Normaal of abnormaal St. Raphaël Prikkeldraad Van de Pers-tribune Ungs de trap of langs de regenpijp DE MOEILIJKHEDEN TE IJMUIDEN Crisis oorzaak der verscherping CRISIS-ZUIVELWET Massa-manifestatie te Utrecht K DINSDAG 14 JUNI MR. HEEMSKERK f Zijn laatste rede De teraardebestelling Overleg tusschen de betrokken belang hebbenden onder leiding van mr. J. B. Kan DE HARINGVISSCHERIJ. Denkbeelden geopperd Belangrijke mededeelingen voor Boterproducenten Nieuwe Rijksmerken Partij en Levensbeschouwing Gedeelde smart halve smart? Zedemeester A.B.K. H. M. DE KONINGIN nummer van de „R. K. Werkgever" 27 Mei j i heeft Dr. Kortenhorst er op it «Ogende manier (zooals hij dat doen Vei6 zi^n voldoening over geuit, dat zoo Palstaanders voor vrijhandel-door at eri"dun geleidelijk-aan bekeerd zijn tot i^. standpunt, dat ons land het in de '8e omstandigheden niet langer zonder .6Ve handelspolitiek stellen kan: In ®e<ts op l Juli 1926 had Dr. Kortenhorst t\v6 Kamer de stelling verdedigd, dat de ^«andsehe handelspolitiek, die zich see uitend op de meestbegunstiging ba- onbruikbaar blijken moest, wanneer b6cj. °P aan komt, zelfstandig concessies te lngen op het gebied van in*.*oerrechten Kle).lleer wij eind 1925 toen Nederland tr,Q Duitschland tot overeenstemming W® komen over het afsluiten van het Cr6(j. stfactaat en van een douane- en '^overeenkomst de beschikking ge- t3rj hadden over een onderhandelings- zou, naar de toen door Dr. Korten- uitgesproken overtuiging, bereikt Geworden dat de export van onze tue faamste agrarische producten contrac ts Zou zijn gewaarborgd aangetoond V toen> dat de Nederlandsche regeering ke Duitsche handelspolitiek niet vee! Vg0 begrepen en dat Nederland in ruii W **et f 200.000.000 crediet slechts zeer tjjA'0 tegenpraestaties had kunnen be- Vm een brochure over „Het beginsel van del ®rkeerigheid bij het afsluiten van han- ty racten", uitgegeven door de A. R. K. toonde Dr. Kortenhorst aan de hand «w5e Duitsche litteratuur en de officieele tojj etl. later aan, dat Duitschlands ttij !ek stelselmatig streefde naar onder ga 'n8 en uitholling der meestbegunsti- sc^ScIausule en tijdig, n.l. in 1926 waar in,, ^de hij de Nederlandsche Regeering Vf0de funeste gevolgen, die deze politiek of laat t.o.v. onzen zeer kwetsbaren J'r'schen export zou meebrengen. e keer Oud reageerde in de zitting der ®de Kamer van 1 Juli 1926 op deze Jk°Uwingen onder meer in dezen trant' darom geloof ik, dat de Regeering ver- dig zai doen met naar de klachten h °hze handelspolitiek niet te luisteren." L. voorzitter der Vrijheidsbondsche erfractie, de heer Van Gijn (wiens verwant, de Nieuwe Rotterdamsche een week tevoren de Regeering te^oorde tot doortastenheid en flinkheid flyover Duitschland!) gaf als zijn oor- kennen, dat hij liever had gezien, atiq.ki het geheel niet onderhandeld was, k'est,!® dan over volledige en effectieve °egunstiging" en hij meende „dat 'ijifp kapdel en nijverheid er met een tijde- Sckade beter zouden zijn afgekomen (j fooais het nu zal gaan." 5 j Verst ging de heer Lovink, die op 1926 in de Kamer zeide, dat hij „op van de ervaringen, die (hij) daar- (had) opgedaan, zich met de st mogelijke klem er tegen verzette, stelsel, als door Dr. Kortenhorst kkeld, voor onzen landbouw van be- ziJn- (Hij) zou dat verderfelijk t>r b j Kortenhorst juicht nu, dat hij na 0,1 .niets van zijn woorden behoeft {j® nemen. is al zoover gekomen, dat de geheele Viseerde landbouw en industrie in Gezamenlijk onderteekend manifest ^Uit„Öe Regeering een politiek tegenover ckland heeft geëischt, gelijk Dr. §tetlk°rst in 1926 verdedigde. !Sw-er n°ë' zelfs het Handelsblad heeft lijk 'ik rechtsomkeert gemaakt en staat "s een artikel van 14 Mei aan zijn -actieve" ekonomist brengt zoo kij dit a]les aiieen in herinnering Regeering te waarschuwen tegen herhaling van 1925. De misère, waarin -ff)Q(.ns thans bevinden, is voor een zeer keel te wijten aan de handelsver- kpoiitiek. I et jongste nummer van de R. K. J^gever is Dr. Kortenhorst nog eens ketzelfde chapiter teruggekomen 'sn 5en uitroep: „Eindelijk actieve han- ^°ll«ek." Sqei Coilstateert daar, dat het der regeering kk ernst is, om de