Normaal of abnormaal
St. Raphaël
Prikkeldraad
Van de Pers-tribune
Ungs de trap of
langs de regenpijp
DE MOEILIJKHEDEN TE IJMUIDEN
Crisis oorzaak der
verscherping
CRISIS-ZUIVELWET
Massa-manifestatie
te Utrecht
K
DINSDAG 14 JUNI
MR. HEEMSKERK f
Zijn laatste rede
De teraardebestelling
Overleg tusschen de betrokken belang
hebbenden onder leiding
van mr. J. B. Kan
DE HARINGVISSCHERIJ.
Denkbeelden geopperd
Belangrijke mededeelingen voor
Boterproducenten
Nieuwe Rijksmerken
Partij en
Levensbeschouwing
Gedeelde smart
halve smart?
Zedemeester A.B.K.
H. M. DE KONINGIN
nummer van de „R. K. Werkgever"
27 Mei j i heeft Dr. Kortenhorst er op
it «Ogende manier (zooals hij dat doen
Vei6 zi^n voldoening over geuit, dat zoo
Palstaanders voor vrijhandel-door
at eri"dun geleidelijk-aan bekeerd zijn tot
i^. standpunt, dat ons land het in de
'8e omstandigheden niet langer zonder
.6Ve handelspolitiek stellen kan:
In ®e<ts op l Juli 1926 had Dr. Kortenhorst
t\v6 Kamer de stelling verdedigd, dat de
^«andsehe handelspolitiek, die zich
see uitend op de meestbegunstiging ba-
onbruikbaar blijken moest, wanneer
b6cj. °P aan komt, zelfstandig concessies te
lngen op het gebied van in*.*oerrechten
Kle).lleer wij eind 1925 toen Nederland
tr,Q Duitschland tot overeenstemming
W® komen over het afsluiten van het
Cr6(j. stfactaat en van een douane- en
'^overeenkomst de beschikking ge-
t3rj hadden over een onderhandelings-
zou, naar de toen door Dr. Korten-
uitgesproken overtuiging, bereikt
Geworden dat de export van onze
tue faamste agrarische producten contrac
ts Zou zijn gewaarborgd aangetoond
V toen> dat de Nederlandsche regeering
ke Duitsche handelspolitiek niet vee!
Vg0 begrepen en dat Nederland in ruii
W **et f 200.000.000 crediet slechts zeer
tjjA'0 tegenpraestaties had kunnen be-
Vm een brochure over „Het beginsel van
del ®rkeerigheid bij het afsluiten van han-
ty racten", uitgegeven door de A. R. K.
toonde Dr. Kortenhorst aan de hand
«w5e Duitsche litteratuur en de officieele
tojj etl. later aan, dat Duitschlands
ttij !ek stelselmatig streefde naar onder
ga 'n8 en uitholling der meestbegunsti-
sc^ScIausule en tijdig, n.l. in 1926 waar
in,, ^de hij de Nederlandsche Regeering
Vf0de funeste gevolgen, die deze politiek
of laat t.o.v. onzen zeer kwetsbaren
J'r'schen export zou meebrengen.
e keer Oud reageerde in de zitting der
®de Kamer van 1 Juli 1926 op deze
Jk°Uwingen onder meer in dezen trant'
darom geloof ik, dat de Regeering ver-
dig zai doen met naar de klachten
h °hze handelspolitiek niet te luisteren."
L. voorzitter der Vrijheidsbondsche
erfractie, de heer Van Gijn (wiens
verwant, de Nieuwe Rotterdamsche
een week tevoren de Regeering
te^oorde tot doortastenheid en flinkheid
flyover Duitschland!) gaf als zijn oor-
kennen, dat hij liever had gezien,
atiq.ki het geheel niet onderhandeld was,
k'est,!® dan over volledige en effectieve
°egunstiging" en hij meende „dat
'ijifp kapdel en nijverheid er met een tijde-
Sckade beter zouden zijn afgekomen
(j fooais het nu zal gaan."
5 j Verst ging de heer Lovink, die op
1926 in de Kamer zeide, dat hij „op
van de ervaringen, die (hij) daar-
(had) opgedaan, zich met de
st mogelijke klem er tegen verzette,
stelsel, als door Dr. Kortenhorst
kkeld, voor onzen landbouw van be-
ziJn- (Hij) zou dat verderfelijk
t>r
b j Kortenhorst juicht nu, dat hij na
0,1 .niets van zijn woorden behoeft
{j® nemen.
is al zoover gekomen, dat de geheele
Viseerde landbouw en industrie in
Gezamenlijk onderteekend manifest
^Uit„Öe Regeering een politiek tegenover
ckland heeft geëischt, gelijk Dr.
§tetlk°rst in 1926 verdedigde.
