De steeds groeiende olievlek
Tfi
Van kantoorklerk
tot oliemagnaat
DE LOTING
RADIO-PROGRAM
E VIJANDEN VA
ET BIJENDQRjR
Het
Rozen ^Kasteel
ZATERDAG 18 JUNI
De Napoleon van de olie
Sir Henri Deterding
glllllll
Zondag 19 Juni
Maandag 20 Juni
VERHAAL VAN
DEN DAG
niet,, Jriesche Heerenbaai "maar
HEERENBAAI
MIJNHARDT's
Zenuw-Tabletten 75 ct.
Laxeer-Tabletten 60ct.
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct
Bij Apoth. en Drogisten
;aie°
a
AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL
Alle aoonne s ohsevMen
FEUILLETON
V
!Vk,at
i.
Weer heeft men getracht een wapenstilstand
te sluiten om tot rust te komen in den duur-
sten en felst-gevoerden burgeroorlog in de we
reld, dien tusschen de olie-koningen.
Zelfs al zouden de verdragen, welke zijn
gesloten tusschen de vertegenwoordigers van
het reusachtige Royal DutchShell-concern,
de Anglo-Persian Oil Companny, waarbij de
Engelsche Regeering vitale belangen heeft, de
Burma OU Compagny, de Standard Oil of
New-Jersey, die aan het hoofd staat van het
vroegere Rockefeller-olie-koninkrijk en de Sov
jet olie-industrie bestendigd blijven, die de ge
schiedenis van de olie-industrie kent. zal aan
de duurzaamheid daarvan twijfelen.
Het petroleumblikje, dat ergens op een hoek
van een straat wordt verkocht, heeft een lan
gen weg achter zich van intriges, geheime di
plomatie, soms zelfs van tragiek.
De motorrijder, die zijn motor vult voor zijn
uitstapje aan het eind van de week, is alleen
een schakel in een strijd van machten, in den
oorlcg van millioenen, die in het moderne leven
zijn weerga niet heeft.
Olie beheerscht het vervoer te land door de
lucht, over zee en onder water, olie is kost
baarder geworden dan goud.
Olie te hebben, beteekent rijkdom en macht,
in vredestijd, maar ook en vooral in tijd van
oorlcg. Daarom ook zijn regeeringen van ver
schillende landen vol belangstelling voor den
olie-oorlog, meestal in het geheim, maar ook
een enkele maal openlijk.
De Engelsche Regeering staat daarbij voor
aan. Niet eens zoo heel lang is het geleden,
dat dezelfde olie-oorlog bijna een breuk tus
schen Engeland en Amerika zou hebben ver
oorzaakt.
Wie zijn de mannen achter de schermen, die
dezen oorlog voeren? Wat heeft hun strijd tot
nu toe uitgehaald? Wie, als er al van een
zegevieren sprake kan zijn, is de overwinnaar
in dezen veldslag, die wordt uitgevochten tus
schen Europa, Azië, Amerika en Rusland en
tengevolge waarvan verschillende regeeringen
op het paard zijn gekomen of daar ai zijn
geworpen?
Als we trachten den sluier over dezen oiie-
oorlog op te trekken, zullen we ervaren, dat
in verscheidene landen eenzelfde Spoor is te
volgen en dan komen wij tenslotte er achter
hoe enkele revoluties in Zuid-Amerikaansche
staten zijn uitgebroken en begrijpen we iets van
de intriges in het verre Oosten.
De geschiedenis is heel Interessant, te inte
ressanter, als men alleen maar denkt aan het
simpele olieblikje, dat een afstand tusschen
stad en land heeft verkleind.
Voor goed begrip is het noodig terug te gaan
naar de jeugdjaren van iemand, die door ad
miraal Fisher den ronden rauwen zeeman, die
geen blad voor zijn mond nam en die den we
reld-oorlog voorspelde, werd geteekend als
„Napoleontisch in zijn durf en Cromwelliaansch
in zijn doortastendheid'1.
Die man is Sir Henry Deterding. op het
oogenblik de leider van het geweldige Royal-
Dutch—Shell-Concern, het grootste, dat meer
dan zeventig maatschappijen onder zijn beheer
heeft.
Toen was Sir Henry Deterding nog slleen
maar bekend als Henri Wilhelm August. De
terding, een Hollandsche kantoorbediende van
de Koninklijke Petroleum Maatschappij.
De Koninklijke stond er toen niet zoo erg
best voor. Haar reserves waren uitgeput door
een meedoogenloozen prijs-knauwenden oorlog
met de groep van de Standard Oil, waarover
Rockefeller, de grootste man, dien de olie
industrie ooit gehad heeft, als koning heerschte
„John D" is op het oogenblik drie-en-negen
tig en in de laatste twintig jaar heeft hij geld
weggegeven in plaats van te trachten het te
verdienen. Naar schatting heeft hij meer dan
honderd .millioen pond sterling voor liefdadige
doeleinden gegeven, maar toentertijd was er
van philantropie bij hem geen sprake
Hij had de olie-industrie op pooten gezet in
de dagen toen iedereen, die grond in onder
zoek had als de gewoonste zaak van de wereld
een bende kerels afhuurde om een anders stuk
grond onbruikbaar te maken en in zaken kende
hij geen pardon.