levensbelangen ■ctjg°ns volk krachtdadig te gaan ver- ek, en nu zal het hem benieuwen, vSerÖe defaitistische elementen in de V«ch teSen den sterk uitgesproken ,yan het Nederlandsche volk in, *1(1 Iteep gaan hand" en spandiensten te ^Vjari van het Nederlandsche volk in Ze n gaan hand- en spandiensten te j" aan het buitenland, dat reeds i\6Ha n bezig is te parasiteeren op de <r6 ifpdsche koopkracht, kgel is nu door de kerk. Gaerre comme a la guerre! ons Kamerlid naar onze mee- h omen terecht aan deze dingen JJde, en blijkbaar vooral de eenigs- 'M ''t g naar de toekomstige gedragingen «6 k-r, uscne Koopxracnt. la Gel is nu door de kerk. suerre comme a la guerre!" v.V ietwat ondeugende vrijmoedigheid Vk y01k ^kerd -Styl dagende toon, waarop hij zijn be- 't S naar de toekomstige gedragingen 3bpd éfaitistische elementen" uitsprak, l^n ke chr.-hist. „Nederlander" intus- "t>r anig ontstemd. V (^Kortenhorst maakt krisiswinst", fj..k Jkt het biad smaiend op: we bele- aks volstrekt abnormale tijden K oop. z'in abnormale maatregelen voor ekblik onmisbaar: t'H G^Vqpi 'kis kabinet, dat nadrukkelijk kes0®'kn deelt der vorige kabinetten fkanks zich genoopt om tijdelijk k u wenden. De Staten-Generaal, 1-';,.^e}1j';rotectionisten en activisten zon- Vek l6n twijfel in de minderheid zijn, Se^Jkettemin de regeering. kg en Kamer beide betreuren, dat de abnormale wegen tijdelijk helaas moeten ingeslagen worden." r Het blad maakt naar aanleiding van Dr. Kortenhorst's schrijven twee opmer kingen: „Men kent het woord van dr. Colijn, dat de normale weg om van de tweede verdie ping naar beneden te komen, loopt langs de trap; zij het ook, dat iemand zoo de trap reeds in brand staat zich langs de regenpijp redt. Nu komt er brand; de bewoner glijdt omlaag langs de regenpijp. En op straat roept iemand bij dat schouwspel jubelend. „Eindelijk de regenpijp! Altoos heb ik be weerd, dat niet de trap doch de regenpijp normaal is. Thans zijt gij het met mij eens!" Hoe noemt men den man op straat, die dit roept? Ziehier onze ééne opmerking. De andere luidt zóó: dat mr. Korten horst wel heel tactloos is. Want allen, die het in normale tijden houden met de trap, weten nu nog eens weder met volledige klaarheid, wat de re genpijp-advocaat normaal acht ook in nor male tijden. Hij eindigt zijn artikel met den juich toon: „De kogel is door de kerk. A la guerre comme a la guerre!" Dit is een juichtoon, wel te verstaan; gene klaagzang noch zelfs een waarschu wing. Vechten! Oorlog! Die het houden met de trap, zijn nu klaar gewaarschuwd. Men weet, wat mr. Kortenhorst en zijn organisatie willen, waarheen zij de regeering stuwen willen." Het is geen toeval, dat de „Nederlander" zich de herinneringen en de „benieuwing van Dr. Kortenhorst 'n beetje aantrekt in chr.-hist. kringen toch zijn er velen, die eerst te elfder ure en dan nog met bibberende onzekerheid en met groote schroom tot het inzicht gekomen zijn dat 't zóó niet langer ging. In zijn ontstemming toont zich het blad echter niet volkomen billijk tegenover Dr. Kortenhorst. Zooals wij zullen aantoonen. Aan een waardeerend artikeltje van den par- lementsredacteur van „Het Volk" over den ge- vierden Staatsman ontleenen wij het volgende: „Vrijdag 27 Mei. De eerste termijn van het debat in de Tweede Kamer over de Gods. lasteringswet loopt ten einde. Reeds wil dé voorzitter het woord geven aan den minister van Justitie om een aanvang te maken met zijn verdediging van het wetsontwerp. Maar aan de rechterzijde gaat nog een hand omhoog en een laatste spreker rept zich naar het spreekgestoelte. Het is de bijna tachtigjarige mr. Th. Heems kerk, die het woord heeft gevraagd. De aan dacht van de Kamerleden en de journalisten wordt op nieuw gespannen, want nog altijd is de grijze parlementariër, een meesterlijk redenaar en -zijn korte toespraken zijn steeds een genot om naar te luisteren. Maar ditmaal vervult zijn woord de toehoorders .met eenige verwondering. Want er klinkt een zeldzame ontroering in de stem van den grijsaard, de bijna nimmer ontbrekende, luchtige scherts blijft achterwege, de toon is van een onge wone forschheid. Mr. Heemskerk verdedigt het wetsontwerp