PUROL
i
Jachtige Parasietenbestrijding
Zonnebrand
^ET VLIEGMACHINE EN
SPROEIWAGEN
Zomeravond
DE VU A
EN VAN HET BIJENDORP
RADIO-PROGRAM
De fraude van
accountant Merriam
ij
et
Rozen ^Kasteel
DINSDAG 14 JUNI
jaar worden honderdduizen
den uitgegeven aan
chemicaliën
^Ur© rupsen en wormen
Sb
Ven.
De Colorado-kever
Door druifluis aangetaste
wijnstokken
!S rt-
Zieke aardappelen
Vernietiging door parasieten
Zilveren trommelvlies
Motorspuiten voor vloeibare ver
delgingsmiddelen
■hem
Hier
Woensdag 15 Juni
DE AMBROSIANA TE
MILAAN
Haar stichter en
Paus Pius XI
VERHAAL VAN
DEN DAG
„Randen omhoog!"
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UREN NA HET ONGEVAL
FEUILLETON
I
(Van onzen medewerker)
fcl)0 ^hlem (Duitschland) staat een geweldig
ïtftaN' omgeven door vele proefvelden, een
v^?®n6erij in 't groot, een huis met honderd
Ajw,61'8. een paleis, waarin Geheimrat Doktor
ïjer, 3en scepter zwaait.
1? nader ik den ingang. Dat is dus
1ie eK waar de maatregelen worden genomen,
moeten leiden, dat de fruitoogst niet
öat onze aardappelen eetbaar zijn en
'06i>u boeren niet van honger omkomen. „Bio-
lv Rijksinstituut voor land- en boschbouw"
hie^ Ret is jammer, dat dokter Appel zelf
sPreken is, maar er zijn nog andere
h;];i en een groote staf van specialisten, die
alle gevraagde inlichtingen verstrekken.
r'Üks°he discussies zijn r.u al ongeveer
Ie ]p 0Pen. Die hebben plaats in het begin van
c Wt
Big De boer roept omstreeks dien tijd de
loet u1 van instituut en als hij het niet
komen de helpers van doktor Appel zelf
heen*11 de Juiste verdelgingsmiddelen te vinden
8. ri^Psen- wormen en kevers, allemaal bees-
jkljj P'e de raapolie duur maken en de sigaren-
la
(Alrijk", zegt mijn gids, „heeft op
11? heel wat te stellen met den color
*Vle- ten aanbieden. Intusschen worden er
\ti 1 nieuwigheden geprobeerd op het gebied
"ver Parasietenbestrijding en weken lang wordt
Ve doelmatigheid er van gedebatteerd in
'Ui.rschillende landbouwbladen.
hegeleider brengt mij in verschillende
te itirf11 vertelt mij onderwijl hoe de landbouw
V^trie helpt en omgekeerd. Verscheidene
h van chemische producten zijn het
Nre„ Deze
die
tondelen nu door de proefvelden, die die-
in meer dan één opzicht van
fabrieken mogen dan de stoffen
de parasietenbestrijders noodig
opvoeren, doordat ze de te velde staande
lof® de jonge knollen niet met rust kun-
het
Colorado-
Dp tweehonderd kilometer van de Duit-
wordt door dit insect de omgeving
gemaaktIn 1914 hadden wij hier
B-U van den colorado-kever. Dat was in
het district Stade. We hebben toen den grond
zoo krachtig gedesinfecteerd, dat er jaren lang
niets wilde groeien.Maar den colorado-ke
ver hebben wij er nooit teruggezien.... en de
rest van het land bleef een bezoek van dit
heerschap bespaard."
„Een goed middel tegen de rupsen van den
nonvlinder en andere van dat soort is een
vliegtuig met een giftstrooier. In Amerika zijn
deze wapens meer in gebruik dan hier. De kos
ten zijn niet gering en alleen bosschen worden
op die manier gezuiverd.
Aan dat rondspuiten van vergift zit trouwens
meer vast dan de voorstanders ervan wel den
ken of zeggen. Het is meermalen voorgekomen,
dat niet alleen de parasieten, maar ook de
bijen uit den omtrek en verder het wild en de
vogels erdoor werden gedood. Het laatste woord
is hierover nog niet geschreven."
„Er is natuurlijk nog een andere methode
err! een schadelijk dier uit te roeien of in elk
geval onschadelijk te makenVeel vreemde
indringers (meestal van overzee hier gekomen)
kunnen gedijen doordat de vijanden, die zij el
ders. wel hebben, hier ontbreken. Wanneer men
met de noodige voorzichtigheid te werk gaat,
kan men het een of andere dier de vernietiging
van een bepaalde parasiet laten overnemen. De
druifluis en de coloradokever zouden op die
manier wel verdelgd kunnen worden."
