De Valera op zijn knieën? Begrafenis mr. Th. Heemskerk Matuschka staat terecht Ulster-vraagstuk mrnm Plechtigheid te Den Haag Begrooting 1933 dubbele persoonlijkheid VRIJDAG 17 JUNI p ngeland en Ierland hebben een record aan conferentie fiasco's geslagen Chamberlain optimist Wat beoogde De Valera? Na Mr. Chamberlain's verklaringen Chamberlain Koning Albert te Londen BEGRAFENIS OUD-MINISTER MR. TH HEEMSKERK INTERNATIONAAL CONGRES VAN ADVOCATEN Officieele ontvangsten de Residentie H. M. gaat rust nemen in het buitenland Te Den Haag heeft Donderdag de teraardebestelling plaats gehad van het stoffelijk overschot vat} tvijlen mr. Th. Heemskerk, Minister van Staat en oud-minister van Justitie. De plechtigheid aan de groeve op de Algemeene Begraafplaats H.M. de Koningin, Ministerie, Staten-Generaal en Corps Diplomatique ver- tegenwoord igd Rede van minister Ruys Rede van dén Minister- President Een tekort van ruim f 100 millioen op den gewonen dienst Onjuiste cijfers GEVAARLIJKE ZEE Twee slachtoffers ^^heel de wereld zal vernemen wat lk te zeggen heb. Krankzin nige of simulant oude moordzaak Jeugdige moordenaar De laatste brief Al had hij het duur gekocht, zijn levensdoel Droevig einde Dubbele persoonlijkheid (Van. onzen Londenschen correspondent) LONDEN, 13 Juni 1932. «an6 afSeIoopen week heeft twee politieke „sen ses" gebracht. De eerste eindigde met een «hevi K-ij ende teleurstelling; van de tweede mogen hog het beste hopen, u- behoeven niet veel te zeggen van de voor- schiedenis der jammerlijk mislukte Iersch- g gelsche onderhandelingen. De feiten zijn al- hieen bekend. Mr. Thomas, de secretaris voor -pominions, had hier keer op keer in het La- j/huis verklaard het laatst nog op Dinsdag e ^ei dat Engeland niet over nieuwe over- hkomsten kon onderhandelen met een regee- (die van den Vrijstaat) welke zich aan gaande overeenkomsten niet hield. Bijgevolg erden met de regeeringen van alle Dominions hiet die van Indië voorbereidende besprekin- - gevoerd in verband met de a.s. conferentie Ottawa, alleen met die te Dublin niet. 5ir. s oefende de Britsche regeering een pres- - °P Mr. De Valera uit, waaraan deze niet nder gevaar voor zijn politiek leven weerstand kunnen bieden. Want zoo te Ottawa geen ereenkomst op preferentieelen grondslag tus- tai EnSeland en Ierland tot stand komt, dan st 'aatstgenoemd land na November, als de be ende overeenkomsten vervallen, geen voor- brsrechten meer genieten, en aldus het groot- ®deel van zijn export op Engeland verliezen. toestand scheen onontwarbaar te zijn. Voor - De Valera gaat het Eedsvraagstuk, dat hij den sleutel tot het heele nationale probleem e -houwt, boven alles. Gaf hij toe op dit punt °P dat der land-annuïteiten, dan had hij als J^ste Minister van den Vrijstaat eigenlijk recht van bestaan meer. De fiscale en fi- hcieele politiek zijner regeeering heeft even- 1 Veel ontevredenheid verwekt, en de kleine abourparty, waarop hij steunen moet, zou k er niet dulden dat door een breuk met hgeiand de economische toestand nog ver eerde. d Speculeerde Mr. Thomas op een spoedigen val tegeering—De Valera? Meende hy dezen nog i kunnen verhaasten door het Iersche volk als Ware voor de keuze te stellen tusschen v'^kte eerbiediging van het verdrag en het - rUes van de voor Ierland onontbeerlijke han- 'svoordeelen, voortspruitend uit zijn Domi- ?b status? k is niet onmogelijk, maar wij zijn veeleer jj heigd aan te nemen dat de Britsche regeering jv°Pte door de taktiek, welke zij volgde, Mr. j|Valera, „op zijn knieën" te brengen, v baandag, toen Mr Thomas in het Lagerhuis gedeelde dat hij en Lord Hailsham dienzelf- v h avond op uitnoodiging van Mr. De Valera ar Dublin zouden vertrekken, scheen het dat fr, °P zichzelf toch niet zeer sympathieke of e'tnoedige taktiek der Britsche regeering in i^er geval tot resultaten geleid had. Zoo Mr. jvj Galera al niet „op zijn knieën" gebracht was, Was in ieder geval „uit zijn tent gelokt." (^uitrent hetgeen de beide partijen te Dublin j^Praken, is zeer weinig bekend