De lucht-fotograaf en zijn werk
»to ee/i Amerikaansche
luitenant volbracht
H
DE VIJANDEN VAN HET BIJEN
RADIO-PROGRAM
ÈEN NIEUW BEROEP
De nieuwe Haring
et
ZATERDAG 11 JUNI
imp»
Amerikaansch
Luitenant Wyatt boven Amerikcts
Westkust
Een eerlijke driftkop
HxkerTriesche Heemtbaai, maar dan
HEERENBAAI
'Illinium
Zondag 12 Juni
Maandag 13 Juni
VERHAAL VAN
DEN DAG
Fatale waarschuwing
AANGIFTE MOET. OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTENGESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL
FEUILLETON
hbë;
.;vv vx';.-:-- x
-.v. f* y&'fo
■- x-.i.-
iv.VL;...;;.-;/"";
.rrfvSM'A
ij^eeds tüdens den wereldoorlog is men er
overgegaan, kaarten te vervaardigen van
j® vijandelijke stellingen met behulp van
Uchtfoto's. Deze methode had het voordeel,
a' men niet slechts de eigenaardigheden van
terrein, doch ook de voornaamste strate-
r^he pimten van den vijand leerde kennen,
het werk van den staf natuurlijk vereen-
Ottdigde. Na den oorlog werden bij de groote
"6gtochten naar de poolstreken en andere on-
fot de gebieden der aarde -geregeld lucht-
S)to's opgenomen door de ontdekkingsreizigers.
treken, waarin de mensch niet verder kon
°°rdringen door het pakijs of het oerwoud,
erden zoodoende toch in kaart gebracht door
camera en dat met een nauwkeurigheid,
°°als men niet beter kan wenschen. In enkele
.fen kon men een aantal luchtfoto's maken,
dke de basis vormen van een kaart van zoo
F°ote nauwkeurigheid, als door de beste land
wet!
ba
ters ternauwernood kan worden verkregen
Jarenlang ingespannen werk.
^..Nu is niet elke piloot in staat om zoo te
j'icgen, dat er voor de karteering bruikbare
bchtfoto's kunnen woTden opgenomen. Men
v®emt aan, dat slechts 5 pet. van alle piloten
'ervoor de geschiktheid hebben. De toestellen
v°eten n.l. voortdurend op dezelfde hoogte en
^?°rai met precies dezelfde snelheid blijven
j 'cgen, zoodat de camera, die met beoaalde
bsschenpoozen wordt afgedrukt, telkens een
groot gebied omvat en de randen, die
baar dekken, niet te breed behoeven te
erden genomen. Laatstgenoemde fout kan
ijCrigens nog goedgemaakt worden; zijn er
hhter gapingen ontstaan, doordat het vliegtu'g
snel vloog, dan is al het werk tevergeefs
®tyeest. Natuurlijk kan men slechts bij goed
Ij er en bij volkomen windstilte, goede en
j^bikbare foto's verkrijgen. In streken, waar
J:' Weer telkens omslaat, wordt het werk van
J°ot en luchtfotograaf dan ook ernstig be
slijkt.
jAf8ezien van den Noordpoolonderzoeker Wil-
is liét verdienstelijkste werk op dit gebied
j!.rr'cht door de expeditie van den Ameri-
Jbftnschen luitenant Wyatt, die met drie vlieg-
vlrSen en verscheidene camera's, de geheele
JjCstkust der Vereenigde Staten in nauwkeurig
Bedeelde étappes heeft afgevlogen en er een
kaart van heeft vervaardigd, die in de geheele
wereld haars gelijke niet heeft. Per dag werden
2500 vierkante kilometer afgevlogen. De came
ra's met drie lenzen, die men aan boord had,
konden elk uur een strook land ter lengte van
150 K.M. met een breedte van ongeveer 10 K.M.
opnemen. In totaal werd op deze wijze een ge
bied van 56000 vierkante kilometer afgevlogen.
De onkosten die natuurlijk belangrijk waren,
zijn door de schitterende resultaten der expe
ditie vele malen goed gemaakt. Om te be
ginnen was het een reusachtig voordeel, dat
men nu kon vaststellen, waar de bosschen van
Alaska het rijkst aan hout waren. Het tra-
ceeren van de spoorwegen, die in den laat sten
tijd in dit gebied worden aangelegd, ging, met
dit materiaal voor oogen, veel beter dan te
voren. Ook de scheepvaart werd er door ge
baat; men heeft op de kust tal van punten
ontdekt, waar vuurtorens noodig zijn.