„Kijk eens", zoo eindigde mijn zegsman, „er
worden elk jaar honderdduizenden nu niet be
paald weggegooid, maar dan toch uitgegeven
aan chemicaliën en met behulp van die laatste
gaat de boer zijn (dikwijlsonzichtbare) vijan
den te lijf. De bedragen, die deze eeuwigduren
de oorlog opslokt, zijn zeker niet klein, maar ze
verzinken in het niet bij de sommen, die de in
secten, rupsen en wormen ons jaarlijks kosten,
Ondanks onze pogingen eten deze beestjes ieder
jaar voor ongeveer een milliard mark op. Men
mag gerust zeggen, dat wij leven van wat de
parasieten over laten
iiiiinnuiiiiiiiiiiiiiiii
Nu de schemer
Is verschoven
En het zon-snoer
Is verlengd,
En de zomer
Dus den avond
Met een lichtpunt
Tot ons brengt,
Zijn de tuintjes
En terrassen
Of de stoepen
En balcons
Gewaardeerde
Luie plekjes
Voor de meesten
Onder ons!
En wij reiken,
Zoo te zeggen,
Thans den avond
Daar de hand,
't Liefst in hemdsmouw,
Op pantoffels,
Glaasje ranja
En de krant!
Die voorbijgaan
Worden altijd
Ons siësta
Vlug gewaar:
Radio-klank
En de peukjes
Sigaretten
Of sigaar!
(Nadruk verboden)
I MARTIN BERDEN
iDiiiiiiiiiiiniiiiiinniiiafBHiiBiniiHniiJiiiafliiiuinn
De bekende oorspecialist Professor Alexander
uit Weenen, die onlangs het slachtoffer werd
van een moordaanslag door een waanzinnig
student, die den Professor op straat neerschoot,
heeft een uitvinding nagelaten, waaraan thans
in de Weensche klinieken voor oorziekten ver
der wordt gewerkt.
Het betreft hier 'n zilveren trommelvlies, dat
bij beschadiging van het menschelijk trommel
vlies in het oor wordt aangebracht en
het natuurlijk trommelvlies volkomen schijnt
te vervangen. Deze trommelvliezen bestaan uit
heel fijne zilveren plaatjes, die echter nog om
de 10 weken verwisseld moeten worden: dat is
een factor, waardoor deze uitvinding voorloopig
nog zeer duur blijft.
Bovendien zouden deze zilveren plaatjes nog
een geneeskrachtige uitwerking hebben. Bij een
der patiënten werd een reeks ettervormingen
in het oor na het aanbrengen van zilveren
plaatjes absoluut totaal genezen.
Thans is men bezig om te trachten op dit
gebied nog verdere successen te behalen, om
vooral het verwisselen van de zilveren plaatjes
overbodig te maken.
Sfukloopen van Huid en Voeten
en Doorzitten bij Wielrijden
verzacht en geneest
Doos 30. Tube 80 ct. Bij Apoth. 6 Drogisten
*11111,
"EEPetr
TUN
"'k heb wel eens bi) de menschen gezien, dat ze van die gladde
l'oeren hebben. Eens heb lk er m'n pootjes bijna op gebroken," zei
plechtig. „En nu wil lk alles net zoo glad maken als de
schen. Ik zal boenwas gaan maken, al duurt het ook drie weken.''
zweeg Jaap even.
Er ging een gemompel door de massa bijen. Vol belangstelling luis
terden ze naar hun wijze voorzitter. „Wie van jullie wil in de
wasfabrieken gaan spionneeren. Wie wil gaan afkijken hoe de men
schen die boenwas maken?" Doodstil was het ineens. Niemand durfde
te roepen: „Ik zal gaan." Jaap keek met een teleurgesteld gezicht
naar de bijen en riep toen kordaat uit: „Dan zal ik zelf wel gaan."
'•lil»
HUIZEN, 1875 M. NCRV 8.00 Tijdsein en
schriftlezing. 8.15 Morgenconcert. 10.00 Zang
door het N.C.R.V. Dameskoor. 10.30 Korte
ziekendienst door Ds. L. Oranje. 11.00 Harmo
niumbespeling door M. F. Jurjaanz. 12.00 Poli
tieberichten. 12.15 Middagconcert. 2.00 Verzor
ging zender. 2.30 Lezen van Chr. lectuur. 3.00
Concert. 5.50 Kinderuurtje door Mevr. Ada
Tyms-Jonkman. 6.00 voor de landbouwers. C.