!Sw-er n°ë' zelfs het Handelsblad heeft
lijk 'ik rechtsomkeert gemaakt en staat
"s een artikel van 14 Mei aan zijn
-actieve" ekonomist brengt zoo
kij dit a]les aiieen in herinnering
Regeering te waarschuwen tegen
herhaling van 1925. De misère, waarin
-ff)Q(.ns thans bevinden, is voor een zeer
keel te wijten aan de handelsver-
kpoiitiek.
I et jongste nummer van de R. K.
J^gever is Dr. Kortenhorst nog eens
ketzelfde chapiter teruggekomen
'sn 5en uitroep: „Eindelijk actieve han-
^°ll«ek."
Sqei Coilstateert daar, dat het der regeering
kk ernst is, om de levensbelangen
■ctjg°ns volk krachtdadig te gaan ver-
ek, en nu zal het hem benieuwen,
vSerÖe defaitistische elementen in de
V«ch teSen den sterk uitgesproken
,yan het Nederlandsche volk in,
*1(1 Iteep gaan hand" en spandiensten te
^Vjari
van het Nederlandsche volk in
Ze n gaan hand- en spandiensten te
j" aan het buitenland, dat reeds
i\6Ha n bezig is te parasiteeren op de
<r6 ifpdsche koopkracht,
kgel is nu door de kerk.
Gaerre comme a la guerre!
ons Kamerlid naar onze mee-
h omen terecht aan deze dingen
JJde, en blijkbaar vooral de eenigs-
'M
''t g naar de toekomstige gedragingen
«6 k-r, uscne Koopxracnt.
la Gel is nu door de kerk.
suerre comme a la guerre!"
v.V ietwat ondeugende vrijmoedigheid
Vk y01k
^kerd
-Styl dagende toon, waarop hij zijn be-
't S naar de toekomstige gedragingen
3bpd éfaitistische elementen" uitsprak,
l^n ke chr.-hist. „Nederlander" intus-
"t>r anig ontstemd.
V (^Kortenhorst maakt krisiswinst",
fj..k Jkt het biad smaiend op: we bele-
aks volstrekt abnormale tijden
K oop. z'in abnormale maatregelen voor
ekblik onmisbaar:
t'H G^Vqpi 'kis kabinet, dat nadrukkelijk
kes0®'kn deelt der vorige kabinetten
fkanks zich genoopt om tijdelijk
k u wenden. De Staten-Generaal,
1-';,.^e}1j';rotectionisten en activisten zon-
Vek l6n twijfel in de minderheid zijn,
Se^Jkettemin de regeering.
kg en Kamer beide betreuren,
dat de abnormale wegen tijdelijk helaas
moeten ingeslagen worden." r
Het blad maakt naar aanleiding van
Dr. Kortenhorst's schrijven twee opmer
kingen:
„Men kent het woord van dr. Colijn, dat
de normale weg om van de tweede verdie
ping naar beneden te komen, loopt langs
de trap; zij het ook, dat iemand zoo de
trap reeds in brand staat zich langs de
regenpijp redt.
Nu komt er brand; de bewoner glijdt
omlaag langs de regenpijp. En op straat
roept iemand bij dat schouwspel jubelend.
„Eindelijk de regenpijp! Altoos heb ik be
weerd, dat niet de trap doch de regenpijp
normaal is. Thans zijt gij het met mij
eens!"
Hoe noemt men den man op straat, die
dit roept?
Ziehier onze ééne opmerking.
De andere luidt zóó: dat mr. Korten
horst wel heel tactloos is.
Want allen, die het in normale tijden
houden met de trap, weten nu nog eens
weder met volledige klaarheid, wat de re
genpijp-advocaat normaal acht ook in nor
male tijden.
Hij eindigt zijn artikel met den juich
toon: „De kogel is door de kerk. A la
guerre comme a la guerre!"
Dit is een juichtoon, wel te verstaan;
gene klaagzang noch zelfs een waarschu
wing.
Vechten! Oorlog!
Die het houden met de trap, zijn nu
klaar gewaarschuwd. Men weet, wat mr.
Kortenhorst en zijn organisatie willen,
waarheen zij de regeering stuwen willen."
Het is geen toeval, dat de „Nederlander"
zich de herinneringen en de „benieuwing
van Dr. Kortenhorst 'n beetje aantrekt
in chr.-hist. kringen toch zijn er velen, die
eerst te elfder ure en dan nog met
bibberende onzekerheid en met groote
schroom tot het inzicht gekomen zijn
dat 't zóó niet langer ging.
In zijn ontstemming toont zich het blad
echter niet volkomen billijk tegenover Dr.
Kortenhorst.
Zooals wij zullen aantoonen.
Aan een waardeerend artikeltje van den par-
lementsredacteur van „Het Volk" over den ge-
vierden Staatsman ontleenen wij het volgende:
„Vrijdag 27 Mei. De eerste termijn van het
debat in de Tweede Kamer over de Gods.
lasteringswet loopt ten einde. Reeds wil dé
voorzitter het woord geven aan den minister
van Justitie om een aanvang te maken met
zijn verdediging van het wetsontwerp. Maar
aan de rechterzijde gaat nog een hand
omhoog en een laatste spreker rept zich naar
het spreekgestoelte.