Bij een andere Amerikaansche expeditie,
die zich met luchtfoto's bezighield, had de
fiscus een meevallertje. Men ontdekte n.l. te
midden van de uitgestrekte bosschen in den
staat Connecticut, een flinke kolonie, waarvan
de autoriteiten het bestaan niet kenden. Op
Borneo verkreeg het Engelsche bestuur belang
rijk materiaal door met behulp van vliegtuigen
een tot dusver onbekend gebied in Britsch-
Noord-Borneo te laten karteeren, waarin men
op geen enkele wijze had kunnen doordringen.
Door dergelijke voorvallen is men aan het werk
van den luchtfotograaf ten behoeve van de
karteering steeds meer waarde gaan toe
kennen; het belang van dit werk voor de
wetenschap en voor de praktijk van het leven
wordt thans algemeen erkend.
De naam van den graaf van Punenrostro, 'n
Spaansch edelman, roept een zonderlinge ge
schiedenis uit het verleden in het geheugen.
Keizer Karei V was eens met een jachtmeester
op jacht. De keizer was een voortreffelijk jager
en zijn metgezel niet minder.
Plotseling zagen zij een patrijs vlak boven
hunne hoofden. Beide jagers vuurden op het
zelfde oogenblik. De vogel viel en des keizers be
dienden brachten den patrijs bij hun meester.
Wie van ons beiden denkt gij. heeft dezen
patrijs doodgeschoten? vroeg de keizer.
Dat was ik, zeide de jagermeester.
Je liegt, schurk! bulderde de keizer.
fiiHiHnrninininiiinHfDnniiiiiiniiifniuuiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiTnflniiHtnnninniimiiiiiüuiiiiimimiiiiiniiin
1 De haring denkt: ik hen weer nieuw
En op succes berekend
Maar daarmee is tot mijn verdriet
Mijn vonnis ook geteekend!
Ik word gevangen en gekaakt,
Getrokken in fileetjes
fj En dien dan tot versnapering
Bij veler dejeunétjes.
't Is waar, men geejt mij alle eer,
Ik word genoeg geprezen,
Mijn vrouw wordt echter weduwe,
Mijn kinders worden weezen.
1 Zelfs hijscht men ook voor mij de
vlag
Op kar en etalage,
I En word ik ingepakt, dan steeds
In ronde emballage.
De smullers krijgen doorgaans hèt
I En tevens mij te pakken!
Ook de gezondheidsvitamien
1 Ben ik, vooral voor zwakken.
Maar al die hulde en die roem
Kan mij slechts matig lokken....
Ik word bekauwd, besmekt, belikt
En van de graat getrokken! e
MARTIN BERDEN
(Nadruk verboden)
ïiTiiiiiniiniiuiiiiRminmiiMimiiniiiiiiiiiuiiiiitiiiiiiimuiiimiiiiiiiiiuuiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiuuuuiniiiimimiminmil
Hij had nog niet gesproken of de jagermeester
gaf hem een zoo hevigen slag in het aangezicht,
dat de keizer ter aarde viel.
Nadat hij weer was opgestaan, was zijn eerste
beweging om zijn geweer op den vermetelen ja
germeester aan te leggen en den trekker over
te halen; maar het wapen was juist afgeschoten
en nog niet weer geladen.
Terwijl de keizer opnieuw laadde, besloot hij
den jagermeester niet op de plaats dood te
schieten, maar hij zond hem naar de gevangenis
en gaf bevel, dat men toebereidselen zou maken
tot zijn terechtstelling.
Uw vergrijp is des te grooter, zeide de kei
zer, omdat er nog twijfel aan bestond of gij
wel inderdaad den vogel geraakt hebt.
Daaromtrent kan geen twijfel bestaan, zei
de de jagermeester. Wil Uwe Majesteit mij
veroorloven den vogel te zien?
De patrijs werd gehaald en de jagermeester
toonde den keizer, dat het dier gedood was met
een kogel uit zijn geweer. De keizer had den
geheelen dag met hagel geschoten.
De keizer gevoelde wel eenige spijt, maar toch
hief hij het bevel niet op den jagermeester ter
dood te brengen; op het laatste oogenblik liet
hij hem evenwel voor zich brengen.
Hebt ge er berouw van, dat ge mij geslagen
hebt?
Neen, Sire, antwoordde de jagermeester.
Al had ik duizend levens te verliezen en Uwe
Majesteit zou mij duizendmaal ongegrond zeg
gen, dat ik loog, zou ik u duizendmaal ln het
gelaat slaan (mi puno en el rostro) en duizend
maal zou ik kalm naar het schavot gaan.
De keizer bleef een oogenblik in nadenken
verzonken. De woorden mi puno en el rostro
klonken hem onaangenaam in de ooren, maar
ten slotte zeide hij:
Ik heb zulke mannen als gij zijt van noode.
Ik wenschte wel, dat er duizend waren als gij.
