Nederlanders n Aan zee heb je chique terrassen.... Tafeitjes staan daar gereed, met schoon gewassehen schortjes om, en eromheen de stoelen gerangschikt. Deftige kellners wach ten, met een schoon servet over den arm, op de gasten. De gasten, die daar komen zijn natuurlijk groote menschen. En die groote menschen doen erg deftig en plecht statig. Zij gaan keurig zitten. Let maar eens op, de manier van te gaan zitten is bestudeerd. De kellner luistertice-cream, coupe a la Jacques, whiskey soda.Dan gaan die menschen praten over de onuitstaanbare hitte, over het stoffige langs den weg, want zij zijn per auto, model 1932, aange komen. Zij overwegen of zij hier A zouden kunnen blijven dineeren. En als zij uitgepraat zijn, beginnen zij zich te vervelen en met min achting kijken zij naar J het strand, waar aan zee een drukte heerscht van menschen in kuilen en spelende kinderenZij ''llmr vervelen zich inderdaad, omdat.zij aan ze zijn ^I|§f zonder aan zee te zijn Zoo moet u de zee niet bezoeken en zeker niet met kinderen. Dan maarwat min- 4 der deftig, ofschoon de opvatting van deftig heel, heel betrekkelijk is 4 Kinderen zouden zich nog meer dan u zelf vervelen op een deftigen stoel op honderd meter van .de zee af. Kin deren moeten niet deftig als een aapje dan een glaasje drinken geeft, behoeft u er niet bij te verzuchten alweer een gulden naar de maan En waar zijn de mannen anders voor dan om de tasch mee naar het strand te sleepen Wanneer u met de kinderen naar zee gaat, dan moet u de kinderen ook plezier geven, en plezier voor de kinderen is zich te uiten in natuurlijke ongebondenheid. En als een moeder haar kinderen heerlijk bezig ziet aan het strand dan dankt zij den hemel, dat haar man geen rnillionnair is. want dan zat zij daar waarschijnlijk niet. En hare kin derenzouden vervelend spelen onder het toezicht van een gou- l vernante Dat genot, die moeder- I weelde, zelf over hare kinderen te m gaan, is meer dan een miliioen Ék waard. Dus u zijt rjjk. rijker dan Ij» menigeen, die denkt het te zijn, en het is een rijk- |f|t dom, die door de malaise niet zal worden aangetast I Zoo zat er eens een "A dame aan het strand, zon- fHmft der kinderen. Ze had een WgH badstoel genomen en in WHÈ plaats van naar de zee, zat zij in een boek te kijken. Zij hield dat boek een beetje hoog, om er tege- '"'WÊÊm lijkertijd de zonnestralen mee tegen te houden. Ze schepte dus alleen maar een beetje lucht, wat ze lila waarschijnlijk thuis ook had kunnen doen. Maar enfin, ze zat aan het strand. Toen kwam er een foto graaf voorbij en hij vroeg die dame beleefd of hij een kiekje van haar mocht maken. Bij die vraag liet die dame het boek een beetje nijdig zakkenen antwoordde weinig verder in zee Wiesje," zeide Hans, die als haar beschermend broertje de leiding op zich scheen genomen te hebben. „Ja," antwoordde Wiesje, „maar dan wordt mijn nieuwe zwembroekje nat Ach. als kinderen spelen, hebben zij zooveel plezier. En is er voor de ouders een grooter plezier dan het genoegen hunner kinderen Maar onder de jongens heb je anders nog wel rakkers. Een dikke mijnheer, van zoo naar schat ting twee honderd vijftig pond, het kunnen ook wel een paar pondjes meer geweest zijn, liep over het strand met een vouwstoeltje. U kent die vouwstoeltjes wel. Licht in het dragen en je bent onafhankelijk van welken badstoel ook. Twee leuke jongens liepen achter dien heer aan. En het begon hem op te vallen, dat die twee knapen hem volgden. „Waarom loopen jullie me achterna, kwajongens vroeg de dikkerd, terwijl hij zich omdraaide. „Och meneer, dat doe ik voor mijn broertje. Hij wil u wel eens op dat stoeltje zién zitten Dat zal waar wezen. Het moet wel een komisch gezicht zijn om een dikkerd op zoo'n stoeltje te zien balaneeeren. Kinderen kunnen leuk zijn en gevoel voor humor hebben. Maar over humor gesproken, een heer, die heel deftig in wit badpak aan het strand zat, trof het niet in de buurt van hem een nederzetting te krijgen van ras-echte Amster dammers. De resultaten van deze omgeving bemerkte hij al spoedig en woedend riep hij naar de moeder „Zoudt u die verduivelde kwajongens van u niet ver bieden met water te gooien En toen kreeg hij in onvervalseht Amsterdamsch te hooren: „Man, hou je gemakkie. Wat doe je in Santfoort as je niet eens een gijntje kan hebbe Dat hij er nog lang is blijven zitten, is wel niet te ver wachten. Daar had je Nellie. Nellie was een lief en aardig meisje, dat voor het eerst