Hij was de koning van den Amerikaanschen
oliehandel en hij, die al zijn gevaarlijke con
currenten over heel de wereld eronder had.
dacht het ook wel met zijn laatste rivaal, de
Hollandsche maatschappij klaar te spelen.
In dezen veldslag werd hij, die duizenden
olie-oorlogen had gewonnen, verslagen, voor het
eerst en dat niet door een van de „groote
hanzen", maar door een jongetje in de bewe
ging, door Deterding.
Deterding wachtte zijn tijd af. Toen nij de
kans schoon zag, kwam hij in contact met de
beroemde bankiersfirma der Rothschilds.
't Moet toch wel een flinke kerel geweest zijn.
die het klaar kon spelen de Rothschilds ervan
te overtuigen, dat zij er garen bij zouden spin
nen als zij de Hollandsche maatschappij aan
geld zouden helpen om den invloed der Ameri
kanen te stuiten.
Ze hapten toe en met het contract in zijn
zak kwam de kantoorbediende bij zijn „bazen"
terug en dat was zijn groote slag, van be
diende werd hij directeur.
Met de millioenen van de Rothschilds achter
zich, begon hij terug te slaan, zóó zelfs, dat de
slagen zóó hard aankwamen, dat het zelfs
Rockefeller te hard was en voor het eerst van
zijn leven verklaarde de Amerikaansche multi-
millionnair zich bereid tot een wapenstilstand.
Rockefeller wou graag de geheele olie-bewe
ging in handen houden om het geld, dat zij
hem in het laadje bracht, maar Deterding
dacht er anders over.
De Hollander was een van de eersten, die
inzag, dat olie in den komenden oorlog een
beslissende rol zou vervullen en gesprekken met
admiraal Fisher, die ronduit gezegd had, dat
in den komenden oorlog een met olie gestookte
vloot vijftig procent meer zou hebben in te
brengen dan een die werkte met schepen, die
met kolen gestookt werden, hadden hem ervan
overtuigd, dat er een oorlog op komst was
In dank voor hetgeen hij deed om de con-
tróle te krijgen over den olie-aanvoer, wérd
de vroegere Hollandsche kantoorbediende in
den adel verheven en kon hij tevens rekenen
I
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiihiiiiiiiihii
uuiuiuuuiaiiuiuaiuiuiiiiiiii
Als een brokstuk levensvreugde
Is voor ons de loterij,
Want men is er, zelfs met geld toe,
Altijd als de kippen bij!
Naar een trekking wordt gekeken
Met een zielsverheugd gelaat,
Als de man, die met het ja-woord
Van zijn meisje huiswaarts gaat!
Maar al zijn dan ook de menschen
Op een loterij verzot,
Toch voelt men de nuanceering
Heel goed tusschen lot en lot.
En niet altijd brandt de Liefde
Als een lava-surrogaat,
Zooals nü weer bij de loting:
Wie .er in draait als soldaat!
Gratis krijg je hier je lotje.
Ook al schudt je hard van „nee"!
Ook al draait je maag heel heftig
Met de lotentrommel mèe.
Meedoen moet je aan de loting,
Waar men het frappante ziet:
Dat de nieten zijn de prijzen
En de prijzen zijn een niet!
MARTIN BERDEN 1
(Nadruk verboden)
op den onofficieelen maar niet minder krach-
tigen steun in den rug van de Engelsche Re
geering.
Er was nog iemand behalve Lord Fisher en
Sir Henry Deterding, die inzag welk een be
langrijke rol olie in den komenden oorlog zou
vervullen en die ook van oordeel was, dat er
een oorlog op til was.
Die man was Winston Churchill, toenmaals
Minister van Marine. Churchill steunde De
terding, maar had ook nog andere pijlen op
zijn boog.
Hij had vol aandacht de avonturen gade
geslagen van een jongen Australiër William
K. d'Arcy, die tijdens de vervulling van een
geheime zending in Perzië oliesporen ontdekt
had en er door diplomatie en vleierij in ge
slaagd was van den Sjah een monopolie voor
oliewinning voor den tijd van zestig jaren te
verkrijgen voor zoo goed als het geheele Per
zische Rijk.
Hij keerde in Londen terug en richtte daar
de Anglo Persian Company op om de con
cessie, waarvoor hij het peuleschilletje van vijf
duizend pond betaald had en de belofte van
een roalty had gegeven, te exploiteeren
Nadat hij deze maatschappij had opgericht,
ging hij naar Turkije, om te zien of daar soms
wat te doen viel. Reeds was daar een Ameri
kaan, admiraal Chester op zoek naar con
cessies.
Er werden vele geheime onderhandelingen
gevoerd en de Amerikanen zagen zich den
buit ontfutseld. Een maatschappij werd opge
richt ter uitoefening van contróle op de Turk-
sche Petroleum Concessie. De combinatie was
deels Engelsch, deels Duitsch en voor de helft
Turksch.