Leef! Voortaan heet gij Graaf van Punenrostro!
20-50 a PER ONS
ECHTE FR1ESCHE
zWE£acs"C,
Want zoodra de eerste aanval der wespen begon rende Jaap naar
hen toe en Uet z'n hoofd met angels zien. De wespen weken verschrikt
terug en begonnen luidkeels te roepen toen Jaap met zijn angels
begon te werpen. In enkele minuten had Jaap hen allemaal ver
dreven en werd Juichend door de bijen ontvangen.
,,'t Moet maar eens uit zijn met die wespen," zei Jaap krachtig.
„Wie wil helpen komt vanavond op de geheime vergadering. Ik zelf
zal voorzitter zijn en het wachtwoord luidt: Flap. Maar wees voor
zichtig, dat er geen vijanden binnen komen en zeg aan niemand
het wachtwoord. Kom gemaskerd, dat ls veiliger en bereid Je op
alles voor." Me* die woorden ging Ja«p b
lllllllflIIIIIIMIIIIllllllWilllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIM
HILVERSUM, 296 M. VARA 8.15 Li.
chaamsoefeningen o. 1. van G. Kleerekoper
9 uur Tijdsein en postduivenberichten en voet-
balmededeelingen 9.05 Tuinbouwhalfuurtje
door S. S. Lantinga; „Schadelijk ongedierte in
den bodem" 9.30 Orgelspel door Johan
Jong VPRO. 10.30 kerkdienst uit den N.
P. B. B. te Maarn; AVRO 12 uur Vacantie-
gangers „attentie", G. J. Nijland: „Zwitser
land, Land en Volk" 12.30 de Nieuwe Am.
sterdamsche Orkestvereeniging o. 1. van Nico
van der Linden, tusschenspel gramofoonmuziek
2 uur Boekenhalfuurtje door Dr. Max Tepe:
„Het taaie Ongerief", v. Theo Thijssen 2.30
Gramofoonmziek 3.óó RadiotooneeLstudio-
opvoering van „De Kribbebijter", blijspel in 3
bedrijven in bewerking van Willem Hunsche,
door het Nederlandsch Tooneelgezelschap o. 1.
van Oscar Tourniaire en Elias van Praag
4.30 Gramofoonmuziek. In de pauze Persebrich-
ten (voetbal) van het Persbureau Vaz Dias te
Amsterdam VARA. 5.Orgelspel door Jo
han Jong (intermezzo gramofoonmuziek) 6.00
Vara-orkest o. 1. van Hugo de Groot 6.45
Frank van der Goes: „Fiiedrich von Schiller
Dichter der Vrijheid 7.15 Vara-orkest 8.00
AVRO. Nieuws en Sportberichten van het
Persbureau Vaz Dias pl.m. 8.15 Avro-Opera.
uitzending „Der Freischütz", romantische ope
ra in drie bedrijven, tekst van Friedrich Kind,
muziek van Carl Maria von Weber. In de
pauze causerie door W. Vogt: „De onbekende
luistervink" 10.15 Gramofoonmuziek 10.30
Kovacs Lajos en zijn orkest. Tusschenspel van
gramofoonmuziek.
HUIZEN, 1875 M. 8.30 Morgenwijding door
Ds. E. Groeneveld KRO. 9.30 Gramofoon
muziek 10.00 plecfhtige Hoogmis uit het
Minderbroedersklooster Alverna te Wychen;
11.45 Middenstandskwartiertje 12.00 Al-
gemeene inleiding op het Nationaal Mariacon-
gres door Prof. Dr. Titus Brandsma 12.20
KRO.sextet o. 1. van Piet Lustenhouwer
1.40 Godsdienstonderricht voor ouderen door
D. Bont 21.0 Pater J. van Heugten S. J:
„Katholiek verzet" van Anton Duinkerken
2.30 „Sint Antonius Oratorium" 4.15 Zieken-
lof uit Den Bosch NCRV. 5.00 Gewijde mu
ziek 5.20 Kerkdienst uit de Geref. kerk te
Anjum KRO. 7.45 Theo Sonnige: „Het
Evangelie en de moeders" 8.10 Voetbaluit
slagen van R.K.F. 8.15 Gramofoonmuziek
8.30 Henri Eerens: „Fragment uit Gijsbrecht
van Aemstel" 8.50 Gramofoonmuziek 9.00
Nieuwsberichten van Vaz Dias 9.15 Henri
Eerens: Fragmenten uit Vondels „Altaarge
heimenissen" 9.30 KRO.-Kunstensemble o.
1, van Piet Lustenhouwer 10.00 Intermezzo:
„Een tweegesprek naar aanleiding van den
luchtdienst A'damTwente 10.40 Epiloog
door klein koor o. 1. van Jos. H. Pickkers.