Ketel. De weide in den zomer. 6.45 Lezing door
H. Amelink. 7.00 Kolonel C. J. Govaars en het
Leger des Heils. Herinneringen uit den eersten
tijd. 7.30 Politieberichten. 7.45 Persberichten.
Ned. Chr. Persbureau. 8.00 Tijdsein en concert
door de Haariemsche Orkest vereeniging. 9.00
Stemerding over „De verteller". 9.30 Vervolg
concert, Mozart, Liszt, pl.m. 10.00 Persbureau
Vaz Dias. 10.30 Gram.muziek.
HILVERSUM, 296 M. VARA 6.45
Lichaamsoefeningen o.l.v. G. Kleerekoper. 7.30
Idem. 8.00 Tijdsein en Gramofoonmuziek. 9.00
Trio Willem Drukker. VPRO 10.00 Morgenwij
ding. VARA 10.15 Uitzending voor arbeiders in
de continubedrijven. 12.00 Tijdsein. 12.01 VARA
septet o.l.v. Is. Eyl. 1.45 Verzorging zender.
2.15 Onze keuken. 3.00 voor de kinderen. 5.30
VARA septet o.l.v. Is. Eyl. 6.00 Les van wege
het Onderwijsfonds voor de Binnenvaart. 6.30
Septet. 7.00 Imperialisme en Volkenbond door
Dr. J. Romein. 7.20 Septet. 8.00 Vorsten en vol
ken. Kroniek van een ondergang. VARA too-
neel. 8.45 VARA-orkest o.l.v. Hugo de Groot. 9.30
Uitzending voor den Alg. Ned. Bond van Han
dels- en Kantoorbedienden. De wederwaardig
heden van Wakker en Tropenduit. 9.45 Orkest
10.30 Persbureau Vaz Dias. 10.45 Orkest. 11.15
Gramofoonmuziek. 12.00 Tijdsein en sluiting.
BRUSSEL, 509 M. 2.30 Concert door het
Max Alexys-orkest. 5.20 Dansmuziek uit 't „Pa
lais St. Sauveur te Brussel". 6.5C Gramofoonpl.
9.20 Concert uit de zaal Memlinc te Antwer
pen.
KAUUNDBORG 1153 M. 12.20 Concert
uit een Restaurant. 3.20. Concert o.l.v. Launy
Gröndahl. 5.20 Gramofoonmuziek. 10,20 Deen-
sche muziek.
7.30 Populair concert.
BERLIJN, 419 M.
10.20 Dansmuziek.
HAMBURG, 372 M. 1.35 Gramofoonmu
ziek. 2.35 Idem. 4.50 Concert uit Bad Pyrmont
door de Philharmonie van Dresden. 6.15 Ro
mantische liederen door Else Veith, sopraan.
10.40 Dansmuziek uit café „Haus Siegler".
KöNIGSWUSTERHAUSEN, 1635 M. 12.20 Gra
mofoonmuziek. 2.20 Idem. 4.50 Concert.
LANGENBERG, 472 M. 12.20 Concert door
het Frankische Kamerorkest. 1.20 Concert o.l.v.
Wolf. 5.20 Vesperconcert. 8.50 Populair concert.
DAVENTRY, 1554 M. 12.35 Orgelconcert
door Quentins Maclean in het Trocadero 1.05
Gramofoonmuziek 3.50 Concert van Bourne
mouth door het Stedelijk orkest 5.05 Orgel
concert door Reginald New.
PARIJS, (Eiffel) 1446 M. 8.50 Pianorecital
door Georges Gabor 9.20 Concert door het
Omroeporkest o.l.v. Ed. Flament.
PARIJS. (Radio) 1725 M. 12.50 Gramofoon
muziek 9.05 Operettefragmenten. Het Om
roeporkest o.l.v. Raoul Labls.
MILAAN. 331 M. 7.50 Gramofoonmuziek
8.50 Radiotooneel daarna gramofoonmu
ziek.
ROME. 441 M. 8.20 Gramofoonmuziek
9.05 Tannhauser, opera in drie acten van Ri
chard Wagner.
WEENEN. 517 M. 8.20 „Wien bleibt Wien".
Omroeppotpourri 10.35 Dansmuziek.
