwachting is gespannen Wat de zomermaand ons brengt; Zomerzon of regenbuien Of wat door elkaar gemengd? I Hoe het zijn zal is onzeker, Dus voorspellen is naïef. Ook de Bildt spreekt steeds va 1 „kansen" I Maar is nimmer positief! Maar toch levert de maand Juni Als het meest voldongen feit, Ons weer fijne jonge groenten I Van de beste kwaliteit! En asperges en de aardbei En wat ieder gaarne mag: Nieuwe haring, nieuwe piepers En den allerlang sten dag! Ook examensmaar dit laatste Dient meer tot getuigenis 1 Dat een zomermaand ten slotte Nimmer zonderschaduw is! MARTIN BERDEN 1 (Nadruk verboden 1 iiiiiiiiinniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiitiiiiiiitiiitiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiij^ nen door stekend, brak het ai in den schouder van den jaguar, die brullend wegsprong. Deze pauze was Borne'e geluk, daar zijn krachten uitgeput waren. Hij maakte gebruik van dezen tijd, door de hinderpalen, in geval van aanval te vermeerderen; bedenkend dat het gemauw der welpen de moeder hierheen zou trekken en haar woedend maken, sloeg hij hun den kop in met zijn geweerloop. Gedurende twee uren kon hy uitrusten van zijn inspan ning en hy begon te denken dat het beest verschrokken was, toen een nieuwe vreeseiyke sprong tegen het rotsblok het eenige duimen in het hol drong. Een uur lang worstelde hij, totdat de jaguar vermoeid en het gemauw harer welpen niet meer hoorend, met huive ringwekkend gehuil aftrak. De nacht kwam en Boine begon te wan hopen. Er was geen sprake van het hol te ver laten, want het wi'de beest wachtte ongetwy- feld op hem; en toch: blijven was eveneens gevaariyk, want het lange wachten en de voortdurende inspanning drukten zijn oogleden. Hy besloot te blüven waar hij was en na een uur gewerkt te hebben aan de versterking van den ingang, legde hij zich te slapen, met den geweerloop naast zich, voor het geval van een nieuwen aanval. Hij had ongeveer drie of vier uur geslapen, toen hij gewekt werd door een geluid dicht bij zijn hoofd. De maan scheen en schoot haar stralen door de rotsspleten in de versperring. Een voorgevoel van gevaar liet Borne niet meer met rust; hy wachtte met groote vrees, toen hy bemerkte dat eenige kleinere steenen. die hij rondom het rotsblok geplaatst had, naar hem toerolden, en dat de stralen der maan. die in het hol stroomden nu en dan verduis terd werden door een er tusschen geplaats lichaam. Het was de jaguaar, die de rots on dermijnde. De eene steen na de andere gaf toe. Borne stond op, greep zijn geweerloop en besloot den aanval van het beest af te wach ten. In een of twee seconden rolde de zware steen eenige voeten het hol in; de jaguar bracht haar kop vooruit, dan haar schouders en ten slotte bracht een sprong haar op vyf voet af stand van Borne, die op dit kritieke oogenblik al zijn krachten verzamelde voor een bes'is- senden slag en haar schedel tot gruis sloeg. HUIZEN. 1875 M. Uitsluitend KRO-uitzen- tjljjg. 8.009.15 en 10.00 Gramofoonpl. 11.30 Godsd. Halfuurtje 12.15 Trioconcert 1,45 Gramofoonpl. 2.00 Vrouwenuurtjé 3.00 Modecursus 4.00 Het Paul Godwin-orkest 5.00 O-kestconcert. 6.00 Onderwijs Bin nenvaart. 6.30 Orkestconcert. 7.10 Lezing 7,45 Causerie 8,00 Orkest-concert m. m. v. piano-solist, ca. 9.15 Vaz Dias. 11.00—12.00 Gramofoonplaten. HILVERSUM. 296 M. Uitsluitend AVRO- uitzending. 8.00 Gramofoonpl. 1000 Mor genwijding. 10.15 Gramofoonplaten 10.30 Mevr. S. Loopuit-Roeper (piano) en Henri Tibbe (viool); 1100 Kookpraatje 11.30 Vervolg concert. 