Geslagen trokken de Amerikanen af en even
later konden ze zich nog eens woedend ma
ken, toen zij hoorden dat het Turksche aan
deel kalmpjesweg was opgekocht door d'Arcy's
maatschappij, de Anglo-Persian.
Winston Churchill, die door Fisher en De
terding had leeren inzien hoe een belangrijk
artikel de olie was, volgde met groote belang
stelling de verwikkelingen in de olie-diploma-
tie van het Oosten en toen het gerucht ging.
dat d'Arcy's concessie niet ten volle zou kun
nen worden benut wegens gebrek aan kapitaal
adviseerde hij de Engelsche Regeering er aan
deel in te nemen.
Het resultaat was, dat de Engelsche Regee
ring, die zich tot dan toe alleen zijdelings en
achter de schermen van de olie geïnteresseerd
had, thans voor het voetlicht trad en een be
sluit nam, dat in zijn soort even belangrijk
was dat van Disraeli met betrekking tot
het kanaal.
II/
Het nieuwtje was spoedig in het bijendorp rond en de bijen gingen
stilletjes zitten loeren of de wespen zioh zouden laten vangen. En
warempel. De eerste de beste wespenmeneer viel met zijn vrouw
holderdebolder van een tak op den harden grond neer. En de bijen
natuurlijk lachen.
De uitvinding van Jaap de Bie werkte uitstekend. Zoo gauw de een
of andere wespenfamilie het waagde in de buurt der bijenkor.en
te komen, moest ze het duur ontgelden en viel rakelings over de
gladgemaakte velden en boomen.
HUIZEN, 1875 M. 8.30 K. R. O. de schoon
ste zangen der Slavische Mis in gebruik bij de
Russische Kerk; N. C. R. V. 9,30 gramofoon-
muziek; 9.50 Kerkdienst uit de St. Laurenskerk
te Rotterdam; K. R. O.: 12.15 Inleiding op het
а.s. Nationaal Maria Congres. Mariaspel „Die
eerste bliscap"; 12.40 K. R. O.-sextet o. 1. v.
Piet Lustenhouwer; 1.40 „Het Verkennen" door
mr. dr. J. Beuns S.J.; 2.— Gramofoonmuzlek;
2.10 Jos. Panhuysen bespreekt Vier Detective
Romani; 2.30 De gezamenlijke R. K. Kerkzan
gers „Voel et' Amicitiae", Amsterdam; 4.30 Zie-
kenhalfuur door pater H. Rothoff; N. C. R. V.:
5.— Kerkdienst uit de Geref. Kerk te Zaan
dam; K. R. O.: 7.45 Pastoor A. J. Mulder: „Het
Kermisvraagstuk"8.10 Voetbaluitslagen van
de R. K. F.; 8.15 K. R. O.-orkest o.l.v. Johan
Gerritsen; 8.45 Ben Royaards: Fragmenten uit
„Adam in Ballingschap" van Vondel; 9.00 Pers
berichten van het Persbureau Vaz Dias; 9.15
K. R. O.-orkest o.l.v. Johan Gerritsen; 10.40
Epiloog door het kleine koor o.l.v. Jos. H. Pick-
HILVERSUM, 296 M. 8.15 lichaamsoefe'
nlngen o. 1. v. G. Kleerekoper; 9.— Postduiven-
berichten en Voetbalmededeelingen; 9.05 Tuln-
bouwhalfuurtje; 9.30 Orgelspel; 10.20 Vara-or-
kest o.l.v. Harry Wiggelaar; 11.20 orkest A. V.
R. 0.; 12— Rob. Geraerds; .Fingeland"; 12.30
Avro-kamerorkest o.l.v. Louis Schmidt: 2.00
Boekenhalfuurtje; 2.30 Ooggetuige verslag van
de nationale zwemwedstrijden te Assen door H.
Hollander; daarna tot 4.30 uur Het Residentie
orkest o.l.v. Ignaz Neumark, solist, Alexandre
üninsky, piano. Pauze: gramofoonmuziek; 4.30
Sportuitslagen van Vaz Dias en gramofoonmu
ziek; 5.— V.A.R.A.-dilettanten-uurtje; 8.— A.
V. R. O.-nieuws en Sportberichten van het
Persbureau Vaz Dias; 8.15 Omroeporkest o.l.v.
Nico Treep; 8.40 Internationale chansons door
L. W. Nijland; 9.Omroeporkest; 9.15 Mr.
A. W. Kamp draagt voor; 9.35 Omroeporkest;
10.— Moderne Zangdeclamaties door M. Serie;
10.20 Kovacs Lajos en zijn orkest.
BRUSSEL, 509 M. 12.20 Concert door net
Tearoom-orkest; 1.30 Gramofoonplatenconcert;
б.20 idem; 6.50 concert; 7.20 gramofoonplaten
concert; 8.20 gedeelten uit Wagners Opera
„TannhÉluser".