tegen de daarop gerichte aanvallen, doch keert zich met name tot het jongste lid der Kamer, den heer Peereboom, die dezen middag zijn eerste redevoering heeft gehouden en zich daarbij eenige plagerij in Lingbeekschen stijl jegens de anti-revolution- nairen heeft veroorlopfd. De Kamer luistert in doodsche stilte naar deze afstraffing. De communist De Visser waagt een interruptie, die door den slagvaardigen debatter aanstonds opgevangen en koel-hooghartig terug gewezen wordt. De geheele rede neemt niet meer dan tien minuten in beslag, doch men gevoelt; dit is het hoogtepunt van het debat geweest. Hier werd gesproken ui de volheid des gemoeds. Mr. Th. Heemskerk heeft maar dat weten de luisteraars op dit oogenblik nog niet zijn laatsten oratorischen triomf gevierd in het parlement, waarvan hij bijkans vijf en twintig jaar een sieraad is geweest en waarmede hij gedurende ongeveer een dozijn jaren als minister heeft mogen debatteeren. Den volgenden dag wordt hij in een Utrechtsch ziekenhuis opgeno men tot het ondergaan eener operatie, die niet meer door herstel zal worden gevolgd." Naar wij vernemen zal het stoffelijk overschot van Mr. Heemskerk Donderdag a-s. op de alge- meene begraafplaats te Den Haag ter aarde wor. den besteld. Op de vragen van den heer Drop betref fende van Regeeringswege te nemen maatrege len in verband met de bedrijfsmoeilijkheden in het Trawlvisscherijbedrijf te IJmuiden, heeft Minister Ruys de Beerenbrouck, Minister van Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken, en Minister Verschuur, Minister van Economische Zaken en Arbeid geantwoord: Het is aan de Regeering bekend, dat de be drijfsmoeilijkheden in het trawlvisscherijbedrijf te IJmuiden zich de laatste weken zoodanig hebben verscherpt, dat ongeveer drie vierden van de plaatselijke stoomtrawlervloot zijn opge legd, waardoor een groot aantal arbeiders in de visscherij en de nevenbedrijven geheel of gedeeltelijk werkloos is. Deze verscherping der bedrijfsmoeilijkheden is minder een gevolg van de reeds lang bestaande ongunstige toestanden in het trawlvisscherijbe drijf te IJmuiden, waarmede het onderzoek der departementale commissie zich bezighoudt, doch vindt meer in het bijzonder haar oorzaak in omstandigheden, voortvloeiende uit de alge- meene crisis. Door de Regeering is bereids besloten overleg te bevorderen met en tusschen het gemeente bestuur van Velsen, het Staatsvisschershaven- bedrijf, de vereenigingen van reeders en hande laren, de vakbonden van arbeiders in de be trokken bedrijven en vertegenwoordigers der nevenbedrijven, ten einde na te gaan, wat door samenwerking van alle daarbij betrokken be langhebbenden ter bestrijding van de groote moeilijkheden van het oogenblik kan worden gedaan. Tot haar groote voldoening kan de Regeering mededeelen, dat Staatsraad mr, J. B. Kan be reid bevonden is de leiding van bedoeld over leg op zich te nemen. Het hoofdbestuur van de Reedersvereeniging voor de Nederlandsche Haringvisscherij, daar bij gesteund door plaatselijke vereenigingen te Vlaardingen, Scheveningen en Katwijk, heeft zich inderdaad tot de Regeering gewend met het verzoek, zoo noodig door het verleenen van een geldelijken toeslag, minimumprijzen voor de verschillende soorten der in 1932 aan te voeren Hollandsche haring te garandeeren, ten einde .het langs dien weg mogelijk te maken, dat in dit seizoen de geheele haringvloot, zij het ook in beperkte mate, wat den tijdsduur der vis scherij en het door ieder vaartuig te bezigen aantal netten betreft, aan de visscherij zal kun nen deelnemen. Aangezien het aan de Regeering, uit aan haar verstrekte inlichtingen was gebleken, dat met voldoende zekerheid mocht worden aange nomen, dat een groot gedeelte der schepen dit seizoen ook zonder den gevraagden geldelijken steun zou kunnen uitvaren, heeft zij gemeend, het verzoek te moeten afwijzen. De Regeering, overtuigd van de noodzakelijk heid, dat de haringvisscherij dit jaar, met het oog op de te verwachten moeilijkheden bij den afzet van het product, in beperkten omvang zal moeten worden uitgeoefend, heeft aan de be trokken belanghebbenden te kennen gegegeven, dat het nemen