WARSCHAU 1412 M. 5.20 Het Omroepor
kest o. 1. v. J. Oziminski 6.40 Dansmuziek
8.20 Vocaal concert 10.20 Dansmuziek.
PRAAG. 487 M. 8.25 Concert door het
Tsjechisch Philharmonie-orkest.
BEROMüNSTER, 460 M. 7.20 Gramofoon
muziek. 8.20 Mandolineconcert. 10.05 Het om
roeporkest speelt werken van Glinther Raphaël.
Leiding a.d. vleugel: de componist.
FOO.R NADERE BIJZONDERHEDEN VER
WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN
RADIOGIDS
De wereldberoemde bibliotheek, de Ambro
siana, te Milaan zal binnenkort op plechtige
wijze den 300en verjaardag herdenken van den
sterfdag van den stichter Kardinaal Federigo
Borromeo, den neef van den beroemden Graaf
Carlo Borromeo, Kardinaal en Aartsbisschop
van Milaan. Kardinaal Federigo Borromeo werd
geboren op 18 Augustus 1564 en werd in 1595
tot Aartsbisschop van Milaan gewijd. In 1602
stichtte hij de thans zoo beroemde en alom
bekende Ambrosiana-bibliotheek. De Ambrosi-
ana-bibliotheek was toentertijd naast de Ox-
ford-bibliotheek, welke in 1602. is opgericht,- de
tweede bilbliotheek van Europa, die voor 't pu
bliek was geopend. Kardinaal Federigo gaf zijn
stichting den naam van den H. Ambrosius, den
beschermheilige van Milaan.
In korten tijd gelukte het hem 15.000
Latijnsche, Grleksche, Arabische, Syrische,
Perzische, Hebreeuwsche, Koptische en Ethio-
Merriam had alles lang van te voren zorg
vuldig bestudeerd. Hij gevoelde er weinig voor
de gevangenis in te gaan. Zijn leven tot
nu toe was eigenlijk al niet veel anders
geweest dan gevangenschap, sinds hij op kan
toor was, eerst als jongste bediende, later als
boekhouder.
Het was juist om aan dat sleurleven te
ontkomen, dat Merriam zijn plannen gesmeed
had. Hij wilde eens wat meer van de werel&
zien en de rest zijner jaren in weelde leven.
Zijn patroon, de heer Ross, was een goed
man, die uitstekend voor zijn personeel zorg
de. Merriam verdiende dan ook een heel be
hoorlijk salaris, maar den laatsten tijd had
hij zeer luxueus geleefd, zoodat hij met zijn
geld niet rondkwam.
Daar Merriam een goed accountant was,
kostte het hem niet veel moeite diverse posten
zoodanig te boeken, dat een deel der uitga,
ven in zijn zak vloeide. Zoo had hij reeds
eenigen ijd de firma benadeeld en hij was er
vast van overtuigd, dat zijn methode zóó safe
was, dat zijn unfaire handelwijze nooit zou
uitkomen.
Merriam gevoelde geen gewetenswroeging
over zijn frauduleuze handelwijze; hij hield
niet van Ross, ondanks diens goedgezindheid
jegens zijn ondergeschikten. Hij benijdde hem
zijn "goede positie, die hem in staat stelde er
een huls in de stad en een landhuis buiten
op na te houden, benevens een prachtig jacht.