KALUNDBORG, 1153 M. 4.20 Concert door
Harmonie-Orkest o.l.v. F. Hemme; 8.20 Omroep'
orkest o.l.v. Launy Grondahl; 10.20 Concert door
Omroeporkest; 11.10 moderne dansmuziek.
BERLIJN 418 M. 12.40 Populair Concert;
3.20 Vocaal Concert; 4.30 Concert door Harmo
nie-orkest; 8.20 Concert door Omroeporkest o.
I.v. Bruno Seidler Winkler.
HAMBURG, 372 M.— 12.35 Concert; 3.20 In
strumentaal Cabaret; 7.20 Kerkconcert; 8.30
Concert door het Noragorkest o.l.v. José Eiben-
schutz; 10.50 dansmuziek: 11.30 dansmuziek.
KÖNIGSWUSTERHAUSEN, 1635 M. 12.40
Concert uit Berlijn.
LANGENBERG, 472 M. 1.20 Concert o.l.v.
Wolf.
DAVENTRY, 1554 M. 2.35 Gramofoonmu
ziek; 3.20 Recital; 9.25 Tom Jones en zijn Or
kest; 10.30 Epiloog.
PARIJS (R. 1725 mv.) 12.20 Gramofoon
muziek; 3.05 idem; 7.05 Populair Concert; 8.20
idem.
MILAAN, 331 M. 8.50 „H grillo del foco-
lare". Opera in drie actes.
ROME, 441 M. 9.05 „Fior di neve", operette
in drie bedrijven.
WEENEN. 517 M. T.10 Weensch Sympho-
nie-orkest: 11.dansmuziek.
BEROMUNSTER. 460 M. 5.50 Opera-frag
menten; 10.05 Oude en nieuwe dansen; Omroep
orkest p.l.v. Erwin Gilbert.
HUIZEN 1875 M. N.C.R.V. 8.00 Tijdsein en
schriftlezing; 8.15 Morgenconcert; 10.30 Korte
ziekendienst door dr. J. A. Hoekzema, 11.00
Lezen van Chr. lectuur door mej. J. C M.
Doyen. „Een blanke vrouw onder de kanniba
len" door Johanna Veenstra: 11.30 gram.platen.
12.00 Politieberichten; 12.30 Orgelconcert door
Jan Zwart in de Herst. Evang. Luth. kerk aan
den Kloveniersburgwal te Amsterdam; 2.00
Gram.platen: 3.15 cursus knippen en naaien:
3.30 cursus stofversieren en hoeden maken; 3.45
verzorging zender; 4 uur ziekenuurtje door ds.
A. P. Barendregt; 5 u. gramofoonmuziek; 5.30
chr. liederenuurtje door Joh. de Heer; 6.30
vragenuurtje; 7.30 politieberichten; 7.45 verbin
ding met het hospitaalkerkschip kruisende op
de Noordzee; 8.30 Tjecho-Slowaaksche avond
m.m.v. de Haarlemsche orkestvereeniging o.l.v
de Haarlemsche orkestvereeniging o.l.v. Frits
Schuurman; 10 u. Persberichten van het Pers
bureau Vaz Dias.
HILVERSUM, 296 M. AVRO. 8.00 Tijdsein en
gramofoonmuziek; 10.01 Morgenwijding; 10.15
gramofoonmuziek; 10.30 voorlezen door mr. P. C.
la Chapel1 e; 11.00 Orgelconcert; 12.00 Tijdsein
en het AVRO Kleinorkest o.l.v. Nico Treep. Tus-
schenspel van gramofoonmuziek; 2.13 rustpoos
voor verzorging zender; 2.30 Het AVRO kamer
orkest o.l.v. Gerard Hemmes; 4.00 Hollandsch
halfuur cello en piano; 4.30 Kinderuur door
Willem Hunsche; 5.30 Orgelconcert; 7.00 Boe
kenhalfuur; 7.30 gramofoonmuziek; 8.00 Tijd
sein; 8.01 Concertgebouworkest o.l.v. dr. Willem
Mengelberg; 10.15 Persbureau Vaz Dias; 10.30
Kovacs Lajos met Bob Scholte.
BRUSSEL 509 M. 12.20 orkest o.l.v. Max
Alexys; 1.30 vervolg concert; 6.50 gramofoon
platenconcert; 10.30 concert o.l.v. Max Alexys.
BERLIJN 419 M. 4.50 pianorecital; 1.35 po
pulair concert; 9.40 gedeelten uit Faust; 10.20
dansmuziek gramofoonmuziek; 2.30 idem; 4.50
concert door het omroeporkest van Breslau; 7.40
populair concert door het Kleine Nragkorkest.
KÖNIGSWUSTERHAUSEN 1635 M. 12.50 gra
mofoonmuziek; 2.30 idem; 4.50 concert.
LANGENBERG 472 M. 1.20 concert door om
roeporkest: 5.20 Vesperconcert o.l.v. Wolf; 8.50
Het was ongeveer veertien dagen voor
Kerstmis. Er bevonden zich maar weinig rei
zigers aan den trein en ik kreeg daarom een
coupé voor mij alleen. De plaats mijner be
stemming was Parijs, en ik had van mijn va
der de opdracht gekregen, om naar mijn al
daar wonenden agent (mijn vader was name
lijk Juwelier en goudsmid in Londen) een zeer
kostbaren brillanten ring over te brengen.