Het is de bijna tachtigjarige mr. Th. Heems
kerk, die het woord heeft gevraagd. De aan
dacht van de Kamerleden en de journalisten
wordt op nieuw gespannen, want nog altijd
is de grijze parlementariër, een meesterlijk
redenaar en -zijn korte toespraken zijn steeds
een genot om naar te luisteren. Maar ditmaal
vervult zijn woord de toehoorders .met eenige
verwondering. Want er klinkt een zeldzame
ontroering in de stem van den grijsaard, de
bijna nimmer ontbrekende, luchtige scherts
blijft achterwege, de toon is van een onge
wone forschheid. Mr. Heemskerk verdedigt
het wetsontwerp tegen de daarop gerichte
aanvallen, doch keert zich met name tot het
jongste lid der Kamer, den heer Peereboom,
die dezen middag zijn eerste redevoering heeft
gehouden en zich daarbij eenige plagerij in
Lingbeekschen stijl jegens de anti-revolution-
nairen heeft veroorlopfd. De Kamer luistert
in doodsche stilte naar deze afstraffing. De
communist De Visser waagt een interruptie,
die door den slagvaardigen debatter aanstonds
opgevangen en koel-hooghartig terug gewezen
wordt. De geheele rede neemt niet meer dan
tien minuten in beslag, doch men gevoelt; dit
is het hoogtepunt van het debat geweest. Hier
werd gesproken ui de volheid des gemoeds.
Mr. Th. Heemskerk heeft maar dat weten
de luisteraars op dit oogenblik nog niet
zijn laatsten oratorischen triomf gevierd in het
parlement, waarvan hij bijkans vijf en twintig
jaar een sieraad is geweest en waarmede hij
gedurende ongeveer een dozijn jaren als minister
heeft mogen debatteeren. Den volgenden dag
wordt hij in een Utrechtsch ziekenhuis opgeno
men tot het ondergaan eener operatie, die niet
meer door herstel zal worden gevolgd."
Naar wij vernemen zal het stoffelijk overschot
van Mr. Heemskerk Donderdag a-s. op de alge-
meene begraafplaats te Den Haag ter aarde wor.
den besteld.
Op de vragen van den heer Drop betref
fende van Regeeringswege te nemen maatrege
len in verband met de bedrijfsmoeilijkheden in
het Trawlvisscherijbedrijf te IJmuiden, heeft
Minister Ruys de Beerenbrouck, Minister van
Staat, Minister van Binnenlandsche Zaken, en
Minister Verschuur, Minister van Economische
Zaken en Arbeid geantwoord:
Het is aan de Regeering bekend, dat de be
drijfsmoeilijkheden in het trawlvisscherijbedrijf
te IJmuiden zich de laatste weken zoodanig
hebben verscherpt, dat ongeveer drie vierden
van de plaatselijke stoomtrawlervloot zijn opge
legd, waardoor een groot aantal arbeiders in
de visscherij en de nevenbedrijven geheel of
gedeeltelijk werkloos is.
Deze verscherping der bedrijfsmoeilijkheden is
minder een gevolg van de reeds lang bestaande
ongunstige toestanden in het trawlvisscherijbe
drijf te IJmuiden, waarmede het onderzoek der
departementale commissie zich bezighoudt, doch
vindt meer in het bijzonder haar oorzaak in
omstandigheden, voortvloeiende uit de alge-
meene crisis.
Door de Regeering is bereids besloten overleg
te bevorderen met en tusschen het gemeente
bestuur van Velsen, het Staatsvisschershaven-
bedrijf, de vereenigingen van reeders en hande
laren, de vakbonden van arbeiders in de be
trokken bedrijven en vertegenwoordigers der
nevenbedrijven, ten einde na te gaan, wat door
samenwerking van alle daarbij betrokken be
langhebbenden ter bestrijding van de groote
moeilijkheden van het oogenblik kan worden
gedaan.
Tot haar groote voldoening kan de Regeering
mededeelen, dat Staatsraad mr, J. B. Kan be
reid bevonden is de leiding van bedoeld over
leg op zich te nemen.
Het hoofdbestuur van de Reedersvereeniging
voor de Nederlandsche Haringvisscherij, daar
bij gesteund door plaatselijke vereenigingen te
Vlaardingen, Scheveningen en Katwijk, heeft
zich inderdaad tot de Regeering gewend met
het verzoek, zoo noodig door het verleenen van
een geldelijken toeslag, minimumprijzen voor de
verschillende soorten der in 1932 aan te voeren
Hollandsche haring te garandeeren, ten einde
.het langs dien weg mogelijk te maken, dat in
dit seizoen de geheele haringvloot, zij het ook
in beperkte mate, wat den tijdsduur der vis
scherij en het door ieder vaartuig te bezigen
aantal netten betreft, aan de visscherij zal kun
nen deelnemen.
