De lucht-fotograaf en zijn werk »to ee/i Amerikaansche luitenant volbracht H DE VIJANDEN VAN HET BIJEN RADIO-PROGRAM ÈEN NIEUW BEROEP De nieuwe Haring et ZATERDAG 11 JUNI imp» Amerikaansch Luitenant Wyatt boven Amerikcts Westkust Een eerlijke driftkop HxkerTriesche Heemtbaai, maar dan HEERENBAAI 'Illinium Zondag 12 Juni Maandag 13 Juni VERHAAL VAN DEN DAG Fatale waarschuwing AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL FEUILLETON hbë; .;vv vx';.-:-- x -.v. f* y&'fo ■- x-.i.- iv.VL;...;;.-;/""; .rrfvSM'A ij^eeds tüdens den wereldoorlog is men er overgegaan, kaarten te vervaardigen van j® vijandelijke stellingen met behulp van Uchtfoto's. Deze methode had het voordeel, a' men niet slechts de eigenaardigheden van terrein, doch ook de voornaamste strate- r^he pimten van den vijand leerde kennen, het werk van den staf natuurlijk vereen- Ottdigde. Na den oorlog werden bij de groote "6gtochten naar de poolstreken en andere on- fot de gebieden der aarde -geregeld lucht- S)to's opgenomen door de ontdekkingsreizigers. treken, waarin de mensch niet verder kon °°rdringen door het pakijs of het oerwoud, erden zoodoende toch in kaart gebracht door camera en dat met een nauwkeurigheid, °°als men niet beter kan wenschen. In enkele .fen kon men een aantal luchtfoto's maken, dke de basis vormen van een kaart van zoo F°ote nauwkeurigheid, als door de beste land wet! ba ters ternauwernood kan worden verkregen Jarenlang ingespannen werk. ^..Nu is niet elke piloot in staat om zoo te j'icgen, dat er voor de karteering bruikbare bchtfoto's kunnen woTden opgenomen. Men v®emt aan, dat slechts 5 pet. van alle piloten 'ervoor de geschiktheid hebben. De toestellen v°eten n.l. voortdurend op dezelfde hoogte en ^?°rai met precies dezelfde snelheid blijven j 'cgen, zoodat de camera, die met beoaalde bsschenpoozen wordt afgedrukt, telkens een groot gebied omvat en de randen, die baar dekken, niet te breed behoeven te erden genomen. Laatstgenoemde fout kan ijCrigens nog goedgemaakt worden; zijn er hhter gapingen ontstaan, doordat het vliegtu'g snel vloog, dan is al het werk tevergeefs ®tyeest. Natuurlijk kan men slechts bij goed Ij er en bij volkomen windstilte, goede en j^bikbare foto's verkrijgen. In streken, waar J:' Weer telkens omslaat, wordt het werk van J°ot en luchtfotograaf dan ook ernstig be slijkt. jAf8ezien van den Noordpoolonderzoeker Wil- is liét verdienstelijkste werk op dit gebied j!.rr'cht door de expeditie van den Ameri- Jbftnschen luitenant Wyatt, die met drie vlieg- vlrSen en verscheidene camera's, de geheele JjCstkust der Vereenigde Staten in nauwkeurig Bedeelde étappes heeft afgevlogen en er een kaart van heeft vervaardigd, die in de geheele wereld haars gelijke niet heeft. Per dag werden 2500 vierkante kilometer afgevlogen. De came ra's met drie lenzen, die men aan boord had, konden elk uur een strook land ter lengte van 150 K.M. met een breedte van ongeveer 10 K.M. opnemen. In totaal werd op deze wijze een ge bied van 56000 vierkante kilometer afgevlogen. De onkosten die natuurlijk belangrijk waren, zijn door de schitterende resultaten der expe ditie vele malen goed gemaakt. Om te be ginnen was het een reusachtig voordeel, dat men nu kon vaststellen, waar de bosschen van Alaska het rijkst aan hout waren. Het tra- ceeren van de spoorwegen, die in den laat sten tijd in dit gebied worden aangelegd, ging, met dit materiaal voor oogen, veel beter dan te voren. Ook de scheepvaart werd er door ge baat; men heeft op de kust tal van punten ontdekt, waar vuurtorens noodig zijn. Bij een andere Amerikaansche expeditie, die zich met luchtfoto's bezighield, had de