12.002.15 AVRO-kleinor- kest o.l. v. Nico Treep en gramofoonplaten. 2.30 Gramofoonpl. 300 Knipcursus 4.00 Fiano-recital door D. Schipper. 4-30 Radio- kinderkoorzang. 5.00 Gramofoonpl. 515 AVRO-kamerorkest. 7.00 Cyclus Moderne Fransche Kamermuziek. 7-30 Een reis naar Griekenland. 800 Gevarieerd programma. Kovacs Lajos en zijn orkest. 10.45 Vaz Dias 11.001200 Gramofoonplaten. DAVENTRY, 1554 M. 12.20 Orgelconcert Reg. Foort. 1.20 Leonardo's Piccadilly Ho tel-orkest. 4.50 Grosvenor House-orkest o.l- v. J. Meeus. 5.25 Kinderuur. 6,50 Piano recital 7-40 Radio-Militair-orkest. 9-40 Koor- en orkestconcert. Radio-koor en BEC- orkest o.l. v. J. Lewis o.a. Lochinvarr, Haydn Wood 10.5012.20 Bertini en zijn band. Dansmuziek. PARIJS „RADIO-PARIS" 1725 M. 8.05 en 12.50 Gramofoonpl. 8-20 Radio-tooneel.: Let- tre d'une inconnue", van Stefan Zwelg. 9.05 Gramofoonpl. o.a. Fragm. uit „Rigoletto", Ver di en uit ..Aida", Verdi. KALUNDBORG, 1153 M. 12.20—2.20 Con cert uit Hotel Angleterre. 3 20—5.20 C. Ry- dahls Orkest m. m. v. H. Bagger, zang en V. Fischer (piano). 8.20 „MUe Frelon", operette in 1 acte met muziek van Offenbach. Dirigent: Reesen. 9.35 Piano-recital door Folmer Jen sen en Ove Peters, oa. Scherzo, Saint-Saens. 10.20 Zang door Adèle Weine m. m.v. plano 10.40 Moderne muziek door Omroeporkest o.l. v. Reesen. o.a. Uit „Le Tricome", de Falla. LANGENBERG, 473 M. 7.25—8.20 Concert uit Bad Salzuflen. 11.40—12.20 Gramofoonpl. 1.20—2.50 Concert o.l. v. Wolf. 5.20635 Concert o.l.v. Wolf, m.m.v. O. Wetzel (piano). 8.10 Dansmuziek. 9.20 Verdi-Donizetti- Mascagniconcert. Omroeporkest o.l. v. Hans Rosbaud m.m.v. E. Joseph (sopraan), o.a. uit „Freund Fritz", Mascagni. ROME. 441 M. 8.25 Gramofoonpl. 905 Concert o.a. Trio (piano-viool-cello)Turina. 9 35 „II rapido 1905", comedie van E. Grel- la. 10.05 Concert o.a. uit „Cavalleria rusti- cana", Mascagni. BRUSSEL. 508 en 338 M. 508 M.: 12.20 Gramofoonpl. 5.20 Concert o.l. v. Meulemans- 6.20 en 6.50 Gramofoonpl. 8 20 Gramofoonpl. 8.50 Concert uit Parys. Orkest o.l. v. Pierre Monteux m.m.v. Ch. Panzera (zang), M. Ma- réchal (cello) en M. Cellier (orgel), o.a. Ouv. Carneval Romain", Berlioz en ,,L'apprenti orcier", Dukas. Hierna Dansmuziek (gramo foonplaten) 338 M-: 12.20 Gramofoonpl. 5.20 Concert O.I.V. Walpot. 6.50 Gramofoonpl. 820 Con cert o.l.v. A. Meulemans, m.m.v. Jo Hekkert van Eysden (sopraan) en Frits Uyttenbogaard (piano), o.a. Rhapsodie in g kl. t„ Liszt (pia no en orkest) en uit „Lohengrin", Wagner, 103011.20 Dansmuziek (gramofoonplaten). ZEESEN. 1635 M. 7.50 „Die Geschichte des Affen Wun", hoorspel van L. Matthias. 8.80 Europeesch concert uit Parijs door orkest en solisten o.l. v. Pierre Monteux. 10.50 Be richten en tot 12.20 Concert uit Hamburg o.l. v. H. Platen. VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN RADIOGIDS Boosaardig Vader (tot huweiykscandidaat)Waarin hebt u gestudeerd? In de veeartsenykunde. Vader: Mooi, mooi, dat zal u wel goed te pas komen. In 'n vergadering werd de voorzitter her- haaldelyk door geschreeuw onderbroken. Ein- delijk werd hy ongeduldig en riep sarcastisch: .,Wie maakt daar toch dat ezelsgebalk?" „Het was maar een echo," riep een snaak uit den boezem der vergadering. 