geworden. datgene, wat wèl bekend werd, was van JjT* negatieven aard: een grondslag, waarop (vj*1 overeenkomst kon worden gevestigd, was gelegd. t^ach was lang niet alle hoop opgegeven, drie dagen later Mr. De Valera en Mr. O'Kelly hun tegenbezoek aan Londen Yachten. Vrijdagmorgen kwamen zij hier aan; g™ dagmiddag heette het dat zij hier zouden tjj^hachten opdat Zaterdag verder kon wor- 1]a onderhandeld; Vrijdagavond evenwel ver- zij Londen, en verscheen dat korte, snij- 1e communiqué (het eenige punt, waarover tl», partijen het eens geworden waren!) dat I d'gde met de woorden: „Het bleek niet mo- j.'Jk te zijn tot overeenstemming te komen." wereld is gewoon aan conferentie-fias- t; s- öiaar Engeland en Ierland hebben de vo- e Week in dit opzicht alle records geslagen. nJ?et is waarschijnlijk dat nog deze week, al cöb niet in verband met de debatten over de V e 16 Ottawa, de mislukte Iersch- ^gelsche onderhandelingen in het Lagerhuis tv sprake zullen komen. In den Dail te V« lin zou mr. De Valera, vermoedelijk op a.s. twJ<Jag, eveneens mededeelingen doen omtrent {j Seen de vorige week tusschen hem en de J^che staatslieden besproken is geworden. W6 Engelsche pers wordt, met uitzondering qvj Weinige bladen, oogenblikkelijk beheerscht r anti-Iersche, of juister: anti-Valera ten- en de berichten der dagbladcorrespon- 'Wt 10 DubUn zUn dan ook meerendeels gekleurd. Op het oogenblik schijnt men aWens te Dublin al even zeer in het duister ^ten als te Londen, en men vraagt zich vruchteloos af wat de reden kan zijn van deze voorbeeldelooze geheim-doenerij. Een belangwekkende verklaring hiervan, welke ons juist ter oore is gekomen, is de volgende: De door de toonaangevende Londensche bla den verspreide voorstelling omtrent de onder handelingen der vorige week zou onjuist zijn. Het zou niet waar zijn dat mr. De Valera het initiatief tot de besprekingen genomen had Evenmin zou het in overeenstemming met de feiten zijn dat hij naar Londen gekomen was zonder voornemens te zijn ook maar één en kele concessie te doen met betrekking tot den eed. In politieke kringen te Dublin wordt thans beweerd, dat Mr. De Valera desnoods bereid geweest zou zijn het ontwerp tot afschaffing van den eed af te voeren of op te schorten, onder voorwaarde dat de vereeniging van Noord- met Zuid-Ierland ernstig in overwe ging zou worden genomen. Gebeurde dit dan zou de Iersche regeering bereid geweest zijn met die te Londen onderhandelingen over de eedsformule te voeren. De besprekingen zouden afgestuit zijn op den volmaakten onwil van de heeren MacDonald en Thomas om de mogelijkheid van de ver eeniging van Ulster met Zuid-Ierland ook maar te overwegen. Tegenover deze lezing staat die, welke in po litieke kringen te Londen gehandhaafd wordt, n.l. dat de onwil van Mr. De Valera om te er kennen dat zijn politiek ten aanzien van den eed onwettig is, de oorzaak was van de misluk king der onderhandelingen. Eén ding kan evenwel met zekerheid gecon stateerd worden, n.l. dat de vorige week te Londen door conservatieve politici veel meer aandacht geschonken werd aan het Ulster- vraagstuk dan aan de eeds-kwestie, en dat van Belfast uit niet geringe pressie op Dow ning Street uitgeoefend is geworden. Algemeen wordt aangenomen dat zoowel de Iersche als de Britsche regeeringen voorloo- pig een afwachtende houding zullen aanne men. Te Londen is men er zeker van dat De Valera niet tot het uitschrijven van verkie zingen zal overgaan, en dat hij dus spoedig gedwongen zal zijn (met het oog op Otta wa) een voetval voor de Britsche regeering te doen, tenzij hij de voorkeur eraan geven mocht plaats te maken voor een kabinet- Cosgrave, dat dan, na het parlement verdaagd te hebben, aan de besprekingen te Ottawa zal kunnen deelnemen. Wat men uit het oog verliest is dat het op handen zijnde Eucharistische Congres de Iersche regeering thans belet tot maatrege len over te gaan, die politieke onzekerheid ten gevolge zouden hebben. Gedurende de Congresweek te Dublin bestaat er geen poli tiek. Eerst