fiscus een meevallertje. Men ontdekte n.l. te midden van de uitgestrekte bosschen in den staat Connecticut, een flinke kolonie, waarvan de autoriteiten het bestaan niet kenden. Op Borneo verkreeg het Engelsche bestuur belang rijk materiaal door met behulp van vliegtuigen een tot dusver onbekend gebied in Britsch- Noord-Borneo te laten karteeren, waarin men op geen enkele wijze had kunnen doordringen. Door dergelijke voorvallen is men aan het werk van den luchtfotograaf ten behoeve van de karteering steeds meer waarde gaan toe kennen; het belang van dit werk voor de wetenschap en voor de praktijk van het leven wordt thans algemeen erkend. De naam van den graaf van Punenrostro, 'n Spaansch edelman, roept een zonderlinge ge schiedenis uit het verleden in het geheugen. Keizer Karei V was eens met een jachtmeester op jacht. De keizer was een voortreffelijk jager en zijn metgezel niet minder. Plotseling zagen zij een patrijs vlak boven hunne hoofden. Beide jagers vuurden op het zelfde oogenblik. De vogel viel en des keizers be dienden brachten den patrijs bij hun meester. Wie van ons beiden denkt gij. heeft dezen patrijs doodgeschoten? vroeg de keizer. Dat was ik, zeide de jagermeester. Je liegt, schurk! bulderde de keizer. fiiHiHnrninininiiinHfDnniiiiiiniiifniuuiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiTnflniiHtnnninniimiiiiiüuiiiiimimiiiiiniiin 1 De haring denkt: ik hen weer nieuw En op succes berekend Maar daarmee is tot mijn verdriet Mijn vonnis ook geteekend! Ik word gevangen en gekaakt, Getrokken in fileetjes fj En dien dan tot versnapering Bij veler dejeunétjes. 't Is waar, men geejt mij alle eer, Ik word genoeg geprezen, Mijn vrouw wordt echter weduwe, Mijn kinders worden weezen. 1 Zelfs hijscht men ook voor mij de vlag Op kar en etalage, I En word ik ingepakt, dan steeds In ronde emballage. De smullers krijgen doorgaans hèt I En tevens mij te pakken! Ook de gezondheidsvitamien 1 Ben ik, vooral voor zwakken. Maar al die hulde en die roem Kan mij slechts matig lokken.... Ik word bekauwd, besmekt, belikt En van de graat getrokken! e MARTIN BERDEN (Nadruk verboden) ïiTiiiiiniiniiuiiiiRminmiiMimiiniiiiiiiiiuiiiiitiiiiiiimuiiimiiiiiiiiiuuiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiuuuuiniiiimimiminmil Hij had nog niet gesproken of de jagermeester gaf hem een zoo hevigen slag in het aangezicht, dat de keizer ter aarde viel. Nadat hij weer was opgestaan, was zijn eerste beweging om zijn geweer op den vermetelen ja germeester aan te leggen en den trekker over te halen; maar het wapen was juist afgeschoten en nog niet weer geladen. Terwijl de keizer opnieuw laadde, besloot hij den jagermeester niet op de plaats dood te schieten, maar hij zond hem naar de gevangenis en gaf bevel, dat men toebereidselen zou maken tot zijn terechtstelling. Uw vergrijp is des te grooter, zeide de kei zer, omdat er nog twijfel aan bestond of gij wel inderdaad den vogel geraakt hebt. Daaromtrent kan geen twijfel bestaan, zei de de jagermeester. Wil Uwe Majesteit mij veroorloven den vogel te zien? De patrijs werd gehaald en de jagermeester toonde den keizer, dat het dier gedood was met een kogel uit zijn geweer. De keizer had den geheelen dag met hagel geschoten. De keizer gevoelde wel eenige spijt, maar toch hief hij het bevel niet op den jagermeester ter dood te brengen; op het laatste oogenblik liet hij hem evenwel voor zich brengen. Hebt ge er berouw van, dat ge mij geslagen hebt? Neen, Sire, antwoordde de jagermeester. Al had ik duizend levens te verliezen en Uwe Majesteit zou mij duizendmaal ongegrond zeg gen, dat ik loog, zou ik u duizendmaal ln het gelaat slaan (mi puno en el rostro) en duizend maal zou ik kalm naar het schavot gaan. De keizer bleef een oogenblik in nadenken verzonken. De woorden mi puno en el rostro klonken hem onaangenaam in de ooren, maar ten slotte zeide hij: Ik heb zulke mannen als gij zijt van noode. Ik wenschte wel, dat er duizend waren als gij. Leef! Voortaan heet gij Graaf van Punenrostro! 