7"ocn mevrouw de Ble weer tot bewustzijn kwam stonden er buur- r°uwen om haar heen die haar troostwoorden toespraken. Dlen- avond zouden dé familieleden bij elkaar komen en bij Jaap portret een krans komen hangen. Het kleine zoontje Plet de Ble had een hooge hoed op en vond alles verschrikkelijk. Maar terwijl de familieleden rondom het portret van Jaap stonden geschaard ging plotseling een der deuren vanzelf open en zagen ze Jaap aankomen. Hl) had drie brandende kaarsjes op z'n hoofd. „Ik leef weer," riep Jaap de bijen toe en eerst wilden ze dat natuur lijk niet gelooven, maar ten slotte durfde mevrouw de Ble toch naar hem toe te gaan en zag ze dat hij echt leefde. De zon-eclips De compagnies-commandant deelde aan een sergeant mede, dat er een zon-éclips zou ko men, die hy aan de manschappen moest uit leggen. De sergeant kweet zich op de volgen de wyze van zyn opdracht: „Woensdag zal er op order van den kapi tein een zon-éclips komen. Op het exercitie veld zal de kapitein de éclips in persoon lei den. Als het regent dan komt de éclips in de gyrtmastiekzaal." Over het heele vriendeiyke dorpje lag zonne- schyn; hy glansde op de frisch-groene blaadjes der boomen, tintelde tusschen al de klelne gras sprietjes en deed de helroode pannen der daken opflikkeren van het licht. Moe, als afgemat door de zonnehitte, rezen daar de vierkante gebouwen der kapitale boer- ö'erij „Welvaart". „Eigen Hulp" stond er tegenover als een sim. pel gedoetje met kleine venstertjes en groen 3eve:fde huis- en staldeur. Er tusschen in: een sloot met veel stilstaand water, weelderig' van planten. Groot en grootsch verhief zich daar „Wel vaart". Nietig lag daar „Eigen Hulp", weg 'krui pend voor de hoogmoedige blikken van d'e over. zijde achter heeriyk frisch groen. En even vy. andig' als de gebouwen daar tegenover elkander lagen, leken ook de bewoners. Hij was een trotsche, heerschzuchtige boer, die Jan Bartels, de eigenaar van „Welvaart". Met veel praats en gebaar heerschte hy als een koning, luid z'n bevelen gevend. En als hij z'n rondgang deed op z'n weidsch gedoe, stapte hy als 'n pauw zoo fier en keek met minach tenden trots naar zyn buurman. Hy vond dat „Eigen Hulp" daar tegenover hem de grootschheid van „Welvaart" afbreuk deed, „Eigen Hulp", met z'n kleine venstertjes, waarvoor zorgvuldig gescheiden, groene gordij nen en dat ouderwetsche, eenvoudige tuintje aan de voorzij. En achter die venstertjes, achter die groene gordyntjes mokte Martin Sanders, de oude, kop. pige boer en met nyd in 't hart zag hü, hoe „Welvaart" zich meer en meer uitbreidde, hoe schuur en stallen verrezen naast de trotsche boerenwoning. „Eigen Hulp" bleef wat het was: oud, degelyk boerderytje. Tusschen beide boerderyen lag als scheiding een sloot, zonder brug. Jan Bartels en -ia-'tin Sanders haatten elkaar. Niet zoo echter Ward, de robuste boerenzoon, de toekomstige heerscher op „Welvaart" en line Sanders, het tengere, fyne meisje. Ook tus schen hen lag de sloot zonder brug. Maar 's avonds, als Ward zijn werk af had, lieji» hy om langs den grooten weg om by Tine te pra ten, die in 't hofke op de donker-groene bank zat. En als Tine hem zag komen, lichtte het mooi-teere gezichtje en de groote blauwe oogen keken blijzoo bly Hoe het gekomen was, wisten ze niet Stil, heel stil was het in de harten gegleden. En heel, heel diep zat het bü Ward en by Tine. Maar trotsch en dreigend verhief zich daar „Welvaart" en nederig lag daar tegenover het kleine boerengedoe „Eigen Hulp". En er tusschen lag de sloot zonder brug. Ward in onbesuisden jongensmoed telde het nietTine, ernstig, zorgvol meisje, peins de Toch, uitgesproken was het nooit tusschen de twee. Het was een zoele zomeravond met diep don- kerblauwen hemel en hier en daar 'n flikker lichtje van vroeg zichtbare ster. Op de groene bank zat weer Tine, tegenover haar aan een boom leunde Ward. Tine breide en boog dieper d'r hoofdje; zij voelde den warmen blik van Ward die haar van avond zoo veel te zeggen scheen „Tinei" 't Klonk zoo vreemd in de zoele stilte, zoo ze wist het zelf niet hoe, maar ze moest opzien naar z'n oogen die zoo spraken. „Tine, „Welvaart" heeft een vrouw noodig. 