daarna zal blijken wat De Va lera werkelijk voornemens is te doen. En te Dublin acht men het volstrekt niet uitgesloten, dat hij, na afloop van het Eucha ristisch Congres, tot ontbinding van het Par lement zal overgaan, in de hoop dat door rijn optreden te Londen zijn prestige vol doende versterkt is om hem een eigen meer derheid in het parlement te verzekeren. Op denzelfden dag waarop de Iersch-Engel- sche onderhandelingen te Londen schipbreuk leden, hield de kanselier der schatkist, Mr. Chamberlain in het Lagerhuis een rede, die alom opzien baarde. Hij gaf een overzicht van den finan- cieelen toestand en dat overzicht was geruststel lend. Het maak te een einde aan de talrijke geruchten, die ie laatste we ien het econo mische leven zoozeer gedrukt hadden. Een tweede begroo ting in het na jaar is niet on vermijdelijk, zei- de hi). De be lastingen zullen niet verhoogd worden, doch nieuwe bezuinigingen zullen zoo noodig worden ingevoerd. Hij toonde aan hoeveel beter Enge land er aan toe is dan Frankrijk, Duitschland of de Vereenigde Staten. Deze uitlatingen wer den met toejuichingen begroet; het spook var. het pessimisme, dat wekenlang rondgewaard had, begon te wijken. Maar de groote verras sing van Mr. Chamberlain's rede was zijn op timisme ten aanzien van Lausanne, dat tot nu toe als het „doodgeboren kind" der Europeesche diplomatie beschouwd was geworden. „Europa," zeide hij, „is thans eenstemmiger ten aanzien van reparaties en schulden dan ooit te voren. Lausanne kan het keerpunt wor den in de geschiedenis van Europa." De indruk dezer woorden is zeer groot ge weest, Mr. Chamberlain zou ze zeker niet uit gesproken hebben indien hij niet met stellig heid wist dat er tusschen de Britsche en de nieuwe Fransche regeering genoeg punten van overeenstemming bestonden om Lausanne tot een succes inplaats van tot een nieuw en ho peloos fiasco te maken. Hetgeen tot nu toe bekend geworden is omtrent de besprekingen te Parijs tusschen de heeren MacDonald en Sir John Simon eenerzijds en Mr. Herriot en diens collega's anderszijds, versterkt nog he*, optimirme. Vrijdag door Mr. Chamberlain's verklaring verwekt. Bij de snelle opeenvolging van feiten en ge beurtenissen heeft het geen nut stil te 6taan by de vele hoopvolle berichten, welke zoowel uit Parijs als uit Genève tot ons komen. Mr. MacDonald heeft verklaard tevreden te zyn en te „hopen op rechtvaardige en praktische op lossingen." De Britsche Premier is er niet de man naar verwachtingen op te wekken, waar in hy zelf niet gelooft. Te Londen is men er van overtuigd dat Lausanne op zyn best slechts een tydeiyke oplossing zal brengen in den vorm van verlenging van het Reparatie-mo ratorium tot na de Amerikaansche verkiezin gen. Maar dit, in verband met berichten om trent een „bewapenings-vacantie," is reeds veel meer dan men een week geleden durfde hopen! Het is vooral meer, omdat de „geest" een andere geworden is. Frankryk en Engeland staan voor het eerst weer werkeiyk naast el kaar, zonder dat zy daarom tegenover eenig ander land staan. Over een half jaar, na de Amerikaansche verkiezingen, zal wellicht Ame rika zich aan hun züde stellen. Misschien reeds eerder. „De toekomst der wereld," schryft heden Wickham Steed, „kan in een week verzekerd worden door Frankryk, Engeland en de Ver eenigde Staten. Geen andere landen kunnen het doen. Dit is het ABC van Lausanne. De Koning en de Koningin der Belgen heb ben eenige dagen te Londen doorgebracht. Of schoon zy Koning George en diens gemalin in Buckingham Palace bezocht en aan de Bel gische ambassade een feestmaal te hunner eere bygewoond hebben, vertoefden zy hier niet „officieel", doch min of meer incognito. Koning Albert, meestal vergezeld van zyn echtgenoote, bezoekt Londen vaker dan de meeste andere Europeesche vorsten. Het Lon densche publiek houdt van den Koning der Belgen om zijn eenvoud en zyn ongedwongen heid. Waarschijnlyk geniet hy hier een groo- ter populariteit dan eenig ander buitenlandsch souverein. De oorlogsgebeurtenissen