20-50 a PER ONS ECHTE FR1ESCHE zWE£acs"C, Want zoodra de eerste aanval der wespen begon rende Jaap naar hen toe en Uet z'n hoofd met angels zien. De wespen weken verschrikt terug en begonnen luidkeels te roepen toen Jaap met zijn angels begon te werpen. In enkele minuten had Jaap hen allemaal ver dreven en werd Juichend door de bijen ontvangen. ,,'t Moet maar eens uit zijn met die wespen," zei Jaap krachtig. „Wie wil helpen komt vanavond op de geheime vergadering. Ik zelf zal voorzitter zijn en het wachtwoord luidt: Flap. Maar wees voor zichtig, dat er geen vijanden binnen komen en zeg aan niemand het wachtwoord. Kom gemaskerd, dat ls veiliger en bereid Je op alles voor." Me* die woorden ging Ja«p b lllllllflIIIIIIMIIIIllllllWilllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIM HILVERSUM, 296 M. VARA 8.15 Li. chaamsoefeningen o. 1. van G. Kleerekoper 9 uur Tijdsein en postduivenberichten en voet- balmededeelingen 9.05 Tuinbouwhalfuurtje door S. S. Lantinga; „Schadelijk ongedierte in den bodem" 9.30 Orgelspel door Johan Jong VPRO. 10.30 kerkdienst uit den N. P. B. B. te Maarn; AVRO 12 uur Vacantie- gangers „attentie", G. J. Nijland: „Zwitser land, Land en Volk" 12.30 de Nieuwe Am. sterdamsche Orkestvereeniging o. 1. van Nico van der Linden, tusschenspel gramofoonmuziek 2 uur Boekenhalfuurtje door Dr. Max Tepe: „Het taaie Ongerief", v. Theo Thijssen 2.30 Gramofoonmziek 3.óó RadiotooneeLstudio- opvoering van „De Kribbebijter", blijspel in 3 bedrijven in bewerking van Willem Hunsche, door het Nederlandsch Tooneelgezelschap o. 1. van Oscar Tourniaire en Elias van Praag 4.30 Gramofoonmuziek. In de pauze Persebrich- ten (voetbal) van het Persbureau Vaz Dias te Amsterdam VARA. 5.Orgelspel door Jo han Jong (intermezzo gramofoonmuziek) 6.00 Vara-orkest o. 1. van Hugo de Groot 6.45 Frank van der Goes: „Fiiedrich von Schiller Dichter der Vrijheid 7.15 Vara-orkest 8.00 AVRO. Nieuws en Sportberichten van het Persbureau Vaz Dias pl.m. 8.15 Avro-Opera. uitzending „Der Freischütz", romantische ope ra in drie bedrijven, tekst van Friedrich Kind, muziek van Carl Maria von Weber. In de pauze causerie door W. Vogt: „De onbekende luistervink" 10.15 Gramofoonmuziek 10.30 Kovacs Lajos en zijn orkest. Tusschenspel van gramofoonmuziek. HUIZEN, 1875 M. 8.30 Morgenwijding door Ds. E. Groeneveld KRO. 9.30 Gramofoon muziek 10.00 plecfhtige Hoogmis uit het Minderbroedersklooster Alverna te Wychen; 11.45 Middenstandskwartiertje 12.00 Al- gemeene inleiding op het Nationaal Mariacon- gres door Prof. Dr. Titus Brandsma 12.20 KRO.sextet o. 1. van Piet Lustenhouwer 1.40 Godsdienstonderricht voor ouderen door D. Bont 21.0 Pater J. van Heugten S. J: „Katholiek verzet" van Anton Duinkerken 2.30 „Sint Antonius Oratorium" 4.15 Zieken- lof uit Den Bosch NCRV. 5.00 Gewijde mu ziek 5.20 Kerkdienst uit de Geref. kerk te Anjum KRO. 7.45 Theo Sonnige: „Het Evangelie en de moeders" 8.10 Voetbaluit slagen van R.K.F. 8.15 Gramofoonmuziek 8.30 Henri Eerens: „Fragment uit Gijsbrecht van Aemstel" 8.50 Gramofoonmuziek 9.00 Nieuwsberichten van Vaz Dias 9.15 Henri Eerens: Fragmenten uit Vondels „Altaarge heimenissen" 9.30 KRO.