't Gaat daar niet langer alleen met dat mei denvolk." Tine knikte; zij bégreep. En wie anders zal die vrouw daar binnen brengen dan ik?" Ward deed een schrede naderby, tot naast haar en boog zich als beschermend over 't meisje. „Tnie, begryp je me niet, jy en ik dat zou zoo mooi zyn." O, ze begreep hem zoo goed. Hij bood haar het geluk aan, dat ze grijpen wilde, o zoo graag, maarverhief zich daar niet die kapitale hofstede „Welvaart"? Lag hier niet het kleine, onaanzienlijke boerengedoe en lag daar tusschen niet die donkere sloot zonder brug? Leefde hier achter die kleine vensters d'r vader niet, die „Welvaart" haatte? En hep in dat groote woonhuis, in die uitgestrekte stallen en schuren niet trotsch Jan Bartels rond, minachtend neer ziend op „Eigen Hulp"? Keen, 't kon niet, 't ging niet ,,'t Gaat niet, Ward," zei ze heesch en keek hem weemoedig aan. ,,'t Verschil is te groot." „Als je zooveel van my hield als ik van jou, ging 't wel,'" antwoordde hy. „Als je wist wat je zei, sprak je zoo niet," verweet ze treurig, „maar 't garf niet, heusch 'et, Ward; zoek een vrouw die beter bij je omgeving past." Toen stond ze op en ging met haar breikous vlug naar binnen. „Alsof ik ooit zoo van een andere vrouw zou kunnen houden," mompelde Ward onder 't naar huis gaan. Nu zat Tine 's avonds voortaan alleen op de donkergroene bank en „Welvaart" bleef zonder meesteres. Totdat, een paar weken daarna, op een avond dat Tine weer zat te breien, Ward kwam aan- ge'oopen, angstig en bleek. „Tinivader!" Haastig vouwde het meisje de kous samen. ,,'n Be:oerte," hygde de jonge boer, „de met den zyn als gek, kom toch helpen Tine!" „Ik kom," sprak ze bedaard en schoot naar binnen. „Wat is er?" bromde de oude Sanders, „wat moet die Ward hier?" ,3artels kreeg een beroerte, vader," zei Tine en nam een paar fleschjes uit het medicynen- kastje. „Daar heb jij niet bij noodig, begrepen?" Maar .rnstig, vastbesloten, wees Tine op haar christenplicht. Sanders moest bukken. „Ga dan maar," bromde hy barsch, „en biyt niet lang." Maar Tine bleef er wel lang helpen en ze kwam er ook verder dageiyks. Wel morde en mokte de oude Sanders nog achter de groene gordijntjes, maar het werd al minder en minder, nu hij z'n vijand daar ver slagen wist en deze niet meer zyn ronde kon doen, stappend als een pauw zoo fier. En de minachtende trots jegens „Eigen Hulp" verliet Baitels, nu hy Tine leerde kennen, die hem even goed en even geduldig verzorgde als een volleerd verpleegstertje. Toen kwam er een stevig bruggetje over de donkere sloot tusschen „Welvaart" en „Eigen Hulp". En 'n jaar later werden ze één. „Hou op, baby slaapt." Dat wilde en onbeschaafde stammen geen helden in het tellen en rekenen zyn, mag als algemeen bekend verondersteld worden Dat het daarmede zoo slecht gesteld is, ais blijkt uit hetgeen daarover wordt medegedeeld, echter zeker niet. Zoo moet het bepaald grappig zyn om aan te zien, als de bewoners van Kamschatka be proeven boven de tien te rekenen, want als zy eenmaal de vingers van hun beide handen geteld hebben, slaan zy ze dicht en dat oe- teekent tien, daarna beginnen zij aan hun teenen te tellen tot twintig, maar dan worden