van 1914 hebben hiertoe wel iets bijgedragen, maar zelfs daarvóór hadden, ondanks de verkoeling die jarenlang tusschen Edward VII en Leopold II geheerscht had, de toen nog jonge Belgische souvereinen zich reeds in de by'zondere gunst der Londenaars verheugd. Dezen zien het graag dat koningen „doen als gewone menschen". Koning Albert rijdt in taxi's door Londen en' bezoekt aldus zyn per- soonlyke vrienden. Eenige jaren geleden, toen de koning incognito in het Claridge hotel lo geerde, haastte zich baron Moncheus, de toen malige ambassadeur, hem zyn opwachting te komen maken. De schitterende gezantschaps auto werd voor het hotel even opgehouden door een taxi, die keerde en aldus even den weg ver sperde. Terwyl de baron ongeduldig uit het raampje keek. snauwde de Belgische chauf feur den hotelportier toe: „Kunt gy den weg niet vry houden voor den auto der ambas sade!" Maar de gezant keek de taxi onthutst na. Hy had zyn koninkiyken meester erin zien zitten. Ten slotte evenwel moest de ambassadeur, evenals zyn opvolger, zich verzoenen met het nogal schokkende feit dat koning Albert geen bezoek aan Londen brengt zonder min stens een paar uren lang „als gewone passagier" boven op een omnibus te ryden. Dit is, naar men beweert 'skonings grootste vermaak als hy zich te Londen bevindt en zyn voldoening is het grootst wanneer hy vaak ten onrechte meent, dat niemand hem herkent. /..,.',v. in Naar wy vernemen komt het congres van de Internationale Advocatenvereeniging (Uni on internationale des Avocats) dit jaar te 's-Gravenhage byeen en wel van 2831 Juli e.k. De „Orde van Advocaten by den Hoogen Raad der Nederlanden" zal als gastheer op treden. Deze zal de congresleden op Donderdag 23 Juli e.k. in een der zalen van het Vredes paleis verwelkomen. Des avonds recipieert het Gemeentebestuur van "s-Gravenhage in het Kurhaus te Schever''n. Op het program staan verder een regee. ringsontvangst op 29 Juli e.k. in de Ridder zaal, een confratemeele maaltyd op 30 Juli d.a.v. te Scheveningen en een autotocht op Zondag 31 Juli d.a.v. v Naar wy vernemen heeft H.M. de Koningin het voornemen op 24 Juni a.s. voor eenigen tyd rust te gaan nemen in het buitenland. Op de Algemeene Begraafplaats te sGraven- hage is Donderdagmiddag onder groote belang stelling ter ruste gelegd het stoffeiyk overschot van den Minister van Staat, mr. Th. Heems kerk, oud-minister-president, oud-minister van Justitie en oud lid van den Raad van State lid der antirevolutionnaire Tweede Kamer fractie. Een groote schare belangstellenden was, lang voor het vastgestelde uur op de begraafplaats samengestroomd, om den grooten staatsman de laatste eer te bewyzen. Aanwezig waren de Ministers Ruys de Bee- renbrouck, de Geer, Donner, de Graaff, Ver schuur, Terpstra en Deckers. Minister Beelaerts van Blokland was verhinderd tengevolge van zyn verblyf in Genève en Minister Reymer had zich voor ambtsbezigheden buiten Den Haag moeten begeven, voorts de Commissaris der Koningin in Zuid-Holland, jhr. van Karnebeek, de oud-ministers König, Westerveid, prof. Slo- temakc de Bruïne, H. A. van IJsselsteyn, Cohen Stuart, de Koningsberger en prof. mr. Aalberse, de leden van den Raad van State, jhr. mr. van Bronckhorst Sandberg. Muller Massis. Schok king, Limburg en Hasselman met den secre taris van den Raad van State, jhr. mr. de Beaufort, de voorzitter van de Eerste Kamer, mr. w L. baron de Vos van Steenwyk, de Eer ste Kamerleden, mr. H. Smeenge, jhr. mr de Gyselaar, mr. P. Rink ?n mr. v. d. Lande, de voorzitter der Tweede Kamer, mr. van Schaïk met den griffier mr. Kesper en zeer vele leden der Kamer. Onder de verdere aanwezigen waren: de oud- Gouverneur-Generaal mr. Fock; de President van den Hoogen Raad mr. Fentener van Vlis- singen; de vice-president van dat College mr C. O. Segers; de oud-vice-president mr. A Bosch; de Burgemeester van Amsterdam, de heer W. de Vlugt; de burgemeester van 'sGra- venhage jhr. mr. dr. Bosch Ridder van Rosen thal; de burgemeester van Haarlem, de heer Maarschalk; de