-Kunstensemble o. 1, van Piet Lustenhouwer 10.00 Intermezzo: „Een tweegesprek naar aanleiding van den luchtdienst A'damTwente 10.40 Epiloog door klein koor o. 1. van Jos. H. Pickkers. BRUSSEL, 509 M. 1.20 Gramofoonmuziek 6.50 Gramofoonmuziek 10.05 Concert door het Radio-orkest o. 1. van Karei Walpot; 10.30 vervolg concert. KALUNDBORG, 1153 M. 4.20 Concert door het Harmonieorkest 8.20 Concert door het Omroeporkest 10.30 Concert door het Om roeporkest o. 1. van Launy Gröndahl 11.20 Moderne dansmuziek. BERLIJN, 418 M. 12.30 Concert o. 1. van Georg Pilowski 2.50 Concert 4.50 Con- cert 8.20 Concert door het Omroeporkest o. 1. van Bruno Seidler Winkler. HAMBURG, 372 M. 1.20 Concert door het Noragorkest 3.05 Orgelconcert 6.50 Solis tenconcert 8.20 concert door het Noragor kest o. 1. van Jose Eibenschutz; 10.50 en 11.30 dansmuziek. LANGENBERG, 472 M. Concert o. 1. van Wolf 4.50 Militair concert 10.50 Concert o. 1. van Wolf. DAVENTRY, 1554 M. 2.35 Gramofoonmu ziek 3.20 Concert 4.35 Concert door het Radio Militair Orkest 5.50 Piano-recital 9.20 Concert. PARIJS EIFFEL, 1446 M. Concert door het Omroeporkest o. 1. van Ed. Flament 8.50 Gramofoonmuziek. PARIJS RADIO, 1725 M. 8.05 Gramofoon- muizek 1.20 idem 6.05 Gramofoonmuziek 7.05 Concert 8.50 Gramofoonmuziek 9.50 Dansmuziek. MILAAN, 331 M. 7.50 Gramofoonmuziek 8.50 Opera-uitzending, ROME, 441 M. 8.25 Gramofoonmuziek 9.05 „Grafin Mariza", operette. WEENEN, 517 M. 10.35 Dansmuziek door het Adolf Pauscher.orkest. WARSCHAU, 1411 M. 12.35 Concert 4.25 Gramofoonmuziek 8.20 Concert dooi het Philharmonie-orkest van Warschau o. 1. v. J. Oziminski 10.20 dansmuziek 11.10 idem. BEROMUNSTER, 460 M. 6.50 Gramofoon muziek 10.05 Omroeporkest. HILVERSUM, 296 M. 6.45 V.A.R.A. Li chaamsoefeningen; 7.30 idem; 8.00 Gramo foonmuziek; 9.00 Amsterdamsch Solisten Kwin tet onder leiding van Loe Cohen; 10.00 V. P. R- O. morgenwijding; V.A.R.A. 10.15 voordracht door Minny Erfmann, fragment uit „De vrouw in het Woud" door Henriette Roland van der McDougal was een jonge schrijver in New- York. Hij hield zich, zooals alle jonge schrijvers zullen begrijpen, voor buitengewoon begaafd. Maar hü stond, en dat was het, wat hem de meeste zorgen baarde, met die meening „heele- maal alleen". Hij had kort geleden een roman gepubliceerd „De Vaart naar den Dood" Een roman met zulk een titel moest, meende hij, op het publiek een bij zonderen indruk maken. Doch hierin werd hij jammerlijk teleurgesteld. En zoo ging hij, op een voormiddag, in diepe gedachten, met „De Vaart naar den Dood" netjes gebonden onder den arm in een een zame buurt van New-York wandelen. Voor hem ging een man, eenigszins gebogen van gestalte en vergrijsd van haren. De man had niets op vallends aan zich, maar McDougal liep achter hem en sloeg hem gade. Hij had zoo het gevoel alsof deze man, op een of andere wijze, invloed op zijn leven zou hebben. Dichters hebben nu eenmaal dergelijke voorgevoelens. Daar kwam een auto. De bestuurder werkte met de claxon, die waarschuwend toeterde. De oude heer ging rustig verdc#, alsof er in New- York geen auto's zijn. Er weer werd getoeterd, maar de man hoorde niets. De wagen had kunnen uitwijken, maar deed het niet. De chauffeur dacht waarschijnlijk, dat de man door zijn herhaald toeteren wel voldoende zou zijn gewaarschuwd. En zooals meer gebeurt, een seconde later lag de oude heer naast den auto. De wagen had hem op zij geworpen. Oogenschijnlijk had hij geen letsel gekregen. Maar hü lag daar met verwrongen gelaat, steunde, greep naar zijn borst, steunde nogmaals en toen bleef hü bewegingloos liggen. De schrik, een hartaandoening, had hem gedood. McDougal was toegesneld. Hij boog zich over den doode. Over het algemeen was het in deze straat niet druk, maar nu, na het