Maar bovenal was hij afgunstig op de krach
tige, rechte houding van zijn patroon en diens
pische handschriften bijeen te zamelen, welke
verzameling thans nog het meest waardevolle
gedeelte der Ambrosiana-bibliotheek vormt, ter
wijl hij bovendien nog ongeveer 30.000 ge
drukte werken wist te verzamelen, waaronder
zich vele zeldzame exemplaren bevinden. Kardi-
naar Borromeo werd bijgestaan door een uit-
gebreiden staf van medewerkers, die hem en de
bezoekers met hun adviezen trouw terzijde
stonden en hem hielpen met het verzorgen van
den uitgebreiden catalogus. De Ambrosius-biblio-
theek is momenteel een bibliotheek met 350.000
deelen, 3000 incunabelen, 20.000 handschriften,
een pinakotheek, een uitgebreide collectie schil
derijen van de beroemdste Europeesche mees
ters en de verzameling Settala uit het/ einde
van de 17e eeuw. Van de twaalf banden met
handschriften van Leonardus, welke de Patriot
tische Galeazzo Arconato aan de Milaansche
bibliotheek ten geschenke gaf, bevinden er zich
eenige in de Ambrosiana, terwijl de andere naar
Parijs zijn overgebracht. Aan het hoofd der
Ambrosiana-bibliotheek hebben te allen tjjde
de meest vooraanstaande personen op weten
schappelijk gebied gestaan, van wie meer in
het bijzonder op den voorgrond traden Giggeo,
de beroemde kenner van het Arabisch en de
baanbreker der Oostersche Philologie, de Zwit
ser Olgiato, Sassi, Muratori, de groote Ita-
liaansche geschiedschrijver, Antonius Ceriano,
bekend oriëntalist en palaograaf, Oltrocchio,
Mazzuochelli, Bugati, Amoretti, Angelus Mai,
de eerste palimpsest-ontcijferaar en de tegen
woordige Paus Pius XI. Het was namelijk in
1888, dat Achilles Ratti, de tegenwoordige Paus,
wegens zijn buitengewone begaafdheid met bijna
algemeene stemmen werd benoemd in een va
cature, welke aan de Ambrosiaansche bibliotheek
was ontstaan. Zijn aanleg voor bibliografische
wetenschappen bleek buitengewoon. Door den
prefect der Ambrosiana. Mgr. Ceriano, werd
Ratti uitgezonden om in Weenen, Parijs, Lon
den en Rome de musea en biblotheken te be
zoeken en aldaar met verschillende geleerden
besprekingen te voeren. Tevens verzamelde hij
talrijke gegevens omtrent zijn eigen landstreek
Lombardije, welke hem boven alles lief was.
Bij den dood van Mgr. Ceriani volgde dr. Ratti
hem als prefect der Ambrosiana op. Menigeen,
die voor wetenschappelijke onderzoekingen naar
Milaan kwam, werd door dr. Ratti met zijn ver
bazende kennis van historisch werk krachtig
ter zijde gestaan. Vier en twintig jaar lang
heeft de tegenwoordige Paus Pius XI zijn
vruchtbaar werk in de bibliotheek verricht. Het
was ook onder zijn beheer, dat de eerste plan
nen werden beraamd voor een groote5 reorga
nisatie, welke echter eerst in 1924 haar beslag
kreeg. Algemeen wordt verwacht, dat Z. H. bij
de a.s. jubileumherdenking uiting zal geven aan
zijn onverzwakte belangstelling voor zijn vroe-
geren werkkring, welke hem zoo uiterst dierbaar
was.
blozend uiterlijk. Z ij n lichaam was in dienst
der firma voorovergebogen en zijn frissche
tint had hij reeds lang verloren achter zijn
lessenaar.
Merriam ging onverdroten voort met zijn
manipulaties; hij schepte er een zeker ver
maak in zijn patroon te bedriegen. Bang, d'at
de fraude ontdekt zou worden, was hij niet;
want hij had niet gewerkt op losse gronden
doch op een stevige rots. En die rots was de
oude heer Hamrock.
Reeds meer dan vijf en twintig jaar hield
Hamrock de boeken der firma Ross en Co.
bij en sinds hij met Merriam samenwerkte,
was hij immer vol lof geweest over diens ca-
paciteiten. In al die jaren had de oude man
slechts weinig fouten in de boeken geconsta
teerd. Hij had een blind vertrouwen in Mer
riam en toen hij dan ook de laatste jaren den
last der ouderdoms begon te gevoelen, en spoe
dig vermoeid was van het cijferen, gaf hij
gaarne zijn taak aan Merriam ver. Zijn con_
tróle over de boeken bepaalde zich er lang
zamerhand slechts toe, goed te keuren wat
Merriam hem voorlegde. Deze laatste begreep,
d'at het niet moeilijk zou zijn den ouden man
te bedriegen; maar hij wilde niet overhaast te
werk gaan. Zijn weloverwogen systeem werk
te langzaam en het zou zeker wel twee jaar
duren, vóór hij een som bijeengegaard had,
die voldoende was voor zijn behoeften.
Het eerste jaar verliep zonder de minste
storing; toen de balans was opgemaakt, kon
hij een niet onaanzienlijk bedrag in zijn pri-
vé.safe wegsluiten.
Vol moed ging Merriam het tweede en
laatste jaar In van zijn knoeierijen.
Tegen den tijd, dat de baians wederom op
gemaakt zou worden, zorgde hij voor een pas
poort en verder voor alles, wat in zijn geval
noodig zou kunnen zijn.
Slechts met één mogelijkheid had hy geen
rekening gehouden
Toen hij op een morgen op kantoor kwam,
zei een collega:
„Jammer van den ouden Hamrock, hè?"
„Wat is er dan met hem gebeurd?"