burgemeester van Delft, mr. G van Baren; de burgemeester van Aalten, de heer Monnink; de burgemeester van Vriesen- veen, het Tweede Kamerlid Kryger, was door ambtsbezigheden verhinderd. De R.K. Staatsparty was vertegenwoordigd door den Voorzitter, mr. Goseling en den secre taris mr. Teulings. Van de Amsterdamsche Hy potheekbank werden opgemerkt de commissa rissen mr. A. Crommelin, mr. Hogerzeil en de directeur de heer L. Westerwoudt; mr. Ramaer vertegenwoordigde de Amsterdamsche Maat- schappy voor Levensverzekering. Ook uit de kringen van het corps diplomatique was veel belangstelling. Opgemerkt werden de gezanten van Duitschland, Vereenigde Staten. Denemarken, Polen, de secretaris der Poolsche Legatie, de Belgische Gezant en de zaakge lastigde van het voormalige Russische Gezant schap. Te ruim half een kwam de rouwstoet op den doodenakker aan. De opstelling aldaar en de schreden naar het tydelijke graf op de midden ruimte van het nieuwe gedeelte der begraaf plaats vorderden nog vry geruimen tyd, zoodat het 5 minuten voor één werd, voordat de kist een zwarte, gewelfde kist met zilveren mon- teering, naar Duitsch model was neerge laten. Als eerste spreker trad aan de groeve naar voren de minister van Staat, voorzitter van den Ministerraad, Jhr. mr. Ch. J. M. Ruys de Bee- renbrouck, die namens de regéering als volgt sprak: Aan de groeve van dezen uitgestreden stry- der wordt ons hart vervuld van den ernst van den dood, die ons den gaven en voornamen mensch mr. Theodorus Heemskerk, heeft ont nomen. Aan de nagedachtenis van dat ryke leven eerbiedige hulde te brengen gevoelt de regee ring op dit treffende oogenblik als een behoef te en niet minder als een plicht. Wie of wat met dit kostbare leven verbonden is geweest en de waarde van zyn meer dan ge wone begaafdheid en kracht moest ondergaan, begrypt dat het passende woord van mensche- lyken dank te kort schiet Verwonderen mag dit niet, waar zoovele schit terende uitwendige eigenschappen in dienst van een kundig leven vragen om een diepere ver klaring, die voert naar een verborgen leven. Daar mogen wy terugvinden het beginsel en de kern van een gaaf karakter en van een edel gevormden aard, die Heemskerk's verschynen en optreden in het volle leven voor een ieder tot een zoo hooge aantrekkelijkheid maakten. Deze geloovige man verzorgde een diep in wendig leven, dat God tot middelpunt had en dat hem diende tot bron van geestkracht en overtuiging, waarmede hy gearbeid heeft tot in zyn laten levensavond. iri het klare licht dier overtuiging heeft Heemskerk met de vele hem geschonken groote gaven het harmonieuse leven opgebouwd, dat een mencchenleeftyd lang gestaan heeft midden onder ons als een toren van leering en lei ding. Dat gaf hem die geesteshouding, die niet in de laatste plaats door zyn vrienden werd ge waardeerd. Zyn veelzydigheid riep hem als vanzelf sprekend telkens weer daarheen, waar zyn uit muntende en fyne geest zich meer en beter ontplooien kon en waar de zekerheid van zyn wetenschap en zyn wysheid richting- en lei dinggevend kon zyn. Zoo hebben wij zyn menigvuldige talenten op Van bevoegde zijde ontvingen wy onlangs een tegenspraak van het bericht in edh der bladen, dat de commissie-Weiter op de begroo ting voor 1933 een tekort van 170 millioen zou hebben becyferd. Het betrokken blad houdt het becyferd te kort van 170 millioen vol, en acht de tegen spraak muggenzifterij, omdat le. de becyfe- ring ook wel door een ander dan door de com- missie-Welter kan gemaakt zyn, 2e. het ge raamd tekort op de gewone uitgaven 102 millioen bedraagt, maar daarby opgeteld moe ten worden 35 millioen voor werkloozenuit- keering en 35 millioen voor het gemeente fonds, welke 70 millioen waarschijnlyk op den crisisdienst verwerkt worden, maar toch óók betaald moeten worden. Naar aanleiding van een en ander vernemen wy van dezelfde bevoegde zyde het volgende; Nóch de commissie-Weiter, nóch een ander heeft een tekort van 170 millioen becyferd; nóch op den gewonen dienst, nóch op den ge wonen