BRUSSEL, 509 M. 1.20 Gramofoonmuziek
6.50 Gramofoonmuziek 10.05 Concert door
het Radio-orkest o. 1. van Karei Walpot; 10.30
vervolg concert.
KALUNDBORG, 1153 M. 4.20 Concert door
het Harmonieorkest 8.20 Concert door het
Omroeporkest 10.30 Concert door het Om
roeporkest o. 1. van Launy Gröndahl 11.20
Moderne dansmuziek.
BERLIJN, 418 M. 12.30 Concert o. 1. van
Georg Pilowski 2.50 Concert 4.50 Con-
cert 8.20 Concert door het Omroeporkest
o. 1. van Bruno Seidler Winkler.
HAMBURG, 372 M. 1.20 Concert door het
Noragorkest 3.05 Orgelconcert 6.50 Solis
tenconcert 8.20 concert door het Noragor
kest o. 1. van Jose Eibenschutz; 10.50 en 11.30
dansmuziek.
LANGENBERG, 472 M. Concert o. 1. van
Wolf 4.50 Militair concert 10.50 Concert
o. 1. van Wolf.
DAVENTRY, 1554 M. 2.35 Gramofoonmu
ziek 3.20 Concert 4.35 Concert door het
Radio Militair Orkest 5.50 Piano-recital
9.20 Concert.
PARIJS EIFFEL, 1446 M. Concert door
het Omroeporkest o. 1. van Ed. Flament 8.50
Gramofoonmuziek.
PARIJS RADIO, 1725 M. 8.05 Gramofoon-
muizek 1.20 idem 6.05 Gramofoonmuziek
7.05 Concert 8.50 Gramofoonmuziek
9.50 Dansmuziek.
MILAAN, 331 M. 7.50 Gramofoonmuziek
8.50 Opera-uitzending,
ROME, 441 M. 8.25 Gramofoonmuziek
9.05 „Grafin Mariza", operette.
WEENEN, 517 M. 10.35 Dansmuziek door
het Adolf Pauscher.orkest.
WARSCHAU, 1411 M. 12.35 Concert
4.25 Gramofoonmuziek 8.20 Concert dooi
het Philharmonie-orkest van Warschau o. 1. v.
J. Oziminski 10.20 dansmuziek 11.10 idem.
BEROMUNSTER, 460 M. 6.50 Gramofoon
muziek 10.05 Omroeporkest.
HILVERSUM, 296 M. 6.45 V.A.R.A. Li
chaamsoefeningen; 7.30 idem; 8.00 Gramo
foonmuziek; 9.00 Amsterdamsch Solisten Kwin
tet onder leiding van Loe Cohen; 10.00 V. P.
R- O. morgenwijding; V.A.R.A. 10.15 voordracht
door Minny Erfmann, fragment uit „De vrouw
in het Woud" door Henriette Roland van der
McDougal was een jonge schrijver in New-
York. Hij hield zich, zooals alle jonge schrijvers
zullen begrijpen, voor buitengewoon begaafd.
Maar hü stond, en dat was het, wat hem de
meeste zorgen baarde, met die meening „heele-
maal alleen". Hij had kort geleden een roman
gepubliceerd „De Vaart naar den Dood" Een
roman met zulk een titel moest, meende hij,
op het publiek een bij zonderen indruk maken.
Doch hierin werd hij jammerlijk teleurgesteld.
En zoo ging hij, op een voormiddag, in diepe
gedachten, met „De Vaart naar den Dood"
netjes gebonden onder den arm in een een
zame buurt van New-York wandelen. Voor hem
ging een man, eenigszins gebogen van gestalte
en vergrijsd van haren. De man had niets op
vallends aan zich, maar McDougal liep achter
hem en sloeg hem gade. Hij had zoo het gevoel
alsof deze man, op een of andere wijze, invloed
op zijn leven zou hebben. Dichters hebben nu
eenmaal dergelijke voorgevoelens.
Daar kwam een auto. De bestuurder werkte
met de claxon, die waarschuwend toeterde. De
oude heer ging rustig verdc#, alsof er in New-
York geen auto's zijn. Er weer werd getoeterd,
maar de man hoorde niets. De wagen had
kunnen uitwijken, maar deed het niet. De
chauffeur dacht waarschijnlijk, dat de man
door zijn herhaald toeteren wel voldoende zou
zijn gewaarschuwd. En zooals meer gebeurt,
een seconde later lag de oude heer naast den
auto. De wagen had hem op zij geworpen.
Oogenschijnlijk had hij geen letsel gekregen.