auto-ongeluk, kwamen van alle kanten nieuwsgierigen op dagen. En toen kwam Mac op een gelukkige gedachte. Hier bood zich een buitengewone ge legenheid voor hem en zün roman om bekend te worden. Wanneer het goed 'ging, was hij binnen enkele dagen een beroemd man. En bliksemsnel legde hij onder den doode het exemplaar van zijn boek. Weldra was de plaats van het ongeluk dooi een groote menigte omringd. Druk besprak men het treurig geval. Wie had schuld? De chauf feur stond er bü, verlegen, zenuwachtig. Hü begreep nog niet, hoe het ongeluk gebeurd was. Maar toen trad de heer McDougal op. Hü riep hard, zoodat iedereen het kon hooren: „Neen, de chauffeur heeft geen schuld. Ik heb het ongeluk gezien. De oude heer liep over de straat alsof hü alleen op de wereld was. Hü had 'n boek in zün hand, en daarin las hü zonder op iets of op iemand te letten. Waar- schijnlük was het boek buitengewoon boeiend en nam zijn gedachten geheel in beslag. Hü hoorde het toeteren van den chauffeur niet en las rustig verder. En toen was het ongeval ge beurd. Het moet een belangwekkend boek zijn geweest. Daar ligt het McDougal haalde het boek van onder het lichaam van den doode en sloeg het open. „O, nu zie ik hetja, dat is gemakkelük te be- grü'pen; het is „De Vaart naar den Dood", zei hij hardop. „Van Alfred McDougal. Ik ken het boek, ik heb het ook gelezeneen ongemeen spannende roman.... het is werkelük geen wonder, dat de man de signalen van den auto niet gehoord heeft. Bü het lezen van dit boek vergeet men alles En den volgenden morgen las men in alle New Yorksche bladen van een eigenaardig auto-ongeluk, dat werd veroorzaakt, doordat een oude heer op straat een pas verschenen romai: met zulk een belangstelling had gelezen.... enz. enz. En een der meest verspreide couranten schreef: „Het is wel merkwaardig, dat de zoo boeiende roman, welke de eigenlijke oorzaak was van het ongeluk den man overkomen, tot titel heeft: „De Vaart naar den Dood" Mr. McDougal, de schrüver van dezen roman moet, toen hij van het ongeluk hoorde, wei zeer geschokt zün geweest." En in weken was er geen boek, dat zooveel werd gevraagd als „De Vaart naar den Dood' De heer Mc Dougal was een beroemdheid! Schalk; 10.30 Amsterdamsch Solisten Kwintet; 11.00 Gramofoonmuziek; 11.15 Amsterdamsch Solisten Kwintet; 11.45 Voordracht door Minny Erfmann „De biecht eener poes"; 12.00 Vara- septet onder leiding van Is. Eyl, afgewisseld door Gramofoonmuziek; 1.45 verzorging van den zender;- 2.15 Nederlandsche schrijvers en dichters voor de microfoon. Willem Eges leest uit zijn nieuw werk „Pieter Jelles", 3.00 Or gelspel door Johan Jong; 3.30 Gramofoonmu ziek Spaansch programma; 4.30 na schooltijd kindervertellingen door Minny Erfmann; 5.00 Vara-orkest onder leiding van Hugo de Groot; 7.00 Paedagogisch concert; 8.00 Het verstaan van poezie door Martien Beversluis; 8.20 „De Czarewitsch", operette in drie acten, door Bela Jenbach en Heinz Reichert; 10.30 Persberich ten van het persbureau Vaz Dias; 10.45 Vara- septet onder leiding van Is. Eyl, afgewisseld door Gramofoonmuziek. HUIZEN, 1875 M. 8.00 N.C.R.V. schriftlezing; 8.15 Morgenconcert; 10.30 korte ziekendienst door Ds. W. J. van Lokhorst; 11.00 lezen van chr. lectuur., door mej. J. C. M Ooyen: „Een blanke vrouw onder de kannibalen", door Jo hanna Veenstra; 11.30 Gramofoonmuziek; 12.00 Politieberichten; 12.30 Orgelconcert uit de Herst. Evang. Luth. Kerk, Kloveniersburgwal, Amsterdam, door Jan Zwart; 2.00 Gramofoon muziek; 2.35 Causerie door A. J. Herwig: Be antwoording van vragen over Kamer en Tuin planten; 3.15 Knipcursus; 3.45 Verzorging zen der; 4.00 Ziekenuurtje door