dienst plus den crisisdienst. Dit cyfer biykt onjuist, al worden ander maal aan onbevoegd adres „nadere inlichtin gen ingewonnen". De bydrage van het gemeentefonds is door de commissie-Weiter voor 1933 op rond 40 mil lioen geraamd, en natuuriyk onder de gewone uitgaven opgenomen, waar zy thuis behoort en waar ook voor het loopend jaar 1932 de by drage aan het gemeentefonds is uitgetrokken. Inbegrepen dus die 40 millioen, komt de commissie-Weiter tot een tekort voor 1933 van ruim 100 millioen op den gewonen dienst. Voor het tekort op den crisisdienst (d.w.z. voor de crisisuitgaven, voorzoover niet gedekt door de bestaande crisisheffingen) raamt de commissie voor 1933 een cyfer van 24 mil lioen. Een andere raming dan die van de commis- sie-Welter is er voorshands niet. Het komt ons voor zoo besloot onze zegs- mans dat de pers in dezen moeiiyken tyd iets beters heeft te doen dan hardnekkig vast te houden aan onjuiste cyfers. welhaast ieder gebied van het openbare leven zien schitteren. wy kennen dien hoogst verdiensteiyken le vensloop, verhalend van het rykbestede leven van een der besten van ons Volk in den dienst van Land, Gewest en Stad. Wy kennen de wapenen van dezen nobelen stryder die trouwhartig en oprecht, zich onver moeid gegeven heeft aan de veelzydig hem toe vertrouwde belangen. Met een voornaam leven is een kundig ge wrocht levenswerk geëindigd. wy, die Heemskerk in den stryd achterliet, behouden een schoone herinnering aan dezen krachtigen man Gods. Wy zyn hem daarvoor dankbaar en wy bid den, dat dit rustelooze leven zyn bekroning in de rust van den eeuwigen vrede moge hebben gevonden. De Minister van Staat, dr. H. Coiyn, was de tweede spreker, die thans een woord wilde zeg gen. namens de a.-r. party en de a.-r. Kamer fractie. Hierna voerde prof. dr. H. Dooyeweerd het woord. De oudste zoon van den ontslapene bracht in de eerste plaats aan H. M. de Koningin dank voor het zenden van een vertegenwoordiger en ge tuigde dat zyn vader van kindsbeen af liefde voor H. M.'s Huis heeft gehad. Voorts dankte hy Minister Ruys de Beerenbrouck, dr. Coiyn en prof. Dooyeweerd en de overige aanwezigen. Aan het moeiiyke ziekbed van zyn vader diende als troost de tekst: „Zie, Ik maak alle dingen nieuw". Ten slotte sprak dr. Bouma een stichteiyk woord, waarna de plechtigheid met gebed werd beëindigd. In de zee zat Woensdag weer een gevaarlyke trek, die eenige slachtoffers eischte. Op het Noorderstrand te Scheveningen is Woensdag avond de 24-jarige H. S„ slagersknecht uit de v. Galenstraat, afgedreven en verdronken. Op het stille strand gebeurde hetzelfde met den 18-jarigen J. B. uit de Cronjéstraat. Beide lyken zyn aangespoeld. ProcesMatuschka is thans voor de hjj^che rechtbank aangevangen. In de acte beschuldiging tegen Constant Sylvester W. chka uitgebracht, wordt hem alleen de nslag Ansbach in Oostenryk ten Selegd. Die van Bia-Torbagy, welke in Plaats had, zal later te Budapest worden. Matuschka staat hier uitslui- ^eijj^fecht wegens misdryf van openbare ge- jj>;leging met boosaardige bedoelingen. onderzoek in deze zaak, geleid door de ^(■Jj^oeks-rechters dr. Nahrhaft en Wein- ver. heeft volle negen maanden geduurd ?Or Matuschka zeer bezwarende feiten lij l'cht gebracht. Het vermoeden dat Vq.^hka geen gewoonte-misdadiger zou zyn door die feiten beslist gelogenstraft. ^rd*S op J€USdigen leeftyd pleegde hy q door vergiftiging en wel op zulk een geraffineerde wyze, dat de misdaad ongestraft kon bly^en en thans verjaard is. Uit het ly- vig dossier dezer strafzaak publiceeren wy desbetreffend een circulaire, twintig jaren ge leden door Matuschka aan iemand in zyn ge boortedorp Csantaver (Hongarye) verzonden, waarvan wy beknopt en ter inleiding het op zienbarende relaas doen volgen. Een huiszoe king by Matuschka leverde behalve eenige exemplaren van nog in bewerking zynde tyd- bommen en andere moordwerktuigen, een aantal in 1912 gedrukte circulaires op van den volgenden inhoud: „Mynheer, Ingesloten zenden wy u enkele monsters van een nieuw