Maar hü lag daar met verwrongen gelaat,
steunde, greep naar zijn borst, steunde nogmaals
en toen bleef hü bewegingloos liggen. De schrik,
een hartaandoening, had hem gedood.
McDougal was toegesneld. Hij boog zich over
den doode. Over het algemeen was het in deze
straat niet druk, maar nu, na het auto-ongeluk,
kwamen van alle kanten nieuwsgierigen op
dagen. En toen kwam Mac op een gelukkige
gedachte. Hier bood zich een buitengewone ge
legenheid voor hem en zün roman om bekend
te worden. Wanneer het goed 'ging, was hij
binnen enkele dagen een beroemd man. En
bliksemsnel legde hij onder den doode het
exemplaar van zijn boek.
Weldra was de plaats van het ongeluk dooi
een groote menigte omringd. Druk besprak men
het treurig geval. Wie had schuld? De chauf
feur stond er bü, verlegen, zenuwachtig. Hü
begreep nog niet, hoe het ongeluk gebeurd was.
Maar toen trad de heer McDougal op. Hü
riep hard, zoodat iedereen het kon hooren:
„Neen, de chauffeur heeft geen schuld. Ik heb
het ongeluk gezien. De oude heer liep over de
straat alsof hü alleen op de wereld was. Hü
had 'n boek in zün hand, en daarin las hü
zonder op iets of op iemand te letten. Waar-
schijnlük was het boek buitengewoon boeiend
en nam zijn gedachten geheel in beslag. Hü
hoorde het toeteren van den chauffeur niet en
las rustig verder. En toen was het ongeval ge
beurd. Het moet een belangwekkend boek zijn
geweest. Daar ligt het
McDougal haalde het boek van onder het
lichaam van den doode en sloeg het open. „O,
nu zie ik hetja, dat is gemakkelük te be-
grü'pen; het is „De Vaart naar den Dood", zei
hij hardop. „Van Alfred McDougal. Ik ken het
boek, ik heb het ook gelezeneen ongemeen
spannende roman.... het is werkelük geen
wonder, dat de man de signalen van den auto
niet gehoord heeft. Bü het lezen van dit boek
vergeet men alles
En den volgenden morgen las men in alle
New Yorksche bladen van een eigenaardig
auto-ongeluk, dat werd veroorzaakt, doordat een
oude heer op straat een pas verschenen romai:
met zulk een belangstelling had gelezen....
enz. enz.
En een der meest verspreide couranten
schreef: „Het is wel merkwaardig, dat de zoo
boeiende roman, welke de eigenlijke oorzaak
was van het ongeluk den man overkomen, tot
titel heeft: „De Vaart naar den Dood"
Mr. McDougal, de schrüver van dezen roman
moet, toen hij van het ongeluk hoorde, wei
zeer geschokt zün geweest."
En in weken was er geen boek, dat zooveel
werd gevraagd als „De Vaart naar den Dood'
De heer Mc Dougal was een beroemdheid!
Schalk; 10.30 Amsterdamsch Solisten Kwintet;
11.00 Gramofoonmuziek; 11.15 Amsterdamsch
Solisten Kwintet; 11.45 Voordracht door Minny
Erfmann „De biecht eener poes"; 12.00 Vara-
septet onder leiding van Is. Eyl, afgewisseld
door Gramofoonmuziek; 1.45 verzorging van
den zender;- 2.15 Nederlandsche schrijvers en
dichters voor de microfoon. Willem Eges leest
uit zijn nieuw werk „Pieter Jelles", 3.00 Or
gelspel door Johan Jong; 3.30 Gramofoonmu
ziek Spaansch programma; 4.30 na schooltijd
kindervertellingen door Minny Erfmann; 5.00
Vara-orkest onder leiding van Hugo de Groot;
7.00 Paedagogisch concert; 8.00 Het verstaan
van poezie door Martien Beversluis; 8.20 „De
Czarewitsch", operette in drie acten, door Bela
Jenbach en Heinz Reichert; 10.30 Persberich
ten van het persbureau Vaz Dias; 10.45 Vara-
septet onder leiding van Is. Eyl, afgewisseld
door Gramofoonmuziek.
HUIZEN, 1875 M. 8.00 N.C.R.V. schriftlezing;
8.15 Morgenconcert; 10.30 korte ziekendienst
door Ds. W. J. van Lokhorst; 11.00 lezen van
chr. lectuur., door mej. J. C. M Ooyen: „Een
blanke vrouw onder de kannibalen", door Jo
hanna Veenstra; 11.30 Gramofoonmuziek; 12.00
Politieberichten; 12.30 Orgelconcert uit de
Herst. Evang. Luth. Kerk, Kloveniersburgwal,
Amsterdam, door Jan Zwart; 2.00 Gramofoon
muziek; 2.35 Causerie door A. J. Herwig: Be
antwoording van vragen over Kamer en Tuin
planten; 3.15 Knipcursus; 3.45 Verzorging zen
der; 4.00 Ziekenuurtje door Ds. C. v. d. Zaal;
5.00 concert door Kwintet onder leiding van P.
van den Hurk; 6.30 vragenuurtje; 7.30 Politie
berichten; 7.45 Persberichten van het Ned. Chr.