„De diamanten hebben eene waarde van vijf
honderd pond", had mijn vader tegen mij ge
zegd, ik hoop dus dat Je het aan de noodlge
voorzichtigheid niet zult laten ontbreken^ Red.
en dat je ze Onderweg noch verliest, noch ze
je ontfutselen laat".
Ik glimlachte ietwat spottend. Ik was Juist
een-en-twintig jaar geworden en mijn vader
had toch waarachtig geen recht om zoo met
mij te spreken, alsof ik een schooljongen was.
Ik kwam eensklaps op de gedachte, waar
zou de ring beter en veiliger bewaard zijn
dan aan mijn vinger. Ik behoefde slechts een
handschoen aan te trekken en geen sterveling
zoude weten, wat er onder het leder zat. Hij
was hier vrij wat veiliger dan in mijn zak.
Aarzelen ware in zulk een geval dwaasheid
geweest. Ik stak dus den ring aan mijn vin
ger en het doosje in mijn zak.
Plotseling vertoonde zich aan het venster
eene gestalte, doch het was slechts de conduc
teur, die mijn kaartje kwam knippen. Dit be
lette echter niet, diat ik mijn handschoen aan
trok, nog te meer, wijl de trein reeds over een
half uur te Dover zoude zijn.
Van het station begaf ik mij onmiddellijk
naar de stoomboot, die mij naar Calais bren
gen zoude. Ik zag ongeveer een twaalftal man
nelijke passagiers, dames daarentegen zag ik
maar twee. De eene was eene corpulente, be
jaarde dame, die gedurende den geheelen over
tocht maar onophoudelijk at en dronk. De an
dere was enfin, in één woord het bekoor
lijkste schepsel, dat mijne oogen ooit aan
schouwd hadden. Zoo ver ik beoordeelen kon.
was zij geheel alleen. Wij hadden ongeveer
de helft van de reis gemaakt, ik was zeker
al voor de vijftigste maal langs haar heen ge
wandeld. toen zij mij eindelijk aansprak.
Mijnheer, zoudt u zoo vriendelijk willen
zijn, om den steward te zeggen, dat hij mij
een glaasje cognac brengt? Zfj sprak Fransch.
Ik kon alleen buigen en liep zoo snel moge
lijk naar het buffet om zelf een glaasje cog
nac te halen.
Ik hoop, mejuffrouw, dat dit u wat heeft
versterkt, waagde ik zachtjes op te merken.
O, zeker, lispelde zij, ik dank u, mijn
heer, doch ik ben geen juffrouw, maar een
getrouwde vrouw, eene weduwe.
Bij deze woorden drukte zij haar zakdoek
voor de oogen.
Hoe interessant neen hoe aandoenlijk was
deze eenvoudige bekentenis. Ik wist nu ook,
waarom zij er zoo treurig uitzag. Och hoe
gaarne had ik haar getroost.
Toevallig stond er een veldstoel in de na
bijheid. Ik waagde het, dezen een weinig na
derbij te zetten. Zij scheen zich daardoor ech
ter in het minst niet beleedigd te gevoelen en
weldra waren wij in een zeer levendig ge
sprek gewikkeld. Trotsch was zij niet, inte
gendeel, zij was de beminnelijkheid in eigen
persoon. Zooals zij mij vertelde, was zij maar
drie dagen in Londen geweest. Zij had daar
zaken te doen gehad en trok zich nu weder in
de eenzaamheid terug in de kleine villa, waar
zij sinds den dood van haar dierbaren echt
genoot steeds had gewoond. Zij zou, gelijk zij
mij vertelde, eerst met den avondtrein hare
reis vervolgen, aangezien zij in Calais nog een
paar commissies te verrichten had.
En dat alles vertelde zij met een betoove-
rende gulhartigheid. Ik zag volstrekt geen
reden, waarom ook ik niet met den avondtrein
mijne reis zoude voortzetten. Ik maakte haar
dus met mijn plan bekend en zij had er niets
op tegen
opera van Richard Wagner; 10.50 concert door
de Erwin kapel.
DAVENTRY 1554 M. 1.05 Het commodored
Grand Orkest o.l.v. Jos. Muscant; 2.10 gramo
foonmuziek; 4.20 Moschetto en zijn orkest van
het Dorchester Hotel; 8.20 Vaudeville-program-
ma; 10.00 Het B. B. C. Theaterorkest; 11.20
dansmuziek.
VOOR NADERE BIJZONDERHEDEN VER
WIJZEN WIJ NAAR DEN KATHOLIEKEN
RADIOGIDS
ECHTE FR1ESCHE
Toen wij in Calais kwamen, bekende <3®
me mij, dat zij honger had, en later gaa pll
een kleinigheid zoude gebruiken. Terwijl
hare commissie ging verrichten, nam
rijtuig en reed naar het hotel Dessin,
zien de eetzaal daar propvol was, ging iK
een apart tafeltje zitten in een der nevenz
en bestelde een diner. Na een klein ha»
kwam de dame aan. p.