van daartoe strekkende maat regelen in de eerste plaats ligt op den weg van de Reedersvereeniging, en dat de taak van de Regeering zich daarbij moet bepalen tot het desverlangd verleenen van haar medewerking, waartoe zü zich tegenover het hoofdbestuur der Reedersvereeniging bereid verklaard heeft. Onder voorzitterschap van den oud-minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, mr. J. B. KaA, had Maandagmiddag te Velsen een bespreking plaats tusschen verschillende verte genwoordigers van belanghebbenden bij het vis- scherijbedrijf te IJmuiden, waarbij ook het ge meentebestuur van Velsen en de directeur van het Staatsvisschershavenbedrijf tegenwoordig waren. In bespreking kwamen onderscheidene maat regelen, welke zouden kunnen strekken om den nood in het bedrijf te lenigen. Verschillende daarvan, als eischende een langere voorberei ding en ingrijpende reorganisatie, moesten wor den overgelaten aan de commissie, welke onder voorzitterschap van den oud-burgemeester Rij- kens den toestand bestudeert. Voor werkverschaffing Als een maatregel, welke voor spoedige ver wezenlijking dringend van alle zijden werd aan bevolen, kwam het voorstel om de steunrege ling, welke wekelijks duizenden kost, zooveel mogelijk in werkverschaffing om te zetten. Dit zou kunnen geschieden in den vorm van een garantie voor de besomming, in een prijszetting van de visch, of wellicht nog op andere wijze. Daarnevens werd betoogd, dat de afzet van visch zou zijn te vergrooten door te trachten contingeeringen van buitenlandsche regeerin gen te verruimen en vooral het vischgebruik in het binnenland aan te moedigen. Als stap daartoe werd o.m. aanbevolen verstrekking van visch aan steuntrekkenden. Verscheidene andere denkbeelden vonden nog bespreking, welke de voorzitter beloofde met den meesten spoed ter kennis van de Regee ring te brengen. In verband met de op handen zijnde uitvoe ring der Crisis-Zuivelwet, wordt het /Volgende ter kennis gebracht van boterproducenten: De heffing, welke binnenkort, d.w.z. omstreeks 1 Juli a.s. zal gelden voor boter, dient te wor den voldaan door aankoop van crisisbotermer- ken. Boter, welke van een dergelijk merk niet is voorzien, mar alsdan niet meer worden ver voerd, verkocht etc. Deze crisis-botermerken worden verkrijgbaar gesteld in twee soorten. De eerste soort wordt gevormd door de ge wone reeds bestaande Rijksbotermerken, welke uitsluitend kunnen worden gebruikt door pro ducenten, die zijn aangesloten bij een Boter- contrölestation onder Rijkstoezicht. Het Rijks- botermerk in den vorm van het definitieve criSis-botermerk, verschilt in zooverre van het bestaande Rijksbotermerk, dat daarop zijn aan gegeven de gewichten der hoeveelheden boter, waarvoor deze merken dienen. Uitgegeven zul len worden: A. merken voor Kg. boter M 2K 5 en 10 Kg. boter. 25 B. C. D. \5 E- 50 Zeer vele bij een Botercontrölestation aan gesloten producenten, zullen op het tijdstip van het in werking treden der wet nog in het be zit zijn van een voorraad der gewone Rijks- merken, zonder aanduiding van eenig gewicht; deze voorraden kunnen op de gewone wijze worden opgebruikt. De tweede soort crisisbotermerken zal be stemd zijn om uitsluitend te worden gebruikt door boterproducenten, die op dit oogenblik niet bij een Botercontrölestation zijn aange sloten. Ten behoeve van deze boterproducen ten, die onder de werking der Orisis-Zuivelwet, onder toezicht van één der contrólestations als vorenbedoeld, gesteld zullen zijn, worden afzon, derlijke crisis-botermerken beschikbaar ge steld, welke zullen worden vervaardigd in ge heel dezelfde series als de Rijksbotermerken vorenbedoeld. Zij zullen zijn voorzien van de gewichtsaanduidingen, hiervoren reeds genoemd voor de bestaande Rijksbotermerken. Gelijk bekend is, worden op dit oogenblik door talrijke boterproducenten in plaats van de eerdergenoemde A. merken, wikkelpapieren gebruikt, in welk geval het gewenschte A. merk op het wikkelpapier is gedrukt. Ook in het ver volg zal het gebruik van dergelijke wikkelpa pieren op de gewone wijze kunnen doorgaan. Naar te verwachten is, zullen echter ook on der de producenten, die voortaan