Persbureau; 8.00 Concert door de Haarlemsche'
Orkestvereeniging onder leiding van Frits
Schuurman; 9.00 Dr. M. van Deenter: „Rome
Griekenland en Israël, een vergelükende schets"
9.30 vervolg concert; 10.00 Persberichten van
het persbureau Vaz Dias; 10.30 Gramofoonmu
ziek.
BRUSSEL, 509 M. 5.20 Concert door het R
dio-orkest onder leiding van Franz André; 6.:
Gramofoonplatenconcert; 6.50 idem; 9.20 Viool
recital; 9.50 uitzending van een concert te ge
ven in de zaal Memlinc te Antwerpen.
KALUNDBORG, 1153 M. 3.10 concert doo:
Louis Preils Instrumentaal ensemble; 8.50 con
cert door het Omroeporkest onder leiding van
Emil Reesen; 10.35 concert door het Radio-
Symphonie-orkest onder leiding van Emil Ree
sen;
BERLIJN, 413 M. 8.20 dansmuziek door de
Ludwig Rüth-kapel met medewerking van
solisten; 11.15 marschen en dansen door de
Berlijnsche concertvereeniging onder leiding
van Clemens Schmalstich.
HAMBURG, 372 M. 1.35 Gramofoonmuziek
2.30 idem; 4.50 concert door het Omroeporkest
van Breslau onder leiding van Franz Marscha-
lek; 8.20 concert onder leiding van Fritz Gartz;
10.40 concert.
KONIGSWUSTERHAUSEN 1635 M. 12.50
Gramofoonmuziek; 2.20 idem; 4.50 concert;
10.35 Dansmuziek.
LANGENBERG, 472 M. 1.20 Concert onder
leiding van Wolf; 5.20 Vesperconcert onder Zei-
ding van Wolf; 8.20 Jazz op twee vleugels;
8.50 vocaal concert door het Kamerkoor van
den Westduitschen Omroep.
DAVENTRY, 1554 M. 1.05 concert door het
Commodore Grand-orkest onder leiding van
%oseph Muscant; 2.20 Gramofoonmuziek; 4.05
pianorecital; 4.35 concert; 10.00 concert door
het Cat&orall Strijkkwartet; 11.20 Ambrose's
Blue Lyres in het Dorchester Hotel.
PARIJS EIFFEL, 1446 M. 9.55 Concert.
PARIJS R 1725 M. 12.50 Gramofoonmuziek;
S.20 „De Troubadour", opera van Verdi.
MILAAN, 441 M. 8.40 Populaire Muziek; 9.20
Concert.
ROME, 441 M. 10.30 Populaire muziek door
het Omroeporkest met medewerking van solis
ten.
WEENEN, 517 M. 7.55 Concert door het Phil
harmonie-orkest van Weenen; 10.15 Populair
concert door het Wilhelm Wacek-orkest.
WARSCHAU, 1411 M. 5.20 Omroeporkest on
der leiding van Joziminski; 6.40 dansmuziek;
11.10 Dansmuziek.
BEROMUNSTER 460 M. 10.05 Omroeporkest,
„Schat, ik heb een hoed ge
kocht, waar je gisteren om
vroeg."
„Te laat, lieveling, die is weer
uit de mode."
Vrouw (tot haar zoontje, dat met zün vader
naar de herberg mag)Als het laat wordt, dan
moet je je vader z'n horloge uit zün vestzak
halen en 't hem laten zien.
(Nadat ze beiden teruggekomen zün)"k
Wou jullie net gaan halen, waarom heb je
niet gedaan wat 'k gezegd heb?
Zoontje (schreiend): Ik heb 't gedaan, moe
der, maar toen vader het horloge zag, heeft hü
dat ook nog verdronken!
nhnnné'* °P alt bla<J zfn Ingevolge de verzekertngsvoorwaarden tegen f Qfi/IO by levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor f 7G(i bij een ongeval met 9C/1 bfl verlies van een hand f 1 OC bü verlleB van een C/1 bij een breuk van f Afl bi) verlies van
MfVMMC ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeerlngen f verlies van belde armen, beide beenen of belde oogen UI/." doodehjken afloop f £i*JUmm een voet of een oog' IZiOt' duim ol wijsvinger been of arm Tri/»"» anderen Vinger
iniiiim
niMIIIIHIIIIIIIIni
h-^t
?°eder inderdaad een brief van haar stief.