pharmaceutisch preparaat, door ons gepatenteerd onder den naam „Nervöspillen". welker hooge zenuwsterkende waarde door de aan ons instituut verbonden en andere medi ci gewaarborgd wordt. Deze pillen hebben niet alleen een zenuwsterkende doch ook een phy- siek-opwekkende werking. Zy zyn bovendien geheel onschadeiyk en hun gebruik wordt by- zonder aanbevolen aan studeerenden en ln- tellectueelen die veel geestesarbeid verrich ten. Wyl wy uw naam en adres vonden in het register der ontslagen patiënten van het Sa natorium Gobalz en_ u wellicht nog last van zenuw-aandoeningen 'hebt, hopen wy u, met de toezending van onze nieuwe Nervöspillen een genoegen te doen. Door hun byzondere samenstelling geven zy, na hun werking, niet nen neerslag als andere opwekkende middelen, zy kunnen gebruikt worden als energie-ster kend middel, driemaal daags een of twee pil len in een weinig water opgelost. In afwach ting uwer geëerde orders verblyven wy hoog achtend Nervös-Fabrleken, Weenen, G/W 29/Mg." Friedrich Scholz, candidaat-onderwyzer te Csantaver, ontving op 20 December van het jaar 1912 zulk een circulaire. Met den brief bevatte de enveloppe een monsterdoosje, waar in eenige witte pillen. Onverschillig depo neerde Scholz het doosje voor zich op de werktafel en wierp de circulaire in de smeu lende vlammen van den haard. Dan zette hy zön werk voort. Als onlangs geslaagd leerling der normaalschool, had hy te Csantaver ge solliciteerd naar een vacante plaats voor on- derwyzer. Hy was met nog een candidaat, op de voordracht geplaatst, zy'n concurrent was Constant Matuschka. Wyl de laatste echter slechts het gewone diploma, zy het dan met aanteekening, doch Scholz bovendien een acte-Fransch had, wa ren de kansen voor Matuschka zeer miniem. Met vertrouwen wachte Scholz dan ook de uitspraak van den gemeenteraad, welke over de bezetting der vacature zou beslissen. Inmid dels werkte hy yverig voort aan het vertaal werk dat hem door een uitgeversfirma opge dragen was en welker opbrengst zyn eenig in komen uitmaakte. Het avonduur was reeds ver gevorderd en Scholz onderbrak even zyn werk om een brief je ie schryven aan zyn verloofde, die te Buda pest woonde. In innige bewoordingen deelde hy haar zyn verwachtingen mede: boe hy al lerwaarschyniykst over acht dagen zyn aan stelling zou hebben, hoe hy, by zyn voortduren de studie, dan eindelyk zou kunnen ophouden met het zoo karig betaalde, tydroovende en ze nuwsloopende vertaalwerk, hoe hy vertrouwde in een betere toekomst, in welke hy. als on derwyzer, met haar in het huwelyk zou kun nen treden. scheen bereikt. De geforceerde studie en het veeleischende werk hadden hem echter geeste- lhk byna uitgeput. Hy leed aan slapeloosheid en zenuwhoofdpyn. Ach, kon hy vannacht maar slapen, zyn blikken ontwaarden het pillendoos je op de werktafel, het zenuwsterkend product der Nervös-fabrieken. Hy opende het. Vier witte ronde pillen eischten een oogenblik zyn aan dacht. Werktuigiyk stond hy op, nam een glas water en bracht er twee pillen in tot oplossing. Hij had al zooveel geprobeerd, wellicht was ook dit middel kwakzalverij. Doch als het hielp zou hy de „Nervös" schryven „Friedrich Scholz heeft de Nervös-fabrieken niet geschreven," zoo verhaalde ons mr. Wein gartner, Officier van Justitie by de Weensche rechtbank, welke het geval-Scholz justitieel re construeerde naar de waarschynlijkheid, zooals het zich moet hebben voorgedaan. Toen de hospita van Scholz hem 's morgens wilde wek ken, vond zy hem ingeslapenvoor eeuwig Verstyfd en met verkrampt gelaat zat hy, 'ïog geheel gekleed, voor zijn werktafel. De ont boden geneesheer constateerde dood door ver giftiging en de lykschouwing wees uit dat de maag van Scholz een kwantum cyaankalium bevatte, groot genoeg om twaalf menschen te dooden. Een gerechteiyk onderzoek volgde. Men vond net doosje met de twee overige giftpillen, daar by het half beëindigde door Scholz aan zyn verloofde geschreven liefdesbriefje; doch het iang gedoofde vuur gaf niet de misleidende en van het