Aangezien het aan de Regeering, uit aan
haar verstrekte inlichtingen was gebleken, dat
met voldoende zekerheid mocht worden aange
nomen, dat een groot gedeelte der schepen dit
seizoen ook zonder den gevraagden geldelijken
steun zou kunnen uitvaren, heeft zij gemeend,
het verzoek te moeten afwijzen.
De Regeering, overtuigd van de noodzakelijk
heid, dat de haringvisscherij dit jaar, met het
oog op de te verwachten moeilijkheden bij den
afzet van het product, in beperkten omvang zal
moeten worden uitgeoefend, heeft aan de be
trokken belanghebbenden te kennen gegegeven,
dat het nemen van daartoe strekkende maat
regelen in de eerste plaats ligt op den weg van
de Reedersvereeniging, en dat de taak van de
Regeering zich daarbij moet bepalen tot het
desverlangd verleenen van haar medewerking,
waartoe zü zich tegenover het hoofdbestuur der
Reedersvereeniging bereid verklaard heeft.
Onder voorzitterschap van den oud-minister
van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, mr.
J. B. KaA, had Maandagmiddag te Velsen een
bespreking plaats tusschen verschillende verte
genwoordigers van belanghebbenden bij het vis-
scherijbedrijf te IJmuiden, waarbij ook het ge
meentebestuur van Velsen en de directeur van
het Staatsvisschershavenbedrijf tegenwoordig
waren.
In bespreking kwamen onderscheidene maat
regelen, welke zouden kunnen strekken om den
nood in het bedrijf te lenigen. Verschillende
daarvan, als eischende een langere voorberei
ding en ingrijpende reorganisatie, moesten wor
den overgelaten aan de commissie, welke onder
voorzitterschap van den oud-burgemeester Rij-
kens den toestand bestudeert.
Voor werkverschaffing
Als een maatregel, welke voor spoedige ver
wezenlijking dringend van alle zijden werd aan
bevolen, kwam het voorstel om de steunrege
ling, welke wekelijks duizenden kost, zooveel
mogelijk in werkverschaffing om te zetten. Dit
zou kunnen geschieden in den vorm van een
garantie voor de besomming, in een prijszetting
van de visch, of wellicht nog op andere wijze.
Daarnevens werd betoogd, dat de afzet van
visch zou zijn te vergrooten door te trachten
contingeeringen van buitenlandsche regeerin
gen te verruimen en vooral het vischgebruik in
het binnenland aan te moedigen. Als stap
daartoe werd o.m. aanbevolen verstrekking van
visch aan steuntrekkenden.
Verscheidene andere denkbeelden vonden nog
bespreking, welke de voorzitter beloofde met
den meesten spoed ter kennis van de Regee
ring te brengen.
In verband met de op handen zijnde uitvoe
ring der Crisis-Zuivelwet, wordt het /Volgende
ter kennis gebracht van boterproducenten:
De heffing, welke binnenkort, d.w.z. omstreeks
1 Juli a.s. zal gelden voor boter, dient te wor
den voldaan door aankoop van crisisbotermer-
ken. Boter, welke van een dergelijk merk niet
is voorzien, mar alsdan niet meer worden ver
voerd, verkocht etc.
Deze crisis-botermerken worden verkrijgbaar
gesteld in twee soorten.
De eerste soort wordt gevormd door de ge
wone reeds bestaande Rijksbotermerken, welke
uitsluitend kunnen worden gebruikt door pro
ducenten, die zijn aangesloten bij een Boter-
contrölestation onder Rijkstoezicht. Het Rijks-
botermerk in den vorm van het definitieve
criSis-botermerk, verschilt in zooverre van het
bestaande Rijksbotermerk, dat daarop zijn aan
gegeven de gewichten der hoeveelheden boter,
waarvoor deze merken dienen. Uitgegeven zul
len worden:
A. merken voor Kg. boter
M
2K
5 en 10 Kg. boter.
25
B.
C.
D. \5
E- 50
Zeer vele bij een Botercontrölestation aan
gesloten producenten, zullen op het tijdstip van
het in werking treden der wet nog in het be
zit zijn van een voorraad der gewone Rijks-
merken, zonder aanduiding van eenig gewicht;
deze voorraden kunnen op de gewone wijze
worden opgebruikt.
De tweede soort crisisbotermerken zal be
stemd zijn om uitsluitend te worden gebruikt
door boterproducenten, die op dit oogenblik
niet bij een Botercontrölestation zijn aange
sloten. Ten behoeve van deze boterproducen
ten, die onder de werking der Orisis-Zuivelwet,
onder toezicht van één der contrólestations als
vorenbedoeld, gesteld zullen zijn, worden afzon,
derlijke crisis-botermerken beschikbaar ge
steld, welke zullen worden vervaardigd in ge
heel dezelfde series als de Rijksbotermerken
vorenbedoeld. Zij zullen zijn voorzien van de
gewichtsaanduidingen, hiervoren reeds genoemd
voor de bestaande Rijksbotermerken.