onder toe zicht van een Contrölestation zijn gesteld, er velen zijn, die in stede van één der bedoelde A. merken, gebruik wenschen te maken van een daarmede overeenstemmend wikkelpapier. Ook hiervoor is de mogelijkheid open gelaten en wordt hieronder, in verband met den ver- eischten spoed, het navolgende, bij wijze van voorloopig bericht, ter kennis gebracht van alle betrokken boterproducenten. Wikkelpapieren Behalve de afzonderlijke merken (welker ver. strekking geen moeilijkheden zal opleveren) is het gewenscht, dat ook de vorenbedoelde wik keipapieren in het bezit van belanghebbenden zijn op den datum, met ingang waarvan de Crisis-Zuivelwet in werking treedt. Met het oog nu op den beperkten termijn en den tijd, welke met het gereedmaken der wikkels gemoeid zal zijn, worden hierna opgesomd de voorschriften, welke t.a.v. de beschikbaarstelling en de afle vering, alsmede het gebruik der wikkelpapieren, zullen gelden, zulks teneinde stagnatie in de aflevering zooveel mogelijk te voorkomen. Daar de niet bij een Boter- of Kaascontröle- station aangesloten producenten, ten aanzien van het gebruik der crisisbotermerken, gelijk reeds gezegd, voortaan onder toezicht van een dergelijk station gesteld zullen zijn, is zoowel het model der wikkelpapieren, als de wijze waarop deze van het crisisbotermerk zullen worden voorzien, onderworpen aan de goed keuring van den wnd. Directeur-Generaal van den Landbouw. Met betrekking tot de beide vorenbedoelde punten zullen de volgende eischen gelden: De aan den wnd. Directeur-Generaal van den den Landbouw te richten aanvrage om goed- keuring, dient vergezeld te gaan van modellen- wikkelpapier in zesvoud, onder vermelding van de hoeveelheid boter, waarvoor elk der inge zonden modellen zal dienen. Op gelijke wijze wordt gehandeld, wanneer wijziging van de wikkelpapieren wordt ver langd. De beslissing op de aanvrage wordt zoodra mogelijk medegedeeld aan den belanghebbende, aan de met de controle op het bedrukken be laste ambtenaren, alsmede aan de drukkerij, die met de uitvoering is belast, onder bijvoe ging van een gewaarmerkt model van elk wik kelpapier, voor welks gebruik vergunning is verleend. De verrekening van het bedrag der heffing, hetwelk de bijgedrukte crisis-botermerken ver. tegenwoordigen, vindt plaats via het Boter- of Kaascontrölestation in welks ressort de be trokken producent woonachtig is, volgens door dit station aan te geven regelen. De ressorten dezer stations worden hierna genoemd Bestellingen voor het bijdrukken van het crisis-botermerk op vooraf goedgekeurde inwik- kels dienen te worden gericht aan den Direc teur van het Boter- of Kaascontrölestation in welks ressort de aanvrager gevestigd is. Het betrokken contrölestation geeft na accoordbe- vinding de bestelling zoo speedig mogelijk door aan den Rijkszuivelvisiteur S. H. Sybrandy, Mauritsstraat 22, Zwolle, welke ambtenaar is belast met het toezicht op het bijdrukken van het crisis-botermerek en op de tijdige en juiste aflevering van de betreffende wikkelpapieren. Toor het bijdrukken van het crisis-botermerk is aangewezen de firma H. Tulp te Zwolle, aan welke de wikkels franco huis moeten worden geleverd onder advies van de verzending aan genoemde firma door den afzender. Ten slotte wordt met betrekking ot de crisis botermerken, welke bestemd zijn om op de waar zelf te worden aangebracht, medegedeeld, dat bestellingen op deze merken, onder opgave van de verlangde aantallen en soorten, even eens behooren te worden gedaan bij' het Con trölestation, waarbij de betrokken producent is ingedeeld. Ook ten aanzien van laatstbedoelde merken vindt verrekening van het bedrag der heffing plaats via het betrokken contrölestation. Belanghebbeftden wordt ten zeerste aanbevo len de benoodigde merken en/of wikkelpapie ren ten spoedigste te bestellen, daar na het inwerking treden der Crisis-Zuivelwet, het ver voeren, verkoopen, voorhanden hebben of af leveren van boter, welke niet is voorzien van één der door den Minister van Economische Zaken en Arbeid in verband met de uitvoering van de Crisis-Zuivelwet vast te stellen merken verboden is. De jaarlijksche bondsdag van den Ned. R.K. Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel „St. Raphaël" had Zondag in de stad Utrecht plaats. Het programma van dezen dag werd naar Roomschen trant geopend, met een algemeene H. Mis, gecelebreerd door den Zeereerw. heer G. W. B. Schilte, in de parochiekerk van O. L. Vrouw ten Hemelopneming aan de Biltstraat. Na de H. Mis had een optocht plaats welke werd geformeerd in de omliggende straten. Leden van de Jonge Werkman en de R.K. Ver kennersbeweging zorgden ervoor, dat dit op stellen vlug en voor de deelnemers op prettige en gemakkelijke wijze plaats vond en men weldra op kon trekken. Vooraf gegaan door de Nieuwe Harmonie, die een vlot marsch-tempo aangaf, trok een 58-tal groepen in gesloten formatie via de Mgr. v. d. Weteringstraat en de Maliestraat naar de Maliebaan, waar gedefileerd werd langs het paleis van den Aartsbisschop. Door de Nachtegaalstraat, Mulderstraat, de Lith de Jeudestraat en de Kruisstraat trok men vervolgens naar het Concertgebouw „Tivoli", waar een algemeene vergadering werd ge houden. Het duurde ruim een half uur, voordat de vele duizenden hun plaatsje hadden gevonden en de heer Hellemans uit Boxtel, bondsvoorzit ter, het openingswoord spreken kon. Het woord was hierna aan den heer A. C. de Bruyn, voorzitter van het R. K. Werklieden verbond. Aan deze rede ontleenen wii het vol gende: Hebt gij in het verleden uw altijd massalen en ook daardoor aantrex- keijken „parade- dag met opge wektheid en met veelal blij -sociaal vooruitzicht ge houden, kondet gi) toen feestredenaars als sprekers doen optreden,, die in opgewekte taal tot u spraken,, thans zijn de economi sche en sociale om standigheden van A. C. de Bruyn dien aard, dat deze bijeenkomst, welke gehou den wordt midden tusschen de onderhandelin. gen gericht op loonsverlaging in, een ganscn ander karakter heeft. Thans zal ook de op het programma aangekondigde „feestrede" er een zijn tusschen aanhalingsteekens. Konden verschillende uwer vorige demon stratieve vergaderingen positief worden inge steld op uitbreiding, verdieping, verbreeding van hetgeen gij in sociaal en stoffelijk opzicht door uw organisatie, door „St. Raphaël" in den lobp van de jaren met taaie vasthoudendheid verworven had, waart gij, gelijk onze geheele katholieke vakbeweging, in het door „Rerum Novarum" losgeslagen en door „Quadragesimo Anno" bevestigde offensief, thans verkeert uw bond, verkeert de vakbeweging in een defen- De heer en mevrouw Wibaut hebben, zoo als men weet, over het huwelijk een boek geschreven, dat geheel andere normen geeft, dan in christelijken kring juist worden ge acht. Over dit boek schrijft nu de heer G. van Veen, zelf sociaal-democraat, in „Het Kind", o.a. het volgende: Onze „christelijke en maatschappe lijke deugden" krijgen hier een stille begrafenis op de wijze, waarop een rijk, voornaam, autonoom familielid een arm lid van het geslacht in 't graf legt. Geen spoor van besef, van wat daar aan deze koele hooghartige begrafenis vast zit voor individu en gemeenschap beide. Het is een ellendige gewaarwording, als je bijna dertig jaar in een beweging meeloopt als ik, te ervaren, dat je in kwesties van directe levens-aanvoeling burger bent van een gansch andere we reld dan je voormannen. Ds. v. R. teekent in de „Ned." hierbij aan: De S. D. A. P. zegt: de levensbeschouwing van onze leden doet niet ter zake. Ieder, die ons economisch doel aanvaardt, is welkom. Onzerzijds is dit standpunt steeds bestre den. Wij meenen, dat het geestelijke voorop gaat en dat het economische in de tweede plaats komt. Ook in de S. D. A. P. De heer Van Veen bevestigt door zijn op merking volkomen onze meening. Hij klaagt, dat hij „in kwesties van directe le vensaanvoeling burger is van een gansch andere wereld dan zijn voormannen." Maar wat bewijst deze klacht anders dan dat ook volgens hem, den sociaal-demo craat, de levensbeschouwing, en niet het economische doel, het stre /en der partij be paalt? In de „Soc.