ze verlegen en roepen: „Matcha", hetgeen zeg gen wil, „waar moet ik meer vandaan halen?" Een Moravisch zendeling verhaalt van de Groenlanders, dat zy, bij het tellen, met groo- ten tegenzin boven de twintig gaan en door gaans aan alle getallen daar boven een naam gevep, die „ontelbaar" beteekent. Peary, de groote onderzoeker in de poolstreken vertelt van sommige stammen der Eskimo's, dat zij er hunne vingers by noodig hebben om tot drie te tellen en zich doorgaans reeds vergissen, voordat zij aan de zeven zyn Verscheidene Zuid-Afrlkaansche stammen hebben niet meer dan vier verschillende cijfers: vandaar dat zy zich moeilijk een begrip van groote getallen kunnen vormen. Humbolt deelt daarvan een aardig staaltje mede als hy ver. haalt, dat hy nooit een indiaan ontmoette, wien hy naar zyn leeftyd vroeg, of het ant woord was onverschillig „zestien" of „zestig" alsof daartusschen weinig verschil was. Dit wordt bevestigd door de volgende anec dote van een reiziger in Zuid-Amerika. Op een tocht, vergezeld van tien of twaalf indianen vroeg hy een hunner: „Zyn wy met veel?" „Ja, wy zyn met veel!" „Zyn wy ontelbaar?" „Als de indianen van dien stam",, zegt hij „wilden zeggen hoeveel gevangenen zy gemaakt hadden, konden zy net getal niet opgeven, maar teekenden eene ruimte af, en zeiden, dat er zooveel waren, als daarin staan konden." De bewoners van eenige West.lndische eilan den roepen, als een getal boven de tien is: „Zooveel als hare op myn hoofd", of: „Als het zand der zee." De Yancos, die in de nabyheid der Amazo- nenrivier wonen, hebben geen naam voor een getal boven de drie, „en dat is gelukkig voor degenen die met hen te doen hebben", zegt de reiziger, die dit vermeldt, want hun woord voor drie is: „Poe-et-far-ra-to-rin-co-a-ro-as". een woord van 10 lettergrepen. UOOnne S «rzS «oor cen der volgende uitkeerlngen I verlies van belde armen, belde beenen of belde oogen 'Dï/.- d0 een ongeval met O Cf} by verlies van een afloop een voet of een --- f S..VVB m --v -v" hand f 1 O C by verlies van een Cf} by een breuk van f A f} by verlies gevallen" verzekerd voor een der voigenue uiwjwcci.*xiB<^i MCluv ucc«c« 01 oeiae 005c» aoodeiyken afloop een voet of een oog duim of wysvinger been of arm anderen van vinger ""nnnnrnnnrnmnnnrnrnimnnnn,. ""rnmmunrrmnniniiiiiuiaBiaiun If1 brand was eenvoudig. Het huis werd fjnderweg n en de sneltrein, die anders buis in brann opbo,udt' sto?« Dus kon het d,°eI'hg deand Bestoken zyn juist met de be lichter moet t1 nu n st,PPen. De brand- bebben. Ais mt een voor zyn daad llrdaad een^Lr^er"!, -ai' mocht >- dat Charing crn?c fScotland Ya^d en vernam, ?*en vermoldde Vt nng beW8akt werd- °mdat 'eria-Bank inh'£at de duvec die bij de Vic- ïk bad al tamehfke ,,zoudcn wiUen uitwijken. 'ot ben behoort We? ddat John Dlcksee Jes den trein doeri f1dez John heeft «et- ^en misschien voor en plaats geno" doorgaand biljet .ander, die van een De streek was inriifJé >oorzien was. bet fets voor lancen t0;"1 het slim bedacht en k ultvischte, dat de En Be begrypt toen zuster van dien SchZ°UW van uw knecht een Bemakkelyk te begrijPcn Was' 'oen was de rest toSew T'1 ma' de eer van mijn r Ward en git Paar dagen hier, zu' erwinning kun nen vieren van Walker. Die heele geschiedenis wordt nu een reclame vor bem. Ik geloof u graag, antwoordde de detective, maar van uw ultnoodiging te biyven kan ik geen gebruik maken. Ik ga dien John verder VB—°Maar hij is in Frankrijk en het is immers voor onze zaak absoluut onnoodig. Zeker, doch ik heb opdracht