Ds. C. v. d. Zaal; 5.00 concert door Kwintet onder leiding van P. van den Hurk; 6.30 vragenuurtje; 7.30 Politie berichten; 7.45 Persberichten van het Ned. Chr. Persbureau; 8.00 Concert door de Haarlemsche' Orkestvereeniging onder leiding van Frits Schuurman; 9.00 Dr. M. van Deenter: „Rome Griekenland en Israël, een vergelükende schets" 9.30 vervolg concert; 10.00 Persberichten van het persbureau Vaz Dias; 10.30 Gramofoonmu ziek. BRUSSEL, 509 M. 5.20 Concert door het R dio-orkest onder leiding van Franz André; 6.: Gramofoonplatenconcert; 6.50 idem; 9.20 Viool recital; 9.50 uitzending van een concert te ge ven in de zaal Memlinc te Antwerpen. KALUNDBORG, 1153 M. 3.10 concert doo: Louis Preils Instrumentaal ensemble; 8.50 con cert door het Omroeporkest onder leiding van Emil Reesen; 10.35 concert door het Radio- Symphonie-orkest onder leiding van Emil Ree sen; BERLIJN, 413 M. 8.20 dansmuziek door de Ludwig Rüth-kapel met medewerking van solisten; 11.15 marschen en dansen door de Berlijnsche concertvereeniging onder leiding van Clemens Schmalstich. HAMBURG, 372 M. 1.35 Gramofoonmuziek 2.30 idem; 4.50 concert door het Omroeporkest van Breslau onder leiding van Franz Marscha- lek; 8.20 concert onder leiding van Fritz Gartz; 10.40 concert. KONIGSWUSTERHAUSEN 1635 M. 12.50 Gramofoonmuziek; 2.20 idem; 4.50 concert; 10.35 Dansmuziek. LANGENBERG, 472 M. 1.20 Concert onder leiding van Wolf; 5.20 Vesperconcert onder Zei- ding van Wolf; 8.20 Jazz op twee vleugels; 8.50 vocaal concert door het Kamerkoor van den Westduitschen Omroep. DAVENTRY, 1554 M. 1.05 concert door het Commodore Grand-orkest onder leiding van %oseph Muscant; 2.20 Gramofoonmuziek; 4.05 pianorecital; 4.35 concert; 10.00 concert door het Cat&orall Strijkkwartet; 11.20 Ambrose's Blue Lyres in het Dorchester Hotel. PARIJS EIFFEL, 1446 M. 9.55 Concert. PARIJS R 1725 M. 12.50 Gramofoonmuziek; S.20 „De Troubadour", opera van Verdi. MILAAN, 441 M. 8.40 Populaire Muziek; 9.20 Concert. ROME, 441 M. 10.30 Populaire muziek door het Omroeporkest met medewerking van solis ten. WEENEN, 517 M. 7.55 Concert door het Phil harmonie-orkest van Weenen; 10.15 Populair concert door het Wilhelm Wacek-orkest. WARSCHAU, 1411 M. 5.20 Omroeporkest on der leiding van Joziminski; 6.40 dansmuziek; 11.10 Dansmuziek. BEROMUNSTER 460 M. 10.05 Omroeporkest, „Schat, ik heb een hoed ge kocht, waar je gisteren om vroeg." „Te laat, lieveling, die is weer uit de mode." Vrouw (tot haar zoontje, dat met zün vader naar de herberg mag)Als het laat wordt, dan moet je je vader z'n horloge uit zün vestzak halen en 't hem laten zien. (Nadat ze beiden teruggekomen zün)"k Wou jullie net gaan halen, waarom heb je niet gedaan wat 'k gezegd heb? Zoontje (schreiend): Ik heb 't gedaan, moe der, maar toen vader het horloge zag, heeft hü dat ook nog verdronken! nhnnné'* °P alt bla<J zfn Ingevolge de verzekertngsvoorwaarden tegen f Qfi/IO by levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f 7G(i bij een ongeval met 9C/1 bfl verlies van een hand f 1 OC bü verlleB van een C/1 bij een breuk van f Afl bi) verlies van MfVMMC ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen f verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen UI/." doodehjken afloop f £i*JUmm een voet of een oog' IZiOt' duim ol wijsvinger been of arm Tri/»"» anderen Vinger iniiiim niMIIIIHIIIIIIIIni h-^t ?