Nu kan men echter niet te best met 11 jjet
schoenen aan, aan een diner deelnemen- n
was dus de vraag, of ik met den ring aan
vinger dineeren of wel den kostbaren scha „en
het doosje leggen en in mijn rokzak st® fl-
zoude. Wie maar eenigszins een mensen
kenner is, zal inzien, tot welk besluit ik ,K,
21-jarig jonkman tegenover dit allerbekoorw
ste vrouwtje kwam. ftt,
De dame nam van het een en ander
doch zeker niet meer dan een musch- e
vlogen de minuten snel voorbijl Ik zou in 0
kleine kamer wel een jaar hebben kun
blijven. -oK.
Plotseling vroeg de dame: Rookt u
mijnheer? eA
O, zeker, zelfs veel meer dan wel
voor mij is, antwoordde ik.
Doe mij dan een genoegen en rook f
nu ook, ik mag het zoo gaarne, dat een
rookt! jep
Ik stond op om mijn sigarenkoker uit
zak van mijn overjas te halen. Mijne re' BeIj
noote legde hare hand luchtig op mijn arffl
zeide:
Ja, ziet u, mijnheer, ik heb eene
fgfc'
kentenis te doen. Ik rook ook, doch siga:f
ten. Ik woonde langen tijd in Spanje,
bijna alle dames rooken. De gedachte, dat
dame rookt, is u toch, hoop ik, niet onaang
naam?
Onaangenaam? O, geenszins! s
Och Ja, ge zijt daartoe te zeer man vef,
de wereld en boven zulke vooroordeelen V„I1
heven. Nu, dan moet ge eens eene van 111
sigaretten rooken.
Bij deze woorden kreeg zij uit haar gp
lies een kleinen koker en verzocht mi) ,eIJ
er eene sigarette uit te nemen. Ge zult 0
smaak wel wat vreemd vinden, zeide de
me, nadat zij eenige trekjes had gedaa»- ,e
Deze sigaretten worden van geparfumeer
tabak gemaakt, ik rook nooit anders.
O, integendeel, mevrouw, ik vind de 81
rette allerverrukkelijkst.
Zwijgend rookten wij eenigen tijd.
Wat zou dit bekoorlijke schepseltje wel
gen, vroeg ik mij zeiven af, wanneer ik ba^
beleed, dat ik tot over mijn ooren op ba
verliefd was geworden? Zou zij mij met v
ontwaardiging afwijzen of zou zij
tfl'
Plotseling ontwaakte ik en bemerkte
mijn grooten schrik, dat ik geslapen had-
kamer was donker, mijn hoofd deed mij v r
sehrikkeliik niin Tk Ktnnd on en wandelde 1
schrikkelijk pijn. Ik stond op en wandelde
Waarom had
het venster en keek vervolgens om mij
Maar waar was de dame? waarom n»" g!i
zoo lang geslapen? Ik vloog naar de schel-
een paar minuten later verscheen er een ke
ner met een licht.
Waar is mevrouw? vroeg ik.
Mevrouw, antwoordde de kellner, is °^e,
geveer drie uur geleden uitgegaan, zij (e
dat zij nog een paar boodschappen had
doen, maar spoedig terug zou zijn. In
geval, zeide zij, mocht haar broeder, die v®
schrikkelijk aan zeeziekte leed, gestoord f
den. Tot dusver is mevrouw, voegde de kei»*
er aan toe, echter nog niet teruggekeerd'
Voor drie uur uitgegaan, zeeziek, haar [fol
der! Wat moet dat beteekenen? Ik ging
ten en onwillekeurig drukte mijn arm op
kleine doos, die zich in mijn zak bevond. t
tegelijkertijd keek ik naar mijn vinger.
was dat, de ring was verdwenen. Als door
bliksemslag getroffen sprong ik op, rende
kamer op en neer, daarop viel ik weder op
stoel neer en verborg mijn aangezicht in 01
ne handen.
Den volgenden morgen om negen uur sto^
ik voor mijn vader en vertelde hem
avontuur. Terwijl ik van woede en schaaf
tranen vergoot, glimlachte hij op een ei?8
aardige spottende wijze. En toen ik had
eindlgd zag hij naar zijn schrijfbureau,
de eene geheime lade daarvan en zeide-.
Wees maar gerust, Red, hier is de
totaal gaaf. Ik kon van verwondering
woord uitbrengen. Toen de dame je al. jgt
liet, ging mijn vader voort, was het g
tijd om met de laatste boot naar Dover te\,r
te keeren. De ring was dus al voor zeven u
's avonds in mijne handen. ej
Maar, maar, stamelde ik, ik begriiP r„
niets van. Wanneer zij den ring bezat,
om bracht zij hem u dan terug? M
Doodeenvoudig, wijl zij er voor bet^e.
werd. De dame is van beroep geen diev®»^
maar eene dievenvangster. Je hebt je laa(jt
zoo blufferig aangesteld, mijn jongen, b je
zulk een hoogen dunk van je eigen en vaI1jSt
bekwaamheden, dat ik begon in te zien,
een klein lesje je niets geen kwaad z%et
kunnen doen; ik geloof, dat ik je thans f
bewijs heb "geleverd, dat er nog verstand1^
menschen zijn, dan een zekere wijsneus
één-en-twintig Jaar het is.