van anderen den inbreker te helpen vatten. Nu, antwoordde Bake, laat hem dan maar oppassen, want u krygt hem natuurlyk. Dat is nog zeer twyfelachtig. O neen, zei Walker nu ook met diepe over tuiging, aan u ontsnapt hy niet, DE SPELER. Denzelfden avond nog, dat detective Ward voor James Walker de vraag had opgelost, wie zyn huis in brand stak, ,was hy in Lonaen terug Hy begaf zich naar Mr. Addick, den directeur van de Victoria-Bank, daar hy van ton nog eenige inlichtingen verlangde. Hy werd dadelijk by den directeur toegelaten en trof er een de tective van Scotland Yard. De heeren kennen elkaar natuurlyk, zeide mynheer Addick, Uw collega, mijnheer Ward was my juist komen mededeelen, dat men ver moedt, dat John Dicksee de hand in het spe. heeft. Ja zeker. En dat hij Londen nog niet verlaten heeft Lange John is al naar Frankryk overge- token. Watblief? Ik weet het zeker. John Dicksee is eergis teren met den nachttrein van Charing Cross via Dover naar Parijs gegaan. Onmogelijk, antwoordde de beambte van Scotland Yard. Het station is zoo scherp moge- iyk bewaakt. Wat den schelm niet verhinderd heeft den trein te nemen, al was het dan onderweg. De trein stopt niet. Maar hy heeft den trein doen stoppen antwoordde Ward en vertelde de geschiedenis van den brand. Te drommel, zeide de directeur, de vent staat voor niets. Maar nu hy in Frankryk en waarschyn- hjk in Parijs is, wordt het voor hem gevaar- lyker. Hy zal zich daar moeiiyker kunnen ver bergen dan in Londen, sprak de detective van den geheimen politiedienst en hy nam daarna afscheid, om rapport uit te brengen van het geen hij gehoord had. Toen hy weg was, zeide de directeur van de Bank: Ze zullen van uw ontdekking op Scot land Yard gebruik maken. Laat ze hun gang gaan. Ik hoop dat ze Dicksee in Parys vinden, maar intusschen zet ik hier mijn nasporingen voort. Die kunnen ook nog wel iets opleveren. Maar ik wilde gaarne eenige inlichtingen van u. Kent u al de num mers van de gestolen papieren? Neen, we zyn nog niet veel gevorderd. Van een deel der effecten en banknoten kennen wy maar de nummers, want de lysten zijn ook op onverklaarbare wyze verdwenen. De nummers, die wij kennen, hebben we met veel moeite hier en daar opgezocht. Onze bank bezit een filiaal te Parys en een der onzen Is er heen ge reisd om de noodige inlichtingen te geven. Ons filaal zorgt er dan voor, dat die stukken op de Parijsche Beurs niet verhandeld worden. We vermoeden dat de schurken zullen trachten ze daar te verzilveren. Prachtig! Daar is dus voor gezorgd en als er nu nog een paar dotsctives naar Parijs gaan zal Dicksee er weinig kans hebben. Maar ik moet u nogmaals de vraag stellen, of gy niet de minste verdenking koestert tegen een van uw personeel. Kyk eens, die inbraak maakt toch op my den indruk, dat een van uw beambten er in betrokken moet zyn. Onmogeiyk, mynheer Ward, of het zou een der mindere klerken moeten zijn. De beambten, die by ons aan de Bank verantwoordelijke pos ten bekleeden, zyn alle vertrouwde personen, voor een goed deel in onzen dienst vergrijsd, van wie het onmogeiyk is zoo iets te gelooven! En de mindere klerken zouden niet veei Inlichtingen hebben kunnen geven. Kunt u my een lyst verstrekken van uw personeel? Zeker. Ik heb er hier een liggen, daar ook de detective van Scotland Yard er om gevraagd heeft. Ward kreeg de lyst en ging vlug de namen na. Apropos, zeide hy, ik zie hier den naam van Edward Duiton. Is dat niet een neef van Lord Harrington? Ja, juist. Lord Harrington is een van