"een Zonder veeI haast opende zij hem.
weh eï?e schrijfster was mevrouw Solliès in
omstandigheid; 't was een dier
y'ddeln' die zonder het te willen steeds het
fcffcer vinden om op gevoelige punten den
'iep le6gen en pünlijke indrukken te ver
Bordeaux, 12 Januari.
Beste Marie-Claire,
kev tele8ram 2®-! Je reeds mün mede-
ketb61 lierlcht hebben. Ja, je verliest een
wjfhhelüke bloedverwante, een steun, al
W 2e zich dan ook vreeselük zelfzuchtig
g6o n°ver jou getoond, tenminste als het
a;, '''°°fd is, eenigszins streng over een
storvene te oordeelen.
heef,1100!5' dat ze je in elk geval eenig geld
beie nagelaten, haar juweelen en meu-
V\.. Na in Hrip ioor Kii oinVi rroViorl fa
Na je drie jaar bü zich gehad te
h, kon ze al niet minder doen, en
je hebt grooter behoefte aan dit mager erf
deeltje dan juffrouw d'Albrègue, die slechts
een halfzuster is, geen familie te haren
laste heeft, een goed bestaan en een kas
tel zelfs bezit. Wel zegt men, dat ze ver
schrikkelijk gierig is, een gebrek, vooral ln
een vrouw terugstootend en schandelük.
Hoe kan men er behagen in scheppen al
dus te sparen, wanneer men geen kinderen
heeft, terwül er zooveel noodlijdende ge.
zinnen zijn, zoo veel jonge meisjes, wie
een bescheiden uitzet zoo te stade zou ko
men om in het huwelijk te kunnen treden.
Maar wellicht zou je haar voor je belan
gen kunnen winnen. Schrijf me eens over
haar. Is ze voor de begrafenis overgeko
men? Is ze lief voor je? Blüft ze nog wat
te Parijs, en houdt ze je ten minste nog
eenigen tüd bü zich?
Wanneer ze zoo ongevoelig is, als men
beweert, en geen neiging toont om zich
met je toekomst te bemoeien, dan behoef
ik je wel niet te zeggen, dat ik bereid ben
je te ontvangen. Zeker, ik heb moeite mün
arme dochters te onderhouden, en, zooals
mün plicht is, naar buiten den schün van
een goed bestaan te bewaren. Ik zit onder
zware .zorgen; ik kan nauwelijks hopen
mün meisjes uit te huwelijken in een stad,
waar men een overdreven eerbied voor het
geld koestert. En ze zün met haar drieën!
Myn kleine Josette is bijna vijftien; ze
groeit onrustbarend, en ik zal moeite heb
ben haar nog twee jaar in de korte rok
ken te houden. Maar in elk geval, je vader
heeft je in mün genegenheid aanbevolen,
en ik durf zeggen, dat, van je kinderjaren
af, deze je nooit ontbroken heeft. Nu eerst
je grootmoeder en daarna je tante, de
religieuze, je met zooveel liefde hebben op
gevoed, ben ik niet minder bereid voor je
te zorgen als voor mün eigen dochters,
en ik herhaal het: mün huis is het jouwe.
Schrijf me spoedig, alles wat jou betreft,
en houd me op de hoogte van je plannen.
Je zusters zenden je haar groet, en ik,
waarde Marie-Claire, ik omhels je har
telijk.
P.S. Natuurlük kon ik niet naar de be
grafenis komen. Een reis naar Parijs, in
welke omstandigheden ook, gaat boven de
kracht van mün inkomen. En even natuur
lük, wanneer je bü ons komt, wat me
overigens een groote voldoening zou zün,
zullen mün lasten nog zwaarder worden.
Versta me echter goed: ik constateer
slechts een feit, zonder my er over te be
klagen. In tegendeel!"
Gedurende de lezing van dit langdradig en,
misschien onbewust, kwetsend schrüven, had
meer dan eens een blos Marie-Claire's gelaat
overdekt, terwül haar oogen van verontwaar
diging gloeiden.
Toen ze ten slotte het hoofd ophief, ont
moette zü den donkeren blik van juffrouw
d'Albrègue, en opnieuw bloosde zü, daar ze be
greep dat deze oogen zich geen oogenblik van
haar hadden afgewend, als wilden ze eiken in
druk opvangen. Zü frommelde den brief in haar
hand samen met een soort van schrik, alsof die
oplettende zwarte kükers van verre de regels
hadden kunnen ontcüferen door mevrouw Sol-
hès ten laste van juffrouw d'Albrègue neerge
schreven. Een oogenblik moest ze naar haar
woorden zoeken.