-Dem." komt de heer J. v. d. Kieft, een bekende figuur in de religieus- socialistische beweging, met een plan, dat een tempering van het leed der werkloos heid bedoelt door middel van een zekere verdeeling der werkloosheid over de massa der arbeiders: „Hetgeen ik bedoel, komt op het volgende neer. In een groot aantal takken van be drijf, waarin massale productie plaats vindt, wordt dezelfde soort arbeid door een belangrijk aantal arbeiders verricht. Ver mindert de werkgelegenheid, dan worden arbeiders ontslagen en voor onbepaalden tijd uit wandelen gestuurd. Wanneer in een bedrijf 200 man werkzaam zijn en de werk gelegenheid vermindert tot van het nor male, dan krijgen 50 man gedaan en wor den aan 0e werkloosheid prijs gegeven. Dit nu blijkt mij principieel fout. Een redelijke oplossing zou zijn, dat nu iedere arbeider drie weken werkte en daar na een week werkloos was. Natuurlijk zou hierbij een rouleer-systeem moeten worden toegepast, zoodat voortdu rend 150 man tewerk gesteld werden, doch niet> voortdurend dezelfde 150 man. Een dergelijk systeem kan met overleg en goe den wil waarschijnlijk voor een geheele industrie worden toegepast, zeker wanneer die in een bepaalde landstreek is samenge trokken. Dat kan ook voor elke onderneming, waarin door een aantal arbeiders of ar beidsters gelijksoortig werk wordt verricht. Onlangs werd op de aandeelhoudersver gadering van Philips meegedeeld, dat in Eindhoven nog 9500 menschen in de onder neming werken. Daar zouden waarschijn lijk 2000 menschen aan de lichaam en ziel slopende werkloosheid kunnen worden onttrokken, indien een rouleersysteem werd toegepast, waarbij ieder na 4 weken arbeid 1 week werkloos zou zijn. Dit systeem behoeft zich niet tot de par ticuliere ondernemingen te beperken. Een arbeidsreserve in een groote stad, die voor onbepaalden tijd arbeiders uit overheidsbe drijven in zich opneemt, is een instelling, die onder de tegenwoordige omstandighe den als volmaakt onvoldoende moet wor den afgewezen. Ook in overheidsbedrijven moet een rouleer-systeem doorvoerbaar zijn. Erkend moet worden, dat het probleem van de materieele werkloozen-ondersteu- ning en uitkeering hierdoor slechts weinig van aard verandert, maar wanneer het overgroote gedeelte van de arbeiders, zij het ook voor korten tijd, regelmatig met de ellende van de werkloosheid kennis maakte, zou dit stellig den drang naar een behoorlijke werkloozenverzekering verster ken. Voor de arbeidersklasse en voor de maatschappij in het algemeen zou hierdoor aan den verruwenden en verslappenden invloed van de werkloosheid paal en perk gesteld kunnen worden. Bovendien zou de voor tde arbeidersklasse schadelijke en steeds scherper wordende tegenstelling tus schen werkende en werklooze arbeiders zich aanmerkelijk wijzigen. Het is wel niet voor tegenspraak vatbaar, dat een steeds groeiend leger van perma nent werkloozen voor het loonpeil en het levenspeil van de werkende arbeiders een gróót en dreigend gevaar zal kunnen vor- Het is voorzeker een nobel plan, dat de heer v. d. Kieft hier ontvouwt en het plan verdient dan ook sympathieke belangstel ling in alle kringen. Vooral de solidariteitsgedachte, waarvan dit plan uitgaat, is mooi. Moeten we vreezen: Te mooi om waar te zijn? Onlangs werd het stoffelijk overschot van Anita, in haar tijd een der vrouwen van Garibaldi, naar een nieuw graf overge bracht, en „De Maasbode" noemde dit „den optocht met het lijk van Anita, één van de meerdere vrouwen, waarvoor de „held" aan een zekere hartzwakte leed", onlangs werden in „De Tijd" Multatuli's theorieën besproken, waarbij in zeker ver band gewag gemaakt werd van 's schrijvers „harem-leven." Deze herinneringen hebben A. B. K. van „Het Volk" in heiligen toorn doen ontste ken en in een hoofdartikel in het roode orgaan zedenmeestert hij heftig, dat 't niet te pas komt, aldus tezedenmeesteren. „De Maasbode" deed zoo heet het een „laaghartige (n) uitval tegen een his torische figuur, in diens meest-persoonlijke leven, waarvan ons de roerselen onbekend zijn uiteraard", en „De Tijd" maakte zich jegens Mutatuli aan „grievenden smaad" schuldig A. B. K. tart nu: „Wat staat er in de Schrift over de „hart zwakte" voor „meerdere vrouwen", waar aan Koning David „leed", de herderszoon uit Betlehem, uit wiens Huis als hoogste glorie stammen moest, Joseph, de echt genoot