in zee had mogen baden. Toen zij uit het water was gekomen en bij haar moeder bescherming zocht, om op een natuurlijke wijze afgedroogd te worden, vroeg haar moeder belangstellend hoe zij het gevonden had. Maar Nellie keek boos. „Niks prettig mammie, ik ging op een golf zitten en toen viel ik er doorheen." Het valt niet te verwonderen, dat haar moeder wèl lachte, toen zij haar meisje haar eerste ervaring hoorde vertellen Wanneer u de prachtige foto's bekijkt op deze pagina, dan ziet u het plezier van de kinderen voor u. Dat kereltje in den linker-bovenhoek had een prachtig fort gebouwd. Ach, hierin zit niets militairistisch. De kinderen zult u de vredesgedachte toch met zoo kunnen bijbrengen, dat zij nooit meer vechten I Alle jongens vechten en ater als het verstand wat meer ontwikkeld is. zullen ze wel begrijpen, dat giftgassen, kogels en bommen geen vechten is. maar wreedheid. Zijt u erg. vredelievend, neemt u dan maar aan, dat hij een garage gebouwd heeft. Maar de zee ontziet de kunst van den boum weester niet. Hij behoeft met te wachten >p den tand des tijds. Wat deze Wanneer men met vacantie leeft Een mensch graag wat expansie heeft, Het daag'lijksch A B C moe. De kind'ren mee, je vrouw zich weert, Dé broodjes zijn ai gauw gesmeerd. Men gaat een dag naar zee toe De pret begint al in den trem, Waar kinders steeds vinden zijn Van and're dagjes-lieden. Gezaamlijk wordt er steeds gestoeid. Je vrouw kijkt nu al reeds vermoeid. En jij blijft aan 't verbieden. Als vader ben je n brave bloed, Die ook den zandkuil graven moet, Maar 'n kind kent geen genade. Je vrouw, die niets dan kletsen dee, Zegt nu ach man, ga met ze mee, Ze willen pootjes baden Juist wil je even slapen gaan. Daar komen weer die apen aan, Ze zeuren nu om broodjes. Dan moet je met ze naar een vent. Daarginder met een warentent, Voor vliegers, schoppen, bootjes En zit je met je vrouw alleen, Dan zegt ze loop eens gauw daarheen En haal me een sorbetje Je krijgt een kans. een klein kwartier, Je drinkt meteen een fijn glas bier. En dit is heel jouw pretje Naar huis toe wat gebeuren moet, Is wat de kinders zeuren doet, En jij loopt zacht te fluiten! Je denktnooit meer, met geen geweld I .Je vrouw vol trotsch elkeen vertelt „Wij waren fijn naar buiten MARTIN BERDEN. vriendelijk „Nee. loop asjeblief door, ik wil mijn portret niet laten maken „Dat begrijp ik nu ook wel," antwoordde de fotograaf gevat, „maar ik kon uw gezicht pas goed zien, toen u opkeek 1" Ziet u, zoo'n gezicht trekt een mensch, wanneer hij geen kinderen aan het strand en inde zee kan laten ravotten. Maar zoo'n gezicht zult u niet trekken, wanneer uwe bengels plezier hebben. Kinderen kunneh anders ook wel leuk uit den hoek komen. Heusch, wanneer ze een nieuw zwembroekje aan hebben, zijn ze er zuinig op Hans en Wiesje waren aan het pootjebaden, maar nog heel dicht aan het strand, zoodat nauwelijks de enkeltjes nat werden. „Je mag nog wel een beetje uit het circus op een stoel zitten en een glaasje Fosco drinken zonder te mogen morsen. Op de terrassen verveelt men zich, maar aan zee niet I Laat deftige badgasten maar een consumptie gebruiken, waar voor zij een gulden neerleggen. Wanneer u met de kinderen naar zee gaat, dan doet u ze kleeren aan waarin zij kunnen spelen En u neemt een tasch mee met fe broodjes en flcsschen kwast li of ranja. Of u koopt 1 voor een paar stuivers W id een tentje de ver- 111111 snaperingen. Dat I smaakt ze veel en veel -S, beter. Als ze dorst hebben, komen de kin- IfflgpF^ deren wel naar den kuil geloopen waar u zit en wanneer u ze tand in werkelijkheid doet, dat doet de vloed vlugger. Het water is steeds meer en meer naar het strand gekomen en langzamer hand heeft hij zijn kunstgewrocht zien afbrokkelen en wegspoelen. Zooals een wereldreiziger staat voor de puinhoopen van Pompei, zoo staat de jongen te kijken naar zijn bouwval. Rechts is een meisje water aan het verzamelen Wat ze er tenslotte mee zal doen Wees maar niet ongerust, de zee krijgt het water wel weer terug. Beneden ziet u de genietingen van het strand. Rusten op het warme mulle zand, spelen in een eigen gemaakt vijvertje. Ook al weer zoolang de zee dit gedoogt en tot dat de goiven het speelterrein overspoelen. Maar zijn de opna men niet schitterend Geven zij u niet een heerlijk idee van de ge noegens van de kinderen aan zee Brengt Uw vacantie door IN EIGEN LAND Vooral NU in Crisistijd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9