onze voornaamste aandeelhouders en zyn neef werkt nU bij ons als volontair. Hy heeft veel kans door den invloed van zyn oom later in de di rectie van de Bank te worden opgenomen. Ah zoo, waar zou ik hem kunnen vinden? Hy is het juist, die naar Parys reisde met de nummers van de vermiste stukken. Dan kon hy toch terug zyn. Het zou kunnen, ja, maar ik heb hem niet willen haasten Hy zal allicht een paar dagen te Parys blyven. Zoo? Nu hy zou mij toch geen inlichtin gen kunnen geven. Neen, zeker niet. Helaas, de inlichtingen die ik geven kon, zijn ook van weinig waarde Wat dunkt u mijnteer Ward, zouden de stukken nog weer terecht komen? Och, mynheer Addick. daar is weinig van te zeggen. Alleen dit, de kans is dunkt my, nog tameiyk groot. Dus u wanhoopt nog niet? Weineen, maar ik zal u niet langer op houden. Ward vertrok en begaf zich dadelyk naar zyn bureau, waar hy zyn helper Parker nog aan trof. i Zeg eens, vroeg hy aan dezen, wy hadden vroeger al eens een opdracht van Lord Har- rington, niet waar? Gy hebt die zaak toen be handeld. Zeker, het was om een neef van hem na te gaan, die er wat al te royaal op insloeg en nogal schulden maakte. Ja, zoo was het. En ik geloof, dat de waarde neef zelfs een handteekening van oomlief had nagemaakt. Maar de Lord heeft betaald, de neef heeft be terschap beloofd en is weer in genade aange nomen. Heeft hy zich werkeiyk bekeerd? Ja, dat zal wel. Maar een brave Hendrik is hy nog alles behalve geworden. Hy bezocht nog al eens speelzalen en dergelyke Ah zoo. En zoudt ge my er een kunnen noemen, waar hy nog al eens komt? Jawel, in de nachtsoc'eteit in de Bond- street, waar we voor een paar maanden nog dien maker van valsch geld oppikten. OefiThalf uurkiët Ge m goed op de h00gte' ueen nan uur later was Ward op weg Hy kostte hpm id'ergelijke dichtingen en het laten weinig moeite er te worden toege- De zalen vertoonden den gewonen aanblik. Het was er tamelijk vol, er werd gespeeld en gepraat, doch de inzetten waren niet byzonder noog. De detective zag een paar lieden, die hij wel eerder gezien had. Hy nam alles en allen bedaard op en wendde zich tot een heer die naast hem stond. Niet veel animo vanavond, dunkt me zeide hy, het is hier tamelijk vervélend, if ér den laatsten tyd niet hoog gespeeld? sp^sVarrTeÏÏs Sg telr'oe? En komt Dalton nog, die won gisteren vyfhondTrd Da^neSVdeUmi^het h°°ren van dea «aam Ferft kijk daar iS h« jUist- hik wna,ngeJ°nge ^an van goed verzorgd uiter- eeniJ?He^ speelzaal binnengetreden, door enige vrienden met zacht gejuich begroet. ra, ta, mompelde Ward, zou die al terug yn van Parys. Maar dan is het, zonder dat de directeur van de Bank er iets van weet. Dat is minstens genomen verdacht. De jonge man wil hier misschien een paar dagen naar harte lust kunnen dobbelen, terwyi men meent, dat hy in Parys is. Erg degelyk voor een toe komstig bankdirecteur! Ward zette toen het gesprek met zyn buur man voort. Hy won vijfhonderd pond, vroeg hy, mis schien kwamen hem die goed te pas. Och, hy durft anders wel te verliezen. Hij heeft de laatste dagen zelfs heel wat verloren. Is hy dan zoo ryk? Hy heeft een ryken oom, dat is alles. Tv/Tw k wil eens gaan zien, hoe het loopt. Ward liet den man gaan, maar later ging hy ook naar de speeltafel en lette scherp od Er werd grof gespeeld en Edward Dalton bleek ditmaal n et gelukkig. Als het zoo doorgaat, riep hij luid, is over een half uur myn winst van gisteren weer ver dwenen. (Wordt vervolgd) •7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 7