Gelijk bekend is, worden op dit oogenblik
door talrijke boterproducenten in plaats van
de eerdergenoemde A. merken, wikkelpapieren
gebruikt, in welk geval het gewenschte A. merk
op het wikkelpapier is gedrukt. Ook in het ver
volg zal het gebruik van dergelijke wikkelpa
pieren op de gewone wijze kunnen doorgaan.
Naar te verwachten is, zullen echter ook on
der de producenten, die voortaan onder toe
zicht van een Contrölestation zijn gesteld, er
velen zijn, die in stede van één der bedoelde
A. merken, gebruik wenschen te maken van
een daarmede overeenstemmend wikkelpapier.
Ook hiervoor is de mogelijkheid open gelaten
en wordt hieronder, in verband met den ver-
eischten spoed, het navolgende, bij wijze van
voorloopig bericht, ter kennis gebracht van alle
betrokken boterproducenten.
Wikkelpapieren
Behalve de afzonderlijke merken (welker ver.
strekking geen moeilijkheden zal opleveren) is
het gewenscht, dat ook de vorenbedoelde wik
keipapieren in het bezit van belanghebbenden
zijn op den datum, met ingang waarvan de
Crisis-Zuivelwet in werking treedt. Met het oog
nu op den beperkten termijn en den tijd, welke
met het gereedmaken der wikkels gemoeid zal
zijn, worden hierna opgesomd de voorschriften,
welke t.a.v. de beschikbaarstelling en de afle
vering, alsmede het gebruik der wikkelpapieren,
zullen gelden, zulks teneinde stagnatie in de
aflevering zooveel mogelijk te voorkomen.
Daar de niet bij een Boter- of Kaascontröle-
station aangesloten producenten, ten aanzien
van het gebruik der crisisbotermerken, gelijk
reeds gezegd, voortaan onder toezicht van een
dergelijk station gesteld zullen zijn, is zoowel
het model der wikkelpapieren, als de wijze
waarop deze van het crisisbotermerk zullen
worden voorzien, onderworpen aan de goed
keuring van den wnd. Directeur-Generaal van
den Landbouw.
Met betrekking tot de beide vorenbedoelde
punten zullen de volgende eischen gelden:
De aan den wnd. Directeur-Generaal van den
den Landbouw te richten aanvrage om goed-
keuring, dient vergezeld te gaan van modellen-
wikkelpapier in zesvoud, onder vermelding van
de hoeveelheid boter, waarvoor elk der inge
zonden modellen zal dienen.
Op gelijke wijze wordt gehandeld, wanneer
wijziging van de wikkelpapieren wordt ver
langd.
De beslissing op de aanvrage wordt zoodra
mogelijk medegedeeld aan den belanghebbende,
aan de met de controle op het bedrukken be
laste ambtenaren, alsmede aan de drukkerij,
die met de uitvoering is belast, onder bijvoe
ging van een gewaarmerkt model van elk wik
kelpapier, voor welks gebruik vergunning is
verleend.
De verrekening van het bedrag der heffing,
hetwelk de bijgedrukte crisis-botermerken ver.
tegenwoordigen, vindt plaats via het Boter- of
Kaascontrölestation in welks ressort de be
trokken producent woonachtig is, volgens door
dit station aan te geven regelen. De ressorten
dezer stations worden hierna genoemd
Bestellingen voor het bijdrukken van het
crisis-botermerk op vooraf goedgekeurde inwik-
kels dienen te worden gericht aan den Direc
teur van het Boter- of Kaascontrölestation in
welks ressort de aanvrager gevestigd is. Het
betrokken contrölestation geeft na accoordbe-
vinding de bestelling zoo speedig mogelijk door
aan den Rijkszuivelvisiteur S. H. Sybrandy,
Mauritsstraat 22, Zwolle, welke ambtenaar is
belast met het toezicht op het bijdrukken van
het crisis-botermerek en op de tijdige en juiste
aflevering van de betreffende wikkelpapieren.
Toor het bijdrukken van het crisis-botermerk
is aangewezen de firma H. Tulp te Zwolle, aan
welke de wikkels franco huis moeten worden
geleverd onder advies van de verzending aan
genoemde firma door den afzender.
Ten slotte wordt met betrekking ot de crisis
botermerken, welke bestemd zijn om op de
waar zelf te worden aangebracht, medegedeeld,
dat bestellingen op deze merken, onder opgave
van de verlangde aantallen en soorten, even
eens behooren te worden gedaan bij' het Con
trölestation, waarbij de betrokken producent is
ingedeeld.
Ook ten aanzien van laatstbedoelde merken
vindt verrekening van het bedrag der heffing
plaats via het betrokken contrölestation.
Belanghebbeftden wordt ten zeerste aanbevo
len de benoodigde merken en/of wikkelpapie
ren ten spoedigste te bestellen, daar na het
inwerking treden der Crisis-Zuivelwet, het ver
voeren, verkoopen, voorhanden hebben of af
leveren van boter, welke niet is voorzien van
één der door den Minister van Economische
Zaken en Arbeid in verband met de uitvoering
van de Crisis-Zuivelwet vast te stellen merken
verboden is.