van Maria?" En hij tart verder: „Nóg een vraag: Indien de verzameling wordt geraadpleegd van de „hartzwakten voor vrouwen", welke de stad Rome in der eeuwen loop aanschouwd heeft bij aller hoogste personages, komen er dan óók niet top-figuren voor den dag, waaraan juist de katholieken in d i t verband bij voor keur liefst niet worden herinnerd?" Het teekent 't treurig profanatievermo gen, waartoe A. B. K. in staat is, dat hij niet schroomt, de zonden van David te noemen in verband met Christus' afstam ming, terwijl hij als zoon van het Oude Volk bovendien toch weet, dat eerst vele eeuwen na David Christus de strenge chris telijke huwelijkswet op aarde is komen stellen. En wat „hartszwakte voor vrouwen" in vroegere eeuwen te Rome betreft: juist on der Katholieken zullen deze de aller onge- nadigste veroordeeling vfnden. Maar ziedaar juist het verschil tusschen de zedenmeesterende Katholieke pers en zedenmeester A. B. K. De katholieke pers noemt het kwaad kwaad, omdat het kwaad is, waar het zich ook vertoont: in koning David, in hooge personages in 't historische Rome, in Ga ribaldi, in Multatuli. Maar A. B. K. wil van positief kwaad niet weten, wil het steeds verbloemen, indien hij 't al niet wil voorstellen als.... goed en schoon. A. B. K. heeft er steeds een suggestief behagen in, moreele opvattingen op haar kop te zetten en al dan niet bewust werkt hij daardoor ijverig mede aan ondermijning van het zedelijkheidsbegrip en gevoel. 'n Nieuw bewijs? In hetzelfde artikel vertelt zedemeester A. B. K., dat hij in een onzer bladen een afbeelding zag van „Tolstoi in den familie kring, waarop men den grooten man zag, gezeten tusschen zijn eerste en tweede vrouw". En uitdagend vraagt hij: „Haremleven?" „Wie durft?" Ja, wij durven! Al behoeven wij ook het woord „haremleven" niet voor onze reke ning te nemen. Wit noemen wij wit, maar zwart be lieven wij ook zwart te noemen. Zonder pardon! sieve positie, thans moet de vakbeweging, met aanwending van alle geoorloofde middelen, er allereerst alels op zetten om te behouden, wat redelijkerwijze te behouden is. Men zal zich, wil men vruchtdragend werk verrichten, van deze verwarde en "Verworden maatschappij moeten ontdoen, om daarvoor in de plaats een gansch nieuwe, een rein-Christe- lijke op te bouwen, met al^ pijlers: waarheid, recht, solidariteit. Voor méér dan 40 jaren reeds heeft de groo te Gezagsdrager Paus Leo XIH den volkeren klaar en duidelijk voorgehouden, dat, werd het roer niet radicaal omgetrokken, onze maat schappij onherroepelijk vast zou loopen. De onchristelijke chaos, gedragen door onbeteugel de hebzucht der concurrentie en door een ver slindenden woeker, werd hartgrondig verwor pen. Men heeft niet geluisterd en daarom hebben wij, katholieken, hebben wij, katholiek georga niseerde werknemers, die sedert 40 jaren Rerum Novarum als grondwet van werken en hande len hebben genomen, het recht, meer nog den plicht, den allerslechtsten, den verwaarloosden sociaal-economischen toestand van thans wel bewust aan te klagen. Publiekrechtelijke, sociale en economische be drijfsorganisatie zal orde scheppen in de voort brengingen en distributie (dwaze verhoudingen als er thans bestaan tusschen de vrij sterk- gereglementeerde semi-publieke spoorwegen en een ongebonden particulier vrachtauto-verkeer zullen dan m. i. zeker niet bestaan); de voort brenging zal zich richten niet op de particuliere belangen van slechts weinigen, doch op haar natuurlijk doel: de rechtmatige verzorging van de redelijke behoeften des volks. Na de lang toegejuichte rede van den heer de Bruyn, werd met algemeene stemmen be sloten een telegram te zenden aan Pastoor Donders, waarin de hoop werd uitgesproken op een spoedig en volledig herstel. Te ruim half vier ging men, na sluiting van den bondsdag, uiteen. Dezen zomer naar Finland? Men bericht aan de „Weser Zeitung" uit Htel- singfors, dat H. M. de Koningin dezen zomer een bezoek zal brengen aan Finland. De Flnsche pers begroet dit bezoek en acht het een bewijs van de Nederlandsch-Finsche samenwerking in economische en politieke aangelegenheden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 5