„Heb je het niet gehoord, Merriam? Ham
rock is plotseling dood gebleven. Een hart
aanval. Het schijnt, dat hit al jaren een hart
kwaal heeft gehad."
Merriam was door deze mededeeling als
door den bliksem getroffen. Over drie weken
zouden de boeken worden afgesloten en de man,
die Hamrock's plaats innam zou natuurlijk
vooral dien eersten keer buitengewoon zijr
best doen. Het was onbegonnen werk hem zanc
in de oogen te strooien.
In zijn allereersten schrik leek een over
haaste vlucht Merriam de eenige uitkomst
Hoe meer hij echter over de zaak nacfach'
hoe vaster voet een ander denkbeeld bij hen
post vatte.
Den geheelen nacht bleef hij opzitten, lc
zend en patience spelend. Toen hij den vo
genden morgen op kantoor kwam, zag hij e
ellendig uit.
Wat hij gedacht had, gebeurde ook. Alle-
vroegen belangstellend, of hij zich niet goc
gevoelde en hij antwoordde:
„Ik 1 in al weken niet goed in orde."
Nachten achtereen waakte hij, hoewel hf
hem soms groote moeite kostte niet in slaa
te vallen.
Spoedig zag hij er uit als een wrak. Zijr
collega's hadden medelijden met hem ei
raadden hem aan een poos verlof te nemen
Nu was het oogenblik aangebroken om zijr
plan uit te voeren. Hij zou zijn patroon te
spreken vragen en hem zeggen, dat de dok
ter hem had aangeraden een zeereis te maken
Hij wist reeds bij voorbaat, dat de goed
hartige Ross hem zeker verlof zou geven. Hi
zu een passage-biljet nemen voor een Middel-
landschen zeestoomer en niet verzuimen, dat
aan een zijner collga's zoo terloops te late'
zien;
Nog twee weken en dan zou begonne:
worden met het opmaken der boeken en dar
misschien nog een dag of veertien en de ver-
valschingen zouden aan het licht komen.
Daarna zou men natuurlijk trachten hem te
vinden. Die pogingen zouden echter ver_
geeflsch zijn want Merriam dacht er niet
aan naar de Middelland'sche Zee te gaar
Brazilië was betere schuilplaats.
Toen hij het privé-kantoor van den heer Ros:
binnentrad en hem zyn droeve omstandigheden
mededeelde, (waarbij hij niet vergat te vertel
len, dat de dokter een zeereis als eenige reme
die voor zijn kwaal had genoemd), zei de pa
troon op medelijdenden toon.
„Het doet me innig leed voor u, meneer Mei
riam. U hebt altijd hard voor de firma gewerlt
en het is jammer, dat u nu tengevolge daar
van zoo ziek bent.
De firma zal u echter niet in den steek la
ten. Ik zal zorgen, dat u direct op reis kuni
gaan en wel op mijn eigen jacht. Morgen gaat
mijn broer een reisje naar Italië maken; ik za!
hem onmiddellijk opbellen en alles voor uw
vertrek in orde laten brengen
Plotseling hield hij op met spreken, want eer
vreeselijke uitdrukking was op het gelaat var
Merriam gekomen; hij werd aschgrauw en met
een zacht gekreun zakte hij in elkaar.
Onmiddellijk schelde meneer Ross en zei toi
den jongsten bediende, die binnenkwam:
„Zorg onmiddellijk voor een ambulance!"
De vriendelijke patroon legde een kussen on
der het hoofd van zijn boekhouder en spren
kelde water op diens voorhoofd. Spoedig kwam
de geneeskundig dienst en de verpleger deelde
mede, dat verdere pogingen nutteloos waren om
den patiënt tot het bewustzijn terug te brengen:
de dood was reeds ingetreden.
'uP flhnnnA't» op dit blad zijn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden tegen 9/1/)/] by levenslange geheele ongeschiktheid tot werkendoor bij een ongeval met 9C/1 by verlies van een hand 1 OC m by verlies van een CQI by een breuk van 40-m -b5.,Ifj!!e3
UDOnne S ongevallen verzekerd voor een der volgende uitP.cerlr.gen T «JCfUU» verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen T 0\f, doodelijken afloop V» een voet of een oog duim of wysvlngèr t/i/» been of arm anderen vinger
sich6 Wer^eJÜlc Blerig zijn? vroeg het
V -af met een zeker gevoel van spijt,
VtrehKpelcle zich reeds aangetrokken door de
Ik Cta*- ttlaa.r inHprHnflri wpspnliilrp crnprihpirl
Vi„hiaar inderdaad wezenlijke goedheid
0 Bakende. Gansch haar leven te ge-
Z1, bloemen en vruchten, waarmee ze
B. eiukkig kon maken, in geld om te
sch hfoest wel een moreele ziekte zijn.