Een of twee uur later zeide ik tegen
vader:
ds
Het was toch nog al gewaagd om
te doen met een ring, die 500 pond waar"
Mijn beste Jongen, waarvoor zie -p
ouden papa dan wel aan. De diamanten w®
Immers maar namaak.
verzekerd voor een der
lngsvoorwaarden tegen f Qflflf) by levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door f 7Ci) by een ongeval met f OC/i by verlies van een hand f 1 Of by verlies van een C/I by een breuk van Aiby verlies v»hJr
volgende uitkeeringen O VVU.'verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen T OU.' doodelljken afloop T OU.' een voet of een oog T 16 O.' duim of wijsvinger t O U.'been of arm t 4 U.' anderen
All— L op dit blad zyn Ingevolge de verzekerlngsvoorwaarden
9
Wie zendt je dat, Marie-Claire) Juffrouw
d'Albrègue
Ja.
Wat een geld 1 Verwachtte Je het
Wel neen, ik had nergens recht on
zy neemt brief en biljetten op en gaat naar
haar kamer, terwijl ons nieuwsgierigaagje te
leurgesteld achterblijft. Ze had zoo gaarne 'wil
len hooren, wat juffrouw d'Albrègue te vertel,
len had!
Marie-Claire sluit de deur en leest met klop
pend hart:
„Lief kind. (juffrouw zou ik u niet kunnen
noemen na de pynlijke, en toch vertrouwelijke
uren, die we samen hebben doorgebracht) ik
zend u hierbij twee duizend vijfhonderd francs
van hetgeen ik ontvangen heb by den verkoop
van uw tantes meubilair. Reken u nu maar niet
tot dankbaarheid gehouden; ik vervul eenvou
dig een plicht van rechtvaardigheid.
Ik stel belang in u, en vraag me af, of mijn
zuster u wel een dienst heeft bewezen, door u,
uit het midden uwer familie weg te nemen,
waar u thans als vreemdelinge terugkeert; en
dit nog te meer, daar zy u een schitterend
leven deed genieten, dat u tot geen enkele re-
deiyke toekomst leiden kon.
Wat ik van uw karakter bespeurd heb, (ik
zag u onder omstandigheden, die iemands na
tuur spoedig openbaren) doet my hopen dat uw
stiefmoeder en uw zusters u zullen beminnen,
en dat de veerkracht, der Jeugd eiben, u met
niet te veel moeite aan deze verandering van
le"en en omgeving zaj doen gewennen.
Als vlndin uwer familie veroorloof ik my u
er aan te herinneren, dat u evenveel recht hebt
om in het huis uw vaders te wonen, ais uw
zusters. Zoo het al waar is, dat uw eigen moe
der haar bruidschat verloren heeft, dan ls het
eveneens zeker, dat de tweede vrouw van uw
vader er geheel geen bezat. Uw mamllie leeft
dus van de overblijfselen van mynheer de Sol
liès' fortuin, en daarop hebt ook u een onaf
wljsbaar recht.
Evenwei, lieve kind, 't zou kunnen zyn, dat
u In deze omgeving u ongelukkig gevoelt, of
dat de bekrompen omstandigheden déél- u zou
den doen wenschen onafhankelijk te zijn, wat
tegenwoordig meer begrepen wordt dan vroe
ger; in dit geval zou lk u waarschymyk be
huipzaam kunnen zyn. Ik ben treurig cn zwijg
zaam: het leven heeft me zwaar beproefd, en
'k begrijp zeer goed dat ik niets bezit, wat de
sympathie van een jong meisje kan trekken.
Maar ik heb ondervinding, en nog eens, ik stel
belang in u.
Tenslotte nog één aanbeveling; ze zal u hard
en koud voorkomen, en toch is ze wys en voor
zichtig: bewaar het geld, dat ik u zend, zorg
vuldig met het oog op ernstige omstandighe
den. op mogeiyke behoeften
En nogmaals, wees verzekerd van myn op
rechte sympathie."
Marie-Claire kek naar de biljetten, en diepe
ontroering vervulde haar. Hoeveel mooie, be
minde voorwerpen vertegenwoordigden die pa
piertje! zy zag ze weer die antieke meubelen
bronzen, oostersche tapyten. dat keurige por.
celein, die schilderijen, o die vooral, eenmaal
de lust harer oogen. Wie zou ze gekoent heb.
ben? Max Sartène misschien; hy bad ze zoo
dikwyis bewonderd!
Zoo droomde ze over vervlogen tyden voort.
Wat was er van overgebleven?
Opeens werd de deur driftig geopend, en ze
nuwachtig, opgewonden trad haar stiefmoeder
binnen Ze had zich niet eens den tijd gegund
haar hoed af te zetten, en haar anders zoo
bleeke wangen waren nu hoog gekleurd.