postbus-adres eener te Weenen onbe kende fabriek voorziene circulaire weer. De justitie stond voor een raadsel. Men dacht aan zelfmoord, door Scholz bedreven op een wyze die aan moord deed denken, om zyn familie voor oneer te vrijwaren. Men zocht onder de vrienden en kennissen van Scholz. Doch nie mand was hem vijandig gezind. Een oogenblik scheen men nochtans in het onderzoek een spoor te hebben gevonden. Het bleek namelyk dat de verloofde van Scholz, die te Budapest in dienstbetrekking was, hem bedroog en in het geheim met een ander verkeering had. Het meis Je en haar geliefde werden aan een streng verhoor onderworpen. Het leverde niet het min ste resultaat op. By gebrek aan eenig ander aanknoopingspunt werd de zaak tenslotte ge- classeerd als „zelfmoord". En Constant Matuschka, zult ge vragen. Zeer juist. Zeer juist! Hy profiteerde van de mis daad. Want door het plotseling overlyden van zyn concurrent werd hy, als eenig candidaat. tot onderwijzer benoemd. Matuschka was een zeer deugdzaam jongmensch, collectant in de kerk van Csantaver. Het kwam by niemand op hem te verdenken. En men zou hem ook nooit van dezen geheimzinnigen vergiftigings- moord verdacht hebben, ware het niet dat er op zekeren nacht, by Bia-Torbagy, een trein aanslag plaats greep die heel de wereld in da- vering bracht. En hiermede zyn we gekomen tot zyn Verdacht van moord door vergiftiging op den candiddat-onderwyzer Friedrich Scholz. vaneen reeks kleinere misdaden en van drie geweldige treinaanslagen, gepleegd te Juterbog in Duitschland, te Ansbach in Oostenryk, te Bia Torbagy in Hongarye. Matuschka gaat voor zyn rechters verschynen. En reeds laat hij door zyn rechtskundige raadslieden aankondigen dat hy voor de rechtbank „tot de wereld" spre ken zal. „Geheel de wereld," aldus Matuschka. „zal ver nemen wat ik te zeggen heb en de verachting die men voor my heeft, zal in dankbare be wondering veranderen. Slechts in het openbaar voor het publiek, op den aanstaanden dag van myn proces, zal ik de groote geheimen ont hullen, die my tot myn daad dreven, die ze verontschuldigen en die de wereld dient te weten!" Taal van een krankzinnige of van een simu lant. Doch in elk geval taal die Matuschka uit sinds den eersten dag zy'ner insluiting welke plaats had op het eind van verleden jaar. Uit het omvangryk dossier der zaak-Ma- tuschka publiceeren wy een brief, laatstelyk door Matuschka, vanuit zyn cel, aan zyn vrouw en kind geschreven: „Myn zeer geliefde vrouw en myn klein lief onschuldig meisje. Ik wist, dacht noch durfde hopen dat jullie me nog zoudt liefhebben. Op de heele wereld zyn er buiten jullie tweeën geen wezens meer die nog myn vrienden zyn. Ik ben alleen. Rond my slechts vyanden. Doch het deert my niet! Myn succes zal des te groo- ter zyn als die vyanden eindelyk m'n vrien den zullen worden. Het oogenblik der verzoe ning breekt aan: myn proces zal zeer spoedig in behandeling genomen worden. Ik zal voor de rechtbank spreken en de heele wereld moest myn woorden kunnen hooren. Alleen op die wyze zal ik er in kunnen slagen de noodzaak der gepleegde aanslagen uiteen te zetten en de moreele genoegdoening daarvan te doen be- grypen. Ik heb opzienbarende onthullingen te doen. Duizend kussen van uw man en vader. Matuschka." Men bedenke by het lezen van deze Innige woorden dat Matuschka drie internationale treinen in de lucht deed vliegen by welke aan slagen een vyftigtal menschen het leven ver loren en dat hy „moreele genoegdoening" had by het hooren van het gereutel der stervenden en het hartverscheurend gekerm en smarteiyk hulpgeroep der zwaargewonden. Byna slag op slag vlogen drie groote sneltreinen in de lucht, in Duitschland, Oostenryk en Hongarye. Het was de laatste aanslag, die op den Pullman Budapest—Weenen, vernield door een bom ge- plaatst op het viaduct by Bia-Torbagy, in den nacht van 11 op 12 September, die er toe leidde den dader van de drie gruwelijke aanslagen te doen arresteeren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1932 | | pagina 9