Natuurlük, zei ze met berekende kalmte,
verwacht mijn stiefmoeder müEn daarom
zal 't maar het beste zün, als ik terstond ver
trekdezen avond.... Ik zou u hier slechts
hinderen.
Mü hinderen? Dat zeker niet. Maar ik heb
ook haast naar huis terug te keeren, en het zou
voor u smartelük zün, al is het onvermüdelijk,
al deze voorwerpen te zien verstrooien, die u zoo
gemeenzaam zün.
De verspreiding van al deze meubelen, an al
deze gedachtenissen? Marie-Claire vroeg zich af
waarom dit onvermüdelük was, waarom deze
oude vrüster, die een groot huis bewoonde, niet
alles medenam, wat haar zuster had toebehoord.
Maar dezen avond vertrekken, hernam juf
frouw d'Albrègue, dat is zoo heel gauw, en dat
na zooveel vermoeienis. Zal ik uw stiefmoeder
maar telegrafeeren, dat u blijft tot morgen of
overmorgen?
Laat het dan morgen zijn, als u wilt.
Juffrouw d'Albrègue zweeg eenige oogenblik-
ken; misschien dacht ze, dat het meisje haar
iets omtrent den brief zou mededeelen. Doch
daar Marie-Claire ook bleef zwijgen en nog
steeds den verfrommelden brief in de hand
hield, verliet zü de kamer en ontmoette de re-
ligieuse, die ook gereed stond te vertrekken.
Blüft u niet met ons dineeren, zuster? U
zoudt na al die vermoeienis wat kunnen uit
rusten.
Dank u wel, mejuffrouw, maar ik ben zoo
blü weer naar ons klooster te mogen gaan. Mis
schien word ik dezen avond wel weer op een
andere wake uitgezonden, en ik zie zoo gaarne
ons dierbaar huis terug.
Ja, dat begrijp ik. U geniet zoo weinig van
uw leven als religieuse. Toch moet er reeds een
groote kracht in gelegen zijn te weten, welk eqn
hechte band u met uw zusters vereenigt.
En gaat juffrouw Marie-Claire ook heen?
Ja, maar zü zal niet al te gelukkig zün,
vrees ik, in een huis, waar men niet kan be
sluiten de armoede te aanvaarden, doch waar
men om deze te verbergen meer moeite doet.
meer last aanvaardt, dan noodig zou zün om
zich met werken een eerlük bestaan te verschaf
fen. Wat denkt u van dit kind zuster? Mij
dunkt, u moet allen wel een weinig zielkundige
wezen en spoedig een karakter doorgronden.
Dit huis was, dunkt me, wel een beetje
lichtzinnig, zei de religieuse, om zich heen zien
de. Doch Marie-Claire heeft zich bij haar tante
bewonderenswaardig gedragen. Er sluimeren
soms krachten in ons, waarvan wü zelf het
bestaan niet vermoeden.
Bezit ze geestkracht?
De religieuse dacht een oogenblik na.
Niet in den gewonen zin van het woord,
zei ze dan. Er schuilt in haar meer een kracht
van geduld en lüdzaamheid, en als ze geest-
kracht moet toonen, komt die veeleer uit het
hart, dan uit het karakter. Ik weet niet, of ik
haar goed beoordeel, en of u mü ten volle be
grijptZü is zeer jong, zeer vrouwelük, en
in haar droefheid heeft ze opwellingen getoond
waarvoor de goede God gevoelig is; daarvan
ben ik zeker!
Ik zal haar niet uit het oog verliezen, be
sloot juffrouw d'Albrègue. Dank u wel, zuster,
voor uw goede zorgen. Marie-Claire zal wel
schreien als ze u vaarwel zegt: u behoort ook
een weinig tot het verledene, dat voor haar
gaat verdwijnen.
IV.
Marie-Claire had zich in haar kamer terug
getrokken, terwül juffrouw d'Albrègue met een
makelaar het huis doorliep. Alles, wat op de
nabijzijnde ontknooping wees, was het meisje
pünlük, en eerst-toen de zakenman vertrokken
was, kwam ze weer te voorschün. Onrustig keek
ze naar de pendule, want nog één zorg kwelde
'haar, en ze moest zich geweld aan doen om
kalm en onverschillig tot de dienstbode te kun
nen zegger, dat ze voor mogelük bezoek van
vrienden thuis was.
En bijna onmiddellijk daarna klonk de schel.
Zü oehoefde niet te vragen, wie de bezoeker
was: ze kende te goed dat haastige, ongeduldi
ge belletje, en uiterlük doodkalm trad ze het
salon binnen.
(Wordt vervolgd)