De jaarlijksche bondsdag van den Ned. R.K.
Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel „St.
Raphaël" had Zondag in de stad Utrecht plaats.
Het programma van dezen dag werd naar
Roomschen trant geopend, met een algemeene
H. Mis, gecelebreerd door den Zeereerw. heer
G. W. B. Schilte, in de parochiekerk van O. L.
Vrouw ten Hemelopneming aan de Biltstraat.
Na de H. Mis had een optocht plaats welke
werd geformeerd in de omliggende straten.
Leden van de Jonge Werkman en de R.K. Ver
kennersbeweging zorgden ervoor, dat dit op
stellen vlug en voor de deelnemers op prettige
en gemakkelijke wijze plaats vond en men
weldra op kon trekken.
Vooraf gegaan door de Nieuwe Harmonie, die
een vlot marsch-tempo aangaf, trok een 58-tal
groepen in gesloten formatie via de Mgr. v. d.
Weteringstraat en de Maliestraat naar de
Maliebaan, waar gedefileerd werd langs het
paleis van den Aartsbisschop.
Door de Nachtegaalstraat, Mulderstraat, de
Lith de Jeudestraat en de Kruisstraat trok men
vervolgens naar het Concertgebouw „Tivoli",
waar een algemeene vergadering werd ge
houden.
Het duurde ruim een half uur, voordat de
vele duizenden hun plaatsje hadden gevonden
en de heer Hellemans uit Boxtel, bondsvoorzit
ter, het openingswoord spreken kon.
Het woord was hierna aan den heer A. C. de
Bruyn, voorzitter van het R. K. Werklieden
verbond. Aan deze rede ontleenen wii het vol
gende:
Hebt gij in het
verleden uw altijd
massalen en ook
daardoor aantrex-
keijken „parade-
dag met opge
wektheid en met
veelal blij -sociaal
vooruitzicht ge
houden, kondet gi)
toen feestredenaars
als sprekers doen
optreden,, die in
opgewekte taal tot
u spraken,, thans
zijn de economi
sche en sociale om
standigheden van
A. C. de Bruyn
dien aard, dat deze bijeenkomst, welke gehou
den wordt midden tusschen de onderhandelin.
gen gericht op loonsverlaging in, een ganscn
ander karakter heeft. Thans zal ook de op het
programma aangekondigde „feestrede" er een
zijn tusschen aanhalingsteekens.
Konden verschillende uwer vorige demon
stratieve vergaderingen positief worden inge
steld op uitbreiding, verdieping, verbreeding van
hetgeen gij in sociaal en stoffelijk opzicht door
uw organisatie, door „St. Raphaël" in den
lobp van de jaren met taaie vasthoudendheid
verworven had, waart gij, gelijk onze geheele
katholieke vakbeweging, in het door „Rerum
Novarum" losgeslagen en door „Quadragesimo
Anno" bevestigde offensief, thans verkeert uw
bond, verkeert de vakbeweging in een defen-
De heer en mevrouw Wibaut hebben, zoo
als men weet, over het huwelijk een boek
geschreven, dat geheel andere normen geeft,
dan in christelijken kring juist worden ge
acht.
Over dit boek schrijft nu de heer G. van
Veen, zelf sociaal-democraat, in „Het Kind",
o.a. het volgende:
Onze „christelijke en maatschappe
lijke deugden" krijgen hier een stille
begrafenis op de wijze, waarop een rijk,
voornaam, autonoom familielid een arm
lid van het geslacht in 't graf legt.
Geen spoor van besef, van wat daar aan
deze koele hooghartige begrafenis vast
zit voor individu en gemeenschap beide.
Het is een ellendige gewaarwording,
als je bijna dertig jaar in een beweging
meeloopt als ik, te ervaren, dat je in
kwesties van directe levens-aanvoeling
burger bent van een gansch andere we
reld dan je voormannen.
Ds. v. R. teekent in de „Ned." hierbij
aan:
De S. D. A. P. zegt: de levensbeschouwing
van onze leden doet niet ter zake. Ieder,
die ons economisch doel aanvaardt, is
welkom.
Onzerzijds is dit standpunt steeds bestre
den. Wij meenen, dat het geestelijke
voorop gaat en dat het economische in de
tweede plaats komt. Ook in de S. D. A. P.
De heer Van Veen bevestigt door zijn op
merking volkomen onze meening. Hij
klaagt, dat hij „in kwesties van directe le
vensaanvoeling burger is van een gansch
andere wereld dan zijn voormannen."
Maar wat bewijst deze klacht anders dan
dat ook volgens hem, den sociaal-demo
craat, de levensbeschouwing, en niet het
economische doel, het stre /en der partij be
paalt?
In de „Soc.-Dem." komt de heer J. v. d.