°eder inderdaad een brief van haar stief. "een Zonder veeI haast opende zij hem. weh eï?e schrijfster was mevrouw Solliès in omstandigheid; 't was een dier y'ddeln' die zonder het te willen steeds het fcffcer vinden om op gevoelige punten den 'iep le6gen en pünlijke indrukken te ver Bordeaux, 12 Januari. Beste Marie-Claire, kev tele8ram 2®-! Je reeds mün mede- ketb61 lierlcht hebben. Ja, je verliest een wjfhhelüke bloedverwante, een steun, al W 2e zich dan ook vreeselük zelfzuchtig g6o n°ver jou getoond, tenminste als het a;, '''°°fd is, eenigszins streng over een storvene te oordeelen. heef,1100!5' dat ze je in elk geval eenig geld beie nagelaten, haar juweelen en meu- V\.. Na in Hrip ioor Kii oinVi rroViorl fa Na je drie jaar bü zich gehad te h, kon ze al niet minder doen, en je hebt grooter behoefte aan dit mager erf deeltje dan juffrouw d'Albrègue, die slechts een halfzuster is, geen familie te haren laste heeft, een goed bestaan en een kas tel zelfs bezit. Wel zegt men, dat ze ver schrikkelijk gierig is, een gebrek, vooral ln een vrouw terugstootend en schandelük. Hoe kan men er behagen in scheppen al dus te sparen, wanneer men geen kinderen heeft, terwül er zooveel noodlijdende ge. zinnen zijn, zoo veel jonge meisjes, wie een bescheiden uitzet zoo te stade zou ko men om in het huwelijk te kunnen treden. Maar wellicht zou je haar voor je belan gen kunnen winnen. Schrijf me eens over haar. Is ze voor de begrafenis overgeko men? Is ze lief voor je? Blüft ze nog wat te Parijs, en houdt ze je ten minste nog eenigen tüd bü zich? Wanneer ze zoo ongevoelig is, als men beweert, en geen neiging toont om zich met je toekomst te bemoeien, dan behoef ik je wel niet te zeggen, dat ik bereid ben je te ontvangen. Zeker, ik heb moeite mün arme dochters te onderhouden, en, zooals mün plicht is, naar buiten den schün van een goed bestaan te bewaren. Ik zit onder zware .zorgen; ik kan nauwelijks hopen mün meisjes uit te huwelijken in een stad, waar men een overdreven eerbied voor het geld koestert. En ze zün met haar drieën! Myn kleine Josette is bijna vijftien; ze groeit onrustbarend, en ik zal moeite heb ben haar nog twee jaar in de korte rok ken te houden. Maar in elk geval, je vader heeft je in mün genegenheid aanbevolen, en ik durf zeggen, dat, van je kinderjaren af, deze je nooit ontbroken heeft. Nu eerst je grootmoeder en daarna je tante, de religieuze, je met zooveel liefde hebben op gevoed, ben ik niet minder bereid voor je te zorgen als voor mün eigen dochters, en ik herhaal het: mün huis is het jouwe. Schrijf me spoedig, alles wat jou betreft, en houd me op de hoogte van je plannen. Je zusters zenden je haar groet, en ik, waarde Marie-Claire, ik omhels je har telijk. P.S. Natuurlük kon ik niet naar de be grafenis komen. Een reis naar Parijs, in welke omstandigheden ook, gaat boven de kracht van mün inkomen. En even natuur lük, wanneer je bü ons komt, wat me overigens een groote voldoening zou zün, zullen mün lasten nog zwaarder worden. Versta me echter goed: ik constateer slechts een feit, zonder my er over te be klagen. In tegendeel!" Gedurende de lezing van dit langdradig en, misschien onbewust, kwetsend schrüven, had meer dan eens een blos Marie-Claire's gelaat overdekt, terwül haar oogen van verontwaar diging gloeiden. Toen ze ten slotte het hoofd ophief, ont moette zü den donkeren blik van juffrouw d'Albrègue, en opnieuw bloosde zü, daar ze be greep dat deze oogen zich geen oogenblik van haar hadden afgewend, als wilden ze eiken in druk opvangen. Zü frommelde den brief in haar hand samen met een soort van schrik, alsof die oplettende zwarte kükers van verre de regels hadden kunnen ontcüferen door mevrouw Sol- hès ten laste van juffrouw d'Albrègue neerge schreven. Een oogenblik moest ze naar haar woorden zoeken. Natuurlük, zei ze met berekende kalmte, verwacht mijn stiefmoeder müEn daarom zal 't maar het beste zün, als ik