6etl *ocl1 zo° gezond naar ziel en
\^6lenf,?e8 scheidden ze, en de doorgestane
ld. wonnen het van Marie-Olaire's
jj>i Mi jj" jjli sliep als een roos. Den volgenden
de Ze geen tijd voor zielsontroering,
ie a aastige toebereidselen voor de afreis
t zelf terug, tot het oogenblik kwam
-O8* u q. van juffrouw d'Albrègue te nemen
Ni u e aanbevelingen te ontvangen.
V°°i';ii r&ad °f hulp noodig hebt, denk er
*«res a.an u tot mij te wenden. Vergeet
het Rozen Kasteel
Het Rozen Kasteel! En de trein vertrok en
snelde door tunnels en morsige wijken, door het
natte, mistige veld, terwijl de arme Marie-Claire
in een hoekje gedoken een nieuw leven voor
zich zag opdoemen.
De toekomst scheen haar grijs en donker,
met een enkel onbestemd lichtpuntje: een zui
delijk land met een rooskleurig kasteel.
Welk een treurige reis!
Marie-Claire is zoo terneergeslagen, dat ze
zelfs niet rondom zich kijkt. Geen oogenblik
trekken landschap of medereizigers haar aan
dacht; zij denkt slechts aan het verleden, dat
ze betreurt, aan de toekomst die haar vrees
aanjaagt.
Zij" ziet weer voor haar geest de korte ziekte
van haar tante, het onverwachte afsterven, dat
wil zeggen, den eersten dood, waarvan zij ge
tuige is geweest, die haar zoo heeft aangegre
pen en haar bovendien voor een werkelijkheid
plaatst, waaraan ze nooit gedacht heeft. Nooit,
meent ze, zal ze dat te boven komen, nooit ge
heel herstellen van dezen vreeselijken slag! En
het is niet alleen de dood van een geliefde
bloedverwant, 't is ook het einde van een aller
gelukkigst tijdvak, en misschien boven alles de
vernietiging van een heimelijk gekoesterde
hoop.
Want, al heeft zij het zich nooit willen be
kennen, ze beminde Max: de bittere teleurstel
ling van gisteren heeft haar dit maar al te goed
doen inzien.
En zoo moet ze dan met bloedend hart het le
ven in, het hoofd bieden aan armoede en de
onverschilligheid van haar familie, strijden wel
licht voor het dagelijksch brood!
Duidelijk voelt ze, dat deze drie jaren van
weelde en genot haar niet tegen zulk een leven
gestaald hebben, en bijna zou ze wenschen
daarvan verschoond te zijn gebleven, daar nu
voortaan alles haar droevig zal toeschijnen. In
die schoone dagen toch heeft ze de geestkracht
verloren, die men haar vroeger had ingeboe
zemd. Nu kent ze slechts vrees, zy ziet op tegen
haar intrede in een huis, waar ze niet begeerd
wordt, of haar verbanning onder vreemden.
En nogmaals ziet ze als in een waas het Rozen-
Kasteel, en het flinke, vastberaden gelaat van
juffrouw d'Albrègue. Het Rozen-Kasteel! Waar
om zou het zoo heeten? Zou het inderdaad
rooskleurig zijn? Of zou het zyn naam ontlee-
nen aan de bloemen dit in dat land der zon
zoo overvloedig zyn? Zou het misschien wijzen
op de gelukkige uren, daar in de schaduw zijner
muren weleer doorleefd? Dat ééne woord geeft
haar reeds eenige sterkte terug, iets aantrekke-
hjks, wanneer ze dan aan den horizon der toe
komst een punt zoekt, waar heur afgetobde
geest een wijle zou kunnen rusten.
Bordeaux
De hemel is grauw en dicht bewolkt, de stad
met mist omhuld, op het stationsplein spiegelen
de waterplassen.
Met den blik zoekt Marie-Claire stiefmoeder
of zusters, en 't hart krimp haar samen. Zon
niemand haar komen afhalen? Juffrouw d'Al-
brègue had beloofd te telegrafeeren, en die ver
geet nooit iets!
Neen, niemand! Bitter gestemd gaat ze naar
den uitgang, haar valies in de hand en kykt
naar een leegstaand rytuig uit, als plotseling
een groot kind haar in de armen komt vallen.