Wat Vertelt me die dwaze Josette daar,
Marie-Claire? is het waar, dat le een aange-
teekenden briei met geld hebt ontvangen?
De schrik sloeg het meisje om 't hart. Zwij
gend wees ze op de biljetten daar vóór haar op
de tafel.
Zendt Juffrouw d'Albrègue Je dat?
Bevend nam mevrouw de Solliés de biljet
ten op.
Ja, antwoordde het meisje, deze som ver
tegenwoordigt een deel van tantes meubilair.
Een heel klein deel dan toch! Twee dui
zend vijf honderd francs! 't Is een schandaalI
Je tante bezat prachtige bronzen, schilderijen
van waarde, en haar meubelen Louis XV wa
ren echt. Die vrekkige oude vrijster had je alles
moeten overlaten.
zy was me niets «huldig en haar zuster
had haar eigen vaderlyk erfdeel verbruikt, ant
woordde Marie-Claire op vasten toon; inwen
dig echter deed 't haar zeer Juffrouw d'Albrègue
gierig te hooren noemen.
Twee duizend vyf honderd francs! 't Is
treurig herhaalde mevrouw de Solliès.
Met nydig gebaar zette ze haar hoed at,
zonder den blik van de biljetten af te wenden,
die ze weer op tafel geworpen had. Eindeiyk,
na een voor Marie-Claire pynlijk stilzwygen
hernam ze:
Wat wil je met dat geld doen? Je kunt
het toch maar niet zonder nadenken uitgeven?
En spytig vervolgde ze op zachter toon:
Je zoudt het kunnen uitzetten.
Middelerwyi was Josette binnen gekomen
en meende ook een duit in het zakje te moeten
werpen.
Ze zou haai zolder kunnen laten behan
gen en een schoorsteen laten maken. Wat een
dwaasheid om dat geld uit te zetten! Hoeveel
rente zou het opbrengen?
Tegen drie procent vyf en zeventig francs
myn kind.
Vijf en zeventig francs? Niet eens genoeg
voor een ordinair costuumpje! Als ik in haar
plaats was maakte lk een lief reisje in de
Pyreneeën. Dan nam Je my toch ook mee,
zusje?
Dat is malle kinderpraat, Josette 1 zei me
vrouw de Solliès. Maar daarin heb je geiyk, de
rente van dat geld is zoo goed als niets, 't Kan
je evenwel eenmaal te pas komen, Marie-Claire,
als Je eens gaat trouwen.
Stilte 1
Evenwel, hernam mevrouw, nu een beetje
haperend, als je het geld niet dadeiyk besteden
wilt, zou ik my verplicht rekenen. Ja werkelijk
dankbaar zyn, wanneer je my duizend francs
zoudt leenen tot de aanstaande uitbetaling van
myn fondsen. Ik zit op het oogenblik wezen-
iyk verlegen Ik heb kosten moeten maken
voor den rouw het leven wordt met den dag
duurder, en de rekening van den slager duldt
geen uitstel meer.
Zonder een woord te spreken, reikte Marie
Claire haar een biljet toe. De vale trekken der
dame verhelderden als by tooverslag.
Dank Je wel, lieve. Je neemt een groote
zorg van me weg een onrust, die me werkeiyk
:iek maakte
Ik ben bly, dat ik u van dienst kan zyn,
antwoordde Marie Claire, terwyi ze te ver
geefs moeite deed eenige warmte in haar woor
den te leggen want - ze dacht aan de ver.
maning van juffrouw d'Albrègue om dac geld
zorgvuiaig te bewaren.
IX.
til®1
Of de rekening van den slager al dan
betaald werd, kwam Marie-Claire nooit te
ten, maar wei bespeurde ze, hoe er dag®p
een zekere weelde in huis heerschte. f(i,
Judith vond, dat haar hoed te onfrisch
om er den winter mee door te komen. en„0cft
maine schafte zich een bont aan. Josette
een nieuw tennlsraket en allerhande ie
nyen, terwyi de geheele familie van w
was, dat men noodig een dineetje aan e®
zyn vrienden moest geven.
Na al deze extraatjes bleef er van
leende duizend francs zeker niet veel
over, want het enge moeiiyke leven beg°ö ge'
opnieuw. Arme Marie-Claire! In het fuilW
makkeiyke bestaan der laatste Jaren,
der stoffeiyke zorgen, had zy nooit die
seling van weelde en gebrek gekend
men van de eerste niet "eniet, omdat zC r
voorbygaande is, terwyi het andere
wreede tegenstelling dubbel zwaar valt. p
dien, haar rechtschapen gemoed wal6a ge'
deze mommery Ze was jong en buigza^ ge
noeg om deze verandering van leefwitz® 1 ft&ü'
nen dragen; ook de armoede wist zU
vaarden, en er sluimerde in naar een pe'
gen geesteskracht, die zich zeker by e
paalde, redeiyke taak zou geopenbaard 0
^et,
LVfci