Kieft, een bekende figuur in de religieus-
socialistische beweging, met een plan, dat
een tempering van het leed der werkloos
heid bedoelt door middel van een zekere
verdeeling der werkloosheid over de
massa der arbeiders:
„Hetgeen ik bedoel, komt op het volgende
neer. In een groot aantal takken van be
drijf, waarin massale productie plaats
vindt, wordt dezelfde soort arbeid door een
belangrijk aantal arbeiders verricht. Ver
mindert de werkgelegenheid, dan worden
arbeiders ontslagen en voor onbepaalden
tijd uit wandelen gestuurd. Wanneer in een
bedrijf 200 man werkzaam zijn en de werk
gelegenheid vermindert tot van het nor
male, dan krijgen 50 man gedaan en wor
den aan 0e werkloosheid prijs gegeven. Dit
nu blijkt mij principieel fout.
Een redelijke oplossing zou zijn, dat nu
iedere arbeider drie weken werkte en daar
na een week werkloos was.
Natuurlijk zou hierbij een rouleer-systeem
moeten worden toegepast, zoodat voortdu
rend 150 man tewerk gesteld werden, doch
niet> voortdurend dezelfde 150 man. Een
dergelijk systeem kan met overleg en goe
den wil waarschijnlijk voor een geheele
industrie worden toegepast, zeker wanneer
die in een bepaalde landstreek is samenge
trokken.
Dat kan ook voor elke onderneming,
waarin door een aantal arbeiders of ar
beidsters gelijksoortig werk wordt verricht.
Onlangs werd op de aandeelhoudersver
gadering van Philips meegedeeld, dat in
Eindhoven nog 9500 menschen in de onder
neming werken. Daar zouden waarschijn
lijk 2000 menschen aan de lichaam en
ziel slopende werkloosheid kunnen worden
onttrokken, indien een rouleersysteem werd
toegepast, waarbij ieder na 4 weken arbeid
1 week werkloos zou zijn.
Dit systeem behoeft zich niet tot de par
ticuliere ondernemingen te beperken. Een
arbeidsreserve in een groote stad, die voor
onbepaalden tijd arbeiders uit overheidsbe
drijven in zich opneemt, is een instelling,
die onder de tegenwoordige omstandighe
den als volmaakt onvoldoende moet wor
den afgewezen. Ook in overheidsbedrijven
moet een rouleer-systeem doorvoerbaar
zijn.
Erkend moet worden, dat het probleem
van de materieele werkloozen-ondersteu-
ning en uitkeering hierdoor slechts weinig
van aard verandert, maar wanneer het
overgroote gedeelte van de arbeiders, zij
het ook voor korten tijd, regelmatig met
de ellende van de werkloosheid kennis
maakte, zou dit stellig den drang naar een
behoorlijke werkloozenverzekering verster
ken. Voor de arbeidersklasse en voor de
maatschappij in het algemeen zou hierdoor
aan den verruwenden en verslappenden
invloed van de werkloosheid paal en perk
gesteld kunnen worden. Bovendien zou de
voor tde arbeidersklasse schadelijke en
steeds scherper wordende tegenstelling tus
schen werkende en werklooze arbeiders zich
aanmerkelijk wijzigen.
Het is wel niet voor tegenspraak vatbaar,
dat een steeds groeiend leger van perma
nent werkloozen voor het loonpeil en het
levenspeil van de werkende arbeiders een
gróót en dreigend gevaar zal kunnen vor-
Het is voorzeker een nobel plan, dat de
heer v. d. Kieft hier ontvouwt en het plan
verdient dan ook sympathieke belangstel
ling in alle kringen.
Vooral de solidariteitsgedachte, waarvan
dit plan uitgaat, is mooi.
Moeten we vreezen:
Te mooi om waar te zijn?
Onlangs werd het stoffelijk overschot
van Anita, in haar tijd een der vrouwen van
Garibaldi, naar een nieuw graf overge
bracht, en „De Maasbode" noemde dit „den
optocht met het lijk van Anita, één van de
meerdere vrouwen, waarvoor de „held" aan
een zekere hartzwakte leed",
onlangs werden in „De Tijd" Multatuli's
theorieën besproken, waarbij in zeker ver
band gewag gemaakt werd van 's schrijvers
„harem-leven."
Deze herinneringen hebben A. B. K. van
„Het Volk" in heiligen toorn doen ontste
ken en in een hoofdartikel in het roode
orgaan zedenmeestert hij heftig, dat 't niet
te pas komt, aldus tezedenmeesteren.
„De Maasbode" deed zoo heet het
een „laaghartige (n) uitval tegen een his
torische figuur, in diens meest-persoonlijke
leven, waarvan ons de roerselen onbekend
zijn uiteraard", en „De Tijd" maakte
zich jegens Mutatuli aan „grievenden
smaad" schuldig
A. B. K. tart nu:
„Wat staat er in de Schrift over de „hart
zwakte" voor „meerdere vrouwen", waar
aan Koning David „leed", de herderszoon
uit Betlehem, uit wiens Huis als hoogste
glorie stammen moest, Joseph, de echt
genoot van Maria?"