O, ik wist wel dat ik te laat zou komen!
Die Mariette is ook nooit op tyd klaar! Daar
staat ze, by het rijtuig. Mama kon niet komen,
omdat het haar oritvangdag ismaar ik kom
Donderdags niet in het salon. Zeker wel erg
vermoeid hè? Wat zie je bleek, arme Marie-
Claire! De chocolade staat klaar, 'at zal je
goed doen.... Heb je veel koffers?
Met welgevallen kykt Marie-Claire naar het
teere figuurtje en de blonde lokken van haar
zusje, Josette is buitengewoon groot voor haar
leeftyd, maar zy draagt veel te korte rokken,
en de gouden vacht spreidt zich vrij uit over
haar grijs manteltje. Daar bespeurt ze dat
Marie-Claire's blik haar opneemt.
Je ziet zeker, dat lk maar half in den
rouw ben? Wat daaraan te doen! Mama kon
geen drie zwarte rokken bekostigen, en geluk
kig had ik dit gryze costuum nog. Geef je ba-
gagebewijs maar aan den koetsierNeen, er
is hier wel een agentschap, dat alles thuisbe
zorgt, dat i3 veel beter. Hier heen, dan zijn we
terstond buiten het station.
Wat ben je slim en handig, Josette, en lief
ook, dat je gekomen bent.
Ja, ik ben practisch, zei het meisje, over
zich zelf tevreden. Je afhalen, dat deed ik heel
graag, vooral omdat ik alleen ben. Er Is thuis
heel wat over te doen geweest! Mama wilde
haar ontvangdag maar niet houden, Germaine
beweerde insgeiyks, dat de rouw het verbood,
doch Edith hield staande, dat de rouw over tante
Soyer niet zoo ernstig was, dat we er onze ge
woonten om moesten veranderenIk doe je
pijn! riep Josette, de tranen ziende, die in haar
zusters oogen blonken. O, lk weet wel, dat je heel
veel van haar hield, maar wij kennen haar bij
na niet. En mama zegt, dat het heel baat
zuchtig van haar was, heel haar fortuin aan een
lyfrente te besteden.
Je bent al een heele plet in geldzaken,
Josette, je meent dat men de menschen slechts
bemint, naarmate ze geven. In dat geval moet
je maar weten, dat ik geheel zonder geld tot u
allen kom.
Maak nu geen gekheid! Je bent toch onze
zuster. Maar heb je wezenlijk niets geërfd?
Dat is jammer, want, zie je, ons leven is niet
pleizierig, vooral voor my, daar ik niet kan
uitgaan, zooals myn zusters.
Dan zal ik Je gezelschap houden, want,
wat jullie er ook van mogen denken, den rouw
voor myn tante wil ik stipt dragen.
Liefkoozend streelde Josette's hand de wang
van haar zuster.
Ik zal je geen verdriet aandoen. Marie-
Claire. Ik ben veel te bly, je te zien. Weet je
wel, dat je mooier bent dan Editli, al lyk je
ook op haar?
Zy opende het portier en liet haar zuster in
stappen.
Mariette, kun je by den koetsier op den
bok klimmen?
Mariette was een oude vrouw met een groo-
ten doek over haar gryze haren. Met een ver
legen gezicht keek ze naar de hooge zitplaats
op, doch Marie-Claire .kwam tusschenbeide.
Hier is nog wel plaats voor Mariette,
zei ze.
Goed! riep Josette, en met ondeugend
schitterende oogen voegde ze erbij:
Daaraan zouden Edith en Germaine nooit
gedacht hebben. Zy staan zoo op haar fat
soen, weet je. Koetsier, rue de Pessac, 't huis
is bekend.
't Was reeds avond geworden, en Marie-Claire
voelde zich te vermoeid om nog naar de tameiyk
ledige straten te kijken, waar ze doorreden.
Josette babbelde maar door, stelde vragen,
waarop zij niet eens het antwoord afwachtte,
en iet, zeker wel onbewust, heel wat los over
het lang niet aangename leven thuis.
Het rijtuig hield stil op eenige schreden af-
stands van een klein hotel, waar reeds een
coupé en twee auto's stonden.
Josette liet haar zuster den koetsier betalen
en belde aan. Onmiddeliyk werd de deur ge
opend door een jong meisje met geborduurden
voorschoot en hoog opgemaakt haar. Marie-
Claire kwam nu in een zeer kleine vestibule,
waarin een palmboompje, een tafeltje met por-
celein en twee zoogenaamd antieke stoelen
prykten.
(Wordt vervolgd)