terstond ver trekdezen avond.... Ik zou u hier slechts hinderen. Mü hinderen? Dat zeker niet. Maar ik heb ook haast naar huis terug te keeren, en het zou voor u smartelük zün, al is het onvermüdelijk, al deze voorwerpen te zien verstrooien, die u zoo gemeenzaam zün. De verspreiding van al deze meubelen, an al deze gedachtenissen? Marie-Claire vroeg zich af waarom dit onvermüdelük was, waarom deze oude vrüster, die een groot huis bewoonde, niet alles medenam, wat haar zuster had toebehoord. Maar dezen avond vertrekken, hernam juf frouw d'Albrègue, dat is zoo heel gauw, en dat na zooveel vermoeienis. Zal ik uw stiefmoeder maar telegrafeeren, dat u blijft tot morgen of overmorgen? Laat het dan morgen zijn, als u wilt. Juffrouw d'Albrègue zweeg eenige oogenblik- ken; misschien dacht ze, dat het meisje haar iets omtrent den brief zou mededeelen. Doch daar Marie-Claire ook bleef zwijgen en nog steeds den verfrommelden brief in de hand hield, verliet zü de kamer en ontmoette de re- ligieuse, die ook gereed stond te vertrekken. Blüft u niet met ons dineeren, zuster? U zoudt na al die vermoeienis wat kunnen uit rusten. Dank u wel, mejuffrouw, maar ik ben zoo blü weer naar ons klooster te mogen gaan. Mis schien word ik dezen avond wel weer op een andere wake uitgezonden, en ik zie zoo gaarne ons dierbaar huis terug. Ja, dat begrijp ik. U geniet zoo weinig van uw leven als religieuse. Toch moet er reeds een groote kracht in gelegen zijn te weten, welk eqn hechte band u met uw zusters vereenigt. En gaat juffrouw Marie-Claire ook heen? Ja, maar zü zal niet al te gelukkig zün, vrees ik, in een huis, waar men niet kan be sluiten de armoede te aanvaarden, doch waar men om deze te verbergen meer moeite doet. meer last aanvaardt, dan noodig zou zün om zich met werken een eerlük bestaan te verschaf fen. Wat denkt u van dit kind zuster? Mij dunkt, u moet allen wel een weinig zielkundige wezen en spoedig een karakter doorgronden. Dit huis was, dunkt me, wel een beetje lichtzinnig, zei de religieuse, om zich heen zien de. Doch Marie-Claire heeft zich bij haar tante bewonderenswaardig gedragen. Er sluimeren soms krachten in ons, waarvan wü zelf het bestaan niet vermoeden. Bezit ze geestkracht? De religieuse dacht een oogenblik na. Niet in den gewonen zin van het woord, zei ze dan. Er schuilt in haar meer een kracht van geduld en lüdzaamheid, en als ze geest- kracht moet toonen, komt die veeleer uit het hart, dan uit het karakter. Ik weet niet, of ik haar goed beoordeel, en of u mü ten volle be grijptZü is zeer jong, zeer vrouwelük, en in haar droefheid heeft ze opwellingen getoond waarvoor de goede God gevoelig is; daarvan ben ik zeker! Ik zal haar niet uit het oog verliezen, be sloot juffrouw d'Albrègue. Dank u wel, zuster, voor uw goede zorgen. Marie-Claire zal wel schreien als ze u vaarwel zegt: u behoort ook een weinig tot het verledene, dat voor haar gaat verdwijnen. IV. Marie-Claire had zich in haar kamer terug getrokken, terwül juffrouw d'Albrègue met een makelaar het huis doorliep. Alles, wat op de nabijzijnde ontknooping wees, was het meisje pünlük, en eerst-toen de zakenman vertrokken was, kwam ze weer te voorschün. Onrustig keek ze naar de pendule, want nog één zorg kwelde 'haar, en ze moest zich geweld aan doen om kalm en onverschillig tot de dienstbode te kun nen zegger, dat ze voor mogelük bezoek van vrienden thuis was. En bijna onmiddellijk daarna klonk de schel. Zü oehoefde niet te vragen, wie de bezoeker was: ze kende te goed dat haastige, ongeduldi ge belletje, en uiterlük doodkalm trad ze het salon binnen. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 15