En hij tart verder:
„Nóg een vraag: Indien de verzameling
wordt geraadpleegd van de „hartzwakten
voor vrouwen", welke de stad Rome in der
eeuwen loop aanschouwd heeft bij aller
hoogste personages, komen er dan óók niet
top-figuren voor den dag, waaraan juist
de katholieken in d i t verband bij voor
keur liefst niet worden herinnerd?"
Het teekent 't treurig profanatievermo
gen, waartoe A. B. K. in staat is, dat hij
niet schroomt, de zonden van David te
noemen in verband met Christus' afstam
ming, terwijl hij als zoon van het Oude
Volk bovendien toch weet, dat eerst vele
eeuwen na David Christus de strenge chris
telijke huwelijkswet op aarde is komen
stellen.
En wat „hartszwakte voor vrouwen" in
vroegere eeuwen te Rome betreft: juist on
der Katholieken zullen deze de aller onge-
nadigste veroordeeling vfnden.
Maar ziedaar juist het verschil tusschen
de zedenmeesterende Katholieke pers en
zedenmeester A. B. K.
De katholieke pers noemt het kwaad
kwaad, omdat het kwaad is, waar het zich
ook vertoont: in koning David, in hooge
personages in 't historische Rome, in Ga
ribaldi, in Multatuli.
Maar A. B. K. wil van positief kwaad
niet weten, wil het steeds verbloemen,
indien hij 't al niet wil voorstellen als....
goed en schoon.
A. B. K. heeft er steeds een suggestief
behagen in, moreele opvattingen op haar
kop te zetten en al dan niet bewust werkt
hij daardoor ijverig mede aan ondermijning
van het zedelijkheidsbegrip en gevoel.
'n Nieuw bewijs?
In hetzelfde artikel vertelt zedemeester
A. B. K., dat hij in een onzer bladen een
afbeelding zag van „Tolstoi in den familie
kring, waarop men den grooten man zag,
gezeten tusschen zijn eerste en tweede
vrouw".
En uitdagend vraagt hij:
„Haremleven?"
„Wie durft?"
Ja, wij durven! Al behoeven wij ook het
woord „haremleven" niet voor onze reke
ning te nemen.
Wit noemen wij wit, maar zwart be
lieven wij ook zwart te noemen.
Zonder pardon!
sieve positie, thans moet de vakbeweging, met
aanwending van alle geoorloofde middelen, er
allereerst alels op zetten om te behouden, wat
redelijkerwijze te behouden is.
Men zal zich, wil men vruchtdragend werk
verrichten, van deze verwarde en "Verworden
maatschappij moeten ontdoen, om daarvoor in
de plaats een gansch nieuwe, een rein-Christe-
lijke op te bouwen, met al^ pijlers: waarheid,
recht, solidariteit.
Voor méér dan 40 jaren reeds heeft de groo
te Gezagsdrager Paus Leo XIH den volkeren
klaar en duidelijk voorgehouden, dat, werd het
roer niet radicaal omgetrokken, onze maat
schappij onherroepelijk vast zou loopen. De
onchristelijke chaos, gedragen door onbeteugel
de hebzucht der concurrentie en door een ver
slindenden woeker, werd hartgrondig verwor
pen.
Men heeft niet geluisterd en daarom hebben
wij, katholieken, hebben wij, katholiek georga
niseerde werknemers, die sedert 40 jaren Rerum
Novarum als grondwet van werken en hande
len hebben genomen, het recht, meer nog den
plicht, den allerslechtsten, den verwaarloosden
sociaal-economischen toestand van thans wel
bewust aan te klagen.
Publiekrechtelijke, sociale en economische be
drijfsorganisatie zal orde scheppen in de voort
brengingen en distributie (dwaze verhoudingen
als er thans bestaan tusschen de vrij sterk-
gereglementeerde semi-publieke spoorwegen en
een ongebonden particulier vrachtauto-verkeer
zullen dan m. i. zeker niet bestaan); de voort
brenging zal zich richten niet op de particuliere
belangen van slechts weinigen, doch op haar
natuurlijk doel: de rechtmatige verzorging van
de redelijke behoeften des volks.
Na de lang toegejuichte rede van den heer
de Bruyn, werd met algemeene stemmen be
sloten een telegram te zenden aan Pastoor
Donders, waarin de hoop werd uitgesproken op
een spoedig en volledig herstel.
Te ruim half vier ging men, na sluiting van
den bondsdag, uiteen.
Dezen zomer naar Finland?
Men bericht aan de „Weser Zeitung" uit Htel-
singfors, dat H. M. de Koningin dezen zomer
een bezoek zal brengen aan Finland.
De Flnsche pers begroet dit bezoek en acht
het een bewijs van de Nederlandsch-Finsche
samenwerking in economische en politieke
aangelegenheden.